HANDREIKING
BEOORDELEN IN HET FRIESLAND COLLEGE
REGIEGROEP BEOORDELEN | SEPTEMBER 2009
INLEIDING In deze uitgave vertellen wij je op welke manier je in het Friesland College beoordeeld wordt. Er bestaan nogal wat misverstanden over dat beoordelen. Cursisten hebben er vaak bijzondere denkbeelden bij: examendruk, angstzweet, afgerekend worden. Wij streven er naar het beoordelen uit die angstsfeer te houden en je binnen vertrouwde omstandigheden de ruimte te geven je (beroeps)gedrag af te zetten tegen normen die gelden om een goed vakman en burger te worden. Je krijgt door het beoordelen een kans ook om waar te maken wat je in huis hebt en om daarvoor uiteindelijk een diploma te krijgen. Beoordelen is eerder een kwestie van uitdaging, dan van angst en druk. Dat laatste willen wij vermijden, want het belemmert jouw mogelijkheid om het beste van jezelf te laten zien. Na het lezen van deze handreiking zul je een duidelijker beeld hebben van beoordelen. Je zult ook begrijpen wat in beoordelen veranderd is, nu alle opleidingen competentiegericht zijn. Alle MBO-scholen in ons land zijn verplicht per 2010 hun onderwijs in te richten op competent kunnen handelen. Om dat laatste te kunnen beoordelen zijn nieuwe examenvormen ingevoerd, bijvoorbeeld de Proeve van Bekwaamheid. Nieuwe vormen waarvan je de bedoeling goed moet begrijpen om er maximaal profijt van te hebben.
2
ECIP/070909
HET BEOORDELEN VAN GEDRAG Het Friesland College staat voor Praktijkgestuurd Leren, waarmee wij willen bereiken dat het onderwijs je motiveert steeds beter te worden als vakman. Dat doen wij door middel van vraagstukken uit de echte beroepspraktijk, die je uitdagen het beste uit jezelf te laten halen, zodat je uiteindelijk het gedrag van een (beginnend) vakman kan tonen. Dit gevoel steeds beter te worden in je vak noemen wij de ‘kick’ van het kunnen. Het helpt je ontdekken waar je echt sterk in bent. Geregeld vragen wij je dat te laten zien. Vaak is dat om je te kunnen helpen je verder te ontwikkelen, soms is dat ook omdat wij een bewijs van je bekwaamheid willen zien. In dat laatste geval kunnen wij je prestatie laten verzilveren en je er uiteindelijk een diploma voor uitreiken. Dat verzilveren is aan het eind van je leertraject. Je wordt dan beoordeeld op gedrag (en het resultaat ervan). In je gedrag laat je zien dat je bekwaam bent de handelingen te verrichten die horen bij het door jou gekozen beroep. Je moet ook kunnen tonen dat je weet waaròm je voor bepaalde handelingen koos. Het beste kun je dit alles laten zien op de werkplek zelf. Je wordt dan beoordeeld door vakkundige beoordelaars. Zij beslissen of je voldoende het gedrag toont van een aankomend beroepsbeoefenaar.
3
ECIP/070909
BEOORDELEN OM TE LEREN EN BEOORDELEN OM TE BESLISSEN Wij spreken van beoordelen om te leren en van beoordelen om te beslissen. Beoordelen om te leren: deze beoordeling is bedoeld om helder te maken hoe ver je bent gekomen in je leertraject. Het wordt je duidelijk wat al in orde is en wat beter kan. Je weet dan ook welke volgende stappen je kunt nemen. Belangrijk in deze beoordeling is je ontwikkeling. Je mag bij deze beoordeling nog fouten maken of minder bekwaam handelen. Dat is normaal als je je ontwikkelt. Belangrijk is wel dat ervan wordt geleerd wat je nog te leren hebt. Je krijgt – zoals dat heet – feedback op je leerresultaten. Zowel van docenten als van collega-cursisten. Zelf zul je ook gevraagd worden je oordeel te geven op wat je mede-cursist laat zien als leerprestatie. Er is geen betere manier om ook de resultaten van je eigen leren goed te leren inschatten. Beoordelen om te beslissen: deze beoordeling is bedoeld om aan te tonen of je waar maakt dat je leren ertoe geleid heeft dat je een beroep kan uitoefenen volgens de geldende normen voor een beginnend beroepsbeoefenaar. Je zult vakmanschap moeten aantonen, maar ook voldoende inzicht in hoe je je in je loopbaan verder kunt ontwikkelen. Belangrijk in deze beoordeling is dat je laat zien dat je volgens vastgelegde eisen bekwaam bent. De uitslag is simpel: je hebt dat aangetoond of niet. Je kunt niet half of zowat bekwaam zijn. Je bent het of niet. De uitslag wordt dus niet meer in cijfers op een schaal van 1 – 10 aangegeven. Je bent geslaagd of niet geslaagd.
ECIP/070909
4
BEOORDELEN OM TE LEREN Bij het beoordelen om te leren maken wij gebruik van een cyclus voor ontwikkeling (zie de volgende bladzijde). Die begint bij jezelf. Onderzoek je jezelf wel eens (met hulp van anderen)? Heb je voldoende kennis over jezelf (zelfkennis)? Ken je je karakter, je persoonlijke kwaliteiten, je persoonlijke waarden? Als je weet wie je bent, kun je de volgende stap nemen: aangeven wat je wilt. Welke ambities heb je, welke opleiding of uitstroomprofiel past daar het beste bij? Hier hoort dan ook nog de vraag bij: wat kan ik? Je moet je ambitie dus wel koppelen aan je kwaliteiten. In het Friesland College heb je een coach die je helpt bij het nemen van deze zelfbeoordelingen. In je ontwikkelingscyclus komt dan de vraag: wat doe ik? Dit is het moment om met je coach nog eens goed te kijken naar de kerntaken die bij het beroep passen waarvoor je zou willen kiezen. Wat moet je doen in dit beroep, welke processen zijn daar aan de gang, welke bekwaamheid moet je ervoor hebben? Het is dan een uitdaging in dit arbeidsgebied een leer-werkplek te zoeken waar je je het best kan ontplooien. Je ziet hoe de ervaren werknemers het in die praktijk doen, je kunt hun daar vragen over stellen, nadenken daarover, zelf proberen en de mening van anderen over jouw handelen vragen. Uiteindelijk kom je dan in een fase van de ontwikkelingscyclus, dat je denkt: NU KAN IK HET WAARMAKEN. Je kunt je dan laten beoordelen en wellicht lukt het je een en ander te verzilveren. Naast je vakdeskundigheid zul je ook je persoonlijke kwaliteiten verder ontwikkeld hebben: je bent op het spoor gekomen van je sterke punten. Zo ben je opnieuw in fase 1 van de cirkel (wie ben ik?) gekomen. De cirkel is rond, de ontwikkelcyclus heeft gewerkt. ECIP/070909
5
6
ECIP/070909
BEOORDELEN OM TE BESLISSEN Belangrijker dan goed leren (‘stampen’, ‘blokken’), is leren waar je goed in bent. Als je voldoende zelfkennis hebt om te weten waar je sterk in bent, kun je ook binnen je leren en loopbaan een goede keuze maken.. Werkend aan je vakmanschap ontdek je steeds weer waar je kwaliteiten liggen. Je krijgt ze bevestigd, je ziet waarop je ze kunt verbeteren. Uiteindelijk word je goed en kun je dat aantonen met een Proeve van Bekwaamheid. Weet je hoe je je vakmanschap kunt benutten, dan kun je in een Panelgesprek laten zien hoe je denkt dat vakmanschap verder te ontwikkelen en als ‘waarde’ in je verdere leven in te zetten. Als persoonlijke waarde (trots op wat je presteert) en als economische waarde (trots op wat je verdient). Met de termen ‘Proeve van Bekwaamheid’ en ‘Panelgesprek’ hebben wij twee belangrijke onderdelen genoemd van beoordelen om te beslissen. Met een Proeve beoordelen wij je professionele ontwikkeling: voldoe je aan de eisen die de beroepsgroep stelt aan iemand die zich vakman wil noemen. Met het Panelgesprek beoordelen wij je persoonlijke ontwikkeling: heb je bij de ontwikkeling van vakmanschap ook geleerd je persoonlijke kwaliteiten te verbeteren? En kun je ze voortaan zo zelfsturend ontwikkelen dat je in je latere leven blijvend van waarde kan zijn op de arbeidsmarkt? Voordat wij de verschillende examenonderdelen verder bespreken, leggen we eerst het verschil uit tussen handelingsbekwaam, beroepsbekwaam en ontwikkelingsbekwaam.
ECIP/070909
7
HANDELINGSBEKWAAM Bij het (praktijkgestuurd) leren op de werkplek, zul je verschillende fases van bekwaamheid ontwikkelen. Als eerste zul je startbekwaam moeten zijn om op de leer-werkplek te kunnen functioneren. Elementaire basiskennis om aan de gang te kunnen. Vergelijk het met iemand die moet leren fietsen: die zal onder meer moeten weten dat het trappen op de pedalen de fiets voortgang geeft. Het verwerven van startbekwaamheid kan trouwens ook op de werkplek plaatsvinden. Je krijgt dan eerst begeleide introductie op de praktijk. Naarmate je verder werkt en leert, zul je steeds meer het gedrag van een beginnend beroepsbeoefenaar laten zien. De vakexpert op de werkplek zal dat wel opvallen. Als deze meermalen bij jou gedrag ziet dat erop wijst dat je bepaalde werkprocessen goed aan kan, dan kan de beslissing vallen om je te beoordelen op handelingsbekwaam niveau. Als je handelingsbekwaam bent, dan doe je de handelingen volgens het boekje. Je doet het goed, maar nog vrij star en meer gebonden aan regels dan hoe een geoefend beroepsbeoefenaar het zou doen. Je kunt het, maar je moet er wel de hele tijd met je gedachten bij zijn om het te kunnen. Dit laatste is niet erg, als je maar laat zien dat je het kunt. We beoordelen handelingsbekwaam gedrag in de vorm van Praktijkobservaties. De beoordelaar ziet in de praktijk dat je vakkundig handelt. Je kunt een of meer werkprocessen goed aan. 8
ECIP/070909
BEROEPSBEKWAAM Een stap verder dan handelingsbekwaam, ben je beroepsbekwaam. Je kunt dan de beroepshandelingen uitvoeren zonder steeds bewust iedere stap daarin te overwegen. Om de vergelijking met het fietsen nog eens te gebruiken: als het fietsen een beroep zou zijn, dan kun je in de fase van beroepsbekwaamheid zonder na te denken over het fietsen zelf in druk verkeer op veilige wijze je weg vinden. Je kunt – omdat je de handelingen onbewust bekwaam uitvoert - je verstand nu aanspreken om een kritische beroepssituatie op te lossen. Bijvoorbeeld: al fietsend kom je plots voor een grindpad. Wat doe je dan? Afstappen en de fiets aan de hand nemen? Snelheid maken en fietsend door het grind zien te komen? Jouw beroep kent tal van situaties waarin je dit soort beslissingen moet nemen. Soms kun je er niet eens goed over nadenken. Je moet meteen handelen. Je kunt dan alleen goed kiezen, als je weet waar je mee bezig bent, als je alle mogelijke handelingen kan overzien en ze beheerst. Beroepsbekwame keuzes kun je pas goed maken als je de handelingsbekwaamheid ‘in de vingers hebt’. Als je beroepsbekwaam gedrag toont, ben je klaar voor de Proeve van Bekwaamheid (bij een aantal opleidingen wordt het Assessment genoemd). Dit is een examenonderdeel dat het volgende van je vraagt: laat zien dat je in een echte beroepssituatie de kerntaken van het beroep zelfsturend kan uitvoeren, ook als zich kritische beroepssituaties voordoen. Dat laatste wil zeggen dat je vanuit jezelf de juiste keuzes weet te maken of een gemaakte keuze professioneel weet te corrigeren als die keuze niet het gewenste effect heeft.
ECIP/070909
9
ONTWIKKELINGSBEKWAAM Bij handelingsbekwaam en beroepsbekwaam hebben we examenonderdelen genoemd die passen bij het verzilveren van competent gedrag: de Praktijkobservatie (voor handelingsbekwaam gedrag) en de Proeve van Bekwaamheid (voor beroepsbekwaam gedrag). Beide beoordelingsvormen zijn vooral bedoeld om je beroepscompetenties te toetsen. Maar naast je professionele ontwikkeling, kijken we ook naar je persoonlijke ontwikkeling. Daarvoor gebruiken we een derde beoordelingsvorm: het Panelgesprek. Hoe ontwikkel jij je als persoon? Dat gaat verder dan de vraag hoe je je als (toekomstig) werknemer ontwikkelt. Als het gaat om je persoonlijke kwaliteiten gaat het vaak om wat je daarmee in je beroep kunt, maar ook om wat je ermee in je leven doet, als burger. Houd je jezelf gezond, denk je na over duurzaamheid, ken je je rechten als consument, ken je de waarde van ons democratisch bestel? Maar bovenal: weet je jezelf te sturen in je verdere ontwikkeling, weet je verantwoorde keuzes te maken in je loopbaan, weet je hoe je kunt blijven leren ook buiten de school? Aan het eind van je opleiding laat je aan een panel van twee beoordelaars zien hoe jij je persoonlijk ontwikkeld hebt. Je hebt daarvoor drie (beroeps)situaties gekozen, waarin jij jezelf in je kracht vond staan. Welke competenties heb je voor die situaties benut? Hoe heb je die competenties verdiept of verbreed? Hoe denk je ze verder te kunnen verdiepen of verbreden? Waarvoor wil je ze in de toekomst benutten? Daar gaat het om in het Panelgesprek. Beoordeeld wordt of je hebt nagedacht over en gewerkt aan je leren en je loopbaan. ECIP/070909
10
HET BEOORDELINGSPALET Het beoordelingspalet van het Friesland College heeft verschillende examenonderdelen::
Praktijkobservatie(s) en/of schriftelijke evaluatie
Proeve van Bekwaamheid of Assessment
Panelgesprek
In deze drie onderdelen zit een logische volgorde van beoordelen: eerst bekijken wij of je de beroepshandelingen volgens de eisen kunt uitvoeren, daarna beoordelen wij of je die handelingen beheerst in een kritische beroepssituatie, uiteindelijk bezien we of je ontwikkeling in beroepsbekwaam handelen hebt kunnen koppelen aan een groei in persoonlijke kwaliteiten. In sommige opleidingen zijn naast of in plaats van deze drie onderdelen ook andere beoordelingsvormen ingevoerd. Als bijvoorbeeld het beroepshandelen vooral op papier plaats vindt (tekeningen maken, een behandel- of een bedrijfsplan opzetten, een onderzoek uitvoeren) dan kan naast of in plaats van de praktijkobservatie ook een schriftelijke evaluatie gelden. Op de volgende bladzijde is dit in een schema weergegeven. ECIP/070909
11
Het beoordelingspalet
Op ontwikkelingsbekwaam niveau: panelgesprek Op beroepsbekwaam niveau: - proeve van bekwaamheid - assessment Op handelingsbekwaam niveau: - praktijkobservatie - schriftelijke evaluatie ECIP/070909
12
VAN BELANG OM OOK NOG TE WETEN Iedere opleiding kent een onderwijs- en examenregeling (OER) waarin precies staat hoe de opleiding op grond van het beoordelingspalet de beoordeling uitvoert. Als je bijvoorbeeld wilt weten hoeveel praktijkobservaties je krijgt en hoeveel Proeves van Bekwaamheid, dan moet je deze OER raadplegen. In de OER staat naast het examenprogramma ook het onderwijsprogramma: hoeveel uren je beroepspraktijkvorming (BPV) krijgt, welke workshops en trainingen je kunt volgen, e.a. Bespreek deze OER met je coach, zodat je een goed beeld krijgt wat er van je verwacht wordt. Iedere opleiding heeft ook een Handboek Waarderen. Dat is een omvangrijk document dat je niet zomaar even doorleest. Maar er staat wel alles in wat met beoordelen te maken heeft. Wil je meer weten over de gang van zaken rond het beoordelen, vraag dan je coach naar dit handboek. Neem bijvoorbeeld het volgende eens samen met hem of haar door:
Hoe wordt bewaakt dat de beoordeling objectief door onafhankelijke beoordelaars plaats heeft?
Wat mag je precies verwachten van de examencommissie van jouw opleiding?
Waar kun je bezwaar maken als je vindt dat de beoordeling onjuist plaats vond?
ECIP/070909
13
14
ECIP/070909