KWALITEITSHANDBOEK WAARDEREN LEERTRAJECTEN PRAKTIJKGESTUURD LEREN FRIESLAND COLLEGE CIOS Een werkdocument voor 2006-2007
EXAMENMANAGEMENT (DEEL 1) DE EXAMENCYCLUS (DEEL 2) BIJZONDERE PROCEDURES (DEEL 3) Voor het eerst vastgesteld door het College van Bestuur 20 september 2005
Dit Kwaliteitshandboek Waarderen is van toepassing op alle Leertrajecten binnen het Friesland College die volgens het onderwijsconcept ‘’Praktijkgestuurd Leren’’ het onderwijs inrichten. Het Kwaliteitshandboek is vastgesteld door het College van Bestuur van het Friesland College.
Het Friesland College is – onder regie van het Expertisecentrum Innovatie & Professionalisering - in 2005-2006 met vertegenwoordigers uit bedrijven en instellingen in de regio een overleg gestart om gezamenlijk te komen tot regionale beroepsprofielen die bestaan uit een beschrijving van een beperkt aantal kerncompetenties en persoonlijke kwaliteiten die noodzakelijk zijn om adequaat in het beroep te kunnen functioneren. Die kerncompetenties en persoonlijke kwaliteiten vormen het vertrekpunt bij het realiseren van Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren. Voor een aantal leertrajecten Praktijkgestuurd Leren zijn die beschrijvingen in eerste versies klaar, voor het merendeel van de opleidingen nog niet. Daarom wordt elk Leertraject Praktijkgestuurd Leren van het Friesland College vooralsnog uitsluitend gerelateerd aan het Kwalificatiedossier zoals dat door de Minister van OC&W is vastgesteld (zie: deel II specifieke deel van deze OER). In het Kwalificatiedossier is de kern van het beroep uitgewerkt in kerntaken, kernopgaven en kenmerkende werkzaamheden, in keuzes en dilemma’s.
Leeuwarden,
E. Vos, vice-voorzitter van het College van Bestuur
2
Colofon
Kwaliteitshandboek Waarderen Friesland College CIOS Ten behoeve van Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren
Een werkdocument voor 2006-2007
Voorbereid door: Trudie Wiersma-Verkooijen Wim Koopmans (Celbe Consultancy BV, Rosmalen)
Informatiebronnen: Documenten Stichting Celbe en Celbe Consultancy. Kwaliteitshandboek Examinering Celbe Consultancy (versie 2, juni 2002). Handboek Examinering Project Werken met de Stad en Handboek Examinering opleidingen Welzijn. Onderwijs- en examenregeling van het Friesland College, Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren. Brochure: Praktijkgestuurd leren in het Friesland College, januari 2006. Bijdragen van Gretha de Vries (Unit Welzijn) en Coert van Beyma (Unit Zakelijke Dienstverlening).
3
LEERTRAJECTEN ‘’PRAKTIJKGESTUURD LEREN’’ FRIESLAND COLLEGE CIOS 2006-2007
Crebo
91380 91390 91400 91401 91402 91403
91404
Naam
Leerweg CIOS
Sport- en bewegingsbegeleider Sport- en bewegingsleider Sport en bewegingscoördinator Sport- en bewegingscoördinator/Agoog Sport- en bewegingscoördinator/BOS Sport- en bewegingscoördinator/Operationeel manager Sport- en bewegingscoördinator/Trainercoach
Niveau
BOL BOL BOL BOL
2 3 4 4
BOL
4
BOL
4
BOL
4
4
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord (8) Inleiding (9) • • • •
Doel Kwaliteitshandboek Waarderen (7) Opzet Kwaliteitshandboek Waarderen (8) Status en geldigheid (8) Geheimhouding en zorgvuldigheid (9)
Deel 1 Examenmanagement (10) 1.1.
Inleiding (11)
1.2.
Schema organisatiestructuur t.b.v. ‘’beoordelingen om te beslissen’’ in Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren (12)
1.3.
Werkgroep ‘‘Praktijkgestuurd Leren en Waarderen’’ (13)
1.4.
Examencommissie Unit (14)
1.5.
Beoordelaar/Examinator /panellid (16)
1.6.
Examenbureau (17)
1.7.
Onafhankelijk deskundige(n) (19)
1.8.
Commissie van Beroep voor de examens (op het niveau van de instelling) (20)
Deel 2 Het proces van examinering: de examencyclus (21) 2.0
Inleiding (22) Leeswijzer stroomschema’s (23)
2.1
Fase 1: de ontwikkeling van de Onderwijs- en examenregeling (OER) en van examenproducten (24)
2.1.1. Het ontwikkelen en vaststellen van de OER - Stroomschema (25) - Stappenplan (26) 2.1.2.
Het ontwikkelen en vaststellen van examenproducten - Stroomschema (27) - Stappenplan (28)
2.2
Fase 2: de planning en beoordeling van examens (29)
2.1.1.
Het plannen van examens - Stroomschema (30) - Stappenplan (31)
2.2.2
Beoordeling van bewijsstukken 5
Stappenplan (32) 2.2.3.
De samenstellen van een examendossier door de cursist - Stroomschema (33) - Stappenplan (34)
2.2.4.
Het beoordelen van een examendossier - Stroomschema (35) - Stappenplan (36)
2.2.5.
Het beoordelen van deelnemers in een panelgesprek - Stroomschema (38) - Stappenplan (39)
2.2
Fase 3: de vaststelling en bekendmaking van de einduitslag en het beheren van uitslagen en gegevens (44)
2.3.1.
Het vaststellen en bekendmaken van de einduitslag - Stroomschema (42) - Stappenplan (43)
2.3.2.
Het beheren en bewaren van einduitslagen en gegevens - Stroomschema (44) - Stappenplan (45)
2.4
Fase 4: de evaluatie (46)
2.4.1.
Procesevaluatie - Stroomschema (47) - Stappenplan (48)
2.4.2.
Productevaluatie - Stroomschema (49) - Stappenplan (50)
Deel 3 Bijzondere procedures (53) 3.1
Erkenning van (elders / eerder) Verworven Competenties - Stroomschema (55) - Stappenplan (56)
3.2
Afwijkende examinering - Stroomschema (59) - Stappenplan (60)
3.3.
Het constateren van onregelmatigheden - Stroomschema (61) - Stappenplan (62)
Bijlage 1
Delegatiebesluit Bevoegd Gezag Friesland College (64)
Bijlage 2
Examenreglement van het Friesland College 2006-2007 (67)
Bijlage 3
Reglement commissie van beroep voor de examens (75
6
Voorwoord Dit Kwaliteitshandboek Waarderen is van toepassing op alle Leertrajecten die werken op basis van het onderwijsconcept Praktijkgestuurd Leren 1. Het Kwaliteitshandboek is voor het eerst als werkdocument voor het cursusjaar 2005-2006 door het College van Bestuur vastgesteld op 20 september 2005. De voorliggende versie van het Kwaliteitshandboek heeft een beperkt aantal kleine aanpassingen (hoofdzakelijk van tekstuele aard) ondergaan en geldt voor 2006-2007 opnieuw als werkdocument. De examenproducten die in het Handboek 2005-2006 waren opgenomen zijn aangepast (op basis van evaluatieve op- en aanmerkingen) en opgenomen in de Oer van 2006. Het Kwaliteitshandboek Waarderen is bedoeld als middel om de inrichting en werkwijze van het Waarderen van Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren van het Friesland College inzichtelijk te maken. Op praktische wijze wordt inzicht geboden in de organisatie en processen van waardering. Indien de organisatie van het Friesland College, Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren, daarmee gediend is, kunnen onderdelen worden gewijzigd of toegevoegd. Met het uitbrengen van deze nieuwe versie van het Handboek zijn drie doelen bereikt: • • •
Samenvoegen van afzonderlijke regelingen zoals in gebruik bij Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren in het Friesland College. Aansluiten op de OER (Onderwijs- en Examenregeling) t.b.v. Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren. Uitgaan van competentiegerichte beoordelingen.
1
Zie de brochure die het College van Bestuur van het Friesland College in januari 2006 uitbracht onder de titel: Praktijkgestuurd leren in het Friesland College (Friesland College, Expertisecentrum Innovatie & Professionalisering), 2006. 7
Inleiding Doel Kwaliteitshandboek Waarderen Dit Kwaliteitshandboek Waarderen ‘’beoordelingen om te beslissen’’ samenhang zo helder en eenvoudig leidraad voor allen die betrokken Praktijkgestuurd Leren.
heeft als doel alle afspraken en procedures met betrekking tot van Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren in hun onderlinge mogelijk vast te stellen. Dit Kwaliteitshandboek is daarom een zijn bij ‘’beoordelingen om te beslissen’’ van Leertrajecten
De in dit Kwaliteitshandboek opgenomen procedures, formulieren en handreikingen hebben betrekking op examens zoals geformuleerd in de WEB. Dat wil zeggen: op examenbeoordelingen 2. Ze worden in het Friesland College ‘’beoordelingen om te beslissen’’ genoemd. Dit in onderscheid met diagnostische beoordelingen, i.c. ‘’beoordelingen om te leren’’. Deze zijn bedoeld om informatie te geven over de voortgang van het onderwijsleerproces van cursisten; zij hebben geen betekenis bij het ‘’behalen’’ van competenties, zoals door de WEB en het KCE zijn bedoeld, maar zijn voor de loopbaanontwikkeling van de cursist zeker zo belangrijk. Met de vaststelling van dit Kwaliteitshandboek ten behoeve van Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren onderstreept het Bevoegd Gezag van het Friesland College het belang van goede beoordelingsvormen en wordt beoordeling ingebed in het primaire proces van de organisatie. Dit Kwaliteitshandboek is een hulpmiddel om de kwaliteit van beoordeling ‘’om te beslissen’’ te bewaken en te verbeteren. Als zodanig is dit Kwaliteitshandboek tevens een instrument in het kader van kwaliteitszorg. Opzet Kwaliteitshandboek Waarderen Het voorliggende Kwaliteitshandboek Waarderen bestaat uit een aantal delen. Die delen beschrijven de examenorganisatie.
• • •
Deel 1 gaat over de structuur van de examenorganisatie: het examenmanagement. Hierin worden de actoren en onderdelen van de examenorganisatie beschreven naar taak en verantwoordelijkheid. Ook de wijze waarop de organisatie is ingericht, komt aan de orde. In deel 2 wordt de examencyclus beschreven. Deze bestaat uit vier fasen. Elke fase omvat een aantal procedures. In deel 3 wordt aandacht besteed aan drie bijzondere procedures. In deel 4 zijn alle formulieren opgenomen die nodig zijn bij de uitvoering van de examencyclus. Ook wordt een aantal Handreikingen in dit deel toegevoegd.
Status en geldigheid Dit Kwaliteitshandboek is de leidraad bij het uitvoeren van de examencyclus. De afspraken zijn bindend voor alle genoemde actoren en onderdelen van de examenorganisatie. In een jaarlijkse evaluatie worden wijzigingen en verbetervoorstellen besproken en vastgesteld. Aangezien in de WEB is bepaald dat voor de experimenteeropleiding per 15 september de OER (Onderwijs- en ExamenRegeling) moet zijn vastgesteld, ligt het voor de hand dat het Kwaliteitshandboek ook uiterlijk per die datum is vastgesteld. Dit Kwaliteitshandboek Waarderen, versie 2, heeft als werkdocument voorlopig opnieuw een geldigheidsduur van één jaar (2006-2007).
2
KCE definieert examen als: ‘’ …een onderzoek naar kennis, het inzicht, de vaardigheden en in voorkomende gevallen, de beroepshoudingen die de deelnemers zich bij de voltooiing van de opleiding eigen moet hebben gemaakt, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek…. Het examen van een beroepsopleiding is met gunstig gevolg afgelegd, indien alle examenonderdelen van die opleiding met gunstig gevolg zijn afgelegd (zie WEB artikel 7.4.2 en 7.4.3)’’. Het onderscheid tussen ‘’beoordelen om te leren’’ en ‘’beoordelen om te beslissen’’ wordt uitvoerig toegelicht in de brochure, op. cit., 21-23. 8
Geheimhouding en zorgvuldigheid Met betrekking tot geheimhouding gelden in algemene zin de artikelen H-30 en H-31 van de CAOBVE. Zowel de werkgever als de werknemer neemt met betrekking tot wat in of uit hoofde van zijn functie vertrouwelijk te zijner kennis komt de geheimhouding in acht die in het maatschappelijke verkeer betamelijk is. Deze verplichting geldt ook na afloop van de arbeidsovereenkomst (H-31). In het bijzonder is Artikel 10.1. van het Examenreglement van het Friesland College van kracht: ‘’Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaakt tot bekendmaking voortvloeit’’.
9
Deel 1
EXAMENMANAGEMENT
10
1.1
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de organisatie van ‘’beoordelingen om te beslissen’’, c.q. de examinering van Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren. Het gaat om de organisatiestructuur en de verdeling van taken en verantwoordelijkheden over de verschillende actoren en onderdelen van de examenorganisatie. Hierbij staat, naast de verplichtingen vanuit de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB), de zorg voor de bewaking en bevordering van de kwaliteit van de gehele examencyclus voorop. In paragraaf 1.2 wordt door middel van een organogram de structuur van de examenorganisatie van Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren zichtbaar gemaakt. In de paragrafen 1.3 en volgende worden de verschillende examenfunctionarissen en de onderdelen van de examenorganisatie beschreven. Zij treden op als afzonderlijke eenheden. De betrokken medewerkers zijn daarom niet persoonlijk aansprakelijk voor de besluiten die door een afzonderlijke eenheid wordt genomen. Taken en bevoegdheden van de betreffende medewerkers – daartoe gemandateerd door de Examencommissie - worden beschreven bij de diverse actoren en onderdelen van de examenorganisatie. De Examencommissie blijft voor gemandateerde taken en bevoegdheden verantwoordelijk.
11
1.2
Schema organisatiestructuur t.b.v. ‘’beoordelingen om te beslissen’’ in Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren
Bevoegd Gezag Friesland College i.c. College van Bestuur
Commissie van Beroep voor de Examens (1.8)
Werkgroep Praktijkgestuurd Leren en Waarderen (1.3)
Examencommissie Unit (1.4) Ten behoeve van: • Planning • Afname • Beoordeling en uitslag • Evaluatie
Panelleden, i.c. Examinatoren (1.5)
Onafhankelijk deskundige(n) (1.7)
Examenbureau (1.6) Ten behoeve van: Voorbereiding Afname Nazorg Registratie uitslag, diplomering/certificering
12
1.3.
Werkgroep ‘‘Praktijkgestuurd Leren en Waarderen’’
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden In opdracht van het College van Bestuur •
•
Is de Werkgroep ‘’Praktijkgestuurd Leren en Waarderen´´ verantwoordelijk voor het ontwikkelen van examenproducten voor alle leertrajecten Praktijkgestuurd Leren. Voorlopig gaat het om de volgende examenproducten: o Instructies voor het samenstellen van het Examendossier o Kwaliteitseisen voor de beoordeling van een bewijsstuk o Kwaliteitseisen voor de beoordeling van een Examendossier o Kwaliteitseisen voor de beoordeling van de kandidaat in het Panelgesprek Is de Werkgroep ´´Praktijkgestuurd Leren en Waarderen´´ verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een beschrijfmodel voor de Onderwijs- en Examenregeling van leertrajecten Praktijkgestuurd Leren en voor het Handboek Waarderen.
De door de Werkgroep ontwikkelde producten worden vastgesteld door het College van Bestuur. Taken (m.b.t. beoordelingen om te beslissen) De Werkgroep ´´Praktijkgestuurd Leren en Waarderen´´ ontwikkelt (c.q. laat ontwikkelen) en stelt concepten vast van: • Examenproducten • Een beschrijfmodel voor de Onderwijs- en examenregeling van leertrajecten Praktijkgestuurd Leren • Handboek Waarderen Gedragscodes voor geheimhouding en zorgvuldigheid De leden van de Werkgroep ´´Praktijkgestuurd Leren en Waarderen´´: gaan vertrouwelijk om met de hen toevertrouwde informatie. Criteria aanstelling leden De leden van de Werkgroep ´´Praktijkgestuurd Leren en Waarderen´´ voldoen aan de volgende criteria: • • •
Zij zijn deskundig met betrekking tot het onderwijsconcept ‘’Praktijkgestuurd Leren’’. Zij zijn op de hoogte van de eisen met betrekking tot examinering, kwaliteitszorg, missie en strategie van het Friesland College als instelling. Zij zijn in staat kwaliteitseisen met betrekking tot examinering te hanteren.
Om de deskundigheid van de leden van de Werkgroep ´´Praktijkgestuurd Leren en Waarderen´´ te waarborgen wordt ieder jaar bezien welke deskundigheidsbevordering noodzakelijk is. Samenstelling Werkgroep ´´Praktijkgestuurd Leren en Waarderen´´ De Werkgroep ´´Praktijkgestuurd Leren en Waarderen´´ bestaat uit deskundigen binnen het Friesland College m.b.t. onderwijsinnovatie. Externe deskundigen worden door de Werkgroep geraadpleegd. De Werkgroep opereert onder de vlag van het Expertisecentrum Innovatie en Professionalisering van het Friesland College.
13
1.4.
Examencommissie 3 Unit
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden •
• •
•
De Examencommissie van de Unit is verantwoordelijk voor het op een juiste wijze doorlopen van de examencyclus voor die Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren, waarvoor zij is ingesteld door het College van Bestuur (WEB artikel 7.4.5.). De Examencommissie waarborgt dat de kwaliteitsdoelstellingen van het proces van planning, afname, vaststelling, beoordeling en einduitslag, en evaluatie van examens kunnen worden verwezenlijkt. De Examencommissie is verantwoordelijk voor het aanwijzen en aansturen van de medewerkers van het Examenbureau en van de Examinatoren / panelleden. De Examencommissie handelt in afstemming op het Examenreglement en de Examenprogrammering, zoals vastgesteld en opgenomen in de Onderwijs- en ExamenRegeling (afgekort: OER). De Examencommissie legt jaarlijks verantwoording af aan het College van Bestuur.
Taken De Examencommissie zorgt ten behoeve van Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren voor: • Het opstellen van de Onderwijs- en examenregeling (OER) t.b.v. Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren vóór 1 mei (WEB, artikel 7.4.8., lid 1). • Documenten die noodzakelijk zijn voor het in samenhang opstellen, afnemen en beoordelen van het examen of van examenonderdelen. • Het instellen en mandateren 4 van taken en bevoegdheden aan Examenbureau (zie 1.6.). • Het onderhouden van contacten, voor zover het de Unit betreft, met het KwaliteitsCentrum Examinering (afgekort: KCE). • Het (doen) realiseren van de planning (waaronder het examenplan) en afname, beoordeling en uitslag en de evaluatie van de examens die behoren bij de Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren. • Het evalueren van de examenorganisatie. • Het formuleren van verbetervoorstellen t.b.v. de examenorganisatie. • Het - zo nodig jaarlijks – voorstellen doen voor het actualiseren van het Kwaliteitshandboek Waarderen aan de werkgroep ‘’Praktijkgestuurd Leren en Waarderen’’. • Het toestaan van afwijkende examinering en het erkennen van verworven competenties 5. • Het vaststellen en bekendmaken van de einduitslag per deelnemer t.b.v. certificering / diplomering. • Het uitreiken van certificaten en diploma’s. • Het in kennisstellen van het College van Bestuur in geval van fraude of onregelmatigheden met betrekking tot examinering door personeelsleden. • De verslaggeving ten aanzien van de examinering: het jaarlijkse verslag t.b.v. KCE.
3
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Examencommissie van de Unit zijn gedelegeerd door het College van Bestuur. Zie Bijlage 1 van dit Deel 2 (Examenmanagement) van het Kwaliteitshandboek Waarderen. 4 ‘’Mandateren’’ wil zeggen: taken en bevoegdheden worden overgedragen. De Examencommissie blijft verantwoordelijk voor elk verleend mandaat. 5 Voor Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren wordt door cursisten gekozen in aansluiting op hun portfolio: zij gaan met leren als het ware verder waar zij gebleven zijn. In deze opvatting is in Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren van ‘’vrijstellingen’’ in strikte zin is geen sprake. 14
Gedragscodes voor geheimhouding en zorgvuldigheid De leden van de Examencommissie: gaan vertrouwelijk om met de hen toevertrouwde informatie. werken in overeenstemming met de in dit Handboek vastgestelde procedures. Criteria aanstelling leden De leden van de Examencommissie van elke Unit voldoen aan de volgende criteria: • • • • • •
Zij zijn deskundig met betrekking tot het onderwijsconcept ‘’Praktijkgestuurd Leren’’. Zij zijn bekend met de kwalificatiestructuur, met de kwalificatiedossiers en met de OER. Zij zijn op de hoogte van wettelijke eisen met betrekking tot examinering (inclusief KCE). Zij zijn medewerker van het Friesland College. Zij zijn op de hoogte van de eisen met betrekking tot examinering, kwaliteitszorg, missie en strategie van het Friesland College als instelling. Zij zijn in staat examenprocedures te bewaken en kwaliteitseisen met betrekking tot examinering te hanteren.
Om de deskundigheid van de leden van de Examencommissie te waarborgen wordt ieder jaar bezien welke deskundigheidsbevordering noodzakelijk is. In het Jaarverslag Examinering van de Unit worden de voorgenomen activiteiten m.b.t. deskundigheidsbevordering opgenomen. Samenstelling Examencommissie 6 De Examencommissie bestaat naast de voorzitter7 en de secretaris, uit minimaal drie commissieleden. Twee leden zijn afkomstig van het betreffende leertraject Praktijkgestuurd Leren, een lid is deskundig m.b.t. het betreffende kwalificatiedossier. CIOS Voorzitter Secretaris (deskundig m.b.t. kwalificatiedossier) Lid Leertraject Praktijkgestuurd Leren Lid Leertraject Praktijkgestuurd Leren Lid Leertraject Praktijkgestuurd Leren Lid Leertraject Praktijkgestuurd Leren Lid Leertraject Praktijkgestuurd Leren
H. Meppelink H. Borghuis D. Frankema H. Kuijs G. Wiersma E. ter Steege Vacature
Besluitvorming en besluitenlijst Om tot besluitvorming te komen moeten minimaal drie commissieleden aanwezig zijn, waaronder voorzitter en secretaris. Van elke bijeenkomst van de Examencommissie wordt een besluitenlijst gemaakt. • • •
De Examencommissie belegt minimaal twéé maal per jaar een vergadering om de einduitslag van het examen vast te stellen. Daarnaast wordt één maal per jaar een vergadering gehouden het examenproces te evalueren. Ook komt de Examencommissie minimaal één maal per jaar bij elkaar om het examenverslag vast te stellen, verbetervoorstellen te formuleren en verslag uit te brengen aan het College van Bestuur.
6
Het Examenreglement van het Friesland College vermeldt in Artikel 6.1.: ‘’De leden zijn medewerkers, werkzaam bij de betreffende unit’’. 7
Voorzitter is directeur Unit 15
1.5.
Beoordelaar, Examinator en panellid.
Onder mandaat van de Examencommissie zijn beoordelaars bevoegd •
Om in opdracht en op aanwijzing van de Examencommissie waartoe het Leertraject Praktijkgestuurd Leren behoort, een beoordeling uit te brengen van het door de deelnemer aangedragen bewijsstuk(ken)
Taken M.b.t. het beoordeling van een bewijsstuk(ken) voeren beoordelaars de volgende taken uit: • Het vaststellen van de authenticiteit van een bewijsstuk • Het beoordelen van een bewijsstuk aan de hand vastgestelde beoordelingscriteria • Het overdragen van de bevindingen van het beoordeelde bewijsstuk(ken). Onder mandaat van de Examencommissie zijn examinatoren bevoegd •
Om in opdracht en op aanwijzing van de Examencommissie waartoe het Leertraject Praktijkgestuurd Leren behoort, een beoordeling uit te brengen van het door de deelnemer aangedragen examendossier .
Taken M.b.t. het examendossier voeren Examinatoren de volgende taken uit: • Het vaststellen van de volledigheid en authenticiteit van het examendossier • Het beoordelen van het examendossier aan de hand vastgestelde beoordelingscriteria. • Het overdragen van de bevindingen van het beoordeelde examendossier. Onder mandaat van de Examencommissie zijn panelleden bevoegd •
Om in opdracht en op aanwijzing van de Examencommissie waartoe het Leertraject Praktijkgestuurd Leren behoort, een beoordeling uit te brengen van het door de deelnemer gevoerde panelgesprek .
M.b.t. het panelgesprek voeren Panelleden de volgende taken uit: • Het voeren van panelgesprekken. • Het beoordelen van de deelnemer in het panelgesprek aan de hand van vastgestelde criteria. • Het overdragen van de bevindingen van het panelgesprek. Gedragscodes ten behoeve van geheimhouding en zorgvuldigheid Examinatoren / panelleden gaan vertrouwelijk om met de hen toevertrouwde informatie. werken in overeenstemming met de in dit Handboek vastgestelde procedures.
16
Criteria voor aanstelling Beoordelaars en Examinatoren voldoen aan de volgende criteria: • •
• • •
Zijn ingevoerd in het onderwijsconcept Praktijkgestuurd Leren. Zijn bekend met de kwalificatiestructuur, met de kwalificatieprofielen en met de OER (in elk geval is één examinator inhoudsdeskundige m.b.t. het betreffende kwalificatieprofiel, tevens voorzitter) Kunnen voorschriften toepassen om tot een intersubjectieve beoordeling te komen. Zijn op de hoogte van de kwaliteitseisen m.b.t. het ‘’beoordelen om te beslissen’’. Kunnen in overeenstemming met die kwaliteitseisen handelen.
Panelleden voldoen aan de volgende criteria: • • • • •
Zijn ingevoerd in het onderwijsconcept Praktijkgestuurd Leren. Kunnen voorschriften toepassen om tot een intersubjectieve beoordeling te komen. Zijn op de hoogte van de kwaliteitseisen m.b.t. het ‘’beoordelen om te beslissen’’. Kunnen in overeenstemming met die kwaliteitseisen handelen. Zijn geschoold in het voeren van panelgesprekken.
Om de deskundigheid van de beoordelaars / examinatoren / panelleden te waarborgen wordt ieder jaar bezien welke deskundigheidsbevordering noodzakelijk is. In het Jaarverslag Examinering van de Unit worden de voorgenomen activiteiten m.b.t. deskundigheidsbevordering opgenomen. Beoordelaars / examinatoren / panelleden zijn docenten (niet betrokken bij de directe begeleiding van de deelnemer) en voor wat betreft het panelgesprek óók uit vertegenwoordigers van het beroepenveld. Als onafhankelijk deskundigen worden zij betrokken bij het voeren van panelgesprekken als examenvorm en het beoordelen van deelnemers in panelgesprekken. Een actuele overzichtslijst van beoordelaars / examinatoren / panelleden kan opgevraagd worden bij het examenbureau van de unit.
1.6.
Examenbureau
Onder mandaat van de Examencommissie is het Examenbureau bevoegd •
• •
Om in opdracht van de voorzitter van de Examencommissie, en op aanwijzing van de Examencommissie, de logistieke uitvoering van het ‘’beoordelen om te beslissen’’ (voorbereiding, uitvoering en nazorg van de afname) ter hand te nemen. Om examenproducten te archiveren en te beheren. Om de resultaten van de deelnemers te verwerken en te archiveren.
Taken Het Examenbureau van Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren heeft tot taak: • Het (administratief) ondersteunen van de Examencommissie (o.a. aanleveren van gevraagde examengegevens). • Het – voor zover van toepassing - volgens de in dit Kwaliteitshandboek Waarderen beschreven formats en de aangegeven procedures en formulieren verwerken van aangeleverde gegevens. • Het inschrijven, oproepen en indelen van deelnemers aan het panelgesprek. • Het – voor zover van toepassing - vermenigvuldigen, verspreiden, archiveren en beheren van examenproducten. • Het regelen van faciliteiten voor het houden van panelgesprekken. • (Voor zover van toepassing) het overdragen van te beoordelen examenmateriaal aan Examinatoren/ panelleden (zie 1.6.). 17
• • • •
Het registreren van examenresultaten. Het uitvoering geven aan het inzagerecht van deelnemers. Het vervullen van de loketfunctie voor beroepsaantekening. Het zorgdragen voor het registreren en gereedmaken van diploma’s en certificaten t.b.v. de uitreiking door de examencommissie.
Gedragscodes voor geheimhouding en zorgvuldigheid De leden van het Examenbureau • gaan vertrouwelijk om met de aan hen toevertrouwde informatie. • werken in overeenstemming met de in dit Handboek opgenomen procedures. Criteria aanstelling leden De medewerkers van het Examenbureau voldoen aan de volgende criteria: • Zij zijn werkzaam in administratieve teams die ondersteuning bieden aan de units. • Zij zijn bekend zijn met Noise. Om de deskundigheid van de leden van het Examenbureau te waarborgen wordt ieder jaar bekeken welke deskundigheidsbevordering noodzakelijk is. In het Jaarverslag Examinering van de Unit worden de voorgenomen activiteiten m.b.t. deskundigheidsbevordering opgenomen. Samenstelling Het Examenbureau wordt aangestuurd door het Hoofd Serviceteam. De samenstelling is terug te vinden in medewerkersoverzicht van de serviceteams..
18
1.7.
Onafhankelijke deskundige(n)
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden Volgens artikel 1.3.6 van de WEB richt het Bevoegd Gezag een stelsel van kwaliteitszorg in. Een regelmatige beoordeling hiervan geschiedt met medewerking van onafhankelijke deskundigen. De onafhankelijke deskundigen worden door het Bevoegd Gezag benoemd. Het Bevoegd Gezag kan óók onafhankelijke deskundigen inzetten voor het beoordelen van de examencyclus of onderdelen hiervan. Bij Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren worden onafhankelijke deskundigen (i.c. vertegenwoordigers van het beroepenveld) actief betrokken m.n. bij het formuleren van prestaties, het beschrijven van kerncompetenties voor het beroep en van kritische beroepssituaties. Zij worden ingeschakeld bij het voeren van panelgesprekken en betrokken bij het opstellen van de beoordeling daarvan. Ook worden onafhankelijke deskundigen betrokken bij het ontwikkelen van examenproducten. •
Een onafhankelijke deskundige is bevoegd gevraagd en ongevraagd aan de Examencommissie of gedelegeerde examenorganen zijn oordeel als advies te geven over het proces/product van examinering.
Taken • Bijdragen aan de ontwikkeling van examenproducten. • Bijdragen aan de product- en procesbeoordeling van de examencyclus of onderdelen daarvan. • Voeren van panelgesprekken en uitbrengen van beoordeling (zie 1.5. hierboven). Criteria aanstelling onafhankelijke deskundigen • • • •
Zijn ingevoerd in het onderwijsconcept van het Friesland College inzake Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren. Zijn bekend met een of meerdere kwalificatiedossiers. Zijn onafhankelijk t.o.v. cursisten. Zijn bekend met de BVE wet- en regelgeving.
Samenstelling: Zie de afzonderlijke onderdelen van de examenorganisatie: daar waar vertegenwoordigers van het beroepenveld zijn betrokken (als onafhankelijke deskundigen) worden zij bij onderdelen van de examenorganisatie genoemd.
19
1.8.
Commissie van Beroep voor de Examens (op het niveau van de instelling) 8
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden •
• • • •
De Commissie van Beroep voor de Examens - op het niveau van de instelling - is verantwoordelijk voor het behandelen van het schriftelijk beroep, ingediend door de deelnemer, inzake een beslissing van de (Bezwaarcommissie van de) Examencommissie of van de examinatoren/panelleden van een unit. De Commissie is onafhankelijk en werkt met een eigen reglement (nl. Reglement van de Commissie van Beroep voor de Examens). De Commissie wordt ingesteld door het Bevoegd Gezag van het Friesland College. De Commissie is bevoegd om beslissingen te nemen m.b.t. het ingestelde beroep. De Commissie handelt met inachtneming van WEB, artikel 7.5.1., 7.5.2., 7.5.3. en 7.5.4.
Taken De Commissie van Beroep voor de Examens van het Friesland College voert de volgende taken uit: • • • •
Behandelen van het beroepschrift van een deelnemer, in overeenstemming met de procedure zoals beschreven in artikel 5.1. t/m 5.23 van het Reglement Commissie van Beroep voor de Examens. Binnen twee weken na ontvangst van het beroepschrift een beslissing uitspreken (verlenging van maximaal twee weken is mogelijk). De Examencommissie van de betrokken unit op de hoogte stellen van het ingestelde beroep. Het bekendmaken van beslissingen aan belanghebbenden (deelnemer, bevoegd gezag, Examencommissie, inspectie, eventueel de BPV-biedende organisatie).
Criteria voor aanstelling leden De leden van de Commissie van Beroep voor de examens voldoen aan de volgende criteria: •
• •
Zij maken geen deel uit van het Bevoegd Gezag van het Friesland College, van het bestuur van een Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, van de inspectie of van één van de Examencommissies van het Friesland College. Zij zijn benoembaar voor een termijn van drie jaren. Ze zijn terstond herbenoembaar. Zij zijn niet betrokken bij de beoordeling van deelnemers.
Samenstelling Voor de samenstelling en benoeming, zie: Reglement Commissie van Beroep voor de Examens, artikel 3.2. (i.c. 3.1. t/m 3.5.).
8
Er is een afzonderlijk Reglement t.b.v. de Commissie van Beroep voor de Examens: Zie in dit Handboek in: Formulieren en Handreikingen, Fase 3). 20
Deel 2
HET PROCES VAN EXAMINERING: DE EXAMENCYCLUS
21
2.0
Inleiding
Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren van het Friesland College onderscheiden bij het proces van examinering vier fasen. Deze fasen vormen een methodische cyclus. Iedere fase is voorwaardelijk voor een volgende fase. De gegevens uit de evaluatiefase (fase 4) worden gebruikt om, vanuit het perspectief van verbetering, opnieuw de cyclus te doorlopen vanuit fase 1 (de ontwikkeling van examenproducten). Kwaliteitsverbetering is zodoende inherent aan de opzet en inhoud van de examencyclus.
Fase 1 De ontwikkeling van examenproducten
Fase 4 De evaluatie van examens
Fase 2 De planning en beoordeling van examens
Fase 3 De vaststelling en bekendmaking van de einduitslag en het beheren van uitslagen en gegevens
Iedere fase is opgebouwd uit procedures, waarin de stappen beschreven worden op basis waarvan uitvoering gegeven kan worden aan de examencyclus. Om in één oogopslag te kunnen zien hoe procedures verlopen, zijn stroomschema’s opgenomen. Na elk stroomschema worden de te nemen stappen in chronologische volgorde beschreven. De stroomschema’s kunnen als volgt gelezen worden:
Begin Input
Output Einde
22
Leeswijzer stroomschema’s
Begin van een proces
Gegevens / informatie
Actor c.q. onderdeel van de examenorganisatie, plus uit te voeren activiteiten
Document / registratie
Beslismoment akkoord / niet akkoord
Elektronische opslag
Gearchiveerde documenten
Einde van een proces
23
2.1. Fase 1:
De ontwikkeling van de OER en van examenproducten
2.1.1. Het ontwikkelen en vaststellen van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2.1.2. Het ontwikkelen en vaststellen van examenproducten
24
2.1.1. Het ontwikkelen en vaststellen van de Onderwijs- en examenregeling (OER)
Format voor het maken van de OER incl examenplan
Examencommissie Stap 1. Opstellen van de OER
Ja
Nee
Oké?
Vastgesteld OER
Examenbureau Stap 2. Administratieve verwerking
Vastgestelde OER
25
Stappenplan: Het ontwikkelen en vaststellen van de Onderwijs- en examenregeling (OER)
Stap 1. Opdracht voor het ontwikkelen van een OER
Beschrijving activiteit
Hulpmiddelen
De Examencommissie geeft opdracht aan een team van het betreffende leertraject voor het opstellen van het examenprogramma als onderdeel van de Onderwijs- en examenregeling (OER) met inachtneming van artikel 7.4.8., lid 1d, 1g, 1h, 1j, en 1k van de WEB. Het examenprogramma wordt door het team vormgegeven in het Examenplan. Het team houdt rekening met de datum van 1 mei waarop de OER vastgesteld moet zijn.
2. Het team stelt vervolgens met behulp van het Ontwikkelen van een Format voor het ontwikkelen van de OER een examenplan. Opstellen van een OER Examenplan samen en neemt dit op in de OER. Nadat de volledige OER door het team is samengesteld, wordt de OER als concept aangeleverd bij de Examencommissie. 3. Beoordelen en vaststellen van de OER
De Examencommissie beoordeelt vervolgens de concept-OER aan de hand van het Format voor het ontwikkelen van de OER .
• • •
•
Visienotitie Praktijkgestuurd Leren Format voor het ontwikkelen van de OER Kwalificatiedossier
Format voor het ontwikkelen van de OER
Bij voldoende kwaliteit stelt de Examencommissie de OER vóór 1 mei vast door het te voorzien van een naam/paraaf en vaststellingsdatum. Vanaf dat moment is de OER voor (toekomstige) deelnemers beschikbaar. 4. Administratieve verwerking
De vastgestelde OER wordt aangeleverd bij het Examenbureau. Het Examenbureau archiveert de OER onder vermelding van crebocode, naam leertraject, leerweg, cohort.
26
2.1.2. Het ontwikkelen en vaststellen van examenproducten
College van Bestuur Stap 1. Opdracht voor ontwikkelen van Examenproducten
Werkgroep Praktijkgestuurd Leren en Waarderen
ConceptExamenproducten
Stap 2. Ontwikkelen van Examenproducten
College van Bestuur Stap 3. Vaststellen Examenproducten Nee
Ja Oké?
Vastgestelde Examenproducten
Examencommissie / Examenbureau Stap 4. Administratieve verwerking
Vastgestelde Examenproducten
27
Stappenplan: Het ontwikkelen en vaststellen van examenproducten 9
Stap 1. Opdracht voor het ontwikkelen van Examenproducten
2. Opstellen van Examenproducten
3. Vaststelling examenproducten
Beschrijving activiteit
Hulpmiddelen
Het College van Bestuur geeft aan de Werkgroep Praktijkgestuurd Leren en Waarderen opdracht tot het ontwikkelen van Examenproducten aan de hand van een vastgesteld examenplan.
De Werkgroep Praktijkgestuurd Leren en Waarderen ontwikkelt een of meer Examenproducten op die van toepassing zijn op alle leertrajecten van het Friesland College. De Werkgroep verantwoordt de ontwikkelde Examenproducten.
Het College van Bestuur beoordeelt • Vaststelling examenproducten vervolgens de examenproducten en stelt ze vast. Indien kanttekeningen worden geplaatst, worden deze met de Werkgroep besproken. De examenproducten worden voorzien van datum van vaststelling en geparafeerd.
4. Administratieve verwerking
Het College van Bestuur levert de examenproducten aan bij de Examencommissie. De Examencommissie laat de examenproducten door het Examenbureau archiveren.
9
Bij Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren gaat het voorlopig om de volgende Examenproducten: Instructies voor het samenstellen van het Examendossier Formulier kwaliteitscriteria voor de beoordeling van een bewijsstuk Formulier kwaliteitscriteria voor de beoordeling van een Examendossier Formulier kwaliteitseisen voor de beoordeling van van de kandidaat in het panelgesprek 28
2.2. Fase 2:
De planning en beoordeling
2.2.1 Het plannen van examens 2.2.2 Het beoordelen van een bewijsstuk 2.2.3 Het samenstellen van het examendossier door de cursist 2.2.4 Het beoordelen van het examendossier 2.2.5. Het beoordelen van deelnemers in het panelgesprek
29
2.2.1. Het plannen van examens 10
Cursist / Examencommissie Aanmeldformulier deelname examen
Stap 1. Aanmelden voor het examen
Aanmeldformulier deelname examen
Examencommissie Brief toelating/afwijzing tot het examen
Stap 2. Vaststellen deelnemerslijst
Deelnemerslijst
Examencommissie Stap 3. Toewijzen van onafhankelijke examinatoren / panelleden
- Examenplan in de OER - Deelnemerslijst - Examinatoren en panelleden
Examencommissie Stap 4. Opstellen examenrooster
Deelnemerslijst Onafhankelijke examinatoren en panelleden
Examencommissie Examenrooster Stap 5. Oproepen van deelnemers voor het examen
10
De procedure die hier beschreven wordt heeft betrekking op de twee momenten per jaar dat de examencommissie de cursisten in de gelegenheid stelt om aan panelgesprekken deel te nemen. De procedure is niet van toepassing als een cursist op een door hem zelf te bepalen moment aan de examencommissie te kennen geeft aan een panelgesprek te willen deelnemen. 30
Stappenplan Het plannen van examens Stap 1. Aanmelden voor het examen
2.. Vaststellen deelnemerslijst
3. Toewijzen van onafhankelijke examinatoren
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
De cursist die aan het examen wil deelnemen, moet zich aanmelden bij de Examencommissie. De cursist vult hiervoor het Aanmeldformulier examen in en levert dit in bij het Examenbureau.
•
Aanmeldformulier examen
Het Examenbureau controleert of alle aangemelde cursisten in het bezit zijn van een geldige onderwijsovereenkomst of examenovereenkomst en stelt vervolgens de deelnemerslijst vast. De Examencommissie brengt de kandidaten schriftelijk op de hoogte van toelating of afwijzing.
• •
Kandidatenlijst Brief: toelating/afwijzing tot het examen
•
OER
•
Begeleidende brief bij het examenrooster Oproepbrief
•
•
Voor het beoordelen van examendossier wijst de Examencommissie twee onafhankelijke examinatoren aan (niet zijnde coach/begeleider van de cursist). Ook voor het beoordelen van de deelnemer in het panelgesprek wijst de Examencommissie drie onafhankelijke panelleden: een die als voorzitter optreedt, een docent (niet zijnde coacht/begeleider van de deelnemer) en iemand uit het beroepenveld (niet zijnde de praktijkbegeleider van de deelnemer).
Bij het toewijzen van examinatoren checkt de examencommissie op: - onafhankelijkheid ten opzichte van de deelnemer - actuele deskundigheid als examinator / assessor 4. Opstellen examenrooster
Op basis van de het examenplan in de OER en de deelnemerslijst met onafhankelijke examinatoren/panelleden maakt de Examencommissie een examenrooster. Het examenrooster geeft inzicht in de volgende gegevens: • welke examinatoren van welke kandidaat het examendossier moeten beoordelen en binnen welke periode; • wanneer er panelgesprekken zullen plaatsvinden en welke panelleden daarbij aanwezig zullen zijn; • wat de tijdsduur is van het gesprek (van hoe laat tot hoe laat); • in welke ruimte het gesprek plaatsvindt.
5. Oproepen van deelnemers voor het examen
De examencommissie stelt de kandidaten schriftelijk op de hoogte van het examenrooster en roept de kandidaten op voor deelname aan het panelgesprek.
•
31
2.2.2
Stappenplan
Beoordeling van bewijsstukken
Stap 1. Aanmelden voor beoordeling van een bewijsstuk(ken) op kerntaak
2. Toewijzen van onafhankelijke beoordelaars
Beschrijving van activiteit De cursist die een bewijsstuk(ken) wil laten valideren, kan zich daarvoor in overleg met zijn coach melden bij het examenbureau. . De examencommissie van de unit zorgt er voor dat er minimaal 4 keer per jaar gelegenheid is tot het beoordelen van bewijsstukken. Bij voorkeur in de vertraagde week.
•
Voor het beoordelen van bewijsstukken wijst de Examencommissie onafhankelijke beoordelaars aan (niet zijnde coach van de cursist).
Bij het toewijzen van beoordelaars checkt de examencommissie op: - onafhankelijkheid ten opzichte van de deelnemer - actuele deskundigheid als beoordelaar 3. Beoordelen bewijsstukken 4. Melding uitslag aan examencommissie 5. Uitslag melden aan cursist
Hulpmiddelen
-Beoordelingskaders -Formulieren beoordeling bewijsstukken - OER
• Onder verantwoordelijkheid van de examencommissie worden de bewijsstukken beoordeeld en gevalideerd De beoordelaars melden de uitstlag van de beoordeling van de bewijsstukken aan de examencommissie De uitslag van de beoordeling wordt via het examenbureau gemeld aan de cursist.
32
2.2.3. Het samenstellen van het examendossier door de cursist
Cursist Instructie voor het samenstellen van een examendossier
Stap 1. Gereedmaken van het examendossier door de cursist
Cursist Stap 2. Inleveren van het examendossier voor beoordeling
Examendossier Ontvangstbewijs
33
Stappenplan Het samenstellen van het examendossier door de cursist
Stap 1. Gereedmaken van het examendossier
2. Inleveren van het examendossier voor beoordeling
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
De cursist stelt – in overleg met zijn coach/begeleider – zijn examendossier samen aan de hand van de instructies voor het samenstellen van een examendossier.
•
De cursist – die zich aangemeld heeft voor deelname aan • examens, zie procedure 2.2.1. – levert zijn examendossier in bij het Examenbureau voor beoordeling.
Instructies voor het samenstellen van een examendossier
Ontvangstbewijs examendossier
Hij krijgt een ontvangstbewijs dat met naam en datum door het Examenbureau en hemzelf ondertekend moet worden.
34
2.2.4. Het beoordelen van het examendossier
Examenbureau Examenmap
Examendossier Formulier: Kwaliteitseisen voor de beoordeling van het examendossier
Stap 1. Toedelen van Examenmappen
Examenbureau Stap 2 Check op volledigheid en transparantie
Examinatoren afzonderlijk Stap 3 Beoordelen van het examendossier door elke examinator afzonderlijk Check op authenticiteit, betrouwbaarheid en validiteit Examinatoren gezamenlijk Stap 4. Beoordelen van het examendossier
Verslag van bevindingen examinatoren afzonderlijk
Verslag van bevindingen examinatoren gezamenlijk Gezamenlijke beoordeling examendossier
Examencommissie Stap 5. Bekendmaking van het beoordelingsresultaat aan de cursist
Brief: Bekendmaking van het beoordelingsresultaat van het examendossier
Examencommissie Stap 6. Bewaren van de examenbescheiden
35
Stappenplan: Het beoordelen van het examendossier Stap 1. Toedelen van examendossiers
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
Het Examenbureau stelt een Examenmap samen waarin opgenomen:: • Het examendossier van de cursist • Instructies voor het samenstellen van het Examendossier • Formulier Kwaliteitseisen voor de beoordeling van een Examendossier • De OER • Het examenrooster
•
•
Instructies voor het samenstellen van het Examendossier Formulier Kwaliteitseisen voor de beoordeling van het Examendossier
Het klaargemaakte materiaal wordt aan de examinatoren overhandigd ten behoeve van hun voorbereiding. 2.. Check op transparantie en Onder verantwoordelijkheid van de volledigheid van het examendossier examencommissie checkt het examenbureau of het examendossier:
•
• •
•
Voldoet aan de eisen van de instructie voor het samenstellen van het examendossier compleet is in overeenstemming met de checklist in het Formulier: Kwaliteitseisen van het examendossier.voor kwaliteitscriterium 1
Instructies voor het samenstellen van het Examendossier Formulier Kwaliteitseisen voor de beoordeling van het Examendossier
Indien het examendossier niet volledig is, wordt de deelnemer in de gelegenheid gesteld gedurende maximaal 5 werkdagen zijn dossier als nog compleet te maken. 3. Beoordelen van het examendossier Onder verantwoordelijkheid van de door 2 onafhankelijke examinatoren examencommissie beoordelen 2 onafhankelijke examinatoren in eerste instantie individueel het examendossier: is de cursist er in geslaagd in voldoende mate te laten zien dat hij de kerntaken van het beroep effectief en efficiënt beheerst.
• •
•
Examenmap Formulier: Kwaliteitseisen voor de beoordeling van het Examendossier Formulier: Eindbeoordeling van het examendossier
Bij de beoordeling hanteert de examinator de beoordelingsaspecten zoals weergegeven in het Formulier: Kwaliteitseisen voor de beoordeling van van het examendossier, kwaliteitscriterium 2 en 3 Desgewenst kan de examinator aanvullend bewijsmateriaal opvragen bij docenten/begeleiders.
36
Vervolg Stap 4. Verslag van bevindingen en beoordeling van het examendossier door examinatoren gezamenlijk
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
De examinatoren bespreken elkaars bevindingen en maken een gezamenlijk verslag op het Formulier: Eindbeoordeling van het examendossier.
•
Formulier: Eindbeoordeling van het examendossier
•
Brief: bekendmaking van het beoordelingsresultaat
•
Tegen brand beschermde afsluitbare kast
De examinatoren formuleren een gezamenlijke beoordeling van het Examendossier, uitgedrukt in voldoende of onvoldoende. Na de beoordeling overhandigen de examinatoren de complete Examenmap en hun bevindingen en beoordeling aan de Examencommissie. 5. Bekendmaken van het beoordelingsresultaat
De Examencommissie brengt de deelnemer schriftelijk op de hoogte van het beoordelingsresultaat van het examendossier.
5. Het bewaren van het examendossier Het examendossier wordt nog niet en archiveren overig materiaal. teruggegeven aan de cursist, maar opgeborgen. Het verslag van bevindingen en de beoordeling worden door het Examenbureau gearchiveerd.
37
2.2.5. Het beoordelen van deelnemers in een panelgesprek
- Agenda panelgesprek - Gespreksmodel - Verslagformulier
Examenbureau Stap 1. Gereedmaken van gespreksdossiers
Examenbureau Stap 2. Gereedmaken van gespreksruimte
Panelleden Stap 3. Voeren van het panelgesprek
Panelleden Stap 4. Opstellen verslag van bevindingen en formuleren van beoordeling
Verslag van bevindingen en beoordeling
Examencommissie Stap 5.
Innemen van het verslag van bevindingen en de beoordeling
Examencommissie
Verslag van bevindingen en beoordeling
Examenbescheiden
Stap 6. Bewaren van examenbescheiden
38
Stappenplan Het beoordelen van deelnemers in een panelgesprek
Stap 1. Gereedmaken van gespreksdossiers
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
Het Examenbureau stelt een gespreksdossier samen voor de • panelleden. Daarin: - Handreiking: het toepassen van het Starr-gespreksmodel - Formulier: om aandachtspunten t.b.v. het panelgesprek op te schrijven - Verslagformulier bij het panelgesprek voor individuele invulling door elk panellid afzonderlijk - Formulier: Verslag van bevindingen - Formulier: Kwaliteitseisen voor de beoordeling van de kandidaat in het panelgesprek - Eventuele verdere instructies voor panelleden - Een evaluatieformulier voor deelnemers (steekproefsgewijs) Eventuele bewijsstukken ter ondersteuning van het gesprek worden door de kandidaat meegebracht naar het gesprek . De kandidaat is een half uur voor het gesprek aanwezig en levert dan deze bewijsstukken in bij het panel ter voorbereiding op het gesprek. Na afloop van het gesprek krijgt de kandidaat deze bewijsstukken weer overhandigd van het panel.
Formulier waarop aandachtspunten voor het panelgesprek kunnen worden vermeld
Het klaargemaakte gespreksdossier wordt minimaal 5 werkdagen vooraf aan het te voeren panelgesprek aan de panelleden overhandigd ten behoeve van hun voorbereiding van het panelgesprek. De panelleden bestuderen het door het Examenbureau aangereikte gespreksdossier. Bestudering levert mogelijke aandachtspunten op voor het panelgesprek. 2. Gereedmaken van de Het Examenbureau is verantwoordelijk voor het inrichten gespreksruimte van de gespreksruimte. De gespreksruimte wordt zodanig ingericht dat het gesprek in alle rust kan plaatsvinden. 3.. Voeren van het panelgesprek
Het panelgesprek wordt gevoerd op basis van een vaste agendastructuur en een gespreksmodel. kan de deelnemer duidelijk maken dat hij de FCcompetenties effectief kan toepassen: “ik weet dat ik het kan en ik weet ook waarom ik het kan”.
•
•
Handreiking: het toepassen van het Starr-gespreksmodel Formulier: Waardering van dee cursist in het panelgesprek
De criteria voor beoordeling van het panelgesprek zijn geformuleerd op het Formulier: Kwaliteitseisen voor de beoordeling van de cursist in het panelgesprek. Het gaat om: 39
• • • •
Reflecteren op eigen gedrag Inzetten van persoonlijke kwaliteiten Beroepsbekwaam handelen Adequaat gedrag, passend voor het niveau, laten zien
Toegespitst op 2 van de 6 kerncompetenties van het Friesland College
Vervolg
Stap 4. Opstellen van verslag van bevindingen en formuleren van beoordeling
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
Elk panellid afzonderlijk noteert zijn bevindingen op het Verslagformulier individuele beoordeling panelgesprek.
• Formulier: Verslag van bevindingen • Formulier: Kwaliteitseisen voor de beoordeling van de kandidaat in het panelgesprek • Verslagformulier individuele beoordeling panelgesprek
Na afloop van het panelgesprek (maximaal één uur) stellen de panelleden gezamenlijk een verslag van bevindingen op. Zij formuleren een beoordeling, uitgedrukt in voldoende of onvoldoende.
5. Het informeren van Het individuele verslagformulier, het gezamenlijke verslag van • bevindingen en de beoordeling wordt door het Examenbureau de kandidaat over gearchiveerd en zorgt ervoor dat de kandidaat een officieel de uitslag bewijsstuk krijgt van de beoordeling van zijn panelgesprek Het panel informeert de deelnemer na afloop van de beraadslaging over het resultaat van het panelgesprek De kandidaat voegt het bewijsstuk van de beoordeling van het panelgesprek toe aan zijn examendossier
40
2.3. Fase 3:
De vaststelling en bekendmaking van de einduitslag en het beheren van uitslagen en gegevens
2.3.1. Het vaststellen en bekendmaken van de einduitslag 2.3.2. Het beheren en bewaren van uitslagen en gegevens
41
2.3.1. Het vaststellen en bekendmaken van de einduitslag
Examenbureau Resultaatlijst per deelnemer op basis van beoordelingen
Stap 1. Gereedmaken resultaatlijsten Resultaatlijsten
Examenbureau Stap 2. Resultaatverwerking
Noise
Examencommissie Stap 3. Vaststelling van de resultaten: einduitslag t.b.v.(certificering of) diplomering
Nee
Ja Uitslag Oké ?
Vastgestelde Resultaatlijsten
Examencommissie Stap 4. Bekendmaken van de einduitslag
Brief Lijst
Examenbureau Stap 5. Certificering en diplomering
Certificaat Diploma
42
Stappenplan: Het vaststellen en bekendmaken van de einduitslag Stap 1. Gereedmaken resultaatlijsten
2. Resultaatverwerking
3. Vaststelling van de resultaten en de einduitslag
4. Bekendmaken van de einduitslag
5. Certificering/Diplomering
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
Het Examenbureau maakt per deelnemer een resultaatlijst m.b.t. de beoordeling van het Examendossier
Het Examenbureau verwerkt de resultaten in Noise.
Vaststelling van de resultaten en de einduitslag t.b.v. (certificering of) diplomering vindt plaats tijdens een bijeenkomst van de Examencommissie. Desgewenst hoort de Examencommissie de examinatoren.
Nadat de einduitslag is vastgesteld, wordt deze - uiterlijk vijftien werkdagen onder verantwoordelijkheid van Examencommissie, schriftelijk bekendgemaakt aan de deelnemer door het Examenbureau (= ook datum van uitschrijving).
• •
Vastgestelde resultaatlijsten Schriftelijke bekendmaking van de einduitslag
Op de verschillende examendocumenten, zoals diploma, (of certificaat) en resultaatlijst wordt de datum van diplomering vermeld als officiële datum waarop het examen afgesloten is.
•
Brief uitnodiging diplomering
Het Examenbureau zorgt voor het gereedmaken van de diploma’s. Het Examenbureau zorgt voor een schriftelijke uitnodiging aan geslaagden voor de diplomauitreiking.
43
2.3.2. Het beheren en bewaren van einduitslagen en gegevens 11
Examendeelnemer Stap 1. Inzagerecht
Nee Oké ?
Ja
Examenbureau Examenproducten Vastgestelde resultaten
Stap 2. Bewaren van de examenproducten en documenten
Examenbureau Stap 3. Vernietigen van examenbescheiden
11
Voor de procedure Bezwaar en Beroep, zie het Examenreglement, artikel 7.1. t/m 7.9. en het Reglement van de Commissie van Beroep voor de Examens, artikel 5.1. t/m 5.23. in dit Handboek, Formulieren en Handreikingen, fase 3. 44
Stappenplan: Het beheren en bewaren van einduitslagen en gegevens Stap 1. Inzagerecht
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
Deelnemers kunnen inzage krijgen • in de verslagen van bevindingen door binnen twintig (20) werkdagen na bekendmaking van het resultaat een verzoek te richten aan het Examenbureau met gebruikmaking van het Formulier: Inzage.
Formulier: Verzoek tot inzage
Het Examenbureau nodigt de deelnemer schriftelijk uit voor een inzage. Indien de deelnemer het oneens is met het verslag van bevindingen en de beoordeling kan hij bezwaar, c.q. beroep aantekenen. 2. Bewaren van examendocumenten
1.2 Wijzigen van de uitslag
3. Vernietigen examendocumenten
Examendocumenten (i.c. alle examenproducten, rapportages van bevindingen en beoordelingen) worden door het Examenbureau gearchiveerd gedurende een periode van een half jaar na vaststelling van de einduitslag.
Indien de Commissie van Beroep • voor de examens (instellingsniveau) besluit tot het wijzigen van de uitslag van een examen, zorgt de Examencommissie er voor dat deze wijziging wordt verwerkt in Noise
Gecorrigeerde resultaatlijst
Na afloop van de bewaartermijn draagt het Examenbureau zorg voor vernietiging en/of teruggave aan deelnemers van de examenbescheiden (indien zij daartoe schriftelijk verzoeken). Voor wat betreft het examendossier: zie procedure 2.4.1. (stap 6).
45
2.4. Fase 4:
De evaluatie
2.4.1. Procesevaluatie 2.4.2. Productevaluatie
46
2.4.1. Procesevaluatie
Registratie procesevaluatie
Examencommissie Stap 1. Initiëren van de procesevaluatie
Examencommissie
Evaluatieverslag
Stap 2. Analyseren van evaluatie-gegevens
Ja (einde proces) Oké ?
Nee Werkgroep ‘Anders Beoordelen’
Stap 3. Oplossingen formuleren
Werkgroep ‘Anders Beoordelen’ Stap 4. Aanpassen van het Kwaliteitshandboek Waarderen
Herziene versie van het Kwaliteitshandboek Waarderen
Examencommissie Stap 5. Aanpassingen implementeren
47
Stappenplan: Procesevaluatie
Stap 1. Initiëren procesevaluatie
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
De Examencommissie neemt • jaarlijks, op een nader vast te stellen moment, het initiatief tot procesevaluatie.
Procesevaluatieformulieren
De Examencommissie maakt hierbij gebruik van de checklists procesevaluatie. Deze lijsten worden uitgereikt aan examenfunctionarissen (waaronder de extern deskundigen) met het verzoek deze in te vullen en te retourneren aan de Examencommissie. Het is aan de Examencommissie om te bepalen hoeveel functionarissen gevraagd worden. 2. Analyseren evaluatiegegevens
De Examencommissie analyseert de verzamelde evaluatiegegevens en legt haar bevindingen en eventuele aanbevelingen vast in een evaluatieverslag. Indien er geen noodzaak tot verbetering is, stopt het proces. Indien verbeteringen wenselijk zijn, geeft de examencommissie deze wens door aan de werkgroep ‘Praktijkgestuurd Leren en Waarderen’.
3. Oplossingen formuleren
4. Aanpassen Kwaliteitshandboek Waarderen
De werkgroep ‘Praktijkgestuurd Leren en Waarderen’, neemt op basis van alle evaluatiegegevens en verbetervoorstellen (van verschillende examencommissies) besluiten ter verbetering.
De gekozen oplossingen worden door de werkgroep ‘Praktijkgestuurd Leren en Waarderen’ verwerkt in het Kwaliteitshandboek Waarderen. Het Kwaliteitshandboek wordt voorzien van een nieuw versienummer.
48
Stap 5. Aanpassingen implementeren
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
Het is de verantwoordelijkheid van de Examencommissie om alle veranderingen die aangebracht worden in het Kwaliteitshandboek Waarderen te implementeren. Alle betrokkenen moeten in kennis gesteld worden van deze veranderingen, zodat zij gelegenheid krijgen hierover vragen te stellen.
49
2.4.2. Productevaluatie
Statistisch overzicht
Examenbureau Stap 1. Aanleveren examengegevens
Rapportage analyse
Examencommissie Stap 2. Analyse
Examencommissie
Nee Oké ?
Stap 2.1. Bijstellen examenproduct(en)
Bijgestelde Examenproduct(en)
Ja
Examencommissie Evaluatieformulieren Deelnemer Gespreksverslagen
Stap 3. Analyse evaluatiegegevens
Nee Oké ?
Ja
Evaluatierapportage
Werkgroep PLW
College van Bestuur
Stap 3.1. Examenproduct aanpassen
Stap 3.2. Vaststellen aangepaste examenproduct
Aangepast examenproduct
Examenbureau Stap 4. Administratieve verwerking
Geëvalueerde examenproducten
50
Stappenplan: Productevaluatie Stap 1. Aanleveren gegevens
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
Nadat de einduitslag van het • examen is vastgesteld, verzamelt het • Examenbureau: • 1. de resultaatlijsten 2. gegevens uit verslagen van bevindingen 3. evaluatiegegevens uit de deelnemerevaluatieformulieren.
Resultaatlijsten Deelnemerevaluatieformulieren Verslagen van bevindingen
Deze gegevens worden aangeleverd bij de Examencommissie. 2. Analyse
3. Analyse evaluatiegegevens
3.1. Examenproduct aanpassen
De Examencommissie voert als eerste op basis van de aangeleverde resultaatlijsten een analyse uit. De evaluatie richt zich vooral op de examenproducten. De Examencommissie legt haar bevindingen vast in een rapportage.
•
Resultaatlijsten
De in Stap 1 aangeleverde deelnemerevaluatiegegevens, de bevindingen van de examinatoren over de examendossiers en de verslagen van bevindingen van de panelleden over de panelgesprekken, worden door de Examencommissie geëvalueerd. De bevindingen worden vastgelegd in een evaluatierapportage.
•
Evaluatierapportages
Indien deze rapportage aanleiding geeft om de examenproducten bij te stellen, verzoekt de Examencommissie de werkgroep ‘Praktijkgestuurd Leren en Waarderen’ tot aanpassing van examenproducten te komen.
51
Stap 3.2. Vaststellen bijgesteld examenproduct
4. Administratieve verwerking
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
Het aangepaste examenproduct wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de College van Bestuur.
Na goedkeuring door het College van Bestuur archiveert het Examenbureau het (aangepaste) examenproduct met de bijbehorende evaluatierapportages.
52
Deel 3
BIJZONDERE PROCEDURES
53
Bijzondere procedures
3.1.
Erkenning van (elders / eerder) Verworven Competenties (EVC)
3.2.
Afwijkende examinering
3.3.
Het constateren van onregelmatigheden
54
3.1. Erkenning van (elders / eerder) Verworven Competenties (EVC)
Onderwijs- of Examendeelnemer Aanvraagformulier Bewijsstukken EVC
Stap . Aanvraag Erkenning Verworven Competenties
Examencommissie
Brief van ontvangst
Stap 2. Bericht van ontvangst
Examencommissie/twee examinatoren
Examinatoren
Stap 3. Beoordeling van de aanvraag Nee EVC
Stap 3.1. Toets EVC
Nee
Brief van afwijzing
Oké? Ja
Brief van erkenning van verworven competenties
Examenbureau Stap 4. Registreren en archiveren
Noise
55
Stappenplan Erkenning van (elders / eerder) Verworven Competenties (EVC) Stap
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
1. Aanvraag EVC
Het Friesland College kan (eerder – elders) verworven competenties erkennen op basis van buiten het onderwijs opgedane kennis en vaardigheden.
•
Aanvraagformulier voor erkenning verworven competenties
•
Brief ontvangst aanvraag EVC
De deelnemer vult een aanvraagformulier in voor erkenning van verworven competenties en levert dit met de nodige bewijsstukken uit zijn portfolio in bij de Examencommissie.
2. Bericht van ontvangst
De examencommissie stuurt de deelnemer een bericht van ontvangst. Daarin wordt aangegeven dat de examencommissie de aanvraag in behandeling heeft.
Voor Stap 3 e.v. zie volgende pagina.
56
Vervolg
Stap
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
3. Beoordeling aanvraag erkenning verworven competenties
De examencommissie laat twee daartoe aangewezen examinatoren beoordelen of een deelnemer al dan niet in aanmerking komt voor erkenning van verworven competenties. De examencommissie neemt de ´´procedure regeling erkenning verworven competenties´´ in acht.
•
De beoordeling van de bewijsstukken van verworven competenties vindt plaats op basis van de instructie voor de beoordeling van een bewijsstuk .
• •
•
Aanvraagformulier en alle bewijsstukken Waarderingskader Examendossier Beschrijfmodel voor het samenstellen van een examendossier Procedure ´´Regeling erkenning verworven competenties´´
Daarbij worden de leer- en werkervaringen en/of relevante overige ervaringen gerelateerd aan de competenties uit het betreffende kwalificatieprofiel.
3.1. Toets EVC.
De examencommissie kan, wanneer de bewijsstukken naar het oordeel van de examinatoren onvoldoende zijn, besluiten tot het afnemen van een toets om de verworven competenties te beoordelen (Stap 3.1. Toets EVC). Zo´n toets kan bestaan uit • Observatie in de praktijksituatie • Een panelgesprek (zie procedure 2.4.) (bijvoorbeeld gericht op de vraag naar transfer van de kennis en vaardigheden naar een nieuwe of andere situatie). • Een proeve van bekwaamheid • Een assessment
Negatieve beoordeling
Wanneer de examencommissie besluit dat géén erkenning kan worden verleend, wordt de deelnemer daarvan schriftelijk in kennis gesteld.
•
Brief van afwijzing
Positieve beoordeling
Wanneer de examencommissie besluit dat wel erkenning verleend kan worden, wordt aan de deelnemer een erkenningsbewijs verstrekt.
• •
Brief van bevestiging Erkenningsbewijs
57
Vervolg Stap 4. Registratie en archivering
Beschrijving van activiteit
Hulpmiddelen
Het examenbureau archiveert. Indien erkenning wordt verleend, wordt deze erkenning in Noise verwerkt.
•
Noise
58
3.2. Afwijkende examinering
Formulier: verzoek afwijkende examinering
Deelnemer Stap 1. Verzoek tot aanpassing examen
Examencommissie Stap 2. Beoordeling verzoek tot aanpassing examen
Nee
Oké?
Brief van afwijzing
Ja Brief van toewijzing
Examenbureau Stap 3. Organiseren aangepast examen
59
Stappenplan: Afwijkende examinering Stap 1. Verzoek tot aanpassing examen
2. Beoordeling verzoek aanpassing examen
3. Organiseren aangepast examen
Beschrijving activiteit
Hulpmiddelen
De deelnemer dient een schriftelijk verzoek in bij de Examencommissie tot het aanpassen van het examen op grond van een handicap of beperking.
Formulier aanvraag afwijkende examinering
De Examencommissie beoordeelt het verzoek en beslist of het verzoek wel of niet toegewezen wordt. Bij een negatief besluit stuurt de Examencommissie een brief van afwijzing, bij een positief besluit een brief van toewijzing. De Examencommissie houdt een lijst bij van gronden voor instemming met afwijkende examinering.
Brief van afwijzing Brief van toewijzing
Het Examenbureau zorgt ervoor dat de toegewezen aanpassing ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Hij stelt alle betrokken examenfunctionarissen op de hoogte van de aanpassing en regelt de voorzieningen die nodig zijn.
60
3.3. Het constateren van onregelmatigheden
Protocol onregelmatigheden
Examinator Stap 1. Geconstateerde onregelmatigheid vastleggen op protocol
Examenbureau 2.1 archivering protocol afschrift naar coach/begeleider
Examencommissie Verdere maatregelen?
Nee Oké? Ja Examencommissie Stap 3. Uitnodigen examendeelnemer Horen van examendeelnemer
Uitnodigingsbrief
Examencommissie Stap 4 Beslissing over opgelegde maatregel
Examenbureau Stap 5 Informeren deelnemer. Archiveren beslissing. Uitvoeren van de maatregelen
Brief naar deelnemer Afschrift coach/begeleider Noise
61
Stappenplan: Onregelmatigheden deelnemer Stap 1. Invullen protocol
2. Beoordeling verder maatregelen Geen verdere maatregelen beoordeling
Wel verdere maatregelen
Beschrijving activiteit
Hulpmiddelen
Indien een onregelmatigheid is geconstateerd, wordt dit door de examinator gemeld via het formulier “protocol onregelmatigheden” aan de Examencommissie in de persoon van de voorzitter.
Protocol onregelmatigheden
De Examencommissie beoordeelt of vermelde onregelmatigheden op protocolformulier aanleiding geven tot verdere maatregelen. Het protocol wordt gearchiveerd door het Examenbureau. Een afschrift van het besluit wordt gestuurd aan de examinator.
Brief uitnodiging
De Examencommissie nodigt de examendeelnemer uit voor gesprek. 3. Horen van de kandidaat.
Voordat een maatregel wordt opgelegd, wordt de deelnemer gehoord. De deelnemer kan zich laten bijstaan door een meerderjarige en/of wettelijk vertegenwoordiger. De ‘Hoor’ vindt plaats door de Examencommissie. Van de ‘Hoor’ wordt verslag gedaan en na de beslissing van de Examencommissie toegevoegd aan het protocol in het archief.
62
Vervolg
Stap 4. Beslissing opgelegde maatregel
Beschrijving activiteit
Hulpmiddelen
De Examencommissie beoordeelt of gedragingen en/of handelingen aan te merken zijn als ‘’onregelmatigheden’’. Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van medewerkers van het Friesland College, hetzij door gedragingen, hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden door de examencommissie alleen maatregelen tegen de deelnemer genomen voorzover hij zelf verantwoordelijk is voor de onregelmatigheid (zie ook: Examenreglement, artikel 8.1. t/m 8.5.
5. Informeren Archiveren Uitvoeren
Het Examenbureau stuurt een brief over de beslissing naar de deelnemer, met een afschrift naar de coach/begeleider, de Examencommissie en de inspectie.
Brief beslissing
Het Examenbureau archiveert de brief
63
Bijlage 1: Delegatiebesluit Bevoegd Gezag Friesland College Zie ook het Examenreglement van het Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren van het Friesland College. Ingevolge de WEB, artikel 7.4.5., stelt het Bevoegd Gezag van de onderwijsinstelling een Examencommissie in ten behoeve van de organisatie en afname van examens. Binnen het Friesland College is gekozen voor Examencommissies per Unit. De voorzitter van de Examencommissie legt jaarlijks een voorstel over de personele invulling van de Examencommissie ter besluitvorming voor aan het Bevoegd Gezag. De Examencommissies van Units hebben allen dezelfde gedelegeerde taken, te weten: 1. Wettelijke taken van het Bevoegd Gezag die gedelegeerd worden aan de Examencommissie van de Unit
Gedelegeerde taken
Examenreglement
WEB
•
Gelegenheid geven aan deelnemers om een examen af te leggen.
Artikel 3.
Artikel 7.4.2. lid 1.
•
Vaststellen van een onderwijs- en examenregeling (OER) vóór 1 mei. Daarin in elk geval opgenomen: o De inhoud en, in voorkomende gevallen, de indeling in onderdelen van het examen.
Artikel 7.4.8. lid 1.
Artikel 7.4.8. lid 1d.
o
In voorkomende gevallen, de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per studiejaar dat gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de toetsen, het examen, of onderdelen daarvan.
Artikel 7.4.8. lid 1g.
o
De wijze waarop de toetsen en het examen of onderdelen daarvan worden afgenomen, daaronder begrepen de wijze waarop gehandicapte deelnemers in voorkomende gevallen in de gelegenheid worden gesteld de toetsen en het examen of onderdelen daarvan af te leggen.
Artikel 7.4.8. lid 1h.
o
Op welke gronden de Examencommissie vrijstelling van het afleggen van een of meer toetsen en examenonderdelen kan verlenen (anders dan in artikel 7.4.3., lid 3).
Artikel 7.4.8. lid l.j.
o
Waar nodig, dat het met goed gevolg afleggen van een of meer toetsen of examenonderdelen voorwaarde is voor het afleggen van andere toetsen of onderdelen.
Artikel 7.4.8. lid l.,k.
64
•
Vervolg: Vaststellen van een onderwijs- en examenregeling (OER) vóór 1 mei. o
De wijze waarop en de termijn waarbinnen de deelnemer inzage verkrijgt in zijn beoordeelde schriftelijke werk.
Artikel 7.4.8. lid l.,l.
o
De wijze waarop en de termijn waarbinnen kennis genomen kan worden van schriftelijke opgaven.
Artikel 7.4.8. lid l.,m.
o
De termijn waarbinnen een toets de uitslag van een toets, examenonderdeel en examen bekend wordt gemaakt.
Artikel 7.4.8. lid l.,n.
•
Rekening houden met verschillende godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuigingen bij de vaststelling van de onderwijs- en examenregeling.
Artikel 7.4.8. lid 3.
•
Het tijdig voor de aanvang van het schooljaar bekendmaken van de onderwijs- en examenregeling, zodanig dat de deelnemer zich een goed beeld kan vormen van de inhoud en inrichting van het onderwijs en de examens.
Artikel 4.2., 4.4. en 5.2.
Artikel 7.4.9.
Het vaststellen van examenproducten en het instellen van een Commissie van Beroep voor de Examens op het niveau van de instelling (Artikel 7.5.1., lid 1 e.v., Artikel 7.5.2., lid 1 e.v. en Artikel 7.5.3., lid 1 e.v.) wordt door het Bevoegd Gezag niet aan de Examencommissie van de Unit gedelegeerd. Artikel 3.2., 4.3.
Artikel 8.1.1., lid 2.
•
Beslissen over inschrijven van extraneï tot examenvoorzieningen
•
Vrijstellingen verlenen op basis van Richtlijnen van het Bevoegd Gezag. Hieronder wordt in elk geval begrepen: o Beslissen over EVK’s en EVC’s Regels vaststellen met betrekking tot een goede gang van zaken tijdens het afnemen van examens. Hieronder wordt in elk geval begrepen: o Vaststellen van de gang van zaken bij examinering o Toezicht op het realiseren van voldoende materiële omstandigheden voor examinering
Artikel 7.4.8. lid l.j.
Richtlijnen en aanwijzingen geven aan examinatoren met betrekking tot beoordeling en uitslag. Hieronder wordt in elk geval begrepen: o Structurele wijziging in de toepassing van vastgestelde beoordelingsvoorschriften o Het aanwijzen van examinatoren/panelleden
Art. 7.4.8., lid 2.j. Art. 7.2.8. (BPV)
•
•
Artikel 7.4.8., lid 2.
Artikel 6. Artikel 4.5.
65
2. Niet-wettelijke gedelegeerde taken
Gedelegeerde taken
Examenreglement
•
Aanwijzen en benoemen van examinatoren/panelleden t.b.v. het afnemen van examens.
Artikel 4.5.
•
Beslissen over verzoeken afwijkende examinering.
•
Oordelen over geldigheid verzuim.
•
Optreden bij (vermoeden van) fraude of onregelmatigheden. Hieronder wordt in elk geval begrepen: o Het functioneren als meldpunt voor (vermoeden tot) fraude of onregelmatigheden o Het vaststellen van fraude of onregelmatigheden o Zelf maatregelen vaststellen bij onregelmatigheden van kandidaten of daarover adviseren o Melden van fraude of onregelmatigheden van personeel bij het College van Bestuur o Informeren van inspectie en alle betrokkenen over de genomen maatregel
Artikel 8.
•
Het vaststellen van de uitslag van het examen, evenals het bekendmaken van de uitslag van het examen.
Artikel 9.
•
Het instellen van een Bezwaarcommissie tegen maatregelen en beslissingen m.b.t. het examen op het niveau van de unit.
Artikel 7.
tot incidentele
ontheffing en/of
Artikel 5.3. t/m 5.6.
Artikel 3.3.
66
Bijlage 2
examenreglement van het Friesland College cursusjaar 2006-2007 Dit examenreglement is van toepassing op alle opleidingen en leertrajecten van de stichting ‘Stichting voor Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie’, gevestigd te Leeuwarden. Dit examenreglement bestaat uit twee delen: Deel I: voor de leertrajecten Praktijkgestuurd Leren Deel II: voor de opleidingen die niet vallen onder Praktijkgestuurd Leren
67
Examenreglement: Onderdeel I voor de leertrajecten Praktijkgestuurd Leren
1
Geldigheid
1.1
Dit onderdeel van het examenreglement is van toepassing op alle Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren* van de Stichting voor Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie, gevestigd te Leeuwarden, die met ingang van het cursusjaar 2006-2007 van start gaan, indien en voor zover daarvan bij bijzondere regeling niet is afgeweken. Dit examenreglement van het Friesland College geldt met ingang van 1 augustus 2006 voor de duur van de Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren. Met inachtneming van dit reglement kunnen per leertraject nadere regels worden vastgelegd. Voor de beroepsopleidingen die niet werken met het Onderwijsconcept Praktijkgestuurd Leren* geldt het Examenreglement, onderdeel II.
1.2 1.3
2
Begrippen Zie bijlage.
3
Organisatie van de examens
3.1
Het bevoegd gezag stelt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens voor elke unit* een examencommissie* in. Het bevoegd gezag kan daarbij samenwerken met andere onderwijsinstellingen. De examencommissie maakt alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van de examinering tijdig aan de kandidaten bekend. Onderwijsdeelnemers en examendeelnemers kunnen zich tot veertien dagen voor aanvang van een examen schriftelijk aanmelden bij de examencommissie. Aan de inschrijving als examendeelnemer kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. De examencommissie brengt de kandidaten tijdig op de hoogte van alle voorwaarden om aan de examenvoorzieningen deel te kunnen nemen. De examencommissie benoemt en wijst de examinatoren* c.q. panelleden* aan en informeert de kandidaten hierover tijdig.
3.2 3.3
3.4 3.5
4
Afwijkende examinering
4.1 4.2
De doelen, de vorm van examinering en de tijdsduur worden tijdig aan de kandidaten bekend gemaakt. Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan de examencommissie toestaan dat de examinering in afwijkende vorm en/of duur plaatsvindt. Daarvoor is in het Handboek Waarderen* 2006-2007 een procedure opgenomen. De afwijking mag niet ten koste gaan van technische eisen inzake examinering als validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van de afwijkende examenvorm mogen niet anders zijn dan de doelstelling en het niveau van het oorspronkelijke examen(onderdeel). Een gehandicapte onderwijs- of examendeelnemer kan bij de examencommissie schriftelijk een verzoek indienen tot afwijkende examinering. Bij dit verzoek moet een verklaring worden gevoegd van een arts of een andere deskundige. Uit deze verklaring moet blijken dat de afwijkende examinering geïndiceerd is en waaruit deze dient te bestaan. De deelnemer kan een verzoek indienen bij de examencommissie om onderdelen van het examendossier in het Fries te schrijven. De examencommissie willigt dit verzoek in indien: • een begeleidende docent de Friese taal voldoende beheerst; • het bedrijf voor beroepspraktijkvorming of de externe opdrachtgever hiertegen geen bezwaar heeft; • er een samenvatting in het Nederlands wordt toegevoegd. Deelnemer en panelleden kunnen bij het panelgesprek overeenkomen ieder voor zich of beiden het Fries in plaats van het Nederlands te hanteren.
4.3 4.4
4.5
5
Richtlijnen voor de beoordeling van examens
5.1 5.2 5.3 5.4
De beoordeling van elke kandidaat gebeurt aan de hand van tevoren vastgestelde criteria. De vastgestelde beoordelingsnormen worden ten opzichte van iedere kandidaat gelijkelijk gehanteerd. Kandidaten weten op grond waarvan zij slagen voor het examen. De beoordeling moet gemotiveerd kunnen worden. De beoordeling moet consistent zijn en in overeenstemming met de beoordelingscriteria. De examencommissie stelt vast of de beroepspraktijkvorming* met gunstig gevolg is gerealiseerd. Het bevoegd gezag heeft in het Handboek Waarderen de verantwoordelijkheden m.b.t. het bewaren van examenproducten en procedures m.b.t. bewaartermijn vastgelegd.
5.5 5.6
6
Bezwaar en beroep
6.1
Een kandidaat kan tegen maatregelen en beslissingen met betrekking tot het examen schriftelijk bezwaar* aantekenen bij de examencommissie. 68
6.2
6.7 6.8
Het bezwaarschrift houdt in: a. naam en adres van de indiener; b. datum van indiening; c. omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen bezwaar wordt aangetekend (kopie meesturen); d. de gronden van het bezwaar. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt drie werkdagen nadat de beslissing of maatregel schriftelijk ter kennis gekomen is van de kandidaat. De examencommissie beslist zo mogelijk binnen een termijn van twee weken na indiening van het bezwaar. De commissie kan deze termijn eenmaal verlengen. Een kandidaat kan binnen drie werkdagen na ontvangst van de uitspraak op het bezwaar, beroep* aantekenen bij de ‘Commissie van Beroep voor de Examens’, p/a Postbus 1781, 8901 CB, Leeuwarden. Het beroepsschrift houdt in: a. naam en adres van de indiener; b. datum van indiening; c. omschrijving van de uitspraak waartegen beroep wordt aangetekend (kopie meesturen); d. de gronden van het beroep. De kandidaat stuurt het beroepsschrift naar de Commissie van Beroep voor de Examens. De procedure voor beroep is neergelegd in het ‘Reglement Commissie van Beroep voor Examens’.
7
Onregelmatigheden en fraude
6.3 6.4 6.5 6.6
7.1
8
Het bevoegd gezag kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van examinering* onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, hoort het bevoegd gezag de kandidaat. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een meerderjarige; de minderjarige kandidaat laat zich vergezellen van een wettelijke vertegenwoordiger. Het is ter beoordeling van de examencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel. Uitslagregels
8.1 De examencommissie stelt de beoordeling van het examendossier en van het panelgesprek vast op basis van adviezen die worden uitgebracht door examinatoren en panelleden. 8.2 De eindwaardering van respectievelijk het examendossier en van het panelgesprek wordt weergegeven in één van de volgende begrippen: voldoende of onvoldoende. De examencommissie maakt de uitslag van het examen binnen redelijke termijn na afsluiting van het leertraject/de opleiding schriftelijk bekend. 9
Slotbepalingen
9.1 Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
69
Examenreglement: Onderdeel II voor de opleidingen die niet vallen onder Praktijkgestuurd Leren 1.
geldigheid 1.1.
1.2. 1.3.
2.
Dit onderdeel van het examenreglement is van toepassing op alle opleidingen van de stichting Stichting voor Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie, gevestigd te Leeuwarden, die met ingang van het cursusjaar 2006-2007 van start gaan, indien en voor zover daarvan bij bijzondere regeling niet is afgeweken. Het examenreglement van het Friesland College geldt met ingang van 1 augustus 2006 voor de duur van de opleidingen. Met inachtneming van dit reglement kunnen per opleiding nadere regels worden vastgelegd. Deze regels mogen niet in strijd zijn met dit reglement.
Begrippen
zie bijlage
3.
toegang tot de examenvoorziening 3.1. 3.2. 3.3.
3.4. 3.5. 3.6.
4.
organisatie van de examens 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6.
5.
Degene die aan een onderwijsinstelling als deelnemer* is toegelaten, heeft eveneens toegang tot de examenvoorzieningen*. Aan de toegang tot de examenvoorzieningen kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld. Degene die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wenst te worden toegelaten, kan zich als examendeelnemer in laten schrijven. Aan die inschrijving kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. Kandidaten zijn verplicht deel te nemen aan de toetsen waarvoor zij zijn ingeschreven. Kandidaten die aan een toets niet hebben deelgenomen, overleggen op eerste verzoek aan de examencommissie een verklaring waarin zij de reden van het verzuim vermelden. De examencommissie oordeelt over de geldigheid van het verzuim. Voor kandidaten die een geldige reden hadden, komt de eerstvolgende toetsgelegenheid in de plaats van de verzuimde toetsgelegenheid. Voor kandidaten die geen geldige reden hadden, is de verzuimde toetsgelegenheid geldig. Per opleiding worden regels gesteld met betrekking tot het meermalen afleggen van een toets voor dezelfde eindtermen. De examencommissie stelt kandidaten die door ziekte of een andere vorm van overmacht niet in staat zijn aan toetsen deel te nemen, na opheffing van de situatie van overmacht in de gelegenheid de betreffende toets alsnog af te leggen. Kandidaten die zich binnen een half uur na aanvang van de toets melden, mogen nog meedoen met de toets, tenzij een andere kandidaat de toetsruimte inmiddels heeft verlaten.
Het bevoegd gezag stelt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens voor elke unit* een examencommissie in. Het bevoegd gezag kan daarbij samenwerken met andere onderwijsinstellingen. De leden zijn docenten uit de betreffende vakgebieden en, voor de beroepspraktijkvorming, praktijkopleiders. De examencommissie maakt alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van de toetsen tijdig aan de kandidaten bekend. Onderwijsdeelnemers en examendeelnemers kunnen zich tot veertien dagen voor aanvang van elke toets schriftelijk aanmelden bij de examencommissie. De examencommissie brengt de kandidaten tijdig op de hoogte van de hulpmiddelen die zij bij de toetsen mogen gebruiken. De kandidaten zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen van de personen die belast zijn met het toezicht tijdens het afnemen van een toets. De examencommissie wijst de examinatoren aan en informeert de kandidaten hierover tijdig.
samenstelling van de examens en toetsen 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.
5.6.
De examencommissie mandateert de vaststellingscommissie om toetsen vast te stellen. De doelen en de vorm van elke toets en de spreiding van toetsonderdelen worden tijdig aan de kandidaten bekend gemaakt. De toets gaat de omvang van de toetstermen niet te buiten. Elke toets die gebaseerd is op vastgestelde eindtermen heeft een zoveel mogelijk vergelijkbare moeilijkheidsgraad als elke volgende toets met dezelfde doelen, ongeacht de doelgroep waarvoor deze toets bestemd is. Toetsen zijn duidelijk; dit geldt voor alle mogelijke aspecten ervan. De toetsduur van elke toets wordt tijdig bekend gemaakt. Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan de examencommissie toestaan dat de toets in afwijkende vorm en/of duur wordt afgenomen. Deze afwijking mag niet ten koste gaan van toetstechnische eisen als validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van de afwijkende toetsvorm mogen niet anders zijn dan de doelstelling en het niveau van de oorspronkelijke toets. De examencommissie kan een onderwijs- of examendeelnemer die korter dan zes jaar in Nederland woont en voor wie de Nederlandse taal niet de moedertaal is, toestaan het examen niet volgens het examenreglement af te leggen. Als de Nederlandse taal van belangrijke betekenis is voor de betreffende toets, kan de examencommissie de 70
tijdsduur van het betreffende examenonderdeel met een factor 1,25 vermenigvuldigen en/of het gebruik van een woordenboek toestaan. 5.7. De deelnemer kan een verzoek indienen bij de examencommissie om een verslag van de Beroepspraktijkvorming of afstudeerverslag in het Fries te schrijven. De examencommissie willigt dit verzoek in indien: • een begeleidende docent de Friese taal voldoende beheerst; • het bedrijf voor beroepspraktijkvorming of de externe opdrachtgever hiertegen geen bezwaar heeft; • er een samenvatting in het Nederlands wordt toegevoegd. 5.8. Deelnemer en examinator kunnen bij mondelinge examens overeenkomen ieder voor zich of beiden het Fries in plaats van het Nederlands te hanteren. 5.9. Een gehandicapte onderwijs- of examendeelnemer kan bij de examencommissie schriftelijk een verzoek indienen tot afwijkende examinering. Bij dit verzoek moet een verklaring worden gevoegd van een arts of een andere deskundige. Uit deze verklaring moet blijken dat de afwijkende examinering geïndiceerd is waaruit deze dient te bestaan. 5.10. De examencommissie kan technische aanpassingen en afwijking van de tijdsduur toestaan. 5.11. Technische aanpassingen kunnen bijvoorbeeld zijn het toestaan van specifieke hulpmiddelen, het aanpassen van de examenlocatie en het individueel toetsen. 5.12. Bij beperkingen van functies kan de examencommissie de examenduur aanpassen; bij slechthorendheid of dyslectie wordt de toetstijd met een factor 1,25 vermenigvuldigd, bij doofheid en slechtziendheid met een factor 1,5 en bij blindheid en beperking in arm- en handfunctie met een factor 2. 6.
richtlijnen voor de beoordeling van examens en toetsen 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6.
7.
bezwaar en beroep 7.1. 7.2.
7.3. 7.4. 7.5. 7.6.
7.7. 7.8. 8.
De beoordeling van elke kandidaat gebeurt aan de hand van tevoren vastgestelde objectieve criteria. De vastgestelde beoordelingsnormen worden ten opzichte van iedere kandidaat gelijk gehanteerd. Kandidaten moeten kennis kunnen nemen van de normering die bij de beoordeling gehanteerd wordt. De beoordeling moet gemotiveerd kunnen worden. De beoordeling moet consistent zijn en in overeenstemming met de beoordelingscriteria. Het bevoegd gezag beoordeelt of de eindtermen betreffende de beroepspraktijkvorming zijn behaald. Het bevoegd gezag bewaart de uitwerkingen van toetsen, indien de aard of omvang van gemaakt werk dat toelaat, tezamen met de toets en beoordelingscriteria. De bewaartermijn bedraagt zes maanden. De termijn gaat in na de einduitslag van de betreffende deelkwalificatie. Deze bewaartermijn wordt met de duur van een procedure omtrent het gemaakte werk verlengd. Gedurende deze periode hebben belanghebbenden recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling.
Een kandidaat kan tegen maatregelen en beslissingen met betrekking tot het examen schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Het bezwaarschrift houdt in: a. naam en adres van de indiener; b. datum van indiening; c. omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen bezwaar wordt aangetekend (kopie meesturen); d. de gronden van het bezwaar. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt drie werkdagen nadat de beslissing of maatregel schriftelijk ter kennis gekomen is van de kandidaat. De examencommissie beslist zo mogelijk binnen een termijn van twee weken na indiening van het bezwaar. De commissie kan deze termijn eenmaal verlengen. Een kandidaat kan binnen drie werkdagen na ontvangst van de uitspraak op het bezwaar, beroep aantekenen bij de ‘Commissie van beroep voor de Examens’, p/a Postbus 1781, 8901 CB Leeuwarden. Het beroepsschrift houdt in: a. naam en adres van de indiener; b. datum van indiening; c. omschrijving van de uitspraak waartegen beroep wordt aangetekend (kopie meesturen); d. de gronden van het beroep. De kandidaat stuurt het beroepsschrift naar de Commissie van beroep voor de Examens. De procedure voor beroep is neergelegd in het ‘Reglement Commissie van Beroep voor de Examens.
onregelmatigheden en fraude 8.1.
Het bevoegd gezag kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van toetsing onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, hoort het bevoegd gezag de kandidaat. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een meerderjarige; de minderjarige kandidaat laat zich vergezellen van een wettelijke vertegenwoordiger. 8.2. Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: a. het niet opvolgen van instructies; b. het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen. Verder is het ter beoordeling aan de examencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel. 8.3. De inspectie en alle betrokken partijen worden van de maatregel schriftelijk in kennis gesteld. 8.4. De maatregelen bedoeld in dit artikel kunnen zijn: a. de uitslag van de betreffende toets wordt ongeldig verklaard; b. uitsluiting van (verdere) deelname aan toetsing. Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van personeel van de instelling of van hulpkrachten die door de instelling zijn aangetrokken, hetzij door gedraging hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, past het
71
bevoegd gezag de maatregelen als bedoeld in lid 4 alleen toe voor zover de kandidaat zelf verantwoordelijk is voor die onregelmatigheid. 9.
uitslagregels 9.1.
9.2.
9.3. 9.4. 9.5. 9.6. 9.7. 9.8.
Per deelkwalificatie stelt de examencommissie vast of een kandidaat daarvoor geslaagd is of niet. De eindwaardering voor een deelkwalificatie wordt weergegeven in één van de volgende begrippen: a. onvoldoende b. voldoende c. goed of in één van de volgende cijfers: a. 10= uitmuntend 5= bijna voldoende b. 9 = zeer goed 4= onvoldoende c. 8 = goed 3= gering d. 7 = ruim voldoende 2= slecht e. 6 = voldoende 1= zeer slecht Een kandidaat is voor een deelkwalificatie geslaagd als het gewogen gemiddelde van de behaalde resultaten voldoende of meer is en de kandidaat heeft voldaan aan de overige eisen die in de examenprogrammering aan de behaalde resultaten worden gesteld. Deelcijfers worden vastgesteld tot één decimaal; het eindcijfer wordt afgerond tot een geheel getal. Bij afronding worden breuken van een half of meer naar boven afgerond en breuken van minder dan een half naar beneden. De examinator maakt de uitslag van elke toets binnen redelijke termijn na afname van de toets bekend. Het bevoegd gezag maakt de uitslag van het examen binnen redelijke termijn na afsluiting van de opleiding bekend. Uitslagen worden schriftelijk aan de kandidaten bekend gemaakt. Het bevoegd gezag informeert een deelnemer voor de start van de opleiding over vrijstellingsmogelijkheden. De deelnemer of examendeelnemer die een beroep doet op de vrijstellingsregeling, dient daarvoor een schriftelijk en met bewijsstukken onderbouwd verzoek in bij de examencommissie. De examencommissie baseert zich bij het verlenen van vrijstellingen op de richtlijnen van het bevoegd gezag. Bij het verlenen van vrijstellingen voor extern gelegitimeerde deelkwalificaties gelden de voorschriften van de extern legitimerende instelling van de opleiding. De examencommissie kan op verzoek van de betrokkene op basis van vooropleiding of ervaring, vrijstelling verlenen voor het afleggen van een of meer toetsen en/of examenonderdelen. Deelnemers die in het bezit zijn van een certificaat, verkregen op grond van een met succes voltooide deelkwalificatie aan een andere instelling, zijn vrijgesteld van het daarmee overeenkomende examenonderdeel. De examencommissie kan op verzoek van betrokkene studie- of ervaringsresultaten erkennen die aan een andere instelling zijn behaald.
10. slotbepalingen 10.1. Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
72
Begrippenlijst (Examenreglement, Onderdeel I en Onderdeel II) Beroep
Protest tegen een uitspraak van de examencommissie* op een bezwaar
Beroepsopleiding
De in het Centraal Register Beroepsopleidingen (Crebo) opgenomen opleiding.
Beroepspraktijkvorming
Onderricht dat plaatsvindt in de praktijk van het beroep (dus in een bedrijf of organisatie, zie WEB, artikel 7.2.8 en 7.4.6.). Onderricht in de praktijk maakt deel uit van elk leertraject.
Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV-overeenkomst)
De beroepspraktijkvorming wordt verzorgd op basis van een overeenkomst tussen het Friesland College, de deelnemer en het bedrijf of de organisatie waarbinnen de beroepspraktijkvorming plaatsvindt. Voor de beroepsbegeleidende leerweg tekent ook het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, dat daarmee verklaart dat de praktijkopleidingsplaats een gunstige beoordeling heeft. De overeenkomst regelt de rechten en verplichten van alle partijen. (zie WEB, artikel 7.2.8., lid 2).
Bevoegd Gezag
Het bevoegd gezag is het College van het Bestuur van het Friesland College.
Bezwaar
Een schriftelijk bezwaar van de kandidaat tegen een uitspraak van de examencommissie over de gang van zaken tijdens het examen tegen maatregelen en beslissingen m.b.t. het examen bij de examencommissie.
Certificaat
Een (door overheid en bedrijfsleven) erkend document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat een met een deelkwalificatie corresponderend deel van een leertraject met goed gevolg is doorlopen (zie WEB, artikel 7.4.6.).
Commissie van Beroep voor de Een door het bevoegd gezag van het Friesland College ingestelde Commissie van Beroep examens voor de Examens. Beslissingen van de examencommissie of van de examinatoren kunnen worden onderworpen aan het oordeel van de Commissie van Beroep voor de Examens. Deelkwalificatie
Een combinatie van competenties gebundeld in een of meer onderwijseenheden voor een bepaald leertraject, dat in het licht van verdere studie of uitoefening van het beroep, waarop het leertraject is gericht, een zelfstandige betekenis heeft.
Deelnemer
Een deelnemer is een persoon, die zich met het oog op het gebruik van de onderwijsvoorzieningen laat inschrijven bij het Friesland College (zie WEB, artikel 8.1.1.). In de OER wordt de aanduiding ‘’cursist’’ gebruikt.
Examencommissie
Een door het bevoegd gezag van het Friesland College ingesteld orgaan per unit ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens voor elk van het door de instelling verzorgd leertraject of groep van leertrajecten. De examencommissie kan vrijstelling van het afleggen van een of meer examenonderdelen verlenen. De examencommissie stelt, met inachtneming van de Onderwijs- en Examenregeling (OER), regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens het afnemen van de examenonderdelen. De examencommissie kan (de) taken mandateren, doch blijft verantwoordelijk.
Examendeelnemer
Iemand die deelneemt aan een examen als examendeelnemer, maar die niet als onderwijsdeelnemer is ingeschreven aan het Friesland College. Voor inschrijving als examendeelnemer gelden bepaalde voorwaarden (zie: Handboek Leren en Waarderen).
Examendossier
Het gedeelte van het portfolio* van de deelnemer dat als zodanig (d.i. het examendossier) op basis van instructies wordt samengesteld.
Examenprogramma
Het gedeelte van de Onderwijs- en Examenregeling waarin de programmering van het examen wordt omschreven.
Examenregeling
Dat deel van de Onderwijs- en Examenregeling, dat de inhoud en de inrichting van het examen voor een leertraject beschrijft.
Examenreglement
Dat deel van de Onderwijs- en Examenregeling, dat de randvoorwaarden voor correcte examinering beschrijft.
Examenvoorziening
Het Friesland College kent twee examenvoorzieningen: het examendossier en het panelgesprek.
Examinator
Degenen die door de examencommissie zijn aangewezen om examendossiers te beoordelen en om panelgesprekken te voeren en te beoordelen (zie ook: Panelleden).
Examinering
Het uitoefenen van de bevoegdheid met betrekking tot beslissingen omtrent de inhoud en het niveau van examens van een beroepsopleiding, dan wel van de afzonderlijke leerwegen, in relatie tot de eindtermen, procedures en voorwaarden waaronder examens worden afgenomen, alsmede de bevoegdheid de uitslag van het examen vast te stellen.
Gehandicaptenregeling
Regeling die geldt voor deelnemers met zodanige leerproblemen, dat een afwijkende 73
toetsing noodzakelijk is. Deze leerproblemen zijn o.a.: dyslexie, discalculalie, concentratieproblemen (ADHD), faalangst. Onder de regeling vallen ook studenten met een of meer lichamelijke handicaps, die tot functiebeperking(en) leiden en langdurig zieken. Handboek Waarderen
Het kwaliteitshandboek waarin het Friesland College het examenmanagement (KCE, domein 1) beschrijft en waarin alle aspecten van het examenproces (KCE, domein 3), de examenproducten (KCE, domein 4) en de verantwoording (KCE, domein 5) worden vastgelegd.
Kandidaat
De deelnemer (zoals bedoeld in artikel 8.1.1. van de WE)) of een extraneus, die examendeelnemer is op grond van een overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 8.1.3. van de WEB.
KCE
KwaliteitsCentrum Examinering. Dit is de instelling die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de externe borg op de examinering door onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs.
Kritische beroepssituatie
Kritische beroepssituaties zijn kernopgaven, keuzes en dilemma’s waar een beroepsbeoefenaar in zijn functioneren mee te maken krijgt en waarbij hij om te handelen keuzes moet maken. Ze worden bij de kerntaken van een leertraject beschreven.
Kwalificatie
Het geheel aan kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen dat voor de uitoefening van een beroep wordt vereist om op een bepaald niveau werkzaam te zijn. Het omvat dus het geheel van eindtermen van een opleiding.
Leertraject (Praktijkgestuurd Leren)
een leertraject is een binnen het onderwijsconcept van Praktijkgestuurd Leren en onder verantwoordelijkheid van de cursist ingericht opleidingstraject dat leidt tot een of meer certificaten en/of een diploma. Een leertraject kent geen vooraf gestructureerde inhoud of vorm.
Onderwijseenheid
Synoniem van module. Kleinste eenheid van samenhangende eindtermen binnen een opleiding, i.c. kerntaak.
Onderwijs- en Examenregeling Een door of namens het bevoegd gezag voor elke door de instelling verzorgde opleiding (KCE) opgestelde regeling, met daarin de beschrijving van de belangrijkste kenmerken van een opleiding, waaronder de toetsing en examinering. Onderwijsovereenkomst
Een overeenkomst tussen deelnemer en bevoegd gezag, zoals bedoeld in artikel 8.1.3. van de WEB, die ten grondslag ligt aan de inschrijving. De overeenkomst regelt de rechten en plichten tussen instelling en student, zoals inhoud van het onderwijs, examens en studiebegeleiding.
Opleiding
Een samenhangend geheel van in onderwijseenheden gebundelde eindtermen, gericht op het behalen van een diploma of onderdelen van een diploma.
Panelgesprek
Een examenvorm waarbij een panel (een docent, zijnde niet de eigen coach, een vertegenwoordiger uit het beroepenveld en een voorzitter) beoordeelt of de deelnemer in staat is kerncompetenties effectief in kan zetten in kritische beroepssituaties en waarin de deelnemer er blijk van geeft dat hij weet waarom dat effectief is.
Panelleden
De door de examencommissie aangewezen en geschoolde leden (docenten, vertegenwoordigers uit het beroepenveld en voorzitter) om een panelgesprek met een deelnemer te voeren en een (advies)beoordeling daarvan aan de examencommissie uit te brengen. Zie: Examinator.
Portfolio
Het document waarin de deelnemer ‘’bewijzen van bekwaamheid’’ verzamelt.
Unit
Een onderdeel van het Friesland College. Het Friesland College kent de volgende units: MBO Handel, MBO Zakelijke Dienstverlening, MBO Hospitality and Tourism, MBO Verpleging en Verzorging, MBO Welzijn, Cios, Techno Lyceum, ICT Lyceum, MBO Bouw, MBO Vervoer en Logistiek, Educatie.
Vrijstelling
Een bewijs dat de deelnemer voldoet aan de eindtermen van een deelkwalificatie op basis van documentatie of EVC-procedure.
74
BIJLAGE 3 REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS I.
Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder: • • • •
beroepsschrift: een schrijven, ingediend door de cursist, waarin beroep wordt aangetekend tegen een beslissing van de Examencommissie dan wel de examinatoren van een unit College van Bestuur: het College van Bestuur van het Friesland College cursist: een ieder die bij het Friesland College ingeschreven staat voor het volgen van een onderwijsprogramma dan wel ingeschreven staat als extraneus werkdag: een dag waarop binnen de unit van het Friesland College, waar de cursist onderwijs volgt, onderwijs wordt gegeven II.
Reikwijdte
2.1 Dit reglement is van toepassing op de behandeling van het beroep, dat tegen een beslissing van de Examencommissie of de examinatoren van een unit wordt ingesteld. 2.2 De cursist, die van mening is, dat de onderwijs- en examenregeling ten aanzien van hem niet juist is toegepast, kan van een daarop berustende beslissing van de Examencommissie of de examinatoren van een unit, beroep instellen bij de Commissie van Beroep voor de Examens Friesland College. 2.3 Het instellen van beroep heeft geen schorsende werking ten aanzien van de bestreden beslissing. III.
Commissie van Beroep voor de Examens
3.1 De Interne Bezwarencommissie Friesland College (sectie Personeel) benoemd krachtens en werkend onder vigeur van het op 1 augustus 2002 door het College van Bestuur, na instemming van de Medezeggenschapsraad vastgestelde reglement, fungeert als Commissie van Beroep voor de Examens. 3.2 Voor de samenstelling en benoeming van de Interne Bezwarencommissie Friesland College (sectie Personeel) wordt verwezen naar artikel III van het in het eerste lid genoemde reglement. 3.3 De Commissie van Beroep wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door een door het College van Bestuur benoemde ambtelijk secretaris en een notulist. 3.4 De benoeming van de leden van de Commissie van Beroep geldt voor een periode van drie jaren. Zij treden af volgens een door het College van Bestuur vastgesteld rooster van aftreding. Aftredende leden zijn terstond herbenoembaar. Bij het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar wordt hun ontslag verleend met ingang van de eerstvolgende maand. 3.5 De Commissie van Beroep houdt zitting met ten minste drie leden.
75
IV.
Taak van de Commissie van Beroep
De Commissie van Beroep oordeelt of de beslissing van de Examencommissie dan wel van de examinatoren van een unit is genomen in overeenstemming met de onderwijs en examenregeling (OER). V.
Procedure
5.1 Het beroepsschrift van de cursist wordt binnen 3 werkdagen, nadat de beslissing van de Examencommissie of van de examinatoren van de unit hem schriftelijk is meegedeeld, bij de Commissie van Beroep ingediend. 5.2 Als dag van mededeling, bedoeld in artikel 5.1, geldt de dag, volgend op die, waarop de schriftelijke beslissing van de Examencommissie dan wel van de examinatoren van de unit aan de cursist is verzonden. 5.3 Indien de cursist aannemelijk maakt, dat de aanvang van de in artikel 5.1 genoemde termijn hem niet tijdig bekend kon zijn, wordt de termijn van 3 werkdagen geacht te zijn aangevangen op de dag, waarop hij redelijkerwijs van de beslissing heeft kunnen kennis nemen. 5.4 Het beroepsschrift moet gericht zijn aan : de secretaris van de Commissie van Beroep voor de Examens Friesland College, Postbus 1781, 8901 CB Leeuwarden. 5.5 Het beroepsschrift moet zijn ondertekend door de cursist en tenminste bevatten: a. een dagtekening; b. de beslissing waartegen het beroep is gericht; c. de gronden van het beroep. 5.6 Bij het beroepsschrift dient een kopie te worden gevoegd van de beslissing, waartegen het beroep is gericht, alsmede van de onderwijsovereenkomst c.q. de overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming. 5.7 Bij verzending per post is het beroepsschrift tijdig ingediend, indien het vóór het einde van de in artikel 5.1 genoemde termijn blijkens het poststempel ter post is bezorgd. 5.8 Vanwege de Commissie van Beroep wordt de ontvangst van het beroepsschrift schriftelijk aan de cursist bevestigd. Indien het beroepsschrift niet voldoet aan de vereisten, zoals genoemd in artikel 5.5 en/of artikel 5.6, wordt de cursist daarbij in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen een termijn van 5 werkdagen te herstellen. 5.9 Indien het beroepsschrift niet gericht is tegen een door de Examencommissie dan wel de examinatoren van de unit genomen beslissing, indien de termijn als bedoeld in artikel 5.1 of 5.8 niet in acht is genomen of indien het beroepsschrift niet voldoet aan de in artikel 5.5 gestelde vereisten, verklaart de voorzitter van de Commissie van Beroep in een schriftelijke en gemotiveerde uitspraak de cursist nietontvankelijk in zijn beroep, welke uitspraak onverwijld aan de cursist, de Examencommissie c.q. de examinatoren van de unit en het College van Bestuur wordt toegezonden. 76
5.10 Indien de voorzitter naar zijn voorlopig oordeel van mening is, dat een of meer van de gevallen van niet-ontvankelijkheid, genoemd in artikel 5.9, zich niet voordoet, wordt vanwege de Commissie van Beroep een kopie van het bezwaarschrift en de eventuele aanvulling daarop, als bedoeld in artikel 5.8, toegezonden aan de Examencommissie, c.q. de examinatoren van de unit die gerechtigd zijn daarop binnen een termijn van 5 werkdagen door middel van een verweerschrift te antwoorden. 5.11 Van het verweerschrift wordt vanwege de Commissie van Beroep onverwijld een kopie toegezonden aan de cursist. 5.12 Voordat de Commissie van Beroep uitspraak doet, stelt zij partijen in de gelegenheid op een hoorzitting te worden gehoord, welke hoorzitting niet later mag plaatsvinden dan 30 werkdagen na de dag waarop het beroepsschrift bij de Commissie van Beroep is binnengekomen. 5.13 Partijen worden ten minste 5 werkdagen vóór de hoorzitting schriftelijk daartoe uitgenodigd, waarbij hun wordt meegedeeld, dat zij tot 3 werkdagen voor de hoorzitting nog nadere stukken bij de Commissie van Beroep kunnen indienen. 5.14 Partijen kunnen zich op de hoorzitting doen bijstaan door een advocaat of gemachtigde. 5.15 De hoorzitting vindt in het openbaar plaats, tenzij de Commissie van Beroep, hetzij op verzoek van de cursist en / of de Examencommissie c.q. de examinatoren van de unit hetzij ambtshalve, anders bepaalt. 5.16 Partijen worden in elkaars tegenwoordigheid gehoord. Indien aannemelijk is, dat het gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden, waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden, kan de Commissie van Beroep, hetzij op verzoek van de cursist en/of de Examencommissie c.q. de examinatoren van de unit hetzij ambtshalve, bepalen dat partijen afzonderlijk zullen worden gehoord. 5.17 Op verzoek van de cursist en/of de Examencommissie, c.q. de examinatoren van de unit dan wel op last van de Commissie van Beroep kunnen op de hoorzitting getuigen en/of deskundigen worden gehoord. Zij dienen, voordat met hun verhoor wordt aangevangen, te beloven de waarheid en niets dan de waarheid te zullen zeggen c.q. hun taak naar geweten te zullen verrichten. 5.18 Van het verhandelde op de hoorzitting wordt door de notulist een verslag opgemaakt, dat aan de uitspraak van de Commissie van Beroep wordt gehecht. Voorlopige voorziening 5.19 Indien het belang van de cursist een onverwijlde voorziening vordert, kan hij in het beroepsschrift, in afwachting van de uitspraak in de hoofdzaak, aan de voorzitter van de Commissie van Beroep verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. 5.20 Na ontvangst van een verzoek als bedoeld in artikel 5.19 bepaalt de voorzitter ten spoedigste de plaats en tijd waarop het verzoek zal worden behandeld. Aan partijen wordt hiervan schriftelijk mededeling gedaan, terwijl zij tevens voor de zitting worden opgeroepen. 77
5.21 De voorzitter bepaalt de procesorde. 5.22 De voorzitter doet zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd uitspraak. Hij kan het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaren, weigeren of geheel of gedeeltelijk toewijzen. 5.23 De voorzitter kan in zijn uitspraak bepalen wanneer de voorlopige voorziening vervalt. Zij vervalt in ieder geval, indien het beroep in hoofdzaak wordt ingetrokken dan wel de Commissie van Beroep in de hoofdzaak heeft beslist. VI.
Beslissing
6.1 De Commissie van Beroep doet uiterlijk 10 werkdagen na sluiting van de hoorzitting, schriftelijk en gemotiveerd uitspraak, welke uitspraak onverwijld aan de cursist, aan het College van Bestuur, aan de Examencommissie c.q. de examinatoren van de unit en aan de inspectie wordt toegezonden. 6.2 De Commissie van Beroep kan het ingediende bezwaar: a. niet-ontvankelijk verklaren; b. ongegrond, dan wel c. gegrond verklaren. 6.3 Indien de Examencommissie of de examinatoren van de unit in de bestreden beslissing geen melding hebben gemaakt van de termijn waarbinnen en/of de instantie bij wie het beroepsschrift moet worden ingediend, verklaart de Commissie van Beroep het ingediende beroep in ieder geval ontvankelijk. 6.4 Indien de Commissie van Beroep het beroep gegrond verklaart, vernietigt zij het besluit geheel of gedeeltelijk. Zij kan bepalen, dat opnieuw of alsnog in de zaak wordt beslist dan wel dat het examen of enig onderdeel daarvan – al dan niet binnen een bepaalde termijn – opnieuw wordt afgenomen onder door de Commissie van Beroep te stellen voorwaarden.
VII.
Overige bepalingen
7.1 De in dit reglement genoemde termijnen worden verlengd met de door het College van Bestuur vastgestelde vakanties. 7.2 De kosten van de Commissie van Beroep komen voor rekening van het Friesland College. 7.3 Dit reglement is van toepassing op beroepsschriften, die na de datum van inwerkingtreding bij de Commissie van Beroep voor de Examens zijn ingediend. 7.4 Dit reglement wordt ter inzage gelegd op elke locatie van het Friesland College.
78
7.5 Over de toepassing van procedureregels, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Commissie van Beroep.
Aldus vastgesteld door het College van Bestuur, na instemming van de Medezeggenschapsraad op 8.11.03 en in werking getreden op 01.01.04.
79