Michiel Haegeman
L’Union fait la force Een essay over de toekomst van Europa
Michiel Haegeman 28-3-2013
Inhoud 1. Europa op dit moment ................................................................... 3 2. Waarom is Europa zo belangrijk?................................................... 4 3. Uitweg uit de crisis? ....................................................................... 4 4. Europa en de wereld – maatregelen op lange termijn ................... 7 5. Haalbaarheid.................................................................................. 8 6. Besluit ............................................................................................ 9
2
In deze essay tracht ik een kort beeld te schetsen van de toekomst van Europa. Vertrekkende vanaf de huidige problematiek focus ik mij vooral op maatregelen die de Europese Unie terug op het juiste spoor kunnen brengen. Hierbij speelt de economische crisis natuurlijk een aanzienlijke rol, daar de maatregelen tegen deze crisis mee de toekomst van Europa zullen bepalen. Naast een unie op monetair vlak, sta ik ook kort even stil bij maatregelen op het politieke en economisch vlak, die middenin een geglobaliseerde en multipolaire wereld dienen genomen te worden. Verder bespreek ik ook enkele regelingen die men kan treffen naar de buitenlandse politiek toe, opdat Europa toonaangevend zou blijven op het vlak van de wereldeconomie. In mijn essay draait het dan vooral ook om maatregelen, want met de huidige problematiek en de toekomstige uitdagingen in het achterhoofd, moet men niet blijven stilstaan en zijn juist het nemen van allerlei maatregelen noodzakelijk. Het oplossen van de huidige en het anticiperen op de toekomstige problemen is dus de boodschap.
1. Europa op dit moment Op dit moment loopt binnen Europa niet alles van een leien dakje en bevindt het zich in een crisis. De ergste jaren ervan zijn hopelijk reeds voorbij, maar dit wil nog niet zeggen dat we daarom alles zijn gangetje mogen laten gaan. De economische toestand is allesbehalve rooskleurig in de Europese Unie. De economische crisis eist in alle lidstaten zijn tol en zorgt voor de sluiting van vele bedrijven, waardoor het werkloosheidscijfer – dat er allerminst een is om trots op te zijn – blijft stijgen. In Spanje loopt de jeugdwerkloosheid zelfs al op tot 50 percent. Om nog maar te zwijgen over de rampzalige situatie van Griekenland met de mogelijke gevolgen bij een dreigend faillissement, dat nog steeds als een zwaard van Damocles boven de Euro hangt. Om die reden, en om de welvaart van de Europese burgers veilig te stelen, proberen de Europese regeringsleiders de schade te beperken en een rampscenario te verhinderen. Maar naast een crisis op economisch vlak is er tevens een algemene crisis binnen de Europese instellingen zelf. Er is niet echt een eenheid en op bepaalde vlakken is het vinden van een consensus haast onmogelijk. Sommige landen weigeren in te stemmen met maatregelen die goed zijn voor het algemeen welzijn van de Unie omdat deze niet passen binnenin hun politiek. Dit heeft als resultaat dat sommige maatregelen tamelijk halfslachtig zijn waardoor een echt resultaat uitblijft. Een laatste punt, dat ook zijn oorzaak vindt in de economische crisis, is het feit dat de Europese burgers beginnen te twijfelen aan Europa, dat op die manier ruggensteun in deze moeilijke tijden verliest. De Europese Unie legt maatregelen op die volgens hen de lidstaten enkel schaden en de lokale economieën en ontwikkelingen ondermijnen. De opkomst van populistische stemmen en anti-Europese formaties in de politiek is hier dan ook een gevolg van.
3
2. Waarom is Europa zo belangrijk? Al deze problemen bedreigen de stabiliteit van Europa. En zo een onstabiele basis is nefast voor het welzijn van de gehele Europese bevolking. Een verenigd Europa is heel belangrijk om het welvaartsniveau van de Unie op pijl te houden. We leven in een geglobaliseerde wereld die tot op de dag van vandaag nog steeds aan het veranderen is. Daardoor hebben we naast de opkomst van de BRIC-landen, ook de ontwikkeling van regio’s als Zuid-Oost Azië en Latijns-Amerika. Sommigen beweren zelfs dat Afrika binnenkort ook een groter aandeel in de wereldhandel zal hebben. Al deze landen zijn zich sterk aan het ontwikkelen en worden steeds belangrijker in de wereldeconomie. Daarom is het noodzakelijk dat Europa zich verenigt om nog een rol van betekenis te kunnen spelen binnenin al deze veranderingen. Als losse staten kunnen landen zoals Duitsland of Frankrijk – die beiden in de G8 zetelen – misschien nog een rol van betekenis spelen in de nabije toekomst, maar op langere termijn is het niet zeker dat zij hun marktaandeel nog zullen kunnen behouden. Op die manier zullen de Europese lidstaten niet enkel moeten concurreren met de nieuwe, opkomende machten, maar ook met hun eigen buurlanden, wat in een geglobaliseerde wereld een algemene daling van het Europese welvaartsniveau kan teweegbrengen. Daarnaast zijn er ook nog andere problemen, zoals de vergrijzing. Wanneer landen voor zulke problemen niet samenwerken kan dit leiden tot het instorten van de sociale zekerheid en de lokale economieën. Naast het op peil houden van dit welvaartsniveau is het ook belangrijk dat de vrede op het Europese vasteland, iets wat de dag van vandaag als vanzelfsprekend wordt beschouwd, bewaard blijft. Na de Tweede Wereldoorlog werden dan ook initiatieven genomen om deze vrede te handhaven. Het is dan ook niet toevallig dat in 1951 de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal opgericht werd, wat een aanzet was tot het vormen van de Europese Unie. Deze economische unie zorgde voor gelijklopende belangen, maar het is ook niet toevallig dat kolen en staal veelvuldig terug te vinden waren in bijvoorbeeld Lotheringen, een gebied dat zowel Frankrijk als Duitsland in de Tweede Wereldoorlog wilden binnenrijven. Kolen en staal vormden toentertijd de basis van de oorlogsindustrie. Het multilaterale forum dat de Europese Unie op dit moment vormt, zorgt er dan ook voor dat problemen tussen lidstaten onderling op een gestructureerde manier uitgepraat kunnen worden.
3. Uitweg uit de crisis? Het is niet meer dan duidelijk dat de huidige problemen waar de Europese Unie nu mee zit, zo snel mogelijk dienen opgelost te worden. De Europese regeringsleiders moeten echter beseffen dat naast een monetaire unie, een hechte politieke en economische unie een noodzaak is. Daarom moet men naar de toekomst toe bepaalde doelstellingen voor ogen houden met het nodige realisme in het achterhoofd. En juist dat realisme is zeer belangrijk. 4
In de huidige situatie en met de opkomst van nieuwe wereldmachten mogen we niet hoog van de toren blazen. Maar dit realisme mag natuurlijk niet leiden tot cynisme, want op die manier zetten we eerder stappen achteruit dan voorruit. Deze crisis is er in hoofdzaak gekomen onder invloed van buitenlandse factoren, zoals het faillissement van de Lehman Brothers, maar dat wil niet zeggen dat een goede interne politiek op korte termijn (in dit geval tot de volgende Europese verkiezingen) ons geen uitweg kan bieden. Laat ik het anders stellen: een goede interne politiek op korte termijn is de enige manier om uit de crisis te geraken. Een eerste belangrijke factor in het geheel is vertrouwen. Wanneer partijen met verschillende standpunten moeten samenwerken is het een bindmiddel dat kan zorgen voor mooie resultaten. Vandaag de dag wordt er soms bijvoorbeeld met argwaan naar GrootBrittannië gekeken, omdat de Britten steeds meer en meer – bijvoorbeeld door het referendum in 2017 over hun rol in de EU– aanstalten maken om uit de Europese Unie te stappen. Door dat gebrek aan vertrouwen worden halve maatregelen genomen omdat men bijvoorbeeld in Groot-Brittannië juist de Europese Unie nog niet volledig vertrouwt, en aan de andere kant zullen pro-Europese landen hen argwanend bekijken, wat ook een negatieve invloed heeft op de maatregelen die genomen worden. Om die redenen moet er dus een soort van vertrouwen tussen de landen bestaan. Een gebrek aan dit vertrouwen kan belangrijke maatregelen in de weg staan. Vervolgens moet er geprobeerd worden om zoveel mogelijk meningsverschillen van de baan te krijgen. Dit lijkt een overbodige ‘maatregel’ omdat die zo vanzelfsprekend is, maar niets is wat het lijkt. Binnenin Europa zelf zijn er heel wat meningsverschillen. Mits de nodige inspanningen kan er tot een compromis gekomen worden. Maar op andere fora – zoals de G20, waar Europa vertegenwoordigd is, maar ook Duitsland, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk – is dit veel moeilijker. Daar spreekt bijvoorbeeld Frankrijk de Europese Unie tegen, terwijl zij zelf vertegenwoordigd worden door de Europese Unie. Op die manier worden deze vergaderingen soms herleid tot een circusvoorstelling. Daarnaast vermindert dit de geloofwaardigheid van de Europese Unie, wat rampzalig is voor zowel de interne stabiliteit als de marktpositie binnenin de wereldeconomie. Naast een stabiel politiek systeem is een echte economische unie een noodzaak. Het vrije verkeer van personen, door middel van de Verdragen van Shengen, is een eerste stap. Maar men moet ook proberen maatregelen te treffen om de verschillen in lonen en arbeidsomstandigheden tussen de verschillende lidstaten weg te werken. Door degelijke studies over de tekorten op de regionale arbeidsmarkten, kan men bijvoorbeeld vanuit Europa bepaalde stromen van potentiële werkkrachten sturen, opdat de burgers uit het land van herkomst werk zouden hebben, en de gaten op de lokale arbeidsmarkten opgevuld zouden worden. Op dit moment zijn er wel stromen van werkkrachten, maar deze zorgen ervoor dat vooral de werkplek van de burgers wordt ingenomen – bijvoorbeeld in de transportsector – in de plaats dat de gaten opgevuld worden. Daarbij moet men ook 5
proberen bepaalde comparatieve voordelen tussen de lidstaten onderling weg te werken of deze op zo een manier te organiseren dat multinationals steeds minder greep krijgen op de lokale markten. Op dit moment kunnen zij deze nog al te vaak tegen elkaar uitspelen waardoor bepaalde rampscenario’s – zoals in Ford Genk – werkelijkheid worden. Een volgend punt – en dat is vooral gelinkt aan de monetaire unie, maar ook zeer sterk aan de economische – zijn de maatregelen betreffende de lokale begrotingen. Op dit moment worden er strenge maatregelen opgelegd aan de lidstaten om in deze periode de begroting op orde te krijgen, wat resulteert in een geloofwaardige positie en een betere economische situatie binnenin de economische crisis. Maar het wordt gevaarlijk wanneer men zo zware regels gaat opleggen aan landen met ernstige problemen dat men enkel moet besparen en belastingen heffen. Op die manier belemmert men de economische groei van die landen waardoor zij nog meer zullen moeten besparen en in een vicieuze cirkel terechtkomen. De beslissingen voor Cyprus (16/03/2013), die ondertussen werden aangepast, zijn hier een voorbeeld van. Doordat men zware belastingen gaat heffen op spaargeld maakt men de besparingen die de regeringen moet uitvoeren wel wat lichter, maar op die manier vermindert men de koopkracht van de lokale bevolking – die in tijden van een economische crisis sowieso lager ligt, – wat zeer slecht is voor de ontwikkeling van de economie. Dit wordt nu volop onderzocht, zowel door Europese ambtenaren als door universiteiten, maar op sommige vlakken spreken deze elkaar tegen. Daarom zouden deze aan tafel moeten gaan zitten om de situatie grondiger te bestuderen. Op die manier kan men dan een meer effectieve oplossing vinden voor de landen in nood en hen uit de vicieuze cirkel helpen. Op korte termijn is dit natuurlijk relatief lastig, maar zoals de vele protesten en rampzalige economische situaties in bepaalde lidstaten aantonen, kan het zeker geen kwaad om zo snel mogelijk een andere oplossing te vinden. Men moet dit niet enkel doen om het welvaartsniveau van de lokale lidstaten op peil te houden, maar ook om het voortbestaan van de Europese Unie te garanderen. Hierbij gaat het dan niet over de economische situatie, of over vertrouwen, maar wel over het volk. De Europese Unie werkt eerder supranationaal, waardoor de Europese burgers hier verder vanaf staan, maar het zijn de burgers die nog altijd beslissen hoe de Europese instellingen – bijvoorbeeld door het kiezen van Europese parlementsleden of lokale regeringsleiders die zetelen in de Europese raad – geleid worden. En juist daar dreigt er gevaar. Doordat de Europese Unie reeds een concreet gegeven, en geen idealisme meer is, wordt het steeds meer en meer vatbaar voor negatieve commentaar. Door de jaren heen vergeten mensen echter de positieve kanten van deze unie – bijvoorbeeld de jarenlange vrede – en gaat men zich meer focussen op de huidige problemen. Wanneer men zich meer gaat bezighouden met het eigenbelang, en zo beetje bij beetje de overtuiging van een bepaald idee verliest, zal ieder project – bijvoorbeeld de Europese Unie – in gevaar komen. De opkomst van populistische en extreemrechtse partijen – zoals de Gouden Dageraad in Griekenland – versterkt dit effect. Daarom moet men – en zeker in jaren van economische crisis – de mensen meer bewust maken van de positieve invloed van de Europese Unie. De mensen 6
hebben er op dit moment geen nood aan om via allerlei folders te weten te komen hoe de EU in elkaar zit, maar juist wel wat ze doet. Men moet geen maatregelen gaan treffen opdat de Europese Unie plots veel populairder wordt, want dat heeft ze niet nodig, maar men moet wel zorgen dat de burgers een goed zicht krijgen op de voordelen van zo een internationale samenwerking. Enkel op die manier zal men beseffen dat de voordelen van de Europese Unie veel zwaarder doorwegen dan de eventuele ‘nadelen’, zoals opgelegde besparingen.
4. Europa en de wereld – maatregelen op lange termijn Naast de maatregelen op korte termijn, moet men ook rekening houden met die op lange termijn. En het zijn juist de maatregelen op lange termijn die zullen bepalen wat de rol van Europa zal zijn binnenin de nieuwe wereld. Een eerste punt is het reguleren van de lokale financiële markten. Het is sterk aan te raden om dit te doen op korte termijn, waar men nu al mee bezig is, maar met de korte termijn bereiken we hiermee weinig. Enkel de lange termijn – en hierbij spreek ik echt over een lange periode – biedt zekerheid. Dit was mooi te zien tijdens de crisis in de jaren ’30. Men is toen ook begonnen met het reguleren van banken (bijvoorbeeld door het scheiden van spaar- en investeringsbanken) opdat zulke catastrofale situaties nooit meer zouden voorvallen. Maar rond de jaren zeventig (veertig jaar later!) heeft men hier niet zoveel aandacht meer aan besteed waardoor men vanaf 2008 maatregelen moest treffen om het spaargeld van de burgers te beschermen. Dit heeft natuurlijk een belangrijke invloed op Europa zelf, maar tevens op de wereld. Wanneer wij de financiële markten meer reguleren, kunnen wij een stabielere financiële situatie hebben in jaren van crisis waardoor wij meer vertrouwen zullen krijgen van buitenlandse partijen, zoals ratingbureaus. Hierdoor zullen onze eigen economische markten minder beïnvloedbaar zijn door de buitenlandse markten. Daarnaast moeten wij meer geglobaliseerd durven denken en daaraan onze marktpositie aanpassen. Wij zijn een centrum waar technologische ontwikkeling heel belangrijk is en dit moeten wij naar de toekomst toe zeker benutten. Maar we moeten ook in het achterhoofd houden dat wij niet mogen evolueren naar een regio waar vooral de dienstensector primeert. Op die manier worden wij weer een zwakke schakel die te veel afhankelijk is van de buitenlandse markten. Binnenin dit geglobaliseerd denken moet de Europese Unie beetje bij beetje goede contacten beginnen te leggen met de nieuwglobalisten. Het zijn zij die de toekomst zullen bepalen, en dus zullen de relaties met deze landen van groot belang zijn naar de toekomst toe. De lokale bedrijven – zoals Brussels Airlines, dat onlangs een belangrijk contract met Thai Airways heeft gesloten – zijn hier veelvuldig mee bezig, maar de Europese Unie zelf hinkt nog wat achterop. Op die manier zal de Europese Unie – zelfs al vormt ze een baken van eenheid en vertrouwen – toch maar een kleine pion blijven in de toekomst op mondiaal vlak. Daarom moet men niet enkel maatregelen treffen om op goede
7
voet te blijven staan met de Verenigde Staten, maar ook met de BRIC-landen en andere groeiende regio’s. Een laatste maatregel die kort wordt besproken, is het vergroten van het Europese budget. De Europese Commissie heeft in 2011 haar plannen voorgesteld voor het cohesiebeleid van 2014-2020. Hiervoor stelt men een begroting van 336 miljard euro voor. Ter vergelijking: de middelenbegroting van België (2012) met opbrengst uit leningen en terugbetaling van effecten, bedraagt net geen 100 miljard euro. In vergelijking met de Belgische begroting is dit nog steeds een peulenschil, hoewel dit bedrag al heel wat meer is dan bijvoorbeeld de Europese begroting van 2011 (142 miljard euro). Op korte termijn is het nog meer verhogen van het Europese budget niet aan de orde, maar op langere termijn moet hier zeker over nagedacht worden. Er breken sowieso nog harde tijden aan, en wil de Europese Unie zijn huidige positie op mondiaal vlak behouden of verstevigen, dan is het verhogen van dat budget – naast al de voorafgaande besproken zaken – een must.
5. Haalbaarheid Het is gemakkelijk om te spreken over maatregelen die moeten genomen worden, maar de hamvraag blijft of deze allemaal zo realistisch zijn. Vandaag de dag kan je zeker stellen dat je nooit nooit mag zeggen. Zowel Robert Schuman als Jean Monnet zullen tijdens de Tweede Wereldoorlog nooit durven dromen hebben van een verenigd Europa en een langdurige vrede op het oude continent. En kijk waar we nu staan. Wanneer deze mannen in 1951 zouden gezegd hebben dat zoiets onhaalbaar was, zouden we misschien nu voor veel grotere problemen staan en reeds een meer bewogen geschiedenis achter de rug hebben gehad. Een eerste stap naar de haalbaarheid toe, is er in geloven. Wanneer men op voorhand cynisch tegenover al deze maatregelen staat, moet men er al niet meer aan beginnen. Sommige bronnen spreken ook over een Europa met meerdere snelheden. Het is onredelijk dat enkele landen de verdere uitbouw van een echt verenigd Europa verhinderen. Daarom zou men kunnen overwegen om binnenin de Europese Unie een kleinere groep van proEuropese landen te verenigen. Deze kunnen door hun gelijke opvattingen meer effectieve maatregelen uitvoeren. Het is dan wel belangrijk dat zij zich niet gaan afzonderen van de andere landen buiten deze kern, maar wel openstaan voor andere opvattingen zodat het multilaterale forum dat de Europese Unie vandaag de dag is, behouden blijft. Dit is natuurlijk niet de perfecte oplossing, maar door te werken met meerdere snelheden kan de Europese Unie zich op specifieke gebieden zich steeds meer ontwikkelen naar een verenigd Europa toe. Op die manier zijn de vooraf besproken maatregelen niet direct van toepassing op alle lidstaten, maar naar verloop van tijd kan het zijn dat ook de dwarsliggende landen zich zullen aansluiten bij de pro-Europese formaties, waardoor een verenigd Europa echt haalbaar wordt. 8
6. Besluit Het samenwerken tussen verschillende partijen, (laat staan 27, met Kroatië erbij 28) gaat gepaard met moeilijkheden. Maar met de huidige situatie en die van de toekomst in het achterhoofd is het zeer belangrijk dat die moeilijkheden overwonnen worden. Vandaag de dag is Europa relevanter dan ooit op allerlei vlakken, gaande van het monetaire vlak tot het bestrijden van de criminaliteit (door middel van de Shengenzone) en het gebruik maken van de schaalgrootte voor wetenschappelijk en innovatief onderzoek. Juist omwille van die relevantie en het stevig in de schoenen staan op economisch vlak is een degelijke samenwerking onontbeerlijk. Enkel op die manier kan onze welvaart in de toekomst verzekerd worden en kunnen wij nog een rol van betekenis spelen op mondiaal vlak. In een multipolaire wereld zullen losse staten steeds meer wegkwijnen tussen de opkomende machten, maar is een stevig samenwerkingsverband de mogelijkheid om naar de toekomst toe een centrum te worden waar men binnenin de internationale handelsbetrekkingen niet naast kan kijken. Eendracht maakt macht, et c’est l’Union qui fait la force.
9