ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2009
PRAKTIJKGESTUURD LEREN EN WAARDEREN
91200 ALLROUND SCHOONHEIDSSPECIALIST 4
wellness
Versie 2009.1
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
FRIESLAND COLLEGE Brinnummer: 25 LG Vastgesteld: nog Onderwijs- en examenregeling (OER)
Allround Schoonheidsspecialist 4
Cohort: Crebonummer: Code Friesland College: Leerweg: Niveau van beroepsuitoefening: Studiejaar: Studiebelastingsuren (SBU’s): Toepassing Wet Studiefinanciering: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven: Vastgesteld door het College van Bestuur: Ingangsdatum: Vervaldatum 1:
2009/ 2013 91200 OER91390O2008 BOL 4 2009 – 2010 6400 Alleen bij BOL-variant KOC nog 1 augustus 2009 1 augustus 2010
Leeuwarden, 24 juni 2008, L. Vos, College van Bestuur Friesland College
1
Tijdens de invoeringsperiode van de competentiegerichte kwalificatiestructuur wordt de Onderwijs en examenregeling steeds voor de periode van 1 jaar vastgesteld. Mochten er geen wijzigingen zijn wordt de geldigheid jaarlijks per 1 augustus stilzwijgend met 1 jaar verlengd tot de maximale geldigheidsduur.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
2
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
WOORD VOORAF De Onderwijs- en Examenregeling (afgekort: OER) voor educatie en beroepsopleidingen is een wettelijk document dat voorafgaand aan een studiejaar door het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling moet worden vastgesteld. In artikel 7.4.8. van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (afgekort: WEB) is aangegeven wat een OER in elk geval moet omvatten. In de voorliggende OER wordt het onderwijs naar competenties ingericht en tegelijkertijd wordt voldaan aan de in artikel 7.4.8. van de WEB genoemde onderdelen. In artikel 7.4.9. eist de WEB dat het bevoegd gezag tijdig vóór de aanvang van het studiejaar de inhoud en inrichting van het onderwijs en de examens bekend maakt, zodat de aanstaande cursist 2 zich een goed beeld daarvan kan vormen. Voor alle opleidingen wordt gebruik gemaakt van landelijk ontwikkelde en vastgestelde kwalificatiedossiers. In de kwalificatiedossiers wordt het handelen in de beroepspraktijk beschreven in combinatie met de daarvoor vereiste vakinhoudelijke en persoonsgebonden competenties. Concrete taken en werkprocessen in de beroepspraktijk en de daarvoor benodigde competenties zijn nu de ijkpunten voor het vaststellen van de prestaties die een beginnend beroepsbeoefenaar moet kunnen leveren. Bij elk kwalificatiedossier hoort ook het document Leren, Loopbaan en Burgerschap versie april 2007. Ook nieuw is dat in de kwalificatiedossiers eisen aan de beheersing van het Nederlands worden gesteld: op het moment van afronding van hun opleiding moeten alle cursisten een basisniveau Nederlands beheersen. De nieuwe kwalificaties eisen dat de cursist kan laten zien dat hij beschikt over zowel vakinhoudelijke als persoonsgebonden competenties. Het gaat daarbij altijd over en-en, nooit over of-of. Bij het ontwerp van de kwalificatiedossiers is voor alle opleidingen gebruik gemaakt van een standaardset van 25 competenties (de zogenaamde SHL-competenties). In deze set zijn een aantal competenties geaccentueerd als zogenaamde FC-competenties: Het Friesland College (FC) heeft namelijk – onder regie van het Expertisecentrum Innovatie en Professionalisering - in 2005-2006 met vertegenwoordigers uit bedrijven en instellingen in de regio een overleg gestart om gezamenlijk te komen tot regionale beroepsprofielen die bestaan uit een beschrijving van een beperkt aantal kerncompetenties en persoonlijke kwaliteiten die noodzakelijk zijn om adequaat in het beroep te kunnen functioneren. Die FC (SHL-)kerncompetenties en persoonlijke kwaliteiten vormen het vertrekpunt bij het realiseren van Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren. Voor het beoordelen om te verzilveren wordt in elk Leertraject Praktijkgestuurd Leren een relatie gelegd met het Kwalificatiedossier zoals dat door de Minister van OC&W is vastgesteld. Het kwalificatiedossier bevat alle inhoudelijke informatie waaraan we ons als school conformeren. In de rest van dit document en bijlagen wordt dan ook verwezen en gebruik gemaakt van dit kwalificatiedossier, qua inhoud en codering. Het kwalificatiedossier is digitaal beschikbaar via www.mbo2010.nl
2
De Wet Educatie en Beroepsonderwijs spreekt steeds van ‘’deelnemer’’ of ‘’onderwijsdeelnemer’’. Woorden als ‘’cursist’’, ‘’leerling’’ of ‘’student’’ worden niet gebruikt. Wij gebruiken in deze OER het woord ‘’cursist’’. Daarmee worden zowel mannelijke als vrouwelijke cursisten bedoeld, Met ‘’hij’’, ‘’hem’’, ‘’zijn’’ is ook ‘’zij’’, ‘’haar’’ inbegrepen. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
3
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 PRAKTIJKGESTUURD LEREN ................................................................................................ 5 PRAKTIJKGESTUURD LEREN....................................................................................................................................... 5 LEERTRAJECT ............................................................................................................................................................ 5 VERSCHIJNINGSVORMEN PRAKTIJK ........................................................................................................................... 5 KWANTITATIEVE VERHOUDING LEERACTIVITEITEN................................................................................................... 6 LEREN, LOOPBAAN EN BURGERSCHAP ...................................................................................................................... 6 PERSOONLIJKE KWALITEITEN .................................................................................................................................... 7 RELATIE KWALITEITEN EN COMPETENTIES ................................................................................................................ 7 HOOFDSTUK 2
BEGELEIDING ..................................................................................................................... 11
BEGELEIDING .......................................................................................................................................................... 11 BEGELEIDINGSINSTRUMENTEN ................................................................................................................................ 11 HOOFDSTUK 3 ONDERWIJSPROGRAMMA ................................................................................................... 13 INDELING STUDIEJAAR............................................................................................................................................. 13 DE EERSTE PERIODE................................................................................................................................................. 13 VERVOLG VAN HET LEERTRAJECT ........................................................................................................................... 13 VERTRAAGDE WEEK ................................................................................................................................................ 13 WET STUDIEFINANCIERING ..................................................................................................................................... 14 BEROEPSPRAKTIJKVORMING ................................................................................................................................... 14 HOOFDSTUK 4 BEOORDELING ......................................................................................................................... 16 BEOORDELEN OM TE LEREN EN BEOORDELEN OM TE BESLISSEN .............................................................................. 16 BEOORDELEN OM TE LEREN ..................................................................................................................................... 16 BEOORDELEN OM TE BESLISSEN .............................................................................................................................. 16 EXAMENMODEL....................................................................................................................................................... 16 DIPLOMERINGSDOSSIER EN DIPLOMA ...................................................................................................................... 17 KWALITEITSHANDBOEK WAARDEREN..................................................................................................................... 17 HOOFDSTUK 5 ONTWIKKELAGENDA ............................................................................................................ 18 AFWIJKINGEN VAN HET STANDAARD TRAJECT......................................................................................................... 18 HOOFDSTUK 6 EXAMENREGLEMENT: .......................................................................................................... 19 1 2 3 4 5 6 7 8 9
GELDIGHEID .................................................................................................................................................. 19 BEGRIPPEN .................................................................................................................................................... 19 ORGANISATIE VAN DE EXAMENS .................................................................................................................. 19 AFWIJKENDE EXAMINERING.......................................................................................................................... 19 RICHTLIJNEN VOOR DE BEOORDELING VAN EXAMENS ................................................................................ 19 BEZWAAR EN BEROEP ................................................................................................................................... 19 ONREGELMATIGHEDEN EN FRAUDE .............................................................................................................. 20 UITSLAGREGELS ............................................................................................................................................ 20 SLOTBEPALINGEN .......................................................................................................................................... 20
BIJLAGE 1 BEGRIPPENLIJST BIJ EXAMENREGLEMENT ......................................................................... 21 BIJLAGE 2 EXAMENMODEL ............................................................................................................................. 24 BIJLAGE 3 ONDERWIJSPROGRAMMA ........................................................................................................... 26
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
4
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Hoofdstuk 1 Praktijkgestuurd leren Praktijkgestuurd leren Het Friesland College kiest voor praktijkgestuurd leren. Leren op basis van echte praktijksituaties is het belangrijkste kenmerk van praktijkgestuurd leren. Kiezen voor werken in de echte praktijk en aan je keuze gehouden worden, maakt leren betekenisvol en spannend. Het helpt je om te onderzoeken waarom iets wel of niet lukt, of wat een volgende keer anders moet. Zo ontstaat inzicht in eigen mogelijkheden, werkwijzen, ambities en kansen en wordt het leerproces verdiept. Dat kan je weer helpen ook in onbekende situaties de juiste dingen te doen. Sleutelwoord daarbij is ‘reflectie’ . Reflectie leert je naar jezelf kijken. Zo helpt het bij het opdoen van kennis, vergroten van (ambachtelijke) vaardigheden en de ontwikkeling van persoonlijke kwaliteiten. We vinden het belangrijk dat je weet wat je wilt en wat je kunt om je dromen en ambities te verbinden met de werkelijkheid.
Leertraject In het Friesland College spreken we niet van opleidingen, maar van leertrajecten. In een opleiding is alles van het begin van het eind vastgelegd; een leertraject kent geen vooraf gestructureerde inhoud of vorm. Hierdoor ontstaat een situatie waarin zelfsturing noodzakelijk is: als cursist maak jij keuzes en word je geconfronteerd met de consequenties van je keuzes. Uiteraard word je hierbij begeleid. Je bepaalt zelf wat je wilt leren en hoe je dat gaat aanpakken. Je stippelt je eigen leertraject (leerweg) uit. Een leertraject is dus niet van tevoren volledig omschreven en vastgelegd (bijvoorbeeld in een rooster met vakken). Iedere cursist maakt samen met zijn coach/begeleider zijn eigen leertraject.
Verschijningsvormen praktijk Afhankelijk van het gekozen leertraject heeft de praktijk binnen een leertraject verschillende verschijningsvormen: 7
• Werken voor bedrijven. Cursisten kiezen een prestatie die ze bij voorkeur in kleine groepen uitvoeren. Prestaties zijn kort geformuleerde complexe opdrachten met een helder beschreven resultaat. Een prestatie moet kansen bieden op de ontwikkeling van persoonlijke kwaliteiten, ambachtelijke vaardigheden en kennis. De cursist levert de prestatie voor de opdrachtgever en deze beoordeelt het resultaat. Dit is werken voor bedrijven • Werken in een bedrijf. Cursisten werken gedurende minimaal 4 weken in een bedrijf of instelling. Bij voorkeur zo dat twee of drie cursisten een reële arbeidsplaats vervullen. Het werken kan gecombineerd worden met prestaties binnen het bedrijf. Voorwaarde is dat het reflectieproces gewaarborgd is. Als het bedrijf geaccrediteerd is en de werkzaamheden inhoudelijk passen bij het door een cursist gekozen beroepsprofiel, kunnen de werkperiodes gelden als de wettelijk voorgeschreven beroepspraktijkvorming (BPV). Omdat er sprake is van een reële werkplekervaring heet dit werken in bedrijven. • Onderzoek uitvoeren. Cursisten kunnen onderzoek doen op basis van een reële vraag uit de praktijk. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als bij werken voor bedrijven • Projecten. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
5
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Cursisten kunnen deelnemen aan projecten. Kenmerkend voor projecten is dat er een projectplan, projectdoelen, fasering en projectorganisatie zijn. Bij een prestatie is alleen het resultaat omschreven. Een project kan praktijkgestuurd leren zijn als een reële vraag of opdracht het project stuurt en als de cursisten in grote mate medebepalend zijn voor de aanpak • Werken in een leer- of intern bedrijf. Werkzaamheden of activiteiten die het Friesland College als organisatie verricht en werkzaamheden voor ‘derden’ kunnen door een leerbedrijf, een intern bedrijf gedreven door cursisten, worden uitgevoerd. Voorbeelden zijn: het vergadercentrum, het bedrijfsrestaurant, Office for You, reparatie van computers etc. Kenmerkend voor een leerbedrijf is dat cursisten verantwoordelijk zijn voor de bedrijfsvoering. • Minionderneming. Een minionderneming wil zeggen dat cursisten zelf een bedrijfje runnen. Ze doen marktonderzoek en ontwerpen, produceren en verkopen hun producten • Baan, vrijwilligerswerk, hobby. Iedere situatie die het mogelijk maakt dat cursisten ervaring opdoen die bijdraagt aan hun persoonlijke en professionele ontwikkeling kan onderdeel van de opleiding zijn. Deeltijdbaantjes, hobby en vrijwilligerswerk dragen bij aan de persoonlijke ontwikkeling en zijn daarmee deel van het leertraject en portfolio. Ook daar kan de coach een begeleidingsrol vervullen als er sprake is van relevante praktijk. Het kan leren binnen en buiten de (gekozen) beroepscontext zijn.
Kwantitatieve verhouding leeractiviteiten Bij de vormgeving van praktijkgestuurd leren overlappen leeractiviteiten elkaar. Activiteiten buiten de (beroeps)context leiden ook tot verdieping. De hieronder aangegeven hoeveelheden praktijk, verdieping, reflectie en activiteiten buiten de beroepscontext zijn te beschouwen als indicaties. De kwantitatieve verhouding tussen de verschillende activiteiten ziet er als volgt uit: • 50 % praktijk • 20 % verdieping • 20 % reflectie • 10 % buiten de beroepscontext De daadwerkelijke verdeling van de tijd over de activiteiten is afhankelijk van het door de cursist gekozen programma en aanbod van de school. De gemiddelde daarvan invulling staat beschreven in de bijlage van het onderwijsprogramma.
Leren, Loopbaan en Burgerschap Door dit hele onderwijs- en examenreglement vind je informatie over Leren, loopbaan en burgerschap. Naast eisen die aan een beroep worden gesteld worden er ook eisen gesteld rond leren, loopbaan en burgerschap. Je moet je ook buiten het beroep op een juiste manier kunnen redden in de maatschappij. Daarvoor worden allerlei activiteiten georganiseerd, veelal beschreven als buiten de context van beroep. Dit betekent dat het activiteiten zijn die waardevol kunnen zijn voor alle beroepen. Het is een verplicht onderdeel van je opleiding. De delen leren en loopbaan worden beoordeeld tijdens het panelgesprek aan het einde van je opleiding. Voor burgerschap moet je materiaal verzamelen in je portfolio. Er zijn activiteiten die voor iedereen worden georganiseerd zoals de evenementenweken, er zijn ook activiteiten die door de opleidingen zelf worden georganiseerd. Je coach bespreekt met jou welke eisen daaraan worden gesteld en hoe je mee kunt doen.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
6
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
FC- Kerncompetenties
Tijdens je leertraject werk je aan de ontwikkeling van verschillende competenties. Een competentie is het vermogen om in een specifieke situatie de juiste prestatie te kunnen leveren. De werknemer van morgen zal steeds meer moeten voldoen aan de eisen van veranderende organisaties in een maatschappij die in beweging is. Bedrijven en instellingen vragen steeds meer andere vaardigheden, persoonlijke kwaliteiten en kennis van hun medewerkers. Het Friesland College heeft in bijeenkomsten met bedrijven en instellingen een aantal gezamenlijke competenties vastgesteld die voor alle branches en beroepssectoren van belang zijn. We gebruiken deze ‘branche-overstijgende’ kerncompetenties als basis voor elk leertraject. Ook landelijk is er nagedacht over de gezamenlijke beschrijving van kerntaken en competenties. Dit heeft een totaal van 25 (SHL) competenties opgeleverd waarmee alle opleidingstrajecten zijn beschreven. Een competentie wordt altijd toegepast in een beroep en daar krijgt het dan ook pas zijn waarde. De relatie van deze competenties met de kerntaken staat vastgelegd in het Kwalificatiedossier en zijn bepalend voor je diploma. De 6 FC-(kern)competenties zijn: 1. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken 2. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen 3. Het vermogen om in te schatten in welke situatie je bent en je plek te vinden 4. Het vermogen om samen te werken in verschillende (beroeps)situaties 5. Het vermogen om contact te maken en contact te onderhouden met mensen 6. Het vermogen om te bereiken wat je van plan bent, resultaat te behalen
Persoonlijke kwaliteiten Persoonlijke kwaliteiten zijn de motor binnen de ontwikkeling van competenties. Al het effect van kennis kan wegvallen als bijvoorbeeld de zorgvuldigheid in de uitvoering ontbreekt, en zorgvuldigheid is een voorbeeld van een persoonlijke kwaliteit. We richten ons vooral op het versterken van al aanwezige persoonlijke kwaliteiten en het waar nodig compenseren van kwaliteiten die gemist worden. Persoonlijke kwaliteiten ontwikkel je zowel binnen als buiten het beroep. Daarom zijn baantjes, hobby en vrijwilligerswerk zo belangrijk en kunnen ze deel uit maken van je leertraject. Het Friesland College organiseert om deze reden evenementenweken. Dit zijn weken waarin FC-cursisten gezamenlijk prestaties uitvoeren voor maatschappelijke organisaties en instellingen in de regio, waarbij de inhoud (schijnbaar) geen enkele relatie hoeft te hebben met het beoogde beroepsprofiel.
Relatie kwaliteiten en competenties Alle FC-competenties, Landelijke (SHL) competenties en persoonlijke kwaliteiten hebben een duidelijke verbinding met elkaar. In de overzichten die hierna zijn geplaatst kun je de samenhang zien. Het is een overzicht dat je kan helpen tijdens je leertraject.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
7
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Relatie FC-Kerncompetenties en persoonlijke kwaliteiten met landelijke competenties
Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken • • •
Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen Leren Omgaan met verandering en aanpassen Analyseren Onderzoeken Reflectie en zelfsturing
• •
Creëren en innoveren Gedrevenheid en ambitie tonen Creëren en leren
• • •
Persoonlijke Kwaliteiten • • • • •
Kiezen, verantwoordelijkheid nemen Contact maken, verbinding aangaan Moed tonen Improviseren Onafhankelijk zijn
Het vermogen om in te schatten in welke situatie je bent en je plek te vinden • • • •
Het vermogen om contact te maken en contact te onderhouden met mensen
Beslissen en activiteiten initiëren Ethisch en integer handelen Bedrijfsmatig handelen Initiatief nemen
• • • •
Het vermogen om samen te werken in verschillende (beroeps)situaties • • • • • •
Samenwerken en overleggen Instructies en procedures opvolgen Met druk en tegenslag omgaan Formuleren en rapporteren Aansturen Begeleiden
Relatie opbouwen en netwerken Aandacht en begrip tonen Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Relaties opbouwen en onderhouden
Het vermogen om te bereiken wat je van plan bent, resultaat te behalen • • • • • • • •
•
Gedrevenheid en ambitie tonen Ondernemend en commercieel handelen Plannen en organiseren Kwaliteit leveren Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Resultaten halen
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
8
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
FC – Kerncompetenties met voorbeelden van gedrag
Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken • • • • • • •
Je laat passie zien, de wil om ‘er een schepje bovenop te doen’. Je benut je talenten door het beste uit jezelf naar boven te halen Je bent ondernemend, je neemt initiatief; bent proactief Je toont interesse Je laat zien dat je durft Je kijkt kritisch naar jezelf en je wilt leren Je neemt verantwoording en legt verantwoording af
Het vermogen om in te schatten in welke situatie je bent en je plek te vinden • • • • • • •
Je kent je plaats in de organisatie van een bedrijf/instelling Je houdt er rekening mee dat elk bedrijf anders is en dat elk bedrijf zijn eigen normen heeft Je gedraagt je zoals het hoort Je ziet het werk Je wacht niet af, maar weet wat er van je verwacht wordt, je neemt initiatief Je kent je eigen grenzen; je handelt ethisch en integer Je maakt onderscheid tussen jouw normen en waarden en die van het bedrijf
Het vermogen om contact te maken en contact te onderhouden met mensen • • • • • • • • • •
Je hebt belangstelling voor andere mensen, voor wat hen bezighoudt Je treedt mensen positief en met een open houding tegemoet Je verbindt je met andere mensen Je leeft je in in andere mensen en respecteert hun opvattingen Je kent je plaats en weet professioneel afstand te houden Je komt je afspraken na Je spreekt conflicten op een correcte manier uit Je bent klantvriendelijk Je neemt op het goede moment de beslissingen anderen te raadplegen en houdt rekening met wat door hen gezegd wordt. Je deelt eigen kennis en ervaring
Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen •
Je bent kritisch naar jezelf; je hebt een reëel beeld van jezelf Je neemt feedback van anderen serieus; je kunt met kritiek van anderen omgaan Je kent je eigen kwaliteiten, je sterke punten en minder sterke punten Je weet wat je wilt, wat je beweegt, wat je drive is Je kunt kritisch kijken naar wat je doet, daarvan leren en je handelen aanpassen Je hebt inzicht in je eigen leren, je weet hoe jij leert, wat bij je past Je bent bereid met anderen over jezelf en je functioneren te praten
• • • • • •
Het vermogen om samen te werken in verschillende (beroeps)situaties • • • • •
Je houdt je aan gemaakte afspraken Je toont respect voor anderen, Je werkt goed samen met anderen Je luistert als dat nodig is, je praat met je collega’s over wie, wat, waar en wanneer doet, zodat misverstanden voorkomen worden Je weet in moeilijke situaties eigen emoties onder controle te houden
Het vermogen om te bereiken wat je van plan bent, resultaat te behalen
• • • • •
Je blijft goed functioneren bij tijdsdruk en tegenslag, zodat gestelde doelen worden gehaald. Je komt gemaakte afspraken na Je neemt nieuwe initiatieven Je houdt je aan bedrijfsnormen Je speelt flexibel in op onvoorziene omstandigheden
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
9
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Talen In de kwalificatiedossiers worden eisen gesteld aan de beheersing van talen: Nederlands Voor het beroep zijn de eisen Nederlands vastgelegd in het kwalificatiedossier. Het gaat om taaleisen volgens de niveau-indeling van het referentiedocument Talen. Voor Leren, Loopbaan en Burgerschap gelden ten aanzien van het Nederlands de taaleisen die zijn vastgelegd in hoofdstuk 7 van het document Leren, loopbaan en burgerschap (april 2007). Deze eisen maken deel uit van onderwijs en examinering. Bij verschil in de taaleisen vanuit beroep en LL&B gelden de hoogste eisen. Moderne vreemde talen (MVT) Voor het beroep zijn de eisen MVT vastgelegd in het kwalificatiedossier (zie tabel met eindniveaus in deel B van dat kwalificatiedossier). Het betreft taaleisen volgens de niveauindeling van het referentiedocument Talen. Ook in deel C van het kwalificatiedossier is informatie opgenomen voor MVT, soms bij ondersteunende kennis en vaardigheden, soms bij de beschrijving van het gewenste eindresultaat, soms verwerkt in de prestatie-indicator. Voor Leren, Loopbaan en Burgerschap gelden de adviezen MVT opgenomen in het referentiedocument Talen. De ambities/adviezen hebben geen verplichtende status. Scholen maken zelf keuzes (passend bij doelgroep en regio). Bij het Talencentrum van het Friesland College kun je Engels, Duits, Frans en Spaans doen. Voor deze moderne vreemde talen hanteert Friesland College een aantal uitgangspunten. Bij de start van het leertraject talen maak je kennis met de werkwijze van het Talencentrum, laat je zien wat je al kunt in de vreemde taal en bespreek je wat je nog moet doen om de taal goed toe te kunnen passen in de (beroeps)praktijk. Op basis hiervan wordt met jou een traject afgesproken en vastgelegd in het taalportfolio. Zo krijg je bij de start 3 een taalcompetentieprofiel. Dit laat zien op welk niveau je je taal of talen moet beheersen . De inhoud van je taalcompetentieprofiel komt voort uit de taalcompetentieprofielen van je opleiding aangevuld met je eigen taalvragen. Voor uitgebreide informatie over de wijze van toetsing en beoordeling wordt verwezen naar het document ‘Beoordelen om te beslissen in het Talencentrum’ (procedures en instrumenten voor de beoordeling van de talen). Dit document kan bij de secretaris van de examencommissie van de betreffende unit worden ingezien.
3
De niveaus in de taalcompetentieprofielen zijn gekoppeld aan het CEFR (Common European Framework of References for teaching and assessing of modern languages) en zijn gerelateerd aan de taalcompetentieprofielen uit het referentiedocument Talen, het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap, alsook voor het beroep de kwalificatiedossiers. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
10
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Hoofdstuk 2
Begeleiding
Begeleiding Passende begeleiding is een noodzakelijke voorwaarde voor je leerproces. Bij begeleiding legt je coach het accent op je persoonlijke ontwikkeling, letten vakspecialisten op inhoudelijke kwaliteit en dragen praktijkexperts zorg voor de continuïteit van de (werk)uitvoering. Uitgangspunt voor iedere vorm van begeleiding is: ‘’ik help mijn cursisten het zelf te doen …’’. Coach Je coach helpt je bij je persoonlijke ontwikkeling en bij het opstellen van je leertraject. Je coach volgt je gedurende je hele opleidingsperiode. Je hebt regelmatig gesprekken over je ervaringen en wat deze ervaringen met je doen en over de stappen die je moet zetten. Je coach maakt duidelijke afspraken met je waar jij je aan moet houden. Vakspecialisten Vakspecialisten begeleiden je bij het aanleren van vaardigheden en helpen je bij het verkrijgen van vakkennis. Dit doen ze met instructie, workshops, (vaardigheids-)trainingen en simulaties. Ze kijken met jou naar de uitvoering van je werk en wat je kunt doen om de kwaliteit van je werk te verhogen. Ze krijgen hierbij veel informatie van de praktijkexperts. Praktijkexperts De praktijkexperts begeleiden je in de praktijk, helpen je het werk te leren zien, plannen, verdelen en uitvoeren. Ze geven instructie en houden jou en de vakspecialisten op de hoogte van je vorderingen. Coachgroep Je werkt vanuit een eigen coachgroep. Dit is een vaste groep cursisten waar je regelmatig mee te maken hebt.
Begeleidingsinstrumenten Om je voortgang en ontwikkeling bespreekbaar te maken en vast te leggen kunnen er diverse instrumenten worden gebruikt. Je kunt daarbij denken aan: • Leerlijnen • Ontwikkelingslijnen • Portfolio • Leerkaarten • Ontwikkelspiraal De keuze voor het gebruiken van de begeleidingsinstrumenten is afhankelijk van beschikbaarheid en bruikbaarheid in jouw fase van ontwikkeling. Leerlijnen Leerlijnen maken de voortgang en ontwikkeling zichtbaar van kennis en vaardigheden. Deze kennis en vaardigheden zijn gekoppeld aan kerntaken en werkprocessen uit het kwalificatiedossier of aan voor de regio belangrijke uitgangspunten. Ontwikkelingslijnen Ontwikkelingslijnen bevatten houdingsaspecten en persoonlijke kwaliteiten uit de competenties. Persoonlijke kwaliteiten kun je niet ‘even’ trainen. De ontwikkeling ervan vraagt tijd en is vooral ook kansrijk buiten de directe omgeving van je beroep. Ze beschrijven zichtbaar gedrag. Je kunt aangeven waar je staat en waar je bijvoorbeeld de volgende periode aan wilt werken. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
11
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Portfolio Alles waarmee je kan laten zien wat je geleerd hebt, verzamel je in een portfolio. In je portfolio maak je de verwerving van FC/SHL-competenties, persoonlijke kwaliteiten en ambachtelijke competenties zichtbaar. Je portfolio is de verzamelplek van allerlei bewijsmateriaal. Er is geen voorgeschreven vorm. De vorm van je portfolio maak je zelf. Daar ben je zelf verantwoordelijk voor. Zorg er wel voor dat je portfolio ook door anderen kan worden ingezien en dat het gemakkelijk toegankelijk is. Het bewijsmateriaal dat je verzamelt over je ontwikkeling van de FC/SHL-competenties en je persoonlijke kwaliteiten breng je later onder in een bewijsmap ten behoeve van het voeren van een panelgesprek. Het bewijsmateriaal dat je verzamelt over je ontwikkeling van je competenties gerelateerd aan het door de minister vastgestelde kwalificatiedossier breng je later onder in je diplomeringsdossier. Leerkaarten Leerkaarten zijn een hulpmiddel om richting en structuur te bieden aan je leertraject. Ze worden gemaakt met mensen uit de beroepspraktijk en geven een duidelijk beeld van wat er van je verwacht wordt. Dit maakt dat je weet wat je te doen hebt om een goede beroepsbeoefenaar te worden. Het beroep waarvoor je wordt opgeleid staat kernachtig beschreven in logische werkprocessen, elk werkproces heeft een eigen kaart. Op de voorkant van elke kaart staat in maximaal 10 zinnen het zichtbare werkgedrag beschreven. Op de achterkant staan de bijbehorende kennis en vaardigheden die je nodig hebt om je beroep goed uit te kunnen oefenen. De leerkaarten kun je gedurende je hele opleiding gebruiken. Ze helpen je om keuzes te maken in wat je wilt leren, geven inzicht in waar je staat en wat je nog moet ontwikkelen. De manier waarop je de leerkaarten gebruikt, hangt af van je opleiding en van je eigen behoefte. Ontwikkelspiraal De ontwikkelspiraal is een instrument dat wordt gebruikt om je te helpen je leren in een continu proces (ontwikkelingscyclus) te brengen. In de ontwikkelspiraal worden vragen gesteld als: Wie ben ik?, wat wil ik?, wat doe ik? en wat maak ik waar?
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
12
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Hoofdstuk 3 Onderwijsprogramma Indeling studiejaar Een cursusjaar telt gemiddeld 40 weken van 40 uren studie, totaal dus een studielast van 1600 uren per cursusjaar. Leertrajecten praktijkgestuurd leren zijn opgedeeld in periodes van 10 weken, een cursusjaar kent 4 perioden.
De eerste periode De eerste periode van een leertraject is gericht op de kennismaking met je coach en je vaste basisgroep van medecursisten. Coach en basisgroep gaan een verbinding aan en blijven gedurende het gehele leertraject bijeen. Deze periode begint met een introductieweek waarin de volgende onderwerpen aan de orde komen: • Kennismaking met de gekozen sector • Kennismaken met medecursisten en medewerkers • Werken met praktijkgestuurd leren • Kennis van gebouwen en organisatie van het Friesland College • Kennis van mogelijkheden, variërend van het bestaan van kortingskaarten tot de manier waarop cursisten invloed uit kunnen oefenen binnen het Friesland College. Tijdens de eerste periode maak je een voorlopige keuze voor een beroepsrichting, voor een profiel op je niveau en voor mogelijke specialisaties waarin jij je wilt kwalificeren. Samen met je coach ontwerp je de start van je eigen leertraject.
Vervolg van het leertraject Het doel van het door jou gekozen leertraject is dat je de bij je keuze behorende (kern)competenties ontwikkelt aan de hand van voor jou betekenisvolle praktijksituaties. De praktijk van je leertraject binnen praktijkgestuurd leren kan verschillende vormen. De uitwerking voor jouw leertraject staat in de bijlagen beschreven. Daarin staat welke activiteiten worden aangeboden, welke verplicht zijn, hoeveel tijd daar gemiddeld voor nodig is en hoe de activiteiten over de opleidingsjaren (indien van toepassing) zijn verdeeld. De praktijksituaties kunnen binnen en buiten het door jou gekozen beroepsgebied liggen. Succesvol functioneren heeft niet alleen te maken met ‘ambachtelijke’ vaardigheden en kennis. Ook persoonlijke kwaliteiten zijn van belang. Je ontwikkelt persoonlijke kwaliteiten niet alleen tijdens het leren in een bedrijf of stage. Persoonlijke kwaliteiten ontwikkel je ook door met heel verschillende mensen samen te werken. Dat doe je o.a. door deel te nemen aan activiteiten die niet direct in de sfeer van je beroep liggen. Bij deze activiteiten werk je samen met cursisten van andere leertrajecten. Voorbeeld daarvan zijn de evenementenweken waarin je prestaties uitvoert voor bijvoorbeeld een wijk. Je doet dit samen met cursisten en begeleiders die je niet kent.
Vertraagde week De laatste week van elke periode wordt gekenmerkt als vertraagde week. Die laatste week is een week voor reflectie, voor FC doorsnijdende activiteiten, zoals een markt van cursisten en opdrachtgevers. Het kan tevens een week zijn van verzilveren, de daadwerkelijke kwalificering.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
13
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
In vertraagde week is tijd voor terugkijken en vooruitzien, de balans opmaken, tijd nemen om te kijken waar je staan. Het is ook een tijd van presentaties en vieren, soms de tijd van toetsen maken. Ook is er regelmatig aandacht voor FC-brede activiteiten buiten de beroepscontext zoals evenementenweken. Als je werkt met prestaties is het een tijd van bijeenkomsten met opdrachtgevers. Ook kun je soms gemiste activiteiten inhalen.
Wet Studiefinanciering Wet Studiefinanciering 2000 (WSF)
WEB, artikel 7.4.8, lid 1f
WSF, artikel 9, lid 1.a, en WTOS, hoofdstuk 3 en 4 WEB, artikel 7.2.4, lid 9
Studiefinanciering is alléén mogelijk voor de beroepsopleidende leerweg (BOL). Om in de beroepsopleidende leerweg (BOL) in aanmerking te komen voor studiefinanciering is het Friesland College verplicht om minstens 850 klokuren per jaar ‘’onderwijs’’ aan te bieden. Behalve het zogenaamde huiswerk, vallen alle overige onderwijsactiviteiten onder die zogenaamde 850-uren norm. De specificatie van begeleide en onbegeleide uren is transparant gemaakt in het bijgevoegde onderwijsoverzicht per uitstroomprofiel. Het Friesland College staat er voor garant dat het door jou gekozen leertraject, zoals beschreven in deze OER, tenminste 850 contact(klok)uren omvat. Daarmee is het aangeboden leertraject in overeenstemming met artikel 9, lid 1 a, van de Wet op de Studiefinanciering (WSF) en met de hoofdstukken 3 en 4 van de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten. Op jaarbasis telt een leertraject een studielast van 1600 klokuren. Daarbij wordt uitgegaan van 40 studieweken per jaar van elk 40 studiebelastingsuren per week, dat is dus: 40 x 40 = 1600 studiebelastingsuren (afgekort: SBU’s) op jaarbasis.
Beroepspraktijkvorming Beroepspraktijkvorming (BPV) vormt een belangrijk deel van elke opleiding. Om een diploma te behalen moet de BPV altijd met een voldoende worden afgesloten. Beroepspraktijkvorming in de beroepsopleidende leerweg (BOL) Het Leertraject Praktijkgestuurd Leren dat wordt vormgegeven in de zogenaamde beroepsopleidende leerweg (afgekort: BOL) omvat een periode van werken in een geaccrediteerd (erkend) bedrijf van ten minste 20% en ten hoogste 60% van de totale studieduur (bij een leertraject van één jaar: 1600 studiebelastingsuren, daarvan dus een periode van minimaal 320 en maximaal 960 studiebelastingsuren). We noemen deze periode de beroepspraktijkvorming (afgekort: BPV). Wat je in de BPV precies gaat doen hangt af van de mogelijkheden van het bedrijf en je leervraag. Niet in ieder bedrijf kun je alle facetten van de opleiding even goed leren. Ook kan het zijn dat delen van een opleiding helemaal niet in de praktijk kunnen worden geleerd. Omdat het vooraf niet is vast te stellen welke onderdelen je precies waar zult leren is er voor gekozen hiervoor een bijlage te maken. In deze bijlage is een koppeling gemaakt tussen leerbedrijven en kerntaken / werkzaamheden. Dat overzicht kan je helpen een keuze te ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
14
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
maken voor een praktijkplaats. Duidelijk mag zijn dat deze keuze, naast beschikbaarheid, van meerdere factoren afhankelijk is. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat werkzaamheden seizoen- of opdrachtgebonden zijn. Samen met je coach kies je daarom een erkend leerbedrijf op basis van wens en beschikbaarheid. Heb je eenmaal een leerbedrijf gekozen, dan worden er nadere afspraken gemaakt met het bedrijf of instelling en met degene die je vanuit het bedrijf gaat begeleiden: de praktijkbegeleider. De afspraken worden vastgelegd in een overeenkomt, een zogenaamde BPV-overeenkomst. Een dergelijke overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van alle betrokken partijen: het bedrijf, de school en jezelf. Beroepspraktijkvorming in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Het Leertraject Praktijkgestuurd Leren dat wordt vormgegeven in de zogenaamde beroepsbegeleidende leerweg (afgekort: BBL) omvat een periode van werken in een geaccrediteerd (erkend) bedrijf van tenminste 60% van het aantal studiebelastingsuren. Elk leerjaar heeft normaal 1600 studiebelastingsuren, dat betekent dus een periode van minimaal 960 studiebelastingsuren. Met het erkende leerbedrijf teken je een BPV overeenkomst van minimaal de ‘normale’ opleidingsduur. Deze zogenaamde BPV overeenkomst moet ook ondertekend door jou, de school en het kenniscentrum. Een dergelijke overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van alle betrokken partijen.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
15
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Hoofdstuk 4 Beoordeling Beoordelen om te leren en beoordelen om te beslissen Binnen het Friesland College maken we een onderscheid tussen ´´beoordelen om te leren´´ en ´´beoordelen om te beslissen´´. Het is van belang om dit onderscheid te maken omdat we van mening zijn dat het niet scheiden van ´´beoordelen om te leren´´ en ´´beoordelen om te beslissen´´ er toe zou kunnen leiden dat je constant het gevoel hebt dat je doorlopend afgerekend wordt. Elke vorm van feedback lijkt dan consequenties te hebben voor de toekomst. Dat zou je alleen maar bang maken en het leren frustreren.
Beoordelen om te leren Beoordelen om te leren is gericht op je ontwikkeling. Het gaat er om de voortgang en ontwikkeling die je doormaakt vast te stellen. Feedback van je coach, van vakspecialisten, praktijkexperts en medecursisten tijdens je leerproces, stelt je in staat te beslissen wat en hoe verder geleerd kan worden. Op momenten van ´´vertraag de tijd´´ laat je met behulp van je portfolio je voortgang en ontwikkeling zien. Met behulp van bijvoorbeeld leer- en ontwikkelingslijnen stel je samen met je coach vast waar je staat en wat de volgende stappen zijn. Beoordelen om te leren is een proces van ruimte geven en actief volgen, van feedback geven en laten reflecteren. Je wordt uitgedaagd, maar ook met rust gelaten. Confrontaties worden daarbij niet uit de weg gegaan, maar zullen altijd gericht zijn op voortgang en ontwikkeling. In presentaties laat je zien wat je allemaal al kunt. Op deze manier kan het leerproces spannend en doelgericht worden zonder dat elk fout direct beslissende consequenties heeft.
Beoordelen om te beslissen Het ´´beoordelen om te beslissen´´ is gericht op je formele kwalificatie. Bij het ´´beoordelen om te beslissen´´ stellen deskundigen vast of je de kerntaken van een bepaald beroep hebt eigen gemaakt en dat je weet waarom je zo handelt. Het is een moment van ´´verzilveren´´. Beoordelen om te beslissen kent uitsluitend de uitkomst: voldaan of niet voldaan, je bent competent of niet, je bent geslaagd of niet.
Examenmodel Het beoordelen om te beslissen vindt plaats in meerdere vormen (‘meervoudig evalueren’) en is afhankelijk van het gekozen leertraject. De beoordeling is altijd gekoppeld aan de kerntaken en werkprocessen uit het kwalificatiedossier. Bij het beoordelen om te beslissen kennen we drie beoordelingsniveaus die je in volgorde moet doorlopen: 1. Handelingsbekwaam: op het niveau van een werkproces zelfstandig handelingen kunnen uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld via praktijkbeoordelingen of schriftelijke evaluaties beoordeeld worden. 2. Beroepsbekwaam: op het niveau van een kerntaak kunnen handelen in kritische (moeilijke) situaties. Hierbij wordt vaak gekozen voor een proeve van bekwaamheid of een assessment. 3. Opleidingsbekwaam: in een panelgesprek laten zien dat je in kritische situaties bewust hebt gehandeld en kunt reflecteren. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
16
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Je moet een beoordelingsniveau hebben behaald voordat je door mag naar het volgende niveau. De voor jouw leertraject gemaakte keuzes staat in een aparte bijlage vermeld (Beoordelingspalet / examenmodel) .
Diplomeringsdossier en diploma De uitkomsten van het functioneren in de hierboven beschreven situaties vormt bewijsmateriaal in het diplomeringsdossier. Samen met andere wettelijke eisen zoals een behaald taalcertificaat, het met een voldoende afsluiten van je BPV, bepaalt de examencommissie of je recht hebt op je diploma. Je wilt graag een diploma halen. Dat doe je door te bewijzen dat je beroepsbekwaam bent. Beroepsbekwaam ben je als je kunt laten zien dat je competent bent voor de kerntaken van je beroep in verschillende werkprocessen. Competent wil zeggen dat je werkzaamheden begrijpt, beheerst en met de juiste beroepshouding in een volledige beroepssituatie kunt uitvoeren. Om een diploma te krijgen moeten alle drie beoordelingsniveaus (handelingsbekwaam, beroepsbekwaam en panelgesprek) voldoende zijn afgesloten. Het diplomeringsdossier is eigendom van de examencommissie van het Friesland College en op basis van de beoordeling van je diplomeringsdossier beslist de examencommissie of je een diploma krijgt. Een half jaar na het behalen van je diploma mag je het diplomeringsdossier komen ophalen.
Kwaliteitshandboek Waarderen Veel zaken die met de organisatie van waarderen te maken hebben heeft het Friesland College vastgelegd in een Handboek, namelijk in het Kwaliteitshandboek Waarderen. Het Kwaliteitshandboek kun je beschouwen als onderdeel van deze OER. Als je wilt, kun je dat kwaliteitshandboek inzien (vraag ernaar bij je coach/begeleider). In het Kwaliteitshandboek Waarderen zijn o.a. de volgende zaken opgenomen: • Formulieren waarop staat wanneer en wat je allemaal in moet leveren. • de wijze waarop gehandicapte deelnemers in voorkomende gevallen in de gelegenheid worden gesteld het examen (onderdelen daarvan) af te leggen • de gronden waarop de examencommissie, in voorkomende gevallen, vrijstelling van het afleggen van examens (onderdelen daarvan) kan verlenen • waar nodig, dat het met goed gevolg afleggen van een of meer examenonderdelen voorwaarde is voor het afleggen van andere examenonderdelen • de wijze waarop en de termijn waarbinnen de deelnemer inzage krijgt in zijn beoordeelde werk, i.c. het diplomeringsdossier • de termijn waarbinnen de uitslag van een examen(onderdeel) bekend wordt gemaakt • in voorkomende gevallen, regels met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens het afnemen van examen(onderdelen).
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
17
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Hoofdstuk 5 Ontwikkelagenda De invoering van praktijkgestuurd leren en de daaraan gekoppelde beoordeling vraagt een grote inspanning van iedereen. Van cursisten maar ook van het personeel van de instelling. Elke opleiding maakt binnen de kaders van deze onderwijs- en examenregeling keuzes. Dit kan betekenen dat sommige onderdelen nog niet volledig zijn ingevoerd of ontwikkeld. Ook kan het zijn dat er bijvoorbeeld door een specifieke situatie in een bepaalde sector of branche delen van dit onderwijs en examenreglement niet uitvoerbaar zijn. Als we dit weten voor de start van jouw opleiding wordt dat in dit hoofdstuk vermeld. Als er later, tijdens het opleidingstraject, veranderingen komen wordt dat tijdig met jou besproken.
Afwijkingen van het standaard traject Opmerking bijlage 2: Examenmodel: De ontwikkeling van de examinering volgens het beoordelingspalet is in volle gang. Aandachtspunten zijn nog steeds de organisatie rondom PvB’s en het verschil tussen toetsen op handelingsbekwaam- en beroepsbekwaam niveau. Daarom zullen nog steeds aanpassingen nodig zijn in de wijze van examineren. Cursisten worden hierover tijdig via hun coach geïnformeerd. Gezien de haalbaarheid gelden voor de beoordeling van examens voor 2009-2010 de volgende richtlijnen: -
we hanteren 2 – en 3-voudige praktijkbeoordelingen
-
Proeve van bekwaamheid: minimaal 1 onafhankelijke beoordelaar, zijnde een vertegenwoordiger van de opleiding en/of het werkveld
-
Panelgesprek: minimaal 2 beoordelaars, waarvan minimaal 1 onafhankelijke, door het FC geschoolde vertegenwoordiger van de opleiding, en/of een vertegenwoordiger van het werkveld; een door het FC geschoolde voorzitter (is bij 2 panellleden tevens beoordelaar)
Opmerking : Relatie leerbedrijven en werkprocessen: De opleiding wellness is bezig met de accreditatie van BPV-adressen. Gezien het feit dat het een nieuwe opleiding betreft kost dit veel tijd. Dat betekent dat sommige cursisten hun BPV doen op nog niet geaccrediteerd adressen. De prioriteit van accreditatie ligt daar waar cursisten ge-examineerd worden. Iedere cursist krijgt een stage-handboek waarin o.a. de relatie tussen kerntaken, werkprocessen en BPVadres kan worden vastgelegd. Volgens de planning is het stage-handboek januari 2010 gereed.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
18
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Hoofdstuk 6 Examenreglement: Voor de leertrajecten Praktijkgestuurd leren 1
Geldigheid
1.1
Dit onderdeel van het examenreglement is van toepassing op alle Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren* 4 van de Stichting voor Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie, gevestigd te Leeuwarden, die met ingang van het cursusjaar 2006-2007 van start gaan, indien en voor zover daarvan bij bijzondere regeling niet is afgeweken. Dit examenreglement van het Friesland College geldt met ingang van 1 augustus 2008 voor de duur van de Leertrajecten Praktijkgestuurd Leren. Met inachtneming van dit reglement kunnen per leertraject nadere regels worden vastgelegd. Voor de beroepsopleidingen die niet werken met het Onderwijsconcept Praktijkgestuurd Leren* geldt het Examenreglement, onderdeel II.
1.2 1.3
2
Begrippen Zie bijlage.
3 3.1 3.2 3.3
3.5
4 4.1 4.2
4.3
4.4
4.5
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 6 6.1 6.2
Organisatie van de examens Het bevoegd gezag stelt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens voor elke unit* een examencommissie* in. Het bevoegd gezag kan daarbij samenwerken met andere onderwijsinstellingen. De examencommissie maakt alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van de examinering tijdig aan de kandidaten bekend. Onderwijsdeelnemers en examendeelnemers kunnen zich tot veertien dagen voor aanvang van een examen schriftelijk aanmelden bij de examencommissie. Aan de inschrijving als examendeelnemer kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.3.4 De examencommissie brengt de kandidaten tijdig op de hoogte van alle voorwaarden om aan de examenvoorzieningen deel te kunnen nemen. De examencommissie benoemt en wijst de examinatoren* c.q. panelleden* aan en informeert de kandidaten hierover tijdig. Afwijkende examinering De doelen, de vorm van examinering en de tijdsduur worden tijdig aan de kandidaten bekend gemaakt. Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan de examencommissie toestaan dat de examinering in afwijkende vorm en/of duur plaatsvindt. Daarvoor is in het Handboek Waarderen* 20062007 een procedure opgenomen. De afwijking mag niet ten koste gaan van technische eisen inzake examinering als validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van de afwijkende examenvorm mogen niet anders zijn dan de doelstelling en het niveau van het oorspronkelijke examen(onderdeel). Een gehandicapte onderwijs- of examendeelnemer kan bij de examencommissie schriftelijk een verzoek indienen tot afwijkende examinering. Bij dit verzoek moet een verklaring worden gevoegd van een arts of een andere deskundige. Uit deze verklaring moet blijken dat de afwijkende examinering geïndiceerd is en waaruit deze dient te bestaan. De deelnemer kan een verzoek indienen bij de examencommissie om onderdelen van het examendossier in het Fries te schrijven. De examencommissie willigt dit verzoek in indien: • een begeleidende docent de Friese taal voldoende beheerst; • het bedrijf voor beroepspraktijkvorming of de externe opdrachtgever hiertegen geen bezwaar heeft; • er een samenvatting in het Nederlands wordt toegevoegd. Deelnemer en panelleden kunnen bij het panelgesprek overeenkomen ieder voor zich of beiden het Fries in plaats van het Nederlands te hanteren. Richtlijnen voor de beoordeling van examens De beoordeling van elke kandidaat gebeurt aan de hand van tevoren vastgestelde criteria. De vastgestelde beoordelingsnormen worden ten opzichte van iedere kandidaat gelijkelijk gehanteerd. Kandidaten weten op grond waarvan zij slagen voor het examen. De beoordeling moet gemotiveerd kunnen worden. De beoordeling moet consistent zijn en in overeenstemming met de beoordelingscriteria. De examencommissie stelt vast of de beroepspraktijkvorming* met gunstig gevolg is gerealiseerd. Het bevoegd gezag heeft in het Handboek Waarderen de verantwoordelijkheden m.b.t. het bewaren van examenproducten en procedures m.b.t. bewaartermijn vastgelegd. Bezwaar en beroep Een kandidaat kan tegen maatregelen en beslissingen met betrekking tot het examen schriftelijk bezwaar* aantekenen bij de examencommissie. Het bezwaarschrift houdt in:
4
Indien een begrip met een asterix(*) is aangeduid, verwijst dit naar de begrippenlijst alwaar een uitleg van het woord wordt gegeven.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
19
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4 a. b. c.
6.3
6.4 6.5 6.6
6.7 6.8
naam en adres van de indiener; datum van indiening; omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen bezwaar wordt aangetekend (kopie meesturen); d. de gronden van het bezwaar. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt drie werkdagen nadat de beslissing of maatregel schriftelijk ter kennis gekomen is van de kandidaat. De examencommissie beslist zo mogelijk binnen een termijn van twee weken na indiening van het bezwaar. De commissie kan deze termijn eenmaal verlengen. Een kandidaat kan binnen drie werkdagen na ontvangst van de uitspraak op het bezwaar, beroep* aantekenen bij de ‘Commissie van Beroep voor de Examens’, p/a Postbus 1781, 8901 CB, Leeuwarden. Het beroepschrift houdt in: a. naam en adres van de indiener; b.
datum van indiening;
c.
omschrijving van de uitspraak waartegen beroep wordt aangetekend (kopie meesturen);
d.
de gronden van het beroep.
De kandidaat stuurt het beroepschrift naar de Commissie van Beroep voor de Examens. De procedure voor beroep is neergelegd in het ‘Reglement Commissie van Beroep voor Examens’.
7 7.1
Onregelmatigheden en fraude Het bevoegd gezag kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van examinering* onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, hoort het bevoegd gezag de kandidaat. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een meerderjarige; de minderjarige kandidaat laat zich vergezellen van een wettelijke vertegenwoordiger. Het is ter beoordeling van de examencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel.
7.2
Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: a. het niet opvolgen van instructies; b. het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen. Verder is het ter beoordeling aan de examencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel.
7.3 7.4
De inspectie en alle betrokken partijen worden van de maatregel schriftelijk in kennis gesteld. De maatregelen bedoeld in dit artikel kunnen zijn: a. de uitslag van het betreffende examen wordt ongeldig verklaard; b. uitsluiting van (verdere) deelname aan examinering. Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van personeel van de instelling of van hulpkrachten die door de instelling zijn aangetrokken, hetzij door gedraging hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, past het bevoegd gezag de maatregelen als bedoeld in lid 4 alleen toe voor zover de kandidaat zelf verantwoordelijk is voor die onregelmatigheid.
8 8.1
Uitslagregels De examencommissie stelt de beoordeling van het examendossier en van het panelgesprek vast op basis van adviezen die worden uitgebracht door examinatoren en panelleden. De eindwaardering van respectievelijk het examendossier en van het panelgesprek wordt weergegeven in één van de volgende begrippen: voldoende of onvoldoende. De examencommissie maakt de uitslag van het examen binnen redelijke termijn na afsluiting van het leertraject/de opleiding schriftelijk bekend.
8.2
9 9.1
Slotbepalingen Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
20
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Bijlage 1 Begrippenlijst bij Examenreglement Beroep
Protest tegen een uitspraak van de examencommissie* op een bezwaar
Beroepsopleiding
De in het Centraal Register Beroepsopleidingen (Crebo) opgenomen opleiding.
Beroepspraktijkvorming
Onderricht dat plaatsvindt in de praktijk van het beroep (dus in een bedrijf of organisatie, zie WEB, artikel 7.2.8 en 7.4.6.). Onderricht in de praktijk maakt deel uit van elk leertraject.
Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV-overeenkomst)
De beroepspraktijkvorming wordt verzorgd op basis van een overeenkomst tussen het Friesland College, de deelnemer en het bedrijf of de organisatie Voor de waarbinnen de beroepspraktijkvorming plaatsvindt. beroepsbegeleidende leerweg tekent ook het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, dat daarmee verklaart dat de praktijkopleidingsplaats een gunstige beoordeling heeft. De overeenkomst regelt de rechten en verplichten van alle partijen. (zie WEB, artikel 7.2.8., lid 2).
Bevoegd Gezag
Het bevoegd gezag is het College van het Bestuur van het Friesland College.
Bezwaar
Een schriftelijk bezwaar van de kandidaat tegen een uitspraak van de examencommissie over de gang van zaken tijdens het examen tegen maatregelen en beslissingen m.b.t. het examen bij de examencommissie.
Certificaat
Een (door overheid en bedrijfsleven) erkend document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat een met een deelkwalificatie corresponderend deel van een leertraject met goed gevolg is doorlopen (zie WEB, artikel 7.4.6.).
Commissie van Beroep voor Een door het bevoegd gezag van het Friesland College ingestelde Commissie van Beroep voor de Examens. Beslissingen van de examencommissie of van de de examens examinatoren kunnen worden onderworpen aan het oordeel van de Commissie van Beroep voor de Examens. Deelkwalificatie
Een combinatie van eindtermen gebundeld in een of meer onderwijseenheden voor een bepaald leertraject, dat in het licht van verdere studie of uitoefening van het beroep, waarop het leertraject is gericht, een zelfstandige betekenis heeft.
Deelnemer
Een deelnemer is een persoon, die zich met het oog op het gebruik van de onderwijsvoorzieningen laat inschrijven bij het Friesland College (zie WEB, artikel 8.1.1.). In de OER wordt de aanduiding ‘’cursist’’ gebruikt. Onder eindtermen worden die onderleggers verstaan op basis waarvan de leertrajecten voor de betreffende kwalificaties worden gevalideerd. Dit zijn voor de leertrajecten vallend onder de 10.000 CREBO nummers de door de minister vastgestelde eindtermdocumenten, voor de leertrajecten die gestart zijn in 2005 en 2006 onder de experimenteerregeling de goedgekeurde kwalificatieprofielen en voor de leertrajecten gestart vanaf augustus 2007 de vernieuwde en goedgekeurde kwalificatiedossiers in zover voorhanden.
Eindtermen
Examencommissie
Een door het bevoegd gezag van het Friesland College ingesteld orgaan per unit ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens voor elk van het door de instelling verzorgd leertraject of groep van leertrajecten. De examencommissie kan vrijstelling van het afleggen van een of meer examenonderdelen verlenen. De examencommissie stelt, met inachtneming van de Onderwijs- en Examenregeling (OER), regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens het afnemen van de examenonderdelen. De examencommissie kan (de) taken mandateren, doch blijft verantwoordelijk.
Examendeelnemer
Iemand die deelneemt aan een examen als examendeelnemer, maar die niet als onderwijsdeelnemer is ingeschreven aan het Friesland College. Voor inschrijving als examendeelnemer gelden bepaalde voorwaarden (zie: Handboek Leren en Waarderen).
Examendossier
Het gedeelte van het portfolio* van de deelnemer dat als zodanig (d.i. het examendossier) op basis van instructies wordt samengesteld.
Examenprogramma
Het gedeelte van de Onderwijs- en Examenregeling waarin de programmering van het examen wordt omschreven.
Examenregeling Dat deel van de Onderwijs- en Examenregeling, dat de inhoud en de inrichting ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
21
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4 van het examen voor een leertraject beschrijft. Examenreglement
Dat deel van de Onderwijs- en Examenregeling, dat de randvoorwaarden voor correcte examinering beschrijft.
Examenvoorziening
Het Friesland College kent twee examenvoorzieningen: het examendossier en het panelgesprek.
Examinator
Degenen die door de examencommissie zijn aangewezen om examendossiers te beoordelen en om panelgesprekken te voeren en te beoordelen (zie ook: Panelleden).
Examinering
Het uitoefenen van de bevoegdheid met betrekking tot beslissingen omtrent de inhoud en het niveau van examens van een beroepsopleiding, dan wel van de afzonderlijke leerwegen, in relatie tot de eindtermen, procedures en voorwaarden waaronder examens worden afgenomen, alsmede de bevoegdheid de uitslag van het examen vast te stellen.
Gehandicaptenregeling
Regeling die geldt voor deelnemers met een zodanige functionele handicap of leerstoornis, dat een afwijkende toetsing noodzakelijk is. Voorbeelden hiervan zijn o.a. dyslexie, discalculatie, concentratieproblemen (ADHD), faalangst. Onder de regeling vallen ook studenten met een of meer lichamelijke handicaps, die tot functiebeperking(en) leiden en langdurig zieken.
Handboek Waarderen
Het kwaliteitshandboek waarin het Friesland College het examenmanagement (KCE, domein 1) beschrijft en waarin alle aspecten van het examenproces (KCE, domein 3), de examenproducten (KCE, domein 4) en de verantwoording (KCE, domein 5) worden vastgelegd.
Kandidaat
De deelnemer (zoals bedoeld in artikel 8.1.1. van de WE)) of een extraneus, die examendeelnemer is op grond van een overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 8.1.3. van de WEB.
Inspectie
De inspectie. Dit is de instelling die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de externe borg op de examinering door onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs.
Kritische beroepssituatie
Kritische beroepssituaties zijn kernopgaven, keuzes en dilemma’s waar een beroepsbeoefenaar in zijn functioneren mee te maken krijgt en waarbij hij om te handelen keuzes moet maken. In de kwalificatieprofielen (betrekking hebbend op de opleidingen vallend onder de experimenteerregeling 2005/2006) worden deze bij de kerntaken van een leertraject beschreven. Bij de kwalificatiedossiers (betrekking hebbend op de leertrajecten startend vanaf augustus 2007) dienen zij door de onderwijsinstelling zelf benoemd te worden.
Kwalificatie
Het geheel aan kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen dat voor de uitoefening van een beroep wordt vereist om op een bepaald niveau werkzaam te zijn. Het omvat dus het geheel van eindtermen van een opleiding. Kwalificatieprofiel Het kwalificatieprofiel is een landelijk document met daarin een set van eindtermen, omschreven in termen van competenties, kerntaken en kernopgaven, op grond waarvan het onderwijs en de examinering binnen de betreffende kwalificatie gevalideerd kan worden. ( deze kwalificatieprofielen worden opgesteld door de kenniscentra) Zij hebben betrekking op opleidingstrajecten binnen de experimenteerregeling in 2005 en 2006 Kwalificatiedossier Het kwalificatiedossier is een landelijk document met daarin een set van eindtermen, omschreven in termen van werkprocessen, competenties en kerntaken, op grond waarvan het onderwijs en de examinering binnen de betreffende kwalificatie gevalideerd kan worden. ( deze kwalificatieprofielen worden opgesteld door de kenniscentra) Zij hebben betrekking op opleidingstrajecten startend vanaf augustus 2007. Leertraject (Praktijkgestuurd een leertraject is een binnen het onderwijsconcept van Praktijkgestuurd Leren en Leren) onder verantwoordelijkheid van de cursist ingericht opleidingstraject dat leidt tot een of meer certificaten en/of een diploma. Een leertraject kent geen vooraf gestructureerde inhoud of vorm. Onderwijseenheid OnderwijsExamenregeling (OER)
Synoniem van module. Kleinste eenheid van samenhangende eindtermen binnen een opleiding, i.c. kerntaak. en Een door of namens het bevoegd gezag voor elke door de instelling verzorgde opleiding opgestelde regeling, met daarin de beschrijving van de belangrijkste kenmerken van een opleiding, waaronder inhoud en inrichting, studieduur, toetsing en examinering.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
22
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4 Onderwijsovereenkomst
Een overeenkomst tussen deelnemer en bevoegd gezag, zoals bedoeld in artikel 8.1.3. van de WEB, die ten grondslag ligt aan de inschrijving. De overeenkomst regelt de rechten en plichten tussen instelling en student, zoals inhoud van het onderwijs, examens en studiebegeleiding.
Opleiding
Een samenhangend geheel van in onderwijseenheden gebundelde eindtermen, gericht op het behalen van een diploma of onderdelen van een diploma.
Panelgesprek
Een examenvorm waarbij een panel (een docent, zijnde niet de eigen coach, een vertegenwoordiger uit het beroepenveld en een voorzitter) beoordeelt of de deelnemer in staat is kerncompetenties effectief in kan zetten in kritische beroepssituaties en waarin de deelnemer er blijk van geeft dat hij weet waarom dat effectief is.
Panelleden
De door de examencommissie aangewezen en geschoolde leden (docenten, vertegenwoordigers uit het beroepenveld en voorzitter) om een panelgesprek met een deelnemer te voeren en een (advies)beoordeling daarvan aan de examencommissie uit te brengen. Zie: Examinator.
Portfolio
Het document waarin de deelnemer ‘’bewijzen van bekwaamheid’’ verzamelt.
Unit
Een onderdeel van het Friesland College. Het Friesland College kent de volgende units: MBO Handel, MBO Zakelijke Dienstverlening, MBO Hospitality and Tourism, MBO Verpleging en Verzorging, MBO Welzijn, Cios, Techno Lyceum, ICT Lyceum, MBO Bouw, MBO Vervoer en Logistiek,D-Drive en Educatie.
Vrijstelling
Een bewijs dat de deelnemer voldoet aan eindtermen van een kwalificatie of delen van deze op basis van documentatie of EVC-procedure.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
23
Bijlage 2 Examenmodel Toetsing lifestyle: Schoonheidsverzorging Vak
Thema
Onderdeel
Toets en examenvorm
Toets en examenvorm
PB
PVB
Lifestyle N3 / N4 N3
N4
Zelf bewegen/ behandelen Ander Gelaatsbehandelingen bewegen/ en cosmetische handbehandelen nagel- en voetverzorging Lichaamsbehandeling
Werkprocessen
1,2
1.1/1.2/1.3/1.4/2.1/2.2
1,2
1.1/1.2/1.3/1.4/2.1/2/2.4/2.5/2.6/2.7
1,2
1.1/1.2/1.3/1.4/2.1/2/2.4/2.5/2.6/2.7
PB fase, wellness/sport)
1,3
1.1/1.2/1.3/1.4/3.1/3.2
PB (2e fase, SSP)
1,3
1.1/1.2/1.3/1.4/3.1/3.2
PVB (3e fase, wellness/ sport)
1,3
1.1/1.2/1.3/1.4/3.1/3.2
PVB (3e fase, SSP)
1,3
1.1/1.2/1.3/1.4/3.1.3.2
1,2
1.1/1.2/1.3/1.4/2.1/2.2
1,2,4
1.1/1.2/1.3/1.4/2.1/2.2/2.3/2.4/2.5/2.6/2.7/4.1/4.5
PVB (3e fase)
1,2,4
1.1/1.2/1.3/1.4/2.1/2.2/2.3/2.4/2.5/2.6/2.7/4.1/4.5
Shiatsu massage
PVB
1,5
1.1/1.2/1.3/1.4/5.4/5.6
Pincementmassage
PVB
1,5
1.1/1.2/1.3/1.4/5.3/5.6
1,3
1.1/1.2/1.3/1.4/3.1/3.2
1,3
1.1/1.2/1.3/1.43.1/3.2
1,4
1.1/1.2/1.3/1.4/4.2/4.4
1,3
1.1/1.2/1.3/1.4/3.1/3.2
Ander Gelaatsbehandeling en bewegen/ cosmetische handbehandelen nagel- en voetverzorging
PB (1e fase)
Kern taak
PB
(2e
fase) PVB
(2e
fase)
(2e
PB
(1e
fase)
PB (2e fase)
Lichaamsbehandelingen PB (2e fase) (2e
PB fase, Wellness/ sport) PB (3e fase) (3e
PVB fase/ wellness/ sport)
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Voert een onderneming
PVB (3e fase, SSP)
1,3
1.1/1.2/1.3/1.4/3.1/3.2
PVB (3e fase)
6
6.1/6.2/6.3/6.4/6.5/6.6/6.7/6.8/6.9/6.10/6.11
Jezelf kennen Ander kennen Leren Loopbaan en Burgerschap (LLB) Nederlands is onderdeel van LLB
Per kerntaak LLB minimaal 3 producten in portfolio B2 niveau
panel gesprek
FC competenties
KT 1= voorbereiden en afronden
N=Niveau
KT 2=gezichtsbehandeling uitvoeren
KT=Kerntaak
KT 3= lichaamsbehandeling
PB= Praktijk Beoordeling
KT 4=wellness behandeling
PVB= Proeve van Bekwaamheid
KT 5=specialistische behandeling KT 6=voert een onderneming
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
1,2 van LLB
Bijlage 3 Onderwijsprogramma
Crebonummer
Transparante Onderwijs Programmering 2009
Uitstroomdifferentiatienr
91200 Allround schoonheidsspecialist
Chec
Opleidingsnaam
Wellness lifestyle coach
Jaar 1
Niveau
4
Jaar 2
Leerweg
BOL
Jaar 3
iSbu's volgens cfi Aantal geplande leerjaren minimale BPV
6400 4 960
maximale BPV
2880
Volgens FC
nvt
BPV binnen grenzen
Naam Friesland College
Totaal uren
Leerjaar 1 Begeleid Onbegeleid 1000 606
Leerjaar 2 Begeleid Onbegeleid 0 0
Leerjaar 3 Begeleid Onbegeleid 0 0
Begeleid 0
NVT Onbegeleid 0
Totaal per opleiding Begeleid Onbegeleid 1000 606
Praktijk BPV Simulaties Projecten Prestaties Leerbedrijven Mini-ondernemingen Praktijk Unit-specifiek 1 Praktijk Unit-specifiek 2 Totaal Praktijk
258 0 48
32 0 150
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
306
182
0
0
0
0
0
0
258 0 48 0 0 0 0 0 306
32 0 150 0 0 0 0 0 182
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
Verdieping Workshops (minimaal) Trainingen (minimaal) Training ivm wettelijke vereisten(bv BIG, VAC) Verdieping Unit-specifiek 1 Verdieping Unit-specifiek 2 Totaal verdieping Reflectie Coaching Schrijven reflectieverslagen Portfolio-aanleg Begeleiding via BlackBoard Reflectie Unit-specifiek 1 Reflectie Unit-specifiek 2 Totaal reflectie ' Buiten de context' Introductieweken Workshops FC breed Buiten cont Unit-specifiek 1 Buiten cont Unit-specifiek 2 Totaal 'buiten de context'
480 64
544
224 30
480 64
224 30
254
0
0 0 0 544
0 0 0 254
0
60 0 0 0 0 0 60
0 60 60 40 0 0 160
0
90 0 0 0 90
10 0 0 0 10
0
0
0
0
0
60 60 60 40
60
160
90
10
90
10
0
0
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009
0
0
0
0
0
0
0
0
OER 2009 Allround Schoonheidsspecialist 4
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, september 2009