Relatiemagazine voor overheid en bedrijfsleven
Kust bij Ter Heijde is zwakke schakel 20 Ewald van Vliet: “Er dreigt bestuurlijke drukte voor de Westlandse kust”
Pilot Eerwraak van start 17 Minister Verdonk start politie-pilot ‘eergerelateerde’ misdrijven
Veiligheid in Openbaar Vervoer 12 Stadsgewest besteedt tien miljoen euro aan sociale veiligheid in tram en bus
Veiligheidsregio’s 6 worden kloppend hart van de rampen- en crisisbeheersing
DECEMBER 2004 Stadsgewest Haaglanden, Hulpverleningsregio Haaglanden en Politie Haaglanden
5
Colofon
Alle ingrediënten voor slagvaardig communiceren Ieder communicatievraagstuk vereist een eigen aanpak. Gaat het de ene keer om het ontwikkelen van een strategisch communicatieplan, een volgende keer is een brochure het doeltreffende middel. Als full service communicatieadviesbureau biedt Actorion alle ingrediënten voor een oplossing op maat.
INTERACTIEVE INTERACTIEVE MEDIA MEDIA REGIOMARKETING REGIOMARKETING
STRATEGISCH STRATEGISCH ONDERZOEK ONDERZOEK COMMUNICATIECONCEPTEN COMMUNICATIECONCEPTEN INTERIMMANAGEMENT INTERIMMANAGEMENT
Slagvaardig en daadkrachtig, dat zijn de kernwoorden in de activiteiten van Actorion. Een team van deskundige en ervaren adviseurs staat hier garant voor. Met specialisten op het gebied van overheid, onderwijs, non-profitorganisaties en bedrijfsleven. We koppelen een heldere visie op communicatie aan concrete oplossingen op maat. En zorgen voor de organisatie en uitvoering van deze oplossingen. We komen met creatieve en vernieuwende concepten, die aansluiten bij actuele ontwikkelingen in
Focus Haaglanden is een gezamenlijke kwartaaluitgave van Hulpverleningsregio Haaglanden, Politie Haaglanden en stadsgewest Haaglanden en komt tot stand dankzij een groot aantal partners uit de overheid en het bedrijfsleven in de regio Haaglanden. Redactieadres p/a Actorion Communicatie Adviseurs Rozendaalselaan 14 6881 LC Velp tel.: 026 - 443 82 87 fax: 026 - 389 25 48 e-mail:
[email protected]
H.W.M. Schoof
6
PRODUCTIEREGIE PRODUCTIEREGIE STRATEGISCH STRATEGISCH ADVIES ADVIES
de markt. Nieuwe internettoepassingen bijvoorbeeld, initiatieven op het gebied van interactieve beleidsontwikkeling of visie- en missietrajecten. Zo zetten we onze verschillende specialismen niet alleen afzonderlijk in, maar versterken ze elkaar ook. En daar vaart u wel bij. Want communicatie is geen doel op zich, maar een effectief middel om úw doelstellingen te bereiken. Benieuwd naar de juiste ingrediënten voor uw communicatieoplossing? Bel voor een afspraak: 026-4438287.
Teksten Hulpverleningsregio Haaglanden Politie Haaglanden Stadsgewest Haaglanden Actorion Communicatie Adviseurs
Fotografie Creative Collection, Hulpverleningsregio Haaglanden, Judith Jongejan, Luuk van der Lee, Jos van Leeuwen, Martien de Man, Politie Haaglanden, Siemens, stadsgewest Haaglanden, Govert Verberg, Erik van ‘t Woud
Rita Verdonk
Vormgeving Actorion Communicatie Adviseurs, Velp
12
e-mail
[email protected] www.actorion.nl
6
Column ‘Focus op veilig ondernemen’
8
Burgemeester in beeld
9 10
Commerciële exploitatie Bertil van der Molen, tel. 026 - 443 82 87
14
Eén gezamenlijk meldsysteem van start
16
Meer zicht op eerwraak hard nodig
17
Het JIV speurt naar verboden klappers
18
3
22
Column ‘Bedreiging van buiten of van binnen?’ 23 Nieuwe impuls verkeerslessen op basisschool
24
Nieuwe aanpak bestrijding milieucriminaliteit 26
17
Aangifte is startmotor voor meer veiligheid
27
Klapstuk: breuk met de oefentraditie
28
Een onderwijsbedrijf met makelaarsfunctie
30
Mobiliteitsplan betere regionale bereikbaarheid 32
20
Ewald van Vliet
Copyright en verantwoordelijkheid Het auteursrecht op de in dit tijdschrift verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden. De verantwoordelijkheid voor een artikel ligt bij de betreffende organisatie.
Milo Bakker
‘Kort’
Externe veiligheid op regionale agenda
30
Op de voorpagina: Ewald van Vliet, wethouder gemeente Westland Fotografie: Judith Jongejan
telefoon (026) 443 82 87 telefax (026) 389 25 48
De veiligheidsregio’s
Kustwering voldoet niet aan veiligheidsnormen 20
Oplage 4.500 exemplaren
Uitgave December 2004
Rozendaalselaan 14, 6881 LC Velp
5
Jan Laterveer
Druk DeltaHage grafische dienstverlening
Het volgende nummer van Focus verschijnt in maart 2005
Voorwoord
Aanpak van huisjesmelkers blijkt lastige zaak
Concept en uitgave Actorion Communicatie Adviseurs, Velp
DETACHERING DETACHERING
pag.
Bijna tien miljoen voor sociale veiligheid in OV 12
DECEMBER
PROJECTMANAGEMENT PROJECTMANAGEMENT
In dit nummer
46
Ton van de Water
Column ‘Rampenbestrijding’
33
Koolmonoxide is kleurloos en reukloos
34
Wijkagent is een bewuste keuze
35
Meer werk aan de winkel door globalisering
37
Vesteda heeft oog voor sociale veiligheid
38
Focus Haaglanden komt tot stand dankzij: Actorion Communicatie Adviseurs, Velp BMC, Den Haag DeltaHage grafische dienstverlening, Den Haag Esloo Onderwijsgroep, Den Haag Grontmij Advies & Techniek B.V., Waddinxveen HTM, Den Haag Kamer van Koophandel Haaglanden, Den Haag MKB Adviseurs, Delft Tredin, Lelystad Vesteda, Den Haag Wilkens C.S., Leiderdorp
DECEMBER 2004
5
FOCUS HAAGLANDEN
De regio is de juiste maat voor veiligheid Focus Haaglanden bestaat een jaar. Daarmee heeft het blad zijn ‘proefperiode’ achter de rug. Een felicitatie aan de initiatiefnemers is daarom op zijn plaats! Veiligheid is de rode draad door deze editie. Preventie, samenwerking en regionale organisatie zijn drie cruciale factoren voor een effectief veiligheidsbeleid. Het belang van preventie behoeft nauwelijks uitleg: het is beter energie te steken in het voorkomen dan in het blussen van branden. De kans op succes bij preventie stijgt bijna evenredig met het aantal partijen dat daarbij samenwerkt. Veiligheid is al lang niet meer het exclusieve domein van politie, hulpverleningsregio en brandweer (in bestuurdersjargon ook wel bekend als de kolommen rood, wit en blauw). Preventie heeft bijvoorbeeld ook een sociaal-economisch aspect. De moord op Theo van Gogh heeft opnieuw duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is om te voorkomen dat jongeren vervallen in extremistische ideeën. Meer algemeen gesteld: je moet niet vreemd opkijken wanneer jongeren zonder toekomstperspectief ontsporen. Het is essentieel dat jongeren het gevoel krijgen erkend en gewaardeerd te worden. Omdat waardering in de eerste plaats van de nabije omgeving moet komen, is het logisch succesvolle projecten zoals het coachen van jongeren door oud-leerlingen juist op lokale en regionale schaal te organiseren.
4
Vertalingen Wilkens c.s. vertaalt en vertolkt, sinds 1987, veel werk in opdracht van diverse overheden – waaronder de EU – en het bedrijfsleven. En of het nu gaat om een wetenschappelijk rapport, een speech van een van onze ministers of een wettekst: van groot belang blijft altijd: ‘verstaat gij wat gij leest’. Als geen ander weten wij dat louter kennis onvoldoende is. Een consistente, creatieve en terminologisch doordachte aanpak is minstens even belangrijk!
5
Samenwerking is een andere succesfactor voor een effectief veiligheidsbeleid. Zo valt in deze editie te lezen dat het stadsgewest Haaglanden als opdrachtgever van het regionale openbaar vervoer in 2005 bijna tien miljoen euro uitgeeft aan sociale veiligheidsmaatregelen. Het werkt daarbij samen met HTM, Connexxion, NS, politie en anderen.
waaruit het karakter sterk spreekt • Vertalingen van en naar vrijwel elke taal • Beëdigde vertalingen • Revisie van door de cliënt zelf geproduceerde teksten • Schriftelijke of mondelinge samenvatting van teksten • Tolken (consecutief en simultaan) • Versiebeheer
In Haaglanden is veiligheid in hoge mate regionaal georganiseerd. Namen als Politie Haaglanden en veiligheidsregio Haaglanden spreken wat dat betreft boekdelen. Ook de brandweerkorpsen werken op regionaal niveau nauw samen. Dat regionale karakter is meer dan een organisatorisch sausje. Laat ik het politiewerk als voorbeeld nemen: deze organisatie moet gevoel hebben voor en weten wat er in de omgeving speelt om effectief te kunnen werken. Het is bijvoorbeeld vaak een wijkagent die als eerste overlast en verloedering in zijn wijk ziet ontstaan. Zo wordt het mogelijk om al in een vroeg stadium erger te voorkomen en als het nodig is om succesvol in te grijpen. Juist om dergelijke redenen zien lokale en regionale bestuurders weinig brood in centralisatie van de politie, een idee dat bij tijd en wijle opduikt in ‘politiek’ Den Haag. De regio is de juiste maat voor veiligheid.
• Detachering van vertalers • Drukproef lezen
Drs. W.J. Deetman, voorzitter stadsgewest Haaglanden voorzitter Hulpverleningsregio Haaglanden korpsbeheerder Politie Haaglanden
T F E
Postbus 302 2350 AH Leiderdorp 071 581 12 11 071 589 11 49
[email protected] www.wilkens.nl
DECEMBER 2004
5
Veiligheidsregio wordt kloppend hart voor rampen- en crisisbeheersing
Het kabinet vraagt om een slagvaardige samenwerking in de regio Meer slagkracht, betere samenwerking, minder vrijblijvendheden en een professionelere brandweer. Dat is het credo uit het kabinetsstandpunt over de veiligheidsregio’s. Medio 2006 moeten de fundamenten van de 25 veiligheidsregio’s er liggen. Zij worden het kloppende hart van waaruit de rampen- en crisisbeheersing geregeld wordt. De vorming van veiligheidsregio’s is geen doel op zich. Het is een middel om bestuurlijk en operationeel voldoende adequaat in te kunnen spelen op de veiligheidsrisico’s en snel te kunnen reageren bij ongevallen, rampen, crisis en
6
terreur die zich in onze samenleving kunnen voordoen. Ambities kosten geld. De minister van BZK wil daarom de regio’s onder voorwaarden
7
stimuleringsbijdragen geven. Minister Remkes maakt eind dit jaar bekend onder welke voorwaarden hij bereid is de regio’s te ondersteunen met een financiële bijdrage. Tekst: Projectorganisatie veiligheidsregio’s ministerie van BZK en HRH Fotografie: Judith Jongejan
E
lke burger in Nederland heeft in gelijke mate recht op veiligheidsbescherming. Natuurlijk maakt het nogal verschil of iemand op het Drentse platteland woont of in een dichtbevolkt deel van Nederland, zoals de regio Haaglanden. De burger moet er echter vanuit kunnen gaan dat de overheid overal in Nederland er alles aan zal doen om risico’s op rampen en crisis te voorkomen (pro-actie en preventie). Mocht zich toch een ramp of crisis voordoen, dan moet de burger erop kunnen vertrouwen dat er een goed voorbereide rampen- en crisisbestrijdingsorganisatie is, die direct en adequaat kan handelen om het leed en de schade zoveel mogelijk te beperken (preparatie en repressie). Een veilige samenleving is een zorg voor ons allemaal. De overheid heeft er een belangrijke rol in, maar kan het niet alleen. De laatste jaren is er door alle betrokken partijen hard gewerkt om de organisatie van rampen- en crisisbeheersing in Nederland op een zo hoog en professioneel mogelijk niveau te krijgen. Behalve meer geld is er ook veel tijd en energie gestopt in nieuwe wet- en regelgeving, betere uitvoering van bestaande wetgeving, producten en samenwerkingsverbanden die bijdragen aan een veiliger Nederland. Denk aan de risicokaarten, gebruiksvergunningen, leidraden Maatramp en Operationele Prestaties, wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding, veiligheidsbewustzijn, Slagen voor Veiligheid, het beleidsplan crisisbeheersing, de campagne ‘Nederland Veilig’ en
de oprichting van de Veiligheidskoepel. Veel van deze producten vragen om een gezamenlijk optrekken van de verschillende overheden. De risicokaart bijvoorbeeld, is tot stand gekomen door bijdragen van gemeenten, provincies, brandweer, GHOR en milieudiensten. Meer samenwerking Toch is er nog sprake van onvoldoende slagvaardige samenwerking van besturen en hulpverleningsorganisaties. Ook zijn er grote verschillen op het gebied van kwaliteit en kwantiteit tussen de verschillende gemeentelijke en regionale brandweerkorpsen. Dit betekent dat burgers in verschillende delen in Nederland een uiteenlopend hulpverleningsniveau wordt geboden. Het kabinetsstandpunt over de veiligheidsregio’s heeft tot doel daar verandering in te brengen. Verantwoordelijk voor de uitvoering van het kabinetsbeleid op dit thema is de Stuurgroep Veiligheidsregio’s. Deze Stuurgroep wordt voorgezeten door de Directeur-Generaal Veiligheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken,
de heer Schoof. Inspectierapporten tonen aan dat de gemeentelijke organisaties vaak niet aan de steeds hogere eisen kunnen voldoen. Met het kabinetsstandpunt wil het kabinet de gemeenten stimuleren om de brandweer-, GHOR(Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) en RGF-taken (Regionaal Geneeskundig Functionaris) in regionaal verband uit te voeren om zo het vereiste kwaliteitsniveau te halen. Verder is het belangrijk dat besturen meer slagkracht en doorzettingsmacht krijgen. Dit betekent dat de regio een Regionaal Veiligheidsbestuur moet krijgen waarin met meerderheid van stemmen beslissingen worden genomen. Burgers en bedrijven moeten kunnen rekenen op adequate hulpverlening, of dat nu in Drenthe is of in Zuid-Holland. Regionaal Veiligheidsbestuur Meer slagkracht, betere samenwerking, minder vrijblijvendheden en een professionelere brandweer. Dat is het credo uit het kabinetsstandpunt over de veiligheidsregio’s. Medio 2006 moeten de fun-
De heer H.W.M. Schoof is als Directeur Generaal Veiligheid bij het ministerie van BZK verantwoordelijk voor het uitvoeren van het kabinetsstandpunt over de veiligheidsregio’s
damenten van de 25 veiligheidsregio’s er liggen. De veiligheidsregio wordt het kloppende hart van waaruit de rampenen crisisbeheersing geregeld wordt. De regio wordt aangestuurd door het Regionale Veiligheidsbestuur. Hierin zitten de bestuurders van de brandweer en geneeskundige organisaties samen met het bestuur van politie. Korte lijnen, directe afstemming, meer samenwerking,
Negen uitgangspunten Het kabinet heeft negen uitgangspunten genoemd die aan de orde moeten komen bij de vorming van veiligheidsregio’s. Het zijn: • verdere regionalisering van het beheer van de brandweer; • integratie van de besturen van de regionale brandweer en GHOR; • regionalisering van de beheersaspecten van de rampenbestrijding; • verplichte bestuurlijke samenwerking van regionale brandweer en GHOR met politie; • doorzettingsmacht van het Regionaal Veiligheidsbestuur: • het versterken van de bevoegdheden van de regionaal commandant brandweer; • pro actie en preventie (adviesrol van de regio); • de versterking van GHOR; • de financieringssystematiek.
meer daadkracht, betere inzet van mensen en middelen, heldere bevoegdheden en minder bureaucratie. Dat zijn voorwaarden waardoor de prestaties op het terrein van de rampenbestrijding en crisisbeheersing kunnen verbeteren. De burger krijgt zo betere en snellere professionele hulp en wordt beter beschermd tegen mogelijke bedreigingen. Kabinetsstandpunt De uitgangspunten van het kabinetsstandpunt over de veiligheidsregio’s worden breed gedragen door onder meer de Tweede Kamer, de koepels van de betrokken hulpverleningsorganisaties, de VNG en de Veiligheidskoepel (samenwerkingsverband van VNG, de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding, RGF en GHOR). Gezamenlijk wordt gezocht naar de juiste manier om aan de veiligheidsregio’s zo goed mogelijk invulling te geven. De vorming van veiligheidsregio’s is geen doel op zich. Het is een middel om bestuurlijk en operationeel voldoende adequaat in te kunnen spelen op de veiligheidsrisico’s en snel te kunnen reageren ingeval van ongevallen, rampen, crisis en terreur die zich in onze samenleving kunnen voordoen. Bij de uitwerking van het kabinetsstandpunt worden waar nodig die punten uit het Beleidsplan Crisisbeheersing meegenomen die daar onlosmakelijk mee zijn verbonden.
Basisniveaus De vorming van de veiligheidsregio’s moet medio 2006 zijn bereikt. Minimaal voldoen ze dan aan de negen uitgangspunten die in het kabinet zijn afgesproken en die in de komende maanden door alle partijen gezamenlijk worden uitgewerkt naar basisniveaus. Met een basisniveau wordt een minimaal organisatieniveau bedoeld. Zo voldoen de toekomstige veiligheidsregio’s qua organisatie minimaal aan een bepaald kwaliteitsniveau. Het staat regio’s uiteraard vrij om een hoger ambitieniveau te hebben en te realiseren. De basisniveaus zijn op dit moment nog niet door minister Remkes van BZK vastgesteld omdat hij zich hierover eerst door de betrokken partners goed wil laten informeren. Na de uitwerking van de basisniveaus is bijvoorbeeld precies duidelijk welke brandweermensen in regionale dienst zouden moeten komen en hoe de doorzettingsmacht van het Regionaal Veiligheidsbestuur vorm moet krijgen. Gezamenlijk advies Bij de uitvoering van het kabinetsstandpunt over de veiligheidsregio’s zijn alle relevante partners betrokken, zowel van bestuurlijke zijde als van operationele zijde. Deze partijen hebben hun eigen voorbereidingstrajecten. Daarin werken zij onder andere aan voorstellen voor de verschillende basisniveaus. Het is de Lees verder op pagina 8
DECEMBER 2004
5
8
Carrièremogelijkheden De vorming van veiligheidsregio’s biedt de brandweer kansen voor verdere professionalisering. Voor de vrijwilligers, of beter gezegd de parttime professionals, zal er vermoedelijk weinig veranderen. Zowel qua opleiding, oefenavonden en (lokale) inzet bij branden en calamiteiten verandert er, zoals het er nu uitziet, niets. Voor de beroepsbrandweermensen kan er wel het een en ander veranderen. Het kabinet heeft uitgesproken dat zij graag een beter regionaal beheer van de brandweer ziet. Dat betekent dat in principe alle beroepsfunctionarissen in dienst komen van de regio. Dat geeft meer mogelijkheden voor specialisatie, professionalisering, opleiding, carrière en personeelszorg. Regionaal beheer houdt ook betere samenwerking op het gebied van preparatie, opleiding en oefening in. Gelijkwaardige prestaties binnen het regionale verzorgingsgebied zijn hierbij het uitgangspunt. Multidisciplinair team Bestuurlijk verandert er door de veiligheidsregio’s wel degelijk wat. Het kabinet wil dat medio 2006 alle regionale brandweer- en GHOR-besturen zijn geïntegreerd. In de meeste regio’s is dit overigens al het geval. Binnen het Regionale Veiligheidsbestuur moet er echt sprake zijn van een bestuurlijk multidisciplinair team dat in grote gezamenlijkheid besluit wat het beste is voor de regio’s. Op het gebied van verdeling van geld en middelen, denk aan schaars gespecialiseerd personeel en bijzondere brandweervoertuigen, is met de voorgestelde schaalvergroting veel doelmatigheidswinst te behalen. Meer slagkracht Met de veiligheidsregio krijgt iedereen in Nederland, maar zeker de bestuurders, managers en medewerkers van hulpverleningsorganisaties in meer of mindere mate de komende jaren van doen. Meer slagkracht, betere samenwerking, minder vrijblijvendheden en een professionelere brandweer. Dat is waar we de komende periode met zijn allen samen aan gaan werken in het belang van de veiligheid voor burgers en bedrijven in Nederland. ■
Focus Haaglanden brengt in elke uitgave een
Focus op veilig ondernemen
‘Burgemeester in beeld’. In deze rubriek maakt u nader kennis met de eerste burger van een gemeente in
In de top 10 van problemen van ondernemers staat criminaliteit hoog geplaatst. Het gaat daarbij om winkeldiefstal, inbraak en – gelukkig minder voorkomend – ramkraak, overvallen en bedreigingen.
Haaglanden. In deze uitgave is het de beurt aan Bas Verkerk (46), sinds juli 2004 burgemeester van Delft.
Ter beteugeling van een en ander is op landelijk niveau het Platform Criminaliteitsbeheersing opgezet. Hierin beraden werkgevers, nagenoeg alle brancheorganisaties, de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Politie zich over maatregelen. Zo hebben partijen afgesproken hoe zij zich gezamenlijk te weer kunnen stellen tegen inbraken bij juweliers en voertuigcriminaliteit. Ook worden maatregelen genomen op het gebied van cameratoezicht, de aanpak van veelplegers, het doen van aangifte en keurmerken. Als je het rijksbeleid volgt, zie je een grotere inzet van de politie. Over het algemeen is de aanpak van criminaliteit harder geworden, de samenleving een stuk minder tolerant. Goede tendensen Veel van het werk, zo niet het meeste, wordt gedaan in de regio. Binnen Haaglanden lopen we voorop op tal van terreinen. Drie jaar geleden is hier op initiatief van Politie en Kamer van Koophandel Haaglanden het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC) opgezet. Alle werkgeversorganisaties, branches, Politie en Justitie werken hierin samen. De Kamer van Koophandel en de politie hebben mensen vrijgesteld voor het projectbureau van dit platform. Je kunt immers samen wel iets willen, maar zonder menskracht gebeurt er niks. Met veel succes stimuleren we het behalen van Keurmerken Veilig Ondernemen in winkelgebieden en op bedrijfsterreinen. Met tien uitgereikte keurmerken en tien keurmerken in voorbereiding is Haaglanden koploper in Nederland. Op initiatief van ondernemers in de Grote Marktstraat en Justitie worden veelplegers aangepakt; eveneens een vooruitstrevend project. Verder proberen we het proces van aangifte te vergemakkelijken en ontwikkelen we in samenwerking met Horeca Nederland de Kwaliteitsmeters Veilig Uitgaan. Voorwaarden voor succes Wat zijn de voorwaarden voor dit succes? Doorslaggevend is de directe betrokkenheid van gemeenten op een zo hoog mogelijk niveau. Ik zie de gemeente het liefst als de trekker van de werkgroepen. De gemeente kan immers afspraken maken voor politie en brandweer. Maar ook een goede organisatiegraad van ondernemers is noodzakelijk. Dan zijn collectieve afspraken mogelijk. Wordt aan deze twee voorwaarden voldaan, dan kan er weinig misgaan. Lichtend voorbeeld is de gemeente Rijswijk. Een enthousiaste en actieve inzet van burgemeester Van der Wel en haar medewerkers heeft als resultaat dat binnenkort geheel Rijswijk is afgedekt met keurmerken. De cijfers tonen aan dat de veiligheid aantoonbaar is toegenomen. Ondernemers ervaren dit als een positieve tendens. Of neem de gehele Haagse binnenstad, die een keurmerk heeft behaald dankzij de wel zeer nadrukkelijke wens van burgemeester Deetman. Ook in andere gemeenten loopt het goed. Uitzondering vormt helaas Delft, waar nog geen veiligheidsproject is gestart. En alhoewel er in het Westland reeds twee keurmerken zijn verleend, stagneert de voortgang van nieuwe projecten op dit moment. Gezien de reorganisatie na de fusie van de Westlandse gemeenten wel begrijpelijk, maar naar ik hoop duurt dit niet lang.
COLUMN
Vervolg van pagina 7 bedoeling dat rond de jaarwisseling een gezamenlijk advies over deze basisniveaus gereed is, zodat minister Remkes dit na overleg met de Veiligheidskoepel begin volgend jaar kan vaststellen. Ambities kosten geld. De minister van BZK wil daarom de regio’s onder voorwaarden stimuleringsbijdragen geven. Minister Remkes maakt eind dit jaar bekend onder welke voorwaarden hij bereid is de regio’s te ondersteunen met een financiële bijdrage.
Politie en ondernemers hebben vooroordelen over elkaar. Maar wanneer zij eenmaal om de tafel zitten, zijn deze al snel uit de wereld. Er ontstaat een klimaat van begrip voor elkaars drijfveren. Het RPC zal niet rusten voordat heel Haaglanden is bedekt met keurmerken!
Gert Zandsteeg, algemeen directeur KvK en voorzitter RPC Haaglanden
Hij is sinds november 2004 portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening, Vinex en Vinac van het stadsgewest Haaglanden, vanaf 2001 Voorzitter van het College van Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en sinds 1996
9
Commissaris van N.V. ENECO Holding.
Bas Verkerk De burgemeester op zijn favoriete plek, het Delfzichtplein bij de Schiehaven, met op de achtergrond de oude stad van Delft
Wat is uw favoriete plek in Delft? De Schoolstraat vind ik een mooie plek in de historische binnenstad van Delft. Dat is het voetgangerssteegje achter het Prinsenhof, met een paar winkeltjes er in. Het straatje geeft een geborgen gevoel en heeft toch een stedelijke uitstraling. En de tuinen van het Prinsenhof vind ik erg mooi. Wat wilde u als kind worden? Ik wilde vroeger, zoals zoveel jongetjes als ze klein zijn, vrachtwagenchauffeur worden. Het is uiteindelijk iets totaal anders geworden, waar ik overigens ook heel tevreden mee ben. Welke eerdere functies heeft u gehad? Voordat ik burgemeester van Delft werd, was ik wethouder van onder andere Economische Zaken in Den Haag. En weer daarvoor was ik Chefjurist bij de Raad van State. Daarnaast heb ik vele nevenfuncties vervuld en vervul die voor een deel nog steeds. Welke hoogtepunten verwacht u als burgemeester van Delft? Ik vind de hele ontwikkeling van Technopolis-gebied tot high-tech kennispark een bijzondere ontwikkeling. Het moet wat mij betreft een hoogtepunt worden. De combinatie van de TU Delft, de vele Delftse kennisinstituten en de nieuwe bedrijven en instituten die daar gaan komen (en dat allemaal in de nabijheid van elkaar), is een hele bijzondere. Daarnaast hoop ik als portefeuillehouder
gemeentelijke huisvesting dat ik een keer het nieuwe stadskantoor kan openen. Op dit moment is de gemeente Delft nog overal in de stad op verschillende locaties gehuisvest. Dat werkt niet altijd even handig. Als laatste hoogtepunt hoop ik binnenkort de 100.000ste inwoner van Delft te mogen verwelkomen. Wat maakt Delft aantrekkelijk? De unieke combinatie van een grote stad waar het gaat om inhoud, met het bescheiden formaat. Dat maakt Delft erg toegankelijk. Verder is Delft één brok historie met een goed bewaarde binnenstad die uitblinkt in schoonheid. Daarnaast kent Delft ook weer andere gezichten: er zijn veel grote bedrijven en er staat ook weer een aantal interessante nieuwbouwprojecten op stapel. Welke actuele zaken spelen in uw gemeente? Natuurlijk de aanleg van de spoortunnel, die er gewoon moet komen wat mij betreft. Verder de fusie van de brandweerkorpsen van Delft en Rijswijk en het integraal veiligheidsbeleid. Dat laatste thema staat altijd hoog op de maatschappelijke agenda en is daarom boeiend en altijd actueel. Welke rol speelt het thema ‘veiligheid’ in uw werk? Het onderwerp veiligheid zit in mijn portefeuille. Zoals eerder gezegd: het is een thema waar iedereen mee te maken heeft. Veiligheid is een soort basisbehoef-
te van iedere burger. Het is dus ontzettend belangrijk om je daar als burgemeester voor in te spannen, samen met de politie en de mensen in de stad. Wat vindt u van de dualisering? Ik vind dat een goede ontwikkeling met het oog op slagvaardigheid en herkenbaarheid van de bestuurslagen. Ik merk wel dat zowel het college als de gemeenteraad nog moeten wennen aan hun rol. Maar het gaat steeds beter. Wat doet u in uw vrije tijd? Als je burgemeester bent, blijft er niet zo heel veel vrije tijd over. Je bent veel ’s avonds weg en ook de weekenden sneuvelen nog wel eens voor een deel. Het beetje vrije tijd dat ik heb, breng ik door met mijn gezin. Wat wilt u graag bereiken? Ik wil graag dat Delft een leuke, veilige stad is waar iedereen het naar zijn zin heeft. Dat de stad economisch versterkt wordt en haar mogelijkheden optimaal benut om werkgelegenheid voor haar inwoners te blijven creëren. Daar hebben we die mooie historische binnenstad ook voor nodig, want daar komen jaarlijks een miljoen toeristen op af en dat levert ook weer werk op. We moeten nu en in de toekomst zuinig om blijven gaan met ons erfgoed. Delft heeft alles in zich om dit doel, die leuke en veilige stad, te bereiken. ■ Tekst: stadsgewest Haaglanden Fotografie: Martien de Man
DECEMBER 2004
5
De aanpak van huisjesmelkers in Den Haag blijkt een lastige zaak
Politie en justitie leggen prioriteit bij uitbuitingscircuit rond illegalen Parlevliet. “Maar ook de randgemeenten waar de illegalen werken zouden actief bij het AMFI-project betrokken moeten zijn: meepraten en denken over oplossingen. Want zolang er werkaanbod is, blijven illegalen komen.”
Met het veroordelen van drugsdealers houd je de drugs nog niet van de straat. Evenzo vermindert het aantal huisjesmelkers niet door hen strafrechtelijk te vervolgen. Meer strafzaken lossen het probleem niet op. Wat dan wel? Drie partijen – de gemeente Den Haag, Politie Haaglanden en het Openbaar Ministerie in Den Haag – die in het project Aanpak Malafide Infrastructuur (AMFI) samenwerken, laten zich uit over de aanpak van huisjesmelkers in Den Haag.
10
Tekst: Shirley Copijn, Politie Haaglanden Fotografie: Jos van Leeuwen
M
edio 2001 ontving de gemeente Den Haag talrijke klachten over overlast door illegale kamerverhuur aan vooral Bulgaren in de Schilderswijk. Er volgde een grondig onderzoek naar deze malafide praktijken en de gemeentelijke nota ‘Uitbuiting van illegalen’ verscheen. Daarin werd voor het eerst melding gemaakt van illegalen als slachtoffer. Na het driehoeksoverleg – tussen gemeente Den Haag, het Openbaar Ministerie (OM) en de politie – besloot de gemeente tot een nauwgezette aanpak van het uitbuitingscircuit rond illegalen. In september 2002 startten grootschalige acties, waarbij de Immigratie en Naturalisatie Dienst hielp de illegalen uit te zetten naar het land van herkomst.
AMFI-project Ton Parlevliet, projectleider AMFI Politie Haaglanden: “De celcapaciteit blijft een heet hangijzer. Vreemdelingen met een paspoort, zoals Bulgaren, krijg je makkelijk het land uit. Zo komen weer cellen vrij. Maar Chinezen of Afrikanen zonder document zitten langer vast. Eerst moet namelijk het officiële land van herkomst worden achterhaald.” Toch is het oppakken van illegalen niet het voornaamste doel van het AMFIteam. Dat is het bestrijden van de malafide praktijken. Door meer inzicht te krijgen in het netwerk van huisjesmelkers, koppelbazen en werkgevers moeten dit soort praktijken aangepakt kunnen worden. Het AMFI-project startte medio 2002 onder regie van de Bestuursdienst gemeente Den Haag en in samenwerking met Politie Haaglanden, de Vreemdelingenpolitie en de gemeentelijke diensten Stedelijke Ontwikkeling en Sociale
Zaken en Werkgelegenheid. Dit was de kerngroep. Later sloten het OM in Den Haag, de Fiscale en Sociale Inlichtingenen Opsporingsdienst (FIOD en SIOD) en de dienst Burgerzaken zich aan. Marjan Duijm, projectleider AMFI gemeente Den Haag: “De gemeente is primair verantwoordelijk voor een veilige woonsituatie van haar burgers. Maar in de aanpak van illegale kamerverhuur of levensbedreigende woonsituaties is de gemeente beperkt in middelen en bevoegdheden. Vaak is inzet en medewerking van derden nodig. Door het AMFI-project is de aanpak meer gestructureerd door coördinatie van de beschikbare middelen en informatieuitwisseling tussen de relevante betrokken partijen.” Uitwisseling gegevens Geleidelijk aan wordt de malafide infrastructuur inzichtelijker. Via het gemeentelijk meldpunt ‘Onrechtmatig Wonen’ komen regelmatig meldingen over illegale kamerverhuur binnen. De gegevens worden vergeleken en uitgewisseld met die van Politie Haaglanden. Parlevliet: “Het AMFI-team bestaat uit rechercheurs en een politieanalist. Zij
verzamelen informatie over huisjesmelkers en leggen dwarsverbanden in het netwerk. Deze informatie wisselen we uit met de FIOD en SIOD. En bij een strafzaak gaan de gegevens ook naar het OM in Den Haag.” Voorheen waren grootschalige acties van de politie en de gemeente vooral ‘straatgericht’, zoals invallen in verdachte panden in dezelfde omgeving. Nu wordt meer gewerkt vanuit een ‘persoonsgerichte’ aanpak, met de pijlen gericht op de huisjesmelkers en hun bezit aan panden. De politie probeert daarbij informatie los te krijgen door verklaringen van illegalen. Parlevliet: “Helaas zijn die daar niet altijd toe bereid.” Officier van Justitie Irene Meissen vult aan: “Het is één van de hinderpalen. Ze willen niks kwijt over hun verblijf of de huurkosten; daar hebben ze immers geen enkel belang bij. De aangiftebereidheid is ook nihil, want later willen ze gewoon weer een kamertje bij dezelfde huisjesmelker.” Het kabinet spoort gemeenten aan op basis van artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht (mensensmokkel) aangifte te doen van huiseigenaren die illegalen uit winstbejag uitbuiten. De gemeente
brengt vervolgens het uitbuitingscircuit in kaart, uiteraard in samenwerking met de verschillende partners. “We signaleren ook de lacunes in wet- en regelgeving en melden dat bij het rijk. Voorop staat dat we de leefbaarheid en veiligheid van onze burgers willen verbeteren. Dat is onze zorgplicht,” zegt Duijm. “We schrijven de malafide eigenaren aan, leggen ze een dwangsom op en we zorgen dat ze strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.” Van januari tot oktober 2004 zijn 213 aanschrijvingen de deur uitgegaan en werden 59 dwangsommen opgelegd. In samenwerking met de politie zijn 171 panden geïnspecteerd, waar zo’n 160 illegalen werden aangetroffen. Vijftien verdachten werden aangehouden, waarvan vijf strafrechtelijk zijn veroordeeld. Dit voorjaar verschenen de eerste huisjesmelkers voor de strafrechter. Voorheen zag de gemeente geen mogelijkheid ze strafrechtelijk te laten vervolgen. Meissen: “Er worden nog weinig aangiftes gedaan. Wellicht dat er meer zaken voor de rechtbank komen.” Het uitbuitingscircuit rond illegalen heeft nu meer prioriteit bij de politie en het OM in Den Haag. Ook de samenwerking is meer gestructureerd. “Het belang van het OM is trachten iets te doen aan de erbarmelijke en soms levensbedreigende woonsituatie van illegalen. Ik vind dat je daar strafrechtelijk tegen moet optreden,” zegt Meissen. “Maar meer strafzaken leiden niet automatisch tot minder huisjesmelkers. Net zoals de aanpak van drugs-
dealers het drugsprobleem niet oplost.” Controle illegale arbeid Jaarlijks verblijven tussen de 12.000 en 21.000 illegalen in Den Haag. Ze wonen vooral in Transvaal, de Schilderswijk en een deel van het Regentesse- en Valkenboskwartier. Is met het in kaart brengen van het uitbuitingscircuit het probleem daadwerkelijk te bestrijden? De explosieve groei van uitzendbureaus en het gebrek aan controle hierop werkt een toename van illegale arbeid in de hand. Duijm: “Vreemdelingen komen naar Nederland om te werken en ze vinden veelal hun onderdak bij huisjesmelkers. De gemeente kan alleen malafide huisbazen aanpakken. Tegen malafide uitzendbureaus kunnen wij niets doen. Hier ligt een taak voor het rijk. Het ontbreken van een vergunningstelsel voor uitzendbureaus is een essentieel probleem. In een brief (5 november 2004) aan de Tweede Kamer schrijven de staatssecretarissen Van Hoof (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Wijn (Financiën) dat bestaande en nieuwe uitzendbureaus over een exploitatievergunning zullen moeten beschikken. Om voor zo’n vergunning in aanmerking te komen is een waarborgsom van 75.000 euro noodzakelijk. Zonder exploitatievergunning is het in de toekomst niet mogelijk een uitzendonderneming te starten. Begin volgend jaar zal een wetsvoorstel met deze strekking worden ingediend. Malafide uitzendbureaus en illegale arbeid zijn meer het taakgebied van de SIOD en arbeidsinspectie,” meent
Aanpassing wet- en regelgeving Door uitbreiding van de Europese Unie stromen meer vreemdelingen Nederland binnen. Hun verblijf is rechtmatig, maar ze mogen hier niet werken. De huidige wetgeving maakt het onmogelijk huisjesmelkers die rechtmatig in Nederland verblijvende personen huisvesten strafrechtelijk aan te klagen. Zowel de gemeente als de politie pleit daarom voor een wetsverandering. Duijm: “Als huiseigenaren willens en wetens mensen blootstellen aan levensbedreigende situaties, dan moeten ze, ongeacht de verblijfstatus van de huurders, strafrechtelijk worden vervolgd.” De gemeente wil malafide huisbazen ook een bestuurlijke boete kunnen opleggen. Bijvoorbeeld als ze niet de vereiste vergunning hebben of te veel mensen in een kleine ruimte huisvesten. Een actief likop-stuk beleid is volgens de gemeente mogelijk. Dat heeft meer impact dan een dwangsom. Parlevliet onderschrijft dit: “Totdat we met een strafrechtelijke aanpak begonnen, had een dwangsom – vooral bij de ‘grote jongens’ – niet altijd het beoogde schrikeffect.” Om de geldstroom van malafide infrastructuren inzichtelijk te maken, zijn doeltreffende maatregelen nodig. “Financiële instellingen die huisjesmelkers hypotheken verstrekken, dragen daarmee bij aan het in standhouden van de malafide praktijken,” zegt Duijm. De gemeente wil in overleg met de financiële instellingen onderzoeken hoe zij zelf een bijdrage kunnen leveren om de situatie een halt toe te roepen.
11
Preventieve werking Voorlopig zijn er dus nog enkele obstakels bij het bestrijden van de malafide praktijken. Maar er is al wel aardig wat bereikt. De structurele samenwerking met de FIOD en SIOD en met het OM in Den Haag maakt het makkelijker huisjesmelkers ook strafrechtelijk aan te pakken. Bovendien lijkt het erop dat de nieuwe aanpak een preventieve werking heeft. ■
DECEMBER 2004
5
Bijna tien miljoen euro voor sociale veiligheid in tram en bus in regio Haaglanden
Stadsgewest besteedt meer geld aan veiligheid in Openbaar Vervoer Het gaat beter met de veiligheid in bus en tram in de regio Haaglanden. Het rapportcijfer van de reiziger steeg naar gemiddeld een 7,4 in 2003 en het aantal passagiers dat getuige was van een incident in bus of tram is meer dan gehalveerd. Het zwartrijden in de tram daalde tussen 2003 en 2004 met tien procent. Deze goede resultaten zijn het gevolg van verschillende maatregelen die de vervoerders HTM en Connexxion in overleg met het stadsgewest Haaglanden hebben genomen.
12
13
Tekst & fotografie: stadsgewest Haaglanden
H
et verhogen van het aantal controles op zwartrijden in de voertuigen en op haltes en stations is de meest kostbare, maar ook de meest zichtbare maatregel. De controles brengen niet alleen het aantal zwartrijders terug, maar zorgen ook voor een verhoogd veiligheidsgevoel. Daarnaast is de veiligheid en de informatievoorziening op de haltes verbeterd, zijn er camera’s in bussen en trams ingevoerd en worden de gevolgen van vandalisme zo snel mogelijk hersteld. En aan de Haaglanden gemeenten die de zorg hebben voor de halte-infrastructuur is een financiële bijdrage ver-
leend om op verschillende plaatsen in de regio fietsenstallingen en -overkappingen bij de haltes aan te leggen. Al deze maatregelen verhogen niet alleen de werkelijke – meetbare – veiligheid in en om het openbaar vervoer, maar ook het gevoel van veiligheid bij de reiziger, zo blijkt uit de cijfers. Jan Laterveer (adviseur Openbaar Vervoer van de sector Verkeer en Vervoer van het stadsgewest Haaglanden) legt uit wat heeft geleid tot deze maatregelen. “De minister van Verkeer en Waterstaat heeft twee jaar geleden het ‘Aanvalsplan
Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit plan richtte zich op een intensievere aanpak van de sociale veiligheidsproblemen in en rond het openbaar vervoer door het meer, maar vooral slimmer inzetten van diverse maatregelen. De afstemming tussen de diverse actoren en de ondersteuning en aansturing krijgen daarbij speciale aandacht. Maar zonder extra geld was dat niet haalbaar en daarom is op initiatief van de Tweede Kamer ook een extra financiële impuls voor dit doel gegeven. Deze financiële steun was vooral bedoeld voor de vier grote steden.
Jan Laterveer: “Goed verzorgde haltes vergroten het veiligheidsgevoel.”
HTM-controleurs aan het werk. Het zwartrijden is in 2004 gedaald.
Daardoor steeg het beschikbare budget voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer voor het stadsgewest Haaglanden van h 2,6 miljoen in 2001 naar h 9,8 miljoen in 2005.” Aanvalsplan Een van de maatregelen uit het bovengenoemde ‘Aanvalsplan’ is de invoering van meerjarenplannen met streefcijfers bij alle decentrale opdrachtgevers van het openbaar vervoer. In 2003 is in dit kader het eerste Meerjarenplan Sociale Veiligheid van het stadsgewest Haaglanden verschenen. In oktober 2004 heeft het dagelijks bestuur van het stadsgewest de plannen voor 2005 en de daarop volgende jaren goedgekeurd. Laterveer: “Uit de diverse monitoren blijkt dat de cijfers van de eerste maatregelen zeer bemoedigend zijn. De sociale veiligheid van het openbaar vervoer in stadsgewest Haaglanden wordt door het publiek in 2003 gewaardeerd met het rapportcijfer 7,4 in het voertuig en 7,1 op de halte. Ondanks deze goede waardering blijft vooral het investeren in de sociale veiligheid in het railvervoer hard nodig. Railvervoer en -infrastructuur van het stadsgewest Haaglanden wordt immers met RandstadRail, Centraal Station en lijn 19 de komende jaren nog fors uitgebreid.” “De meest kostbare en ook meest zichtbare uitgave is het verhogen van de controledruk op de trams. Dit is de kans dat men op een geldig kaartje wordt gecon-
troleerd,” vertelt Jan Laterveer. “Die druk is verhoogd van 1,6% in 2002 naar 3,6% in het voorjaar van 2004. Een belangrijk aandeel daarin hebben de selectieve instapcontroles op drukke punten in het net, bijvoorbeeld bij de tramhalten bij de stations van NS en in de Tramtunnel. Hierbij wordt de halte afgesloten en wordt er voor gezorgd dat iedereen die op de halte wil komen een geldig plaatsbewijs heeft. Door al deze inspanningen is het zwartrijden in het eerste kwartaal van 2004 ten opzichte van 2003 al gedaald van 10% naar 9%.” OV-chipkaart Een veel gestelde vraag is waarom HTM en het stadsgewest Haaglanden niet gewoon hebben gekozen voor een vaste conducteur op de tram. Er is nu gekozen voor een flexibele inzet en dat is een voor de hand liggende keuze: een vaste conducteur op de trams zou ongeveer h 32 miljoen extra gaan kosten. Jan Laterveer: “Naar verwachting wordt in 2006 de OV-chipkaart in Haaglanden ingevoerd. De verwachting is dat deze vervanger van de papieren strippenkaart en abonnementen het zwart- en grijsrijden, en daarmee de sociale onveiligheid in het openbaar vervoer, zal verminderen. In 2005 wordt de OV-chipkaart in gebruik genomen in Rotterdam en omgeving en ik volg natuurlijk met veel belangstelling de gang van zaken rond de invoer van deze nieuwe vorm van betalen voor het OV.” Het blijkt dat het veiligheidsgevoel op de
halte bij de reiziger achter blijft bij dat in de trams en bussen. Daarom heeft het stadsgewest Haaglanden er voor gekozen om ook in de halte-infrastructuur te investeren. Goed verzorgde haltes vergroten namelijk het veiligheidsgevoel. In 2003 is mede met subsidie van het stadsgewest onder andere verlichting en de informatievoorziening op het busplatform bij Den Haag CS ingrijpend verbeterd. In 2004 wordt geïnvesteerd in betere fietsenstallingen en -overkappingen bij de openbaar vervoerhaltes door het hele gebied heen en in uitbreiding van de dynamische reisinformatie in Delft. Voor de komende jaren staat de uitbreiding van de dynamische reisinformatie op de haltes op de rol, te beginnen bij RandstadRail en gaandeweg op meer tramhaltes. Het wachten op de halte is immers minder vervelend als je weet hoe lang het nog duurt. Alle aandacht voor tram en bus betekent niet dat het stadsgewest geen oog heeft voor de sociale veiligheid op andere plekken. Zo heeft de Zoetermeerlijn ook al de nodige aandacht gekregen. “Daarmee lopen we vooruit op de in 2006 over te nemen verantwoordelijkheid voor deze lijn,” zegt Laterveer. “Het stadsgewest heeft al tweemaal subsidie verleend aan de gemeente Zoetermeer om de controle op de Zoetermeerlijn te intensiveren en daar, ook door NS, meer aandacht aan te laten besteden. Ook hier kan ik zeggen dat dit is gebeurd met merkbaar effect!” ■
DECEMBER 2004
5
Zoetermeerse avonturen van Suske en Wiske
‘Stop geweld op school’ is de naam van de landelijke campagne die in oktober is gestart. Het is een gezamenlijk initiatief van de Stichting Meld Misdaad Anoniem (kortweg M.) en de Stichting Tegen Zinloos Geweld. Met deze actie willen zij wapenbezit en geweld op middelbare scholen bespreekbaar maken.
Als je dat niet durft, bel dan anoniem naar M. 0800-7000’. Onder het motto ‘Jij maakt het verschil’ startte de campagne in Den Haag met een debat waaraan leerlingen van diverse scholen in Nederland meededen. Zij discussieerden over stellingen als ‘Wapenbezit moet je melden’, ‘Strenge maatregelen tegen wapenbezit’, ‘Agressie en geweld op school zijn hard nodig’ en ‘Je bent zelf verantwoordelijk voor de veiligheid op school’.
Nu eens geen glossy stadsbrochure maar een stripalbum en een DVD van Suske en Wiske om de stad Zoetermeer onder de aandacht te brengen. De stad kiest voor een 24 pagina’s tellend stripverhaal, aangevuld met enkele pagina’s fotomateriaal over Zoetermeer, getiteld ‘De Razende Rentmeester’. De film ‘De Magneet van Zoetermeer’ duurt 8 minuten en is de eerste 3-D geanimeerde film ooit van het bekende duo.
Resultaten campagne De voortgang en de resultaten van de campagne zijn te volgen op de website www.stopgeweldopschool.nl. Bovendien kunnen leerlingen hier hun eigen mening geven over veiligheid en hun ideeën over de campagne uiteenzetten. ■
“Wat doet de gemiddelde ontvanger van brochures en dergelijke? Hij of zij bladert het een keer door en legt het vervolgens weg,” zegt Hans Boers van de gemeente Zoetermeer. “Wij wilden daarom iets maken dat de aandacht langer vast houdt en ook voor anderen dan de ontvanger interessant is. Uiteindelijk kwamen we uit op een stripverhaal. De verhalen van Suske en Wiske blijken het meest gelezen te worden, zo blijkt uit onderzoek, dus de keuze voor dit duo lag voor de hand. Studio
rep
r
ed
are
res
er v
ed .
Unau
tho ri ze
d co py i n g , hir i n g, le n
ding
of
D thi s
VD
ed
rk
Raadpleeg voor meer informatie de website van het Stadsgewest Haaglanden: www.haaglanden.nl. ■
uc
is
pro
hib
it
Je moét ze gew oon hebben!
15
speciale luxe versie gebruikt de stad als exclusief relatiegeschenk. Er is ook een Engelse versie van de brochure en de DVD verschenen: ‘The Stroppy Steward’ en ‘The Magnet of Zoetermeer’. ■
Geen Floriade in Randstad
De actie is hard nodig. In de laatste drie jaar waren in regio Haaglanden ruim zesduizend (brom)fietsers betrokken bij een verkeersongeval. Dat is bijna de helft van alle verkeersongevallen. Opvallend is dat de meeste slachtoffers tussen de 12 en 24 jaar zijn; de schoolgaande jeugd. Nu het weer snel donker is, is goed zichtbaar zijn in het verkeer voor deze zeer kwetsbare groep nog belangrijker. Niet zonder bon Politie Haaglanden wil met de actie de verkeersveiligheid van deze groep bevorderen. Zij doet dit door het controleren van het voeren van (de juiste) verlichting en het aanwezig zijn van de voorgeschreven reflectoren. Blijkt een fiets niet aan de voorschriften te voldoen, dan komt de bestuurder er niet zonder bon vanaf. Ouders van kinderen onder de 18 jaar ontvangen een brief, waarin zij worden gewezen op de mankementen van de fietsverlichting en reflectoren van hun kind. Zo worden zij medeverantwoordelijk gemaakt. Leo Koenraads, chef van Bureau Verkeer: “Er is landelijk veel aandacht voor handhaving van snelheid door middel van camera’s. Maar als je kijkt naar het grote aantal verkeersslachtoffers onder fietsers en bromfietsers, is deze actie ook van het
Produced by Carillon audiovisuele communica & De Familie Janssen/Ba tie rking Banana
wo
Begin volgend jaar krijgt de brandweer een nieuwe folderlijn. Deze bestaat uit een aantal basisfolders over tips hoe brand te voorkomen, het gevaar van koolmonoxide, de bereikbaarheid van de brandweer, kleine blusmiddelen, knutselen in de woning, veilig op kamers, veilige feestdagen en brandveilige kleding. De folders zullen onder andere op de nieuwe internetsite van de Hulpverleningsregio Haaglanden voor iedereen gratis te downloaden zijn. Ze zijn natuurlijk ook gratis af te halen bij de brandweer. De landelijke folderlijn is dankzij subsidie van het ministerie van BZK tot stand gekomen. www.hrh.nl. ■
he
Nieuwe folderlijn brandweer Nederland
Model op Maat Het nieuwe woonruimteverdeelsysteem vervangt de huidige systemen: het aanboden het distributiemodel. Model op maat combineert de voordelen en biedt een oplossing voor de nadelen die woningzoekenden ervaren met de oude systemen. Het nieuwe systeem beperkt de woningzoekende zo min mogelijk in zijn woonkeuze, richt zich meer op verschillende klantgroepen en wil activiteit van woningzoekenden belonen. Tegelijkertijd komt het tegemoet aan de bestaande startersproblematiek doordat Model op Maat voor een evenredige en rechtvaardige verdeling van de beschikbare woonruimte zorg draagt.
of t
Het vuurwerkspel is te vinden op: www.brandweer.nl ■
od
Val op, fiets verlicht! Met het korter worden van de dagen is Politie Haaglanden gestart met de actie ‘Val op, fiets verlicht!’ Dagelijks worden fietsers gecontroleerd op goed werkende verlichting en reflectoren. Fiets niet in orde? Een bon, zonder pardon! Doel van deze actie: de verkeersveiligheid van deze zeer kwetsbare verkeersdeelnemers vergroten.
Film op DVD
Zoetermeer steeds ondernemen d
ner
Veel vragen. De brandweer Nederland heeft op al deze vragen een antwoord. Speciaal voor de jeugd ontwikkelde het een avonturenspel dat kinderen op een speelse wijze de do’s en dont’s van het omgaan met vuurwerk bijbrengt. Door het spel op de computer te spelen kunnen kinderen de juiste antwoorden vin-
den. Het spel begint in de slaapkamer. De speler moet een keus maken wat ze op vuurwerkdag zullen aantrekken. Kiest de speler een nylon jas dan krijgt hij te horen dat dit brandbaar en dus gevaarlijk is. Nog een voorbeeld: je wilt een vuurpijl in je hand aansteken en wegwerpen. Fout! Dan komt de speler niet verder. Alleen als de vuurpijl op een veilige wijze aangestoken wordt zal deze afgaan. Zo wordt de speler stapsgewijs langs allerlei gevaren geleid.
!
de Magneet van Zoeterme er
e ow
Is vuurwerk gevaarlijk? Is een sterretje gevaarlijk of niet? Hoe ga je veilig met vuurwerk om? Op welke leeftijd mag je vuurwerk kopen? Wanneer mag je vuurwerk aansteken? Wat doe je met vuurwerk wat niet is afgegaan? Wat moet je doen met een brandwond?
Het dagelijks bestuur van het stadsgewest Haaglanden heeft ingestemd met het voorstel aan het algemeen bestuur voor één regionale huisvestingsverordening met een nieuw woonruimteverdeelsysteem (Model op Maat). De nieuwe huisvestingsverordening gaat in op 1 januari 2005. Doordat Model op Maat de verdeling van woonruimte voor heel Haaglanden regelt, komen woningzoekenden voor meer woningen in aanmerking. Model op Maat vervangt de bestaande systemen van woonruimteverdeling.
Aantrekkingskracht De film begint als Suske en Wiske in de Gyronef (wel bekend voor Suske en Wiskeliefhebbers) boven de stad cirkelen. Er gaat iets mis en zo storten ze neer in de Zoetermeerse plas. De twee vinden uit dat het te maken heeft met een bijzondere aantrekkingskracht die van de stad uitgaat. Ze worden van attractie naar attractie gezogen en brengen zo de hele stad in beeld. “Er zijn life action-beelden van de stad gemaakt, waarna de stripfiguren er als animaties ingetekend zijn,” legt Boers uit. De strip ‘De Razende Rentmeester’ vertelt een ander verhaal dat zich afspeelt in de stad en sluit af met enkele pagina’s fotomateriaal. De soft coverversie van het album is ook in de verkoop voor geïnteresseerden en dat is een groot succes; de exemplaren zijn volgens Boers niet aan te slepen. De
e en Wiske is er
Stripalbum
f t he p r o d u c e r a n d o f t h
Het vetstrakke vuurwerkspel
Eén regionale woningmarkt
De nieuwe Susk
ght s o
Alle scholen in het voortgezet onderwijs krijgen een gratis lespakket dat speciaal voor de campagne is ontwikkeld. De boodschap die hierin centraal staat is: ‘Als je iets weet over wapens in en om school, dan kun je het beste met die informatie naar de schoolleiding of naar de politie gaan.
Unieke Zoeterme erse uitgaven
Vandersteen, de maker van de strips, was enthousiast en zo lift Zoetermeer mee op de bekendheid van de stripfiguren.”
All r i
14
Actie tegen geweld op scholen
Het duo Rotterdam/Westland heeft zich teruggetrokken als kandidaat voor de Floriade 2012. De steden zetten in op een futuristisch evenement, maar het moest wel financieel haalbaar zijn en geen onaanvaardbare risico’s met zich meebrengen. Na onderzoek bleek het plan te ambitieus, waarop de kandidatuur werd ingetrokken. Hetzelfde deed de gemeente Arnhem. Naar alle waarschijnlijkheid organiseert Venlo dus als enige overgebleven kandidaat de Floriade 2012. ■
grootste belang. Het is daarom goed dat wij dit als politiekorps aanpakken.” Informatie Op www.politie.nl/haaglanden staat nadere informatie over de actie, onder andere de resultaten, boetebedragen, maar ook veel gestelde vragen worden beantwoord.
■
DECEMBER 2004
5
Eén gezamenlijk meldsysteem voor hulpdiensten van start Brandweer, ambulancedienst en politie in de
Minister Verdonk verricht aftrap Politie-pilot
‘Meer zicht op verschijningsvormen van eerwraak is hard nodig!’
regio Haaglanden werken als eerste van de vier grote steden samen met één gezamenlijk
Ondanks haar razend drukke schema vond minister Verdonk toch nog even tijd om Politie Haaglanden te bezoeken. Reden van het bezoek was de
systeem in de meldkamer: het Gemeen-
start van de pilot Eerwraak, een samenwerking tussen Politie Haaglanden en Politie Zuid-Holland Zuid. Het eerder herkennen van eerwraak en er
schappelijk Meldkamer Systeem (GMS).
16
vervolgens beter op kunnen reageren is het doel van deze pilot, die de minister duidelijk erg aan het hart gaat.
Hierdoor kunnen de hulpdiensten tijdens een
Onlangs tekenden zij een convenant dat
E
vorm geeft aan verdere samenwerking. Tekst: Martin Evers, Hulpverleningsregio Haaglanden Fotografie: Politie Haaglanden
G
MS is het systeem waarmee de meldkamercentralist meldingen verwerkt en noodhulpdiensten inschakelt. Door het gezamenlijk gebruik is het mogelijk incidentgegevens uit te wisselen die voorheen voor de afzonderlijke diensten niet inzichtelijk waren. Dit komt de efficiëntie van de hulpverlening en de veiligheid van de politie-, brandweer- en ambulancemedewerkers op straat ten goede. Om de samenwerking verder uit te breiden en te verbeteren is dit najaar het convenant Beheer Meldkamerdomein getekend, waarin de hulpdiensten het beheer over de gemeenschappelijke meldkamer regelen. Door het beheer van gegevens, techniek en applicaties wordt gewaar-
Minister tevreden over Haaglanden Op de dag van ondertekening bezocht Minister Remkes van Binnenlandse Zaken de gemeenschappelijke meldkamer Haaglanden. De minister was zeer te spreken over de aanpak in de meldkamer. Vooral het feit dat Haaglanden als eerste van de vier grote steden volledig multidisciplinair werkt met het Gemeenschappelijke Meldkamer Systeem (GMS) was daarbij van belang. Remkes erkende dat Haaglanden hiervoor het nodige pionierswerk heeft moeten verrichten, waarvan ook zijn departement de vruchten heeft kunnen plukken.
17
Tekst: Jeroen Molenaar, Politie Haaglanden Fotografie: Politie Haaglanden
incident van elkaar zien wat ze doen.
Ton van Dijk, Regionaal Geneeskundig Commandant (links), Rob Brons, Regionaal Brandweercommandant (midden), en Gerard Bouman, Korpschef Politie Haaglanden (rechts) ondertekenen het convenant Beheer Meldkamerdomein.
borgd dat de gezamenlijke meldkamer zeven dagen per week, 24 uur per dag operationeel is. Kwaliteitseisen Ton van Dijk is Regionaal Geneeskundig Commandant en inhoudelijk verantwoordelijk voor het geneeskundig deel van de meldkamer: “Ons deel van de meldkamer heeft te maken met kwaliteitseisen die vooral betrekking hebben op continuïteit van de zorg en dus op het beheer. Deze eisen zijn door onze sector zelf geformuleerd en worden ook door de Inspectie Gezondheidszorg gehanteerd. Nu wij zoveel technische systemen en gegevens gezamenlijk gebruiken, is het niet alleen van groot belang, maar ook efficiënt om samen te werken. Bescherming van patiëntgegevens is daarbinnen voor mij een zeer belangrijk onderwerp.” Gelijkwaardigheid Politie Haaglanden is de grootste partij in de meldkamer. Korpschef Gerard Bouman: “Behalve voor de politiemeldkamer ben ik ook verantwoordelijk voor de 112-centrale binnen de meldkamer. Als politie verwerken wij verreweg de meeste meldingen. In totaal worden er jaarlijks ongeveer 255.000 zorg- en hulpvragen afgehandeld op de meldkamer. Daarvan behandelt de politie er 175.000, de brandweer 20.000 en de ambulancedienst 60.000. Vakinhoudelijk hebben we alle drie een eigen verantwoordelijk-
heid naar bestuur en publiek.” Bouman is ervan overtuigd dat samenwerking alleen maar gebaseerd kan zijn op gelijkwaardigheid en wederzijds respect. “Dit convenant is een goed voorbeeld van de manier waarop wij daarmee gezamenlijk wensen om te gaan,” zegt Bouman. Rampenbestrijding Rob Brons is als Regionaal Brandweercommandant niet alleen verantwoordelijk voor de brandweerzorg, maar ook voor de voorbereiding van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. “Samenwerking is ten tijde van rampen en crises extra belangrijk, gezien de grote belangen die dan in het geding zijn. Het convenant geeft verder vorm aan die samenwerking. De meldkamer, waaraan het Regionaal Coördinatiecentrum is gekoppeld, is de spil waarop veel (grootschalige) inzetten draaien.” Brons vindt het dan ook belangrijk om de samenwerking nog verder uit te bouwen: “Ik zou er voor willen pleiten om de werkzaamheden van de 112-centrale gezamenlijk uit te voeren. Daarnaast denk ik aan koppelingsmogelijkheden met andere meldkamers en een overloopmogelijkheid naar het huidige landelijke telefoonnummer van politie, 0900-8844. In de huidige opzet van de meldkamer zijn, mede tegen de achtergrond van de terreurdreiging, de capaciteitsgrenzen wel bereikt. Ik pleit ervoor om serieus na te gaan denken over een concept voor een nieuwe meldkamer.” ■
en bomvol zaaltje, toespraken van onder meer commissaris Gerda Dijksman (Politie Zuid-Holland Zuid), Gerard Bouman (korpschef Politie Haaglanden) en antropoloog Clementine van Eck. Het startschot voor de pilot Eerwraak werd groots aangepakt. De ogen van velen waren gericht op de deur, want minister Verdonk zou de bijeenkomst opluisteren. Haar bomvolle agenda zorgde voor wat vertraging, maar na binnenkomst viel ze tijdens haar korte praatje meteen met de deur in huis: “Ik ben ontzettend blij met deze pilot!” Het was een collega van de politie, een persoonlijke kennis van de minister, die het onderwerp eerwraak bij de bewindsvrouw op tafel gooide. ”Deze persoon vertelde me dat ze bezig waren met een zaak, maar er geen vinger achter konden krijgen of het om eerwraak ging of dat er een ander motief was,” verklaarde de minister in haar speech. “Vervolgens heb ik vele gesprekken over dit onderwerp gevoerd, onder meer met Ayaan Hirsi Ali. Maar toen ik met slachtoffers van eerwraak sprak, werd de urgentie van een speciale aanpak me nog meer duidelijk.”
Minister Verdonk luistert aandachtig naar de lezingen over onder meer de betekenis van de Turkse termen Namus (kuisheid van de vrouw), Seref (aanzien van de man) en Saygı (respect tonen).
Opsporing van misdrijven en het bieden van hulp aan diegenen die dat nodig hebben behoren tot de taken van de politie. Dat geldt ook voor eergerelateerde misdrijven. Met de pilot leveren Politie Haaglanden en Politie Zuid-HollandZuid natuurlijk wel een extra inspan-
Pilot Eerwraak Al voor de officiële aftrap is de pilot gedeeltelijk gestart. Maar wat houdt deze nu precies in? Janine Janssen, senior onderzoeker Analyse & Research van Politie Haaglanden: “Het doel van de pilot is het eerder herkennen van eerwraak. Om er als politie vervolgens beter op in te kunnen spelen. De pilot bestaat uit verschillende onderdelen: voorlichting en scholing binnen de politie, het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal en het maken van een voorstel voor registratie. Nieuwe inzichten die we tijdens de pilot opdoen worden meteen meegenomen in deze voorlichtingsactiviteiten. Verder wordt alles wat maar enigszins kan duiden op aan eerwraak gerelateerde zaken uit ons registratiesysteem gelicht, geanalyseerd en geregistreerd. Uiteindelijk zullen we hiervan een voorstel voor een registratievorm maken.”
ningsslag. Er bestaat nog altijd geen reëel zicht op de verschijningsvormen van eerwraak in Nederland. Dat inzicht is wel nodig. Met deze pilot wordt hierin werkenderwijs een enorme verdiepingsslag gemaakt. We hebben een ankerpunt nodig om gericht beleid te kunnen ontwikkelen. Dit project is zo’n ankerpunt. Dankzij de opzet die voor de pilot is gekozen – praktisch en al doende – sluit deze ook meteen aan bij de manier van werken van de politie en de vragen die leven bij politiemensen zelf. Verdonk: “In mijn ogen hebben we hier dubbel voordeel. En als ik kijk naar de betrokkenheid die ik vandaag bij politiemensen heb gezien, zijn we het volgens mij op dit punt eens.” ■
DECEMBER 2004
5
Sommige mensen hebben niets geleerd van de ramp in Enschede
Het Joint Investigation Vuurwerkteam speurt naar verboden klappers De leden van het interregionale vuurwerkteam maken vreemde dingen mee. Van verdachten die onder de echtelijke sponde een
Zo gevaarlijk is illegaal vuurwerk
imposante partij verboden consumentenvuurwerk bewaren tot min of meer professioneel werkende figuren die het bedrijfsmatig aanpakken. “Die laatste groep ziet inbeslagname als een bedrijfsrisico. We hebben het meegemaakt dat zo iemand nog voor hij was veroordeeld al een nieuwe partij probeerde in te voeren, om het geleden verlies goed te maken,” zegt Cor Pot, namens
18
Politie Haaglanden dit jaar coördinator van het Joint Investigation Vuurwerkteam (JIV). Tekst: Eric Stolwijk, Politie Haaglanden Fotografie: Politie Haaglanden en Creative Collection
H
et JIV is een samenwerkingsverband van zes politiekorpsen* en de Koninklijke Marechaussee. Politie Haaglanden neemt dit jaar het voortouw. Op de actiedagen stellen de deelnemende regio’s gezamenlijk ongeveer veertig politiemensen beschikbaar om op flexibele locaties en tijden het vervoer, opslag en handel in verboden consumentenvuurwerk te bestrijden. De meeste verdachten die door het interregionale vuurwerkteam worden aangehouden, zijn zogenoemde ‘kofferbakklanten’. Mensen die in België hebben ingekocht voor hun vrienden en kennissen en met een achterbak vol verboden vuurwerk de grens over komen. Dat vuurwerk wordt vervolgens onder het bed of in de schuur opgeslagen tot oudjaar. Dat geeft midden in woonwijken zeer gevaarlijke situaties. De eerste actiedag van het Joint Investigation Vuurwerkteam was op dinsdag 26 oktober. Het leverde meteen al 850 kilogram verboden consumentenvuurwerk en vijftien verdachten op. Onder verboden consumentenvuurwerk wordt verstaan: ‘vuurwerk dat niet voldoet aan de Nederlandse eisen en een zwaardere lading heeft dan toegestaan’.
delaren in verboden consumentenvuurwerk zich ook bezighouden met de handel in valse merkartikelen en verdovende middelen. Die komen in busjes met duizenden kilo’s zwaar verboden consumentenvuurwerk de grens over. Dat wordt vervolgens opgeslagen in een loods of soms in een schuur midden in een woonwijk. Levensgevaarlijk. Die mensen hebben niets geleerd van Enschede.”
Rechercheonderzoek “Voor het eerst in de drie jaar dat het JIV bestaat, kan een inbeslagname worden gevolgd door een rechercheonderzoek,” zegt Cor Pot. “Vervoer en opslag blijven de eerste prioriteit van het JIV, maar we gaan dit jaar in een aantal gevallen beter bekijken welke lieden er precies achter bepaalde transporten zitten. Van voorgaande jaren weten we dat sommige han-
Er wordt met de handel in verboden consumentenvuurwerk veel geld verdiend. Cor: ”Heel veel geld. De prijs gaat zeker een à twee keer over de kop tijdens dat ritje uit de Belgische grensstreek naar Nederland. Dat is snel geld verdienen. Daarom is het ook zo interessant om grotere partijen te verhandelen. De verdiensten zijn blijkbaar het risico waard.” Bij de grotere handelaren komt de politie
ook mensen tegen die zich al ‘onderscheiden’ hebben in andere vormen van criminaliteit. ”Sommigen zie je terug als verdachte bij de bestrijding van de handel in valse merkartikelen, wapens en drugs,” vertelt Cor. “Ze handelen vrijwel
Meld Anoniem en via de plaatselijke politie De politie ontvangt graag tips die leiden tot het in beslag nemen van verboden consumentenvuurwerk. Dat kan bij het politiebureau in de buurt of telefonisch via 0900-8844 (lokaal tarief). Het is ook mogelijk anoniem te melden via de tiplijn van Meld Misdaad Anoniem (M.) op 0800-7000.
nooit alleen in vuurwerk. Dat is niet lonend, gezien de korte tijd dat daar vraag naar is. Als je echter al een crimineel netwerk hebt, is het relatief eenvoudig dat ook in te zetten voor de handel in verboden vuurwerk. En de winst wordt weer geïnvesteerd in andere criminele activiteiten. Dat is voor ons een reden te meer om dit te bestrijden.” De samenwerking met de Belgen is goed. “Verdachten zijn daar wel eens verbaasd over. Wij weten veel en we staan op de goede plaatsen…” De politieman wil niet teveel kwijt over de wijze waarop het JIV dat heeft georganiseerd. “Veel collega’s zullen dat wel weten, maar ik wil niet het risico lopen dat er teveel van onze tactische werkwijze op straat komt te liggen.” Cor wil zich ook niet vastleggen op de verwachte totaalvangst dit jaar. “We moeten ook incalculeren dat het steeds moeilijker wordt. Onze klanten hebben steeds beter in de gaten dat er controles zijn. Je ziet op internetsites, waar informatie staat over de handel en verkoop van vuurwerk, steeds meer opmerkingen over de
controles. Ik hou het maar op: zoveel mogelijk kilo’s en verdachten.” 18.000 kilo in beslag genomen Het Joint Investigation Vuurwerkteam rijdt niet lukraak de grensregio’s door om hier en daar kofferbakken open te trekken. Integendeel. Aan de hand van de ervaringen van de afgelopen jaren en informatie die binnenkomt uit politiebronnen wordt heel gericht geopereerd. De meeste informatie ontvangt het JIV van de infodesken van de deelnemende korpsen, de Criminele Inlichtingen Eenheden en van M., het telefoonnummer voor anonieme meldingen. Er komen jaarlijks tientallen anonieme tips binnen over de illegale handel en opslag van verboden vuurwerk. Vorig seizoen werd er in ons land in totaal bijna 100.000 kilogram vuurwerk in beslag genomen. Ruim 18.000 kilo kwam op het conto van het JIV. Dit leverde 115 verdachten op. Tweederde van het in beslag genomen vuurwerk werd aan de grens ontdekt, de rest op andere plaatsen. De meest voorkomende soorten verboden
De handel in verboden consumentenvuurwerk veroorzaakt elk jaar veel schade en letsel. Er zijn al diverse slachtoffers (waaronder dodelijke) onder particulieren gevallen bij het gebruik van uit het België afkomstige knal- en siertuig. Het gevaar ontstaat niet alleen bij het (ondeskundig) afsteken ervan, maar ook bij het vervoer en de opslag. Verboden vuurwerk wordt over het algemeen vervoerd in nietgoedgekeurde transportmiddelen langs onveilige routes. Daar tegenover staat een steeds grotere vraag naar spectaculairder en luider knallend vuurwerk, vooral van de kant van particulieren. Dit verboden vuurwerk heeft in sommige gevallen een veel zwaardere lading dan is toegestaan. Ook ontbreekt de Nederlandse gebruiksaanwijzing maar al te vaak. Verder worden in dit vuurwerk allerlei zware metalen toegepast die de explosieve kracht verhogen en het milieu zwaar belasten. Bepaalde soorten strijkers en mortierbommen hebben een explosieve kracht die gelijk is aan die van een vergelijkbare massa TNT-springstof! En bepaalde lawinepijlen en mortierbommen hebben de kracht van handgranaten.
19
vuurwerk: ‘100.000 knallers’, ook wel ‘Chinese rollen’ genaamd, strijkers, diverse soorten en maten ‘Chinese vlinders’, ‘nitraat klappers’ en zogenoemde ‘lawinepijlen’. Hoewel zijn werkzaamheden in de laatste maanden van het jaar geheel in het teken van vuurwerk staan, is Cor zelf niet onder de indruk van het knal- en siertuig. “Ik vind het leuk, maar heb niet de neiging om het zelf af te steken. Dat hoeft ook niet. Toen ik in de bestrijding van verdovende middelen werkte, ging ik zelf ook geen drugs gebruiken…” ■ *De zes politiekorpsen die meedoen met het JIV zijn Haaglanden, Hollands Midden, Rotterdam, Zuid-Holland Zuid, Zeeland en Utrecht.
DECEMBER 2004
5
Kustwering bij Ter Heijde voldoet niet aan veiligheidsnormen
Er dreigt heel veel bestuurlijke drukte voor de Westlandse kust ‘De Zee, de Zee klotst voort in eindeloze deining’ dichtte Willem Kloos aan het eind van de 19e eeuw. Die zee klotst in de 21e eeuw echter harder dan gedacht en naar verwachting ook langzaam maar zeker steeds hoger. En dat kan de kust bij Ter Heijde niet hebben. Het enige duin dat de huizen tegen de zee beschermt is hooguit twintig meter breed en niet indrukwekkend hoog. Het is een bekende zwakke schakel in de Nederlandse kust. De Westlandse wethouder Ewald van Vliet werkt samen met de provincie Zuid-Holland en de gemeente Den Haag aan de
20
21
ontwikkeling en uitvoering van een natuurlijk veiligheidsplan. Tekst: Joan van Dijk Fotografie: Judith Jongejan
I
n de jaren vijftig, zestig en zeventig waren alle ogen gericht op de Deltawerken in Zeeland. Toen kwam in de jaren negentig de onverwachte overlast van dijken die dreigden te bezwijken onder het hoge water van de rivieren. Daarna volgden de eindeloze regenbuien die delen van het Westland keer op keer onder water zetten. De beelden van ronddrijvende planten en gewassen door de kassen en ondergelopen kelders en huizen kan iedereen zich moeiteloos voor de geest halen. En nu zijn er signalen dat de kust op sommige plaatsen onveilig is. En daar valt wat voor te zeggen. Bij Ter Heijde ligt een naoorlogse woonwijk pal achter de enige duinenrij. Er ligt hooguit honderd meter tussen de zee en de eerste huizen. “Het duin heeft wel een basaltlichaam en ter extra versteviging is een vuistdikke metalen wand tot twintig meter diep de grond in gedreven. Dit ter extra bescherming van het kustdorp,” zegt Ewald van Vliet. “Deze zwakke plek is niet van recente datum. We weten al langer dat Ter Heijde niet voldoet aan de veiligheidsnormen uit de Deltawet van 1954, de Deltanorm. Maar er zijn wel factoren die maken dat we nù actie moeten gaan ondernemen. Zo is er vorig jaar via Rijkswaterstaat een onderzoek gedaan naar de golfslagbelasting op de kust en die blijkt zwaarder dan gedacht. Naar aanleiding daarvan is de Westlandse kust – evenals de Scheveningse – officieel aangewezen als prioritaire zwakke schakel.”
“Maar naast de aanpak van de zwakste schakel speelt er meer,” vervolgt hij. “Bij Rotterdam wordt gewerkt aan een tweede Maasvlakte. Als gevolg daarvan moet natuurcompensatie plaatsvinden. Een deel daarvan, 32 hectare, zal bij ’s Gravenzande aangelegd worden. Daar is al een concreet plan voor. En ten derde doet het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) in opdracht van staatssecretaris Schultz van Hagen onderzoek naar grootschalige kustuitbreiding.” Statistische risico’s Op de vraag of de verwachte stijging van de zeespiegel er mee te maken heeft, antwoord Van Vliet: “Wetenschappers zijn het er van lieverlee wel over eens dát de zeespiegel stijgt, maar niet hoe snel en wat exact de oorzaken zijn. En het is ook nog onduidelijk hoe reeël het gevaar voor de Nederlandse kust wordt. We praten namelijk wel over statistische risico’s. Het gemiddelde geaccepteerde risico voor de Randstad ligt op 1 x in de 10.000 jaar. Ik waag me niet aan getallen, maar weet wel dat de kust daar nu niet aan voldoet. Nemen we dat risico bewust of nemen we maatregelen? Die vraag moeten we nu beantwoorden.” Win-winsituatie Ewald van Vliet (38) is sinds de herindeling per 1 januari 2004 wethouder van gemeente Westland. Hij zit namens Gemeentebelang Westland in het college en kent het strand bij Ter Heijde op zijn duimpje. Dat kan ook niet anders want
hij woonde 33 jaar lang op steenworp afstand van het strand, in de gemeente Monster. Enkele maanden geleden verhuisde hij met zijn gezin naar Wateringen. “En dat heeft echt niets met de kustsituatie te maken”, lacht hij. Van Vliet pleit voor een integrale benadering. “Er woedde enige tijd geleden de discussie om de kustverdediging landinwaarts op orde te brengen. Dat betekende wel dat een deel van Ter Heijde zou moeten verdwijnen. Dat idee is afgeschoten. We kiezen nu voor een beperkte zeewaartse variant. Zo creëren we een winwinsituatie. Aan de ene kant brengen we de kustveiligheid op peil, aan de andere kant komen we tegemoet aan de vraag naar meer natuur en recreatiemogelijkheden.” Concreet houdt dit in dat er extra duinenrijen richting zee aangelegd worden. Daar moet wel kustmorfologisch onderzoek naar plaatsvinden hoe dat uitpakt, want alles wat je doet heeft immers gevolgen voor andere kustvlakken. Het is genoegzaam bekend dat je niet zomaar wat aan de kust kunt morrelen. Alles wat je doet heeft effect op de stroomrichting, de stroomsnelheid, de golfslag et cetera. Bestuurlijke drukte Dat brengt Van Vliet op alle betrokken partijen bij dit dossier. Het Rijk is eindverantwoordelijk voor de verdediging van de gehele Nederlandse kust en heeft een centrale regierol. Zij voorziet de provincie van voldoende financiële middelen om bijvoorbeeld onderzoek te doen.
De regierol voor Zuid-Holland ligt in handen van het provinciebestuur. Daarnaast speelt het Hoogheemraadschap van Delfland een rol in dit veiligheidsvraagstuk, want die is de beheerder van de duinen en het strand. En dan zijn er nog de gemeenten. Zowel de gemeente Westland als de gemeente Den Haag (Scheveningen!) werken op dit moment aan een vergelijkbaar plan. Beide zijn immers aangewezen als erg zwakke schakel. Westland doet dit overigens in nauw overleg met Hoek van Holland als directe buurgemeente. De vraag komt op of het in dit soort gevallen niet beter zou zijn als het Rijk als grote trekker optreedt, in plaats van zoveel bestuurslagen en partijen. Kustveiligheid is immers zo’n primaire voorwaarde voor Nederland. Van Vliet ziet dat echter anders. “Het is juist goed alle overheidslagen erbij te betrekken. Het gaat immers niet alleen om veiligheid, maar ook allerlei lokale functies, zoals ruimtelijke ordening, natuur en toerisme. Het is wel zaak goed met elkaar samen te werken en het Rijk moet de regie goed ter hand nemen. Zeker in dit geval, want er dreigt heel veel bestuurlijke drukte voor de Westlandse kust. De veelheid aan plannen – de tweede Maasvlakte, zeewaartse kustuitbreiding, het onderzoek naar grootschalige kustuitbreiding – brengt het gevaar met zich
Provincie wil duurzaam veilige kust Volgens gedeputeerde H.M.C. Dwarshuis – van de Beek (VVD) kent de Zuid-Hollandse kust meerdere zwakke schakels. Naast Ter Heijde zijn dat Noordwijk, Katwijk, Scheveningen, de kust van Voorne en het Flaauwe Werk op Goeree Overflakkee. “Op dit moment voldoen ze wel aan de veiligheidseisen, maar willen we dat op de langere termijn ook zo houden, dan zijn er wel maatregelen nodig,” zegt Dwarshuis. “De provincie vindt een duurzaam veilige kust van groot belang. En het moet bovendien voldoende kwaliteit bieden aan natuur, landschap en toerisme.” Met de staatssecretaris van Verkeer en
mee dat ze elkaar niet versterken maar verlammen. En dat kunnen we niet gebruiken.” Extra zand op het strand De gemeente Westland kan en wil niet wachten op alle planvorming. De laatste twee jaar is steeds een miljoen kuub zand extra gestort om het strand op te hogen en volgend jaar wordt een zogenaamde vooroeversuppletie gedaan. Dat wil zeggen dat er zand vlak voor de kust in zee wordt gestort. En de gemeente gaat de plannen voor de beperkt zeewaartse
Waterstaat is afgesproken dat de provincie de leiding heeft bij het maken van plannen voor versterking. Het Rijk levert de nodige financiën. Per zwakke plek is een projectgroep, bestaande uit medewerkers van waterschappen, gemeenten, provincie en rijk aan het werk. Voor de kust ter hoogte van de gemeente Westland is een milieueffectrapportage nodig. De startnotitie voor deze procedure verwacht gedeputeerde Dwarshuis in de eerste helft van het volgende jaar. In 2006 moeten verdere onderzoeken klaar zijn, waarna hopelijk in 2007 met de uitvoering van de plannen begonnen kan worden.
variant, extra duinenrijen voor de kust, snel verder uitwerken. Maar wel op zo’n manier dat het de uitvoering van eventuele verdere grootschaliger plannen van het Rijk niet in de weg staat. Een zogenaamde ‘no regret’-oplossing noemt Van Vliet dat. En de zee? ‘Zij wist zich-zelven af in eeuwige verreining, En wendt zich altijd om en keert weer waar zij vliedt, aldus de dichter Willem Kloos. ■
DECEMBER 2004
5
FOCUS HAAGLANDEN
Veiligheid is speerpunt in ruimtelijke ordeningsprojecten
Externe veiligheid op regionale agenda
Komt de bedreiging van buiten of van binnen? De wereld van de openbare veiligheid kenmerkte zich tot niet zo lang geleden als een stabiel geheel van politie en brandweer. Dit waren gemeentelijke organisaties. De kleinere gemeenten werden bediend door een rijkspolitie; zij werden zelf niet in staat geacht een eigen politie-organisatie in stand te houden. Het rijk bepaalde voor de politie en de brandweer het wettelijk regiem en daarmee ook de zaken die uniformiteit vereisten.
Nederland kampt met een toenemend ruimtetekort. Daarom gaan wij steeds intensiever met de beschikbare ruimte om. Een van de mogelijkheden is meervoudig en intensief ruimtegebruik. Dat wil zeggen dat verschillende functies bij of boven elkaar komen. Het vraagt een nadere bezinning op veiligheid en is een relevant speerpunt geworden bij ruimtelijke ordeningsprojecten. Shahid Suddle gaat als adviseur externe veiligheid in de regio aan de slag.
22
Dr.ir. Shahid Suddle is adviseur externe veiligheid bij het stadsgewest Haaglanden. Daarnaast is hij onderzoeker aan de TU Delft op het gebied van fysieke veiligheid bij meervoudig ruimtegebruik. Op 13 oktober van dit jaar is hij op dit onderwerp gepromoveerd.
Tekst en fotografie: stadsgewest Haaglanden
D
e publieke opinie over veiligheid is op scherp gesteld door een aantal nationale en internationale rampen. De veiligheid van intensief gebruikte ruimte wordt vooral bedreigd door het transport van gevaarlijke stoffen door deze gebieden. Veiligheid is daarom bij ruimtelijke ordeningsprojecten een relevante speerpunt geworden. Besluitvorming over veiligheidsaspecten is een cruciaal aspect in ruimtelijke plannen. De vereiste deskundigheid blijkt echter niet of niet voldoende aanwezig bij de meeste gemeenten. Gemeenteambtenaren en -bestuurders van economische zaken en ruimtelijke ordening, vergunningverleners en handhavers hebben in de regel onvoldoende kennis van zaken.
Ongewenste risicovolle situaties kunnen bijvoorbeeld ontstaan bij nieuwbouw, bij verdichting of herstructurering van stedelijke vernieuwingsprojecten. Immers, een mogelijk ongeval in een dichtbebouwde omgeving kan leiden tot een ramp met een groot aantal slachtoffers. Grote maatschappelijke ontwrichting en een dalend vertrouwen van de burger in de overheid zijn daarvan het resultaat. Om dergelijke ongewenste situaties te voorkomen en professionaliteit en rationaliteit ten aanzien van externe veiligheid in Haaglanden op te bouwen, is Sahid Suddle als specialist externe veiligheid aangesteld. Suddle heeft een regionale focus en wil een bijdrage leveren aan uniformiteit in het besluitvormingsproces over ruimtelijke ontwikkelingsplannen.
Integrale afweging Veiligheid vraagt een integrale afweging bij planontwikkeling, maar het komt nu vaak versnipperd aan bod. Daardoor worden beslissingen rondom veiligheid niet tijdig of niet juist genomen. En te nemen acties hebben vaak een intuïtief karakter.
Voor meer informatie: Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 06-300 76 86 9 E-mail:
[email protected] Internet: www.haaglanden.nl ■
Intussen kennen we regionale politie. En naast de gemeentelijke brandweer bestaan nu ook regionale brandweerorganisaties. Achter deze veranderingen zitten ontwikkelingen van schaal en van macht. Optimale schaalgroottes zijn onderhevig aan allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, zoals samenvoeging van gemeenten en snellere communicatie. Mede door die snellere communicatie en veranderingen in de wijze van berichtgeving in de media bestaat er vanuit de Tweede Kamer een permanente druk op ministers om alert te reageren op structurele ontwikkelingen en vooral ook incidenten. Dat leidt als vanzelf tot een permanente poging van departementen om meer mogelijkheden naar zich toe te trekken, om te sturen en bij te sturen. We kunnen een permanente strijd waarnemen rond de macht bij politie en brandweer: het rijk trekt, gemeenten en regionale organen trekken terug.
23
Binnen het rijk zien we de strijd tussen de rechtshandhaving en de openbare orde. Gelijktijdig ziet de burger zich bedreigd door ontwikkelingen waarop de politie en de brandweer geen of onvoldoende invloed hebben. De kleine criminaliteit lijkt steeds dominanter te worden in de samenleving. Drugsbestrijding lijkt een verloren zaak. Instroom van vreemdelingen veroorzaakt spanningen. Terreuracties komen dichterbij, tenminste voor het gevoel van de burger. De overheid lijkt zich hiermee weinig raad te weten. Gemeenten, de grote voorop, zoeken hun heil vooral in het stellen van nieuwe ambities op een veelheid van terreinen: welzijn, volkshuisvesting, scholing, jeugdhulpverlening et cetera en in het actief bijeenbrengen van de verschillende instellingen op deze terreinen. Lokaal ligt de nadruk op integraliteit en preventie. Het rijk lijkt de oplossing vooral te zoeken in repressie via regelgeving, structuren, instrumenten en het vergroten van de personeelsinzet. De onmacht van de overheid versterkt het gevoel van onveiligheid bij de burger. Wordt het niet eens tijd voor een algehele heroriëntatie op het beleid, de besturing en de uitvoering? Daarbij zou dan niet de huidige machtsverdeling voorop moeten staan, maar het belang van de burger. En de kracht van de verschillende overheden zou dan beter moeten worden benut. Zijn we intussen zo star geworden, dat dit pas kan na nog grotere crisis?
Toine van Helden Senior adviseur BMC
Project Externe Veiligheid Het project Externe Veiligheid is een initiatief van het ministerie van VROM, het IPO en de VNG. Stadsgewest Haaglanden gaat in samenwerking met de Hulpverleningsregio Haaglanden en de Haaglanden gemeenten twee projecten uitvoeren. Het eerste project is regionale deskundigheidsbevordering externe veiligheid, het tweede omvat risico-inventarisaties.
Voor het eerste project is voor twee jaar een specialist externe veiligheid aangesteld. Deze deskundige, Shahid Suddle, staat ter beschikking van een ieder die binnen de regio met vraagstukken op het gebied van externe veiligheid zit. Hij wil een brug slaan tussen hulpverleners en technische deskundigen Externe Veiligheid. Ook gaat hij zijn kennis overdragen aan planontwikkelaars, vergunningverle-
ners, ambtenaren van ruimtelijke ordening en economische zaken. Suddle gaat vanuit het stadsgewest en de HRH opereren. Van daaruit kan hij werken aan een verhoging van het veiligheidsniveau in de regio. Onder andere door afstemming van planvorming, vergunningverlening en rampenbestrijding.
DECEMBER 2004
5
Stadsgewest Haaglanden subsidieert drie-jarig pilotproject
Nieuwe impuls voor verkeerslessen op de basisschool neemt de begeleiding qua intensiviteit af. Het initiatief voor de invulling van de praktijklessen komt dan vanuit de school zelf, waarbij ik meer een sturende en adviserende rol heb. In het derde en laatste jaar wordt samen met de school een actieplan opgesteld om de praktijklessen in het jaarrooster te krijgen. Binnen de pilot-periode van drie jaar kan ik op deze manier op heel veel scholen zorgen voor een beter verkeerslesprogramma.” Vanaf februari 2005 begint Maurice aan een nieuwe periode en geeft hij ook les in Wassenaar en Rijswijk. ■
Verkeersles op school? Vroeger was ‘verkeer’ een vaste les op de basisschool en was de wijkagent van de politie met regelmaat in de klas aanwezig om de kinderen te wijzen op de regels in het verkeer. De gemeente Zoetermeer heeft al enkele jaren een echte verkeersleerkracht (zie Focus 1; november 2003), maar de rest van de regio blijft achter. Daarom is kort geleden een regionaal pilot-project voor drie jaar van start gegaan om dit te verbeteren. Twee nieuwe verkeersleerkrachten verzorgen de komende drie jaar de praktijklessen op diverse scholen. Focus
24
Haaglanden bezocht een les van de verkeersleerkracht Maurice van Betten op de Pius X school in Voorburg.
Tekst en fotografie: stadsgewest Haaglanden
M
aurice van Betten werkt vier dagen in de week en gedurende die vier dagen is hij ‘full-time’ aan de slag met het lesgeven op drie verschillende scholen in Voorburg en Den Haag. Deze lessen nemen een half jaar in beslag. “Ik heb eerst enkele jaren voor de klas gestaan in het primair onderwijs. Vooral aan kinderen uit de bovenbouw (groepen zes, zeven en acht) heb ik veel les gegeven en ik heb wel iets met de groepen in deze leeftijd. Toen ik deze vacature onder ogen kreeg, heb ik direct gereageerd. Ik vind dit namelijk vreselijk leuk om te doen en er zit voldoende uitdaging in, want ik geef nu les aan kinderen uit alle groepen en ga iedere dag naar een andere school.” Verkeersleerkracht Maurice van Betten aan het werk bij Pius X
Praktijkmethodes De verkeerslessen voor de kleuters richten zich vooral op het oefenen van het veilig oversteken: het zebrapad, de klaarover, oversteken tussen auto’s door, bij de stoplichten. Deze lessen worden door Maurice afgesloten met een heus praktijkexamen. De les op de Pius X school was ditmaal voor kinderen uit de groepen drie en vier. De kids rijden tijdens de les van 45 minuten op hun eigen fiets over drie verschillende parcoursen die op het plein zijn uitgezet met paaltjes en fel-oranje pionnen. Handig tussen de paaltjes door fietsen, je hand uitsteken bij de bocht en fietsen met een extra rugtas als handicap. “Deze oefening komt uit de methode PMF en dat betekent Project Motorische Fietsvaardigheid. Je ziet ook dat de kinderen moeten balanceren als ze tussen de paaltjes door fietsen en ze mogen hal-
verwege de rit kiezen of ze een rugtas meenemen als extra bagage,” licht de verkeerskenner toe. De kids fietsen geconcentreerd over het parcours van meester Maurice. Soms ietwat wiebelend tussen de witte paaltjes door en een enkeling knikt verlegen ‘nee’ als de keuze voor de rugtas wordt gemaakt. Vervolgens wordt bij elke oranje pion keurig het vingertje uitgestoken voordat de bocht wordt gemaakt. Maurice van Betten: “Voor mijn lessen gebruik ik eigenlijk alle praktijkmethodes die er zijn. Zo heb je de methode ‘Trapvaardig’ van de ANWB en die methode bestaat uit een aanhangwagen gevuld met blokjes en palen om een parcours uit te zetten. Dit zijn vooral oefeningen voor de oudere kinderen. Voor de jongere kinderen, groep 1+2 en 3+4, is er de zogenaamde ‘leskist over-
steken’. Voor de groepen zeven en acht hebben we onder meer de ‘Dodehoek’lessen. Dat is een lessenserie waarbij ook een vrachtwagen op school komt zodat de kinderen het slechte zicht vanuit de cabine zelf kunnen zien. Ten slotte kan je in de woonwijk zelf een fietsroute uitzetten in de omgeving van school of van huis of bijvoorbeeld de route van huis naar school. Het project ‘Van 8 naar 1’ is bijvoorbeeld een praktijkoefening voor de kinderen die van groep acht naar de brugklas op de middelbare school gaan. Tijdens dit project bekijken we samen de veiligste route naar de nieuwe school.” Half jaar per school Maurice van Betten heeft een goed gevuld lesrooster. Hij bereidt zijn lessen altijd voor bij OnderwijsAdvies in Zoetermeer. Van Betten: “Zij geven ook begeleiding aan onderwijzers. Ik word betaald door het stadsgewest Haaglanden – zij subsidiëren immers dit project – maar mijn opdrachtgevers zijn eigenlijk de diensten OnderwijsAdvies, het HCO (Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding) en de SAD (School Advies Dienst Wassenaar). Scholen melden zich aan bij de gemeente en die geeft dit weer door aan deze diensten. En daarna komt de aanvraag bij mij terecht.” Op het schoolplein verloopt de les voorspoedig. De kinderen zijn in drie groe-
pen gesplitst en doen per groep hun speciale oefeningen. Elk kind rijdt daarbij op zijn eigen fiets. Meester Maurice begeleidt de moeilijkste oefening met de paaltjes en de extra rugtas. De juf van de klas helpt de groep die oefent in het uitsteken van de hand. Haar groep fietst in de rondte over een slingerend parcours met ‘bochten’ van oranje pionnen. Op enkele punten moeten de kinderen stoppen, afstappen, een stukje lopen met de fiets aan de hand en vervolgens weer opstappen om hun weg te vervolgen. De derde groep kids fietst een slalomparcours waarbij de vinger zowel naar rechts als naar links uitgestoken wordt. Het wisselen van losse hand brengt af en toe wat onbalans in het fietsen en menig oranje pion gaat omver of klemt tussen voorwiel en spatbord. De oudere leerling die hier de groep begeleidt, gaat luchtig om met de driftig sturende kleinere kinderen. Hij houdt de gang erin en zet af en toe als een echte hulp-verkeersleerkracht de pionnen terug op de goede plek. Intensieve samenwerking Maurice: “Deze praktijklessen zijn altijd bedoeld als aanvulling op de theorie die door de leerkracht in de klas wordt gegeven. Ik betrek hem of haar dus ook bij de praktijkles en laat vooraf zien hoe het plein is opgebouwd. Op elke school werken we op deze manier een half jaar intensief samen. In het tweede jaar
25
Project Verkeersleerkracht Het Project Verkeersleerkracht: • is een driejarig pilotproject; • is gefinancierd door het stadsgewest Haaglanden; • staat open voor maximaal veertig scholen; • scholen kunnen per half jaar instappen; • de activiteiten van de Verkeersleerkracht worden geleidelijk door de school overgenomen; • drie Verkeersleerkrachten zijn actief in de regio, namelijk.: - Maurice van Betten (regio Haaglanden) - Bas de Zwart (Zoetermeer) - Yamina Haneveld (regio Haaglanden)
DECEMBER 2004
5
26
Milieuteams politie op regionaal en interregionaal niveau versterken elkaar
Aangifte is startmotor voor meer veiligheid
Nieuwe aanpak bestrijding milieucriminaliteit effectief
Proefprojecten overbruggen kloof
Grotere milieuzaken worden harder aangepakt door de politie. Naast de bestaande regionale milieumedewerkers komen er namelijk
Criminaliteit staat in het middelpunt van de belangstelling. Van de politiek, beleidsmakers, burgers
zes bovenregionale milieuteams. Begin 2005 zullen de teams starten. Het nieuwe Interregionale Milieu Team van Politie Haaglanden
én ondernemers. Zo’n 80 procent van het bedrijfsleven heeft van doen met criminaliteit, ook in de
en Politie Hollands-Midden zal worden geleid door Bülent Aydin, die al een duidelijke visie heeft op de taak van ‘zijn’ team.
regio Haaglanden. Beheersing van deze problematiek vergt een gemeenschappelijke aanpak. Tekst: Marlies Burlet Fotografie: Martien de Man
Tekst: Jeroen Molenaar, Politie Haaglanden Fotografie: Politie Haaglanden
D
e milieutaak van de politie komt op dit moment onvoldoende tot zijn recht. Dat is de mening van regering en parlement. “De overheid vindt dat er erg versnipperd en alleen op regionaal niveau wordt gestreden tegen milieucriminaliteit,” legt Bülent Aydin uit. “En de regionale milieumedewerkers beschikken, ondanks hun grote inzet, niet over voldoende recherche-expertise. Vooral tegen de grotere milieuzaken, zoals het frauderen met asbest of andere ernstige vormen van milieuverontreiniging, wordt naar de smaak van de overheid te weinig gedaan.” Het Bureau Bovenregionale Recherche van Politie Hollands-Midden en Politie Haaglanden wordt daarom uitgebreid. Naast het Recherche Team en het Interregionaal Fraude Team is er dan ook een Interregionaal Milieu Team (IMT). Bülent: “We selecteren op dit moment rechercheurs die affiniteit hebben met milieuzaken, zodat we dit team vanaf januari kunnen starten.”
27 ten zijn bemoedigend: X-pulse heeft in zes weken tijd honderd processen-verbaal ingestuurd naar het Openbaar Ministerie en 122 zaken in behandeling genomen. Het X-pulseteam is dus voortvarend van start gegaan. Teamchef Wybe Epema: “We hebben bijvoorbeeld het aantal milieuvluchten flink uitgebreid. Voor elke vlucht wordt een vluchtplan gemaakt, waardoor er in de hele regio gestructureerd wordt gesurveilleerd. Verder staan er, soms in samenwerking met de bureaus, een groot aantal controles op het vervoer van afvalstoffen, mobiele koelinstallaties en bestrijdingsmiddelen op het programma. Kennisuitwisseling Wybe: “We hebben ook bijstand verleend aan de gemeentes tijdens de zogenoemde Milieu-estafette. Hierbij werden onder meer tuinbouwbedrijven en andere bedrijven in het Westland gecontroleerd,
gecheckt of vrachtwagens met gevaarlijke stoffen niet buiten de toegestane route reden en burgers gecontroleerd op het bezit van illegale in- en uitheemse diersoorten.” Behalve een meer gestructureerde aanpak, heeft het werken in een team nog veel meer voordelen. “Er vindt een grote kennisuitwisseling plaats. Collega’s die in een tuinbouwgebied werken, worden nu ook ingezet in de stad waar weer heel andere milieuproblemen spelen. En andersom. Bovendien kunnen onze partners, de gemeente, het OM en de AID, ons nu beter bereiken. De eerste weken moesten ze er nog even aan wennen, maar nu wordt het erg gewaardeerd dat bij ons de telefoon altijd wordt opgenomen,” lacht Wybe. “We beschikken over een heel team waarvan altijd wel iemand aanwezig is die beschikt over de juiste kennis.” ■
Toezicht binnen de regio Natuurlijk blijven ook de regionale milieumedewerkers een belangrijke rol spelen. “Zij houden milieutoezicht in de regio en nemen de minder complexe milieuzaken voor hun rekening,” aldus Bülent. “De grote uitdaging is te zorgen dat de regionale milieumedewerkers en het interregionale milieuteam elkaar aanvullen en versterken. Alleen dan kunnen milieuproblemen in de regio effectief worden aangepakt.” Sinds de reorganisatie zijn de medewerkers milieu verspreid over de verschillende wijkbureaus van Politie Haaglanden. Maar onlangs werden de krachten van het merendeel van de milieumedewerkers tijdelijk gebundeld in het X-pulse team. En de eerste resulta-
In samenwerking met VROM controleert het X-pulse team op het vervoer van afvalstoffen
”B
eheersing van criminaliteit bij het bedrijfsleven begint met samenwerking, organisatie, communicatie en betrokkenheid.” Aan het woord is Milo Bakker, regiomanager van MKB-Haaglanden en lid van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC). “Sinds drie jaar is in Haaglanden het RPC actief. Daarin werken werkgevers- en brancheorganisaties, politie, justitie en gemeenten samen. We vertalen het algemene landelijke beleid naar kansrijke ideeën en effectieve kleinschalige projecten, toegesneden op de situatie in Haaglanden. Een succesvol voorbeeld is het proefproject ‘Verbetering Aangiftebereidheid’, dat ondernemers onder meer stimuleert om meer aangifte te doen.”
Weinig aangiften Zo goed als elke ondernemer krijgt vroeg of laat te maken met criminaliteit: overlast, vernieling, fraude, diefstal, bedreiging, overvallen, et cetera. De financiële maar ook emotionele schade is aanzienlijk. Desondanks doet een ondernemer in twee van de drie gevallen geen aangifte bij de politie. De afstand tussen ondernemers enerzijds en politie en justitie anderzijds is groot. ‘Aangifte doen is tijdrovend, omslachtig, nutteloos’, ‘politie en justitie begrijpen de ondernemersbelangen niet’ en ‘er gebeurt toch niets mee’ zijn veel gehoorde geluiden. “Aangifte doen is weldegelijk voor elke ondernemer belangrijk,” aldus Milo Bakker. “Door geen aangifte te doen, zijn de cijfers over criminaliteit bij ondernemingen te rooskleurig. Aangiftecijfers vormen een belangrijk uitgangspunt voor inzet van de beperkte middelen om criminaliteit aan te pakken. Doen ondernemers weinig aangifte, dan krijgen andere zaken meer prioriteit. Dat versterkt het
negatieve oordeel van ondernemers over politie en justitie, met als gevolg: nóg minder aangiftes. Zo ontstaat een vicieuze cirkel die moet worden doorbroken. Wil je dat beheersing van de criminaliteit bij winkels en bedrijven hoog op de agenda staat van de politiek, beleidsmakers, justitie en de sterke arm? Doe dan aangifte!” Verbetering Aangiftebereidheid Het proefproject ‘Verbetering Aangiftebereidheid’ overbrugt met succes de kloof tussen ondernemers en politie. In 2002 is een werkgroep van start gegaan met de intentie de negatieve spiraal te doorbreken. De aanbevelingen van de werkgroep zijn een jaar later toegepast op bedrijventerrein Plaspoelpolder te Rijswijk en in het kernwinkelgebied van Naaldwijk. De ondernemers werd gevraagd wat hen is overkomen, of ze aangifte hebben gedaan, de reden daarvoor, et cetera. Zo ontstond een reëel beeld van de problematiek. Er werd meegedacht over oplossingen aan politie- én ondernemerszijde. Zo bleek aangifte (feitelijk een verzoek tot strafvervolging) een tijdrovende en zware maatregel, zeker voor relatief kleine vergrijpen. Aangifte via Internet biedt nu soulaas voor ondernemers op bedrijventerreinen. Melding per fax wordt vooral door winkeliers gebruikt. Het is eenvoudig, snel, en wanneer nodig kan later alsnog aangifte worden gedaan. De politie heeft nu een vast aanspreekpunt voor ondernemers en de wijkagenten zijn opnieuw geïntroduceerd. Door ‘elkaar een gezicht te geven’ is de afstand verkleind. En in een krantje worden reële feiten, acties en vraagstukken aan de orde gesteld. Ook dat helpt spookverhalen en vooroordelen de wereld uit. Zo krijgt de politie meer
Milo Bakker
informatie over ‘kleine criminaliteit’. Niet onbelangrijk, zeker in het licht van de actuele ‘hardere aanpak van veelplegers’. En juist die éne melding van bijvoorbeeld een gestolen T-shirt of vernieling kan de doorslag geven bij vervolging van een verdachte. Meer aangiftes brengen ook trends aan het licht. In het wijkteam worden de ondernemers daarover geïnformeerd. En de politie kan gericht preventietips en -trainingen geven. Neveneffect De projecten in Rijswijk en Naaldwijk zijn inmiddels afgerond. Rob Schippers, bestuurslid van MKB-Haaglanden en verantwoordelijk voor de procesbegeleiding, is zeer te spreken over de geboekte resultaten. “Ondernemers en politie weten elkaar nu te vinden en de aangiftebereidheid is gegroeid. Maar het neveneffect is minstens zo belangrijk. Het heeft het denken over veiligheid, de betrokkenheid en alertheid gestimuleerd. Mede daardoor zijn de veiligheid én het veiligheidsgevoel toegenomen. Werken aan een concreet iets als aangiftebereidheid was de startmotor. En met deze ervaringen op zak gaan we verder in het Haagse winkelgebied Leyweg.” ■
DECEMBER 2004
5
Primeur in Nederland: in één week tijd drie dagen oefenen
Klapstuk: een breuk met de oefentraditie in Haaglanden Oefening Klapstuk is in zes gemeenten in de regio Haaglanden gehouden. Drie dagen lang zijn burgemeesters, ambtenaren en hulpdiensten in de ban van ‘een ramp’; een groot incident binnen de eigen gemeentegrenzen. Natuurlijk heeft iedere gemeente rampenplannen en rampbestrijdingsplannen in de kast liggen. Via oefeningen worden deze plannen aangescherpt.
28
Tekst: Lex Vroling. HRH Fotografie: HRH
E
lke gemeente in de regio Haaglanden heeft voorbereidingen getroffen om rampsituaties zo goed mogelijk het hoofd te kunnen bieden. Een onderdeel van die voorbereiding is natuurlijk planvorming: het gemeentelijke Rampenplan. Dit plan is gebaseerd op een regionaal model. Zo bevorder je dat de plannen binnen de regio zo veel mogelijk op elkaar zijn afgestemd. Bij een langdurig incident blijkt de eigen capaciteit van een gemeente namelijk ontoereikend, zo leren ons rampen uit het recente verleden. Onderlinge bijstand is dan noodzakelijk. Het is dan wel zo makkelijk als we in de regio allemaal dezelfde taal spreken en dezelfde structuren hanteren.
Plannenmakerij In het Rampenplan worden de taken, verantwoordelijkheden en structuren duidelijk beschreven. Daarnaast worden er ook Rampbestrijdingsplannen gemaakt. Dit zijn plannen die in detail weergeven hoe er gehandeld moet worden als zich een bij een speciaal object een grootschalig incident voordoet. Zoals bijvoorbeeld bij speciale bedrijven die met veel chemicaliën werken, de tram-
29 tunnel, et cetera. Dan worden er ook nog Coördinatieplannen ontwikkeld. Deze richten zich op voorzienbare gebeurtenissen. Daarbij kun je denken aan een spoorwegongeval of een grote kettingbotsing op een van de snelwegen in de regio. Nu is al die plannenmakerij op zich natuurlijk wel nuttig, maar het risico van een papieren werkelijkheid is niet ondenkbeeldig. De plannen moeten zoveel mogelijk aan de praktijk worden getoetst. Bijvoorbeeld door middel van oefeningen. Dit is trouwens wettelijk verplicht. De Hulpverleningsregio Haaglanden biedt elke regiogemeente een bestuurlijke oefening aan. Daarbij krijgt het Gemeentelijk Beleidsteam een bepaald scenario dat tot een goed einde gebracht moet worden. Het doel van dit soort oefeningen is het testen van de plannen en de communicatie tussen de verschillende gemeentelijke niveaus in de rampenbestrijding. Gesimuleerd incident Tot nu toe was het gebruikelijk om een oefening rondom een gesimuleerd inci-
dent te houden. Kort na het ontstaan van een ramp is de onduidelijkheid namelijk het grootst. Er is een chaotische berichtenstroom en het is, zeker in eerste instantie, onduidelijk wat er precies aan de hand is. Het belangrijkste is zo snel mogelijk een juist beeld zien te krijgen van wat er precies gebeurd is. Pas na een paar uur komt een team toe aan het formuleren van een soort beleid. Voordat men de kans gekregen heeft beleid te maken in plaats van alleen maar te reageren op de gebeurtenissen, is de oefening al weer afgelopen. Er volgt een evaluatie, schrijft de verbeterpunten op en gaat over tot de orde van de dag. Daarbij komt het implementeren van de verbeterpunten nogal eens in het gedrang door de drukke dagelijkse beslommeringen. En volgend jaar herhaalt het geheel zich en komen er vaak weer een aantal van dezelfde verbeterpunten boven tafel. Dit jaar heeft de Hulpverleningsregio Haaglanden besloten eens te breken met deze traditionele opzet van de oefeningen. De HRH wilde een grotere link leggen tussen de planvorming en het oefenen. In Haaglanden vindt in elke
De structuur van de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie Aan het hoofd van de organisatie staat de burgemeester (bgm). Hij heeft een aantal adviseurs om zich heen verzameld in het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT), zoals vertegenwoordigers van de brandweer, GHOR, politie, de gemeentesecretaris en het hoofd van de afdeling voorlichting. Het staat de burgemeester vrij dit team uit te breiden met andere adviseurs.
De uitvoering van het door de burgemeester geformuleerde beleid gebeurt door verschillende Actiecentra (AC). De coördinatie van de werkzaamheden is in handen van een managementteam. Dit team wordt soms aangeduid met Gecoördineerde Actie Centrale (GAC). De verschillende actiecentra sturen het gemeentepersoneel aan dat ‘in het veld’ werkt.
bgm GBT
GAC AC AC AC pers. pers. pers.
strategisch niveau
tactisch niveau
uitvoerend niveau
gemeente de bestuurlijke oefening plaats op drie dagen binnen één week. En dat is een primeur in Nederland. Dag 1: chaosfase Het gemeentelijke beleidsteam wordt voor dag en dauw bij elkaar geroepen. Er heeft zich net een incident voorgedaan bij een bepaald object in de gemeente. We zitten dan in, wat we noemen, de chaosfase van de ramp. Door het incident komt er flink wat werk op de gemeente af en er is sprake van een grote hoeveelheid slachtoffers die moeten worden opgevangen. Het team geeft opdrachten door naar de rest van de organisatie. De verzamelde informatie komt terecht in het rampbestrijdingsplan voor dat specifieke object in de gemeente. Daarbij zijn de nodige mensen van diverse gemeentelijke actiecentra betrokken, die voor een deel van elkaars informatie afhankelijk zijn. Aan het eind van de dag inventariseert de gemeentesecretaris hoe ver het staat met het invullen van het regionale model rampbestrijdingsplan. Ook de loco-burgemeesters worden uitgenodigd, zodat zij betrokken zijn bij de voorbereiding op crisissituaties. Via een korte cursus krijgen zij meer inzicht in de regionale structuur van de rampenbestrijding. Dag 2: stabiele fase Het vervolg van dag 1. Daarbij zijn we in de stabiele fase aangeland. De hulpdiensten hebben de situatie binnen afzienbare tijd onder controle. De nodige
gemeentelijke processen komen goed op gang. Het beleidsteam krijgt, nu onder leiding van een van de loco-burgemeesters, de kans vooruit te kijken en beleid te formuleren. De gemeentesecretaris rapporteert de vorderingen met het schrijven van het plan en signaleert eventuele knelpunten. Het beleidsteam kan suggesties doen om de knelpunten weg te werken, waarop het gemeentelijk apparaat de rest van de dag weer aan de slag kan. Aan het eind van de middag meldt het team de stand van zaken aan de gemeentesecretaris. Dag 3: nazorgfase Met dag drie zijn we in de nazorgfase aanbeland. Het incident is geheel onder controle, maar de nasleep zal nog maanden (of nog langer) werk met zich meebrengen. Het gemeentelijke beleidsteam moet nu, onder leiding van weer een andere loco-burgemeester, echt ver vooruit gaan denken over te nemen maatregelen en uit te zetten acties, zodat we zo snel mogelijk weer een zo normaal mogelijke situatie bereiken. Daar kunnen opdrachten uit voortvloeien die in het groeiende rampbestrijdingsplan opgenomen moeten worden. Aan het eind van dag drie bekijken we of het plan al af is of dat er nog aanvullende informatie nodig is. In dat laatste geval stellen we daar duidelijke termijnen voor. Oefening Klapstuk Op het moment van het schrijven van dit artikel is de driedaagse oefening ‘Klapstuk’ in zes gemeentes gehouden. In alle
De Hulpverleningsregio Haaglanden biedt elke regiogemeente een bestuurlijke oefening aan. Daarbij krijgt het Gemeentelijk Beleidsteam een bepaald scenario dat tot een goed einde gebracht moet worden.
gevallen is de oefening met veel enthousiasme ontvangen, behalve wat klachten over het vroege tijdstip waarop het GBT ’s ochtends moest aantreden… Iedereen toonde zich tevreden. De inspanningen van al het personeel wordt beloond met een product waar de gemeente toch werk voor had moeten verzetten. De deadline van drie dagen hield iedereen sterk bij het project betrokken. Vergrootglas Door deze intensieve manier van werken leg je gemeentelijke deelplannen en procedures als het ware onder een vergrootglas. En door de duur van de oefening heeft men ook meer last van zaken die niet optimaal geregeld zijn. Iedereen ziet de noodzaak van aanpassingen en verbeteringen van het rampbestrijdingsplan. Overigens brachten de oefeningen ook een aantal zwakke plekken aan het licht. Vóór we verdergaan met oefeningen in andere gemeentes werken we die zoveel mogelijk weg. Het modelplan kan na elke oefening nog weer verder worden aangepast. Al met al constateren we dat de versterkte relatie tussen planvorming en oefenen door oefening Klapstuk leidt tot een betere voorbereiding op het functioneren van de gemeente onder rampenomstandigheden. ■
DECEMBER 2004
5
KIDS: regionale samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven
Een B-to-B onderwijsbedrijf met een makelaarsfunctie De Esloo onderwijsgroep, met zes scholen in de regio Haaglanden een prominente aanwezige, heeft nieuwe wegen gevonden voor samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Ketenoplossingen, Innovatieve en Duurzame Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, kortweg KIDS, is zo’n nieuwe weg. KIDS is een voorbeeld van regionale samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven op basis van een win-win situatie. Duurzame relaties, óók als het economisch minder gaat.
30
Tekst: Kees Leering Fotografie: Martien de Man, Siemens
R
oel Gordijn, lid van de Esloo directie: “Scholen zijn geneigd hun hand bij het bedrijfsleven op te houden voor sponsoring, de aanschaf van computers of stageplekken. Wij hebben bedrijven echter ook iets te bieden.” Het bedrijfsleven stelt meer en meer de competenties van medewerkers centraal. Siemens Nederland bijvoorbeeld screent op zeven basiscompetenties waaraan medewerkers moeten voldoen. “Wij kunnen daar met competentiegericht onderwijs aan tegemoet komen,” stelt Gordijn. “Ook in productieprocessen en voor marketing kan men bij het onderwijs terecht. Je bent dan ook meteen buiten de school met community-vorming bezig. Vroeger was de school een gebouw met een hek eromheen. Nu staan er poorten naar buiten.”
Domotica en economie Siemens is de belangrijkste partner van Esloo in KIDS en één van de eerste beoogde uitvoeringsprojecten heeft rechtstreeks met Siemens te maken. De voorzitter van de centrale directie, Jaap Westbroek, geeft een schets van de nabije toekomst: “Siemens doet aan domotica. Dat is hoogwaardige technologie in en om huis en kantoor. Daarvoor moeten mensen worden opgeleid. Dat kan nu alleen op twee plaatsen in Nederland. In 2005 kan onze samenwerking er ongeveer zó uitzien: Corbulo in Voorburg, één van onze scholen met een vmbo-component, krijgt apparatuur. De docenten krijgen cursussen. Daarmee kunnen wij onze studenten domotica bijbrengen en hoogwaardige technologie overdragen.” Volgens Westbroek zijn er in de hele regio maar enkele installateurs die daarmee om kunnen gaan. Zo’n installateur zit doorgaans aan het eind van een
Roel Gordijn (links) en Jaap Westbroek
kantoor en onze vmbo-leerlingen hebben met hun diploma een diploma Domotica op zak waarmee zij zeer gewild zijn. En de school heeft een nieuwe rol in de samenleving.” Makelaarsfunctie Zo leidt Esloo de werknemers van de toekomst op. Roel Gordijn: “We hebben een centrale rol. Wij zijn een b-to-b onderwijsbedrijf (business to business) met een makelaarsfunctie in het centrum van de regionale kenniseconomie.” Deze vormen van samenwerking moeten voor het bedrijfsleven leiden tot duurzame partnerschap in het voortgezet onderwijs. Esloo organiseerde in oktober een conferentiedag met onder meer de partners in de ontwikkeling van KIDS: VNO/NCW, Mondriaan Onderwijsgroep, de Haagse Hogeschool, Technotalent, Siemens Nederland, Onderwijs Technocenter Haaglanden en Bedrijvenvereniging Binckhorst, Laakkwartier, Fruitweg. In totaal gaven meer dan negentig bedrijven en organisaties acte de présence. “Samen met de partners
31 geven we nu de organisatie van KIDS vorm”, zegt Gordijn. “Dat moet in januari klaar zijn en uitmonden in een aantal werkgroepen die per gebied bekijken waar onderwijs en bedrijfsleven van elkaar kunnen profiteren. Met KIDS bedden we samenwerking in structuur, in duurzaamheid,” vult Jaap Westbroek aan. “Nu is het domotica, straks iets anders. Misschien wel zorg of onderwijs. We hoeven ons niet tot techniek te beperken.” Jetnet en vmbo Jetnet is de organisatie waarbinnen onderwijs in de techniek op HAVO / VWO niveau en het technisch bedrijfsleven aan elkaar gekoppeld zijn. Westbroek: “Jetnet is een stuk PR. Denk aan docentendagen of leerlingenbezoe-
De samenleving kan niet meer zonder techniek
nieuwbouw- of renovatietraject. Het is veel slimmer domotica al in het programma van eisen mee te nemen. Een installateur moet dus al in de ontwerpfase opdrachtgevers, architecten en adviesbureaus kunnen overtuigen. “Nu hebben we KIDS.” zegt Westbroek. “Daarbinnen kunnen we cursussen organiseren voor de accountmanagers van de installatiebedrijven. Dat doen we gratis, want die accountmanagers sturen hun monteurs
naar Corbulo voor een betaalde opleiding.” “KIDS levert een economie op waarmee in de hele regio de kwaliteit van de duurzaamheid en kennis wordt verhoogd. Siemens en andere leveranciers hebben er wat aan, want die kunnen hun producten beter kwijt. Installatiebedrijven hebben er wat aan, want de kennis vermeerdert. De eindgebruiker krijgt een beter huis of
“De belangstelling voor techniek bij jongeren holt terug. Wij maken ons daar als onderneming grote zorgen over,” aldus Monique Walrave, projectleider Jet-Net en TechnoTalent bij Siemens. “Als samenleving kunnen wij namelijk niet meer zonder techniek. Het gaat daarbij niet alleen om high-tech innovaties, maar ook om zaken als serviceverlening of inbedrijfstelling. Of het nu gaat om het onderhoud van de CV-ketel thuis, of de hogesnelheidstrein die tussen Nederland en Duitsland rijdt. Maar ook zoiets complex als domotica, het wordt allemaal gedaan door mensen met een technische achtergrond.” “Jongeren moeten enthousiast gemaakt worden voor techniek én goed opgeleid zijn. Om hier actief aan bij te kunnen dragen, zijn we dit jaar lid geworden van Jet-Net en TechnoTalent. Vanuit deze
twee netwerken organiseren we verschillende activiteiten met scholen. Dit varieert van het organiseren van bedrijfsbezoeken en het verzorgen van productdemonstraties tot het geven van gastcolleges.” Samenwerking De samenwerking met Esloo in KIDS vloeit voort uit het project TechnoTalent. De eerste stap was het gezamenlijk ondertekenen van een subsidieaanvraag bij Provincie Zuid-Holland. De komende periode gaan wij verdere afspraken met Esloo maken over de precieze samenwerking. Wij denken daarbij vooral aan het verzorgen van gastlessen en excursies en het begeleiden van leerlingen bij werkstukken en studieopdrachten. Het voordeel van Siemens is dat wij in verschillende marktsegmenten opereren. Nu hebben we met Esloo gesproken over
ken bij bedrijven. Doel van Jetnet is bij leerlingen aandacht te vragen voor technische vakken en studies. Esloo wilde graag meedoen, maar dan ook om via vmbo-techniek onze HAVO en VWO te kunnen versterken. Want ook in het vmbo is het nuttig een betere relatie te leggen tussen het onderwijs en de competenties die in het bedrijfsleven verwacht worden.” Siemens doet mee in Jetnet en nu dus ook in KIDS. “Siemens is in feite onze grootste partner. Het bedrijfsleven ziet de zin van deze samenwerking. De kenniseconomie heeft consequenties voor bedrijfsleven en onderwijs. Samenwerking is dan positief voor de kenniseconomie op de langere termijn,” besluit Westbroek. ■
Domotica. In de toekomst kan ook gekeken worden naar andere activiteitengebieden van Siemens zoals energie, mobiliteit of communicatie. Wat ons betreft gaat het dus om een samenwerking op lange termijn.” “Wij zijn erg enthousiast. Door ‘echte’ producten en probleemstellingen in te brengen, verwachten wij een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan het competentiegerichte onderwijs van de instelling. Bovendien hopen we ook dat het jongeren zal inspireren om, na de opleiding, ook daadwerkelijk een technisch beroep op te pakken. Bij Siemens of elders. Het gaat ons dus niet direct om werving van medewerkers. De primaire reden voor de samenwerking is dat wij als onderneming een bijdrage willen leveren aan de beeldvorming over techniek, zodat er voldoende goed opgeleide technici komen. Dit is van groot belang voor onze samenleving,” besluit Monique Walrave. ■
DECEMBER 2004
5
FOCUS HAAGLANDEN Tot ver in 2006 wordt er hard gewerkt aan de infrastructuur in de regio De redactie nodigt voor iedere uitgave van Focus Haaglanden iemand uit een mening te
Mobiliteitsplan voor een betere regionale bereikbaarheid De bereikbaarheid, mobiliteit en verkeersveiligheid van de omgeving van Pijnacker-Nootdorp, Leidschenveen en Ypenburg moet beter. De groei van het aantal inwoners en de economische bedrijvigheid vraagt om een betere infrastructuur. Allerlei infrastructurele ontwikkelingen worden in een snel tempo gerealiseerd. Dit wordt voornamelijk bereikt door een nauwe samenwerking tussen Rijkswaterstaat, ProRail, het stadsgewest
32
Haaglanden en de betrokken gemeenten Den Haag en Pijnacker-Nootdorp. Alle spelers in het veld hebben een aantal einddoelen voor ogen die niet zonder elkaar kunnen functioneren. Voor alle weggebruikers en openbaar vervoer reizigers wordt een zestal verbeteringen gerealiseerd. Om de overlast zo veel mogelijk te beperken, is door alle betrokken partijen gezamenlijk een mobiliteitsplan ontwikkeld.
Tekst en fotografie: stadsgewest Haaglanden
1 Station Den Haag-Ypenburg • 2 Tunnel A12/spoor • 3 Fietstunnel Veenweg • 4 Nieuwe aansluiting A12 • 5 RandstadRail • 6 Nootdorpboog
I
n het plan worden zes verbeteringen genoemd voor een betere bereikbaarheid in de regio Haaglanden. Het uiteindelijke doel van het gezamenlijke mobiliteitsplan is een toename van de mogelijkheden om te reizen met de fiets of het openbaar vervoer en een nieuwe en betere aansluiting op de A12. De werkzaamheden zorgen op hun beurt echter wel weer voor stremmingen en maken de regio tijdelijk slecht bereikbaar. Zo sluit de spoorwegovergang Veenweg Zuid bij Nootdorp op 11 december 2004 tot 20 juni 2005. De zes verbeteringen zijn: Nieuwe aansluiting A12 De nieuwe aansluiting op de A12 is hard nodig. Omdat het wettelijk verboden is bij vier sporen een gelijkvloerse spoorwegovergang te hebben, wordt een ongelijkvloerse kruising gebouwd. Bovendien is de toename van het aantal weggebruikers door de uitbreiding van Buitenplaats Ypenburg en Leidschenveen een belangrijke reden om de aansluiting een modern jasje te geven. Over de A12 en het Goudse Spoor komt daarom een viaduct dat met een halve boog op de randweg Nootdorp-Ypenburg aansluit. Volgens de planning zal de nieuwe aansluiting Nootdorp van de A12 halverwege 2005 gereed zijn. Station Den Haag-Ypenburg De aanleg van station Den Haag-Ypenburg is belangrijk voor een betere bereikbaarheid van het gebied met zowel de bus, de tram als de trein. Met dit station
geven over een onderwerp dat hem of haar na aan het hart ligt. In dit nummer is dat Rob van Woudenberg, ambtenaar rampenbestrijding & crisisbeheersing gemeente Delft
Nootdorpboog De Nootdorpboog krijgt steeds meer vorm. Deze nieuwe railverbinding zorgt ervoor dat treinen die voor onderhoud naar de werkplaats in Leidschendam moeten, daar kunnen blijven komen. De huidige route via de Hofpleinlijn wordt namelijk geschikt gemaakt voor lightrail. Op light-railsporen mogen echter geen ‘gewone’ treinen rijden, vandaar de noodzaak van deze nieuwe spoorverbinding. In maart van dit jaar werd het bruggedeelte van de Nootdorpboog over de A12 geplaatst. De werkzaamheden lopen op schema en volgens planning is de Nootdorpboog eind 2005 gereed. Tunnel A12/spoor Een betere verbinding tussen de woonwijken Buitenplaats Ypenburg en Leidschenveen. Dat beoogt de nieuwe tunnel A12/spoor. Niet alleen automobilisten plukken hier de vruchten van, maar ook voetgangers, fietsers en de toekomstige tramlijn 19 die gaat rijden van Leidschendam, via Leidschenveen en Buitenplaats Ypenburg naar Delft. De onderdoorgang zal naar verwachting in juni 2006 in gebruik worden genomen.
kunnen inwoners en forensen meer gebruik maken van het openbaar vervoer tussen Gouda en Den Haag. Als alles volgens plan verloopt, wordt het station met de NS dienstregeling van 2006 in gebruik genomen. RandstadRail De realisering van RandstadRail zal vooral enthousiast worden ontvangen door
treinreizigers van en naar Rotterdam, Den Haag, Pijnacker-Nootdorp, Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer. Uiteraard zorgt het voor een betere regionale bereikbaarheid met het openbaar vervoer. De RandstadRail gaat naar alle waarschijnlijkheid in juli 2006 rijden.
Fietstunnel Veenweg In de Veenweg komt onder de Stationsweg en onder de spoorbaan een fiets- en voetgangerstunnel. De uitvoering is momenteel in volle gang. Wanneer de spoorwegovergang is afgesloten kunnen voetgangers er al lopend doorheen, want de tunnel is vooralsnog bereikbaar via een trap. Eerst zal dan de onderdoorgang onder de A12 tussen Buitenplaats Ypenburg en Leidschenveen worden gerealiseerd voor de fietsers en voetgangers. Daarna zal de fietstunnel bij de Veenweg verder worden afgebouwd. De tunnel wordt in december 2005 volledig opgeleverd. Voor meer informatie over de omleidingen en deze maatregelen: Gemeentelijk ContactCentrum (070 353 3000) of www.denhaag.nl/bereikbaarheid ■
Rampenbestrijding en crisisbeheersing in regio Delft We zitten in een afrondende fase van de fusie tussen de brandweerkorpsen Delft en Rijswijk. Deze fusie heeft de nodige voordelen voor het bureau Rampenbestrijding en Crisisbeheersing. Delft werkte eerder samen met Rijswijk op het gebied van de rampenbestrijding. Bijvoorbeeld rond het rampbestrijdingsplan voor het bedrijf DSM Gist. Destijds hebben we een unieke constructie bedacht voor de leiding, coördinatie en uitvoering in geval van een ramp. Het opperbevel ligt in zo’n geval bij de burgemeester van de gemeente Delft. Als het incident uitwaaiert en Rijswijk bereikt, dan voeren beide burgemeesters samen het opperbevel vanuit één Gezamenlijk Beleidsteam. Deze structuur van leiding is niet alleen uniek in Haaglanden maar voor zover ik weet zelfs in Nederland niet in planvorming verwerkt.
33
De samenwerking tussen de korpsen Delft en Rijswijk krijgt nu zijn beslag via een fusie. In de nieuwe organisatie wordt de rampenbestrijding opnieuw georganiseerd. Dat kan tegelijk een kwaliteitsimpuls betekenen. In de loop van de tijd zijn we steeds meer gaan beseffen dat rampenbestrijding de hele veiligheidsketen beslaat. We moeten niet beginnen met het produceren van heel veel papierwerk, maar juist proactief bezig zijn. Dat wil zeggen in een vroeg stadium meepraten over het voorkómen van rampen. Onder andere via gesprekken met Ruimtelijke Ordening, Milieutoezicht en Bouw en Woningtoezicht. Maar ook in overleg met de Hulpverleningsregio Haaglanden, stadsgewest Haaglanden, politie, GHOR et cetera. Door de nieuwe organisatie kan de visie op veiligheid vanaf het begin goed neergezet worden. Het is ook spannend hoe we in de toekomst omgaan met de veiligheidsregio en de rampenbestrijding. De fusie tussen de korpsen van Rijswijk en Delft is een eerste beweging die kant op. Bijkomend voordeel van de fusie is dat er altijd een functionaris met kennis van zaken aanwezig zal zijn op elk willekeurig moment van de dag. En door de brede en specifieke kennis zal de kwaliteit van de rampenbestrijding ongetwijfeld omhoog gaan. Willen alle gemeenten in de regio een hoge kwaliteit van hun rampenbestrijding en crisisbeheersing halen, dan moet je gaan werken met een aantal coördinatoren rampenbestrijding. Deze ambtenaren worden samen met de commandant gedetacheerd bij de veiligheidsregio. Dat borgt een goede organisatie van de rampenbestrijding.
Rob van Woudenberg, ambtenaar rampenbestrijding & crisisbeheersing gemeente Delft
DECEMBER 2004
5
Oude gasapparaten vaak veroorzakers koolmonoxidevergiftiging
Werken in een multi-etnische wijk
Koolmonoxide is kleurloos, reukloos en smaakloos
‘Wijkagent is een bewuste keuze’ Politiebureau De Heemstraat is een van de drukkere Haagse binnenstadbureaus. Hier werken betekent werken in een turbulente
Iedere winter overlijden in Nederland mensen aan een koolmonoxidevergiftiging. De oorzaak is in bijna alle gevallen een onvolledige omgeving. Geen dag is hetzelfde als de verbranding in slecht onderhouden gasapparatuur of een slechte ventilatie, waardoor niet voldoende zuurstof beschikbaar is. Gelukkig loopt het vorige. Wijkagenten Mart Rasenberg en niet altijd slecht af. Vaak is men er op tijd bij en kan een ziekenhuisbehandeling de slachtoffers weer op de been helpen. Een van de laatste Henny Visser kunnen daarover meepraten. grote ongevallen deed zich afgelopen winter voor in Den Haag. Beiden zijn nu zo’n jaar of tien wijkagent en
34
35
nog steeds razend enthousiast over hun
Tekst: Wim Zwart Voorspuy, Arwin van de Zande, Fred Lek HRH Fotografie: Govert Verberg
werk.
O
p 19 januari belde ‘s avonds een bewoonster van het Newtonplein naar de hulpverleningsdiensten. Zij meldde dat ze zich niet goed voelde. Toen agenten en ambulancepersoneel haar huis binnen gingen, werden ook zij onwel. De brandweer werd om assistentie gevraagd en die stelde snel via metingen vast dat het om koolmonoxide ging. De veel te hoge concentratie van koolmonoxide was ook al via naden en kieren doorgedrongen naar de omliggende panden. De brandweer besloot daarop tot complete evacuatie van de woningen. De oorzaak bleek te liggen in een vervuilde en verkeerd aangesloten verwarmingsketel.
Wat is koolmonoxide? Twee deskundigen, Arwin van der Zande, adviseur gevaarlijke stoffen bij de brandweer van de Hulpverleningsregio Haaglanden en Wim Zwart Voorspuij, arts medische milieukunde bij de GGD in Den Haag, leggen dit uit. “Nu de zomer weer achter de rug is, worden de kachels aangestoken of de verwarming aangezet. Door slecht onderhoud of door slechte ventilatie levert de kachel of de geiser echter niet altijd alleen warmte, maar kan er ook een zeer schadelijk product vrijkomen: koolmonoxide (CO). Koolmonoxide is kleurloos, reukloos en smaakloos. En dat maakt het zo gevaarlijk. Een koolmonoxidevergiftiging kan dodelijk zijn,” vertelt Van der Zande. “Bij het ontdekken van koolmonoxide moet iedereen direct de woning verlaten en buiten in de frisse lucht gaan staan. Gebruik geen schakelaars in verband met explosiegevaar! Alarmeer direct de brandweer en waarschuw de buren van de omliggende woningen.”
Tekst: Petra Thomissen, Politie Haaglanden Fotografie: Politie Haaglanden
D cepersoneel zuurstof worden toegediend. In grote ziekenhuizen kan dit ook gebeuren door een therapie met zuurstof onder hoge druk. Daarbij wordt zuurstof in een drukcabine geleid, waardoor de acute vergiftigingsverschijnselen in enkele minuten verdwijnen. In andere gevallen kan ook een bloedtransfusie zinvol zijn. Verder behandeling hangt natuurlijk af van de toestand van de patiënt en de ernst van de vergiftiging.”
e Haagse stadswijken Schilderswijk en Transvaal vallen ieder voor een deel binnen het verzorgingsgebied van Bureau de Heemstraat. Mart: “Onze wijk is multi-etnisch. Er wonen hier meer dan honderd verschillende nationaliteiten bij elkaar. Dat heeft grote invloed op je werk. Vaak ben je voor de bewoners het eerste contact met de overheid,” gebaart Mart. “In deze wijk is er tussen bewonersgroepen onderling veel sociale controle. Religie en cultuur spelen een grote rol. Mensen hebben oog voor elkaar en zorgen voor elkaar. Dat betekent dat je als wijkagent eerst het vertrouwen moet winnen voordat je goed contact hebt met zo’n groep.” Henny knikt bevestigend: “Dat lukt je niet in een week, dat duurt echt járen.”
Risicosituaties “Vaak zijn slecht onderhouden gasapparaten de oorzaak van een CO-vergiftiging,” zegt Van der Zande. “Risicosituaties zie je vooral bij afvoerloze geisers, in doucheruimtes, in keukens, in caravans, in vakantiehuisjes en in woonboten. Een jaarlijkse onderhoudsbeurt van de gasapparatuur en de schoorsteen en voldoende ventileren beperkt de kans op het ontstaan van koolmonoxide. De meeste energiebedrijven maar ook installatiebureau’s zullen tegen een geringe vergoeding het onderhoud kunnen uitvoeren. En om helemaal zeker te zijn kun je ook een koolmonoxidemelder installeren, zeg maar een variant op de rookmelder.” ■
De rijen sluiten Henny vervolgt: “Als het vertrouwen er eenmaal is, heb je daar in je werk veel voordeel van. Je zit als het ware midden in de groep en als wijkagent signaleer je dan ontwikkelingen waar je tijdig op kunt reageren. Zo kun je voorkomen dat problemen ontstaan of escaleren. Bovendien kun je veel bereiken bij de bewoners als ze je kennen en vertrouwen. Voor hen ben jij dan het ‘geaccepteerde gezag’. Ze willen alleen met jou zaken doen. De keerzijde van de medaille is wel dat bewoners onmiddellijk de rijen sluiten zodra je een conflict met een van hen hebt. Dan zijn ze naar elkaar toe heel loyaal en bereik je niets meer bij de groep.”
Ook hulpverleners lopen het risico bedwelmd te raken door het koolmonoxide. De nodige voorzorgsmaatregelen, zoals ademlucht, moeten dat voorkomen.
Zwart Voorspuij legt de medische achtergrond van de vergiftiging uit: “Bij een onvolledige verbranding van organische verbindingen, zoals aardgas, hout en kolen, kan koolmonoxide ontstaan. Dit gas wordt in het bloed opgenomen. Het bloed is echter ook verantwoordelijk voor het transport van zuurstof door het gehele lichaam. Voor het transport wordt de zuurstof gebonden aan hemoglobine (Hb). Maar de koolmonoxide wordt ongeveer 200 tot 250 keer sneller in het bloed opgenomen dan zuurstof. De eerste tekenen die wijzen op een COvergiftiging zijn druk boven het voorhoofd en lichte hoofdpijn, die toeneemt en hevig wordt. Daarbij komt een kloppende pijn in de slapen, oorsuizen, duizeligheid, gevoel van zwakte, misselijkheid en braken. Het hart gaat sneller kloppen en men gaat sneller ademhalen. Uiteindelijk valt men flauw en raakt bewusteloos. In lichte gevallen van vergiftiging is het voldoende frisse lucht op te zoeken. Als de koolmonoxidevergiftiging al in een verder stadium is, waarbij bewusteloosheid of zelfs ademhalingsstilstand is opgetreden, dan moet door het ambulan-
Mart benadrukt het belang van zijn functie. “Multi-etnisch politiewerk vergt specifieke kennis en vaardigheden. We spreken over kennis en vaardigheden die niet zomaar voorhanden zijn: ervaringsdeskundigheid. Werken in een wijk met een multi-etnische samenstelling gaat echter verder dan alleen het uitvoeren van de politiekerntaak. Religieuze en cultuuraspecten hebben zoveel invloed op de samenleving binnen ons werkgebied dat je met het uitvoeren van alleen de kerntaak niet het gewenste doel kunt bereiken. Als wijkagent vervullen wij dan ook een hele belangrijke functie. Wij zijn vaak de enigen die écht contact hebben met de wijkbewoners en daardoor zijn wij een waardevolle informatiebron voor het korps en andere diensten. Je ziet dan ook
dat de functie van wijkagent meer en meer wordt gewaardeerd binnen het politiekorps.” Wereldbaan De twee wijkagenten werken ieder al geruime tijd als wijkagent. Waar zien ze zichzelf over tien jaar? Henny, enthousiast: “Ik vind dit een wereldbaan. Het werk is me zo lief dat ik dit over tien jaar nog steeds wil doen.” Mart: “Wijkagent worden is een heel bewuste keuze. Het moet in je aard liggen, je moet daar in willen investeren. Dat duurt jaren, want mensen moeten je leren kennen. Daarna gaat het ook wat opleveren en komen bewoners uit zichzelf naar je toe met informatie. Op dat punt zit ik nu, dus dat wil ik nog wel een paar jaar doen.” ■
DECEMBER 2004
5
Geluk
in je leven hangt af van de kwaliteit van je gedachten zei Marcus
Aurelius ooit. En zo is het. Zeker als die gedachten op hun beurt gevoed worden door de kwaliteit van je omgeving. Zo kan een blik over de skyline voldoende zijn om bijvoorbeeld je ondernemersinstinct te volgen en het succes af te dwingen. Daarmee alleen ben je nog niet gelukkig. Dat weten wij ook wel. Maar je bent aardig op weg, volgens ons.
Wilkens c.s. eind 2004 ISO-gecertificeerd
Meer werk aan de winkel door globalisering
Het goede wonen. “Wij zijn geen dozenschuivers,” aldus mr Jaap Wilkens, directeur van Wilkens c.s. Vertalers & Tolken. “Afhankelijk van de klant en de aard van de tekst bepalen we welke vertaler we inzetten. Dat kan een externe vertaler zijn of een van onze vaste medewerkers. Vertalen is en blijft mensenwerk. Het luistert heel nauw. Onze vertalers zijn vertrouwd met specialistisch jargon. Daarnaast komt het er op aan de juiste toon te treffen.”
37
Tekst: Francien Rademaker Fotografie: Luuk van der Lee
W
ilkens c.s. heeft zich sinds de oprichting in 1987 ontwikkeld tot een van de meest vooraanstaande vertaalbureaus van Nederland. Het bedrijf is gespecialiseerd in vertaalwerk op medisch-farmaceutisch en financieeleconomisch gebied en verder overheidsteksten. Het bureau vertaalt al jaren voor overheden op allerlei niveaus. Speeches, wetteksten, beleidsnota’s: voor elke tekst geldt dat alleen gespecialiseerde vertalers worden ingezet. Het bedrijf kan daarbij putten uit een database van ruim 200 externe medewerkers.
Vesteda-project De Hoge Heren, Rotterdam
De visie van Vesteda, als specialist in het ontwikkelen en verhuren van luxe woningen en appartementen, is dat kwaliteit in alles voorop moet staan. Of het nu gaat om het gebouw, de omgeving waarin het staat, het interieur dat past bij deze tijd of de service die uw wonen vandaag en morgen nog aangenamer maakt. En dat geldt natuurlijk ook voor de espresso of cappuccino die we u graag aanbieden terwijl we samen met u de woningen uit onze portfolio eens doornemen. Zo’n 33.000 in totaal, ook bij u in de buurt. Kom langs bij Vesteda woongalerie Den Haag voor meer informatie. Wij zijn gevestigd aan de Alexanderstraat 23 te Den Haag of bel (070) 313 18 00.
Met een personeelsbestand van vijftien vaste medewerkers behoort het in Leiderdorp gevestigde bedrijf tot de top van de Nederlandse vertaalbureaus. De markt van vertaalbureaus is buitengewoon ondoorzichtig en bestaat voor het overgrote deel uit éénpitters. Daarvan lopen er enkele duizenden rond. Concurrentie is voor een deel op prijs gebaseerd. Met name voor klanten die slechts af en toe met vertaalwerk te maken hebben kan dit een overwegende factor zijn. Wie regelmatig met vertaalwerk geconfronteerd wordt kiest voor kwaliteit en continuïteit. Zijn dat geen loze begrippen? Jaap Wilkens: “Kwaliteit begint bij ons al bij de verkoop en kwaliteitsbewaking begint bij ons aan de achterkant. Bij de selectie van kandidaatvertalers gaat het bedrijf niet over één nacht ijs. Vast onderdeel van de procedure is een proefvertaling. Teksten van nieuwe vertalers worden keer op keer extra gescreend. Elke interne vertaler wordt gecoached. Maar ook de freelancers worden begeleid. Medewerkers moeten bereid zijn om in samenwerking met het bedrijf tot een goed resultaat te komen. Iedere vertaler krijgt een beoor-
mr Jaap Wilkens, directeur van Wilkens c.s. Vertalers & Tolken
delingsrapport waarin sterke en minder sterke punten geregistreerd staan. Daardoor kunnen we de juiste m/v aan de juiste job koppelen. We doen dit al sinds onze oprichting.”
taalwerk,” aldus Jaap Wilkens. “Er wordt steeds meer gecommuniceerd. Voeg daarbij de globalisering en je begrijpt waarom er steeds meer werk aan de winkel is.”
ISO certificering Wilkens c.s. zal eind dit jaar ISO gecertificeerd zijn. Onderdeel van de kwaliteitsbewaking is een klachtenprotocol. Met name voor overheden speelt de door het bedrijf gegarandeerde vertrouwelijkheid een belangrijke rol. Ook de opdrachtgever zelf kan bijdragen aan optimalisering van de kwaliteit. Bijvoorbeeld door het geven van zorgvuldige feed back op een vertaling. Betekent het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie meer werk? “Jazeker, maar los daarvan is er sprake van een toenemende behoefte aan ver-
Nederland is exotische taal Heeft Jaap Wilkens de ambitie om ‘internationaal’ te gaan? “Internationaal gezien is het Nederlands een exotische taal! En ja, de dynamiek van een bedrijf met een aantal buitenlandse vestigingen, waarin je regelmatig van doen hebt met andere talen en culturen spreekt mij persoonlijk bijzonder aan. Maar laat ik eerst de zaak hier 100% op orde krijgen. We zijn op de goede weg. Ik ken geen bureau met zóveel eigen kweek! Investeren in coaching en opleiding is voor ons succesfactor nummer één.” ■ www.wilkens.nl
DECEMBER 2004
5
Investeren in veiligheid is investeren in klanttevredenheid
Vesteda heeft oog voor sociale veiligheid in en om de woning Met zo’n 6000 woningen in het bestand is Vesteda een grote verhuurder in de regio
DE WERELD VAN ARBEID EN VERZUIM IS STERK IN BEWEGING
Haaglanden. De Zoetermeerse portefeuille omvat op dit moment zo’n 1600 woningen. Wij
Het is de kunst mee te bewegen. Traditionele arbodiensten hebben daar moeite mee en opdrachtgevers merken dat, juist in roerige tijden. Tredin heeft die flexibiliteit wel in huis.
spreken accountmanager Ton van de Water in de Vesteda-woongalerie van die gemeente.
De aanpak van verzuim begint met het voorkómen van ziekte of problemen. Maar als het
38
eenmaal zo ver is, gaat Tredin graag voor u aan de slag met ‘de comeback coach’.
Tekst: Kees Leering Fotografie: Martien de Man
Veel werkgevers weten niet goed hoe ze ziek personeel adequaat kunnen begeleiden, terwijl actie geboden is. Want door snel ingrijpen kun je voorkomen dat het verzuim
”B
onnodig lang gaat duren. De comeback coach stelt niet de arts centraal, maar de
ij veiligheid denk je natuurlijk allereerst aan het beveiligen van woningen. Maar Vesteda richt zich daarbij ook op de sociale veiligheid. Onze aandacht daarvoor is ontstaan vanuit het standpunt dat wij onze huurders graag langere tijd in onze woningen willen laten wonen,” begint Van de Water. Lange huurperiodes en weinig mutaties in de huurdersbestanden brengen minder kosten met zich mee. Voor een belegger is het zaak deze kosten zo laag mogelijk te houden. En investeren in klanttevredenheid werpt dan al snel vruchten af. Veilige woonbode “Klanttevredenheid staat hoog op onze agenda,” aldus Ton van de Water. “We verbouwen zelfs oude containerruimtes onder onze appartementen tot oplaadstations voor scootmobiels. Maar we bieden ook Integrated Residential Services (IRS). Hiermee kunnen de bewoners vanuit hun woning om de dagelijkse boodschappen doen of elkaar onderling bellen. IRS bevat ook een brand- en inbraakalarm.” Deze ‘woonbode’ die in geschikte appartementencomplexen en in nieuwbouw wordt aangeboden, vergroot het gevoel van veiligheid bij de bewoners. Vesteda wordt vooral in de bestaande bouw met sociale veiligheid geconfronteerd. De aandacht strekt zich ook uit tot de directe omgeving van het pand. “In Zoetermeer hebben we op aangeven van de huurdersvereniging in Buytenwegh verlichting aangebracht op een aantal tuinachterpaden,” vertelt Van de Water. “En we zijn nu met de gemeente in gesprek om samen met de gemeente en de bewoners speelplaatsen overzich-
POSTBUS 330
medewerker. Samen kijken we naar wat hij of zij nog wél kan. Wij stellen niet alleen
8200 AH LELYSTAD
een diagnose, maar zetten meteen een eerste stap op weg naar een oplossing. En wij
T (0320) 23 90 20
werken met een heel concrete resultaatovereenkomst. Daar mag u ons op afrekenen.
F (0320) 23 90 29 E:
[email protected]
Benieuwd hoe de comeback coach het verzuim in uw organisatie
I: WWW.TREDIN.NL
terug kan dringen? 0320 23 90 20 of www.Tredin.nl
Thuis
in de stad
Accountmanager Ton van de Water: “Veiligheid vergroot de verhuurbaarheid van woningen.”
telijker te maken en rond de complexen in dezelfde wijk te dicht groen op te ruimen. Als je ‘enge plekken’ weghaalt en verlichting aanbrengt ben je al een hele stap verder.” Tuindak ruimt het veld Sociale veiligheid is niet nieuw. Vesteda Zoetermeer sloopte een paar jaar geleden aan de Dunantstraat het tuindak van een overdekte, maar verder aan alle kanten open parkeerplaats. De overkapping leverde onveilige gevoelens op. Na de sloop van het dak en de daktuin werd ook de bestrating aangepakt. Nu ligt er een overzichtelijke parkeerplaats. Dat geeft een heel ander, opgeruimd beeld. Naast meer sociale veiligheid leverde de nieuwe parkeerplaats ook meer parkeerruimte op. Zo gaan huurders- en verhuurdersbelangen soms ongemerkt hand in hand. Vesteda is zich uiteraard zeer wel bewust van het feit dat veiligheid de verhuur-
baarheid van woningen vergroot. Van de Water: “In Zoetermeer, Leiderdorp, Rijswijk en elders in de regio werken we daarom met huismeesters. Die hebben vanuit hun sociale functie ook een hele duidelijke link met veiligheid. Het is niet alleen een kwestie van het opruimen van papiertjes in de hal. Ze nemen ook de directe omgeving mee. En dan worden de jongeren die in de berging met hun scooters bezig zijn ook aangesproken. Huurders merken dat er wat gebeurt.” Van de Water past nooduitgangen aan, maakt galerijen ontoegankelijk voor ongenode bezoekers en meer. “Ik zit namens Vesteda toch wel vaak op de stoel van de huurder. We hebben de insteek om met de veiligheidswensen van huurders goed om te gaan. Hier in Zoetermeer hebben we de afgelopen jaren heel wat bereikt. Oók dingen die verder gaan dan de verplichting van de verhuurder.” ■
Woonbeleving. Dat is meer dan een dak boven je hoofd. Een leefomgeving waarin je prettig kan wonen, maar ook kan werken en recreëren. Kortom een omgeving waarin je je thuis voelt. Een gevoel dat niet vanzelf komt, maar gecreëerd kan worden. En juist daarom voelen onze mensen zich verantwoordelijk en zetten ze zich continue in. Met respect, met deskundigheid, met visie maar vooral met passie. Passie voor Mooi Werk. Samen werken. Grontmij is breed vertegenwoordigd in de stad en beschikt over een uniek netwerk dat ons in staat stelt om partijen bijeen te brengen: corporaties, gemeenten, ontwikkelaars, maar vooral met bewoners. De winst van een leefbare omgeving zit 'm in het samenspel. Samenspel tussen u als opdrachtgever en wij, Grontmij. Veelzijdig. We bedenken en realiseren samenhangende en duurzame oplossingen voor stedelijke herstructureringsopgaven, project- en gebiedsontwikkeling. Van initiatief tot en met beheer. Als veelzijdig partner met als basis de openbare ruimte.
• financieel-economische studie • grondexploitaties • wijkmanagement • structuurvisies • stedenbouwkundig ontwerp • inspraakbegeleiding • bestemmingsplannen • vergunningmanagement • woningrenovatie en nieuwbouw • inrichting openbare ruimte • sanering • groen • water • infrastructuur • parkeren. Contact. Wilt u samenwerken met een organisatie die thuis is in de stad en dichtbij is gevestigd? Neem dan contact op met onze medewerkers de heer M. Raak (teamleider Stedelijke Vernieuwing) of de heer S. van Remmen (regiomanager Haaglanden) van de vestiging Zuid-Holland (T: 0182 62 55 00) of kijk op onze site voor de vestiging in uw regio. www.grontmij.com
[email protected]
hjGrontmij
Mooi Werk
39