Kwaliteit is prioriteit
Jaarverslag 2011
Kwaliteit is prioriteit Jaarverslag 2011
Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090
8000 GB Zwolle Bezoekadres:
Campus 2-6, Zwolle Telefoon: (088) 469 99 11 Telefax: (088) 465 92 68
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
Voorwoord In het studiejaar 2011-2012 viert Windesheim zijn 25-jarig bestaan. In deze periode ontwikkelde Windesheim zich van hogeschool naar kennisinstelling, waar onderwijs, onderzoek en ondernemen hand in hand gaan en waar we kwaliteit prioriteit geven.
In juli van dit verslagjaar schetste de strategische agenda van het ministerie, ‘Kwaliteit in verscheidenheid’, een perspectief op de lange termijn voor het hoger onderwijs, onderzoek en wetenschap. Aanscherping van de kwaliteit van kennisinstellingen stond daarin centraal. Binnen dit kader zijn belangrijke stappen gezet. Ik denk in dit verband aan de aanscherping van onze kwaliteitszorgcyclus en aan onze activiteiten om het kwalificatieniveau van ons personeel te verhogen.
Verdere stappen zijn gezet in de herinrichting van onze organisatie en het professionaliseren van onze organisatiecultuur.
Professionaliseren betekent ook alert blijven op onze maatschappelijke visie en deze, waar nodig, aanscherpen. Zo hebben we ons dit jaar herbezonnen op onze identiteit. In juni 2011 konden we terugblikken op de resultaten van gesprekken met medewerkers over onze centrale waarden: normatieve professionaliteit, kwaliteit, verantwoordelijkheid en diversiteit als kracht.
Maar er zijn ook terreinen waar de kwaliteitsslag nog geslagen moet worden. Kort voor het einde van het verslagjaar bleek uit de audit in het kader van de accreditatie van de opleiding Journalistiek, dat de kwaliteit van de diploma’s van deze opleiding niet in
alle gevallen was gewaarborgd. Inmiddels is Windesheim bezig met een herstelplan voor deze opleiding. Ondanks deze tegenslag zien we hierin een kans om verbeteringen versneld te kunnen invoeren.
Uiteraard behaalden we in 2011 ook successen. Onze nevenvestiging Windesheim Flevoland is uitgebreid met twaalf nieuwe opleidingen. In het kader van diversiteit en excellentie is het aanbod in Zwolle uitgebreid met het Windesheim Honours Programma ‘Sociale Innovatie’.
De nieuwe website sluit beter aan bij de eisen en wensen van deze tijd en geeft duidelijkere en goed vindbare informatie aan aankomende studenten, relaties, bedrijven en instellingen.
De organisatie van ons onderzoekswerk in vijf kenniscentra leidde tot een verhoogde kwaliteit van het onderzoek en tot het zichtbaarder worden van de lectoren binnen het onderwijs. Deze positieve effecten werden ook opgemerkt door de Externe Onafhankelijke Commissie die in het najaar van 2011 de kwaliteit van ons onderzoek heeft onderzocht.
Een ander resultaat waar we trots op zijn is de totstandkoming van het Polymer Science Park, een open innovatiecentrum op het gebied van kunststoftechnologie voor bedrijven en onderwijs.
Windesheim is springlevend en heeft voldoende innovatiepotentie, slagkracht en kenniskwaliteit om zichzelf het komend jaar te revitaliseren, te verdiepen en te verbreden. Voor ons is kwaliteit prioriteit. En dat zal het blijven.
Albert Cornelissen,
Voorzitter College van Bestuur
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
3
Inhoud Voorwoord 3 Deel 1 Jaarverslag 2011 7 1. Windesheim in 2011 9 Missie 9 Strategische agenda 9 Resultaten strategische agenda 10 Kerngegevens 15 Samenwerkingsverbanden 15 Maatschappelijke betrokkenheid 17 2. 25 jaar Windesheim 19 3. Onderwijs 23 Ontwikkelingen in het onderwijsaanbod 23 Leven Lang Leren 23 Aansluiting binnen de onderwijskolom 23 Onderwijskwaliteit 24 Internationalisering 26 Ontwikkeling studentaantallen 26 Studierendementen 27
Maatregelen ter verbetering van de studierendementen
29
Studentbegeleiding en voorzieningen 29 Studenttevredenheid 30 4. Onderzoek 33 Lectoren en lectoraten 33 Kenniscentra 33 Ontwikkelingen in 2011 34 Promotieregeling 35 5. Ondernemen 37 Kennisvalorisatie en contractactiviteiten 37 Een greep uit de activiteiten 37 Financieel resultaat contractactiviteiten 38 6. Windesheim Flevoland 41 Onderwijs 41 Onderzoek 42 Ondernemen 43 Ondersteuning 43 Financiën 43 Horizontale dialoog en verantwoording 44
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
4
7. Ondersteuning 46 Planning en control 46 Informatiebeleid en ICT 47 Human Resource Management 47 Huisvesting 48 Duurzame bedrijfsvoering 49 Interne kwaliteitszorg 50 Communicatie 50 8. Financiën 53 Resultaat 2011 54 Treasurybeleid 57 Investeringenbeleid 58 Publiek-private activiteiten 58 Begroting en speerpunten 2012 59 9. Sociaal verslag 62 Ontwikkelingen in de personeelsformatie 63 Professionele ruimte 64 Personeelsevaluatie 64 Functie/salarismix 65 Verzuim, Gezondheid en Arbo 65 Arbeidsvoorwaarden 66 Nevenwerkzaamheden 67
Gevoerd beleid inzake beheersing uitkeringen na ontslag
67
10. Corporate governance 70 Vereniging 70 Raad van Toezicht 70 College van Bestuur 71 Directeuren 72 Medezeggenschapsorganen 73 Organogram 73 Interne audits 73 Afhandeling van klachten, bezwaar en beroep 73 Horizontale dialoog en verantwoording 75 11. Verslag Raad van Toezicht 77 BIJLAGEN 83 1. Onderwijsaanbod hbo-voltijd per september 2011 84 2. Instroom en populatie 86 3. Toelatingsbeleid 90 4. Studierendementen 92 5. HBO-monitor 98 6. Overzicht gebruik studentvoorzieningen 100 7. Internationalisering: studentenmobiliteit 101 8. Bekostiging van maatwerktrajecten 105 9. Uitbesteding van onderwijsactiviteiten 106
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
5
10. Kengetallen huisvesting 107 11. Sociaal verslag: kwantitatieve gegevens 108 12. Nevenfuncties leden College van Bestuur 116 13.
Hoofd- en nevenfuncties leden Raad van Toezicht
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
117
6
Deel 1 Jaarverslag 2011
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
7
Windesheim in 2011
1. Windesheim in 2011 Windesheim telt ruim 21.500 studenten, duizenden cursisten en 1.887 medewerkers. Hiermee mag Windesheim zich een van de grotere hbo-instellingen in Nederland noemen. Op de vestiging in Zwolle zijn de primaire processen onderwijs, onderzoek en ondernemen georganiseerd in vier domeinen.
De drie diensten ‘Voorzieningen en Vastgoed’, ‘Support’ en ‘Informatievoorziening en Administraties’ ondersteunen de primaire processen. Naast de vestiging in Zwolle heeft Windesheim sinds september 2010 een nevenvestiging ‘Windesheim Flevoland’, met opleidingen in Almere en Lelystad. Missie
Windesheim is als brede instelling voor hoger onderwijs een maatschappelijke onderneming. De hogeschool vormt een gemeenschap waarin actieve en deskundige mensen elkaar ontmoeten. Windesheim is een innovatief kennis- en expertisecentrum dat individuen en organisaties uitdaagt zich te ontwikkelen tot verantwoordelijke, waarde(n)volle en zelfbewuste professionals die: •
over maatschappelijke relevante kennis en competenties beschikken,
•
daaraan gerelateerde persoonlijke groei realiseren en
• •
willen functioneren op hoger professioneel niveau,
bijdragen aan de ontwikkeling, verbetering en vernieuwing van bedrijven, maatschappelijke instellingen en overheden.
Windesheim kiest en handelt vanuit zijn identiteit. Deze vindt haar oorsprong in de christelijke godsdienst en cultuur en de daarin wortelende levensbeschouwelijke overtuigingen en inspiraties. Windesheim is er voor alle mensen die zich willen voorbereiden op een beroep, die aanwezige beroepscompetenties individueel of in teamverband verder willen ontwikkelen en die zich persoonlijk willen vormen en ontplooien. In verschillende settings is met medewerkers gesproken over de identiteitsontwikkeling van
Windesheim. Uit deze gesprekken zijn vier kernwaarden naar voren gekomen die binnen Windesheim centraal staan: normatieve professionaliteit, kwaliteit, verantwoordelijkheid en diversiteit als kracht. Deze waarden zijn leidend voor het handelen van Windesheim.
Strategische agenda
Windesheim gaat voor kwaliteit en heeft de ambitie om ‘misschien wel de beste hogeschool van Nederland’ te zijn. Dat vergt
een transitie van een instelling die vooral gericht was op hoger onderwijs naar een kennisinstelling die systematisch de integratie tot stand brengt tussen onderwijs, onderzoek en ondernemen. In het instellingsplan 2007-2012 ‘Verrijkt en verrijkend’ heeft
Windesheim de contouren van deze transitie aangegeven. De koers die is ingezet sluit aan bij de strategische agenda’s van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de HBO-raad.
Halverwege de looptijd van het instellingsplan 2007-2012 is een verdere focus aangebracht in de beleidsprioriteiten. Dat heeft geleid tot een strategische agenda die gericht is op: 1)
het versterken van de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en ondernemen;
3)
het professionaliseren van de organisatiecultuur;
2) 4) 5) 6)
het verhogen van het kwalificatieniveau van het personeel; de herinrichting van de organisatie; het financieel ‘in control’ zijn;
de verdere uitbouw van de nevenvestiging in Flevoland.
De in juli 2011 verschenen strategische agenda van het ministerie, ‘Kwaliteit in verscheidenheid’, schetst een perspectief
op lange termijn voor het hoger onderwijs, het onderzoek en de wetenschap. In deze agenda gaat het in het bijzonder om
kwaliteit van onderwijs, profilering en specialisatie van instellingen en samenwerking in de driehoek onderwijs, onderzoek en Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
9
ondernemerschap. In samenhang met deze strategische agenda heeft Windesheim vier thema’s opgepakt: •
profiel, onderwijsconcept, portfolio;
•
kwaliteit (inclusief kleine kwaliteit);
• •
aansluiting, voorlichting, intake, doorstroom en internationalisering; bekostiging.
Per thema wordt gewerkt aan een plan van aanpak dat Windesheim in staat stelt de zaken die in de strategische agenda aan de orde worden gesteld en de keuzes die daarbij moeten worden gemaakt in samenhang te realiseren.
In het verlengde van de strategische agenda hebben de HBO-raad en de staatssecretaris van OCW een hoofdlijnenakkoord gesloten. Dit hoofdlijnenakkoord bevat het kader voor de prestatieafspraken tussen de staatssecretaris en de individuele
hogescholen. De afspraken gaan over de manier waarop de onderwijskwaliteit en het studiesucces van studenten worden
verbeterd, het onderwijs en onderzoek worden geprofileerd en de aansluiting met het bedrijfsleven en de regio wordt versterkt.
In mei 2012 zal Windesheim zijn voorstel voor de prestatieafspraken indienen bij de staatssecretaris. Dit voorstel vormt tevens de basis voor het instellingsplan 2012-2016.
Resultaten strategische agenda
De strategische agenda leidde in 2011 tot de volgende resultaten: 1)
Het versterken van de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en ondernemen.
Onderwijs
Het leveren van kwaliteit is de hoogste prioriteit voor Windesheim. Uit de externe audits in het kader van de accreditaties blijkt dat de opleidingen van Windesheim voldoen aan de eisen die door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)
gesteld worden. Uitzondering hierop vormde helaas de opleiding Journalistiek. Het auditpanel heeft op basis van een steekproef vraagtekens gezet bij de kwaliteitsborging en het gerealiseerde eindniveau van stage- en onderzoeksverslagen.
Windesheim heeft hiervoor een verbetertraject in gang gezet en de NVAO heeft besloten de opleiding een herstelmogelijkheid te
bieden. Op basis van het ingediende herstelplan heeft de NVAO de opleiding Journalistiek een verlengde accreditatie verleend tot 31 december 2013.
De ontstane situatie bij de opleiding Journalistiek heeft Windesheim nog alerter gemaakt de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden en daar waar nodig verder te versterken.
Daarnaast wordt de kwaliteit van het onderwijs landelijk zichtbaar gemaakt in de uitkomst van de Nationale Studentenenquête.
In 2011 scoorde Windesheim op 11 van de 15 thema’s boven het landelijk gemiddelde. De studenten zijn het meest tevreden over
de studieomgeving, de algemene vaardigheden en de docenten. De enquête liet ook zien dat terugkoppeling / communicatie naar studenten belangrijke aandachtspunten blijven.
In de Keuzegids HBO Voltijd 2012 doet Windesheim het goed met een vijfde plaats bij de best beoordeelde grote hogescholen. De interne kwaliteitszorg stond mede in het teken van de voorbereidingen op de Instellingstoets Kwaliteitszorg die in het najaar van 2013 op Windesheim zal plaatsvinden. Verder zijn diverse activiteiten uitgevoerd die moeten bijdragen aan het verder versterken van de onderwijskwaliteit, zoals: •
het functioneren van de examencommissies is versterkt zodat zij de volledige taak vervullen die hen met de invoering
•
maatregelen zijn genomen om het kwalificatieniveau van docenten te verhogen (zie ook punt 2);
•
van de Wet Versterking Besturing is opgedragen;
ter versterking van de kwaliteit van de in- en doorstroom van studenten, en daarmee de studierendementen, heeft Windesheim een kwaliteitsimpuls gegeven aan zijn studentbegeleiding en de procedure ‘onderbouwd voorlopig studieadvies’ in uitvoering genomen;
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
10
•
voor studenten die meer uitgedaagd willen worden is in 2011 het aanbod in het kader van diversiteit en excellentie uitgebreid met het Windesheim Honours Programma ‘Sociale Innovatie’.
Voor een duidelijke sturing en borging van de kwaliteitscyclus is voor iedere opleiding een dashboard aangemaakt. Dit is een
instrument waarin kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over de onderwijskwaliteit inzichtelijk worden gemaakt en daarmee de dialoog over de kwaliteit van het onderwijs wordt ondersteund. Onderzoek
De organisatie van het onderzoek in vijf kenniscentra, gepositioneerd bij de onderwijsafdelingen (domeinen), heeft geleid tot verbeteringen van de kwaliteit van het onderzoek. Zo heeft de concentratie van de onderzoeksactiviteiten in de kenniscentra
geleid tot meer focus in de onderzoeksprogramma’s en meer massa in de onderzoekscapaciteit. In de kenniscentra wordt hard
gewerkt aan de ontwikkeling van programmalijnen die op termijn sturend kunnen zijn op de ontwikkeling van de inhoud en het
aantal lectoraten in een kenniscentrum. De domeinen zijn erin geslaagd meer docent fte voor onderzoek in te zetten. Daarnaast is er een groei waarneembaar in het aantal gesubsidieerde onderzoeksprojecten in het kader van RAAK (Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie)-programma’s. Dit heeft een positief effect op de uitbreiding van de onderzoekscapaciteit in termen van mensen en middelen.
De positionering van de kenniscentra bij de domeinen heeft een positieve invloed op de ‘zichtbaarheid’ van de lectoren in het
onderwijs. Docenten en studenten weten steeds beter de weg naar lectoren en het onderzoek te vinden, hetgeen resulteerde in
een groei van het aantal studenten dat binnen onderzoekprojecten ruimte heeft gekregen om hun afstudeertraject vorm te geven. Daarnaast worden lectoren structureel betrokken bij het onderwijs, bijvoorbeeld door hen verantwoordelijk te maken voor de inrichting van minors.
Genoemde positieve effecten zijn ook opgemerkt door de Externe Onafhankelijke Commissie die in november 2011 de kwaliteit
van het onderzoek heeft onderzocht. Uit deze evaluatie kwam onder meer naar voren dat de lectoraten van Windesheim bijdragen aan de integratie van onderzoek en onderwijs. Dit wordt geflankeerd door hogeschoolbeleid dat een stevige basis heeft gelegd voor praktijkgericht onderzoek en dat de ontwikkeling van kenniscentra en opleidingen naar een University of Applied Sciences mogelijk maakt. De externe commissie deed daarnaast aanbevelingen welke de genoemde ontwikkeling zouden kunnen bevorderen.
Zo beveelt de commissie aan om lectoren vooral op hun kracht in te zetten, d.w.z. hen vooral te benutten voor het doen van
praktijkgericht onderzoek, omdat ruimte en aandacht voor het doen van praktijkgericht onderzoek de sleutel tot succes betekent. Daarnaast deed de commissie aanbevelingen inzake de infrastructuur voor onderzoek en ten aanzien van een onderzoeksleerlijn om studenten een onderzoekende houding bij te brengen. Genoemde aanbevelingen worden binnen Windesheim opgepakt voor de verdere ontwikkeling van het onderzoek. Ondernemen
Om een vooraanstaande en duurzaam onderscheiden positie in de markt te verwerven, is het voor Windesheim noodzakelijk de integratie van onderwijs, onderzoek en ondernemen te vergroten. De ondernemende activiteiten stonden de afgelopen jaren
relatief los van de ‘reguliere’ organisatie. Er is dan ook voor gekozen de ondernemende activiteiten binnen de onderwijsafdelingen (domeinen) te positioneren. Dit maakt het mogelijk om de aansluiting met het onderwijs en onderzoek te versterken en de
domeinen kunnen met hun eigen expertise ondernemend inspelen op behoeften en ontwikkelingen in de markt. Daarnaast biedt
het ondernemerschap op domeinniveau de kans om het ondernemend gedrag van medewerkers tot verdere ontwikkeling te laten komen.
In 2011 is een stuurgroep Ondernemen geformeerd met als opdracht de koers voor ondernemen uit te zetten voor de komende
jaren. Een eerste aanzet is gegeven voor een visiedocument en een bijbehorend handboek. Het visiedocument moet helderheid
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
11
bieden omtrent koers en keuzes ten aanzien van ondernemen. Het handboek dient als praktische leidraad voor ondernemerschap en een ondernemende houding, met als doel kwaliteit en volume van het ondernemen te versterken.
De te maken keuzes ten aanzien van het ondernemen hangen samen met de herbezinning op het portfolio die, in reactie op de strategische agenda van het ministerie, binnen Windesheim plaatsvindt.
In 2011 is dan ook een pas op de plaats gemaakt met het ontwikkelen van nieuw aanbod en zijn niet goed lopende trainingen
en cursussen uit het assortiment gehaald. Deze pas op de plaats is zichtbaar in de ontwikkeling van het resultaat. Het resultaat
verkregen uit ondernemen is met € 6,2 miljoen lager uitgekomen dan begroot en gerealiseerd in 2010. De voornaamste verklaring voor het afnemende resultaat is echter de nog steeds krappe markt.
De verkenning naar de te varen koers betekent niet dat Windesheim stil heeft gezeten. Een mooi resultaat dat de pers heeft gehaald is het Polymer Science Park, een open innovatiecentrum voor bedrijven en onderwijs op het gebied van
Kunststoftechnologie. Ook zijn vorderingen gemaakt op het gebied van het project Leven Lang Leren. Vanuit dit project zijn
diverse activiteiten geïnitieerd die een bijdrage leveren aan het versterken van de kwaliteit van het ondernemen, gericht op
de volwassenen- en bedrijvenkant. Ter versterking van het ondernemerschap is voor de Windesheimmedewerkers een aantal congressen georganiseerd waar kennis en ervaringen zijn gedeeld en nagedacht is over speerpunten voor het ondernemen. 2)
Het verhogen van het kwalificatieniveau van het personeel
De kwaliteit van het onderwijs ontstaat in de collegezaal, in het contact tussen de docent en de student. Aan het kwalificatieniveau van docenten stelt Windesheim hoge eisen. Van docenten wordt verwacht dat zij niet alleen beschikken over uitstekende didactische vaardigheden en kennis van de beroepspraktijk maar ook een hoog opleidingsniveau hebben.
In 2011 zijn de opleidings- en kwalificatie-eisen voor de docentfuncties (schaal 11-14) vastgesteld. Beginnende docenten die niet beschikken over een onderwijsbevoegdheid of een pedagogisch didactische aantekening moeten de basiscursus ‘Didactische
Professionalisering voor beginnende hbo-docenten’ volgen. Binnen Windesheim is het beleid dat een docent niet in aanmerking komt voor een vaste benoeming voordat hij deze basiscursus heeft gevolgd.
Van nieuw aan te trekken docenten vraagt Windesheim een masteropleiding of een afgeronde promotie. In 2016 moet 80%
van onze docenten een masteropleiding hebben afgerond of gepromoveerd zijn. Om dit te bereiken is Windesheim zo’n drie jaar geleden gestart met het herzien van de functiemix en het benutten van lerarenbeurzen. Windesheim ligt goed op koers.
Per 31 december 2011 waren 1.090 docenten in dienst waarvan 726 (67%) met een masterdegree. Van deze 726 docenten zijn er 42 gepromoveerd en zitten 30 docenten in een promotietraject. Bij opleidingen waar het percentage docenten met een masterdegree beduidend lager ligt, is een extra inspanning nodig en worden professionaliseringsafspraken gemaakt. 3)
Het professionaliseren van de organisatiecultuur
Windesheim wil zijn organisatiecultuur verder professionaliseren tot een cultuur waarin medewerkers als vanzelfsprekend een bijdrage leveren aan het realiseren van de strategische doelen. Een cultuur waarbij medewerkers verantwoordelijkheid nemen voor behaalde resultaten en hun eigen professionalisering en ontwikkeling en die tot onderwerp van gesprek maken in de
personeelsevaluatiecyclus (PE-cyclus). Daarbij is het aanspreken op concreet gedrag geen taboe, maar onlosmakelijk verbonden met kwaliteitsbewustzijn en streven naar verbetering.
In 2011 is op het gebied van de PE-cyclus verbetering zichtbaar geworden: de dialoog in het kader van deze cyclus wordt meer en meer benut waarvoor die bedoeld is: instrument voor sturing op resultaten en ontwikkeling. Leidinggevenden leren steeds beter genuanceerd en gemotiveerd de waardering in het kader van PE uit te spreken. Via het beleid leiderschapsontwikkeling wordt verder ingezet op het faciliteren van leidinggevenden in het voeren van het juiste gesprek.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
12
De inregeling van resultaat verantwoordelijke eenheden in de domeinen is in de groei naar een professionele organisatiecultuur
zeer waardevol. Hierdoor zijn in 2011 de beslissingsbevoegdheden in het team belegd. De professionele ruimte en hoe die in het team vorm te geven staan daarbij nadrukkelijk op de agenda.
De leidinggevenden van Windesheim vervullen een kritische rol bij het verder professionaliseren van de organisatiecultuur. In het in 2009 vastgestelde beleidsplan ‘Ondernemend Verbinden’ is de visie op leiderschap beschreven. Deze visie is vertrekpunt voor
de programma’s voor leiderschapsontwikkeling voor zittend leidinggevenden en voor potentials. In 2011 is de ingezette lijn rond
leiderschapsontwikkeling voortgezet. Voor verschillende doelgroepen zijn programma’s en activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd. 4)
De herinrichting van de organisatie
De transitie van onderwijsinstelling naar kennisinstelling vraagt kwaliteitsimpulsen op onderwijs, onderzoek en ondernemen.
Die impulsen hebben gevolgen voor de inrichting van de organisatie: de organisatiestructuur en de wijze van bedrijfsvoering.
Ter versterking en optimalisering van de ondersteunende en bedrijfsvoeringprocessen en het meer benutten van mogelijkheden tot samenwerking is besloten tot een organisatiestructuur bestaande uit vier domeinen en drie diensten.
De domeinvorming heeft geleid tot een betere procesintegratie en samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en ondernemen door de clustering van opleidingen en het positioneren van het onderzoek en de marketing- en salesactiviteiten binnen
de domeinen. Tevens is de bedrijfskolom in de domeinen verder geprofessionaliseerd door een efficiëntere inrichting van
de bedrijfsprocessen en de vorming van managementteams en resultaat verantwoordelijke eenheden. Ten behoeve van de
transparantie in resultaten is een dashboard ontwikkeld en in gebruik genomen waarin managementinformatie is opgenomen over onderwijs, personeel en financiën.
Met de herinrichting van de diensten is in het verslagjaar een eerste stap gezet. De implementatieplannen voor de vorming
van de diensten ‘Voorzieningen en Vastgoed’,’ Support’ en ‘Informatievoorziening en Administraties’ zijn goedgekeurd door de Centrale Medezeggenschapsraad. Voor de diensten ‘Voorzieningen en Vastgoed’ en ‘Informatievoorziening en Administraties’
zijn in het verslagjaar directeuren benoemd. Voor de dienst Support is, na een interim constructie, kort na het verstrijken van het
verslagjaar een directeur benoemd. Doelstelling van de herinrichting van de diensten is te komen tot een vorm van samenwerking en inrichting van bedrijfsprocessen die de strategische doelen en de operatie in de domeinen goed ondersteunen. De eerste
stappen zijn eind 2011 gezet door het clusteren van afdelingen binnen de nieuwe diensten en het benoemen van medewerkers op posities. Daarnaast is een start gemaakt met de ontwikkeling van een gemeenschappelijke frontoffice op hogeschoolniveau en een hogeschoolnetwerk ten behoeve van integrale beleidsvorming.
De inrichting van de domeinen en de diensten zal op 1 september 2012 zijn afgerond. 5)
Het financieel ‘in control’ zijn
Het financieel beleid van Windesheim is erop gericht om op eigen kracht te groeien naar een kennisinstelling met voldoende
buffers voor eventueel slechtere tijden. In de begroting 2011 is uitgegaan van een forse stap in de richting van een solvabiliteit
van 25%. In de middelenverdeling is bewust gekozen voor een verder herstel van de solvabiliteit. Hiermee worden twee doelen gediend.
Ten eerste worden nieuwe ombuigingen vanuit financieel perspectief vermeden en kan de aandacht gelegd worden op
inhoudelijke verbetering. Ten tweede wordt de financiële positie versterkt. Dit laatste is ook van belang in verband met de verzelfstandiging van Windesheim in een eigen rechtspersoon per 1 januari 2012.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
13
Ter realisatie van de doelstelling het financieel ‘in control’ zijn, zijn diverse verbeteringen gerealiseerd, zoals: •
evaluatie van de planning- en controlcyclus en invoeren van verbetervoorstellen;
•
aanscherping van de budgetbewaking en verbeterde analyse op uitkomsten;
• • •
de ontwikkeling, bouw en uitrol van een dashboard gekoppeld aan kritische prestatie-indicatoren; ontwikkeling en uitrol van een begrotingstool;
inrichting en uitrol van I-procurement en E-invoices.
Over 2011 is een resultaat gerealiseerd van bijna € 17,1 miljoen. Begroot was een resultaat van ruim € 6,3 miljoen. Van het verschil ad € 10,8 miljoen is € 7,3 miljoen te verklaren door de bate voor de opstart en ontwikkeling van Windesheim Flevoland en bijna
€ 2,5 miljoen door een verbeterde budgetbewaking en diverse verbeteringen in de bedrijfsvoering door een slimmere manier van werken.
De solvabiliteit (eigen vermogen / balanstotaal) per einde 2011 is 26,2% en daarmee 5,9 procentpunt verbeterd ten opzichte van
einde 2010. De liquiditeit (vlottende activa / kortlopende schulden) per 2011 is 1,1 en daarmee 0,4 punt verbeterd ten opzichte van einde 2010. 6)
De verdere uitbouw van de nevenvestiging in Flevoland
In september 2010 is de nevenvestiging Windesheim Flevoland officieel van start gegaan met vier opleidingen in Almere en een opleiding in Lelystad. Het jaar 2011 stond in het teken van de doorgroei van Windesheim Flevoland. Het onderwijsaanbod werd uitgebreid met twaalf voltijdopleidingen in Almere. Het aantal studenten is met ruim 20% toegenomen. Met een instroom van
564 studenten ligt de instroom boven de prognose. Ook is de personele inzet toegenomen. Voor de uitvoering van de activiteiten in Almere werd een nieuw pand betrokken in het centrum van Almere Stad.
Daarnaast heeft Windesheim Flevoland zijn positie en bekendheid in de regio weten te versterken door de aansluiting met het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs te bevorderen en de contacten met het werkveld te intensiveren.
Geconcludeerd kan worden dat de ontwikkeling van Windesheim Flevoland zich grotendeels voltrekt binnen het stramien van de business case.
Gebleken is dat de voortgang van de activiteiten voor Lelystad niet voorspoedig is verlopen. Om verschillende redenen is de Roy Heiner Academy waaraan Windesheim heeft deelgenomen, niet gestart. Ondanks forse inspanningen is het niet gelukt voldoende instroom voor duale opleidingen te verwerven. Met de gemeente Lelystad, ROC Flevoland, team Heiner en het bedrijfsleven vindt overleg plaats op welke wijze voor Lelystad maatwerk kan worden gerealiseerd.
De komende periode zal verkend worden wat op basis van regionale behoeften van het werkveld, alsmede het potentieel aan studenten het gewenste portfolio is voor Windesheim Flevoland in de komende jaren. In het afgelopen jaar is gebleken dat
omliggende hogescholen zich kritisch opstellen ten opzichte van verdere voornemens tot uitbreiding van het opleidingenaanbod van Windesheim Flevoland. Dit heeft gevolgen gehad voor het verwerven van licenties zoals voor de aanvraag van
werktuigbouwkunde voor de Roy Heiner Academy in Lelystad. Tevens leidt het landelijk beleid op basis van de strategische agenda van het ministerie tot meer restricties waar het gaat om uitbreiding van het opleidingenaanbod.
De uitkomsten van deze verkenning en de financiële soliditeit van Windesheim Flevoland zullen meegenomen worden bij de actualisatie van de business case, welke voor 2012 gepland staat.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
14
Kerngegevens
Studenten Instroom
2011
2010
7.328
7.634
Populatie
21.538
21.321
Instroom
5,2%
5,2%
4.695
4.004
1.090 (834 fte)
1.029 (793 fte)
22
19
17.096
3.667
Marktaandeel Ingeschrevenen Studiesucces
Aantal uitvallers
Aantal afgestudeerden Medewerkers
Onderwijsgevend personeel (OP)
Ondersteunend- en beheerspersoneel (OBP) Onderzoek
Aantal lectoraten Financiën
Financieel resultaat (x €1.000)
Omzet contractactiviteiten (x €1.000)
Tabel 1
5,0%
5,1%
3.182
797 (649 fte)
2.893
740 (603 fte)
6.232
7.433
De instroom is in 2011 lager dan het jaar daarvoor. Het jaar 2010 blijkt in een meerjarenreeks een jaar geweest te zijn van
relatief hoge instroom. De totale populatie aan studenten is in 2011 gegroeid naar 21.538. Het marktaandeel van de instroom bij Windesheim is landelijk gezien gelijk gebleven. Het aantal afgestudeerden maar ook het aantal uitvallers is als gevolg van meer studenten hoger geworden in 2011. Het jaar 2011 is financieel positief afgesloten waardoor de vermogenspositie verbeterd is. De verhoudingsgewijs grotere stijging bij het ondersteunend- en beheerspersoneel (OBP) is op het eerste gezicht opvallend.
In het kader van een goed en evenwichtig personeelsbestand is de opbouw van het medewerkersbestand in onderwijzend en ondersteunend personeel immers van groot belang. In de kadernota 2010 staat een ambitie geformuleerd dat 60% van het
medewerkersbestand onderwijzend personeel (OP) is. Ultimo 2011 wordt uitgekomen op 56,2% terwijl dit ultimo 2010 nog 56,8% was. Bij het zoeken naar verklarende factoren dient in de beschouwing te worden meegenomen dat de functies van bijvoorbeeld lector, medewerker onderzoek en de direct bij de begeleiding en ondersteuning van studenten betrokken medewerkers tot
dusver niet onder de definitie van het onderwijzend personeel vallen. Nader onderzoek naar de definiëring en opbouw van de
streefwaarde en naar de beantwoording van de vraag in hoeverre deze nog passend is in de verdere ontwikkeling van Windesheim tot kennisinstelling is dan ook gewenst. Dit onderzoek is niet alleen voor Windesheim actueel maar is recentelijk ook door het Ministerie van OCW en de HBO-raad geïnitieerd.
Samenwerkingsverbanden
In het realiseren van zijn missie staat Windesheim er niet alleen voor. Windesheim kent een groot aantal samenwerkingsverbanden. Diverse bedrijven en instellingen functioneren als opdrachtgever of klant met betrekking tot onderwijs, onderzoek en ondernemen. Op het vlak van onderwijs en praktijkgericht onderzoek en ten behoeve van een naadloze doorstroming in de onderwijskolom werkt Windesheim samen met een veelheid aan onderwijsinstellingen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
15
Onderstaand een selectie van (ontwikkelingen in de) samenwerkingsverbanden: .
Windesheim, DSM, Wavin, het Deltion College, de Gemeente Zwolle en de Provincie Overijssel hebben in 2011 een
intentieverklaring getekend voor de totstandkoming van het Polymer Science Park (PSP) te Zwolle. Kennispoort Regio
Zwolle heeft geholpen bij de oprichting van het PSP. In deze dynamische ‘werkplaats’ wordt kennis en onderzoek op het gebied van kunststoftechnologie verbreed en verbeterd, en daarmee de bedrijvigheid op dit terrein vergroot. Het PSP is .
in maart 2012 officieel geopend.
In 2011 zijn in het educatieve domein voorbereidingen getroffen voor een samenwerkingsovereenkomst tussen de
Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Utrecht, Windesheim en Hogeschool Inholland, gericht op het verbeteren van
de kwaliteit, aantrekkelijkheid en efficiëntie van het opleiden en professionaliseren van leraren en van onderwijskundig onderzoek. De educatieve faculteiten ontwerpen een gezamenlijk vormgegeven en afgestemd aanbod van alle
educatieve bachelor- en masteropleidingen en stemmen af bij de instelling van nieuwe lectoraten, met name op het
gebied van de vakdidactiek. Zodoende leveren zij een bijdrage aan de gezondmaking van de sector, aan de verhoging .
van de kwaliteit van het onderwijs en aan de terugdringing van het lerarentekort.
Eveneens met het oog op vergroting van kwaliteit en kwantiteit van leraren werkt Windesheim samen met de Vrije Universiteit, Inholland en IPABO onder de projectnaam ‘Hoe Beter Hoe Meer’. Een concreet resultaat van deze
samenwerking is de universitaire Pabo. Door de combinatie van de wetenschappelijke studie Pedagogiek en de .
beroepsgerichte Pabo worden verhoudingsgewijs meer leraren academisch opgeleid.
In het verlengde van de samenwerking die tot 2010 in Almere bestond tussen IPABO en de Hogeschool van Amsterdam, heeft Windesheim op 31 januari 2011 een gemeenschappelijke regeling met IPABO gesloten. Hierbij is de PABO Almere ingesteld als samenwerkingsinstituut in de zin van artikel 8.1 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. Tegen de achtergrond van de situatie rond de accreditatie van de lerarenopleidingen van IPABO, is in
september 2011 met IPABO en een nieuw opgerichte Stichting Toekomst IPABO overeengekomen de komende jaren
sterker te gaan samenwerken teneinde de lerarenopleidingen beter op elkaar af te stemmen en uiteindelijk geheel door Windesheim in stand te laten houden. Op basis van deze overeenkomst vormen de leden van het College van Bestuur .
van Windesheim vanaf dat moment de Raad van Toezicht van IPABO.
Sinds 2004 maakte Windesheim samen met de Vrije Universiteit (VU) en het VU medisch centrum (VUmc) deel uit van de Vereniging VU-Windesheim. In 2011 is deze governancestructuur tegen het licht gehouden. Dat heeft ertoe geleid dat eind 2011 besloten is tot een structuurwijziging van de Vereniging en de instellingen. In plaats van één Vereniging VU-Windesheim zijn er vanaf 1 januari 2012 drie rechtspersonen: de VU-Vereniging, de Stichting VU-VUmc en de
Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim. Door het creëren van zelfstandige rechtspersonen wordt beter recht
gedaan aan de uitdagingen waarvoor de instellingen zich zien gesteld en worden de voorwaarden geschapen om de risico’s te scheiden en de externe positionering te verhelderen.
De drie instellingen Windesheim, VU en VUmc functioneren vanaf die datum zelfstandig van elkaar, maar blijven via de verenigingsstructuur aan elkaar verbonden. In een meerjarenplan wordt vastgelegd hoe wordt vormgegeven aan de
interactie van de verbonden instellingen en de Vereniging met de samenleving en aan de voortgaande ontwikkeling van de identiteit.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
16
Maatschappelijke betrokkenheid
Als kennisinstelling wil Windesheim midden in de maatschappij staan en een bijdrage leveren aan de samenleving door kennis te delen en te verbinden. Daartoe organiseerde Windesheim in 2011 in samenwerking met diverse partners activiteiten rond
maatschappelijke thema’s. Een voorbeeld is het tweemaandelijks programma Peper & Zout, smaakmakende gesprekken over
uiteenlopende onderwerpen, zoals ‘Nederland na Prinsjesdag 2011’, ‘Burgerparticipatie en Burgerschap’ en ‘Kwaliteit van de
Ouderenzorg’. Met VU Connected werd een programma rond 25 jaar Tsjernobyl georganiseerd. Tijdens de Hardenberglezing stond
het thema ‘Vergrijzing en ontgroening: ouderen motiveren, jongeren binden’ centraal. Windesheim Flevoland organiseerde samen met De Nieuwe Bibliotheek in Almere maandelijks het Kenniscafé, over onderwerpen als Stad en Onderwijs, Archeologie en Astronomie.
De maatschappelijke betrokkenheid van Windesheim beperkt zich niet tot Nederland. Windesheim is één van de initiatiefnemers van Respo International, een organisatie die zich richt op de versterking van de positie van mensen met een handicap in ontwikkelingslanden door middel van sport en bewegen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
17
25 jaar Windesheim
2. 25 jaar Windesheim Windesheim viert in het studiejaar 2011-2012 zijn 25-jarig bestaan. In deze 25 jaar heeft Windesheim zich
ontwikkeld van hogeschool naar kennisinstelling die sterk verankerd is in de regio en waar naast onderwijs, ook
onderzoek en ondernemerschap hoog in het vaandel staan. ‘Maatschappelijk betrokken’ en ‘diversiteit als kracht’ zijn de twee thema’s die Windesheim aan zijn 25-jarig bestaan verbindt. In deze paragraaf wordt per jaar een wetenswaardigheid uit de afgelopen 25 jaar gepresenteerd. 1986
Op 30 juni 1986 tekenden twaalf besturen van tot dan toe zelfstandige hbo-instellingen de statuten van de Stichting
1987
Op 11 maart vond de officiële openingshandeling plaats van de onderwijsinstelling die vanaf die dag als Christelijke
1988
Op 15 november is de Stichting Interkerkelijk Studentenpastoraat Hoger Onderwijs in Zwolle opgericht. Het studenten-
Christelijke Hogeschool voor Beroepsonderwijs in Zwolle.
Hogeschool Windesheim door het leven gaat.
pastoraat biedt studenten en andere geïnteresseerden de mogelijkheid tot bezinning op geloof en (samen)leven,
1989
Om mensen van alle leeftijden mogelijkheden te bieden om te leren, startte Windesheim onder de naam Senioren-
op persoonlijke ontwikkeling en op het aanvaarden van verantwoordelijkheid voor de samenleving.
1990
Academie met hoger onderwijs voor ouderen.
In het kader van het eerste lustrum heeft Windesheim historisch onderzoek laten verrichten naar de voorgeschiedenis en
ontstaan van Windesheim. Dit onderzoek heeft in 1991 geresulteerd in het boek ‘Op Hoger Plan’.
1991
Op 11 december ondertekenden elf instellingen voor hoger onderwijs in Overijssel, waaronder Windesheim, en het
college van gedeputeerde staten van Overijssel het convenant Hoger Onderwijs in Overijssel ter bevordering
1992
In september verscheen de eerste editie van de hogeschoolkrant. Deze tweewekelijkse krant heeft ten doel om studenten
belang zijn.
van de afstemming van taken van het hoger onderwijs in Overijssel zodat een optimaal aanbod van onderwijs ontstaat.
en medewerkers zo goed mogelijk te informeren over de ontwikkelingen en gebeurtenissen die voor de hogeschool van
1993
Dertien christelijke hogescholen, waaronder Windesheim, hebben met de ‘Federatie Christelijk HBO’ de handen ineen
1994
De beleidsnota internationalisering ‘Samenwerking Versterkt’ schiep voor het eerst een kader voor de ontwikkeling van
geslagen om het voortbestaan van een zelfstandig christelijk hoger beroepsonderwijs te garanderen.
internationalisering op hogeschoolniveau.
1995
Na een intensief proces van voorbereiding, waarin medewerkers werden gestimuleerd mee te denken over de toekomst
van Windesheim, is in 1995 de strategienota ‘Een Reis’ tot stand gekomen. Een reis naar de plaats en rol van Windesheim
1996
In februari startte het Geert Groote Instituut (GGI). Het GGI is het bezinningscentrum van Windesheim. Het instituut
in de samenleving, waarin ‘leren leren’ centraal staat.
draagt bij aan de ontwikkeling van de identiteit van de hogeschool, haar medewerkers en studenten en is ook buiten de hogeschool actief.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
19
1997
1998
In september hebben Windesheim, de ROC’s Landstede en Deltion en de gemeente Zwolle een convenant getekend
met als doel het bevorderen van een goede onderwijskundig en (waar mogelijk) facilitaire samenhang tussen mbo en hbo in de gemeente Zwolle.
De uitwerking van de strategienota ‘een Reis’ leidde tot de conclusie dat een herinrichting van de Windesheim
organisatie noodzakelijk is om, in een dynamische omgeving, flexibel te kunnen inspelen op de vragen en eisen
bestaande uit twee lagen door het afschaffen van de faculteitsstructuur.
1999
vanuit stakeholders. Hiertoe is in 1998, ten behoeve van een efficiëntere inrichting, overgegaan op een bestuursmodel
Windesheim hecht grote waarde aan een duurzame bedrijfsvoering. In 1997 is het bedrijfsenergieplan Windesheim
vastgesteld, waarmee Windesheim uitvoering geeft aan de Meerjarenafspraak ‘Energie Efficiency Verbetering
2000
In januari 2000 is Windesheim gestart met het strategieontwikkelingstraject WindWijs. Dit traject heeft in oktober 2000
in het HBO’.
geresulteerd in het document ‘Het Beeld van Windesheim over vijf jaar’, dat richtinggevend is voor de missie van
ingevuld. Dat heeft er toe geleid dat Windesheim zich ten doel heeft gesteld in 2005 te zijn getransformeerd tot een
2001
Windesheim. In diverse projecten en met behulp van panels van medewerkers en studenten is dit beeld vervolgens nader instelling voor hoger onderwijs, die in al haar processen ten dienste staat van een leven lang leren met de student als ontwerper van zijn eigen leerproces.
Het ministerie verleende zijn goedkeuring aan Windesheims eerste lectoraat op het gebied van duurzaam ondernemen.
Het lectoraat startte feitelijk in 2002.
2002
Begin 2002 is onder de titel ‘Windesheim op streek’ het instellingsplan 2002-2005 vastgesteld. Hierin is de
leervragen van studenten en organisaties voorop stelt.
2003
geprononceerde keuze van Windesheim verwoord: de hogeschool wil zich ontwikkelen tot een kennisinstelling die de
Windesheim, de Vrije Universiteit en de Christelijke Agrarische Hogeschool ondertekenden in juni de
samenwerkingsovereenkomst ‘samenwerking hoger onderwijs Flevoland’, met als doel het hoger onderwijs in Flevoland
2004
De Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam en Windesheim wilden, onder het motto ‘Elk talent telt’, gezamenlijk
te versterken.
invulling geven aan de hoger onderwijsruimte door het vormen van een brede instelling voor hoger onderwijs
de rechtspersonenfusie een feit met de oprichting van de Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk
2005
en onderzoek, met twee locaties met elk een eigen profiel, die elkaars sterke punten benutten. Op 1 januari 2004 was onderzoek en patiëntenzorg (kortweg Vereniging VU-Windesheim). De bestuurlijke fusie volgde in 2005. Externe
ontwikkelingen stelden de mogelijkheden en kansen in een ander perspectief en in 2009 kreeg Windesheim weer een eigen College van Bestuur. De gedachte heeft daarna postgevat dat ook het creëren van zelfstandige rechtspersonen
beter recht doet aan de uitdagingen waarvoor de Vrije Universiteit, VU medisch centrum en Windesheim zich zien gesteld. Het Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle opende zijn deuren. Dit centrum ontwikkelt kennis voor preventie
van overgewicht bij 0 tot 19 jarigen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
20
2006
De ontwikkeling van Windesheim naar een kennisintensieve, lerende organisatie vraagt om toenemende mate om
corporate leren. In 2006 startte de Corporate Academy, een leer- en kennisschool die in eigen beheer vanuit de missie
van de medewerkers te stimuleren en te ondersteunen.
2007
en doelstellingen van de organisatie is ontwikkeld en die erop gericht is de ontwikkeling van zowel de organisatie als
Nederland kampt met een tekort aan technici. Ter bevordering van de instroom in de technische of ICT hbo-opleiding is
Windesheim het Junior College gestart met als doel scholieren, in het bijzonder leerlingen uit het voortgezet onderwijs,
2008
Ondernemerschap is van groot belang voor de economische groei en sociale cohesie in een samenleving. Met de start
te boeien en te binden aan een technische of ICT hbo-opleiding.
van het Centre of Entrepreneurship per 1 februari wil Windesheim het ondernemerschap bevorderen. Alle initiatieven op
2009
Mijlpaal in 2009 was de start van het Windesheim Honours College. Het Windesheim Honours College biedt een vierjarige,
2010
het snijvlak van onderwijs en ondernemerschap komen in het Centre samen.
internationaal georiënteerde, Engelstalige hbo-bacheloropleiding aan.
Na jaren van intensieve voorbereiding opende Windesheim Flevoland in september 2010 officieel zijn deuren.
De nevenvestiging in Flevoland biedt Windesheim een unieke kans om het hoger onderwijs en daarmee het kennisniveau
2011
Op 28 juni werd het vijfde lustrum gevierd met een speciaal jubileumprogramma voor genodigden. Tijdens dit
werken Windesheimstudenten aan het verbeteren van de levensomstandigheden van straatkinderen. In het project
in Flevoland, een van de snelst groeiende regio’s in Nederland, te versterken.
programma werden twee speciale projecten van Windesheim belicht. In het project Bisdom van Chipata (Zambia)
VSG-bestuur (Vereniging van Saramakaanse Gezagdragers, Suriname) hebben studenten meegewerkt in projecten ter bevordering van de ontwikkeling in het district Sipaliwini. De projecten van de VSG richten zich op onderwijs, het rondrechtenvraagstuk, werkgelegenheid, gezondheidszorg, energievoorziening en milieu.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
21
Onderwijs
3. Onderwijs Windesheim biedt een gevarieerd aanbod aan hbo-bacheloropleidingen binnen de domeinen ‘Economie, Management, Media en Communicatie’, ‘Bewegen en Educatie’, ‘Gezondheid en Welzijn’ en ‘Techniek’.
Naast voltijdopleidingen1 zijn er deeltijdopleidingen en duale opleidingen. Er is een ruim aanbod aan cursussen,
post-hbo-opleidingen en masteropleidingen. Naast de reguliere opleidingen biedt Windesheim onderwijsprogramma’s aan die inspelen op de verschillen in kenmerken en ontwikkelbehoeften van zijn studenten. Ontwikkelingen in het onderwijsaanbod
In 2011 is het onderwijsaanbod uitgebreid met: .
de deeltijdopleiding Toegepaste Gerontologie;
.
12 voltijd hbo-bacheloropleidingen in Almere (zie hoofdstuk 6 Windesheim Flevoland);
. .
de deeltijd en duale opleiding Pedagogisch Management Kinderopvang;
het Windesheim Honours Programma ‘Sociale Innovatie’, een intensief programma van een jaar dat een student volgt naast de reguliere opleiding.
Per 1 september 2013 wordt een nieuwe richting gekozen voor de opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV). Op die datum vervalt de mogelijkheid tot inschrijving voor de opleiding. CMV wordt als zelfstandige opleiding afgebouwd en geïntegreerd in (een van) de andere sociaalagogische opleidingen. Daarmee zullen de afgestudeerden een betere
arbeidsmarktpositie krijgen en zal het opleidingenaanbod van Windesheim beter voorzien in de groeiende eisen die aan het hbo worden gesteld.
Besloten is de samenwerkingsovereenkomst op het gebied van afstandsleren tussen Windesheim en de LOI te beëindigen per
31 augustus 2012. Vanaf september 2012 zal Windesheim zelf afstandsleren gaan aanbieden. Het gaat daarbij in eerste instantie om de Opleiding tot leraar Basisonderwijs, Voortgezet Onderwijs en Verpleegkunde.
Leven Lang Leren
Windesheim wil mensen stimuleren tot blijvende ontwikkeling en heeft dan ook ‘Leven Lang Leren’ vastgesteld als een van zijn
kernactiviteiten. In 2011 is het tweejarig project ‘Leven Lang Leren’ afgerond. De geplande groei (t.o.v. 2008) van 21% in aantal 25-29 jarigen en 14% groei in aantal 30+’ers is in maart 2011 al voor 90% respectievelijk 98% gerealiseerd. Van het totale
klantenbestand op Windesheim is zo’n 40% ouder dan 25 jaar. Leven lang leren is verankerd in missie, strategie en profilering van Windesheim.
Aansluiting binnen de onderwijskolom
Maximale participatie wordt in belangrijke mate bevorderd door voorzieningen te creëren die de aansluiting met het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) versterken.
Windesheim biedt leerlingen uit het vo en mbo verschillende activiteiten om kennis te maken met de hogeschool en studeren. In 2011 waren er open dagen en meeloopdagen.
Samen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Saxion zijn informatiesessies gehouden voor aankomende studenten uit de regio Apeldoorn.
Door het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen bevordert Windesheim de aansluiting en daarmee de instroom van mbo’ers.
Daartoe werkt Windesheim nauw samen met regionale instellingen voor middelbaar beroepsonderwijs. Met ROC Landstede is 1
Zie voor overzicht bijlage 1
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
23
regelmatig overleg geweest over het realiseren van een doorlopende leerlijn Studieloopbaanbegeleiding, vooruitlopend op de resultaten van de pilots Loopbaanoriëntatie en Begeleiding in het mbo.
Ter versterking van de aansluiting vo-hbo participeert Windesheim in het vo-platform Zwolle. Voor studenten die een leertraject versneld willen en kunnen doorlopen, biedt Windesheim turboroutes.
Uit de aansluitingsmonitor Noordoost-Nederland is gebleken dat qua aansluiting met name op het gebied van rekenen /wiskunde en voorlichting nog winst is te boeken. De verwachting voor de komende jaren is dat met een centrale examinering van de kernvakken in het vo en mbo de aansluiting op funderende vakken in het hbo beter zal verlopen.
Voordat een hbo-bachelorstudent aan een wetenschappelijke master kan beginnen wordt in de meeste gevallen een voortraject verplicht gesteld, de zogenoemde premaster. Windesheim heeft met diverse universiteiten, waaronder de Vrije Universiteit,
Universiteit Twente, Universiteit Utrecht, Rijksuniversiteit Groningen en de Radboud Universiteit, doorlopende leerlijnen naar een wetenschappelijke master. In 2011 volgden 102 studenten een premastertraject.
Onderwijskwaliteit
Windesheim gaat voor kwaliteit. Het versterken van de kwaliteit van het onderwijs is dan ook een van de speerpunten uit het
strategisch beleid. Naast de interne kwaliteitszorg (zie hoofdstuk Ondersteuning) wordt de kwaliteit van het onderwijs geborgd
door een macrostelsel van visitaties en accreditaties. Uit de expertoordelen van de Visiterende en Beoordelende Instanties en de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie blijkt in welke mate Windesheim voldoet aan de eisen die gesteld worden aan de onderwijskwaliteit.
Accreditaties en visitaties
In 2011 heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) accreditatie verleend voor de onderstaande bacheloropleidingen: .
Sociaal Pedagogische Hulpverlening;
.
Bedrijfskundige Informatica;
. . . . . . . . . . .
Informatica;
Technische Informatica; Bouwkunde;
Civiele Techniek; Communicatie;
Personeel en Arbeid;
Logistiek en Technische Vervoerskunde; Elektrotechniek;
Industrieel Product Ontwerpen; Technische Bedrijfskunde; Werktuigbouwkunde.
Ook is er in 2011 voor de opleiding International Business and Languages accreditatie verleend op basis van een aanvullende panelbeoordeling.
Voor de volgende opleidingen zijn er visitaties uitgevoerd in 2011: .
Master Special Educational Needs;
.
Executive Master of Business Administration;
. . . . .
Master Psychomotorische Therapie; Journalistiek;
Small Business and Retail Management; Accountancy;
Master Leraar Godsdienst.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
24
De visitaties van deze opleidingen resulteerden in een positieve beoordeling door de Visiterende en Beoordelende Instantie, met uitzondering van Journalistiek.
Ontstane situatie bij de opleiding Journalistiek
Uit het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar alternatieve afstudeertrajecten is gebleken dat de opleiding Journalistiek de kwaliteitsborging onvoldoende op orde heeft. Dit heeft ook het auditpanel geconstateerd dat de reguliere opleiding heeft bezocht in het kader van de accreditatie. Ook heeft het panel geconcludeerd dat het gerealiseerde eindniveau van stage- en
onderzoeksverslagen verbeterd moet worden. Volgens het panel zijn het programma, het personeel en de voorzieningen van de
opleiding van voldoende niveau en is er voldoende veranderpotentieel om op korte termijn de kwaliteit op orde te brengen en de gesignaleerde tekortkomingen te herstellen.
Windesheim heeft een externe ‘commissie van wijzen’ ingesteld om te onderzoeken hoe de al in gang gezette en ook door
het auditpanel gesignaleerde verbeteringen versneld kunnen worden ingevoerd. Daarnaast heeft Windesheim twee externe
commissies gevraagd een second opinion te geven over de eindwerkstukken van 360 oud-studenten met een diploma vanaf
1 september 2009 om de omvang en de oorzaken van het probleem zichtbaar te maken. Van de beoordeelde eindwerkstukken is 9% van de stageverslagen en 23% van de onderzoeksverslagen onvoldoende bevonden. De afgegeven diploma’s zijn en blijven rechtsgeldig. Een Commissie Maatwerk is ingesteld om verzoeken of bezwaren te behandelen van oud-studenten uit de onderzoekspopulatie.
Omdat Windesheim zich kan voorstellen dat zijn oud-studenten Journalistiek ongemak hebben ondervonden van de situatie,
heeft de hogeschool alle studenten uit het onderzoek een masterclassprogramma aangeboden. Het programma is opgebouwd vanuit eventuele kwetsbaarheden in de eindfase van de opleiding maar vooral van toepassing op de huidige werksituatie van alumni. Met dit programma hoopt Windesheim zijn oud-studenten een aanbod te doen dat voor hen van meerwaarde is in de journalistieke beroepspraktijk.
Op basis van de geconstateerde tekortkomingen heeft Windesheim de volgende verbetermaatregelen getroffen: .
. . .
De voor studenten digitaal op verschillende plaatsen toegankelijke informatie is in de Onderwijs- en Examenregeling voor alle opleidingen zo gebundeld dat naar de geest en naar de letter wordt voldaan aan artikel 7.13 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek.
Maatregelen zijn genomen die ertoe moeten leiden dat de examencommissies de volledige taak vervullen die hen met de invoering van de Wet Versterking Besturing per 1 september 2010 is opgedragen.
Er zijn maatregelen genomen die ertoe geleid hebben dat het diplomasupplement aan de inhoudelijke voorschriften voldoet.
Per 1 mei 2011 is de mogelijkheid om via de zogenoemde competentiegerichte opdracht af te studeren beëindigd.
Voor 1 april 2012 heeft Windesheim een herstelplan voor de opleiding ingediend bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Op basis van goedkeuring van dit herstelplan heeft de NVAO de accreditatie van de opleiding verlengd tot 31 december 2013. De NVAO zal de opleiding de komende periode intensief volgen. In het najaar van 2012 toetst een door de NVAO te
benoemen panel het hbo-bachelorniveau van recent afgestudeerden en of de verbetermaatregelen tot het gewenste resultaat
leiden. Bij een positieve beoordeling kan Windesheim medio 2013 een nieuwe accreditatieaanvraag indienen. Bij toekenning gaat de nieuwe accreditatie per 1 januari 2014 in.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
25
Taakuitoefening examencommissies
Ten aanzien van de taakuitoefening van de examencommissie was Windesheim, al los van het onderzoek van de Inspectie, een
intern onderzoek gestart om het functioneren van de examen- en opleidingscommissies van alle opleidingen in kaart te brengen en met verbeterplannen te komen waar dat noodzakelijk was. Op basis van dit onderzoek is een instrument in de vorm van een checklist Examencommissies en Opleidingscommissies en een vorm van intern toezicht ontwikkeld.
De checklist is direct afgeleid van de wettelijke taken en verantwoordelijkheden en sluit voor wat betreft de examencommissies aan op de ‘Handreiking examencommissies’ van de HBO-raad en het bindingsbesluit dat hierover genomen is.
Daarnaast is gewerkt aan de deskundigheidsbevordering van de leden van de examencommissies. Op hogeschoolniveau is gemiddeld één keer per zes weken een onderling overleg gevoerd tussen voorzitters van de examencommissies en de
onderwijsjuristen. Doel van het overleg is door uitwisseling van kennis, ervaringen en producten de kwaliteit en effectiviteit van besluiten en beslissingen van de examencommissies te verhogen. Naast de scholing die de individuele leden van de
examencommissies met hun direct leidinggevende afspreken, is de scholing van de leden van de examencommissies door de onderwijsjuristen in samenwerking met de Corporate Acadamy uitgezet.
Internationalisering
De herinrichting van de interne organisatie heeft ook op het terrein van internationalisering een nieuwe dynamiek ingezet.
Nagedacht wordt over relevante kaders voor internationalisering en hoe hieraan vorm en inhoud kan worden gegeven. Hiertoe
zijn per domein beleidsplannen internationalisering geschreven. Deze beleidsplannen geven duidelijk weer waarop de domeinen zich met betrekking tot internationalisering willen richten en waar hun prioriteiten liggen. Deze domeinplannen zullen de basis
vormen voor het Windesheimbrede internationaliseringprofiel. Hierbij wordt tevens aansluiting gezocht bij de lokale en regionale, grensoverschrijdende bedrijvigheid.
In 2011 zijn de activiteiten gericht op mobiliteit en onderwijsinhoud voortgezet. Mobiliteit heeft zich vooral gefocust op internationale stages en studiepunten mobiliteit in het kader van het Erasmusprogramma . In bijlage 7 is een overzicht 2
opgenomen van de studentenmobiliteit per School en buitenlandse instelling. Onderwijsinhoudelijk zijn minors met een sterke internationale onderwijscomponent verzorgd, zoals o.a. de minor Doing Business in China, Doing Business in Germany and
Eastern Europe, International Business Studies, International Management en de verbredende minor International Sustainable Development. Daarnaast is een zestal double degrees aangeboden. Het Windesheim Honours College trekt buitenlandse studenten aan en verzorgt het onderwijs in de Engelse taal.
De samenwerking met de Chongqing Technology & Business University is verder uitgebouwd. De relatie met deze, en verkenningen met andere potentiële Chinese partners, onderstrepen dat China als economische wereldmacht een factor is waarop door het
Nederlandse hoger onderwijs moet worden ingespeeld. Vanuit het perspectief van opleiden en het voorbereiden van toekomstige professionals hierop, wordt gewerkt aan de inbedding van de Chinese taal en cultuur in de onderwijsorganisatie.
Ontwikkeling studentaantallen
In 2011 zijn, inclusief Windesheim Flevoland, in totaal 7.328 studenten ingestroomd en bedroeg de populatie 21.538 studenten. In bijlage 2 is de ontwikkeling van de studentaantallen nader gespecificeerd. In bijlage 3 is informatie opgenomen over het toelatingsbeleid.
2 Het Erasmusprogramma is onderdeel van het Europese Leven Lang Leren-Programma en heeft tot doel om activiteiten binnen de Europese Onderwijs Ruimte te ondersteunen en studenten en docentenmobiliteit te bevorderen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
26
Instroom naar vooropleiding mbo
havo
2011
2010
2009
2.357
2.395
2.283
444
488
456
3.544
vwo
overig (o.a. 21+ toets, eindgetuigschrift of propedeuse hbo/wo, buitenlandse vooropleiding Totaal Tabel 2 Populatie naar vooropleiding mbo
havo
vwo
overig (o.a. 21+ toets, eindgetuigschrift of propedeuse hbo/wo, buitenlandse vooropleiding
Totaal
3.447
3.115
983
1.304
1.515
7.328
21.321
19.450
2011
2010
2009
6.728
6.523
5.937
1.530
1.336
10.142
9.599
3.110
3.669
3.766
21.538
21.321
19.450
1.558
8.411
Tabel 3
Studierendementen
De ontwikkeling van de studierendementen is een voortdurend aandachtspunt in het beleid. Belangrijke indicatoren voor het
meten hiervan zijn het aantal uitvallers en het propedeuse- en afstudeerrendement. Deze indicatoren maken deel uit van de set
van managementinformatie. In de managementgesprekken tussen het College van Bestuur en de directeuren zijn de rendementen onderwerp van gesprek en wordt besproken welke maatregelen in aanmerking komen of zijn genomen om de rendementen te versterken.
In bijlage 4 zijn de studierendementen nader gespecificeerd.
De bovenstaande tabellen laten zien dat het percentage uitvallers aan het stijgen is en boven de 20% is uitgekomen in 2011. 5.000
Aantal uitvallers (exclusief omzwaaiers)
4.000
3.000
Aantal uitvallers (exclusief omzwaaiers)
2.000
Grafiek 1
20 10 -2 01 1
20 09 -2 01 0
820 0 20 0
20 07 -2 0
08
0
9
1.000
Studiejaar
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
27
25
Percentage uitval (exclusief omzwaaiers) ten opzichte van populatie
20 15
Percentage uitval (exclusief omzwaaiers) ten opzichte van populatie
10
20 10 -2 01 1
920 10 20 0
20 0
20 07 -2 0
08
0
820 09
5
Grafiek 2 50,00
Propedeuserendement
45,00
40,00 35,00
30,00 25,00
Na 1 jaar
20,00
Na 2 jaar (cumulatief)
15,00
10,00
20 10 rt ho Co
Co
ho
rt
20 0
9
8 20 0 rt ho Co
Co
ho
rt
0,00
20 07
5,00
Grafiek 3 50,00
Afstudeerrendement
45,00
40,00 35,00
30,00 %
25,00
Na 4 jaar
20,00
Na 5 jaar (cumulatief) Na 7 jaar (cumulatief)
15,00
10,00
20 07 rt ho Co
6 20 0 rt ho Co
20 05 rt ho Co
4 20 0 rt ho Co
Co
ho
rt
0,00
20 03
5,00
Grafiek 4
Dit kan enerzijds worden verklaard door de relatief hoge instroom in 2010. Immers, de meeste uitvallers stoppen in het eerste jaar. Uitvallers geven met name aan dat zij de studie en/of het beroepsperspectief niet zo aantrekkelijk vinden als gedacht. Daarnaast spelen persoonlijke omstandigheden een belangrijke rol. Anderzijds is een stijging waarneembaar in het aantal bindende
studieadviezen (BSA’s) hetgeen deels veroorzaakt wordt doordat met ingang van het studiejaar 2009/2010 de procedure bindend studieadvies ook voor afstandsleren van toepassing is.
Het propedeuserendement blijft constant en is zelfs wat gestegen na 1 jaar voor het cohort 2010. Bij het afstudeerrendement na 4 jaar is echter een daling zichtbaar tot onder de 30% (cohort 2007). Het sturen op een fors hoger afstudeerrendement zal de komende jaren een hoge prioriteit krijgen. Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
28
Maatregelen ter verbetering van de studierendementen
Ter verhoging van de studierendementen investeert Windesheim in het verbeteren van de kwaliteit van de instroom, een adequate studielast, voldoende contact- en begeleidingstijd, goede verwijzing en selectie en studentbegeleiding. Windesheim verwacht dat het effect van deze maatregelen op de middellange termijn zichtbaar zal worden in de rendementscijfers. Voorbeelden van genomen maatregelen zijn: .
. .
. . .
De voorlichtingsactiviteiten voor aankomende studenten zijn geëvalueerd met het doel de informatiewaarde
van de voorlichting te verhogen zodat aankomende studenten een zo goed mogelijk beeld van de studie en het beroepenveld krijgen.
Windesheim heeft diverse summercourses, programma’s voor taalondersteuning en het schakeljaar Anderstaligen uitgevoerd.
Met de uitvoering van twee pilots Studiekeuzegesprekken onder regie van Surffoundation is de intakeprocedure
van aankomende studenten verbeterd. Het succesvolle verloop van deze pilots heeft ertoe geleid dat de invoering van studiekeuzegesprekken c.q. intakegesprekken Windesheimbreed wordt overwogen.
In 2011 is de begeleiding van eerstejaarsstudenten in het eerste half jaar geïntensiveerd door de procedure ‘onderbouwd voorlopig studieadvies’ in uitvoering te nemen.
Op basis van minstens drie gesprekken krijgt elke student binnen vijf maanden na inschrijving een onderbouwd voorlopig studieadvies. Doel is om eerder op te sporen of een student al dan niet op de juiste plek zit.
De wijze van studentbegeleiding is verder geprofessionaliseerd door een heldere taakverdeling aan te brengen in de eerste- en tweedelijnsbegeleiding.
Studentbegeleiding en voorzieningen
Windesheim hecht grote waarde aan de begeleiding van zijn studenten. Studentbegeleiding werpt de meeste vruchten af wanneer deze zo dicht mogelijk bij het primaire proces, het onderwijs, wordt gepositioneerd en wel in de relatie tussen student en docent. De centrale dienstverlening dient aanvullend te zijn op de basisvoorziening bij de opleidingen. Vanuit deze gedachte is besloten het gehele pakket aan studentbegeleiding te herzien waarbij de eerstelijnsbegeleiding is gepositioneerd in de domeinen en de tweedelijnsbegeleiding op centraal niveau. De eerstelijnsbegeleiding is in handen van de studieloopbaanbegeleider. Hij is de
eerste aangewezen persoon voor het beantwoorden van vragen op het gebied van de studievoortgang en factoren die van invloed zijn op het studiesucces van de student. In september 2011 is de nieuwe eenheid Instroom- en Studentbegeleiding gestart, een Windesheimbrede tweedelijns dienstverleningsfaciliteit die tot doel heeft het studiesucces van instromende en ingeschreven
studenten te vergroten. De studieloopbaanbegeleider kan in overleg met de student besluiten tot een doorverwijzing naar deze nieuwe eenheid waar een diversiteit aan specialismen is ondergebracht. Deze eenheid is erop gericht de student de regie over zijn leerproces te laten behouden of weer te laten oppakken. Daarbij hoort waar nodig een deskundig advies over mogelijke ondersteuning buiten de hogeschool.
Met ingang van januari 2012 werken alle studentbegeleiders met het Student Begeleiding Registratiesysteem. Hierin worden alle
vragen die leiden tot een actie en de resultaten daarvan geregistreerd. Het systeem is een belangrijk instrument bij de monitoring
van de effectiviteit en efficiency van de dienstverlening. Daarnaast moet het leiden tot verbeterde managementinformatie over de aard en het volume van gestelde vragen.
In bijlage 6 is een overzicht opgenomen van het gebruik van de studentvoorzieningen. Profileringsfonds
Het profileringsfonds biedt voorzieningen voor studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben
opgelopen of dat naar verwachting gaan doen. De regeling bevat een regeling voor afstudeersteun bij ziekte en bijzondere
familieomstandigheden. Daarnaast biedt de regeling financiële ondersteuning in de gevallen dat de bestuurlijke activiteiten of topsportactiviteiten voldoen aan de bepalingen van deze regeling.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
29
In 2011 zijn 29 nieuwe aanvragen voor een topsportbeurs, 51 aanvragen voor bestuurssteun en 18 aanvragen voor afstudeersteun toegekend. Er waren geen toekenningen/uitbetalingen aan niet EER-studenten . 3
Vanuit het fonds is in 2011 €111.788 uitbetaald aan in totaal 110 studenten. 4
Grond
Uit betaald in 2011
Aantal studenten
€ 15.750,-
29
Topsportbeurs Bestuurssteun
€ 32.760,-
Afstudeersteun
€ 63.278,-
Tabel 4
43
38
De grond van toekenning voor afstudeersteun is divers: ziekte, bijzondere familieomstandigheden, studeerbaarheid van het programma, zintuiglijke / lichamelijke functiestoornis en zwangerschap.
Studenttevredenheid
Een goede onderwijskwaliteit vertaalt zich door in de mate van studenttevredenheid. In de Nationale Studentenenquête scoorde Windesheim in de meting van 2011 op 11 van de 15 thema’s boven het landelijk gemiddelde. Over de studieomgeving, algemene
vaardigheden en de docenten zijn studenten van Windesheim het meest tevreden. Inhoudelijke en didactische deskundigheid van docenten worden net als vorig jaar zeer positief gewaardeerd. De tevredenheid over studieroosters is het meest gestegen t.o.v.
voorgaand jaar. Studenten zijn in vergelijking met 2010 meer tevreden over het tijdig bekend maken van roosters en -wijzigingen. Het onderzoek van 2011 laat zien dat aspecten die in de voorgaande jaren zwakke resultaten lieten zien ondanks een verbetering in 2010, nog steeds aandacht vergen. Het gaat daarbij om de terugkoppeling/communicatie naar studenten. Ook andere
onderzoeken bevestigen dat deze knelpunten bij Windesheim, maar ook landelijk, hardnekkig zijn. Follow-up en terugkoppeling blijven een belangrijk punt van aandacht.
Resultaten NSE
2011
2010
Algemene vaardigheden
68
69
Studiebegeleiding
62
Studieomgeving Docenten
74
73
63
62
Voorbereiding beroepsloopbaan
60
62
Informatiepunt
58
Inhoud
59
62 59 59
Praktijkgericht onderzoek
55
45
Studieroosters
52
47
Studiefaciliteiten
Toetsen en beoordelen
▴ ▴ ▴
Gelijk aan landelijk gemiddelde Gelijk aan landelijk gemiddelde
48
▴
45
44
39
3 4
▴
50
Huisvesting Tabel 5
▴
▴
48
Betrokkenheid
▴
54
55
Studielast
Informatievoorziening
score Windesheim 2011 t.o.v. hbo landelijk
37
48 41
35
▴ ▴ ▾ ▴
Gelijk aan landelijk gemiddelde
Studenten afkomstig uit een land dat niet tot de Europese Economische Ruimte behoort. Inclusief doorbetalingen in 2011 van in 2010 goedgekeurde aanvragen
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
30
Uit de Keuzegids HBO Voltijd 2012 komt een beeld naar voren dat de afgelopen jaren ongewijzigd is. Windesheim heeft een vijfde plek behaald bij de grote hogescholen. Dat Windesheim met een hogere eindscore twee plaatsen zakt in de gids kan te maken hebben met de veranderingen van criteria betreffende de categorieën ‘grote’ en ‘middelgrote’ hogeschool. Windesheim wordt door de Keuzegids een solide hogeschool genoemd met een zeer sterk voltijd aanbod op exacte en ict-opleidingen en goede opleidingen in de sectoren techniek, economie, communicatie en onderwijs.
In de nieuwe Keuzegids HBO Deeltijd & Duaal 2012 stijgt de eindscore van Windesheim. Windesheim is te vinden op de zesde positie bij de grote hogescholen. Bij negen van de twintig onderzochte opleidingen verbeterde de score op studentoordelen ten opzichte van vorig jaar. De opleidingen Communicatie, Verpleegkunde en Pedagogiek lieten flinke stijgingen in het studentenoordeel zien in vergelijking met de vorige Keuzegids.
Keuzegids HBO Totaalscore Windesheim – hbo voltijd Totaalscore Windesheim – hbo deeltijd & duaal Tabel 6
Plaats Windesheim 2012 5 6
Score Windesheim
2012
2011
2010
62
58
66
65,5
64
64
Verkiezing docent en talent van het jaar
Om te benadrukken hoe belangrijk de inzet van docenten is voor de kwaliteit van het onderwijs, organiseert Windesheim jaarlijks de verkiezing docent en talent van het jaar. In 2011 is Bas van der Meijden, docent aan de Lerarenopleiding
Geschiedenis, tot docent van het jaar gekozen en Marjolein Reijners, docente Inleiding Pedagogiek en Communicatietheorie, tot ‘talent van het jaar’. De winnaars kregen een geldbedrag, te besteden aan vernieuwing en verbetering van het onderwijs.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
31
Onderzoek
4. Onderzoek De overgang van onderwijsinstelling naar kennisinstelling vereist in het bijzonder aandacht voor onderzoek.
Uitgangspunt van het onderzoek binnen Windesheim is dat het onderzoek een praktische meerwaarde heeft voor
het onderwijs en het werkveld. Daarbij worden onderzoekscompetenties in toenemende mate belangrijk gevonden voor de afgestudeerde hbo’er. Onderzoek is dan ook een noodzakelijk onderdeel van het curriculum van de opleidingen.
Lectoren en lectoraten
Door stelselmatig onderzoek, dat aansluit bij de behoeften in de markt en het beroepenveld, ontwikkelen de lectoren samen
met onderzoekers nieuwe kennis in de lectoraten. Daarnaast is de invloed van lectoraten op de onderwijsvernieuwing en het
verhogen van het kennisniveau en de professionaliteit van docenten essentieel. Dit versterkt de kenniscirculatie en draagt bij aan innovaties.
Elk lectoraat wordt gevormd door een of twee lectoren en een kenniskring. Windesheim telde in 2011 22 lectoraten en 25
lectoren. Ter versterking van de wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek worden de lectoren ingezet in het onderwijs en bij
onderwijsontwikkelingen. Zo zijn in 2011 de lectoren onder meer betrokken geweest bij de ontwikkeling en uitvoering van minors, opleidingen en het Windesheim Honours Programma ‘Sociale Innovatie’, hebben zij colleges gegeven, docenten en studenten begeleid en opdrachten en projectplannen beoordeeld.
Kenniscentra
Om meer focus en kritische massa te krijgen in de onderzoeksfunctie en de binding met het onderwijs en het werkveld te
vergroten, zijn de lectoraten en kenniskringen geclusterd in vijf kenniscentra. De kenniscentra zijn gepositioneerd in de domeinen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
33
Domein/Windesheim Flevoland Bewegen en Educatie
Kenniscentra Educatie
Lectoraat
Bewegen, School en Sport
Bewegen, Gezondheid en Welzijn Didactiek van de Kunstvakken
Onderwijszorg en Samenwerking binnen de Keten Gezondheid en Welzijn
Gezondheid en Welzijn
Pedagogische Kwaliteit van het Onderwijs De Gezonde Stad
Innoveren in de Ouderenzorg Verslavingspreventie
Veiligheid en Sociale Cohesie Economie, Management, Media en Communicatie
Ondernemerschap
Palliatieve Zorg, Ethiek en Communicatie Accountancy en Controlling Duurzaam Ondernemen Familiebedrijven
Sociale Innovatie en Verscheidenheid
Techniek
Media
Technologie
Windesheim Flevoland Tabel 7
Supply Management
Media en Civil Society
Area Development
ICT-innovaties in de zorg Kunststoftechnologie
Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg Maatwerk Primair
Binnen het Kenniscentrum Gezondheid en Welzijn is tevens het onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle gepositioneerd.
Ontwikkelingen in 2011 .
In het najaar van 2011 heeft de externe evaluatie van de onderzoeksfunctie van Windesheim conform het
ontwikkelde Protocol Kwaliteitszorg Onderzoek plaatsgevonden. Een onafhankelijke externe commissie heeft daartoe in een openhartige en constructieve sfeer gesprekken gevoerd met het College van Bestuur, directeuren, lectoren en medewerkers van de vijf kenniscentra. Ook de externe stakeholders van de kenniscentra zijn in de evaluatie
betrokken. Uit deze evaluatie kwam onder meer naar voren dat de lectoraten van Windesheim bijdragen aan de
integratie van onderzoek en onderwijs. Dit wordt geflankeerd door hogeschoolbeleid dat een stevige basis heeft
gelegd voor praktijkgericht onderzoek en dat de ontwikkeling van kenniscentra en opleidingen naar een University of Applied Sciences mogelijk maakt. De externe commissie deed daarnaast aanbevelingen welke de genoemde
ontwikkeling zouden kunnen bevorderen. Zo beveelt de commissie aan lectoren vooral op hun kracht in te zetten,
d.w.z. hen vooral te benutten voor het doen van praktijkgericht onderzoek, omdat ruimte en aandacht voor het doen van praktijkgericht onderzoek de sleutel tot succes betekent.
Daarnaast deed de commissie aanbevelingen inzake de infrastructuur voor onderzoek en ten aanzien van een
onderzoeksleerlijn teneinde studenten een onderzoekende houding bij te brengen. Genoemde aanbevelingen worden .
binnen Windesheim opgepakt ten behoeve van de verdere ontwikkeling van het onderzoek.
In 2011 zijn binnen de verschillende kenniscentra een aantal RAAK-projecten (Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie) van start gegaan en zijn er tevens aanvragen goedgekeurd:
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
34
Kenniscentrum Educatie
Gezondheid en Welzijn
Programma titel
RAAK
Status
SWPBS: leraar en omgeving handelingsbekwaam
PRO
aangevraagd
Zin in Jeugdzorg
‘Professionalization of case managers’
interaction with dementia care network
Publiek
gestart 1-9-2011
Internationaal
Goedgekeurd,
echter geen financiering
members - development of an evidence based toolbox.
Ondernemerschap Technologie
Samen met Hogeschool Zuyd: Innovatie
Publiek
Gestart in 2011
Goed bestuur in MKB-familiebedrijven
Internationaal
Gestart 1-5-2011
Maakindustrie creëert met Rapid Manufacturing
MKB
Gestart 1-9-2011
Samen met Saxion: Recycling in Ontwerp
Publiek
Gestart 1-9-2011
KOENST
Internationaal
goedgekeurd
Vaktherapie
Uitwisselen verpleegkundige gegevens oncologie met behulp van Clinical Datawarehouse nieuwe ontwerpen
Succesvol ondernemen met eHealth Tabel 8
.
Publiek
Gestart 1-9-2011
MKB
goedgekeurd
Naast deze projecten in het kader van het RAAK-programma zijn meer lectoraten actief in het verwerven van middelen uit de 2e en 3e geldstroom. In 2011 bedroegen de externe baten €1,6 miljoen (2010: €1,3 miljoen).
Door de lectoren zijn in 2011 verschillende bijeenkomsten en congressen georganiseerd, zoals het door het lectoraat
Supply Management in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement gehouden Inkoopcongres.
Promotieregeling
Sinds 2006 voert Windesheim een actief promotiebeleid waarbij medewerkers met de ambitie om te promoveren, financieel voor maximaal 0,4 fte kunnen worden vrijgesteld. In deze vrijgekomen werktijd kan de promovendus zich gedurende vier jaar richten
op de realisatie van zijn promotie. Mede met dit beleid hoopt Windesheim het aantal gepromoveerden op een substantieel hoger niveau te krijgen.
In de loop van 2011 slaagden vier van de 33 medewerkers die eind 2010 als promovendus stonden geregistreerd erin hun
promotiestudie succesvol af te sluiten. Per 31 december 2011 stonden 34 medewerkers geregistreerd als promovendus, hetgeen
een groei van vijf medewerkers t.o.v. 31 december 2010 inhoudt. Hiermee voldoet Windesheim aan de binnen de sector gemaakte afspraken inzake de jaarlijkse groei van het aantal medewerkers dat met een promotietraject start. De geplande afrondingsdata van de promotietrajecten zijn als volgt:
Aantal promovendi 34
Tabel 9
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
Geplande afronding promotietraject
2012
15
2013
7
2014
8
2015 4
35
Ondernemen
5. Ondernemen Windesheim ontwikkelt zich naar een kennisinstelling, waarin onderwijs, onderzoek en ondernemen gezamenlijk het primaire proces vormen. Dit is georganiseerd binnen vier domeinen. Met meer focus op ondernemen en een verdergaande integratie van onderwijs, onderzoek en ondernemen wil Windesheim bereiken dat: .
de interactie met de praktijk toeneemt en daarmee de kwaliteit van onderwijs en onderzoek;
.
de kennisdeling en kenniscirculatie in de regio wordt versterkt;
. . .
de innovatie op Windesheim en in de regio wordt gestimuleerd;
inkomsten worden gegenereerd die ten opzichte van de afnemende overheidsbijdrage een alternatieve financieringsbron vormen;
het ondernemerschap wordt versterkt, niet alleen in de samenleving, maar ook binnen Windesheim zelf.
Kennisvalorisatie en contractactiviteiten
Het gaat bij ondernemen om valorisatie van kennis en contractactiviteiten in de vorm van open aanbod voor professionals,
maatwerktrajecten voor bedrijven / instellingen / branches en marktgestuurd onderzoek. Windesheim richt zich met het open aanbod op kennisgebieden waaraan een duidelijke behoefte bestaat in de markt en die passend zijn bij het onderwijs dat
Windesheim al aanbiedt. Voor de markt van maatwerktrajecten richt Windesheim zich op partnerships op het gebied van leren en opleiden binnen een organisatie om daarmee een bijdrage te leveren aan de organisatie- en personeelsontwikkeling.
Bij marktgestuurd onderzoek gaat het om betaalde opdrachten van derden waarbij lectoren, onderzoekers, hogeschoolhoofddocenten en deskundige docenten samenwerken aan onderzoeksopdrachten van ondernemers uit de regio Zwolle. Daarnaast zijn door de
jaren heen professionele masteropleidingen, post-hbo-opleidingen, cursussen en trainingen ontwikkeld die worden aangeboden aan professionals en organisaties.
Uitgangspunt van de activiteiten is dat deze passen binnen de missie van Windesheim en dat alle partijen er baat bij hebben.
De maatschappij wordt geholpen, studenten en docenten doen praktijkgerichte ervaring en kennis op en Windesheim blijft op de hoogte van wat er speelt in de maatschappij en kan het onderwijs daarop aanpassen.
Een greep uit de activiteiten
Ter versterking van het regionale ondernemerschap participeert het Centre for Entrepeneurship van Windesheim in diverse
netwerken, projecten en evenementen. Zoals Startpunt, dat studenten ondersteunt bij (de opzet van) hun eigen bedrijf, en het Starters ABC, een startersevent voor studentondernemers in Zwolle.
In het verslagjaar hebben Windesheim, Deltion College, Kamer van Koophandel Oost-Nederland, Landstede en Zwolle Kampen Netwerkstad een intentieverklaring ondertekend om een platform te bieden aan ondernemers die in de regio Zwolle een onderneming willen starten: het platform Strategisch Overleg Starters in de Regio.
Windesheim is een van de stichtingspartners van Kennispoort Regio Zwolle. Kennispoort helpt ondernemers bij het vinden en openen van belangrijke deuren en focust op de economische kansrijke sectoren Kunststoffen, Health en Energie. Ook in 2011
zijn diverse bijeenkomsten georganiseerd waarin de brug werd geslagen tussen onderwijs, onderzoek en ondernemen. Zo heeft
Windesheim in het project Ondernemend Innoveren bijgedragen aan de professionele ontwikkeling van studenten en de innovatie van bedrijven.
Jaarlijks volgen circa vijftig schoolleiders in de regio een managementopleiding bij Windesheim. Ook zijn er diverse organisaties in het primaire en voortgezet onderwijs die hun management via een incompanytrajcect of via interim management vanuit
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
37
Windesheim hebben ontwikkeld. Daarnaast werkt Windesheim intensief en structureel samen met onderwijsinstellingen in het voortgezet onderwijs in de ruime regio. Via deze samenwerking, Samen Opleiden genaamd, leveren de scholen een actieve
bijdrage in de opleiding van leraren. Omgekeerd leveren studenten en docenten van de lerarenopleidingen een versterkte bijdrage aan de scholen. Deze wederzijdse versterking tussen opleidingsinstituut en afnemend werkveld vindt ook plaats in het primair en het middelbaar beroepsonderwijs.
Windesheim en de gemeente Hardenberg hebben hun samenwerking in een andere vorm gegoten. Besloten is het hbo-innovatieen servicecentrum in Hardenberg op te heffen omdat het centrum in de huidige vorm economisch niet haalbaar is. Wel blijft
Windesheim een belangrijke rol spelen in Hardenberg. Zo blijven partijen samen de jaarlijkse Hardenberglezing organiseren en is Windesheim aanspreekpunt voor Hardenbergse bedrijven en instellingen.
In 2011 heeft Windesheim 61 EVC-trajecten (het erkennen van eerder of elders verworven competenties) uitgevoerd, met name voor individuele deelnemers. Voor organisaties is er een pilotproject EVC in samenwerking met People in Transfer uitgevoerd. In deze pilot zijn drie EVC-trajecten voor ABN AMRO uitgevoerd en één EVC-traject voor de ING. In het verslagjaar heeft
Windesheim besloten om geen verlenging van de EVC-erkenning aan te vragen. EVC-trajecten blijken voor Windesheim financieel en organisatorisch onvoldoende haalbaar. Dit betekent dat na 16 september 2011 niet meer kon worden gestart met een EVC-traject.
Voor medewerkers van onder meer de Baalderborg Groep, Tielbeke Transport, Tactus en de Politie in Zwolle en Rotterdam heeft Windesheim Management Development programma’s verzorgd.
Marktgestuurd onderzoek, dat voorheen verricht werd door het Economisch Sociaal Instituut (ESI), is ondergebracht in de
domeinen. Het ESI is daarmee opgeheven. Ondernemers zijn voorzien van onderzoeksresultaten en concrete adviezen, zoals in de onderzoeksopdrachten ‘Gezonde Klassen’ en ‘ThermometerScan Kennispoort’. Bij de opdrachten werken ondernemers en docenten nauw samen, zodat er een goede match ontstaat tussen kennis en onderzoeksvraagstukken.
Op het gebied van open aanbod is onder meer voor de managementopleidingen een doorlopende leerlijn opgezet van
Management voor het Middenkader via Hoger Management en Bedrijfskunde naar de Master of Business Administration.
Met succes is in de markt gezet de cursus Fundraising, Grantmaking en Sponsoring. Door het kenniscentrum Gezondheid en
Welzijn zijn diverse trainingen, cursussen en scholing aangeboden op de speerpunten Jeugd, Ouderen, Verslaving en Psychiatrie.
Financieel resultaat contractactiviteiten
In 2011 is € 6,2 miljoen opbrengst gerealiseerd voor contractactiviteiten. Daarvan is € 5,6 miljoen voor contractonderwijs en € 0,6 miljoen voor advieswerk. De opbrengst 2011 is lager dan begroot en lager dan in 2010 gerealiseerd. De daling is onder
meer het gevolg van een herbezinning op het portfolio. De belangrijkste oorzaak van de daling is echter de nog steeds krappe
markt. Met name de markt in bouwend Nederland is in een diepe crisis met gevolgen voor het acquireren van nieuwe, betaalde opdrachten.
De toerekening van kosten aan contractactiviteiten vindt plaats met behulp van een calculatiemodel. Daarin wordt onder meer
rekening gehouden met loonkosten, overhead en specifieke cursuskosten. Op basis van het model worden de voorcalculatorische kosten in kaart gebracht. Nacalculaties worden steeds vaker opgesteld voor contracten van enige omvang.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
38
Het resultaat op contractactiviteiten is ruim € 0,1 miljoen negatief (2010: € 0,3 miljoen negatief). Ten opzichte van 2010 is het
resultaat over 2011 op contractactiviteiten verbeterd met bijna € 0,2 miljoen. De verbetering is o.a. het gevolg van meer aandacht voor een goede calculatie en prijsstelling van de activiteiten; dit zal in 2012 een vervolg krijgen. Het negatief resultaat 2011 wordt met name veroorzaakt door de lage opbrengst welke vooralsnog niet voldoende dekking geeft op de loonkosten en de overhead. Bij een hogere opbrengst en (nagenoeg) gelijkblijvende overhead zal het negatief resultaat omslaan in een positief resultaat.
Door de wijze van toerekening en afzonderlijke registratie van kosten en opbrengsten voor private activiteiten is een adequate
scheiding gemaakt tussen de besteding van publieke middelen en private middelen. Het negatief resultaat op contractactiviteiten
wordt in mindering gebracht op de bestemmingsreserve voor private activiteiten. Deze reserve is ontstaan ten tijde van de fusie in 1986 en is afgezonderd van de reserve voor publieke activiteiten.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
39
Windesheim Flevoland
6. Windesheim Flevoland Het jaar 2011 heeft in het teken gestaan van de doorgroei van Windesheim Flevoland en de uitbreiding met twaalf voltijdopleidingen die in september van start zijn gegaan. De ontwikkeling van de nevenvestiging voltrekt zich grotendeels binnen het stramien van de business case.
Door de financiers – de ministeries van OCW en (toenmalig) VROM, de provincie Flevoland en de gemeenten Almere en Lelystad - is € 72 miljoen toegezegd, tot 2026, om in de (voor)financiering van de hogeschool te voorzien. In samenhang met de
begrotingsbesprekingen voor 2012 is een discussie gestart over de actualisering van de voorgenomen uitbreiding van het aantal
licenties voor de opleidingen van Windesheim Flevoland in de komende jaren, de voortgang van de activiteiten in Lelystad en over de financiële soliditeit van de nevenvestiging na afloop van het subsidietraject. Met de financiers is overeengekomen om in 2012 de business case te actualiseren op basis van de uitkomsten van deze discussie.
Onderwijs
Kenmerkend voor het onderwijs is het werken en leren vanuit de praktijk: samen-werkend-leren. Zo voert een student gedurende zijn opleiding een aantal Comakerships uit. Dit is een samenwerking tussen student (opdrachtnemer), opleiding (begeleiden en beoordelen) en bedrijf of instelling (opdrachtgever). Ontwikkelingen in het onderwijsaanbod
In september 2011 is het onderwijsaanbod in Almere uitgebreid met 12 voltijdopleidingen: . . . . . . . . . . . .
Bedrijfseconomie;
Management, Economie en Recht ; 5
Commerciële Economie; Communicatie;
Personeel en Arbeid ; 6
Industrieel Product Ontwerpen; Logopedie;
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening; Sociaal Pedagogische Hulpverlening; Verpleegkunde;
Werktuigbouwkunde; Bouwkunde.
Ondanks forse inspanningen is de Roy Heiner Academy in Lelystad, waaraan Windesheim heeft deelgenomen, niet gestart.
Ook is gebleken dat de instroom voor duale opleidingen vooralsnog onvoldoende is. Met de gemeente Lelystad, ROC Flevoland, team Heiner en het bedrijfsleven vindt overleg plaats op welke wijze voor Lelystad maatwerk kan worden gerealiseerd. Onderwijskwaliteit
Naast de interne kwaliteitszorg wordt de kwaliteit van het onderwijs geborgd door een macrostelsel van visitaties en accreditaties. In 2011 heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie accreditatie verleend voor de opleiding Informatica. De visitatie van
de opleiding Small Business and Retail Management resulteerde in een positieve beoordeling door de Visiterende en Beoordelende Instantie. 5 6
nieuwe naam per 1 september 2012: Bedrijfskunde MER nieuwe naam per 1 september 2012: Human Resource Management
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
41
Ontwikkeling studentaantallen
Op 1 oktober 2011 bedroeg de instroom 564 studenten. De totale populatie van Windesheim Flevoland kwam uit op 1.183 studenten. In bijlage 2 zijn de studentaantallen per opleiding opgenomen. Studierendementen
Aangezien de studenten die per september 2010 zijn overgenomen van de Hogeschool van Amsterdam als eerstejaarsstudenten bij Windesheim zijn ingeschreven, is het niet mogelijk om voor cohorten voor 2010 het rendement weer te geven. Studierendementen vanaf cohort 2010 (propedeuserendement) en voor het studiejaar 2010-2011 (zoals het aantal uitvallers) zijn in bijlage 4 opgenomen.
Studentbegeleiding
Studentbegeleiding is een belangrijk onderdeel van het onderwijsmodel. Tijdens de studie ontwikkelt de student competenties om te reflecteren op de eigen situatie, het leervermogen en de leer- en ontwikkelkansen. Daarbij wordt de student begeleid
naar zelfstandig en zelfsturend handelen binnen het leerproces. In kleine stamgroepen met een vaste studentbegeleider leren studenten reflecteren, leren ze van anderen en werken ze aan een eigen beroepsbeeld en beroepshouding. Hiertoe is in het nieuwe gebouw De Landdrost in Almere De Living ingericht.
Een eerste bescheiden start is gemaakt met een intakeprocedure. Voornemen is om deze voor alle eerstejaars in september 2012 aan te bieden als onderdeel van studentbegeleiding. Voorts is beoogd om in de vijfde onderwijsperiode onderwijs aan te bieden
dat gericht is op een betere voorbereiding van aankomende studenten, het bieden van extra onderwijs aan studenten om alsnog onderdelen met succes af te ronden en een summerschool voor buitenlandse studenten. Studenttevredenheid
Volgens de Nationale Studentenenquête 2011 zijn de studenten zeer te spreken over de algemene vaardigheden, de voorbereiding op de beroepsloopbaan en praktijkgericht onderzoek. Over de studiefaciliteiten en studieomgeving zijn de studenten minder tevreden. Hiertoe horen onder andere de geschiktheid van de onderwijsruimten, het culturele aanbod in de studiestad en de
sport- en restauratieve voorzieningen op de instelling. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de enquête is afgenomen voordat in Almere een nieuw pand is betrokken.
In de Keuzegids HBO Voltijd 2012 zijn voor Windesheim Flevoland de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs en de opleiding
Informatica beoordeeld. De eerstgenoemde heeft met 68 punten een vijfde plaats behaald en Informatica met 72 punten een zesde plaats.
Onderzoek
Windesheim Flevoland stemt zijn onderzoeksbeleid af op de onderzoeksagenda van Windesheim in Zwolle. Thema’s die
momenteel verkend worden voor een onderzoeksagenda op basis waarvan lectoraten worden geïnitieerd, zijn: composieten,
robotica, watermanagement en flexibilisering van arbeid. Aangezien het budget voor lectoraten gerelateerd is aan het aantal studenten, is derhalve in de groeifase van Windesheim Flevoland een beperkt budget beschikbaar.
Daarnaast wil Windesheim Flevoland studenten afleveren die over relevante onderzoekscompetenties beschikken. De onderzoeksleerlijn is dan ook een van de leerlijnen van het onderwijsmodel. Lectoraat Maatwerk Primair
Sinds november 2008 beschikt de opleiding tot leraar basisonderwijs in Almere over een lectoraat: Maatwerk Primair.
De activiteiten van het lectoraat zijn gericht op het verbeteren van de kwaliteit van het primair onderwijs zodat recht wordt gedaan aan de verschillende behoeften en ontwikkelingskansen van leerlingen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
42
Health School Almere
Met ingang van januari 2011 is de Health School Almere ingebed in Windesheim Flevoland, waardoor een snelle start gemaakt kan worden met het aanbieden van onderwijs, onderzoek en ondernemende activiteiten in de sector Zorg en Welzijn.
Behalve het lectoraat Klantenperspectief in ondersteuning en zorg heeft de Health School Almere twee ontwikkelde minors en contractactiviteiten ingebracht.
Ondernemen
Windesheim Flevoland wil midden in de Flevolandse samenleving staan. Dat komt tot uiting in bijdragen voor de ontwikkeling van Almere studentenstad, het gebruik van voorzieningen in de directe nabijheid van Windesheim Flevoland zoals het Flevoziekenhuis en de Nieuwe Bibliotheek en de organisatie van de jaarlijkse Flevolezing.
Daarnaast levert Windesheim Flevoland bijdragen aan de economische ontwikkeling van de regio door middel van de
Comakerships, bijvoorbeeld bij afstuderen op basis van externe opdrachten. Ook de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs is
succesvol in bijdragen voor de verbetering van de onderwijskwaliteit van basisscholen, onder andere via Opleiden in de School. Tevens nemen lector en kenniskring deel aan onderzoeksactiviteiten die inkomsten uit contractactiviteiten opbrengen.
Ondersteuning
In de bedrijfsvoering wordt gezocht naar synergie en schaalvoordelen als gevolg van samenhang met Windesheim in Zwolle.
Vanuit het oogpunt van transparantie in onder meer de geldstromen werkt Windesheim Flevoland met een van Zwolle gescheiden administratie. Kerngegevens (zoals de personeels-, financiële en studentadministraties) zijn daardoor onderscheidend te maken. Interne kwaliteitszorg
Het kwaliteitszorgsysteem voor Windesheim Flevoland is parallel ontwikkeld aan de ontwikkelingen rond de Instellingstoets Kwaliteitszorg. De notitie kwaliteitsbeleid is vastgesteld en er is een kwaliteitsteam opgericht. Voor alle opleidingen zijn
dashboards ontwikkeld. Extra aandacht wordt gegeven aan het verder verbeteren van het toetsbeleid van de opleidingen. ICT
Onderdeel van een goede studentbegeleiding is een optimale digitale omgeving. Speciaal voor Windesheim Flevoland is WISE
(Windesheim Integrated Student Environment) ontwikkeld en in gebruik genomen, een interne digitale leeromgeving volgens de principes van social media.
Om medewerkers en studenten in staat te stellen moderne ICT te ontdekken en gebruiken zijn er twee showcase-ruimten
ingericht, waar studenten en docenten onder meer gebruik kunnen maken van smartboards, video-conferentievoorziening en een surface table. Huisvesting
In de zomer van 2011 heeft in Almere de verhuizing plaatsgevonden van de locaties ‘de Aardbei’ en WTC naar het nieuwe gebouw De Landdrost aan de Hospitaaldreef, in het centrum van Almere Stad. Studenten voor de opleidingen in Lelystad komen samen in het OndernemingenCentrum aan Het Ravelijn.
Financiën
Windesheim Flevoland is een hogeschool in ontwikkeling. Dit betekent dat op een aantal onderdelen voortschrijdend inzicht ontstaat. Geconstateerd kan worden dat Windesheim Flevoland binnen de totale kaders van investeringen en exploitatie is gebleven, maar dat op onderdelen onder- en overschrijdingen ten opzichte van de begroting zijn geweest.
De Landdrost is binnen begroting opgeleverd; voor inrichting en bouwkundige aanpassingen is totaal bijna € 6,4 miljoen geïnvesteerd.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
43
Het exploitatieresultaat van Windesheim Flevoland 2011 is uitgekomen op € 0,2 miljoen negatief. Het totaal van de baten 2011 bedraagt € 15,2 miljoen en is daarmee circa € 0,1 miljoen hoger dan begroot en ruim € 9,6 miljoen hoger dan 2010. Het totaal van de lasten 2011 bedraagt € 15,6 miljoen en is daarmee bijna € 0,4 miljoen hoger dan begroot en circa € 9,7 miljoen hoger dan 2010.
De totale loonsom bedraagt ruim € 9,9 miljoen. Dit betreft de inzet van eigen medewerkers (inclusief sociale premies), in- en uitleen (inclusief medewerkers vanuit Zwolle) en loonkosten derden. De externe materiële kosten liggen op begroting en zijn totaal € 5,6 miljoen.
Geconstateerd kan worden dat Windesheim Flevoland voor de reguliere bedrijfsvoering binnen de totale kaders van de begroting is gebleven.
Voor (een toelichting op) de balans en de staat van baten en lasten wordt verwezen naar de jaarrekening 2011, opgenomen in deel 2.
Horizontale dialoog en verantwoording
Windesheim Flevoland betrekt nadrukkelijk zijn stakeholders bij de verdere ontwikkeling van de hogeschool: .
Een belangrijk adviesorgaan voor Windesheim Flevoland is de Higher Education Development Board (HEDB),
bestaande uit twaalf vertegenwoordigers afkomstig van regionale overheden, zorginstellingen, het regionale bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen, koepelorganisaties, toeleverende onderwijsorganisaties en
kennisinstellingen. In de HEDB voert Windesheim Flevoland de horizontale dialoog over o.a. het profiel, de
maatschappelijke inbedding en de samenwerking met regionale partners, de aansluiting op het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs etc. De board is in 2011 vijf maal bijeengekomen. Alle betrokkenen waarderen .
de bijeenkomsten.
Aan de financiers van Windesheim Flevoland – het Rijk, de provincie Flevoland, en de gemeenten Lelystad en Almere – is verantwoording afgelegd over de aanwending van beschikbaar gestelde gelden in 2010. Daarvoor is goedkeuring
ontvangen, evenals voor de begroting voor 2012. Conform afspraak wordt ook de jaarrekening 2011 ter goedkeuring .
.
voorgelegd.
Met rectoren en directeuren van scholen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in Flevoland is veelvuldig contact geweest. Ook heeft overleg plaatsgevonden met decanen van vo-scholen in zowel Flevoland als het Gooi. Doel is om te streven naar een goede aansluiting van vooropleidingen met Windesheim Flevoland.
Vanuit de clusters van opleidingen zijn met vertegenwoordigers van het werkveld werkveldadviescommissies
gevormd. In oktober heeft een werkveldconferentie plaatsgevonden met leden van de werkveldadviescommissies. Daarnaast is veelvuldig contact met organisaties als de Economic Development Board Almere, Vereniging Bedrijfskring Almere, Bedrijfskring Lelystad en de Kamer van Koophandel.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
44
Ondersteuning
7. Ondersteuning De kwaliteit van de bedrijfsvoering is een kritische succesfactor voor het realiseren van de ambities van
Windesheim. Ter versterking en optimalisering van de ondersteunende en bedrijfsvoeringprocessen en het meer benutten van mogelijkheden tot samenwerking is besloten tot een organisatiestructuur bestaande uit vier domeinen en drie diensten. Planning en control
Windesheim kent een planning- en controlcyclus die managementinformatie genereert ten behoeve van de sturing. Op basis van het instellingsplan stelt het College van Bestuur voor het komende begrotingsjaar een kadernota vast waarin de strategische
thema’s uit het instellingsplan concreet zijn uitgewerkt. In een activiteitenplan, voorzien van een begroting, geven de domeinen, Windesheim Flevoland en de diensten aan op welke wijze zij bijdragen aan het realiseren van de ambities van Windesheim. De voortgang op de geplande activiteiten alsmede de financiële resultaten worden per vier maanden besproken tussen het College van Bestuur en de directeuren.
In het kader van een continue verbetering van de planning- en controlcyclus zijn onder andere proces en inhoud van de
8-maandsrapportage 2011 en de trits kadernota-begroting-activiteitenplan 2012 geëvalueerd. De evaluatie heeft geleid tot een aantal verbetervoorstellen welke in de planning- en controlcyclus 2012 meegenomen zullen worden, zoals de uitbreiding van kwantitatieve gegevens met meer kwalitatieve informatie en een betere afstemming tussen centraal en decentraal proces. Managementinformatie
Om de voortgang op de realisatie van de strategische agenda te kunnen volgen, is managementinformatie essentieel. Door de
doelstellingen te vertalen in kritische prestatie indicatoren (KPI) en vervolgens in een dashboard te rapporteren, kan effectief en efficiënt gerapporteerd worden vanuit een managementinformatiesysteem. In 2011 is een KPI-dashboard ontwikkeld met een 14-tal indicatoren op de prestatiegebieden Onderwijs, Personeel en Financieel. Begin 2012 zal het KPI-dashboard binnen Windesheim uitgerold worden. Risicomanagement
Voor een gedegen bedrijfsvoering is het van belang inzicht te hebben in de risico’s die de continuïteit en de doelstellingen kunnen
bedreigen. Windesheim heeft ervoor gekozen risicobeheersing in te bedden in de lijnen waarop de organisatie haar plannen en de sturing op realisatie daarvan vorm geeft. In het najaar van 2011 hebben het College van Bestuur en de directeuren de presentatie van de risico’s in een beknopte vorm geactualiseerd. Dit heeft geleid tot een aantal risicogebieden waaronder onderwijs, organisatiestructuur, onderzoek en informatie-ICT.
In de besprekingen van de uitkomsten van de risicoanalyse is geconstateerd dat Windesheim op de voor hem relevante risico’s (aanvullende) beheersmaatregelen heeft getroffen.
Op het gebied van de onderwijskwaliteit werkt Windesheim aan het op peil houden en daar waar nodig versterken van zijn interne kwaliteitszorgsysteem. Uit de externe audits in het kader van de accreditaties van de opleidingen blijkt dat de opleidingen van Windesheim kwaliteit leveren. Uitzondering hierop vormde helaas de opleiding Journalistiek.
Met betrekking tot de organisatiestructuur is in 2011 verder gewerkt aan de implementatie van de herinrichting van de
organisatie in vier domeinen en drie diensten. Met deze structuur beoogt Windesheim een versterking en optimalisering van de ondersteunende en bedrijfsvoeringprocessen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
46
Ten aanzien van onderzoek wordt, door de plaatsing van de kenniscentra in de domeinen, de verbinding van het onderzoek met
het onderwijs en het ondernemerschap bevorderd. Daarnaast zijn de middelen voor onderzoek verbreed om op die manier meer massa te creëren en meer externe middelen te kunnen binnenhalen. Op het risicogebied informatie-ICT is verder gewerkt aan
het optimaliseren van Educator, het verbeteren van de managementinformatie en het meer inzetten van ICT bij het inkoop- en bestelproces.
Het weerstandsvermogen vormt als ‘beheersmaatregel’ het sluitstuk van risicomanagement; een vangnet om de mogelijke
kosten voortvloeiend uit risico’s op te vangen. Het minimale weerstandsvermogen zal opnieuw worden bepaald op basis van de effectuering van de maatregelen van de staatssecretaris van OCW. Intern risicobeheersings- en controlesysteem
Windesheim heeft een intern risicobeheersings- en controlesysteem. De planning- en controlcyclus, de genomen beleids-
maatregelen in het kader van risicomanagement en de set van managementinformatie maken hier deel van uit. Daarnaast kunnen in dat verband genoemd worden de administratieve systemen, aanwezige procedures en de werkzaamheden van de afdeling Interne Audits.
De externe accountant heeft, in samenwerking met de afdeling Interne Audits, de opzet en de werking van interne beheersingsmaatregelen onderzocht voor zover dit in het kader van de jaarrekening noodzakelijk werd geacht. Evenals in voorgaande jaren
heeft de afdeling Interne Audits verbijzonderde- en procescontroles uitgevoerd. Ten behoeve van de controle van de jaarrekening en de bekostigingsgegevens steunt de externe accountant op de door de afdeling Interne Audits uitgevoerde werkzaamheden voor zover dat vaktechnisch mogelijk is. In afstemming met de externe accountant heeft de afdeling Interne Audits in 2011
een aantal verbeteringen doorgevoerd om de kwaliteit van de werkzaamheden nog beter te waarborgen. Zo is het jaarlijkse controleplan verder doorontwikkeld en meer op risico gebaseerd.
Informatiebeleid en ICT
Het informatiebeleid op Windesheim richt zich op een regisserende en aansturende functie bij de verbetering van de onderwijs-
en bedrijfsvoeringprocessen. In 2011 is er een selectieproces in gang gezet om te komen tot een nieuwe elektronische leeromgeving, alsmede is er een aanbesteding geweest voor een nieuw salarispakket. De nieuwe website is in gebruik genomen, met een moderne vormgeving en nieuwe mogelijkheden. De elektronische afhandeling van inkooporders en declaraties is opnieuw ingericht.
Ten aanzien van de implementatie van Educator zijn de gegevens uit het oude cijferverwerkingssysteem CAAS overgezet naar 7
Educator. Hierdoor werkt Windesheim nu met één studievolgsysteem: Educator. De gebruikersvriendelijkheid is met Educator flink toegenomen doordat het platform onafhankelijk is. Studenten kunnen ook vanaf hun iPad of mobiele telefoon hun cijfers inzien. In het verslagjaar zijn twee nieuwe functionaliteiten binnen Educator ontwikkeld: een rapportageplatform en het inschrijven op toetsen.
Voor Windesheim Flevoland is de ICT-Showcase succesvol geïmplementeerd, waaronder WISE, een vernieuwende leer- en
samenwerkomgeving. In Zwolle neemt ICT deel aan de nieuwe gemeenschappelijke frontoffice. Hiervoor zijn de bijbehorende
processen en technische aanpassingen uitgevoerd. Er is een start gemaakt met de overgang naar Windows 7 en de vernieuwing van de mailomgeving.
Human Resource Management
Windesheim investeert blijvend en planmatig in de ontwikkeling van zijn medewerkers. De Corporate Academy is het instrument binnen Windesheim dat, met een veelheid aan leeractiviteiten, de ontwikkeling van de organisatie verbindt aan de ontwikkeling van de medewerkers.
7
Educator is een systeem dat de onderwijsadministratie, onderwijsprocessen en onderwijslogistiek ondersteunt.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
47
In juli 2011 zijn de volgende thema’s voor professionalisering voor de komende periode vastgesteld: werken in teams en
professionele ruimte, onderzoek, didactische professionalisering, ondernemen, leiderschapsontwikkeling en kwaliteit van
dienstverlening. Zowel bij de vaststelling van de thema’s als bij de uitwerking ervan zijn de domein- en dienstdirecteuren intensief
betrokken. Speerpunt binnen corporate leren is docentprofessionalisering. In 2011 zijn de opleidings- en kwalificatie-eisen voor de docentfuncties (schaal 11 – 14) vastgelegd. Bij de totstandkoming van deze kwalificatie-eisen zijn de domeindirecteuren intensief betrokken geweest. Hiermee is de basis gelegd voor de ontwikkeling en uitvoering van een samenhangend curriculum voor didactische professionalisering (Dipro) van hogeschooldocenten.
Ten aanzien van leiderschapsontwikkeling is in 2011 verdere invulling gegeven aan het implementeren van het beleid leiderschapsontwikkeling (Ondernemend Verbinden). Focus lag op de Development Centers en TOP Ateliers voor het College van Bestuur
en managementteams van de domeinen, het ontwikkelen en uitvoeren van basismodules voor zittend leidinggevenden en het programma leiderschapsontwikkeling voor het College van Bestuur en managementteams en tenslotte op de afronding en evaluatie van het talentprogramma dat in 2010 is gestart. .
De leergangen HRM voor leidinggevenden en Financieel Management voor leidinggevenden zijn gestart in 2011 met
.
In september en december hebben de voor het najaar van 2011 geplande Top Ateliers plaatsgevonden met als
.
.
heterogeen samengestelde groepen uit de domeinen.
onderwerpen ‘Profilering Windesheim’ resp. ‘Leiderschap en resultaatverantwoordelijke teams’.
Het ‘In de Wind’-traject voor talenten managerial leiderschap is in 2011 afgerond en geëvalueerd. De aanbevelingen uit dit traject zijn verwerkt in het nieuwe ‘In de Wind’–traject voor inhoudelijk leiderschap, dat in januari 2012 is gestart. Dit traject loopt door tot juli 2013.
In de diverse trajecten in het kader van leiderschapsontwikkeling kiest Windesheim bewust voor het inzetten van
interne facilitators. Voor professionalisering van deze groep interne facilitators die bij TOP Ateliers en Development Centers een rol spelen is in 2011 een intensief leerwerktraject gestart.
Met betrekking tot recruitment en employability is Windesheim erin geslaagd om door forecasting te komen tot een
gestructureerde aanpak van werving en selectie en wordt steeds minder personeel ad hoc geworven. Het team Recruitment
monitort welke wervingskanalen de juiste kandidaat opleveren en maakt gebruik van moderne media om beter in staat te zijn
vacatures met de juiste kandidaat te vervullen. In 2011 zijn 332 vacatures door het recruitmentteam in behandeling genomen en
er zijn 281 vacatures ingevuld. 23 vacatures zijn ingetrokken. Van de 270 vacatures die door een nieuwe kandidaat werden vervuld zijn 77 (28,5%) ingevuld door interne medewerkers.
Gemiddelde doorlooptijden van vacatures in 2011 varieerden van 31 dagen voor medewerkers bedrijfsbureau tot 38 dagen voor onderwijzend personeel en 42 dagen voor personeel bij diensten en management.
De externe wervingskosten zijn in 2011 nagenoeg gelijk gebleven in vergelijking met 2010 terwijl het aantal ingevulde vacatures is gestegen met 6% ten opzichte van 2010.
Huisvesting
In 2011 is een vervolg gegeven aan de herontwikkeling van de Campus. Architectenbureau Broekbakema heeft een plan
uitgewerkt voor uitbreiding van het sportcomplex op de Campus. Het gaat hierbij om drie zwembaden (een therapiebad en
twee instructiebaden) en een aantal sportzalen, waaronder een fitnessruimte en een judozaal. De aanbesteding heeft in 2011 plaatsgevonden en de bouwvergunning is in 2012 afgegeven. Verwachting is dat de oplevering eind 2013 zal plaatsvinden.
De nieuwbouw op de plek van gebouw D is uitgesteld naar 2016 en de sloop van het bestaande gebouw D is hiermee uitgesteld
naar 2014. Het gebouw is weer gedeeltelijk in gebruik genomen. Er zijn grote tentamenlokalen gerealiseerd. Daarnaast is besloten het Windesheim Honours College (WHC), ten behoeve van de zichtbaarheid en de integratie, van de binnenstad naar gebouw D te verhuizen. De opleiding Industrieel Product Ontwerpen (IPO) zal gevestigd worden in het pand van het WHC. Hiervoor is gekozen omdat de opleiding verbindingen heeft in de binnenstad en er in het pand een tentoonstellingsruimte wordt ingericht waar het werk van de IPO-studenten te zien zal zijn. Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
48
Voor de verdere ontwikkeling van de Campus is een herziening van het bestemmingsplan nodig. In samenwerking met de gemeente Zwolle is een nieuw bestemmingsplan gemaakt. In 2011 hebben omwonenden bezwaar gemaakt tegen dit
bestemmingsplan, omdat men overlast verwacht, met name op het gebied van verkeersveiligheid. In mei en december 2011
hebben er zittingen plaatsgevonden bij de Raad van State in verband met het genoemde bezwaar. De uitkomst is dat de gemeente Zwolle nader onderzoek moet verrichten t.a.v. de verkeersveiligheid.
Voor Windesheim Flevoland heeft in de zomer van 2011 de verhuizing plaatsgevonden van de locaties de Aardbei en WTC naar het nieuwe gebouw de Landdrost aan de Hospitaaldreef, in het centrum van Almere Stad.
Het in 2010 in gebruik genomen gebouw X is in 2011 door de Bond Nederlandse Architecten uitgekozen tot prijswinnaar van het
‘Gebouw van het Jaar 2011. ‘Wat het gebouw bijzonder maakt, is dat het op verschillende manieren op de toekomst voorbereidt. De indeling is eenvoudig te veranderen, leslokalen kunnen worden bijgebouwd of worden omgebouwd in kantoorruimte.
En er zijn duurzame materialen gebruikt. Een voorbeeld voor iedereen die met het vak bezig is, en het omrijden waard’, aldus het juryrapport.
Naar aanleiding van de herinrichting van de interne organisatie is een aantal grote huisvestingsprojecten te verwachten in
2012. Om domeinen en diensten bij elkaar te kunnen huisvesten zijn diverse verbouwingen en verhuizingen nodig. In 2011 is een herhuisvestingsplan domeinen gemaakt om deze aanpassingen optimaal uit te kunnen voeren. De daarmee gepaard gaande verbouwingen en verhuizingen zullen verspreid in 2012 uitgevoerd worden.
Financieel gezien is de bouw en inrichting van gebouw X binnen de begroting uitgevoerd. De OKF-exploitatie (huisvesting)
is binnen begroting gebleven. In opdracht van het platform Hogescholen is een benchmarkonderzoek op gegevens uit 2010 uitgevoerd. Aan het benchmarkonderzoek hebben tien grote(re) hogescholen, waaronder Windesheim, deelgenomen.
Op basis van dit onderzoek zal een onderwijsindex worden opgestart en zal een referentiegroep worden samengesteld van diverse onderwijsinstellingen. In december 2011 is het definitieve rapport van het benchmarkonderzoek gepresenteerd.
Van de tien hogescholen scoorde Windesheim het beste op het kengetal m2 VVO (Verhuurbaar Vloeroppervlak) / m2 BVO (Bruto Vloeroppervlak); op de andere kengetallen is het beeld divers. In bijlage 10 zijn de huisvestingkengetallen opgenomen.
Duurzame bedrijfsvoering
Windesheim streeft naar continue duurzame ontwikkeling. In de bedrijfsvoering staat de duurzame ontwikkeling en exploitatie van Windesheim centraal. Uitgangspunt hierbij is een integrale benadering op de niveaus gebied, gebouw en gebruik waarbij gestuurd wordt op een gezonde exploitatie door bij te dragen aan leefbaarheid op de lange termijn in de meest brede zin;
op menselijk èn ecologisch niveau. En een gezonde exploitatie in financiële zin door beslissingen te nemen die uitgaan van
een levensduurbenadering. Op het gebied van duurzaamheid is Windesheim actief op de gebieden energie, duurzame inkoop,
catering, arbeidsvoorwaarden, mobiliteit, afval en verminderen papierverbruik. Ook is duurzaamheid een belangrijk item bij de bouwactiviteiten.
Windesheim neemt deel aan de Meerjarenafspraak energie-efficiëntie 2001-2020 (MJA3); het convenant tussen overheid,
HBO-raad en VSNU (Vereniging van Universiteiten). Windesheim geeft daarmee aan 2% energiebesparing per jaar te willen
realiseren door onder meer vervanging van verlichting naar HF-armaturen, serverruimte te verbeteren, ketels te vernieuwen en
energieschakelingen te verbeteren. Er wordt zonne-energie gebruikt en groene energie ingekocht. Daarnaast streeft Windesheim een hogere ambitie na: een fossielvrije campus in 2023.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
49
Interne kwaliteitszorg
Het versterken van de kwaliteit van het onderwijs, onderzoek en ondernemen is een van de speerpunten uit het strategisch beleid. Alle activiteiten dienen deze kwaliteit te bevorderen. Op diverse fronten is gewerkt om de kwaliteit verder te versterken: .
. .
.
Het functioneren van de examencommissies is versterkt zodat zij de volledige taak vervullen die hen met de invoering van de Wet Versterking Besturing is opgedragen. Daarnaast is gewerkt aan de deskundigheidsbevordering van de leden van de examencommissies.
De Onderwijs- en Examenregeling is voor alle opleidingen aangepast zodat de informatie die voorheen op verschillende plaatsen beschikbaar was, nu gebundeld is in de Onderwijs- en Examenregeling.
Ter voorbereiding op de Instellingstoets Kwaliteitszorg is aan de hand van vijf standaarden een interne nulmeting uitgevoerd om de sterktes en zwaktes in beeld te brengen. Op basis hiervan is een actielijst opgesteld met aandachtspunten.
Het Windesheim beleidsdocument onderzoek ‘bijdragen aan de praktijk van morgen’ is vastgesteld. Dit document gaat in op de missie, visie en het profiel van het onderzoek, het onderzoeksportfolio en de organisatie van het
onderzoek. Dit document is als referentiepaper gebruikt voor de externe validatie die in het najaar van 2011 heeft .
plaatsgevonden.
Voor een duidelijke sturing en borging van de kwaliteitscyclus is voor alle opleidingen in Zwolle een dashboard
onderwijskwaliteit ingericht. Hierin zijn kwantitatieve en kwalitatieve gegevens opgenomen over onder meer de
kwaliteit van de opleiding, de docent, de begeleiding en de voorzieningen en over de rendementen en verbeterfunctie binnen de opleiding. Het dashboard ondersteunt de dialoog over de onderwijskwaliteit door het geven van een helder .
.
.
overzicht van de beschikbare gegevens per opleiding.
De kleine kwaliteit is aangescherpt. Op het front van tentaminering is, naar aanleiding van signalen van buiten,
het hele tentamenproces doorgelicht en daar waar nodig aangescherpt. Zo is, om mogelijke fraude tegen te gaan, de identificatie aangescherpt wat geresulteerd heeft in een nieuw model collegekaart.
Maatregelen zijn genomen om de (kwaliteit van de) in- en doorstroom van studenten en daarmee de
studierendementen te verbeteren. Zo is in 2011 de procedure ‘onderbouwd voorlopig studieadvies’ in uitvoering genomen en zijn stappen gezet in de professionalisering van de studentbegeleiding.
Ter versterking van een ondernemende cultuur en ondernemend gedrag is in 2011 een start gemaakt met het
opstellen van een visiedocument en een bijbehorend handboek. Het visiedocument moet helderheid bieden omtrent
koers en keuzes ten aanzien van ondernemen. Het handboek dient als praktische leidraad voor ondernemerschap en een ondernemende houding, met als doel de kwaliteit en volume van het ondernemen te versterken.
Communicatie
Communicatie ondersteunt Windesheim bij het realiseren en uitdragen van zijn ambities. Het zorgt ervoor dat Windesheim naar buiten toe een herkenbare organisatie is met het duidelijke karakter van een kennisinstelling die midden in de samenleving staat. Naast het positioneren van Windesheim als geheel, worden verschillende producten in de markt gezet richting de
daarbij behorende doelgroepen. Intern levert communicatie een bijdrage aan goed geïnformeerde en betrokken studenten en medewerkers. In 2011 zijn diverse activiteiten uitgevoerd die hieraan een bijdrage hebben geleverd: .
Er is een geheel nieuwe website ontwikkeld en geïmplementeerd die naadloos aansluit bij de wensen van de
.
Een begin is gemaakt met de ontwikkeling van een nieuw communicatieconcept waarmee Windesheim zich
.
verschillende doelgroepen.
profileert als kennisinstelling met differentiatiemogelijkheden, gericht op de doelgroepen jongeren, professionals en toekomstige medewerkers.
In september 2011 verscheen het eerste nummer van WinWin, het kennismagazine van Windesheim voor alle
belangrijke relaties in de regio. Het magazine sluit aan op de doelstelling van Windesheim om als kennisinstelling een directe wisselwerking met bedrijven en instellingen in de regio tot stand te brengen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
50
.
.
.
In 2011 vonden voorbereidingen plaats voor het Project Sharenet met als doel om met behulp van Sharepoint 2010 de inrichting van het intranet te verbeteren, zodat deze beter aansluit bij de nieuwe organisatiestructuur en bij de behoefte van de gebruikers.
Gewerkt is aan een verbeterde voorlichting waarbij de activiteiten zich hebben gericht op de vier ‘oriëntatiefasen’
die een scholier doorloopt. Zo bood Windesheim scholieren in de zogenoemde verdiepende fase meeloopdagen aan waarbij de scholier een dag kon meelopen met een student van de gewenste opleiding.
Naast activiteiten voor de open avonden, is voor de doelgroep professionals een up-to-date uitgave van de
deeltijdbrochures ontwikkeld, de digitale nieuwsbrief ‘Campus Update’ uitgebracht, de studiekeuzetest en content
voor de vernieuwde website gerealiseerd met informatie over alle studievormen die Windesheim voor professionals aanbiedt.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
51
Financiën
8. Financiën Het financieel beleid van Windesheim is erop gericht om op eigen kracht te groeien naar een kennisinstelling met voldoende buffers voor eventueel slechtere tijden. In de begroting 2011 is uitgegaan van een forse stap in de
richting van een solvabiliteit van 25%. In de middelenverdeling is bewust gekozen voor een verder herstel van
de solvabiliteit. Hiermee worden twee doelen gediend. Ten eerste worden nieuwe ombuigingen vanuit financieel perspectief vermeden en kan de aandacht gelegd worden op inhoudelijke verbetering. Ten tweede wordt de
financiële positie versterkt. Dit laatste is ook van belang in verband met de verzelfstandiging van Windesheim in een eigen rechtspersoon per 1 januari 2012.
Voor 2011 was het financieel ‘in control’ zijn, één van de zes punten uit de strategische agenda. In 2011 zijn op dit punt diverse verbeteringen gerealiseerd, zoals: .
Evaluatie van de planning- en controlcyclus en invoeren van verbetervoorstellen;
.
aanscherping van de budgetbewaking en verbeterde analyse op uitkomsten;
. . .
de ontwikkeling, bouw en uitrol van een dashboard gekoppeld aan de kritische prestatie-indicatoren; ontwikkeling en uitrol van een begrotingstool;
inrichting en uitrol van I-procurement en E-invoices.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
53
Resultaat 2011
Over 2011 is een resultaat gerealiseerd van bijna € 17,1 miljoen. Begroot was een resultaat van ruim € 6,3 miljoen. Het positieve en negatieve verschil ten opzichte van de begroting betreft:
Windesheim geconsolideerd x € 1.000
positief effect
negatief effect
per saldo
752
-752
BATEN
Lagere bate Rijksbijdrage
Meer overige overheidsbijdrage Meer opbrengst collegegeld
Minder opbrengst werk voor derden
7.317
1.504
Minder overige opbrengsten LASTEN
Lagere personeelslasten
Lagere afschrijvingskosten
Lagere huisvestingslasten Lagere overige lasten
2.043 216
7.317
1.504
-2.043 -216
5.810
1.904
1.904
115
115
1.779
421
1.779
421
4.219
Effect op bedrijfsresultaat 2011
10.029
Effect op totaal resultaat 2011
10.751
Gerealiseerd resultaat
17.096
Lagere financiële baten en lasten
Begroot resultaat Tabel 10
722
6.345
10.751
De lagere bate Rijksbijdrage kan o.a. worden verklaard omdat bij het opstellen van de begroting 2011 nog geen definitieve bekostigingsinformatie, zoals tariefstelling en opslagen, beschikbaar was.
De hogere bate Overige overheidsbijdrage betreft een incidentele bate die in verband met het overnemen van vier opleidingen van de Hogeschool van Amsterdam is ontvangen.
De hogere opbrengst collegegeld wordt verklaard door een toename van het aantal studenten in combinatie met een toename van het aantal studenten dat het wettelijk collegegeld dan wel het instellingscollegegeld betaalt.
De lagere opbrengst uit werk voor derden is het gevolg van een nog altijd krappere markt en een herbezinning op de portfolio en marktbenadering. De overige opbrengsten betreft een veelheid van activiteiten; de afwijking op de begroting is een krappe 1%.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
54
De lagere personeelskosten is het saldo van een onderschrijding op de personeelskosten van eigen medewerkers met bijna
€ 7,9 mln. en een overschrijding op de kosten van personeel niet in loondienst van ruim € 5,9 mln. De onderschrijding op de
personeelskosten van eigen medewerkers wordt met name veroorzaakt door het niet tijdig kunnen dan wel het uitstellen van het invullen van ontstane vacatures in verband met de interne ontwikkelingen. De overschrijding op de kosten van personeel niet in loondienst (ingeleend personeel van derden, studentwerkvergoedingen, vergoeding surveillanten en gastdocenten) is voornamelijk het gevolg van het niet tijdig kunnen dan wel het uitstellen van het invullen van ontstane vacatures door eigen medewerkers.
De lagere afschrijvingslasten zijn bijna volledig te verklaren omdat in de begroting 2011 rekening is gehouden met versnelde
afschrijvingslasten in verband met de geplande sloop van gebouw D. Het uitstellen van de sloop betekent concreet dat de in de begroting 2011 opgenomen last van € 1,6 mln. is komen te vervallen.
De lagere huisvestingslasten en lagere overige lasten hebben betrekking op een veelheid van posten. De lagere uitkomst is mede een gevolg van een strakkere budgetbewaking, lagere tarieven voor energie en minder interne verhuisbewegingen dan gepland voor 2011.
De rentebaten zijn hoger dan begroot en tevens hoger dan gerealiseerd in 2010. Dit wordt verklaard door een hoger werkelijk
gemiddeld uitstaand saldo liquide middelen in combinatie met een hoger werkelijk rentepercentage dan in de begroting opgenomen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
55
Per einde 2011 ziet de geconsolideerde balans van Windesheim er als volgt uit:
Inclusief verwerking bestemming resultaat
31.12.2011
X €1.000 1
1.2 1.3
1.4
1.5 1.7
31.12.2010
Activa Vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden
Vorderingen
Liquide middelen
Totaal vlottende activa Totaal activa
128.109 26
119.172 128.135
107
119.232
140
14.777 41.171
60
6.430
56.055
184.190
27.725
34.295
153.527
31.12.2011
31.12.2010
2
Passiva
2.1
Groepsvermogen
48.305
31.209
2.3
Langlopende schulden
73.154
64.899
184.190
153.527
2.2 2.4
Tabel 11
Voorzieningen
Kortlopende schulden Totaal passiva
11.376
51.355
8.095
49.324
De solvabiliteit (eigen vermogen / balanstotaal) per einde 2011 is 26,2% en daarmee 5,9 procentpunt verbeterd ten opzichte van
einde 2010. De liquiditeit (vlottende activa / kortlopende schulden) per 2011 is 1,1 en daarmee 0,4 punt verbeterd ten opzichte van einde 2010.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
56
De geconsolideerde staat van baten en lasten over 2011 is als volgt:
X €1.000
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.3 3.4 3.5
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
College-, cursus-, les- en examengelden
Baten werk in opdracht van derden
Overige baten Totaal baten
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.3
Huisvestingslasten
4.2 4.4
begroting
realisatie
112.167
112.919
103.974
34.024
32.520
30.957
6.232
8.275
7.433
2011
3
3.2
realisatie
Afschrijvingen
Overige lasten
16.428
0
16.644
2010
0
9.135
176.168
170.358
151.499
116.422
118.326
109.802
8.169
9.009
5.646
9.086
22.558
10.600 22.979
8.200
20.941
156.235
160.914
144.589
Saldo baten en lasten
19.933
9.444
6.910
5
Financiële baten en
-2.837
-3.099
-3.229
7
Resultaat deelnemingen
0
0
-14
17.096
6.345
3.667
Tabel 12
Totaal lasten
7.317
2011
lasten
Totaal resultaat
Voor een uitgebreide toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarrekening 2011, opgenomen in deel 2.
Treasurybeleid
Het geldende treasurystatuut is gebaseerd op de Regeling Beleggen en Belenen door Instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010. De doelstelling van het treasurystatuut kan worden omschreven als: het ondersteunen van het primaire proces van de
rechtspersoon. Binnen dat kader, en niet als doel op zich, wordt met het beheer van financiële posities en financiële stromen
gestreefd naar minimalisatie van de kosten en risico’s en maximalisatie van de opbrengsten. Windesheim heeft ten aanzien van het beheer van financiële posities en financiële stromen gehandeld binnen de kaders van het treasurystatuut.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
57
In de tussentijdse rapportages is een toelichting gegeven op de financiële ontwikkeling van Windesheim. Het treasurystatuut is
verankerd in de administratieve organisatie. De afdeling Interne Audits heeft een controle op de treasury-activiteiten uitgevoerd. Naar aanleiding van deze controle is vastgesteld dat de uitvoering van het treasurybeleid geschiedt binnen de kaders van het treasurystatuut. Per einde verslagjaar 2011 heeft Windesheim geen beleggingen en beleningen.
Investeringenbeleid
Op basis van een advies van de investeringscommissie stelt het College van Bestuur jaarlijks het bedrag vast dat mag worden uitgegeven aan investeringen op het gebied van ICT, meubilair, verbouwingen en overige specifieke investeringen. In de vier-
maandelijkse rapportages wordt de uitputting van de investeringsbegroting toegelicht. Op het totaal van de investeringsbegroting 2011 blijkt dat 82% is besteed, 9% voor afronding dan wel uitvoering doorschuift naar 2012 en 9% van de goedgekeurde begroting voor projecten is aangewend.
In 2011 hebben geen investeringen in private activiteiten plaatsgevonden.
Publiek-private activiteiten
Conform de richtlijnen voor de verslaggeving is het resultaat van Windesheim gesplitst in een publiek resultaat en een privaat
resultaat. Het publiek resultaat heeft betrekking op baten en lasten in het kader van het primaire proces waarvoor Windesheim de rijksbijdrage ontvangt. Het privaat resultaat heeft betrekking op de commerciële activiteiten zijnde de activiteiten met een winstoogmerk welke niet passen binnen de activiteiten waarvoor Windesheim de rijksbijdrage ontvangt. Publieke en private activiteiten worden afzonderlijk geregistreerd en verantwoord.
Private activiteiten zijn de exploitatie van de campuswinkel en de contractactiviteiten. Ten laste van de bestemmingsreserve is in 2011 € 97.000 verantwoord. Dit betreft het negatief exploitatiesaldo 2011 van € 131.000 op contractactiviteiten (2010: € 310.000) en het positief exploitatiesaldo 2011 van € 34.000 op de exploitatie van de campuswinkel (2010: € 57.000). Ten opzichte van
2010 is het resultaat over 2011 op contractactiviteiten verbeterd met bijna € 0,2 mln. De verbetering is o.a. het gevolg van meer aandacht voor een goede calculatie en prijsstelling van de activiteiten; dit zal in 2012 een vervolg krijgen. Per einde 2011 is de bestemmingsreserve voor private activiteiten ruim € 1,5 mln.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
58
Begroting en speerpunten 2012
De begroting 2012 ziet er als volgt uit:
X € 1.000
Baten
begroting 2012
Rijksbijdragen
119.244
College-, cursus-, les- en examengelden
36.401
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
0
Baten werk in opdracht van derden Overige baten Totaal baten Lasten
Personeelslasten Afschrijvingen
7.733
6.071
169.449
125.479
9.926
Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
8.830
22.099
166.334
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten Resultaat deelnemingen Totaal resultaat
Tabel 13
3.115
-3.070 0
45
De verdeling van de middelen voor 2012 is mede bepaald op basis van de prognoses van instroom en rendementen. Bij het
opstellen van de begroting 2012 is een aantal uitgangspunten benoemd. Een belangrijk uitgangspunt is dat in 2012 meer middelen naar onderwijs en onderzoek gaan dan in 2011. Daarnaast zijn in de begroting middelen gereserveerd voor kwaliteitsverbetering in de driehoek onderwijs, onderzoek en ondernemen. Voor de bekostiging van de kapitaalslasten heeft Windesheim 10,5% gereserveerd van de beschikbare rijksbijdrage. Binnen dit kader wordt de huisvesting geoptimaliseerd.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
59
Ten behoeve van de verdere versterking van Windesheim zullen in 2012 onderstaande speerpunten een prominente plaats innemen op de bestuurlijke agenda: .
het versterken van de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en ondernemen;
.
het professionaliseren van de organisatiecultuur;
. . . . .
het verhogen van het kwalificatieniveau van het personeel; herinrichting van de organisatie;
het financieel ‘in control’ zijn en het versterken van de solvabiliteit;
gecontroleerde realisatie van de verdere uitbouw van de nevenvestiging Windesheim Flevoland;
implementatie van de veranderingen in de governancestructuur als gevolg van de veranderingen in de structuur van de Vereniging VU-Windesheim.
De geformuleerde speerpunten sluiten nauw aan bij de in juli 2011 door het ministerie van OCW gepubliceerde Strategische
Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap: ‘Kwaliteit in verscheidenheid’. In deze agenda wordt gestreefd naar een
toekomstbestendig hoger onderwijsstelsel waarin de kwaliteit van het onderwijs, de profilering en specialisatie van instellingen en de samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en ondernemen centraal staan. Kern van de agenda is dat de lat in het onderwijs omhoog moet.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
60
Sociaal verslag
9. Sociaal verslag In dit hoofdstuk worden de uit de cao-hbo voortvloeiende onderwerpen behandeld evenals de onderwerpen
omtrent personeel die in 2011 hoog op de agenda hebben gestaan. Relevante recente ontwikkelingen worden
besproken zodat een helder en beknopt beeld ontstaat van de belangrijkste gebeurtenissen op het gebied van personeel in 2011. De kwantitatieve gegevens zijn opgenomen in bijlage 11.
In 2011 is voortgebouwd op de ontwikkelingen die in 2010 in gang zijn gezet. In het kader van de personeelsevaluatiecyclus
als instrument voor sturing op kwaliteit, resultaten en ontwikkeling is in 2011 opnieuw nadrukkelijk geïnvesteerd in verhoging
van de kwaliteit van het gesprek tussen medewerker en leidinggevende en de verslaglegging daarvan. Analyse maakt duidelijk dat vooruitgang is geboekt, in het bijzonder op het punt van gedifferentieerder waarderen; duidelijk wordt echter ook dat verbeterslagen gemaakt moeten worden in de kwaliteit van verslaglegging van de waarderingsgesprekken.
De herinrichting van de organisatie in vier domeinen en drie diensten heeft in 2011 verder haar beslag gekregen. Door de
inrichting van resultaatverantwoordelijke teams is professionele ruimte op het niveau verankerd waar het ook hoort en is de professional meer in positie gebracht. Het proces is nog niet volledig afgerond en zal in 2012 verder worden voortgezet. De tussenresultaten zijn positief.
Het medewerkersonderzoek is in een vernieuwde opzet uitgevoerd. De respons was boven verwachting. De belangrijkste conclusie is dat de medewerkers van Windesheim een hoog werkvermogen hebben en veel plezier in het werk hebben, ondanks een hogere werkdruk. Zowel de uitrol van de vernieuwde opzet als de resultaten van het onderzoek zijn bevredigend. Wel was de hoge score op als intimiderend ervaren gedrag opmerkelijk. Deze hoge score blijkt niet uit het jaarverslag van de vertrouwenspersonen en hiernaar zal in 2012 verdiepend onderzoek plaatsvinden.
De actieve ‘van werk naar werk’ begeleiding van medewerkers in het kader van eigenrisicodragerschap van Windesheim is in
2011 wederom succesvol ingezet om eventuele WW-risico’s terug te dringen. Daarmee wordt bevestigd dat de beleidskeuze om proactief inspanningen op dit thema te verrichten een effectieve is en voortzetting verdient. Windesheim voert hiermee zijn rol naar tevredenheid uit.
Het verzuim is in 2011 zeer licht gestegen met 0,1% ten opzichte van 2010. Deze geringe stijging is positief te duiden wanneer de
organisatieontwikkeling en de daarmee soms gepaard gaande onzekerheden voor medewerkers in aanmerking worden genomen: medewerkers zijn nauwelijks meer gaan verzuimen en bovendien is de verzuimfrequentie gelijk gebleven. Er wordt blijvend
ingezet op verlaging van het verzuimpercentage, maar gezien de ontwikkelingen die de hogeschool in 2011 heeft doorgemaakt stemt de ontwikkeling van het verzuimcijfer tevreden.
Kortom, veel gaat goed en daarnaast blijven er aandachtspunten. Een van die aandachtspunten is de realisatie van de streefsalarismix, ten behoeve van upgrading van de functies van docenten waarover afspraken met de bonden zijn gemaakt. Het ambitieniveau van de afspraak is gebleken hoger te liggen dan Windesheim in 2011 heeft kunnen realiseren.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
62
Ontwikkelingen in de personeelsformatie Personeel in dienst in fte en in aantallen
31 december 2011 fte
aantallen
91
125
Zwolle
1.392
Totaal
1.483
Flevoland Tabel 14
31 december 2010 fte
aantallen
72
88
1.762
1.324
1.887
1.396
31 december 2009
1.681
fte
1.377
aantallen
1.769
1.377
1.754
1.754
De personeelsformatie is in 2011 opnieuw toegenomen, zowel in personen (van 1.769 naar 1.887) als in fulltime-equivalenten,
fte (van 1.396 fte naar 1.483 fte). In procenten uitgedrukt bedraagt de toename in 2011 in personen 6,3%. De toename in fte is 5,9%. Het aantal medewerkers van Windesheim in Zwolle is flink gestegen met ruim 4,6% en het aantal fte’s van Windesheim in Zwolle is gestegen met 4,1%. Het aantal medewerkers van Windesheim Flevoland is gestegen met 42% en het aantal fte’s
van Windesheim Flevoland is gestegen met 26%. De stijging van het personeelsbestand in fte’s en in aantallen betreft voor een
overgrote meerderheid tijdelijke contracten. De groei is deels toe te schrijven aan de zich nog steeds ontwikkelende organisatie van Windesheim Flevoland en deels aan het opheffen van de selectieve vacaturestop.
Verhouding onderwijsgevend personeel (OP) en ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) in fte en in aantallen
31 december 2011
OP
OBP
Totaal
Windesheim
Tabel 15
Zwolle
774
fte
aantallen
Flevoland
Zwolle
Flevoland
Zwolle
31
759
38
576
60
618
1.392
31 december 2010
1.483
91
1.003 1.762
87
1.887
125
748
1.324
fte
31 december 2009
aantallen
Flevoland
Zwolle
Flevoland
27
710
30
45
1.396
72
971
1.681
58
1.769
88
fte
aantallen
770
998
607 1.377
756
1.754
De categorie onderwijzend personeel (hogeschooldocenten en hogeschoolhoofddocenten) laat een stijging zien van
5,6% in personen (van 1.029 naar 1.090 medewerkers) en 4,9% in fte (van 793 fte naar 834 fte). Bij het ondersteunend en
beheerspersoneel is sprake van een stijging van 7,1% in personen (van 740 naar 797 medewerkers) en van 7,1% in fte (van 603 fte
naar 649 fte). De gemiddelde deeltijdfactor van het OBP bleef in 2011 gelijk met 0,81 fte. De gemiddelde deeltijdfactor van het OP is in 2011 ten opzichte van 2010 ook gelijk gebleven met 0,77 fte.
De verhoudingsgewijs grotere stijging bij het ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) is op het eerste gezicht opvallend.
In het kader van een goed en evenwichtig personeelsbestand is de opbouw van het medewerkersbestand in onderwijzend en ondersteunend personeel immers van groot belang. In de kadernota 2010 staat een ambitie geformuleerd dat 60% van het medewerkersbestand onderwijzend personeel (OP) is. Ultimo 2011 wordt uitgekomen op 56,2% terwijl dit ultimo 2010 nog 56,8% was.
Bij het zoeken naar verklarende factoren dient in de beschouwing te worden meegenomen dat de functies van bijvoorbeeld lector, medewerker onderzoek en de direct bij de begeleiding en ondersteuning van studenten betrokken medewerkers tot
dusver niet onder de definitie van het onderwijzend personeel vallen. Nader onderzoek naar de definiëring en opbouw van de
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
63
streefwaarde en naar de beantwoording van de vraag in hoeverre deze nog passend is in de verdere ontwikkeling van Windesheim tot kennisinstelling is dan ook gewenst. Dit onderzoek is niet alleen voor Windesheim actueel maar is recentelijk ook door het Ministerie van OCW en de HBO-raad geïnitieerd.
Professionele ruimte
In het kader van de dialoog over professionele ruimte heeft op 9 juni 2011 een inspiratieochtend plaatsgevonden voor docenten.
Voorbereidingen zijn getroffen ten behoeve van een gezamenlijke aanvraag in het kader van de Stimuleringsregeling Professionele Ruimte van Zestor.
Personeelsevaluatie
In 2011 zijn in totaal 1676 waarderingen uitgesproken in het kader van de personeelsevaluatiecyclus (PE). Dit betekent dat er met 93% van alle medewerkers van Windesheim gesprekken zijn gevoerd (uitgaande van het totaal aantal medewerkers van 1804 op 1 augustus). In de periode 2009/2010 was dit ca 95%. In het jaar 2008/2009 is met 91% van de medewerkers een gesprek gevoerd. Er is een positieve tendens zichtbaar die in het afgelopen waarderingsjaar relatief gezien weer iets is afgezwakt (absoluut gezien is met 1676 medewerkers een gesprek gevoerd in 2011 ten opzichte van 1604 in 2010). De uitkomst van de gesprekken is als volgt:
Waardering
Onvoldoende
2010 / 2011
2010 / 2011
2009 / 2010
2009 / 2010
2008 / 2009
2008 / 2009
192
11,5%
94
5,8%
Nvt
nvt
26
Voldoende
1,6%
24
1,5%
22
1,4 %
Goed
1393
83,1%
1435
89,5%
1510
95,6%
Totalen
1676
100 %
1604
100 %
1580
100 %
Uitstekend
Tabel 16
65
(1804)=> 93 %
3,8%
51
(1689) => 95%
3,2%
48
(1741)=> 91%
3%
In het afgelopen waarderingsjaar is binnen de categorie ‘goed’ de optie ‘voldoende’ toegevoegd. Dit als oplossing voor de door leidinggevenden ervaren discrepantie tussen de waarderingscategorieën ‘onvoldoende’ en ‘goed’. De waardering ‘voldoende’ leidt conform de cao-hbo tot dezelfde financiële consequenties als de waardering ‘goed’.
De waardering ‘voldoende’ is in 2011 192 keer uitgesproken. Dit is een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Dit zou kunnen betekenen dat leidinggevenden het gesprek opener durven ingaan en de waardering uitspreken die passend is bij hetgeen de
medewerker heeft laten zien in de afgelopen periode. De discrepantie tussen HR3P (Human Resource Performance en Potential
Portfolio), een instrument in het kader van personeelsplanning waarmee prestatie en potentieel van medewerkers in beeld worden gebracht, en PE neemt af.
De percentages van ‘onvoldoende’en ‘uitstekend’ zijn ten opzichte van vorig jaar beide net iets hoger, respectievelijk 1,6% en 3,8%. Bij elk domein is een analyse gemaakt van de kwaliteit van de PE-verslagen door middel van een steekproef. De analyses met de verbeterpunten zijn besproken met de directeuren.
Er waren op peildatum 1 december 2011 1195 gespreksverslagen geregistreerd. Dit betekent dat van 71% van de gevoerde gesprekken een verslag aanwezig is.
In de periode 2010/2011 is met 128 medewerkers ( 7%) (nog) geen waarderingsgesprek gevoerd. Van deze medewerkers is geen
uitkomst vermeld op de beloningslijst, tevens is er geen verslag aanwezig. De belangrijkste redenen hiervoor zijn: medewerkers die te kort in dienst zijn of juist uit dienst gaan, zwangerschapsverlof of langdurige ziekte.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
64
Functie/salarismix
Windesheim heeft zich gecommitteerd aan het Actieplan Leerkracht van het Ministerie van OCW en het daarbij behorende
Convenant voor de sector hbo. In maart 2009 is in het lokaal Arbeidsvoorwaardenoverleg overeenstemming met de bonden
bereikt over de salarismix/functiemix voor docenten en over het daarmee beschikbaar krijgen van de financiële middelen die op
grond van het Actieplan Leerkracht voor de hogeschool zijn bedoeld. Het ambitieniveau van de afspraak blijkt hoger te liggen dan Windesheim kan nakomen.
Intern hebben vele overleggen met de domeinen geresulteerd in haalbare afspraken over de upgrading van de functies van
docenten. Het hieruit voortgekomen voorstel voor de streef-salarismix is eind 2011 aan de bonden gepresenteerd. In het voorstel is het maximaal haalbare voor Windesheim aangegeven waarbij de kaders van het Actieplan Leerkracht gehanteerd zijn. Begin 2012 zal in het lokaal Arbeidsvoorwaardenoverleg dit voorstel besproken worden.
Verzuim, Gezondheid en Arbo Arbocyclus
De arbocyclus zoals omschreven in het arbobeleidsplan ‘Kwaliteit van leren en werken bij Windesheim’ vormt de centrale pijler
van de implementatie van arbo binnen Windesheim. In overleg met de deelraad moet per domein of dienst continu verbetering in arbeidsomstandigheden worden bewerkstelligd, onder andere door de inzet van instrumenten zoals de Risico Inventarisatie
& Evaluatie (RI&E). Domeinen en diensten kunnen zo op hun eigen wijze invulling geven aan hun verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden. In het arbojaarverslag wordt jaarlijks verslag gedaan van de voortgang. Medewerkersonderzoek
In 2011 is gestart met een nieuw medewerkersonderzoek, waarin onder andere de thema’s ‘plezier in het werk’, ‘hoeveelheid werk’ en ‘werkvermogen’ aan de orde kwamen.
De resultaten zijn zowel voor geheel Windesheim gerapporteerd als per domein en team. Daarnaast hebben alle deelnemende medewerkers een persoonlijke rapportage gekregen met daarbij advies over mogelijke vervolgstappen.
De individuele terugkoppeling naar medewerkers stimuleert hen om na te denken over het versterken van hun duurzame inzetbaarheid. Het medewerkersonderzoek is uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau. In totaal hebben 1293 medewerkers in oktober 2011 aan het onderzoek deelgenomen (70%).
De belangrijkste conclusie is dat de medewerkers van Windesheim een hoog werkvermogen hebben en veel plezier in het werk, ondanks een hogere werkdruk.
Per domein en dienst is er eind 2011 een terugkoppeling gegeven van de resultaten en is de dialoog opgestart. Eén van de
geconstateerde knelpunten is dat er relatief veel sprake lijkt te zijn van ongewenst gedrag, te weten intimiderend gedrag. In 2012 zal er verder vervolg worden gegeven aan de uitkomsten van het onderzoek. Verzuimmanagement en re-integratie
Implementatie van verzuimmanagement en re-integratie krijgt voortdurende aandacht. De inzet van een re-integratiespecialist
leidt tot meer sturing op besluitvorming door leidinggevenden. Daarnaast is de samenwerking tussen de re-integratiespecialist en de bedrijfsarts, de maatschappelijk werker en de arbeidsdeskundige verbeterd.
In 2011 is extra aandacht gevraagd voor het tijdig opstellen van het verplichte plan van aanpak re-integratie om financiële risico’s, zoals loondoorbetaling na twee jaar ziekte, te beperken. Verzuimcijfers
Het verzuimpercentage van Windesheim is in 2011 licht gestegen tot 3,8%, ten opzichte van 3,7% in 2010. Hiermee ligt het
verzuimpercentage boven het streefcijfer voor 2011 van 3,0%. Ondanks het feit dat er sprake is van een lichte stijging, wordt de
ontwikkeling van het verzuimcijfer als positief beschouwd. Medewerkers zijn nauwelijks meer gaan verzuimen hoewel er in 2011
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
65
sprake is geweest van forse ontwikkelingen in de organisatie, waarmee onzekerheid en spanning gepaard zijn gegaan.
Positief is verder dat de verzuimfrequentie op jaarbasis evenals vorig jaar 0,9 keer per jaar bedraagt. Een lage verzuimfrequentie
geeft aan dat de drempel om te gaan verzuimen hoog is, oftewel dat bij klachten medewerkers minder snel de keuze maken om te verzuimen en naar andere oplossingen zoeken.
Het percentage 0-verzuimers, dat wil zeggen het aantal medewerkers dat in de rapportageperiode niet heeft verzuimd ten
opzichte van het gemiddelde totaal aantal medewerkers, bedroeg in 2011 52%, een verslechtering ten opzichte van 2010. Door de sturing op verzuim zijn het verzuimpercentage en de verzuimfrequentie laag maar stijgt de gemiddelde verzuimduur. De
verschillen tussen de domeinen en diensten onderling blijven groot. De cijfers betreffen het verzuim exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Eind 2011 waren er in totaal 68 langdurig verzuimende medewerkers (> 5 weken) geregistreerd. Dit is aanmerkelijk meer dan eind 2009 en eind 2010 (beide 51 medewerkers). Het aantal medewerkers dat langer dan 9 maanden verzuimt is minder aan
schommelingen onderhevig en is met 16 vergelijkbaar met de voorgaande jaren (15 en 18). Leidinggevenden sturen al in een vroeg stadium op terugkeer naar werk, onder andere door de betrokkenheid van de re-integratiespecialist te stimuleren.
Arbeidsvoorwaarden
Decentrale Arbeidsvoorwaarden 2011
Bij de vaststelling van de decentrale arbeidsvoorwaarden zijn drie criteria leidend: duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord en gericht op elke medewerker. Uit deze criteria volgt een driedeling in de decentrale arbeidsvoorwaarden, namelijk: faciliteiten gericht op het gehele medewerkersbestand, gezondheidsmanagement en duurzame inzetbaarheid.
Aan de hand van een discussienota is in 2010 in het Arbeidsvoorwaarden overleg (AVO) verkend welke alternatieven er mogelijk zijn voor de invulling van de decentrale arbeidsvoorwaarden 2011.
In november 2010 is overeenstemming bereikt met het AVO over de decentrale arbeidsvoorwaarden 2011, waaronder drie nieuwe
onderdelen te weten ‘gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof’, ‘werkgerelateerde sabbatical leave’ en ‘ruim baan voor je loopbaan’. Gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof
In het kader van duurzame inzetbaarheid vindt Windesheim het van belang dat medewerkers in de gelegenheid worden gesteld
om arbeid en zorg te combineren. De regeling gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof is gericht op de jongere medewerkers van Windesheim. In totaal hebben 81 medewerkers gebruik gemaakt van deze regeling, wat enigszins boven verwachting is. Werkgerelateerde sabbatical leave
Windesheim wil medewerkers de ruimte geven om voor een langere periode gericht aandacht te besteden aan de eigen duurzame inzetbaarheid door middel van de werkgerelateerde sabbatical leave. Maximaal drie maanden kan de medewerker gebruikmaken van deze regeling met behoud van 40% van het salaris. In totaal hebben zes medewerkers in 2011 een aanvraag gedaan en een
goedkeuring op hun plan ontvangen. Dit aantal is lager dan verwacht en de regeling zal in 2012 worden aangepast om het gebruik er van te stimuleren.
Ruim baan voor je loopbaan
De medewerkerspopulatie van Windesheim maakt een fase van vergrijzing door, die in toenemende mate met uitstroom van
personeel gepaard zal gaan. In combinatie met een verkrappende arbeidsmarkt is ‘gezond en vitaal langer doorwerken’ daarom een belangrijke voorwaarde voor het op peil houden van het medewerkersbestand. Om hieraan een bijdrage te leveren, is voor
2011 de regeling ‘Van minder werken naar anders werken’ vastgesteld, die er op is gericht de inzetbaarheid van medewerkers van 50 jaar en ouder te vergroten. Van deze regeling is in 2011 geen gebruikgemaakt.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
66
Invoering NS-Business Cards
Windesheim stimuleert vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid het gebruik van milieuvriendelijk vervoer. Dienstreizen
worden dan ook voornamelijk met het openbaar vervoer gemaakt. Voor het reizen met de trein is Windesheim per 1 oktober 2011 overgegaan op de invoering van de NS-Business Card. Collectieve zorgverzekering
In 2011 is na een door de HBO-raad uitgevoerd aanbestedingstraject Zilveren Kruis Achmea opnieuw de aanbieder geworden van de collectieve zorgverzekering voor de medewerkers in het hbo.
Sinds 2008 biedt deze verzekeraar een pakket gericht op de medewerkers van het hoger beroepsonderwijs met aanzienlijke kortingspercentages.
Spaarloon/levensloop
Het belastingplan voor 2012 betekende het einde van de spaarloonregeling per 31 december 2011 en een beperkte mogelijkheid voor levensloop in 2012. De uitvoerder van de spaarloonregeling voor Windesheim, Aegon, heeft de deelname aan spaarloon al vroeg in november dichtgezet.
Een groot aantal medewerkers wilde nog wel graag gebruik maken van de fiscaal gunstige spaarregeling. Windesheim heeft voor 225 medewerkers de spaarloonregeling in eigen beheer uitgevoerd, waardoor zij toch nog het fiscale voordeel konden genieten. Via Aegon hadden inmiddels al 657 medewerkers deelgenomen.
De levensloopregeling kende altijd een veel kleiner deelnemersaantal. In 2011 hebben 61 medewerkers een inleg gedaan.
Nevenwerkzaamheden
Het onderwerp ‘Nevenwerkzaamheden van medewerkers’ is in 2011 een belangrijk aandachtspunt voor beleid geweest. Windesheim wil, binnen de grenzen van hiervoor geldende regels, goed inzicht hebben in de aard en hoeveelheid van nevenwerkzaamheden die medewerkers uitvoeren. De registratie van nevenwerkzaamheden is eind juni 2011 afgerond. Bij medewerkers die nieuw in dienst
treden wordt tijdens het arbeidsvoorwaardengesprek direct gevraagd naar nevenwerkzaamheden en vindt registratie ervan plaats.
Gevoerd beleid inzake beheersing uitkeringen na ontslag Eigenrisicodragerschap WIA
Windesheim is eigenrisicodrager in het kader van de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen). Met name speelt dit op het gebied van de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Dit houdt in dat de hogeschool zelf de WGA-
uitkeringen van de (oud-)medewerkers bekostigt voor een periode van tien jaar en tevens verantwoordelijk is voor de re-integratie van verzuimende medewerkers.
In 2011 bedroeg de instroom naar de WIA drie medewerkers, waarvan er twee instroomden in de WGA. Een derde medewerker stroomde in in de IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten).
Een vierde medewerker is in 2011 teruggevallen op de WAO, waarvoor Windesheim eveneens eigenrisicodrager is, maar waarvan de bekostigingstermijn van vijf jaar al voorbij is. Eigenrisicodragerschap werkloosheid
Windesheim valt onder de wettelijke WW-regeling die van toepassing is voor werknemers van Onderwijs- en Overheidswerkgevers. Windesheim is eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW) en de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Hoger Beroepsonderwijs (BWRHBO).
Naast het eigenrisicodragerschap heeft Windesheim een re-integratieverplichting voor medewerkers van Windesheim die dreigen werkloos te raken en ex-medewerkers die al een werkloosheidsuitkering ontvangen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
67
In 2011 is verdere uitvoering gegeven aan het in 2010 vastgestelde beleid betreffende de re-integratie van werkloze (ex-)medewerkers. Doel van dit beleid is om de kosten van werkloosheidsuitkeringen te minimaliseren door (ex-)medewerkers te activeren bij het
zoeken naar een nieuwe baan. De specialist-adviseur ‘Van Werk naar Werk’ wordt hierop proactief ingezet, wat heeft geleid tot positieve resultaten.
In 2011 zijn 26 (ex-)medewerkers in een nieuwe werkkring geplaatst. Dit heeft een totale besparing aan WW/BWRHBO kosten (gebaseerd op de volledige looptijd van de uitkeringen) opgeleverd van ruim € 685.000. In het jaar 2011 houdt dit een netto besparing in van € 155.000 na het in mindering brengen van de kosten van de begeleiding van werk naar werk, opleidingcoaching- en personeelskosten.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
68
Corporate governance
10. Corporate governance Windesheim is een maatschappelijke organisatie en rekent het tot zijn verantwoordelijkheid om over het reilen en zeilen van de hogeschool open en transparant verantwoording af te leggen aan zijn omgeving. Hierover gaan we
de dialoog aan met relevante stakeholders. Hiermee sluiten we aan bij de Branchecode Governance Hogescholen.
Belangrijke bepalingen in deze code zijn de verantwoordelijkheden, rollen en taken van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. Vereniging
Tot 1 januari 2012 maakte Windesheim, samen met de Vrije Universiteit en het VU medisch centrum deel uit van de Vereniging VU-Windesheim. In het verslagjaar is deze governancestructuur tegen het licht gehouden. Dat heeft ertoe geleid dat eind
2011 door de Ledenraad van de Vereniging VU-Windesheim is besloten tot een structuurwijziging van de Vereniging en de
instellingen per 1 januari 2012. In plaats van één Vereniging VU-Windesheim zijn er vanaf 1 januari 2012 drie rechtspersonen:
de VU-Vereniging, de Stichting VU-Vumc en de Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim. De drie instellingen VU, VUmc en Windesheim functioneren zelfstandig van elkaar, maar blijven ook met elkaar verbonden via de verenigingsstructuur. In deze nieuwe situatie worden de voorwaarden geschapen om de risico’s te scheiden en de externe positionering te verhelderen.
De stichting VU-VUmc en de stichting Christelijke Hogeschool Windesheim blijven met behulp van specifieke passages in de
statuten en met behulp van linking-pins in de Raad van Toezicht en het Bestuur van de Vereniging verbonden met de Vereniging. De Vereniging blijft onder de naam VU-Vereniging bestaan als ledenorganisatie die zich op de identiteit en de relatie met de samenleving richt.
Raad van Toezicht
In 2011 hield de Raad van Toezicht van de Vereniging VU-Windesheim toezicht op het College van Bestuur van Windesheim,
het College van Bestuur van de Vrije Universiteit en de Raad van Bestuur van het VU medisch centrum. De Raad van Toezicht van de Vereniging VU-Windesheim bestond uit: de heer drs. P. Bouw (voorzitter), mevrouw drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen
(vice-voorzitter, afgetreden in mei 2011), de heer ir. R. Willems (vice-voorzitter), de heer A.H. Berg, de heer L. Bikker, de heer
prof. dr. F. Leijnse (vice-voorzitter), de heer mr. drs. F.J. Paas, mevrouw drs. A.E.J.M. Schaapveld MA, de heer prof. dr. W. van Tilburg en de heer A. Weijsenfeld.
Honorering Raad van Toezicht
In 2011 oefende de Raad van Toezicht van de Vereniging VU-Windesheim zijn functie uit over drie instellingen binnen de Vereniging: Windesheim, de Vrije Universiteit en het VU medisch centrum. De honorering van de leden van de Raad van Toezicht is vastgesteld door de ledenraad van de Vereniging. De aangegeven honorering komt voor rekening van Windesheim en betreft een derde van
de totale honorering. De honorering betreft het vacatiegeld inclusief de netto onkostenvergoeding van € 412 per jaar (zijnde een derde deel).
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
70
Naam
Jaar 2011
de heer drs. P. Bouw
Rol in de Raad van Toezicht
Voorzitter
de heer prof. Dr. F. Leijnse
X
Honorering (inclusief onkostenvergoeding)
Commissie
Lid
1
X
3
X
9,3
X
6,5
mevrouw drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen de heer ir. R. Willems de heer A.H. Berg de heer L. Bikker
de heer mr. drs. F.J. Paas
mevrouw drs. A.E.J.M. Schaapveld MA de heer prof. dr. W. van Tilburg de heer A. Weijsenfeld
Totaal Raad van Toezicht
Tabel 17
2 2 1 1
3*
X X X X X X
x € 1.000
Tijdvak
9,6
01-01-2011 tot 01-01-2012
3,1
01-01-2011 tot 26-05-2011
6,5
01-01-2011 tot 01-01-2012
6,5
5,2 8,7
5,2 5,2
65,8
01-01-2011 tot 01-01-2012 01-01-2011 tot 01-01-2012 01-01-2011 tot 01-01-2012 01-01-2011 tot 01-01-2012 01-01-2011 tot 01-01-2012 01-01-2011 tot 01-01-2012 01-01-2011 tot 01-01-2012
* Mevrouw drs. A.E.J.M. Schaapveld MA heeft tot 26-05-2011 in 2 commissies geparticipeerd; vanaf 26-05-2011 tot 01-01-2012 in 3 commissies
Raad van Toezicht Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim
Windesheim kent sinds 1 januari 2012 een eigen Raad van Toezicht vanwege de structuurwijziging van de Vereniging
VU-Windesheim. Leden zijn de heer L. Bikker (voorzitter), de heer prof. dr. ir. A. Bruggink, mevrouw M.A.C. Kasper-de Kroon MM&I en de heer mr. G.J. van Munster. Er is nog één vacature.
De Raad van Toezicht ziet toe op het handelen van het College van Bestuur van Windesheim. De taken van de Raad van Toezicht
liggen vast in de statuten van de Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim en in het reglement van de Raad van de Toezicht. De leden van de Raad van Toezicht van Windesheim zijn benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar en zijn eenmaal
herbenoembaar voor een termijn van ten hoogste vier jaar. Indien een lid van de Raad van Toezicht voor zijn eerste termijn wordt benoemd, geschiedt de benoeming door de Ledenraad Vereniging, op voordracht van de Raad van Toezicht. Herbenoeming vindt plaats door de Raad van Toezicht, nadat de Ledenraad Vereniging daarover is gehoord. Eén lid van de Raad van Toezicht wordt benoemd op voordracht van de Centrale Medezeggenschapsraad.
College van Bestuur
Het bestuur van Windesheim is in handen van het College van Bestuur. Het College van Bestuur bestaat uit de heer prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen (voorzitter) en de heer drs. J.W. Meinsma. Portefeuilleverdeling College van Bestuur
Zowel de heer Cornelissen als de heer Meinsma zijn verantwoordelijk voor de beleidsterreinen strategie en organisatieontwikkeling, de planning en controlcyclus en de medezeggenschap. Zij sturen gezamenlijk Windesheim Flevoland aan.
De heer Cornelissen is verantwoordelijk voor de beleidsterreinen onderwijs, onderzoek, kwaliteitszorg, algemene coördinatie en
externe representatie, leiderschapsontwikkeling en governance. Qua aansturing is de heer Cornelissen verantwoordelijk voor de domeinen ‘Techniek’ en ‘Bewegen en Educatie’.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
71
De heer Meinsma is verantwoordelijk voor de beleidsterreinen bedrijfsvoering, HRM, ondernemen, studentenverenigingen,
identiteitsontwikkeling, financiën en control, ICT, interne communicatie en voorzieningen en vastgoed. Qua aansturing van de domeinen en diensten is de heer Meinsma verantwoordelijk voor de domeinen ‘Gezondheid en Welzijn’ en ‘Economie,
Management, Media en Communicatie’ en de diensten ‘Informatievoorziening en Administraties’, ‘Support’ en ‘Voorzieningen en Vastgoed’.
Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Bezoldiging en declaraties College van Bestuur
De bezoldiging van de leden van het College van Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht. De Raad van
Toezicht wordt hierin geadviseerd door de Remuneratiecommissie. Het is beleid van de Raad van Toezicht om de vigerende bezoldigingscode te volgen. Voor hogescholen is dat de Uitwerking Bezoldiging Bestuurders Hogescholen. De individuele bezoldigingen van de leden van het College van Bestuur bedroegen in 2011: Jaar 2011
Bedragen x € 1.000
A.W.C.A. Cornelissen J.W. Meinsma
College van Bestuur
Tijdvak
Bruto jaarsalaris
Onkostenvergoeding
182,5
0,0
26,9
209,4
332,1
0,0
48,1
380,2
01-01-2011 tot 01-01-2012
01-01-2011 tot 01-01-2012
149,6
Tabel 18
Werkgeversbijdrage pensioen
0,0
Bezoldiging
21,2
170,8
De Collegeleden hebben een volledig dienstverband (1,0 fte) en een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In de functies van voorzitter en lid van het College van Bestuur zijn zij voor een periode van vier jaar benoemd, waarna herbenoeming kan plaatsvinden.
In onderstaande tabel zijn de in 2011 gedeclareerde kosten opgenomen: Jaar 2011
(x € 1.000)
Representatie kosten
College van Bestuur A.W.C.A. Cornelissen J.W. Meinsma
Tabel 19
Reiskosten binnenland
3 3
Reiskosten buitenland
36 31
Overige kosten
0 1
3 7
Onder de post ‘Reiskosten binnenland’ zijn o.a. inbegrepen de kosten voor de leaseauto.
Directeuren
Ieder domein en elke dienst alsmede de nevenvestiging Windesheim Flevoland worden aangestuurd door een directeur.
De directeur is primair verantwoordelijk voor de gang van zaken en het resultaat van het domein of de dienst. De directeuren
sturen vanuit hogeschoolbrede kaders en zijn betrokken bij de totstandkoming, vormgeving en uitvoering van het strategisch beleid van Windesheim. Waar wenselijk en noodzakelijk voeren zij hogeschoolbrede taken uit. De directeuren leggen verantwoording af aan het College van Bestuur.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
72
Medezeggenschapsorganen
Als organen van medezeggenschap kent Windesheim op instellingsniveau een Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) en op het niveau van onderwijsafdelingen en diensten de deelraden. Daarnaast kent elke opleiding een opleidingscommissie. In de medezeggenschapsraden hebben personeelsleden en studenten zitting. De CMR en de deelraden oefenen hun taak uit in overeen-
stemming met het medezeggenschapsreglement. Voor de opleidingscommissies is het basisreglement opleidingscommissie van toepassing.
Organogram
Organogram 2011-2012 Raad van Toezicht
College van Bestuur
Centrale Medezeggenschapsraad
Diensten
Onderwijs, Onderzoek, Ondernemen
Voorzieningen en Vastgoed
Domein
Informatievoorziening en Administraties
Domein
Support
Domein
Kenniscentrum
Kenniscentrum
Kenniscentrum
Techniek Technologie Bewegen en Educatie Educatie Gezondheid en Welzijn Gezondheid en Welzijn
Kenniscentrum
Economie, Management, Media en Communicatie Ondernemerschap Media
Windesheim
Flevoland
Domein Kenniscentrum
Interne audits
In 2011 heeft de afdeling Interne Controle een transformatie ondergaan. Naast een naamswijziging in Interne Audits is de focus van de werkzaamheden verlegd van voornamelijk financial audits naar een combinatie van operational en financial audits.
Interne Audits richt zich veel meer op het geven van additionele zekerheid over de kwaliteit van de beheersmaatregelen die
het management heeft getroffen om haar doelstellingen te behalen. Hierbij ligt de focus meer op de interne organisatie en de
getroffen beheersmaatregelen, dan op de prestaties als zodanig. Op het gebied van de financial auditing blijft Interne Audits ook werkzaamheden uitvoeren voor de jaarrekening.
Afhandeling van klachten, bezwaar en beroep College van Beroep voor de Examens
Met het College van Beroep voor de Examens hebben studenten een mogelijkheid om in beroep te gaan tegen onder meer
beslissingen van examencommissies en examinatoren. De onderwerpen van beroep staan opgenomen in het reglement van het College van Beroep voor de Examens. In 2011 zijn bij het College van Beroep voor de Examens 213 beroepschriften (inclusief
verzoeken om een voorlopige voorziening) binnengekomen. Hiervan hebben er 81 tot een hoorzitting geleid. In 68 gevallen is
uitspraak gedaan. De overige zaken zijn tijdens de behandeling ter zitting dan wel na de behandeling ter zitting alsnog geschikt dan wel ingetrokken. In twee zaken is de behandeling ter zitting aangehouden en deze zijn thans nog in behandeling. Geschillenadviescommissie
De Geschillenadviescommissie brengt aan het College van Bestuur advies uit over bezwaren van studenten tegen beslissingen
op grond van bepalingen van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek en daarop gebaseerde regelingen
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
73
voor zover het College van Beroep voor de Examens niet bevoegd is. In het verslagjaar zijn bij de Geschillenadviescommissie
62 bezwaarschriften ingekomen. Van deze 62 beroepschriften hebben er 32 tot een hoorzitting geleid. In 22 gevallen is advies
uitgebracht. De overige zaken zijn tijdens de behandeling ter zitting dan wel na de behandeling ter zitting alsnog geschikt dan wel ingetrokken; in twee zaken is de behandeling ter zitting aangehouden en deze zijn thans nog in behandeling.
In 2011 was sprake van een – naar verhouding – aanzienlijk aantal bezwaren gericht tegen besluiten waarbij inschrijving per 1 september werd geweigerd wegens niet of niet tijdige betaling van het collegegeld.
Het College van Bestuur heeft in alle gevallen overeenkomstig het advies van de Geschillenadviescommissie op het bezwaar beslist. Bezwarencommissie Personeel
De Bezwarencommissie Personeel, die op grond van een interne hogeschoolregeling is ingesteld, heeft in 2011 acht bezwaren van medewerkers ontvangen, waaronder twee – met elkaar samenhangende - bezwaren van dezelfde medewerker.
Van de acht bezwaren zijn er tijdens de loop van de procedure twee door de desbetreffende medewerkers ingetrokken.
Daardoor eindigde de bezwarenprocedure zonder dat de bezwarencommissie zich een oordeel over beide kwesties heeft gevormd. Intrekking van één bezwaar vond plaats vanwege het bereiken van een schikking tussen medewerker en leidinggevende.
Het andere bezwaar is ingetrokken omdat daaraan door de leidinggevende volledig tegemoet is gekomen. Van de overige zes bezwaren is er één gegrond verklaard en één deels gegrond en deels ongegrond.
De resterende vier bezwaren zijn op een zodanig moment in 2011 ingediend dat ze niet meer in dat jaar konden worden afgedaan. Afronding van de procedure is bij deze bezwaren voorzien in januari of februari 2012.
Opvallend is dat in totaal in zes van de acht ingediende bezwaren een beslissing tot beoordeling onderwerp van geschil was. Mogelijk hangt dit samen met de inmiddels sterkere aanspreekcultuur binnen Windesheim en het gegeven dat medewerkers hieraan soms nog moeten wennen. Klokkenluidersregeling
In 2010 werd een klokkenluidersregeling vastgesteld die op 1 maart 2010 in werking is getreden. Doel van deze regeling is dat werknemers van Windesheim zonder gevaar voor hun rechtspositie de mogelijkheid hebben te rapporteren over vermeende
onregelmatigheden van algemene, operationele en financiële aard. Net als in 2010 zijn in 2011 geen meldingen in het kader van deze regeling ontvangen. Vier jaar na de inwerkingtreding zal de klokkenluidersregeling worden geëvalueerd. Vertrouwenspersonen
In 2011 hebben 43 medewerkers en 13 studenten zich tot de vertrouwenspersonen gewend. Met hen werd gezocht naar de meest
wenselijke strategie om tot een oplossing te komen van het gesignaleerde probleem. Er wordt, zowel landelijk als bij Windesheim, in toenemende mate om hulp gevraagd bij arbeidsconflicten, en dan vooral ten aanzien van daarmee gepaard gaand gedrag dat wordt ervaren als intimidatie en pesten.
Het werkgebied van de vertrouwenspersonen is in 2011 uitgebreid met Windesheim Flevoland. De vertrouwenspersonen
hebben bijdragen geleverd aan de herziening van het beleid met betrekking tot ongewenst gedrag en van de desbetreffende klachtenregeling.
Klachtencommissie Ongewenst Gedrag
Windesheim beschikt over een Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. Deze commissie wordt gevormd door zes personen (drie
leden en drie plaatsvervangende leden), die allen van buiten Windesheim afkomstig zijn. Er is in 2011 één klacht over ongewenst
gedrag door de klachtencommissie ontvangen en in behandeling genomen. De afronding van de behandeling van deze klacht zal begin 2012 plaatsvinden, wanneer het advies van de commissie over de klacht beschikbaar zal zijn.
In 2011 is gewerkt aan herziening van het beleid met betrekking tot ongewenst gedrag en van de desbetreffende klachtenregeling. In december 2011 is het voorstel tot herziening afgerond. De verwachting is dat vaststelling in februari 2012 zal plaatsvinden.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
74
Horizontale dialoog en verantwoording
Het College van Bestuur vindt het belangrijk dat beleidsvoornemens en -doelstellingen breed gedragen worden binnen de organisatie. Gekozen is dan ook voor een proces van interactieve beleidsvorming met medewerkers, studenten en andere relevante stakeholders. De horizontale dialoog en verantwoording worden binnen Windesheim op verschillende manieren vormgegeven: .
Via de Centrale Medezeggenschapsraad, deelraden of opleidingscommissies kunnen medewerkers en studenten
.
Via opleidingsbezoeken vergroot het College van Bestuur haar bewustzijn over wat er leeft binnen de organisatie
.
. .
. . . . . .
invloed uitoefenen op het beleid van Windesheim.
zodat zij met die kennis juiste afwegingen kan maken bij strategische beleidskeuzes.
Ter bevordering van de interne dialoog en de open meningsvorming zijn in 2011 een open debat over onderzoek,
een informatiebijeenkomst over het financieel beleid van Windesheim en een tweetal congressen over ondernemen georganiseerd.
Om een ‘leven lange relatie’ met afstudeerders op te bouwen, zoekt Windesheim naar aansprekende manieren om kennis, ervaring en deskundigheid tussen beroepenveld en beroepsonderwijs uit te kunnen wisselen.
Er is een decentraal alumnibeleid ontwikkeld dat door de opleidingen als kapstok gebruikt wordt voor de uitrol van hun alumniactiviteiten. LinkedIn speelt hierbij een grote rol. Ook hebben de alumni een eigen plek op de website gekregen. Op decentraal niveau worden er netwerkavonden of een alumnidag georganiseerd.
Via bestuurlijke overleggen met andere onderwijsinstellingen wordt onder meer afstemming gezocht op het vlak van onderwijs en onderzoek en mogelijkheden voor samenwerking verkend.
Ter versterking van de regionale kennisinfrastructuur werkt Windesheim actief samen met (kennis)instellingen, het bedrijfsleven en regionale overheden.
Vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk zijn via werkveldadviescommissies betrokken bij de onderwijsontwikkeling en de afstemming op de arbeidsmarkt.
Relevante interne en externe stakeholders worden betrokken bij het beleid voor toegepast onderzoek en kenniscirculatie door deelname aan een kenniskring of een adviesraad van een lectoraat.
Belangrijk adviesorgaan voor de verdere ontwikkeling van Windesheim Flevoland is de Higher Education Development Board.
Windesheim beschikt over diverse communicatiemiddelen om zijn stakeholders te informeren, zoals het jaarverslag, de jaarrekening, de website, intranet, de nieuwsbrief Campus Update en de hogeschoolkrant ‘Win’. Via digitale nieuwsbrieven worden medewerkers geïnformeerd over actuele zaken die spelen in de organisatie.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
75
Verslag Raad van Toezicht
11. Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van de Vereniging VU-Windesheim hield in 2011 toezicht op het College van Bestuur van de Vrije Universiteit (VU), het College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim (Windesheim) en de Raad van Bestuur van het VU medisch centrum (VUmc).
De Raad van Toezicht van de Vereniging VU-Windesheim fungeerde tevens als Raad van Toezicht van GGZ inGeest
in verband met het voornemen van VUmc en GGZ inGeest te fuseren. Ook hield de Raad toezicht op het Algemeen Bestuur van de Vereniging, dat werd gevormd door de leden van de instellingsbesturen van de VU, VUmc en Windesheim gezamenlijk.
Met dit verslag legt de Raad verantwoording af voor het over de Vrije Universiteit, Christelijke Hogeschool Windesheim, VU medisch centrum en GGZ inGeest uitgeoefende toezicht in 2011.
Dit jaarverslag is het laatste jaarverslag van de Raad van Toezicht Vereniging VU-Windesheim; eind december 2011 heeft de Ledenraad van de Vereniging – op voorstel van het Algemeen Bestuur en de Raad van Toezicht – besloten tot splitsing van de Vereniging VU-Windesheim. Vanaf 1 januari 2012 bestaan naast de Vereniging ook de Stichting
VU-VUmc en de Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim waar de instellingen VU, VUmc en Windesheim in zijn ondergebracht. De stichtingen hebben elk een eigen Raad van Toezicht die vanaf het verslagjaar 2012 een eigen jaarverslag zullen uitbrengen.
Christelijke Hogeschool Windesheim
In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht zich, naast overkoepelende thema’s, ook beziggehouden met onderwerpen die
alleen voor specifieke instellingen actueel waren. Hieronder is een korte samenvatting opgenomen van de belangrijkste besproken onderwerpen met betrekking tot Windesheim.
In 2011 heeft de Raad van Toezicht veel aandacht besteed aan de basiskwaliteit van de opleidingen van Windesheim. Naar aanleiding van de situatie bij Inholland en het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar alternatieve afstudeertrajecten heeft het
College van Bestuur Windesheim een intensief proces gestart om te analyseren of de kwaliteitssystemen bij Windesheim op orde
waren. In december 2011 is de Raad van Toezicht geïnformeerd over de problematiek bij de opleiding Journalistiek en de door het College ingezette acties. De Raad van Toezicht is tevreden over de voortvarendheid waarmee het College van Bestuur dit proces heeft aangepakt en de wijze waarop de Raad hierover is geïnformeerd.
Het College van Bestuur Windesheim heeft een ochtendprogramma aangewend om de Raad van Toezicht te informeren over
verschillende actuele onderwerpen, zoals de strategische agenda van OCW, de ontwikkeling van identiteit en de voortgang van
Windesheim Flevoland. De Raad van Toezicht is positief over de concrete activiteiten die Windesheim organiseert op het gebied van identiteit. De Raad heeft het College van Bestuur Windesheim geadviseerd bij de ontwikkeling van Windesheim Flevoland
goed de oorspronkelijke doelen in het vizier te houden: het ontwikkelen van een vernieuwende onderwijsomgeving, ondanks de belemmeringen die o.a. de regelgeving op het gebied van macrodoelmatigheid en CROHO-labels met zich meebrengen.
De Raad van Toezicht is regelmatig geïnformeerd over de voortgang van de herinrichting van de organisatie in vier domeinen en drie diensten.
De Raad heeft in 2011 tevens gesproken over de ontwikkeling van de opleidingen van Windesheim in het educatieve domein en mogelijke samenwerkingsverbanden in dit domein.
De Raad van Toezicht heeft aangegeven voorstander te zijn van intensieve samenwerking en taakverdeling van de lerarenopleidingen.
Voorts heeft de Raad van Toezicht het jaarverslag 2010, de jaarrekening 2010 en de bestuursnota en begroting 2012 goedgekeurd.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
77
Vereniging
In de mei-vergadering heeft de Raad van Toezicht de jaarrekening 2010 van de Vereniging (het afgescheiden vermogen) goedgekeurd.
Met de Ledenraad van de Vereniging lopen de contacten voornamelijk via de vergaderingen met de Ledenraad en met de Benoemingsadviescommissie (BAC) van de Ledenraad.
De voorzitter van de Raad van Toezicht is aanwezig geweest bij alle (drie) vergaderingen van de Ledenraad in 2011, die grotendeels in het teken hebben gestaan van de voorgenomen splitsing van de Vereniging.
De Raad hecht veel waarde aan het behoud van de Vereniging als maatschappelijk klankbord voor de instellingen en daarnaast aan de scheiding van risico’s en verheldering van verantwoordelijkheden en is van mening dat de nieuwe structuur hiervoor
zeer geschikt is. De Raad heeft hoge verwachtingen van de meerjarenplannen die de instellingen en de Vereniging zullen gaan maken, waarin is vastgelegd hoe de instellingen en de Vereniging vorm geven aan de identiteit en aan de verbinding met de maatschappij.
Vanwege de splitsing van de Vereniging is in het najaar van 2011 een intensief traject doorlopen ten behoeve van de benoeming
van de leden van de drie nieuwe Raden van Toezicht voor de Stichting VU-VUmc, de Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim
en de VU-Vereniging. De BAC heeft met alle nieuwe kandidaten gesproken, evenals met alle leden waar een dergelijk gesprek niet eerder had plaatsgevonden of als dit al lange tijd geleden had plaatsgevonden. Governance en werkwijze Raad van Toezicht
In 2010 is per instelling vanuit het Presidium een aandachtspersoon benoemd vanwege de breedte van de instellingen waarop
toezicht wordt gehouden. Halverwege 2011 zijn, vanwege het aftreden van drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen, de samenstelling van
het Presidium en de aandachtsgebieden veranderd. In het Presidium trad drs. A.E.J.M. Schaapveld MA toe en zij werd tevens vice-
voorzitter en aandachtspersoon VU. Prof. dr. F. Leijnse werd aandachtspersoon Windesheim; ir. R. Willems bleef aandachtspersoon voor VUmc en drs. P. Bouw bleef aandachtspersoon voor de Vereniging en GGZ inGeest.
De Raad van Toezicht heeft in 2011 vier vergaderingen van een gehele dag en een (jaarlijkse) retraite gehouden. Aan iedere
instelling is eenmaal een dagdeel exclusief aandacht besteed om uitgebreider te kunnen ingaan op (te maken) strategische keuzes en prestaties van de organisaties, betrokkenen binnen de instellingen te ontmoeten en de huisvestingsontwikkelingen met eigen ogen te aanschouwen.
Daarnaast is de Raad van Toezicht regelmatig – grotendeels door de schriftelijke informatie bij de mededelingen voor elke
vergadering – op de hoogte gehouden van lopende zaken en ontwikkelingen binnen de instellingen. In het verslagjaar zijn er frequent bilaterale contacten geweest tussen bestuurders en leden van de Raad van Toezicht, en hebben verschillende toezichthouders werkbezoeken aan de instellingen afgelegd.
Tijdens de retraite heeft de Raad zijn eigen functioneren geëvalueerd buiten de aanwezigheid van de bestuurders. Tijdens de
evaluatie is o.a. gesproken over de kennisontwikkeling van de leden van de Raad, de governance en structuur van de Vereniging en de betrokkenheid van de Raad van Toezicht bij belangrijke strategische onderwerpen zoals de samenwerkingsverbanden met andere instellingen.
Naast de formele (commissie-)vergaderingen van de Raad van Toezicht, waarover in dit jaarverslag wordt gerapporteerd, waren
de leden van de Raad van Toezicht ook in 2011 regelmatig aanwezig bij in- en externe evenementen in en bij de instellingen, zoals de opening van het hogeschooljaar Windesheim, de diesviering van de VU en de opening van de polikliniek sneldiagnostiek in het Cancer Center Amsterdam van VUmc.
Daarnaast heeft de Raad van Toezicht ook in 2011 gewerkt aan de deskundigheid en verdere ontwikkeling van de Raad. De leden van de Raad van Toezicht zijn regelmatig geïnformeerd over ontwikkelingen op het vlak van governance, zorg, onderwijs en onderzoek. Enkele leden van de Raad hebben workshops gevolgd om de deskundigheid te verbreden en/of te verdiepen.
De leden van de Raad van Toezicht hebben, zoals tevens vastgelegd in de profielschets voor de leden van de Raad, op geen
enkele wijze belangen bij één van de instellingen. De nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht worden vermeld op de websites van de instellingen en in de jaarverslagen van de instellingen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
78
Samenstelling Raad van Toezicht
In 2010 is de Raad van Toezicht tijdelijk uitgebreid met één persoon tot tien om het mogelijk te maken een lid te benoemen met een medisch-specialistische achtergrond. Vanwege het aflopen van de benoemingstermijn van drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen
trad zij af per 25 mei 2011; de daardoor ontstane vacature is niet ingevuld zodat de Raad weer op het aantal van negen leden is gekomen.
Bestuurders instellingen
Prof. dr. T.J.F. Savelkoul heeft per 1 september 2011 afscheid genomen als vice-voorzitter van de Raad van Bestuur VUmc;
de Raad van Bestuur bestaat nu uit drie leden (drs. E.B. Mulder, voorzitter, prof. dr. W.A.B. Stalman en drs. W. van Ewijk).
Mr. H.J. Rutten kondigde in het najaar van 2010 zijn vertrek aan als lid van het College van Bestuur VU; formeel nam hij per
15 januari 2011 afscheid. De Raad van Toezicht heeft in het najaar van 2010 een werving- en selectieprocedure gestart en heeft als resultaat hiervan drs. B.J.M. Langius benoemd tot lid van het College van Bestuur VU per 1 september 2011 voor een periode van vier jaar.
De Raad van Toezicht is prof. dr. T.J.F. Savelkoul en mr. H.J. Rutten erkentelijk voor de grote inzet die zij hebben getoond
gedurende de vele jaren die zij werkzaam zijn geweest bij VUmc, VU en de Vereniging VU-Windesheim; de door hen in gang gezette ontwikkelingen zijn zeer gewaardeerd door de Raad van Toezicht.
Volgens het reglement van het Algemeen Bestuur, oefenen de leden geen (on)bezoldigde nevenfuncties uit zonder toestemming van de Raad van Toezicht. In 2011 zijn de nevenfuncties van de leden van het Algemeen Bestuur voorgelegd aan de Raad van
Toezicht; dit heeft o.a. als doel mogelijke belangenverstrengeling te signaleren en voorkomen. De voorzitter van de Raad van
Toezicht heeft alle in 2011 actuele nevenfuncties goedgekeurd. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen jaarlijks het actuele overzicht ter kennisname.
Relatie met medezeggenschap
Volgens de statuten van de Vereniging VU-Windesheim werden twee leden van de Raad van Toezicht aangewezen die in het
bijzonder het vertrouwen genieten van de medezeggenschap. Deze functie werd in 2011, op voordracht van de gezamenlijke medezeggenschap, ingevuld door mr. drs. F.J. Paas en prof. dr. F. Leijnse.
Zowel de voorzitter van de Raad van Toezicht als de leden mr. drs. F.J. Paas en prof. dr. F. Leijnse hebben in 2011 enkele malen
formeel en informeel overleg gehad met de Ondernemingsraad en Gezamenlijke Vergadering van de VU. De contacten met de Ondernemingsraad VUmc hebben in 2011 via de voorzitter van de Raad van Toezicht gelopen.
De voorzitter heeft een overlegvergadering van de Raad van Bestuur en Ondernemingsraad bijgewoond waarin de algemene gang van zaken binnen VUmc en GGZ inGeest is besproken.
Begin 2011 heeft een delegatie van de Centrale Medezeggenschapsraad van Windesheim kennisgemaakt met prof. dr. F. Leijnse; tijdens dit overleg is o.a. gesproken over het belang van onderzoek voor het HBO. Splitsing Vereniging VU-Windesheim
De Raad heeft, naast de zaken die per instelling spelen, veel aandacht gehad voor de governance aspecten van de Vereniging,
aangezien de Vereniging in het contact met externe partijen in toenemende mate werd gezien als één partij. De gezamenlijkheid van de Vereniging bood kansen, maar zorgde ook voor risico’s in verband met de complexe structuur. De Raad van Toezicht heeft in mei 2011 ingestemd met het voorstel van het Algemeen Bestuur om de Vereniging VU-Windesheim te splitsen waarbij twee
stichtingen werden opgericht: enerzijds de Stichting VU-VUmc en anderzijds de Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim. De Vereniging als ledenorganisatie en maatschappelijk klankbord van de instellingen blijft hiernaast bestaan onder de naam VU-Vereniging.
De voorstellen zijn in juni en september 2011 besproken met de Ledenraad; op 17 december 2011 besloot de Ledenraad definitief tot splitsing van de Vereniging per 1 januari 2012. Naast het besluit tot splitsing heeft de Ledenraad in deze vergadering ook de leden van de drie nieuwe Raden van Toezicht (Stichting VU-VUmc, Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim en
VU-Vereniging) benoemd per 1 januari 2012. Een deel van de leden van de Raad van Toezicht Vereniging VU-Windesheim is
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
79
benoemd tot lid van één van de nieuwe Raden van Toezicht; er is afscheid genomen van mr. F.J. Paas, A.H. Berg en A. Weijsenfeld. Tot de leden van de Raad van Toezicht Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim zijn benoemd: L. Bikker, prof. dr. ir. A. Bruggink, M.A.C. Kasper – de Kroon MM&I en mr. G. J. van Munster. Presidium en Remuneratiecommissie
De voorzitter en de vice-voorzitters van de Raad (het Presidium) overleggen regelmatig met de voorzitters van het College van
Bestuur van de VU, de Raad van Bestuur van VUmc en het College van Bestuur van Windesheim. In 2011 vond dit overleg vijfmaal plaats.
Genoemde leden van de Raad vormen tevens de Remuneratiecommissie, die derhalve tevens vijfmaal bijeenkwam in 2011.
Belangrijke onderwerpen die in de Remuneratiecommissie aan de orde zijn geweest zijn de jaargesprekken met de bestuurders; met alle bestuurders zijn jaargesprekken gehouden. De voorzitters van de drie instellingsbesturen vervulden daarbij een
coördinerende rol. In de jaargesprekken is aandacht geweest voor de teamvorming en de prestaties van de overige bestuursleden, op basis van de door de voorzitter gehouden jaargesprekken. Auditcommissie
De Auditcommissie bestond in de eerste helft van 2011 uit vier leden: drs. A.E.J.M. Schaapveld MA (voorzitter), drs. A. de Widt-
Nieuwenhuizen, ir. R. Willems en A.H. Berg. Vanwege het vertrek van drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen per 25 mei 2011 bestond de commissie daarna nog uit drie leden; de ontstane vacature in de commissie werd niet opgevuld.
De Auditcommissie is in 2011 tweemaal bijeen geweest. In mei werden de bestuursnota’s, de jaarverslagen en jaarrekeningen van de instellingen en het daarbij behorende accountantsverslag besproken in aanwezigheid van de externe accountant.
In november besprak de commissie de jaarplannen 2012 van de instellingen. Daarnaast sprak de commissie over het risicomanagement binnen de instellingen en de vermogenssplitsing van de Vereniging VU-Windesheim ten gevolge van de voorgenomen splitsing van de Vereniging.
De commissie heeft, naast de verschillende financiële ontwikkelingen van de instellingen, bij de besprekingen specifiek gelet op de issues op het niveau van de Vereniging en de kansen en risico’s die de governance van de Vereniging met zich meebrengt. De commissie heeft zich vanuit dat perspectief dan ook positief uitgesproken over de splitsing van de Vereniging. Commissie Huisvesting
De commissie Huisvesting heeft tot doel en scope de (huisvestings)plannen van de VU en VUmc op de Zuidas; wanneer relevant worden ook onderwerpen betreffende GGZ inGeest en Windesheim geagendeerd.
De leden van de commissie Huisvesting waren in 2011 L. Bikker (voorzitter), drs. P. Bouw, ir. R. Willems en drs. A.E.J.M. Schaapveld MA. De commissie Huisvesting heeft in het verslagjaar tweemaal vergaderd.
De commissie heeft enerzijds in het ontwikkelproces van verschillende huisvestingsplannen meegedacht en meegekeken, zoals bij
het Lange Termijn Huisvestingsplan VUmc, de campusontwikkeling en investeringsprogramma VU, en het strategisch vastgoedplan GGZ inGeest 2011-2020.
Anderzijds heeft de commissie de inhoudelijke- en investeringsbeslissingen voorbereid zodat zij vervolgens konden worden
voorgelegd ter besluitvorming door de Raad van Toezicht, zoals de investering in de renovatie van het hoofdgebouw VU en het O|2 gebouw.
De commissie heeft bij de besprekingen specifiek gelet op de kwaliteit en leefbaarheid van de gebouwde omgeving, de flexibiliteit van de inrichting, de risico’s en de investeringsplanning op de lange termijn.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
80
Overzicht functies leden Raad van Toezicht Vereniging VU-Windesheim (t/m 31.12.2011)
Naam
Functie
Aangetreden
Termijn
Dhr. drs. P. Bouw
Voorzitter
2001
3
2007
1
5
1993
4*
2
2006
2
5
Lid Raad van Toezicht
2003
2 **
4
Lid Raad van Toezicht
2006
2
3
2006
2
4
Aandachtsgebied Vereniging en GGZ
Aantal vergaderingen bijgewoond in 2011
5
inGeest
Lid commissie Huisvesting Voorzitter Presidium /
Remuneratiecommissie Dhr. prof. dr. F. Leijnse
Portefeuille: juridische zaken Vice-voorzitter
Aandachtsgebied VU (tot 25 mei 2011) en Windesheim (vanaf 25 mei 2011)
Lid Presidium / Remuneratiecommissie
Lid dat in het bijzonder het vertrouwen Mw. drs. A. de
Widt-Nieuwenhuizen
(afgetreden per 25 mei 2011)
Dhr. ir. R. Willems
geniet van de medezeggenschap Vice-voorzitter
Aandachtsgebied Windesheim
Lid Presidium / Remuneratiecommissie Lid Auditcommissie Vice-voorzitter
Aandachtsgebied VUmc
Lid Presidium / Remuneratiecommissie Lid Auditcommissie
Lid commissie Huisvesting Dhr. A.H. Berg Dhr. L. Bikker
Dhr. mr. drs. F.J. Paas
Mw. drs. A.E.J.M. Schaapveld M.A.
Portefeuille: zorg
Lid Auditcommissie
Voorzitter commissie Huisvesting
Lid Raad van Toezicht
Lid dat in het bijzonder het vertrouwen geniet van de medezeggenschap Lid Raad van Toezicht
Aandachtsgebied VU (vanaf 25 mei 2011)
2008
1
5
Lid Presidium / Remuneratiecommissie (vanaf 25 mei 2011)
Voorzitter Auditcommissie Lid commissie Huisvesting Portefeuille: financiën Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
81
Dhr. prof. dr. W. van
Lid Raad van Toezicht
2010
1
5
Dhr. A. Weijsenfeld
Lid Raad van Toezicht
2004
2 **
4
Tilburg Tabel 20
Portefeuille: zorg
De zittingstermijn van de leden van de Raad van Toezicht bedroeg vier jaar, zij waren twee keer herbenoembaar. * **
In het kader van de fusie VU-Windesheim herbenoemd tot en met 2010. In het kader van de voorgenomen fusie VUmc-GGZ inGeest benoemd tot lid van de Raad van Toezicht Vereniging VU-Windesheim op 1 januari 2008.
Tot slot
De gesprekken tussen de Raad van Toezicht en de bestuursorganen hebben steeds op een open wijze en in een goede sfeer plaatsgevonden. Het principe van onafhankelijkheid is naar het oordeel van de Raad geëerbiedigd. De Raad heeft grote
waardering voor de inspanningen van de beide Colleges van Bestuur en de Raad van Bestuur en de medewerkers van VU, Windesheim, VUmc en GGZ inGeest in 2011, en voor de resultaten die hierdoor zijn bereikt.
30 mei 2012,
Raad van Toezicht Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim Dhr. L. Bikker, voorzitter
Dhr. prof. dr. ir. A. Bruggink
Mw. M.A.C. Kasper – de Kroon MM&I Dhr. mr. G. J. van Munster
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
82
Bijlagen
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
83
1. Onderwijsaanbod hbo-voltijd per september 2011 Domein Techniek
School
Built Environment & Transport
Information Sciences
Engineering & Design
Naam opleiding Bouwkunde
Civiele Techniek Mobiliteit
Bedrijfskundige Informatica8 Technische Informatica Informatica
Industrieel Product Ontwerpen
Logistiek en Technische Vervoerkunde Elektrotechniek
Technische Bedrijfskunde Bewegen en Educatie
Education
Werktuigbouwkunde
Opleiding tot leraar Basisonderwijs Lerarenopleidingen VO/Bve
Lerarenopleidingen Windesheim-LOI
Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Godsdienst- Pastoraal Werk
PTH technische lerarenopleidingen Human Movement & Sports
Universitaire Pabo Sport en Bewegen
Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de Gezondheid en Welzijn
Health Care
eerste graad in Lichamelijke Opvoeding Logopedie
Toegepaste Gerontologie Verpleegkunde
Social Work
Verpleegkunde Windesheim-UMC Utrecht-LOI Culturele en Maatschappelijke Vorming
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Pedagogisch Management Kinderopvang
Pedagogiek
8
Sociaal Pedagogische Hulpverlening Pedagogiek
Nieuwe naam per 1 september 2012: Business IT & Management
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
84
Domein
Economie, Management, Media en Communicatie
School
Business & Economics
Naam opleiding Accountancy
Bedrijfseconomie
Commerciële Economie Communicatie
Financial Services Management
International Business and Languages Logistiek en Economie Management & Law
Small Business and Retail Management Personeel en Arbeid9
Personeel en Arbeid Windesheim-LOI Management, Economie en Recht10
Media
Windesheim Flevoland
Windesheim Honours College
HBO-rechten Journalistiek
Windesheim Honours College
Naam opleiding
Engineering, Design and Innovation Informatica
Opleiding tot leraar Basisonderwijs
Small Business and Retail Management Bedrijfseconomie Bouwkunde
Commerciële Economie Communicatie
Personeel en Arbeid11
Industrieel Product Ontwerpen
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Verpleegkunde Logopedie
Sociaal Pedagogische Hulpverlening Werktuigbouwkunde
Management, Economie en Recht12
Tabel 21
11 12 9
10
Nieuwe naam per 1 september 2012: Human Resource Management Nieuwe naam per 1 september 2012: Bedrijfskunde MER Nieuwe naam per 1 september 2012: Human Resource Management Nieuwe naam per 1 september 2012: Bedrijfskunde MER
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
85
2. Instroom en populatie13 Instroom per School / Windesheim Flevoland
2011
2010
2009
Mutatie 2011 t.o.v. 2010
Mutatie 2010 t.ov. 2009
Built Environment & Transport
205
236
212
-13,14%
11,32%
Engineering & Design
426
Education
858
Domein Techniek
Information Sciences
Domein Bewegen en Educatie
255
445
219
429
28,63%
16,44%
970
915
-11,55% -14,13%
6,01%
-2,50%
-4,27%
3,73%
Afstandsleren Education
468
545
559
Master SEN
457
666
783
-31,38%
-14,94%
Human Movement & Sports
479
441
507
8,62%
-13,02%
Health Care
350
316
313
10,76%
0,96%
Social Work
815
983
1.032
1.108
1.090
1.115
29
16
16
Master Leraar Godsdienst Master Learning & Innovation Domein Gezondheid en Welzijn Afstandsleren Health Care Pedagogiek
Domein Economie, Management, Media en Communicatie
Business & Economics Management & Law
Afstandsleren Management & Law
2
33
34
387
428
29
39
359
475
19
13,79%
-12,82%
21,88%
232
7,80%
54,74%
1,65%
-2,24%
554
-17,09%
-14,26% -7,69%
81,25%
384
416
-11,98%
Totaal
6.764
7.260
7.369
-6,83%
11
16
-4,75%
-9,89%
338 19
52,63%
32
Media
Windesheim Honours College
13
328
72,73%
0,00%
-31,25%
-1,48%
Naar de stand op 1 oktober 2011, bron Gemeenschappelijke Studentenadministratie
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
86
Instroom per School / Windesheim Flevoland
2011
2010
Small Business and Retail Management
47
76
-38,16%
Opleiding tot leraar Basisonderwijs
46
72
-36,11%
Opleiding tot leraar Basisonderwijs
88
159
-44,65%
Engineering, Design and Innovation
12
18
-33,33%
Informatica (voltijd, Almere)
44
48
-8,33%
Bouwkunde (voltijd, Almere)
19
1
-100,00%
374
50,80%
Windesheim Flevoland (voltijd, Almere)
(deeltijd, Almere) (voltijd, Almere) (voltijd, Almere)
Bedrijfseconomie (voltijd, Almere) Commerciële Economie (voltijd, Almere)
31
30
Industrieel Product Ontwerpen (voltijd, Almere)
10
62
Verpleegkunde (voltijd, Almere)
31
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd, Almere)
46
Management, Economie en Recht (voltijd, Almere)
16
Logopedie (voltijd, Almere)
Werktuigbouwkunde (voltijd, Almere)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (deeltijd, Lelystad) Sociaal Pedagogische Hulpverlening (duaal, Lelystad) Totaal Windesheim Flevoland Eindtotaal
Tabel 22
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
Mutatie 2010 t.ov. 2009
25
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (voltijd, Almere)
Mutatie 2011 t.o.v. 2010
31
Communicatie (voltijd, Almere)
Personeel en Arbeid (voltijd, Almere)
2009
16 10
564
7.328
7.634
7.369
-4,01%
3,60%
87
Populatie per School / Windesheim Flevoland
2011
2010
2009
Mutatie 2011 t.o.v. 2010
Mutatie 2010 t.ov. 2009
706
682
636
3,52%
7,23%
Engineering & Design
1.269
Education
2.621
Domein Techniek
Built Environment & Transport Information Sciences
1.221
643
1.126
17,95%
4,82%
1.536
2.751
1.655
2.666
-4,73% -7,19%
3,19%
0,18%
Master SEN
1.069
1.253
1.184
-14,68%
5,83%
Human Movement & Sports
1.553
1.461
1.410
6,30%
Health Care
1.001
962
Social Work
2.654
Domein Bewegen en Educatie Afstandsleren Education
Master Leraar Godsdienst Master Learning & Innovation Domein Gezondheid en Welzijn Afstandsleren Health Care Pedagogiek
Domein Economie, Management, Media en Communicatie
Business & Economics Management & Law
Afstandsleren Management & Law
795
2
65
674
136,84%
917
4,05%
4,91%
2.749
2.714
-3,46%
3.237 83
891
1.447
88
19
2,33%
491
25,32%
44,81%
3.224
3.080
0,40%
4,68%
82
89
1,22%
-7,87%
95,45%
37,50%
1.431
1.377
1.288
1.328
1.344
Totaal
20.355
20.339
19.450
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
43
3,62%
7,95%
711
86
Media
Windesheim Honours College
8,44%
44,44%
95
45
1.652
3,93%
22
16
1,12%
-3,01% 0,08%
1,29%
3,92% -1,19%
4,57%
88
Populatie per School / Windesheim Flevolan
2011
2010
2009
(voltijd, Almere)
147
144
2,08%
(deeltijd, Almere)
143
181
-20,99%
(voltijd, Almere)
292
338
-13,61%
(voltijd, Almere)
47
46
2,17%
Windesheim Flevoland:
Small Business and Retail Management Opleiding tot leraar Basisonderwijs Opleiding tot leraar Basisonderwijs Engineering, Design and Innovation Informatica (voltijd, Almere)
201
Bouwkunde (voltijd, Almere)
19
Bedrijfseconomie (voltijd, Almere) Commerciële Economie (voltijd, Almere)
31
30
Industrieel Product Ontwerpen (voltijd, Almere)
10
62
Verpleegkunde (voltijd, Almere)
31
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd,
46
Werktuigbouwkunde (voltijd, Almere)
10
Logopedie (voltijd, Almere) Almere)
Management, Economie en Recht (voltijd, Almere)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
-16,25%
25
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (voltijd, Almere)
240
16
16
(deeltijd, Lelystad)
15
20
-25,00%
(duaal, Lelystad)
11
13
-15,38%
Sociaal Pedagogische Hulpverlening Totaal Windesheim Flevoland Eindtotaal
Tabel 23
Mutatie 2010 t.ov. 2009
31
Communicatie (voltijd, Almere)
Personeel en Arbeid (voltijd, Almere)
Mutatie 2011 t.o.v. 2010
1.183
21.538
982
21.321
19.450
20,47% 1,02%
9,62%
In 2011 stonden 58 medewerkers van Windesheim ingeschreven als student. Het aantal studenten dat ingeschreven staat bij meer dan één opleiding bedraagt 235. De allochtone studentenpopulatie bedraagt 225.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
89
3. Toelatingsbeleid Een mbo- (niveau 4), havo- of vwo-diploma, indien nodig met het juiste profiel, geeft toegang tot een
bacheloropleiding en een associate degree-programma. Potentiële studenten die niet aan de toelatingseisen
voldoen en 21 jaar of ouder zijn, kunnen toegelaten worden via het 21+-toelatingstoets. Bij een groot aantal
opleidingen zijn er extra opleidingsspecifieke toetsen die gemaakt moeten worden in aanvulling op het algemene deel van de 21+ toelatingstoets.
Studenten met een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een mbo- (niveau 4), havo- of vwo-diploma is en in het bezit van het certificaat NT2-programma 2, zijn ook toelaatbaar. Via het traject ‘Alvast Studeren’ kunnen havo- en vwo-leerlingen die zijn gezakt voor hun examen binnen een jaar hun havo- of vwo-diploma halen én gelijktijdig studeren op Windesheim.
Toelatingseisen voor andere opleidingen dan de bachelors kunnen van elkaar verschillen. Voor de meeste post-hbo-opleidingen
en -cursussen geldt een afgeronde hbo-opleiding of hbo-werk- en denkniveau met enige jaren werkervaring. Voor de masters is een afgeronde hbo-opleiding, werkzaam in het werkveld en enige jaren werkervaring verplicht.
De toelatingseisen zijn te vinden op www.windesheim.nl en in de Onderwijs- en Examenregeling van iedere opleiding. In 2011 werd voor enkele opleidingen gebruikgemaakt van de wettelijke mogelijkheid om een inschrijvingsbeperking (numerus fixus) vast te stellen op grond van beschikbare onderwijscapaciteit.
Daarnaast werkt een aantal opleidingen met een toelatingstoets en taal- en rekenvaardigheidtoetsen. Aanmeldingen en instroom in propedeutische fase fixusopleidingen
Opleiding
Opleidingsvorm
Gestelde capaciteit
Aantal aangemelde studenten
Voltijd
330
492
Voltijd
195
364
Journalistiek
Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad
Voltijd
100
288
Aantal ingestroomde studenten in de propedeutische fase 309
117
229
in Lichamelijke Opvoeding
Tabel 24
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
90
Toelatingstoets
Op grond van artikel 7.26 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek stelt een aantal opleidingen aanvullende eisen voor toelating:
Opleiding
Opleidingsvorm
Aantal studenten
Docent Beeldende Kunst en Vormgeving
Deeltijd
56
Voltijd
Opleiding tot Leraar voortgezet onderwijs van de eerste
Aangemeld
Geslaagd voor toets
Ingeschreven
40
34
401
274
229
Deeltijd
32
23
22
Psychomotorische Therapie en
Voltijd
303
213
117
Psychomotorische Therapie en
Deeltijd
47
22
22
Sport en Bewegen
Voltijd
199
112
93
Logopedie
Voltijd (Almere)
25
16
16
Docent Beeldende Kunst en Vormgeving
Opleiding tot Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding
graad in Lichamelijke Opvoeding Bewegingsagogie Bewegingsagogie
Logopedie
Tabel 25
Voltijd
Voltijd
61
127
31
80
28
76
Taal- en rekenvaardigheidtoetsen
Van de studenten van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs die aan de taaltoets hebben deelgenomen, heeft 82,8% deze
toets aan het eind van het eerste jaar gehaald. 1,8% heeft de taaltoets na drie keer niet gehaald en moest daarom de opleiding verlaten. Er zijn totaal 42 studenten die eerder de opleiding verlaten hebben en dus niet deelgenomen hebben aan alle
aanbiedingen. Van de studenten die aan de rekentoets hebben deelgenomen, heeft 80,4% deze toets aan het eind van het
eerste jaar gehaald. 4,2% heeft de rekentoets na drie keer niet gehaald en moest de opleiding verlaten. Bij dit onderdeel zijn
41 studenten geweest die eerder de opleiding verlaten hebben. In totaal zijn er vijftien studenten geweest die met een Bindend StudieAdvies (BSA) voor rekenen of taal moesten stoppen met de opleiding. Eén student moest stoppen vanwege een BSA voor taal én rekenen.
Van de studenten van de Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs die aan de verplichte taaltoets hebben deelgenomen, heeft 71% een voldoende gehaald. Er is één student die uitsluitend op basis van een onvoldoende taaltoets een Bindend StudieAdvies heeft gekregen, alle overige studenten zijn om andere redenen met de opleiding gestopt.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
91
4. Studierendementen Het Bindend StudieAdvies In overeenstemming met de wettelijke bepalingen krijgt iedere student in de eerste fase van zijn studie een advies over de voortzetting van zijn studie. Onder een aantal voorwaarden kan aan dit advies een afwijzing verbonden
worden, het zogenoemde Bindend StudieAdvies (BSA). Het BSA is bedoeld om voorziene uitval tijdens de loop van de studie te voorkomen. De normen voor het BSA staan vermeld in de Onderwijs- en Examenregeling. Afgegeven BSA's per School/Windesheim Flevoland
2010-2011
2009-2010
2008-2009
2007-2008
Built Environment & Transport
29
34
35
43
Engineering & Design
54
Domein Techniek
Information Sciences
Domein Bewegen en Educatie Education
Human Movement & Sports
Domein Gezondheid en Welzijn Health Care
Social Work
Pedagogiek
Domein Economie, Management, Media en Commucatie Business & Economics
Management & Law Media
Windesheim Honours College
Opleidingen Windesheim Flevoland
Small Business and Retail Management (voltijd, Almere) Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (deeltijd, Almere) Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (voltijd, Almere) Informatica (voltijd, Almere)
Engineering, Design & Innovation (voltijd, Almere) Totaal
Tabel 26
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
27
40
48
48
551
474
274
257
52
59
45
32
84
85
60
83
101
332 96
19
144
62
56
81
77
59
64
265
219
170
115
95
88
1.341
957
892
6
97 5
64
32
15
16
43 3 1
1.549
92
Uitvallers per studiejaar (exclusief omzwaaiers)
School/Windesheim Flevoland Domein Techniek
Built Environment & Transport
Information Sciences
2010-2011
2009-2010
2008-2009
2007-2008
78
89
80
83
188
98
163
101
105
1.729
1.619
1.611
1.411
Health Care
206
188
151
153
Pedagogiek
123
Engineering & Design
Domein Bewegen en Educatie Education
Human Movement & Sports
Domein Gezondheid en Welzijn Social Work
Domein Economie, Management, Media en Commucatie Business & Economics Management & Law Media
Windesheim Honours College
Opleidingen Windesheim Flevoland
109
181
400
396
641
484
495
407
268
264
225
228
4.004
3.593
3.217
355 2
Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (voltijd, Almere)
82
Informatica (voltijd, Almere)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (deeltijd, Lelystad) Sociaal Pedagogische Hulpverlening (duaal, Lelystad) Eindtotaal
Tabel 27
130
542
44
Engineering, Design & Innovation (voltijd, Almere)
152
118
585
Small Business and Retail Management (voltijd, Almere) Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (deeltijd, Almere)
131
127
70
351 5
251
186
56
10
29 8 1
4.695
Van de 4.695 uitvallers in het studiejaar 2010-2011 hebben 3.237 studenten de studie gestaakt tijdens de propedeutische fase en de overige studenten tijdens de hoofdfase. De gemiddelde inschrijvingsduur van de uitvallers (voltijd) in 2010-2011 bedroeg 1,36 jaar.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
93
Tabel 28. Propedeuserendement per School, na één en twee jaar studie (per instroomcohort)
School / Windesheim Flevoland
Opleidingsvorm
Built Environment & Transport
Deeltijd
Domein Techniek
Information Sciences
Engineering & Design
Domein Bewegen en Educatie Education
Human Movement & Sports
Domein Gezondheid en Welzijn
2010
Duaal
33,33%
Deeltijd
43,33%
Duaal
14,29%
Voltijd
5,17%
40,00%
33,33%
6,99%
12,61%
36,10%
52,10%
20,00%
30,77%
14,71%
40,00% 57,69%
Duaal
5,88%
13,64%
11,11%
13,64%
2008
57,14%
61,76%
100,00%
50,00% 57,50%
42,11%
56,93% 37,93%
21,39%
Deeltijd
18,24%
24,22%
21,30%
52,53%
43,19%
Voltijd
6,06%
6,11%
4,97%
24,69%
22,58%
24,23%
Voltijd
32,35%
Voltijd
16,67%
6,67%
40,00%
42,86%
33,33%
39,22%
54,76%
62,42%
58,22%
53,77%
62,06%
65,63%
59,26%
44,44%
41,38%
52,90%
52,51%
49,42%
32,88%
34,44%
39,62%
Voltijd
45,03%
45,76%
Deeltijd
38,40%
20,41%
30,88%
20,69%
21,62%
17,86%
20,00%
Deeltijd Deeltijd
Voltijd Voltijd Voltijd Voltijd
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
37,16%
23,01%
Duaal
25,02%
52,86%
50,97%
53,49% 67,80%
43,41%
50,00%
12,18%
22,35%
Domein Economie, Management, Media en Communicatie
59,17%
20,78%
14,37%
Duaal
17,39%
61,11%
33,33%
25,07%
Voltijd
65,96%
48,91%
21,71%
Duaal
2007
55,79%
Voltijd
44,60%
Windesheim Honours College
33,33%
53,88%
Deeltijd
Media
20,00%
21,05%
Social Work
Management & Law
2009
39,81%
Duaal
Business & Economics
2008
45,09%
Deeltijd
Na twee jaar
2009
Voltijd
Health Care
Pedagogiek
Na één jaar
61,22% 56,19%
61,11%
59,62%
33,33%
20,83%
60,00%
23,46%
33,33%
39,47%
60,58%
68,00%
53,95%
22,03%
16,18%
22,08%
47,06%
41,56%
39,22%
12,02%
30,83% 40,00%
11,21%
28,84% 41,18%
18,61%
10,54%
44,46%
30,95%
57,14%
58,82%
54,17%
38,91%
45,81% 57,14%
66,67%
44,57% 57,31%
94
School / Windesheim Flevoland
Opleidingsvorm
2010
Na één jaar 2009
2008
2009
Na twee jaar 2008
2007
45,91%
45,80%
53,85%
54,73%
Opleidingen Windesheim Flevoland Small Business and Retail Management (Almere)
Voltijd
24,63%
Deeltijd
20,78%
(Almere)
Voltijd
21,14%
Innovation (Almere)
Voltijd
42,86%
Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (Almere)
Opleiding tot Leraar Basisonderwijs
Engineering, Design & Informatica (Almere)
Sociaal Pedagogische
Voltijd
Hulpverlening (Lelystad)
Deeltijd
Hulpverlening (Lelystad)
Duaal
Sociaal Pedagogische Totaal
20,95%
Alle
20,69%
Duaal
19,87%
Deeltijd Voltijd
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
83,33%
83,33%
100,00%
100%
18,18%
18,54%
26,75%
27,92%
25,14%
29,06%
20,24%
16,91%
45,93%
27,22%
55,04%
50,98%
17,19%
45,05%
45,06%
47,37%
43,96% 45,77%
95
Tabel 29. Afgestudeerden per studiejaar
School / Windesheim Flevoland
2010-2011
2009-2010
2008-2009
2007-2008
Built Environment & Transport
104
125
147
94
Engineering & Design
201
164
188
143
Education
877
777
842
850
169
130
Domein Techniek
Information Sciences
Domein Bewegen en Educatie
85
114
Human Movement & Sports
201
240
Health Care
193
179
Domein Gezondheid en Welzijn Social Work Pedagogiek
Domein Economie, Management, Media en Communicatie Business & Economics Management & Law Media
Opleidingen Windesheim Flevoland
Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (deeltijd, Almere) Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (voltijd, Almere) Engineering, Design and Innovation (voltijd Almere) Informatica (voltijd, Almere)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (deeltijd Lelystad) Sociaal Pedagogische Hulpverlening (duaal Lelystad) Eindtotaal
145
226
254
462
458
432
406
477
421
455
359
183
172
235
176
2.893
2.988
95
162
74
169
149
186
32 47 1
54 4 4
3.182
De gemiddelde inschrijvingsduur bij de opleiding van de afgestudeerden (voltijd) in 2010-2011 bedroeg 3,65 jaar.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
131
2.729
96
Tabel 30. Afstudeerrendement na vier, vijf en zeven jaar studie (per instroomcohort) School /
Windesheim
Variant
2007
Na vier jaar 2006
2005
2006
85,00%
91,67%
85,00%
Na vijf jaar
Na zeven jaar
2005
2004
2004
2003
2002
91,67%
100%
100%
80,00%
88,89%
Flevoland
Domein Techniek Built
Environment & Transport
Information Sciences
Engineering & Design
Duaal
71,34%
Voltijd
39,42%
37,80%
40,48%
Deeltijd
34,21%
38,10%
57,14%
Voltijd
33,66%
28,50%
Voltijd
37,29%
Deeltijd
35,62%
Voltijd
17,35%
Voltijd
34,36%
Duaal Duaal
100%
42,11%
Domein Bewegen en Educatie Education
Human
Movement & Sports
Duaal
Deeltijd
74,19%
Domein Gezondheid en Welzijn Health Care
Social Work
Deeltijd
33,72%
Voltijd
42,35%
Duaal
42,11%
Duaal
Deeltijd Voltijd
81,25%
Economics
Management & Law
Media
Deeltijd Duaal
Voltijd
Sociaal
Pedagogische
53,85%
53,57%
50,63%
58,05%
33,01%
41,75%
45,66%
53,72%
57,94%
59,64%
69,51%
67,80%
45,47%
22,82%
45,55%
23,27%
53,40%
54,05%
48,70%
53,09%
27,09%
29,45%
28,50%
32,22%
34,87%
100,00%
100,00%
92,31%
100,00% 56,16%
55,03%
65,29%
68,53%
69,89%
69,00%
33,33%
45,45%
33,33%
45,45%
35,00%
45,00%
63,16%
70,00%
40,41%
38,75%
53,06%
51,66%
55,94%
57,92%
60,28%
59,48%
51,72%
46,67%
54,02%
51,67%
59,70%
22,74%
43,27%
25,27% 41,07%
17,39%
55,78%
32,53%
33,53%
37,66%
43,18%
40,38%
34,57%
26,62%
27,11%
32,82%
33,33%
33,33%
56,67%
30,00%
Voltijd
21,01%
22,96%
44,44%
22,73%
92,31%
17,39%
48,68%
56,46%
39,25%
44,23%
6,67%
45,62%
53,18%
50,22%
45,31%
56,98%
52,88%
42,39%
45,58%
48,60% 41,38%
53,19%
32,06%
37,35%
38,53%
40,89%
45,07%
49,71%
40,74%
42,19%
42,44%
29,61%
35,98%
45,12%
33,33%
39,52%
39,52%
32,26% 32,77%
34,52%
42,30%
36,81%
42,32%
39,13%
39,05%
43,85%
46,64%
60,45%
51,30%
37,40%
38,64%
Duaal
47,83%
Alle
29,23%
33,30%
32,35%
Duaal
50,46%
58,76%
48,05%
26,58%
11,11%
30,56% 22,19%
33,87%
41,94%
43,59%
55,42%
80,77%
31,48%
51,85%
53,22%
24,93%
25,21%
40,00%
52,27%
35,00%
Voltijd
30,00%
61,19%
40,24%
33,33%
6,67%
33,11%
85,71%
50,00%
60,00%
33,33%
85,71%
37,50%
50,21%
73,08%
38,07%
37,50%
33,33%
22,73%
47,37%
Opleidingen Windesheim Flevoland
40,91% 48,21%
33,51%
13,79%
36,36% 43,03%
38,54%
Deeltijd
61,90%
57,67%
42,23%
44,44%
66,67%
49,01%
36,00%
Deeltijd Duaal
56,36%
33,50%
41,18%
70,37%
54,26%
100,00%
Domein Economie, Management, Media en Communicatie Business &
38,10%
47,62%
81,25%
100,00%
100%
45,15%
27,85%
83,33%
75,00%
51,11%
36,67%
62,50%
34,21%
33,80%
47,18%
49,46%
42,95%
43,33%
47,89%
Hulpverlening (Lelystad) Totaal
Deeltijd Voltijd
35,81%
26,83%
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
44,10%
28,35%
30,82% 32,27%
44,67%
36,25%
32,02%
40,54%
49,57%
42,17%
50,36%
45,66%
48,28% 47,02%
49,56%
49,71%
97
5. HBO-monitor Net als in voorgaande jaren heeft Windesheim deelgenomen aan de landelijke HBO-Monitor. De monitor is het
jaarlijkse volgsysteem voor afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs en biedt inzicht in de arbeidsmarktpositie en beroepspraktijk, ongeveer anderhalf jaar na hun afstuderen. De werkloosheidspercentages van de afgestudeerden van opleidingen zijn een indicatie voor de aansluiting van de opleiding op de arbeidsmarkt.
Uit onderstaande tabel, die betrekking heeft op de arbeidssituatie in 2010 van afgestudeerden uit het studiejaar 2008-2009, blijkt
dat het grootste deel van de in de monitor ondervraagde personen werk had in een baan waarvoor het functieniveau passend was bij het opleidingsniveau.
Werkloosheid (%) Domein
Techniek
Bacheloropleiding (voltijd) Bedrijfskundige Informatica Bouwkunde
Civiele Techniek
Windesheim
Landelijk
Windesheim
Landelijk
6,3
4,7
80
80
4,7
93 77
87
86
0
3,7
94
2,9
Industrieel Product
7,1
9,4
Informatica
7,7
1,8
91
90
Technische Bedrijfskunde
5
2,8
84
88
Verkeerskunde
0
0
100
94
Ontwerpen
Logistiek en Technische Vervoerskunde
Technische Informatica
0
0
71
87
74
2,7
100
0
3,1 0
89
100
0
0
100
98
5,6
5,8
91
96
9,4
6,7
97
94
Lerarenopleiding voortgezet
2,6
1,1
97
93
Opleiding tot leraar
6,3
4,7
80
93
0
2,9
58
58
Werktuigbouwkunde
Docent Beeldende Kunst en Vormgeving
Lerarenopleiding voortgezet onderwijs Exact
Opleiding tot leraar
voortgezet onderwijs van de
0
7,1
91
91
0
Elektrotechniek
Bewegen en Educatie
Functieniveau past bij opleidingsniveau (%)
0
94 87 77
eerste graad in Lichamelijke Opvoeding
Lerarenopleiding
voortgezet onderwijs Maatschappijvakken onderwijs Talen Basisonderwijs
Sport en Bewegingseducatie Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie
3,3
Nvt
83
Nvt
Werkloosheid (%) Gezondheid en Welzijn
Culturele en
6,7
13,5
Logopedie
5,3
1,7
Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Pedagogiek
Media en Communicatie
3,9
Toegepaste gerontologie
Nb
Verpleegkunde
5,4
4,3
4,8
1,6
Bedrijfseconomie
14,3
3,6
Communicatie
16,1
13,1
Accountancy
Commerciële Economie
9,1
0
64
60
94
95
90 Nb
55
Nb
76
51
58
60
89
88
4,1
90
7,5
88
92 78
2,3
77
100
79
0
7,7
83
78
Journalistiek
18
13
85
84
Management, Economie en
10
6,5
89
77
Personeel en Arbeid
4,5
4,5
70
Small Business and Retail
Nb
Financial Services Management
International Business and Languages
Logistiek en Economie Recht
HBO-rechten
Tabel 31
Nb
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Economie, Management,
4,9
Functieniveau past bij opleidingsniveau (%)
Management
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
0
0
Nb
1,1
79
Nb
76
83
75
Nb
99
6. Overzicht gebruik studentvoorzieningen Voor hulp en begeleiding kunnen studenten terecht bij docenten en studieloopbaanbegeleiders.
Voor specialistische begeleiding kunnen ze een beroep doen op decanen, psychologen en andere deskundigen. Speciale voorzieningen worden geboden aan Antilliaanse en Arubaanse studenten, studenten met een
taalachterstand, studenten met een functiebeperking, studentondernemers en aan topsporters. Andere
voorzieningen die Windesheim zijn studenten biedt, zijn onder meer de alternatieve leerweg Alvast Studeren, het Schakeljaar Anderstaligen en de 21+-toets. Alvast Studeren en het Schakeljaar Anderstaligen worden in samenwerking met een aantal ROC’s aangeboden. Voorziening Studieloopbaanadvies Decanaat
Studentenpsychologen Vertrouwenspersonen Dyslexiespecialist
Taalondersteuning Alvast Studeren
Schakeljaar anderstaligen Topsportregeling
Pilot topondernemersregeling
Stichting Windesheim Foundation for Knowledge and Innovation14 Nulmeting
21+ toelatingsonderzoek
Tabel 32
Aantal (potentiële) studenten dat gebruik heeft gemaakt van de voorziening 369
4.085. Het aantal studenten met 1 of meer formele diagnoses van een
functiebeperking dat een beroep deed op het decanaat bedroeg 1.337. 383 13
60 87
34. Hiervan zijn er 24 ingestroomd bij Windesheim.
43. Aan 28 deelnemers is het certificaat uitgereikt, waarvan er 12 zich hebben ingeschreven voor een opleiding binnen Windesheim 79 4
Aan 2 studenten is een gedeelte van het collegegeld ad € 5.137 uitbetaald. 480
423. Hiervan zijn er 270 een opleiding binnen Windesheim gestart.
De Stichting Windesheim Foundation for Knowledge and Innovation heeft ten doel de verrijking van het hoger onderwijs door het financieel steunen van ambitieuze studenten in binnen- en buitenland en innovatieve projecten
14
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
100
7. Internationalisering: studentenmobiliteit In 2011 zijn 138 studenten voor hun studie naar het buitenland gegaan en heeft Windesheim 210 studenten verwelkomd. Naast de mobiliteit in uitwisselingsprogramma’s is er een aanzienlijk aantal studenten dat voor stages of afstudeerprojecten naar het buitenland gaat.
Windesheim gaat uit van het systeem van internationaal vergelijkbare studiepunten, het European Credit Transfer System.
Tabel 33. Overzicht uitgaande en inkomende studenten per School en instelling
School Domein Techniek Engineering & Design
Land
Instelling
Duitsland
Fachhochschule Osnabrück
2
Finland
Savonia University of Applied Sciences
3
Duitsland
IUT Nancy Brabois
1
Ierland
Carlow Institute of Technology
1
Nieuw Zeeland
UNITEC, Auckland, New Zealand
Polen
University of Lodz
Spanje
Universidad Politecnica de Cartagena
Verenigde Staten
University of Wisconsin, Platteville (UWP)
Zweden
The Royal Institute of Technology
Litouwen
Oostenrijk Portugal Turkije
Zweden
Information Sciences
8
Frankrijk
Frankrijk
Transport
6
IPAG, locatie Nice
Groupe Esc Troyes
L'ecole de Design Nantes Atlantique
Vilnius Gediminas Technical University
Fachhochschule Joanneum (Kapfenberg)
IPAG, locatie Nice
Yeditepe university
Linnaeus University
Zwitserland
University of Applied Sciences
Finland
Savonia university of applied sciences
Roemenië
Northwestern Switzerland
Yildiz Technical university
Roemenië
Petru Maior University, Tirgu-Mures
Spanje
Universidad de Salamanca
Spanje
Turkije
Zwitserland
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
1 5 1
4
1 4
1
1
1
1
1
4
Universidad Politecnica de Catalunya, Barcelona
2
Hochschule für Angewandte Wissenschaften
3
2
2
"Zurich University of Applied Sciences / Zürcher
4
3
University of Wisconsin, Platteville (UWP)
Anadolu university Eskisehir
3
2
Technical University of Cluj-Napoca
Turkije
USA
2
Inkomende studenten
Frankrijk
Frankrijk
Built Environment &
Jade Hochschule Wilhelmshaven
Uitgaande studenten
3
1 1
1 2
2
101
School
Land
Domein Bewegen en Educatie Education
België
Haute École Roi Baudoin, Mons
België
Katholieke hogeschool Brugge Oostende
België
Katholieke hogeschool Leuven
Duitsland
Universität Leipzig
Spanje
Universidad de Salamanca
Noord-Ierland
& Sports
Verenigde Staten
St. Marys university college
1
1 1
University College Jutland (VIA UC)
1
Helsinki Metropolia University of applied sciences
Inkomende studenten
4
2
1
Finland
Denemarken
Uitgaande studenten
William Paterson University
KATHO-Kortrijk
4
3
3 2 1
Portugal
UTAD
2
Spanje
Universidad de Pontificia de Salamanca
1
Universidad de Granada
3
Tsjechië
Masaryk university
2
Zwitserland
Interkantonale Hochschule fur Heilpadagogiek Zurich
1
België
Lessius University College, Campus Sanderus
Tsjechië
Domein Gezondheid en Welzijn
Univerzita Palackeho v Olomouci
1
1
België
Katholieke hogeschool Kempen
Finland
Turku University of Applied Sciences
1
Noorwegen
The University College of Nord-Trøndelag
1
Denemarken
Griekenland
Social Work
Carl von Ossietzky Universität Oldenburg
België
Spanje
Health Care
Artevelde hogeschool Gent
België
Duitsland
Human Movement
Instelling
University College Copenhagen, Hillerod
Technological Educational Institue of Athens
Portugal
Escola superior de enfermagem de Lisboa
Bulgarije
Sofia University St. Kliment Ohridski
Turkije
Ierland
2 3
1
Cork Institute of Technology (CIT)
5
Babes Bolyai University, Cluj
Turkije
Fatih Universitesi
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
1
Istanbul Bilim university
Roemenie
Spanje
1
Comillas University, Madrid
1
2 1
2
102
School
Land
Instelling
Domein Economie, Management, Media en Communicatie Business & Economics
Uitgaande studenten
Inkomende studenten 5
Aruba
Universiteit van Aruba
1
China
Chongqing Technology and Business University
3
België
Duitsland
ICHEC Brussels Management School
Duale Hochschule Baden-Wuerttemberg Karlsruhe
1
1
Duitsland
Fachhochschule Emden Leer
1
Duitsland
Fachhochschule Rosenheim
2
3
1
6
Duitsland Duitsland
Fachhochschule Nordhausen Heilbronn University
Duitsland
Münich University of Applied Sciences
Finland
Haaga-Helia
Finland
Savonia university of applied sciences
2 1
3
1
2 2
Finland
Helsinki Metropolia
3
Frankrijk
ESC Bretagne Brest
3
3
2
2
Finland
Frankrijk Frankrijk
TAMK University of Applied Sciences IPAG Business School, Paris
Université des Sciences et Technologies de Lille
3 1
Frankrijk
IESEG Lille
Ierland
Waterford Institute of Technology
3
Japan
Ritsumeikan University Kyoto, Japan
1
Macedonië
School of Journalism and PR Skopje
Griekenland
Italië
Litouwen
University of Macedonia
Universita degli studi di Palermo
Vilnius Gediminas Technical University
Oostenrijk
IMC University of Applied Sciences Krems
Polen
University of Lodz
Polen
Portugal
Roemenië
University of Gdansk
Technical University of Lisbon ISEG School of
2
1 5 8
7
Pontifical University of Salamanca
1
3 1
Spanje
Universidad de León
Spanje
Universidad de Oviedo
USA
University of Wisconsin, Platteville (UWP)
2
Zweden
Jönköping University - School of Education and
1
Zweden
Linnaeus University
2
Zweden
4
1
de Lisboa (UTL)
Universidad de Huelva
Zuid-Korea
3
Universitatea Babes-Bolyai
Economics and Management Universidade Técnica
Spanje
Turkije
2
6
Nebrija University
Spanje
3
3
Spanje
Spanje
2
3
Universidad de Malaga
Dokuz Eylul University
Kyungpook National University - Daegu
Communication
University of Gothenburg
3
2
2
2
4
2
3
1
5
1 4
School
Land
Instelling
Management & Law
België
ICHEC Brussels Management School Brussel
Frankrijk
IÉSEG School of Management
Oostenrijk
Fachhochschule des bfi Wien
Duitsland
Hongarije Portugal
Economics and Management Universidade Técnica de Lisboa (UTL)
4
3
Verenigd
Cumbria University
5
Koninkrijk
Universitat Pompeu Fabra Barcelona
België
IHECS Brussel
Duitsland
Technische Universitaet Dortmund
Denemarken
Frankrijk
Marokko
Danish School of Media and Journalism
2
University of Jyväskylä, Department of
2
Communication
IUT de Tours (Université François Rabelais)
Russische
Moscow State university
Spanje
Mondragon University, Baskenland
1
Pontifical University of Salamanca
Turkije
Kadir Has University
Spanje
3
Universidad Antonio de Nebrija
4
Edinburgh Napier University
3
Verenigd
Southampton Solent University
2
Verenigd
University of Lincoln School of Journalism
1
Zuid-Afrika
CPUT ZA
2
Zweden
University of Gothenburg
2
Verenigd
Koninkrijk
Koninkrijk Koninkrijk Zweden
Verenigde Staten
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
Linnaeus University
William Paterson University (WPU) Totaal
2
1
2
4
1
1
Spanje
Inkomende studenten
1
Institute for leadership and communication studies
Federatie
Honours College
Technical University of Lisbon ISEG School of
1
Universidad de Huelva
Finland
Windesheim
Budapest College of Management
1
Spanje Spanje
Media
Fachhochschule Rosenheim
Uitgaande studenten
1
1 3 2
8 1
3
1 138
210
104
8. Bekostiging van maatwerktrajecten Windesheim kent de volgende maatwerktrajecten als bedoeld in de notitie ‘Helderheid in de bekostiging van het hoger onderwijs’: Opdrachtgever
Opleiding
Aantal studenten
Klanten Contact Academie
Management, Economie en Recht
7
ASR
Tabel 34
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
Financial Services Management
12
105
9. Uitbesteding van onderwijsactiviteiten In het kader van samenwerkingsverbanden besteedt Windesheim op beperkte schaal onderwijsactiviteiten uit.
Windesheim draagt daarbij de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en kern van het onderwijs. De inhoud van de onderwijsprogramma’s wordt volledig door Windesheim ontwikkeld, vastgesteld en op kwaliteit bewaakt.
Windesheim verzorgt Opleidingen Speciale Onderwijszorg op haar eigen locatie in Zwolle. Op grond van overeenkomsten met
de Stenden Hogeschool, Hogeschool Inholland en de Marnix Academie bieden deze hogescholen de opleidingen ook aan in de
respectievelijke lesplaatsen Leeuwarden, Oegstgeest en Utrecht. In 2011 is aan deze lesplaatsen K€ 1.776 (2010: K€ 1.783) betaald. Met de Vrije Universiteit is overeengekomen dat zij op de locatie Amsterdam de leerroutes dyslexie en rekenspecialist van
de opleiding ‘master SEN’ mogen uitvoeren. In 2011 is hiervoor K€ 103 (2010: K€ 74) betaald. Naast deze opleiding kunnen
Windesheimstudenten ook de Universitaire PABO-PA2 aan de Vrije Universiteit volgen. Voor het studiejaar 2010-2011 is hiermee bijna K€ 37 gemoeid.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
106
10. Kengetallen huisvesting Tabel 35. Gebruik van de gebouwen
Ruimte typen
FNm²*
Totaal onderwijsruimten
37.715,63
Totaal werkkamers opleidingen
FNm² per student
1,74
12.485,44
Totaal werkkamers diensten
9.510,68
Ruimten in gebruik bij externen
Nvt
Nvt
5.499,38
Overige algemene ruimten (o.a. kantines)
FNm² per medewerker
8,48
Nvt
13,28
Nvt
Nvt
0,44
1.696,16
5,04
Tabel 36. Ruimtecapaciteit gebouwen Campus en Praubstraat Zwolle, Lelystad en Almere
Gebouw
E/H *
Bouwjaar
B
E
1985
A C
D E F
G H
E E
1984
E
1992
E
1993
E E E
Lelystad
H
Koestraat
H
T
E/H
Almere
H
Parkeerterrein * *
E
S
Praubstraat X
Sportveld Greydanus Verkeersweg
1986
E
H E
FNm²
6.422,34
Bruto Vloeroppervlak m²
8.994,50
7.300,38
17.805,00
7.217,30
7.508,00
12.636,02
3.838,78
6.128,20
1989
3.254,96
1993
4.185,77
6.676,32
685,07
828,40
1993 -
1986/2000
1996
2009
E
16.300,00
4.164,50
467,12
654,45
8.890,11
10.065,26
45.113,00
506,51
904,98
141,93
640,73
1.150,04
9.597,80
9.868,24
8.222,00
11.053,86
11.054,00
18.260,78
4.994,72
0,00
14.728,43
18.982,00
8.857,00
E
Totalen
zie S
9.737,58
7.272,22
2.660,86
Terrein m²
4.629,00 70.586 m²
113.201 m² Terrein bebouwd
Terrein onbebouwd
138.612 m² 28.031 m²
110.581 m²
* Toelichting E = eigendom van Windesheim H = huur E/H = eigendom van aan Windesheim gelieerde stichting (Nieuw Grasdorp) FNm2: functionele netto m2. ** De parkeerterreinen bij de gebouwen zijn opgenomen in het terreinoppervlak van de gebouwen.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
107
11. Sociaal verslag: kwantitatieve gegevens Grafiek 5. Procentuele verhouding fte’s medewerkers OP en fte’s medewerkers OBP 70 %
56 %
60 %
57 %
44 %
50 %
56 % 44 %
43 %
OP
40 %
OBP
30 % 20 %
20 11
20 0
9
0%
20 10
10 %
Het aandeel onderwijsgevend personeel (hierna: OP) in de verhouding OP/OBP (ondersteunend en beheerspersoneel) is in 2011 ten opzichte van 2010 licht gedaald. Tot het ondersteunend en beheerspersoneel behoren ook de direct bij de begeleiding en ondersteuning van studenten betrokken medewerkers, zoals decanen, studentenpsychologen en adviseurs ten behoeve van
internationale contacten en stages. Het OBP in de ondersteunende diensten van Windesheim is gelijk gebleven bij een groeiende organisatie. Het OBP binnen de domeinen van Windesheim is gestegen, wat goed valt te verklaren vanuit de toenemende aandacht en investering in onderwijskwaliteit en –logistiek. Tabel 37. Opbouw functies OBP
Functies
Percentage
Decanen en studentpsychologen
1,5
Lectoren
2,7
Medewerkers planning, roostering en studentadministratie
4,4
Medewerkers praktijkonderwijs, studentassistenten en werkplaatsassistenten
7
Managers, directeuren en College van Bestuur
8
Medewerkers bedrijfsbureau
36,3
Overige functies
40,1
Totaal
100
Tabel 38. OP naar functiecategorie in fte Hogeschooldocent a
Hogeschooldocent b
Hogeschoolhoofddocent A Hogeschoolhoofddocent B
Totaal
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
31 december 2011
31 december 2010
31 december 2009
299
281
288
1
0
484 50
834
475
37
793
450
32 0
770
108
Grafiek 6. Verhouding functiecategorieën OP 70 %
60 % 50 %
40 %
59,0 %
37,0 %
30 %
59,8 %
58,0 %
hogeschooldocent a 35,4 %
hogeschooldocent b
35,9 %
hogeschoolhoofddocent A hogeschoolhoofddocent B
20 %
4,7 % 0,1 %
6,0 % 0,1 %
20 11
9
4,0 % 0,0 %
20 0
0%
20 10
10 %
Ten opzichte van 2010 heeft er een verschuiving plaatsgevonden bij de functiecategorie hogeschooldocent a (functieschaal 11) en bij de functiecategorie hogeschoolhoofddocent A (functieschaal 13). Het aandeel van de functiecategorie hogeschooldocent a is gedaald van 59,8% naar 58%. Het aandeel van de functiecategorie hogeschoolhoofddocent is gestegen van 4,7% naar 6%. Tabel 39. OP naar leeftijdsopbouw in fte 18 - 24 jaar
31 december 2011
31 december 2010
31 december 2009
122
108
107
0
25 - 34 jaar
35 - 44 jaar
204
55 - 64 jaar
191
Totaal
834
45 - 54 jaar 65 jaar en ouder
1
2
188
181
174
167
793
770
317
322
0
0
312 1
Het aandeel in de formatie OP van medewerkers van 55-64 jaar is ten opzichte van het jaar 2010 gestegen. In 2010 was dit aandeel
21,9% en in 2011 is dit aandeel gestegen met 1% tot 22,9%. Ook is het aandeel in de formatie OP van medewerkers van 25-34 jaar ten opzichte van het jaar 2010 gestegen.
In 2010 was dit aandeel 13,6% en in 2011 is dit aandeel gestegen met 1% tot 14,6%. In de leeftijdscategorie 45-54 jaar zien we een kleine daling in 2011 ten opzichte van 2010 van 2,6%. Tabel 40. OBP naar leeftijdsopbouw in fte 18 - 24 jaar
25 - 34 jaar
35 - 44 jaar 45 - 54 jaar
55 - 64 jaar
65 jaar en ouder
Totaal
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
31 december 2011
31 december 2010
31 december 2009
155
131
131
13
190
8
184
181
112
105
603
607
169
168
0
0
122
649
19
171 0
109
Bij het OBP is ten opzichte van 2010 in 2011 sprake van een stijging van alle leeftijdsgroepen. Met name het aandeel in de formatie van de categorie van 25-34 jaar is gestegen. In 2010 was dit aandeel 21,7%, in 2011 is dit 23,9%. Tabel 41. Leeftijdsopbouw medewerkers in aantallen, onderverdeeld in OP en OBP
31 december 2011
Leeftijdsklasse < 20 jaar
OP
OBP
-
17
-
20 tot 25 jaar
25 tot 30 jaar
4
52
30 tot 35 jaar
138
45 tot 50 jaar
177
40 tot 45 jaar
2
11
115
136
111
97
184
117
50 tot 55 jaar
230
60 tot 65 jaar
86
94
128
48
83
39
1.090
797
1
121
-
1.029
99
67
95
87
-
86
55
196
108
-
26
92
224
144
4
-
124
107 93
OBP
119
124
161
OP -
93
114
55 tot 60 jaar
31 december 2009
-
68
126
Totalen
OBP
55
133
66 jaar en ouder
OP -
73
112
35 tot 40 jaar
31 december 2010
110
195
112
92
36
86
2
740
1
998
756
Deze tabel maakt duidelijk dat het aandeel van het docerend personeel van 30 tot 35 jaar in 2011 ten opzichte van 2010 is
gestegen. In 2010 maakte deze groep 8,4% van het personeelsbestand uit en in 2011 is dit percentage gestegen met 1,9% tot
10,3%. Tevens is het aandeel van het docerend personeel van 55 tot 60 jaar in 2011 ten opzichte van de jaren daarvoor gestegen. In 2010 was voor deze groep het percentage 14,0% en in 2011 is dit percentage gestegen met 0,8% tot 14,8%. Bij het OBP is er
sprake van een toename van medewerkers van 60 tot 65 jaar, namelijk van 5,3% in 2010 naar 6,0% in 2011. Van alle medewerkers was 53,0 % in 2011 45 jaar en ouder. In 2010 was dit percentage 54,8 en 53,5 in 2009.
Tabel 42. Verdeling naar salarisschalen in aantallen, onderverdeeld in OP en OBP en daarbinnen in mannen en vrouwen
31 december 2011
J001-J005 001-004
man
OP -
vrouw
-
005-008 009-010 011-012
513
513
017-018
-
-
013-016 Totaal
40
553
man
31 december 2010
OBP
-
29
vrouw
-
9
man
OP -
vrouw
-
68
102
18
46
28
498
281
63
50
500
480
-
-
-
24
42
537
294
2
27
503
31
531
-
-
-
-
-
vrouw
32
309 108
OBP
-
84 74
man
31 december 2009
-
75
58 2
10
276
man
OP -
vrouw
-
35
-
70
-
499
454
-
-
-
459
528
-
-
43
29
man
OBP
vrouw
-
11
78
283
59
37
102
16
52
26
470
297
459
3
-
Van het OP heeft een overgrote meerderheid van 1090 medewerkers (94,1%) in 2011 een functie op het niveau van een van de
schalen 11 en 12. Bij het OBP hebben in 2011 393 medewerkers (49,3%) een functie op het niveau van de schalen 5 tot en met 8.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
110
Dit percentage is ten opzichte van het jaar 2010 licht gestegen, toen het percentage 47,4% was. Bij het OBP hebben
182 medewerkers (22,8%) een functie op het niveau van de schalen 9 en 10. Dit percentage is vrijwel gelijk aan het percentage van 2010 (23%).
Per peildatum 31 december 2011 bevindt 70% van de medewerkers zich in de salarisschalen 9 tot en met 12. Van hen is 49,3%
man en 50,7% vrouw. 22,8% van de medewerkers bevindt zich in de salarisschalen tot en met 8, waarvan 26,2% man is en 73,8% vrouw. In de salarisschalen 13 tot en met 18 bevindt zich 7,2% van de medewerkers. Van hen is 62,2% man en 37,8% vrouw.
Er is sprake van een gestage stijging van het percentage vrouwen in de functieschalen 13 tot en met 16, in het OP van 36,7% in 2010 tot 37,5% in 2011 en in het OBP van 37,8% in 2010 tot 39,1% in 2011. Grafiek 7. Verdeling functieschalen mannen en vrouwen 90 %
79 %
80 % 70 %
62 %
59 %
Percentage
60 %
man
51 %
50 %
49 %
40 %
41 %
vrouw
49 % 38 %
30 % 20 %
13 -1 8 al ha
Sc
ha
al
09 al ha Sc
Sc
-1 0
8 06 al ha
Sc
Sc
ha
al
02 -0
-0
5
0%
11 -1 2
21 %
10 %
Grafiek 8ctor OP in aantallen 60 % 50 %
0 < 0.3 fte 0.3 fte 0.9 > 0.9 fte
40 % 30 % 20 %
20 11
20 10
20 0
0%
9
10 %
Grafiek 9. Deeltijdfactor OBP in aantallen 60 % 50 %
0 < 0.3 fte 0.3 fte 0.9 > 0.9 fte
40 % 30 %
20 %
20 11
20 10
20 0
0%
9
10 %
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
111
Onder het OP heeft in 2011 een toename plaatsgevonden in het percentage medewerkers met een deeltijdaanstelling van 0,3 fte of minder, terwijl het percentage medewerkers met een aanstelling van 0,9 fte of meer is gedaald in 2010 en 2011. Onder het OP zijn relatief meer medewerkers met een aanstelling van 0,3 fte of minder dan onder het OBP. Onder het OBP is het percentage medewerkers met een deeltijdfactor van 0,3 fte of minder ongeveer gelijk gebleven van 2010 tot 2011 en is het percentage medewerkers met een aanstelling van 0,3 fte tot 0,9 fte heel licht gestegen. Tabel 43. Vaste dienstverbanden in fte OP
31 december 2011
OBP
699 512
Totaal
1.211
31 december 2010
690
31 december 2009
508
664 512
1.198
1.176
Tabel 44. Tijdelijke dienstverbanden in fte OP
31 december 2011
OBP
137
31 december 2010
135
Totaal
103
31 december 2009
95
272
106
95
198
201
Van de formatie in fte per eind 2011 (totaal 1483 fte) was 82% in vast dienstverband en 18% in tijdelijk dienstverband.
In vergelijking met 2010 is het percentage vast dienstverband gedaald van 86% in 2010 naar 82% in 2011. Het tijdelijke dienstverband is procentueel gestegen van 14% in 2010 naar 18% in 2011. Tabel 45. Onderscheid tijdelijke contracten in fte O.g.v. art. D-3 cao-hbo
31 december 2011
O.g.v. art. D-4 cao-hbo
16
31 december 2010
256
Totaal
11
31 december 2009
187
272
44
157
198
201
Tabel 46. Onderscheid tijdelijke contracten in aantallen O.g.v. art. D-3 cao-hbo O.g.v. art. D-4 cao-hbo
Totaal
31 december 2011
20
338
358
31 december 2010
13
31 december 2009
236 249
55
248
303
Er is zowel in aantallen als in fte een stijging waarneembaar bij tijdelijke contracten met uitzicht op een vast dienstverband, zoals beschreven in artikel D-3 van de cao-hbo. Ook de contracten conform artikel D4 van de cao zijn zowel in fte als in aantallen in 2011 flink gestegen. Min-max contract
Er waren tot 1 maart 2011 twee medewerkers in dienst met een min-max contract. Vanaf 1 maart 2011 zijn er geen medewerkers in dienst geweest met een min-max contract. Binnen de hogeschool wordt geen gebruik gemaakt van nulurencontracten.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
112
Tabel 47. In- en uitstroom van medewerkers in aantallen
Jaar 2011
OP in
OP uit
Jaar 2010
127
135
61
OBP in
140
Totaal in
267
OBP uit
101
66
75
97
209
140
99
84 74
79
Totaal uit
Jaar 2009
196
150
176
Als het jaar 2010 wordt gecorrigeerd voor de instroom van Windesheim Flevoland (58 OP medewerkers en 30 OBP medewerkers) valt op dat de instroom in 2011 ten opzichte van 2010 sterk is toegenomen. Tabel 48. Personeel naar man/vrouw-verhouding in aantallen en in fte
31 december 2011
Mannen
Vrouwen Totaal
Aantallen 847
1.040 1.887
31 december 2010
Fte
Aantallen
756
957
727
1.483
812
1.769
31 december 2009
Fte
Aantallen
694
929
702
1.396
825
1.754
Fte
713
664
1.377
De verhouding in aantallen tussen mannen en vrouwen is in 2011 licht verschoven van 54% vrouwen naar 55% vrouwen en in fte’s van 50% naar 51%. De gemiddelde deeltijdpercentages onder mannen en vrouwen zijn gelijk gebleven op respectievelijk 0,86 fte en 0,73 fte.
Tabel 49. Onderverdeling naar deeltijdfactor in fte voor mannen en vrouwen
31 december 2011 < 0.3 fte
0.3 - 0.9 fte >0.9 fte Totaal
man
vrouw
161
472
727
756
7
559
7
277
31 december 2010 man
vrouw
150
445
702
693
5
547
5
244
31 december 2009 man
vrouw
146
421
713
664
6
561
6
237
Het percentage mannen met een deeltijdfactor tussen 0,3 en 0,9 fte is gestegen van 21% in 2010 naar 22% in 2011. Voor vrouwen is dit percentage gedaald van 64% in 2010 naar 62% in 2011.
Het percentage mannen met een aanstelling groter dan 0,9 fte daalde van 78% naar 77% en bij vrouwen steeg dit percentage van 35% naar 37%.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
113
Tabel 50. Verhouding man/vrouw per onderwijsfunctie in aantallen
31 december 2011 Hogeschooldocent a
man
vrouw
210
151
309
Hogeschooldocent b
Hogeschoolhoofddocent A
32
Hogeschoolhoofddocent B
1
Totaal
552
31 december 2010
362
man
vrouw
208
130
299
23
24
1
-
537
531
31 december 2009
350
man
vrouw
218
122
289
17
332
21
1
16
-
498
-
528
470
Het percentage vrouwen in een hogeschoolhoofddocent A- of B-functie is van 2010 tot 2011 licht gedaald van 43% naar 42%. Het percentage vrouwen in een hogeschooldocent B-functie is van 38% in 2010 gestegen tot 42% in 2011. Het percentage vrouwen met een hogeschooldocent A-functie is ten opzichte van 2010 gelijk gebleven met 54%. Tabel 51. Verzuimgegevens Windesheim totaal 2011
Streefcijfer
Verzuimpercentage
Verzuimfrequentie
Verzuimduur
3,0
3,7%
0,9
17,8
2010
2009
3,0
3,0
3,8%
1,1
12,5
4,8
3,3%
1,1
13,3
2006
3,3
4,2%
3,5%
1,1
19,5
3,9%
2,8
2005
0,9
3,3
2008 2007
3,8%
1,1
1,1
13,2
13,5 11,5
In 2011 bedroeg het verzuimpercentage voor alle medewerkers gezamenlijk gemiddeld 3,8%. In 2010 bedroeg het verzuim-
percentage 3,7%. De verzuimfrequentie op jaarbasis was in 2011 0,9 en is gelijk aan de verzuimfrequentie in 2010 en lager dan
de verzuimfrequentie in voorgaande jaren. De gemiddelde verzuimduur in dagen kwam uit op 19,5 dagen en is daarmee voor het tweede opeenvolgende jaar gestegen. Dit is naar verwachting mede het effect van de lagere verzuimfrequentie, waardoor kort verzuim van één of enkele dagen minder vaak voorkomt. De duur van het gemiddelde verzuimgeval stijgt daarmee. Tevens zijn in 2011 veel medewerkers die langer hebben verzuimd hersteld gemeld, ook dit heeft een verhogend effect op de gemiddelde verzuimduur. Deze cijfers betreffen het verzuim exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
114
Tabel 52. Verzuimgegevens per leeftijdscategorie
20 tot 25 jaar
Verzuimpercentage 2011
1,6
25 tot 30 jaar
3,2
35 tot 40 jaar
3,5
45 tot 50 jaar
3,3
30 tot 35 jaar 40 tot 45 jaar 50 tot 55 jaar
3,8
2,9
4,2
66 jaar en
4,8
ouder
1,7
3,0
3,1
60 tot 65 jaar
-
3,7
3,1
55 tot 60 jaar
Verzuimpercentage 2010
4,3
Verzuimfrequentie 2011
0,8
Verzuimfrequentie 2010
Verzuimduur 2011 -
1,0
7,6
1,1
1,2
12,3
1,0
16,3
1,3
1,0
1,0
13,4
33,0
20,3
0,7
50,4
46,6
0,8
0,8
-
0,5
-
0,7
9,3
0,7
4,1
5,5
7,3
12,6
0,9
0,7
7,0
-
18,9
4,0
3,8
7,4
1,0 1,2
Verzuimduur 2010
22,6 37,5
15,4
31,5 -
Gangbaar is dat met het stijgen van de leeftijd de verzuimduur toeneemt en de frequentie afneemt. Dit is in bovenstaande tabel in grote lijnen ook terug te zien. Opvallend is het relatief hoge verzuimpercentage binnen de leeftijdsgroepen in het bereik van 30 tot 45 jaar.
Tabel 53 Deelnemersaantallen Open aanbod en maatwerktrajecten bij Corporate Academy 2011
2010
Open aanbod
Maatwerktrajecten
611
334
440
2009
448
2007
497
2008 2006
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
482 203
503
349
396
-
123
115
12. Nevenfuncties leden College van Bestuur Prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen (1951), voorzitter
Nevenfuncties: voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Nieuw Unicum, voorzitter van de Raad van Toezicht van de Hogeschool IPABO.
Bestuurlijke activiteiten buiten Windesheim: lid van de werkgroep cao, lid van de strategische werkgroep onderzoek, lid van de begeleidingsgroep Inspectie van het Bestuur van de HBO-Raad; lid van de werkgroep NL-CRIS [Current Research Information System] van de Surf Foundation; lid van de Programmaraad Kennispoort Zwolle.
Maatschappelijke functies/lidmaatschappen: lid Nederlandse Vereniging voor Managers [Nive]; lid van de Zwolse Kring van
Ondernemers; lid van de Maatschappij, ondernemend netwerk sinds 1777; lid van het Nederlandse genootschap voor Internationale Zaken; lid van het provinciaal Utrechts Genootschap voor Kunst en Wetenschappen; lid van het Genootschap ter bevordering van de natuur, genees- en heelkunde [Amsterdam], sectie Natuurwetenschappen; lid van de Nederlandse Vereniging voor Parasitologie.
Drs. J.W. Meinsma (1960)
Nevenfuncties: lid van de Economic Development Board Almere, lid van de Raad van Toezicht van de Hogeschool IPABO. Bestuurlijke activiteiten buiten Windesheim: lid van de bestuurlijke werkgroep van het hbo voor HR, in 2011 participatie in het bestuurlijke overleg inzake Leven Lang Leren.
Maatschappelijke functies/lidmaatschappen: lid Nederlandse Vereniging voor Managers [Nive]; lid van de Zwolse Kring van Ondernemers; lid van VNO/NCW; lid van de PKN; ambassadeur van Happetaria en IJsselheem; lid van het bestuur van de VU-Vereniging.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
116
13. Hoofd- en nevenfuncties leden Raad van Toezicht L. Bikker (1963), voorzitter
Ondernemer, oprichter bransoncompany bv, werkplaats voor vernieuwing, verbeelding en versnelling te Rotterdam.
Nevenfuncties: voorzitter Economic Development Board Rotterdam, voorzitter Scapino Ballet Rotterdam, lid bestuur stichting CHIO Rotterdam.
M.A.C. Kasper-de Kroon MM&I (1963) Directeur Zorginkoop Care Achmea
Nevenfuncties: Lid van de Raad van Toezicht Zorggroep Oude en Nieuwe Land, Jurylid Innovatieplatform in de zorg. Mr. G.J. van Munster (1963)
Directeur en oprichter VMCI Group BV
Nevenfuncties: voorzitter wijkkerkenraad en lid moderamen algemene kerkenraad Hervormde Gemeente (PKN) Rijssen, lid van de adviesraad van EuroDev.
Prof. dr. ir. A. Bruggink (1963)
Lid raad van bestuur Rabobank Nederland, Chief Financial Offer
Nevenfuncties: lid raad van commissarissen Robeco, lid raad van commissarissen FMO, lid raad van commissarissen ROVA, voorzitter bestuur Rabobank Pensioenfonds, hoogleraar Universiteit Twente.
Jaarverslag 2011 - Kwaliteit is prioriteit
117