Kwaliteitskader Oncologische revalidatie
september 2012
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie
Integraal Kankercentrum Nederland Auteurs Drs. B.C.M. Gijsen, adviseur productontwikkeling – programmaleider Herstel na kanker, IKNL Drs. A.J.H. Hellendoorn-van Vreeswijk, adviseur productontwikkeling, IKNL september 20122 Versie 1
3
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
Inhoudsopgave
5
1
Voorwoord
6
2
Leiderschap
8
3
Strategie en beleid
9
4
Management van medewerkers
10
5
Management van middelen
11
6
Management van zorgprocessen
12
7
Waardering door patiënten en ketenpartners
14
8
Waardering door medewerkers
15
9
Waardering door de maatschappij
16
10
Eindresultaat en transparantie
17
Bijlagen
18
B1 B2 B3
19 20 24
Beslisboom oncologische revalidatie Revalidatie volgens IKNL-richtlijn Oncologische revalidatie Samenstelling expertgroep
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
1 Voorwoord
Het kader voor ontwikkeling en kwaliteit is opgesteld door experts en professionals in de oncologische revalidatie, met procesbegeleiding van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). De samenstelling van deze expertgroep vindt u in de bijlage. Het kwaliteitskader is voor commentaar voorgelegd aan uitvoerders en managers van oncologische revalidatie in het netwerk van de stichting Herstel & Balans (licentiehouders). Het kwaliteitskader: de toepassing • Het kwaliteitskader is bedoeld ter ondersteuning van de inrichting van de oncologische revalidatiezorg in Nederland. Het kader dient door instellingen gebruikt te worden als checklist of blauwdruk voor het maken en/of evalueren van het beleid voor de oncologische revalidatie. • De Stichting Herstel & Balans benut het kwaliteitskader voor de kennis en kwaliteit in het netwerk oncologische revalidatie. Het kwaliteitskader: de inhoud • Het kader beschrijft aan welke voorwaarden en criteria een instelling moet voldoen om op kwalitatief goede wijze oncologische revalidatie te kunnen bieden. Het kader is opgebouwd volgens het model van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK-model). • De richtlijn Oncologische revalidatie (IKNL, 2011) geeft aanbevelingen voor de invulling aan en zo nodig aanpassingen van de oncologische revalidatiezorg: modulaire opbouw van oncologische revalidatie in alle ziektefasen van de patiënten. Het kwaliteitskader: de uitgangspunten • Het kader is een kader op grote lijn voor de opzet en kwaliteit van de organisatie en inhoud van de oncologische revalidatie in de keten. • De richtlijn Oncologische revalidatie is richtinggevend voor de inhoud van de oncologische revalidatiezorg. • Het kader oncologische revalidatie betreft een revalidatieaanbod waarin differentiatie en maatwerk mogelijk zijn. Dit betekent dat de revalidatiezorg in de verschillende ziektefasen ingezet wordt: tijdens kankerbehandeling, na curatieve kankerbehandeling, in de palliatieve fase. De revalidatiezorg is modulair opgebouwd en wordt naar indicatie en behandeldoel ingezet. • Het kader wordt geactualiseerd op basis van nieuwe inzichten en evidentie uit onderzoeken en richtlijnen.
6
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
Het kwaliteitskader: opbouw volgens het model van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK-model)
De negen velden in het model worden ieder in één hoofdstuk belicht. Ieder hoofdstuk bevat een toelichting en een beschrijving van randvoorwaarden en meetpunten.
7
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
2 Leiderschap
Leiderschap in de oncologische revalidatie is belangrijk omdat het mede het ambitieniveau van de oncologische zorgverleners bepaalt. Leiderschap binnen de oncologische revalidatie wordt verwacht van het management, de professionals en de ondersteunende medewerkers. Het is van belang de positie van oncologische revalidatie te verankeren en verantwoordelijkheden in de keten, zowel inhoudelijk als organisatorisch, vast te leggen. Middels strategie en beleid geeft het management aan wat men beoogt inzake oncologische revalidatie en op welke wijze men dit willen bereiken.
• • • • • • • •
8
Samenwerking in de keten Er bestaan samenwerkingsverbanden voor oncologische revalidatiezorg met ketenpartners uit de 1e, 2e en 3e lijn. Er zijn afspraken gemaakt inzake oncologische revalidatie gemaakt over: Signalering van klachten en verwijzing; Intake oncologische revalidatie; Aanbod van revalidatiemodules; Verantwoordelijkheden; Informatievoorziening aan patiënten; Overdracht van patiëntgegevens; Continuïteit van zorg; Financiering. De samenwerkingsafspraken met ketenpartners zijn schriftelijk vastgelegd.
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
3 Strategie en beleid
Strategie en beleid van de oncologische revalidatie wordt door het management in samenwerking met de ketenpartners vertaald in concrete jaar- en activiteitenplannen. Er moet ook voor oncologische revalidatie een kwaliteits- en veiligheidsbeleid zijn voor elke instelling in de keten, en volgens de algemeen geldende normen en bij voorkeur met certificering/accreditatie.
9
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
4 Management van medewerkers
De deskundigheid van de professionals in de oncologische revalidatie is essentieel voor de uitvoering van de zorgverlening. De ontwikkelingen gaan snel op het gebied van medisch inhoudelijke kennis, technologische infrastructuur, ICT-faciliteiten en het werken in multidisciplinaire teams. Dit vraagt om continue scholing en ontwikkeling van nieuwe competenties. Van het management wordt verwacht dat systematisch wordt gewerkt aan de bevordering van de competenties van de bij de oncologische revalidatie betrokken professionals.
• • • • • • • • •
• • • • •
Deskundigheid en beschikbaarheid van professionals Bij de uitvoering van oncologische revalidatie kunnen verschillende deskundigen betrokken zijn: Signalering en verwijzing: basisbehandelaar (medisch specialist / (gespecialiseerd) verpleegkundig(e) (specialist), huisarts en/of bedrijfsarts) Intake en evaluatie: (onder supervisie van) medisch specialist met expertise op het gebied van oncologische revalidatie Fysieke training: fysiotherapeuten in samenwerking met bewegingsagogen Informatiemodule: fysiotherapeuten, verpleegkundig specialisten, maatschappelijk werkers en psychologen Psycho-educatie: psychologen in samenwerking met maatschappelijk werkers, verpleegkundig specialisten Psychosociale begeleiding: psychologen in samenwerking met maatschappelijk werkers Voeding en dieet: diëtisten Coaching en energieverdeling: ergotherapeuten en/of maatschappelijk werkers Arbeidsre-integratie: gespecialiseerde paramedici en bedrijfs- en arbeidsdeskundigen De uitvoerend deskundigen De uitvoerend deskundigen: hebben scholing gevolgd waarin zij kennis hebben opgedaan van revalidatie voor kankerpatiënten, pathologie, oncologie, trainingsleer, cognitieve en gedragsmatige principes; en hebben bij voorkeur kennis van en ervaring met multidisciplinaire (groeps)behandelingen; en participeren in symposia en nascholing inzake oncologische revalidatie; en participeren in regionale en landelijke netwerken van oncologische zorg/revalidatie; en voldoen, indien beschikbaar, aan de door de beroepsvereniging opgestelde kwaliteitscriteria voor uitvoering van oncologische revalidatie. Het KNGF, met de NVFL, en de NVPO dragen zorg voor specifieke criteria voor hun professionals in de oncologische revalidatie. Tevens zorgen zij voor openbare deskundigenbestanden. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende disciplines zijn op elkaar afgestemd en vastgelegd. Om de expertise op de locatie op peil te houden, dienen per jaar voldoende patiënten in behandeling genomen te worden voor oncologische revalidatie.
10
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
5 Management van middelen
Van het management wordt verwacht dat de visie op oncologische revalidatie vertaald is naar de beschikbaarheid van voorzieningen. Voorzieningen • Voldoende faciliteiten op locatie dan wel in de keten voor de adequate uitvoering van de revalidatiezorg; • Voldoende faciliteiten om te participeren in netwerken en keten; Faciliteiten die voldoen aan de algemeen geldende normen voor kwaliteits- en veiligheidsbeleid.
11
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
6 Management van zorgprocessen
De uitkomsten van de oncologische revalidatie worden mede bepaald door de wijze waarop deze is vormgegeven en wordt bijgestuurd. Doordat oncologische revalidatie multidisciplinair is, in de keten wordt georganiseerd, er veel afdelingen, disciplines en instellingen betrokken zijn, is het van groot belang dit afdeling-, discipline- en instellingoverstijgend te organiseren.
• • • • • • •
Programma’s De groepsgrootte en het aantal begeleiders voor de groepsbehandeling is als volgt: Fysieke training: 4-12 patiënten, gemiddeld 1 begeleider per maximaal 6 patiënten Informatiemodule: maximaal 18 patiënten met 1 begeleider Psycho-educatie: 6-12 patiënten, gemiddeld 1 begeleider per maximaal 6 patiënten Psychosociale begeleiding: 6-12 patiënten, gemiddeld 1 begeleider per maximaal 6 patiënten Voeding en dieet: 6-12 patiënten, gemiddeld 1 begeleider per maximaal 6 patiënten Coaching en energieverdeling: 6-12 patiënten, gemiddeld 1 begeleider per maximaal 6 patiënten Arbeidsre-integratie: 6-12 patiënten, 1 begeleider per maximaal 6 patiënten De samenstelling van de groepen kan variëren. Er kan gekozen worden voor een open of gesloten samenstelling van de groepen. Er kan gekozen worden om groepen samen te stellen naar gelang de ziektefase of ongeacht de ziektefase van patiënten. Toegangstijden Toegangstijden tot oncologische revalidatie zijn conform de Treeknormen tenzij op basis van medische gronden een snellere instroom nodig is. In het zogenaamde Treekoverleg hebben zorgaanbieders en verzekeraars afspraken gemaakt over aanvaardbare wachttijden in de zorg. Per sector en soms per zorgproduct zijn de maximaal aanvaardbare wachttijden vastgesteld.
Ketenzorg, samenwerking Elke instelling beschikt over een netwerk. Binnen dit netwerk zijn er afspraken gemaakt over: • Signalering en verwijzing door specialisten, huisartsen of bedrijfsartsen van patiënten naar intake oncologische revalidatie en vervolgens naar interventies binnen oncologische revalidatie, • Interdisciplinaire consultatie voor de revalidatie van individuele deelnemers: in het geval van oncologische consultatie bij behandelende oncologen en in het geval van revalidatie consultatie door revalidatiearts of revalidatiecentrum/afdeling. Multidisciplinair overleg Er bestaat een multidisciplinair overleg onder verantwoordelijkheid van de medisch specialist met deskundigheid in de oncologische revalidatie. Verslaglegging Uitkomsten van intake, multidisciplinair overleg, consultvragen en evaluatie worden voor alle bij de oncologische revalidatie betrokken professionals gedocumenteerd in een behandelplan en geëvalueerd.
12
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
Overdracht Bij start en afronding van de oncologische revalidatie wordt de primair verwijzer (medisch specialist, huisarts en/of bedrijfsarts) geïnformeerd. Beheersen en borgen van zorgprocessen • Bespreken kerngegevens: patiëntenaantallen, wacht- en doorlooptijden, verwijsbeleid, etc • Evalueren en aanpassen processen o.b.v. patiëntenenquêtes en kwaliteitsmonitor.
13
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
7 Waardering door patiënten en ketenpartners
• • • •
14
Het IKNL kent geen normatieve waarde toe aan de hoogte van uitkomsten. Het gaat er om wat het management met de uitkomsten doet, ter verbetering van de oncologische revalidatiezorg. Het management maakt gebruik van uitkomsten van onderzoeken zoals: Spiegelgesprekken en focusinterviews met groepen oncologiepatiënten Klanttevredenheidsonderzoek onder oncologiepatiënten Klachtenafhandeling van oncologiepatiënten Onderzoek bij ketenpartners naar uitvoering, tevredenheid en wensen t.a.v. oncologische revalidatie.
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
8 Waardering door medewerkers
• • • •
15
In de multidisciplinaire oncologische revalidatie vormen alle medewerkers belangrijke schakels. Om optimale zorg te bereiken is het belangrijk dat deze medewerkers hun werkomgeving als positief ervaren. Het IKNL kent geen normatieve waarde toe aan de hoogte van uitkomsten. Het gaat er om wat het management met de uitkomsten doet ter verbetering van de oncologische revalidatie. Het management maakt gebruik van de uitkomsten van onder andere: jaargesprekken scholingen en kennisuitwisseling ziekteverzuim mobiliteit.
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
9 Waardering door de maatschappij
Het management en de professionals hebben afspraken gemaakt over de bijdrage die professionals leveren aan deskundigheidsbevordering zowel binnen als buiten de zorgketen. Het IKNL kent geen normatieve waarde toe aan de hoogte van uitkomsten. Het gaat er om wat het management en de professionals met de uitkomsten doen ter verbetering van de oncologische revalidatie. Voor de oncologische revalidatie wordt een bijdrage aan richtlijnontwikkeling en deskundigheidsbevordering zowel binnen als buiten de keten geleverd. Dit blijkt zoal uit: • de bijdrage die is geleverd aan het opleiden van nieuwe professionals • de bijdrage die is geleverd aan permanente bijscholing van professionals • de bijdrage die is geleverd aan voorlichting aan en educatie van patiënten en publiek.
16
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
10 Eindresultaat en transparantie
Het management, de professionals en de ondersteunende medewerkers passen beleid en werkwijze aan op basis van inzicht in de eindresultaten op het gebied van de signalering en verwijzing, de intake en de interventies. Deze eindresultaten zijn bekend bij de betrokkenen bij oncologische revalidatie. Voor de evaluatie van de kwaliteit van de oncologische revalidatie op locatie dient de instelling in ieder geval te registreren en bekend te maken bij de betrokkenen: • de resultaten bij elk van de onderdelen van het INK-model; en • de resultaten van de indicatoren zoals vastgesteld op basis van de richtlijn Oncologische revalidatie (IKNL, oktober 2011). De indicatorenset Oncologische revalidatie bestaat uit de volgende acht indicatoren: Structuurindicatoren 1 Oncologische revalidatieprogramma’s
2 3 4 5
Procesindicatoren Signalering/verwijzing Intake oncologische revalidatie Effectevaluatie: gebruik van meetinstrumenten Patient empowerment: deelname en afronden programma
Uitkomstindicatoren 6 Effectevaluatie revalidatie tijdens de in opzet curatieve behandeling van kanker 7 Effectevaluatie revalidatie na afloop van de in opzet curatieve behandeling van kanker 8 Effectevaluatie revalidatie in palliatieve fase
17
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
Bijlagen
18
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
B1 Beslisboom oncologische revalidatie
19
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
B2 Revalidatie volgens IKNL-richtlijn Oncologische revalidatie
Doelgroep Volwassenen mensen met (rest)klachten tijdens of na afronding van de in opzet curatieve behandeling van kanker en tijdens de palliatieve fase van alle oncologische aandoeningen. Voor de palliatieve fase, de fase die intreedt wanneer duidelijk wordt dat er geen kans meer bestaat op genezing, richt de revalidatie zich op de fasen van ziektegerichte- en symptoomgerichte palliatie en dus expliciet niet op de fase van terminale palliatie. Definitie Revalidatiezorg voor mensen met kanker omvat het geheel aan activiteiten dat nodig is om te bevorderen dat de patiënt in de persoonlijk optimaal haalbare algehele conditie (fysiek, psychisch en sociaal) verkeert, zodat hij/zij (weer) zo optimaal mogelijk kan (blijven) functioneren. De revalidatiezorg is modulair opgebouwd. De World Health Organisation (WHO) definieert revalidatie als het geheel van activiteiten gericht op het verminderen van de impact van beperkende en invaliderende condities en op het bevorderen van optimale functioneren en integratie. In Nederland heeft het College voor zorgverzekeringen (CVZ) een eigen definitie van oncologische revalidatie opgesteld. Deze definitie is gebruikt in de richtlijn Oncologische revalidatie (IKNL, 2011; www.oncoline.nl). CVZ definieert oncologische Revalidatie als zorg die gericht is op de functionele, fysieke, psychische en sociale problemen verbonden met kanker, inclusief nazorg en revalidatie. Het gaat daarbij om advies en waar nodig begeleiding bij het omgaan met de ziekte (coping), herstel, conditieverbetering en het in stand houden van de conditie. Oncologische revalidatie moet zich richten op alle fasen waarin een kankerpatiënt zich kan bevinden (tijdens of na afronding van de in opzet curatieve behandeling en tijdens de ziekte- en symptoomgerichte palliatieve fase). Tijdens de palliatieve fase verschuift de doelstelling naar het bekrachtigen van patiënten om de palliatieve fase zo goed mogelijk door te komen. CVZ geeft aan dat bewegen tijdens alle fasen onderdeel moet zijn van oncologische revalidatie. Doel Na de revalidatiebehandeling dient de discrepantie tussen het niveau van functioneren voor behandeling en het optimale functioneren verminderd of verdwenen te zijn. De patiënt heeft handvatten om zelfstandig verder te werken aan het verbeteren van het functioneren op psychisch, fysiek en/of sociaal vlak. Per ziektefase kunnen aan de hand van de hulpvraag en gewenste doelen van de patiënt verschillende subdoelen worden onderscheiden. • Tijdens in opzet curatieve behandeling Fysieke doelen – Optimaliseren/handhaven gewenste fysieke conditie en activiteitenniveau – Preventie of vermindering van vermoeidheidsklachten – Optimaliseren/handhaven lichaamsgewicht en –samenstelling
20
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
Psychische/sociale doelen – Nieuw emotioneel evenwicht bereiken – Functioneel omgaan met de ziekte en beperkingen (optimaliseren van coping) – Zo optimaal mogelijk functioneren in het arbeidsproces/huishoudelijke taken en vervullen van rol in gezin/sociale relaties en vrije tijdsbesteding • Na afloop in opzet curatieve behandeling Fysieke doelen – Optimaliseren/handhaven gewenste fysieke conditie en activiteitenniveau – Leren omgaan met fysieke beperkingen – Fysieke grenzen leren kennen en er mee leren omgaan – Overwinnen van angst voor inspanning/bewegen – Stimuleren tot (volhouden) actieve leefstijl – Optimaliseren/handhaven lichaamsgewicht en –samenstelling Psychische/sociale doelen – Nieuw emotioneel evenwicht bereiken – Functioneel omgaan met de ziekte en beperkingen (optimaliseren van coping) – Optimale werkhervatting van het arbeidsproces/huishoudelijke taken, rol in gezin/sociale relaties en vrije tijdsbesteding – Inzicht krijgen in en greep op de factoren die klachten, zoals bijvoorbeeld vermoeidheid, van de ziekte in stand houden, verergeren of verminderen – Functioneel omgaan met beschikbare energie • (Ziekte- en symptoomgerichte) Palliatieve fase Fysieke doelen – Handhaven/optimaliseren fysiek functioneren en hieraan gekoppelde kwaliteit van leven – Leren omgaan met fysieke beperkingen – Optimaliseren/handhaven gewenste voedingstoestand Psychische/sociale doelen – Optimaliseren/handhaven welbevinden en zingeving – Inzicht krijgen in en greep krijgen op de factoren die de klachten, zoals bijvoorbeeld vermoeidheid, van de ziekte in stand houden, verergeren of verminderen – Functioneel omgaan met beschikbare energie
21
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
Signalering en verwijzing Door signalering aan de hand de beslisboom ‘Oncologische revalidatie’ (zie onderdeel ‘signalering en verwijzing’) wordt vastgesteld of een patiënt in aanmerking komt voor een intake voor oncologische revalidatie. Geadviseerd wordt om bij signalering van klachten allereerst gebruik te maken van de Lastmeter, op indicatie aangevuld met: – De single item Visuele Analoge Schaal (VAS) voor kanker gerelateerde vermoeidheid, – De Center for Epidemiologic Studies Depression Scale (CES-D) voor emotionele problemen, – De Patiënt Specifieke Klachtenlijst (PSK) voor specifieke fysieke problemen. Een intake voor oncologische revalidatie is nodig bij patiënten met meervoudige problematiek (op minimaal 2 van de 3 schalen problematiek): CES-D > 16 en/of VAS ≥ 4 en/of PSK ≥ op minimaal 1 item. Bij de verwijzing voor een intake oncologische revalidatie dient de primair behandelaar rekening te houden met bekende afwijkingen of contra-indicaties zoals bijvoorbeeld cardiotoxiciteit bij chemotherapie, botmetastasen en infectierisico. Intake Een intake oncologische revalidatie heeft tot doel om psychosociale en fysieke stoornissen en de bijbehorende hulpvraag van de patiënt te vertalen naar een behandelvoorstel, met als uitgangspunt de verwijzing naar passende interventies binnen de oncologische revalidatie. Bij de intake voor oncologische revalidatie is het niet nodig en ongewenst om uitgebreid diagnostiek te verrichten. De metingen en bepalingen bij de intake zijn gericht op de optimale keuze voor revalidatie. De intake dient door of onder supervisie van een medisch specialist met expertise op het gebied van oncologische revalidatie uitgevoerd te worden. Op basis van de intake en in overleg met de patiënt worden aan de hand van de beslisboom ‘Oncologische revalidatie (zie onderdeel ‘intakeproces’): 1) de doelen van revalidatie geformuleerd, 2) een interventieprogramma op maat geselecteerd en 3) de patiënt verwezen naar een of meer interventies binnen oncologische revalidatie. Interventies binnen oncologische revalidatie Aan de hand van de anamnese en de resultaten van de fysieke testen/vragenlijsten wordt de patiënt op basis van de Beslisboom ‘Oncologische revalidatie’ geadviseerd deel te nemen aan een of meerdere van de hieronder genoemde revalidatiemodules. • Tijdens de in opzet curatieve behandeling Tijdens de in opzet curatieve behandeling zijn de volgende interventies binnen de oncologische revalidatie beschikbaar: – Fysieke training (groepsverband/individueel) plus informatiemodule (groepsverband) – Psychosociale begeleiding (groepsverband/individueel), – Voeding en dieet (groepsverband/individueel), – Arbeidsre-integratie (individueel).
22
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
• Na afloop van de in opzet curatieve behandeling Na afloop van de in opzet curatieve behandeling zijn de volgende interventies binnen de oncologische revalidatie beschikbaar: – Fysieke training (groepsverband/individueel) plus informatiemodule (groepsverband), – Psychosociale begeleiding (groepsverband/individueel), – Voeding en dieet (groepsverband/individueel), – Coaching en energieverdeling (groepsverband/individueel), – Psycho-educatie (groepsverband/individueel), – Arbeidsre-integratie (individueel). • Tijdens de palliatieve fase Voor patiënten in de (ziekte- en symptoomgerichte) palliatieve fase zijn de volgende interventies binnen de oncologische revalidatie beschikbaar: – Fysieke training (individueel/indien mogelijk groepsverband) plus informatiemodule, – Individuele psychosociale begeleiding, – Voeding en dieet (individueel/indien mogelijk groepsverband), – Coaching en energieverdeling (individueel/indien mogelijk groepsverband). Indien het patiëntenaanbod groot is dan is een informatiemodule (in groepsverband) onderdeel van de fysieke module. Dit is conform de hartrevalidatie. In de informatiemodule worden algemene thema’s als bijvoorbeeld kanker en training en kanker en voeding besproken. Evaluatie Aan het einde van de revalidatie dient evaluatie met benoeming van bereikte doelen plaats te vinden door of onder supervisie van de verantwoordelijke medisch specialist met expertise op het gebied van oncologische revalidatie. Hierbij dient gebruik gemaakt te worden van meetinstrumenten zoals geadviseerd in de richtlijn Oncologische revalidatie. De patiënt moet bij de evaluatie tevens geadviseerd worden om het bewegen/trainen voort te zetten binnen de reguliere sport/beweegvoorzieningen. Mocht er op dat moment bij de patiënt nog een hulpvraag actueel zijn dan dient deze hulpvraag/klachten opnieuw goed in kaart te worden gebracht, waarna opnieuw een intake en beleidsbepaling kan volgen.
23
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL
B3 Samenstelling expertgroep
• • • • • • • • • • •
24
dr. J.P. van den Berg, revalidatiearts, Meander Medisch Centrum drs. L.A.M.M. Corsius, clustermanager, Revant H.E. Deen, praktijkeigenaar, Praktijk Deen Heemstede drs. B.C.M. Gijsen, adviseur productontwikkeling - programmaleider herstel na kanker IKNL, landelijk coördinator Herstel & Balans drs. A.J.H. Hellendoorn-van Vreeswijk, adviseur productontwikkeling, IKNL prof.dr. E. Lindeman, hoogleraar revalidatiegeneeskunde, UMC Utrecht † drs. E. van der Peet, projectmedewerker netwerken, IKNL dr. M.A. van der Pol, senior adviseur netwerken, IKNL drs. M. Remie, psycholoog, De Vruchtenburg M.M. Stuiver, fysiotherapeut / klinisch epidemioloog, NKI-AvL dr. M.J. Velthuis, adviseur productontwikkeling IKNL
Kwaliteitskader Oncologische revalidatie | | Versie 1 | september 2012 © IKNL