LAAGGELETTERDHEID IN DELFSHAVEN Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University
DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT VAN DE GEMEENTE ROTTERDAM.
NATIONALE FEITEN EN CIJFERS OVER LAAGGELETTERDHEID Wat is laaggeletterdheid? Laaggeletterdheid is een moeilijk begrip, want wanneer is iemand laaggeletterd en wanneer juist niet? Een definitie van laaggeletterdheid is als volgt: Laaggeletterdheid houdt in dat mensen moeite hebben met lezen, schrijven, en/of het gebruiken van schriftelijke en digitale informatie waardoor ze onvoldoende in staat zijn om zelfstandig te functioneren in de maatschappij, de eigen doelen te realiseren en zichzelf te ontplooien.” Iemand is laaggeletterd met het taalniveau 1F (het niveau waarmee een kind de basisschool hoort te verlaten) of lager. Laaggeletterdheid is niet hetzelfde als analfabetisme, waarbij het gaat om mensen die helemaal niet kunnen lezen en schrijven. Vanaf 15 jarige leeftijd kunnen we spreken van laaggeletterdheid. Ook kan er sprake zijn van afname van lees- en schrijfvaardigheden op oudere leeftijd, waardoor iemand met een hogere opleiding op latere leeftijd laaggeletterd kan worden. Laaggeletterdheid wordt gemeten in het PIAAC-onderzoek. Dit is een internationaal onderzoek dat in 24 landen, waaronder ook Nederland, is gehouden om de competenties van volwassenen in de leeftijd van 16 tot 65 jaar te meten. Het PIAAC-onderzoek heeft als belangrijkste doel om de vaardigheden van lezen en schrijven, rekenen en het oplossen van problemen in technologierijke omgevingen van de bevolking te beoordelen. Eén van de onderdelen van het onderzoek is een taaltest in het Nederlands waarmee het geletterdheidsniveau van de respondenten in beeld wordt gebracht. Op basis van de behaalde scores op deze taaltest wordt afgeleid of iemand laaggeletterd is of niet. Niet alle laaggeletterden ervaren dat zij een probleem hebben met lezen, schrijven, rekenen of het gebruiken van informatie, en het merendeel van de laaggeletterden participeert op de arbeidsmarkt. Uit onderzoek blijkt echter dat laaggeletterden minder vaak betaald werk hebben, minder vaak maatschappelijk actief zijn, een lager inkomen hebben en vaker te maken hebben met gezondheidsproblemen. De arbeidsmarkt doet een sterk beroep op geletterdheid. Doordat werkgevers hogere eisen stellen, digitalisering en automatisering lopen laaggeletterden meer risico op (langdurige) werkloosheid en uitsluiting van de arbeidsmarkt, en zijn daardoor vaker aangewezen op een vervangend inkomen. Dit heeft gevolgen voor het sociaal beleid.
Doel van deze factsheet Deze factsheet beschrijft de omvang en de kenmerken van laaggeletterdheid in het samengesteld gebied Delfshaven. Een vergelijk wordt gemaakt met de gemeente Rotterdam en de landelijke gegevens. Gemeenten, maar ook stadsgebieden, verschillen namelijk van elkaar wat betreft demografie en sociaaleconomische structuur, die van invloed zijn op de laaggeletterdheid van burgers. Hierdoor zijn de doelgroepen waaronder laaggeletterdheid veel voorkomt voor elke gemeente en regio weer anders samengesteld. In een vervolg zullen we onderzoeken hoe de verschillende kenmerken van laaggeletterdheid met elkaar interacteren en welke effecten ertoe leiden dat in uw gemeente het percentage laaggeletterden hoger of juist lager ligt dan landelijk.
Nederland telt 10,9 miljoen inwoners van 16 tot 65 jaar. Hiervan zijn er ongeveer 1,3 miljoen laaggeletterd (11,9 procent), waarvan 300.000 zeer laaggeletterd (2,8 procent). Daarnaast zijn 250.000 inwoners analfabeet.
Ruim 1 op de 9 inwoners van 16 tot 65 jaar is in Nederland laaggeletterd.
Laaggeletterdheid verschilt naar geslacht (percentage laaggeletterden per geslacht) Mannen zijn in het algemeen iets minder vaak laaggeletterd dan vrouwen. 22,9% 20,1% 12,6% 10,6%
6,5% 6,7%
Uit het 16 tot 35 jaar 35 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar Mannen
Vrouwen
11,2%
Laaggeletterdheid verschilt naar leeftijd (percentage laaggeletterden per leeftijdsgroep) Ouderen zijn vaker laaggeletterd dan jongeren. Dit heeft te maken met het verlies van vaardigheden op hogere leeftijd en doordat ouderen minder vaak hoogopgeleid zijn. De laaggeletterdheid onder 16- tot 35-jarige mannen en vrouwen is ongeveer gelijk, maar als men ouder is neemt het sekseverschil in laaggeletterdheid toe.
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau hangt nauw samen met laaggeletterdheid: - Geen startkwalificatie: 26,3% (800.000 personen) - Middelbaar opgeleid: 9,2% (410.000 personen) - Hoogopgeleid: 2,5% (80.000 personen) Laaggeletterdheid GENERATIE verschilt naar generatie en herkomst Er zijn minder laaggeletterden onder autochtonen. Laaggeletterdheid komt relatief veel voor onder eerstegeneratie- en nietwesterse migranten.
Pagina 2
12,7%
HERKOMST
LAAGGELETTERDHEID IN DE GEMEENTE Delfshaven
Relevante factoren voor regionale verschillen laaggeletterdheid Naast een indicatie van het aandeel laaggeletterden in het samengesteld gebied Delfshaven is het voor beleidsmakers ook interessant om te weten welke factoren tot verschillen in laaggeletterdheid tussen gemeenten en regio's leiden. Op basis van het landelijke PIAAC-onderzoek is bekend dat vier factoren een belangrijke rol spelen bij de verklaring van de regionale verschillen: 1. Leeftijd 2. Herkomst 3. Opleidingsniveau 4. Arbeidsmarktstatus
30% (13.200-18.200*) Gemeente Rotterdam 21%
In het vervolg gaan we voor deze factoren nader in op relevante regionale verschillen tussen gebied Delfshaven, de gemeente Rotterdam en Nederland.
Nederland 11,9%
Jongere leeftijdsopbouw in gebied Delfshaven dan landelijk
* Aantal laaggeletterden (90% betrouwbaarheidsinterval) Bron: ROA
De leeftijdsopbouw van de 16-64 jarige bevolking in gebied Delfshaven verschilt met die van Nederland en (in mindere mate) met die van de gemeente Rotterdam. Het aandeel 16-34-jarigen ligt in gebied Delfshaven ruim hoger dan landelijk, terwijl het aandeel 35-54 en 55-64 jarigen juist lager ligt. Een jongere leeftijdsopbouw van de bevolking leidt vaak tot een lager percentage laaggeletterden. Desondanks kent gebied Delfshaven een hoger laaggeletterdheidspercentage dan landelijk, maar is het mogelijk dat dit gedempt wordt door de relatief lage leeftijd van de bevolking.
Laaggeletterdheid gebied Delfshaven hoger dan gemeente Rotterdam De laaggeletterdheid in gebied Delfshaven ligt in 2012 met 30% van het aantal 16-65jarigen substantieel hoger dan landelijk (11,9%). Ten opzichte van de gemeente Rotterdam (21%) ligt het aandeel laaggeletterden in gebied Delfshaven ook hoger. Landelijk wordt er voor het inzichtelijk maken van regionale verschillen tussen gemeenten onderscheid gemaakt in een vijftal klassen: lager, enigzins lager, gemiddeld, enigzins hoger en hoger. De laaggeletterdheid van gebied Delfshaven kan op basis van deze indeling getypeerd worden als 'hoger'.
Figuur 1. Leeftijdsopbouw van de bevolking van 16 tot 65 jaar, 2012 49% 43%
Typering van de laaggeletterdheid in gebied Delfshaven
enigszins lager
36%
41%
44%
12%
gemiddeld
16%
20%
enigszins hoger 16 tot 35 jaar
lager
39%
hoger
Delfshaven
Bron: ROA
35 tot 55 jaar Gemeente Rotterdam
55 tot 65 jaar Nederland
Bron: Gemeentelijke Basis Administratie (GBA), OBI, CBS Statline, bewerking Etil
Pagina 3
VERSCHILLEN IN LAAGGELETTERDHEID Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie (lager onderwijs, Vmbo en Mbo-1) komt laaggeletterdheid vaak voor (zie hieronder).
Laaggeletterdheid verschilt bij migranten naar land van herkomst en het land van herkomst van de ouders. Eerstegeneratiemigranten zijn vaker laaggeletterd dan tweedegeneratiemigranten omdat zij in het buitenland zijn geboren en Nederlands niet hun moedertaal is. Niet-westerse migranten zijn vaker laaggeletterd dan westerse migranten doordat het onderwijsniveau in de westerse landen veelal hoger ligt dan in de minder ontwikkelde niet-westerse landen. Tussen gebieden bestaan er aanzienlijke verschillen in het aandeel migranten zowel naar generatie als naar herkomstland. Wel dient men rekening te houden met het feit dat grote steden zoals Rotterdam ook in trek zijn bij kennismigranten; dit drukt het gemiddeld percentage laaggeletterdheid enigszins.
Tabel 1. Laaggeletterdheid naar hoogstbehaalde opleiding in Nederland (ecbo, 2013) Lager onderwijs: 42,3% LAAG Vmbo-bb-kb/Mbo-1: 24,4% Vmbo-gl/tl: 14,0% MIDDELBAAR Mbo-2 of hoger: 9,2% Havo/vwo: 2,9% Hbo: 2,3% HOOG Wo: 2,5%
Aandeel migranten in gebied Delfshaven hoger dan in de gemeente Rotterdam en Nederland Figuur 2 toont de samenstelling van de bevolking naar herkomst. Ten opzichte van de gemeente Rotterdam en Nederland wonen er in gebied Delfshaven relatief veel migranten. In gebied Delfshaven bedraagt het aandeel migranten 70%, terwijl in Rotterdam en Nederland het aandeel migranten met respectievelijk 51% en 23% beduidend lager ligt. De meerderheid van de migranten zijn eerstegeneratiemigrant. Dit geldt voor alle drie de regio's. In gebied Delfshaven gaat het om 48% van de bevolking, in de gemeente Rotterdam om 34% en in Nederland om 14%. Het hogere aandeel migranten is één van de redenen waarom het percentage laaggeletterden in gebied Delfshaven hoger ligt dan in de gemeente Rotterdam en Nederland.
Veel laag- en weinig middelbaar opgeleiden in gebied Delfshaven In gebied Delfshaven ligt het aandeel inwoners zonder startkwalificatie (laagopgeleid) in de bevolking van 16 tot 65 jaar ruim boven dat van de gemeente Rotterdam en Nederland. Daarnaast hebben Rotterdam en Nederland relatief meer middelbaar opgeleiden in de bevolking. Qua aandeel hoogopgeleiden zijn de verschillen tussen de drie regio's verwaarloosbaar. Omdat laaggeletterdheid vooral voorkomt onder laagen middelbaar opgeleiden, is dit een factor die bijdraagt aan het hogere laaggeletterdheidspercentage van gebied Delfshaven.
Figuur 2. Percentage eerste- en tweedegeneratiemigranten in de bevolking van 16 tot 65 jaar, gemiddelde 2010-2012
Figuur 3. Verdeling van de bevolking van 16 tot 65 jaar naar opleidingsniveau op basis van de hoogstbehaalde opleiding, gemiddelde 2010-2012
17%
39%
4%
41% 36%
11%
31%
33%
36% 27% 28% 28%
5% 41%
7%
6%
4% 6% 9% 5%
Delfshaven
Gemeente Rotterdam
Nederland
28%
Westerse migrant: 1e generatie
Niet-westerse migrant: 1e generatie
Westerse migrant: 2e generatie
Niet-westerse migrant: 2e generatie
Laag
Middelbaar Delfshaven
Bron: CBS (EBB), bewerking ROA
Bron: CBS (EBB), bewerking ROA
Pagina 4
Gemeente Rotterdam
Hoog Nederland
LAAGGELETTERDHEID EN DE ARBEIDSMARKT In de industrie- en energiesector, de bouw, zorg & welzijn en handel & horeca zijn in Nederland relatief veel laaggeletterden werkzaam (zie figuur 5). Het percentage laaggeletterden ligt in deze sectoren boven het landelijk gemiddelde van alle sectoren (9%).
Het percentage laaggeletterden verschilt per arbeidsmarktpositie. Gemeenten (en gebieden) met een relatief groot aandeel werkenden en/of studenten hebben in het algemeen een (iets) lager percentage laaggeletterden dan gemeenten met veel werklozen en inactieven. In gebied Delfshaven is het aandeel mensen dat werkt aanzienlijk lager dan in Rotterdam en Nederland. Er zijn in dit gebied vooral minder werkenden in loondienst; het aandeel zelfstandigen ligt op het niveau van Nederland (zie figuur 4). Daarentegen is het aandeel studenten in gebied Delfshaven wel groter dan in zowel Rotterdam als Nederland. Het aandeel werklozen in de bevolking van 16 tot 65 jaar ligt in gebied Delfshaven op 7%; dit is gelijk met dat van Rotterdam, maar wel ruimer hoger dan dat van Nederland (4% is werkloos).
Figuur 5. Percentage laaggeletterden per sector in Nederland (PIAAC, 2012)
13,9%
12,7% 9,7%
Figuur 4. Bevolking van 16 tot 65 jaar naar arbeidsmarktposities, gemiddelde 2010-2012
9,5%
8,6%
8,2% 6,5%
100%
5,0% 26%
21%
24%
14% 20% 25% 0%
31%
31%
Openbaar bestuur
In gebied Delfshaven is het aandeel mensen dat werkzaam is in de bouw en de industrie- en energiesector aanzienlijk, net als in de gemeente Rotterdam en Nederland. Daarnaast zijn er in Delfshaven relatief weinig mensen werkzaam in de sectoren handel & horeca, zorg & welzijn, transport en overige dienstverlening en relatief veel in de sectoren openbaar bestuur en financiële & zakelijke dienstverlening (zie figuur 6). Onder de werkenden zijn dus in gebied Delfshaven waarschijnlijk relatief weinig laaggeletterden te vinden.
22%
16%
F&Z Dienstverlening
40%
Overige dienstverlening
9%
Transport
10%
7%
Handel & Horeca
19%
13%
16%
Zorg & Welzijn
60%
4%
7%
Bouw
7%
Industrie & Energie
80%
Figuur 6. Sectorale verdeling arbeidsplaatsen in 2014 Delfshaven
Fulltime werk
Parttime werk
Gemeente Rotterdam Zelfstandige
Student
Nederland Werkloos
Overig inactief
Delfshaven
16%
Gemeente Rotterdam
15%
Nederland
Bron: CBS (EBB), bewerking ROA (notabene, de indeling in categorieёn kan afwijken van de officiёle definitie van het CBS)
18%
47%
37%
54% 53%
31% 29%
Bouw, industrie en energie Handel & horeca, zorg & welzijn, transport en ov. dienstverlening Openbaar bestuur en financiele & zakelijke dienstverlening
Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland, OBI, LISA 2014, bewerking Etil
Pagina 5
NIET-WERKENDE WERKZOEKENDEN ZONDER STARTKWALIFICATIE EN UITKERINGSGERECHTIGDEN Uitkeringsgerechtigden vormen een belangrijke doelgroep voor gemeenten omdat onder deze groep laaggeletterdheid relatief veel voorkomt. We vinden relatief veel laaggeletterden onder werklozen en inactieven. Een belangrijke doelgroep voor het aanpakken van laaggeletterdheid zijn de niet-werkende werkzoekenden zonder startkwalificatie (laagopgeleiden). De niet-werkende werkzoekenden bestaan uit WW’ers, WWB’ers en werkzoekenden zonder uitkering, voor zover ingeschreven als werkzoekende bij UWV.
NIET-WERKENDE WERKZOEKENDEN
Figuur 8 toont het aantal uitkeringsgerechtigden per 1.000 inwoners van 16 tot 65 jaar, uitgesplitst naar type uitkering. Het aantal personen met een WW-uitkering ligt in gebied Delfshaven gelijk met dat van de gemeente Rotterdam en Nederland (43 tegenover 41 en 39). Het aantal personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering is in gebied Delfshaven ook relatief laag (59 tegenover 62 en 71). Wel heeft Delfshaven relatief veel werkzoekenden met een bijstandsuitkering: 127 per 1.000 inwoners. Dit is hoger dan in de gemeente Rotterdam en veel hoger dan landelijk.
waarvan zonder startkwalificatie
14.130
62% (NL: 42%)
In gebied Delfshaven staan er in december 2015 14.130 niet-werkende werkzoekenden bij het UWV geregistreerd. Hiervan hebben 8.690 niet-werkende werkzoekenden geen startkwalificatie, ofwel 62 procent van het totaal. In Nederland is dat 42 procent.
Figuur 8. Aantal WW-, arbeidsongeschiktheids- (AO) en bijstandsuitkeringen, maart 2015 (per 1.000 inwoners van 16 tot 65 jaar) 127
In figuur 7 wordt het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW-ers) zonder en met een startkwalificatie uitgedrukt per 1.000 inwoners van 16 tot 65 jaar. De cijfers zijn indicatief omdat het aantal niet-werkende werkzoekende in sterke mate wordt bepaald door registratieprocessen van UWV en gemeenten (personen kunnen meerdere keren zijn geteld). In Delfshaven zijn er vergeleken met de gemeente Rotterdam en Nederland relatief veel NWW-ers zonder én met een startkwalificatie. Vooral het grote aantal NWW-ers zonder startkwalificatie valt op; per 1.000 inwoners van 16 tot 65 jaar zijn er 159 NWW-ers zonder een startkwalificatie.
43
Delfshaven
41
Gemeente Rotterdam
Bijstandsuitkering Nederland
Figuur 9. Percentage inwoners dat moeite heeft met spreken, lezen en/of schrijven en geschat percentage laaggeletterden
Met startkwalificatie Gemeente Rotterdam
99
Figuur 9 laat zien welk deel van de inwoners in gebied Delfshaven en de gemeente Rotterdam moeite met taal ervaart. Hieruit blijkt dat 22% van de inwoners in gebied Delfshaven moeite heeft met spreken en zelfs 29% met lezen en/of schrijven. Dit is ruim hoger dan in heel de gemeente Rotterdam (respectievelijk 13% en 19%). Het percentage inwoners dat moeite heeft met lezen en/of schrijven komt vrijwel overeen met het geschatte percentage laaggeletterden in gebied Delfshaven.
53
Zonder startkwalificatie
71
Bron: CBS, bewerking Etil
88
38
62
AO-uitkering
Delfshaven
159 100
39
WW-uitkering
Figuur 7. Aantal niet-werkende werkzoekenden zonder en met een startkwalificatie, december 2015 (per 1.000 inwoners van 16 tot 65 jaar)
114
41
59
Nederland
19%
13%
Bron: UWV (zonder startkwalificatie: basisonderwijs, VMBO en MBO-1) Met de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) is er sinds juli 2015 een nieuwe WW-systematiek op basis van inkomstenverrekening. Deze systematiek heeft een structureel verhogend effect op het aantal lopende WW-uitkeringen. Omdat WWers zich ook moeten registreren als werkzoekende, leidt dit ook tot meer NWW-ers. In de tweede helft van 2015 is vooral het aantal NWW-ers met een startkwalificatie sterk toegenomen.
Moeite met spreken
Moeite met lezen/schrijven Delfshaven
Bron: OBI, ROA Pagina 6
30%
29%
22%
Gemeente Rotterdam
21%
% laaggeletterden
CONCLUSIES In Delfshaven is 30% van de inwoners laaggeletterd. Dat is hoger dan het Rotterdamse en landelijk gemiddelde. In Delfshaven wonen meer laag opgeleide en eerste generatie niet-westerse Rotterdammers, onder deze groepen komt laaggeletterd vaker voor. Laaggeletterden vormen geen uniforme groep. Niet alle laaggeletterden ervaren dan ook in dezelfde mate problemen op het gebied van taal: uit cijfers van de gemeente blijkt dat 10% van de inwoners van Delfshaven zelf aangeeft ondersteuning nodig met taal nodig te hebben, bijvoorbeeld bij de huisarts, op school of bij het gemeenteloket (Gemeente Rotterdam, 2015). Ook heeft een aanzienlijk deel van de laaggeletteren betaald werk. Wel vormen laaggeletterden een kwetsbare groep, bijvoorbeeld in het geval van verlies van werk of veranderingen in de thuissituatie: taal is een belangrijke voorwaarde voor zelfredzaamheid. Het Rotterdamse taalbeleid richt zich daarom op de samenhang tussen laaggeletterdheid en diverse sociale problemen. Taal wordt ingezet als middel om gezonder te kunnen leven, werk te kunnen vinden en te behouden en een bijdrage te leveren aan de Rotterdamse samenleving. Laaggeletterden weten niet altijd de weg naar een taaltraject te vinden. Vaak is het de omgeving die problemen met taalvaardigheid opmerkt. In de aanpak van laaggeletterdheid
Pagina 7
BRONNEN en METHODE Gebruikte bronnen De landelijke cijfers over laaggeletterdheid zijn afkomstig uit het PIAAC-onderzoek (Programme for the International Assesment of Adult Competencies) van de OESO. De schattingen van het percentage laaggeletterden op landelijk niveau zijn ontleend aan het onderzoek dat het ROA in opdracht van Stichting Lezen & Schrijven heeft uitgevoerd. Daarnaast is gebruik gemaakt van cijfers van het UWV, het CBS, LISA, de website Rotterdam in cijfers en het dienstencentrum Onderzoek en Business Intelligence (OBI) van de gemeente Rotterdam.
Methode voor het bepalen van de regionale laaggeletterdheid De techniek van Kleinedomeinschatters wordt door het CBS en andere statistische bureaus gebruikt om voor eenheden met weinig data (bijvoorbeeld in een wijk) tot meer robuuste schattingen te komen. Zo wordt bijvoorbeeld de werkloosheid per gemeente geschat op basis van deze techniek. Binnen het huidige onderzoek naar laaggeletterdheid binnen de Rotterdamse gebieden, maakt deze methodiek gebruik van het feit dat laaggeletterdheid sterk samenhangt met kenmerken als opleidingsniveau, leeftijd en arbeidsmarktstatus. Via een model waarin maar liefst 18 “voorspellers” gewogen meegenomen worden, wordt allereerst een ‘synthetische’ schatting van het percentage laaggeletterdheid per gebied gemaakt. Naast deze ‘synthetische schatting’ wordt tevens gebruik gemaakt van daadwerkelijk gemeten gegevens van het geletterdheidsniveau van volwassenen in de Rotterdamse gebieden, namelijk uit het internationale PIAAC-onderzoek. Er is per gebied te weinig data beschikbaar om alléén van deze daadwerkelijke gegevens uit te gaan, maar ze zijn wél meegenomen als 19e voorspeller. Om tot de uiteindelijke berekening te komen is dus zowel de synthetische schatting als de daadwerkelijke data meegerekend om zo tot de best mogelijk betrouwbare schatting per gebied te komen.
Gebiedsindeling Om het percentage laaggeletterden per gebied van Rotterdam op betrouwbare wijze te kunnen berekenen is een inwonertal van 40.000 per gebied vereist. Hiertoe zijn een aantal gebieden samengevoegd. Ten eerste zijn de buurten Kop van Zuid en Kop van Zuid-Entrepot van wijk Feijenoord overgeheveld naar wijk Rotterdam Centrum. In tegenstelling tot de overige buurten van Feijenoord kan aan deze wijken een centrumfunctie worden toegeschreven. Ten tweede zijn de wijken Hoogvliet en IJsselmonde samengevoegd tot één gebied. Dit zijn wijken die in dezelfde naoorlogse periode zijn gebouwd. De wijken hebben veel gestapelde laagbouw. Tot slot zijn de wijken Overschie, Hoek van Holland, Pernis, en Rozenburg samengevoegd tot een gebied. Deze wijken zijn oude dorpen en hebben alle een geïsoleerde ligging aan de rand van de stad. De gedetailleerd gebiedsindeling is hieronder weergegeven. Deelgebieden gemeente Rotterdam Charlois Delfshaven Feijenoord Hillegersberg-Schiebroek IJsselmonde en Hoogvliet Kralingen-Crooswijk Noord Overschie, Pernis, Hoek van Holland en Rozenburg Prins Alexander Stadscentrum & Kop van Zuid
CBS-wijken Charlois (incl. Eemhaven/Waalhaven/Waalhaven Zuid) Delfshaven (inclusief Nieuw Mathenesse) Feijenoord (excl. Kop van Zuid/Kop van Zuid-Entrepot) Hillegersberg-Schiebroek IJsselmonde/Hoogvliet Kralingen-Crooswijk Noord Overschie/Pernis/Hoek van Holland/Rozenburg (incl. overige buurten Haven- en industriegebieden) Prins Alexander Rotterdam Centrum (incl. Kop van Zuid/Kop van Zuid-Entrepot)
Pagina 8