Kurt Vereycken Straathoekwerker stad Lier juni 2011
1
Inhoudsopgave: 0.
Inleiding en probleemstelling
1.
Conceptualisering: dakloosheid en thuisloosheid 1.1. Dakloosheid 1.2. Thuisloosheid 1.3. Een multi-causaal probleem
2.
Betekenis van sport binnen de huidige maatschappij 2.1. Sport en sociale inclusie/exclusie 2.2. Sport als sociaal kapitaal: Bonding, Bridging en Linking Social capital
3.
Vier methodische invalshoeken 3.1. Het groepsgericht vrijetijdsaanbod 3.2. De welzijnsfunctie 3.3. De brugfunctie 3.4. Belangenbehartiging en signaalfunctie
4.
De Homeless Cup: A ball can change the world 4.1. De homeless world cup 4.2. België: De Belgian Homeless Cup 3.2.1. Visie 3.2.2. Missie 3.2.3. Stedelijke projecten 4.3. Nederland: De Dutch Homeless Cup: Stichting Meer dan Voetbal 3.3.1. Stichting Meer dan Voetbal 3.3.2. Missie 3.3.3. Uitgangspunten 4.4. Duitsland: Anstoß: Bundesvereinigung für Soziale Integration durch Sport 4.5. Frankrijk: Collectif Remise en Jeu
5.
Conclusie
6.
Bibliografie
2
0.
Inleiding en probleemstelling:
België is een land dat grote rijkdom kent. Ondanks deze rijkdom telde Vlaanderen op het einde van de jaren ’90, 12.680 mensen die hulp kregen in de centra voor dak- en thuislozen. In Wallonië telde het Ministerie van Sociale Zaken in 2004, 5000 dak- en of thuislozen en in 2001 telde het studiebureau van de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie 1200 dak- en of thuislozen. Deze cijfers houden geen rekening met het stijgende aantal illegalen en mensen zonder papieren die verblijven in België. In de literatuur gaat men ervan uit dat 6% van de Belgische populatie minstens éénmaal in zijn leven technische thuisloosheid heeft ervaren (De Decker, 2004, De Vijlder, 2009). Er is geen officiële telling van het aandeel dak- en thuislozen voorhanden, maar er wordt een telling gedaan aan de hand van initiatieven voor deze doelgroep. Dit is niet enkel zo voor België, maar geldt voor alle Europese landen (De Vijlder, 2009). De steden krijgen voornamelijk te kampen met deze problematiek. Het ontbreken van een vaste woonst is meestal het eindresultaat van een samenspel van diverse oorzaken zoals scheiding, schulden, verslaving, werkloosheid. Hierdoor leven dak- en thuislozen in de marge van de maatschappij. Er bestaan verscheidene projecten die zich richten tot deze doelgroep. De Belgian Homeless Cup is hier één van. De Belgian Homeless Cup is een project waarbij (ex)dak- en (ex)thuislozen uit verschillende steden gestimuleerd worden om via (straat)voetbal op regelmatige basis te sporten. Voetbal fungeert hierbij als middel tot maatschappelijke integratie. Nadat de ploegen uit de verschillende steden drie tornooien hebben afgerond, zal de beste ploeg België vertegenwoordigen op De Homeless World Cup. Aan dit tornooi nemen ploegen van over heel de wereld deel, allen (ex)dak- en (ex)thuislozen. De Homeless Cup wil dak- en thuislozen stimuleren en aanmoedigen om hun leven terug in handen te nemen en wil de problematiek van thuisloosheid beklemtonen. In deze paper ga ik na wat de eigenheid van De Homeless Cup is. In het eerste hoofdstuk bespreek ik de concepten dakloosheid en thuisloosheid zoals ze in de literatuur worden geschetst. Opvallend is dat er meerdere oorzaken zijn die aan de basis liggen van deze problematiek. In het tweede hoofdstuk ga ik na welke betekenis sport heeft in onze huidige maatschappij. Dit brengt mij al snel bij sport en de mate van inclusie of exclusie en de krachten die maken dat mensen zich binden via sport. Hoofdstuk drie behandelt vier methodische invalshoeken die worden toegepast binnen de sociale sector om te werken met dak- en thuislozen. In hoofdstuk vier maak ik de sprong naar het straatvoetbal. Ik bespreek vijf sportieve straatvoetbalprojecten die zich richten tot dak- en thuislozen. De Homeless World Cup, De Belgian Homeless Cup, De Dutch Homeless Cup, Anstoß uit Duitsland en het Franse project ‘Collectif Remise en Jeu’. In het laatste hoofdstuk geef ik enkele aanbevelingen en bedenkingen.
1.
Conceptualisering: dakloosheid en thuisloosheid:
Dak- en thuisloosheid wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan benamingen. Men spreekt over zwervers, landlopers of clochards. Ook illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers worden hiertoe gerekend. Om begripsverwarring te voorkomen haal ik deze twee begrippen uit elkaar.
1.1.
Dakloosheid:
De meest gebruikte definitie die dakloosheid beschrijft is: “iemand die niet over een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de middelen heeft om daar op eigen kracht voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats heeft of tijdelijk in een tehuis verblijft in afwachting dat hem een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld” (Van Menxel, Lescrauwaet & Parys, 2003). 3
Van Regenmortel (2006) beschrijft dakloosheid als “het niet beschikken over of niet langdurig gebruik maken van reguliere huisvesting of van residentiële huisvesting (ook ziekenhuizen en gevangenissen) of onderdak bij familie of vrienden. Ze leiden gedurende een lange tijd (minstens vier weken achter elkaar) een zwervend bestaan en brengen de nacht door op straat, in parken, portieken en openbare gebouwen en al die plaatsen die enige beschutting tegen weer en wind bieden. Of ze brengen een beperkt aantal nachten door in een opvangcentrum.” Mensen die wonen in een kraakpand, commercieel pensioen, een caravan of inwonen bij familie of vrienden worden door Van Regenmortel 'marginaal gehuisvesten' genoemd. Kenmerkend aan zowel thuislozen als marginaal gehuisvesten is dat zij te allen tijde op straat kunnen worden gezet. FEANTSA1 benadrukt het aspect huisvesting.: “The homeless person is that person who is incapable of acceding to and maintaining an adequate personal dwelling through his/her own means, or incapable of maintaining a dwelling with the aid of Social Services” (Muñoz, Vázquez & Panadero in Malfroid, 2009). Bij dakloosheid ligt het perspectief bij ‘het hebben of behouden van een onderkomen’. Men maakt in dit perspectief een onderscheid tussen feitelijke en residentiële daklozen. Feitelijke daklozen zijn personen zonder reguliere huisvesting en die een zwervend bestaan leiden. Ze brengen hun dag door op straat of in laagdrempelige voorzieningen zoals dag- en nachtopvang. De term residentiële daklozen verwijst naar mensen die onderdak gevonden hebben in opvangvoorzieningen. Deze groep is heel divers: sommigen wonen als gevolg van een crisis tijdelijk in een opvangvoorziening. Anderen proberen na een zwervend bestaan weer een leven in een woning op te bouwen (Van Leeuwen-Den Dekker & van Bergen, 2006 in Malfroid, 2009). Samenvattend: dakloosheid wordt gekenmerkt door het ontbreken van huisvesting of een onderkomen.
1.2.
Thuisloosheid:
In de literatuur is er geen éénduidige definitie voor het begrip 'thuisloosheid' terug te vinden. Dit hangt voor een groot deel samen met de complexiteit van het probleem. Het gaat om uitsluiting uit verschillende levensdomeinen. Men spreekt van thuisloosheid als “een toestand waarin sprake is van een combinatie van persoonlijke, relationele en maatschappelijke kwetsbaarheid, zodat er geen bindingen van betekenis meer bestaan en zelfs moeilijk kunnen ontstaan met anderen in velerlei situaties” (Heydendael in De Vijlder, 2009). Heyndael ontwikkelde ook een standaarddefinitie van thuisloosheid voor Nederland. “Thuisloosheid kan worden omschreven als een toestand van maatschappelijke en sociale kwetsbaarheid, waarin geen functionele of mede- en intermenselijke relaties van betekenis worden onderhouden, met verlies van een vast leefmilieu in de maatschappij ...”. (Heyndel in Van de Ven, 1996). De Vlaamse definitie van thuisloosheid vertoont sterke overeenkomsten met de Nederlandse en wordt door het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (SAW) omschreven als “een toestand waarin een persoon zonder permanente woonst, werk en/of bestaansmiddelen verkeert, en waarin sprake is van een combinatie van persoonlijke, relationele en maatschappelijke kwetsbaarheid, zodat er geen bindingen van betekenis meer bestaan op deze drie domeinen ...” (Van Menxel in Malfroid, 2009; De Vijlder, 2009).
1.3. 1
Een multi causaal probleem:
Zie bijlage 1: FEANTSA: 'the
European Federation of National Organisations Working with the Homeless'
4
Bovenstaande definities tonen aan dat er verschillende invullingen van dak- en thuisloosheid mogelijk zijn. De Vijlder geeft aan dat dit consequenties heeft voor het werkveld en voor de aard van het wetenschappelijk onderzoek. De doelgroep kan namelijk zeer verschillend zijn naargelang de gehanteerde definitie. In een sociologische benadering wordt thuisloosheid gezien als het gevolg van maatschappelijke structuren, zoals de woning- en arbeidsmarkt en de sociale voorzieningen die voor sommige mensen onvoldoende beschikbaar zijn. In een psychosociaal perspectief wordt thuisloosheid bekeken als een complex probleem van maatschappelijke en individuele factoren. Hierdoor krijgt de definiëring van thuisloosheid een willekeurig karakter (Van Regenmortel et al, 2006). Wel bestaat er op internationaal vlak een consensus over het feit dat thuisloosheid een multi causaal fenomeen is. Thuislozen worden geconfronteerd met een cumulatie van verschillende negatieve gebeurtenissen (Heyndrickx, Barbier, Driesen, Van Ongevalle & Vansevenant, 2005; Hermans, De Coster & Van Audenhove, 2007; Van Regenmortel et al., 2006). Tevens is de hedendaagse 'risicomaatschappij' gangmaker voor moderne categorieën van thuisloosheid. Nieuwe samenlevingspatronen zoals scheiding, nieuw samengestelde gezinnen of het verlies van belang voor het kerngezin, scheiding, vermaatschappelijking of onaangepastheid van het instellingswezen (de psychiatrie, de gevangenis, bejaardentehuizen, instellingen voor jongeren of langdurig zieken). Mensen die traditioneel behoren tot de middengroepen worden door verscherpte woonproblemen (onbetaalbaarheid van private huurwoningen in stedelijke gebieden, onvoldoende sociale huisvesting, uitdrijving uit onbewoonbaar verklaarde woningen, ...) meer en meer getroffen door thuisloosheid. ‘Thuisloos’ zijn is geen kwestie van een eigen keuze of van bepaalde persoonlijkheidskenmerken. Het gaat bij thuislozen ook niet louter om tegenslagen in het leven. De kern van thuisloosheid ligt in mechanismen van sociale uitsluiting, waardoor een structurele benadering van de problematiek nodig is.
2.
Betekenis van sport binnen de huidige maatschappij:
Vandaag de dag is sport een containerbegrip voor verschillende activiteiten. Tot het eind van de twintigste eeuw heeft het begrip sport standgehouden als ‘een overkoepelend begrip voor georganiseerde sportieve lichaamsbeweging’. Mede door de individualisering heeft sport zich opgewerkt van randfenomeen tot cultuuruiting. Sport is geëvolueerd tot een maatschappelijke trend die andere sectoren in de samenleving beïnvloedt. Denk maar aan: mode, televisie, wetenschap, politiek, toerisme, opvoeding, entertainment en gezondheid. Verschillende activiteiten worden voortaan onder de noemer sport geplaatst, of het nu gaat om wedstrijdsport, skaten in het park, fitnessen in een sportschool of schaken. (Scheerder in Malfroid, 2009; Scheerder ea, 2004). Malfroid (2009) licht in zijn werk tien functies toe die relevant zijn bij het sociaal activeren van thuislozen via sport. Ook Coalter (in Van Poppel, 2011) heeft het over deze functies tijdens het European Conference on Local Sports Participation in Leuven, 20112. De Vlaamse Overheid vindt sport een belangrijk middel om mensen in armoede te bereiken en om met mensen in armoede te werken. Dit blijkt uit het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding. Hoewel de positieve effecten van sport en vrije tijd participatie op het leven van mensen in armoede niet ter discussie staan, participeren zij beduidend minder aan sport en vrije tijd activiteiten. Mensen in armoede worden met heel wat drempels geconfronteerd die verhinderen dat ze kunnen kiezen of ze al dan niet aan sport en vrije tijd activiteiten participeren. Het betreft niet alleen het financiële aspect, maar ook het toeleiden naar deze activiteiten: bekend maken van het aanbod, begeleiden van men2
Zie Bijlage 2: De functies van sport.
5
sen, materiële, sociaal-culturele, psychologische en andere drempels helpen overwinnen, … Dit moet resulteren in een verkleining van de kloof betreffende sport en vrije tijd participatie. (Vlaams Actieplan Armoedebestrijding, 2010-2014)
2.1.
Sport en sociale inclusie/exclusie:
Onderzoek dat zich richt op sportontwikkelingsprogramma’s en sociale inclusie kan men vinden in het Verenigd Koninkrijk, Australië, Canada, Ierland, Finland en de Verenigde Straten. Hierin geven de auteurs aan dat verscheidene organisaties en beleidsvoerders sport gebruiken als een middel om sociale inclusie te promoten (Bloomfield, 2003; Green in Sherry, 2010: Scheerder ea, 2004). Gesteld wordt dat ‘The notion of the power of sport to do social good [and] . . . belief in the wider benefits of sport has rarely been so strongly advocated’ (Crabbe in Sherry, 2010). Sport wordt momenteel regelmatig voorgesteld al een methode om de nadruk te leggen op het onderwerp van sociale exclusie en antisociaal gedrag (Coaffee in Sherry, 2010).Het concept ‘sociale exclusie’ biedt een kader waarnaar verwezen kan worden om groepen van ‘benadeelden’ onder te plaatsen. Barry definieert iemand als sociaal uitgesloten wanneer: “An individual is socially excluded if: (a) He or she is geographically resident in a society, but (b) For reasons beyond his or her control, he or she cannot participate in the normal activities of citizens in that society, and (c) He or she would like to so participate (Barry in Sherry, 2010). Sociale uitsluiting kan zich op verscheidene manieren zichtbaar maken waaronder ongelijke toegang tot het onderwijs, beroepskeuze en inkomen. Hoe dan ook, Stratton (2005) stelt vast dat er ‘objectieve materiële condities dienen bevredigd te worden om sociale uitsluiting te vermijden’. De meest fundamentele betreft ‘een plek om te wonen’: those with ‘no fixed abode’ whether sleeping rough or moving between shelters and hostels are excluded from most forms of participation including sport and recreation. Reduced comparative income, less access tot public transport and less social contact are all factors that are likely to impact on those classified as homeless, and may result in declining sport participation (Stratton et al. in Sherry 2010). In haar onderzoek ‘(Re)engaging marginalized groups through sport’ stelt Sherry dat het kunnen participeren via sport een belangrijk aspect is van het sociale leven van veel Australiërs waar 4.6 miljoen volwassenen ieder jaar participeren in één of andere vorm van georganiseerde sport. Hieraan kan worden toegevoegd dat een Australisch huishouden gemiddeld 15.70$ per week aan selectieve sport en fysieke recreatie producten besteedt. Dit wijst op een duidelijke financiële kost om te kunnen participeren aan sport. Dit is niet altijd mogelijk voor sociaal uitgesloten mensen, inclusief thuislozen. Green (in Sherry, 2010) beweert dat toegang hebben tot sport vergelijkbaar is met toegang hebben tot andere gemeenschapsinitiatieven. Tevens geeft Collins aan dat het proces van sociale uitsluiting van gemarginaliseerde mensen binnen de samenleving zich ook voordoet binnen de sport. Minder participeren aan sport is een kenmerk voor mensen met een lagere sociale positie (Collins et al., 2003, 2004). Hieraan voegen bepaalde auteurs toe dat participeren aan sport tot een bepaald niveau van sociale verandering kan leiden en dat deze verandering een brede positieve sociale impact heeft. De implicatie van deze veronderstelling leidt ertoe dat sportprogramma’s nu verder gaan dan de louter de intrinsieke voordelen. De focus verschuift naar bredere sociale objectieven. Sportparticipatieprogramma’s geven een antwoord op de aantrekkingskracht dat sport heeft op individuen. Participeren aan sportactiviteiten kan bezien worden als een geheel van sociale activiteiten. Dit heeft betrekking op de ontwikkeling van relaties met een hele reeks mensen en met een vooruitzicht tot het verkrijgen van verscheidene resultaten. Green (in Sherry, 2010) stelt: ‘it is not sport per 6
se that is responsible for particular outcomes; it is the ways that sport is implemented’. Sport activiteiten kunnen aanzien worden als activiteiten die mensen kunnen ondernemen om te komen tot sociale participatie, wat van deze activiteiten een ideale vorm van sociale interventie maakt. Sport is een middel om mensen te doen participeren, wat leidt tot inclusie. Aangaande sociale inclusie en herstel van het gemeenschapsleven is sport een beleidsonderwerp geworden. Echter, dit is niet altijd een garantie op succes. Er bestaan voorbeelden van sportactiviteiten die minder positief zijn. Toch zijn er voldoende voorbeelden die leiden tot deze sociale doelstellingen. Echter, door ontoereikend onderzoek is er onvoldoende empirisch bewijs. Hierdoor zijn de voordelen in termen van sociale inclusie en sportparticipatie ver van voldoende bewezen (Collins, 2003).
2.2.
Sport als sociaal kapitaal concept: Bonding, Bridging en Linking Social capital
Het sociaal kapitaal concept staat centraal binnen het debat aangaande sport en sociale inclusie. Er zijn argumenten die aantonen dat er een connectie is tussen sociaal kapitaal en gemeenschapsontwikkeling in de vorm van sociaal inclusie programma’s en activiteiten. Sport fungeert dan als een relevante en effectieve intermediaire. Het veelzijdige karakter van sport doet het sociaal kapitaal toenemen. Burnet (in Sherry, 2010) beklemtoont de focus van sociaal kapitaal in de sport en studies m.b.t. vrije tijd en de toepasbaarheid van dit concept binnen sportteams, sportontwikkelinginitiatieven, en 'community-based' clubs. De term ‘sociaal kapitaal’ verwijst volgens Putnam (in Collins, 2001; 2007) naar “... connections among individuals - social networks and the norms ofreciprocity and trustworthiness that arise from them ... Social capital calls attention to the fact that civic virtue is most powerful when embedded in a sense network of reciprocal social relations ...”. Sportdeelname kan in dit perspectief gezien worden als een vorm van burgerschapsparticipatie. Het versterkt immers de sociale binding tussen mensen en verbreedt het persoonlijke sociale netwerk (Scheerder et al., 2004). Degraaf en Jordan (2003) omschrijven sociaal kapitaal omschreven als ‘Datgene wat geproduceerd en geïnvesteerd wordt in sociale relaties waar alle individuen wederzijds baat bij hebben. Het gaat om waarden en normen binnen een samenleving. Het zijn kenmerken binnen een samenleving die leden in staat stellen om gedeelde doelen na te streven’. Binnen sport sector heeft het sociaal kapitaal concept veel aandacht gekregen aangezien. Het wordt aanzien als een manier om gemarginaliseerde groepen meer bijdrage te laten leveren om te komen tot sociale inclusie. Er werden drie types sociaal kapitaal geïdentificeerd. Bonding, Bridging en Linking Social Capital. De term 'Bonding Social Cpital' verwijst naar de sterke banden met familie, vrienden en buren. Bridging Social Capital' verwijst naar de meer afstandelijke banden tussen gelijkaardige mensen, zoals losse vriendschappen en werkcollega's. Ook Van Regenmortel et al. (2006) verwijst naar de noodzaak van deze twee elementen van sociaal kapitaal. Zij noemt deze complementaire elementen in het herankeringsproces bij thuislozen. Bonding kan omschreven worden als “een naar binnen gericht proces” en wijst naar sterke onderlinge niet-verzakelijkte bindingen tussen mensen, ... maar ook naar een positieve band met zichzelf als persoon”. Bridging is een “naar buiten gericht proces” en verwijst naar netwerken die mensen met externe hulpbronnen verbinden (financiële hulpbronnen, arbeidsmarkt, huisvesting) en die hen de toegang tot informatiebronnen verschaffen (Van Regenmortel et al., 2006). Het laatste concept 'Linking Social Capital' verwijst naar de relatie tussen het individu en groepsoverschreidende banden, komende uit ongelijke situaties. Door 'Linking Social Capital' is een individu in staat om een veel breder bereik van middelen te bekomen dan enkel uit zijn eigen gemeenschap.
7
Volgens Collins (2004) blijkt dat men moet beschikken over: voldoende vertrouwen, enige kennis en vaardigheden en de eigenschap om tijd en relaties te kunnen plannen voordat men kan participeren aan een sportgebeurtenis. In een literatuuronderzoek ondernomen door Long and Sanderson (2001) blijkt dat de maatschappelijke voordelen van participatie aan een sportgebeurtenis niet beperkt zijn. Het gaat om toegenomen zelfvertrouwen, een verbeterd zelfbeeld, sterker maken van benadeelde groepen, toegenomen trots in de gemeenschap en een toegenomen gezondheid. Ondanks het beperkte aantal gevoerde onderzoeken naar de resultaten en voordelen van sportparticipatie (Collins et al.,), geven auteurs (Jarvie, 2003; Long and Sanderson, 2001) aan dat er voldoende positieve veranderingen via sportparticipatie voor sociaal uitgesloten groepen zijn aangetoond. Green (2008) stelt het niet mogelijk is om de link tussen sport en sociale verandering aan te tonen. Toch kunnen de verschillende sportprogramma's worden onderzocht. De succesvolle en minder succesvolle. Hierdoor is het mogelijk om de gemeenschappelijke kenmerken en condities te bepalen van een succesvol programma. De homeless cup is in dit geval een ideale case study. Beide aspecten, zowel een sportevenement als een sociaal programma om het sociaal kapitaal te bevorderen zijn aanwezig.
3.
Vier methodische invalshoeken.
Om te werken met de doelgroep dak- en thuislozen worden er over het algemeen vier methodische invalshoeken gehanteerd, die kenmerkend zijn voor het sociaal werk. (Nolf et al. 2010). Deze invalshoeken zijn terug te vinden bij De Homeless Cup, maar ook bij de vier landen die ik zal beschrijven.
3.1.
Het groepsgericht vrijetijdsaanbod:
Er wordt een groepsgericht sportaanbod gerealiseerd voor dak- en thuislozen in de vrije tijd. Dit aanbod is gericht op de versterking van de maatschappelijke participatiekansen van deze maatschappelijk kwetsbare groep. Hierbij staat de empowerment benadering centraal. Het gaat om het verbreden van de leefwereld, het bevorderen van de groepscohesie, het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het bieden van uitdagingen.
3.2.
De welzijnsfunctie:
Er wordt een bijzondere aandacht geschonken voor het fysieke en psychosociale welzijn van deze doelgroepen. Individuele noodsituaties en hulpvragen krijgen een plek binnen de werkingen. Via een eigen werkmethodiek (bv. Inloopcentrum, straathoekwerk) of via doorverwijzing naar andere welzijnsdiensten wordt er samen gezocht naar antwoorden op problematieken.
3.3.
De brugfunctie:
Het is niet de bedoeling om dak- en thuislozen op te sluiten binnen het eigen sportproject. Er wordt op een actieve manier en vanuit de vrije tijd een brug gecreëerd naar verscheidene levensdomeinen zoals het onderwijs, arbeid, hulpverlening, cultuur, justitie,… Er wordt gestreefd naar een betere toegankelijkheid van verschillende maatschappelijke instellingen in de verschillende levensdomeinen voor alle dak- en thuislozen.
3.4.
Belangenbehartiging en signaalfunctie:
8
De projecten zijn gericht op de realisatie van de sociale grondrechten3 voor de doelgroep. Door te fungeren als de spreekbuis namens de doelgroep en door de doelgroep zelf een stem te geven in het maatschappelijke debat wordt deze doelstelling nagestreefd. Hierbij staat het netwerk van de doelgroepsleden centraal, maar er wordt ook actief gebouwd aan de projectgebonden netwerken.
4. 4.1.
De Homeless Cup: A ball can change the world. De homeless world cup:
De Homeless World Cup is een jaarlijks terugkerend internationaal voetbaltornooi. Tijdens dit twee weken durende tornooi bestrijden teams die samengesteld zijn uit dak- en of thuislozen elkaar op een sportieve manier. Het evenement wordt sinds 2003 jaarlijks gehouden. De laatste Homeless World Cup werd gehouden in Brazilië, Rio De Janeiro in september 2010. De Homeless World Cup werd opgericht in 2001 door Mel Young en Harald Schmied. Young en Schmied waren beiden redacteurs bij The International Network of Street Papers (INSP). Het idee van de Cup ontstond tijdens hun zoektocht naar een internationale taal om de belangen van dak- en thuislozen van over heel de wereld te verenigingen. Straatvoetbal bleek deze universele taal te zijn. Het eerste tornooi vond plaats in 2003 in Graz, Oostenrijk. Dit eerste tornooi was een succes en had een nooit eerder gezien effect op de deelnemers. Young en Schmied besloten om met het tornooi internationaal te gaan. In 2004 vond het tweede tornooi plaats in Stockholm, Zweden. Het tornooi van 2005 vond plaats in Edinborough, Schotland. Vervolgens was het Zuid-Afrika (2006), Denemarken (2007), Australië (2008), Milaan (2009) en Brazilië (2010). Het tornooi van 2011 zal doorgaan in Parijs, Frankrijk. De deelname van landenteams steeg van 18 in 2003 naar 56 in 2008. In 2011 zullen er meer dan 60 landen deelnemen. Deze toename aan landenteams en de toename aan mediabelangstelling heeft ertoe geleidt dat de Homeless World Cup uitgroeide tot een belangrijk sportevenement. Echter, in tegenstelling tot andere belangrijke sportevenementen op de internationale kalender, komen de deelnemers uit gemarginaliseerde groepen. Het zijn niet de sterkste of beste spelers die deelnemen. Het spel wordt gespeeld door vier voetballers op een kleine pitch met boarding gedurende twee helften van 7 minuten. Het spel is een simulatie van het straatvoetbal dat wordt gespeeld over heel de wereld. De Homeless World Cup werd ontwikkeld voor mensen die thuisloosheid en of sociale uitsluiting ervaren. Het evenement moet sociale kansen promoten, zoals toegang tot hulpverlenende diensten en dient een platform te zijn tot interactie tussen mensen met dezelfde problematiek. Resultaten: Het tornooi heeft als doel (Bonding, Bridging, Linking Social capital) om deze uiterst kwetsbare doelgroep te stimuleren om hun leven (terug) in handen te nemen. Tijdens het tornooi van 2007 in Kopenhagen namen 381 deelnemers deel aan een bevraging. Zes maanden na het tornooi volgende er opnieuw een bevraging. Dit gaf volgende resultaten: (Impact Research Copenhagen, 2007) • • • •
93% geeft aan opnieuw motivatie te hebben in het leven (354 spelers) 83% heeft verbeterde sociale relaties (316 spelers) 71% heeft zijn leven aanzienlijk veranderd (271 spelers) 29% heeft werk gevonden (110 spelers)
3
Wat zijn de Sociale Grondrechten? Elke burger heeft recht op een menswaardig leven. Dit omvat: • het recht op arbeid, • sociale zekerheid, • bescherming van de gezondheid, • onderwijs, • sociale, geneeskundige en juridische bijstand, • behoorlijke huisvesting, • bescherming van een gezond leefmilieu en • culturele en maatschappelijke ontplooiing. Deze grondrechten zijn zo vastgelegd in art.23 en art.24, § 3 van de Grondwet.
9
• • • • • • • •
38% heeft een verbeterde woonsituatie (145 spelers) 32% volgde een vorm van onderwijs (122 spelers) 32% werkte aan zijn drug- of alcoholprobleem (118 spelers) 71% van de deelnemers voetbalt op een regelmatige basis (271 spelers) In 2007 waren er in 60 landen Homeless Cup voetbalprogramma's, een aanzienlijke stijging ten opzichte van de drie aanwezige landen in Graz, Oostenrijk 2003. In 34 landen wordt er een landelijke Homeless Cup georganiseerd. 48 landen houden nationale kwalificaties. De Homeless World Cup is een zeer succesvol middel om te werken aan de problematiek van dak- en thuislozen. Tevens wordt het imago van deze mensen bij het grote publiek ver-
beterd. • Dankzij de media aandacht rond het hele evenement werden deze mensen positief geportretteerd. • De interesse voor het tornooi in Kopenhagen was groot. Ongeveer 100.000 mensen keken naar het tornooi of woonden het tornooi bij. Bij 160 toeschouwers werd een bevraging afgenomen. Er werd gepeild naar de ‘beeldvorming’. 20% gaf aan een negatieve perceptie te hebben van daklozen. 58% beweerde een positieve kijk te hebben en 21% beweerde geen mening te hebben. Na het bezien van het spel verschoven de standpunten duidelijk. 85% beweerde een positiever beeld te hebben en 12% had geen mening en 1% had een negatief beeld. • De overheid en de publieke opinie in Kopenhagen beschreef het toernooi als een groot succes. Bij dit onderzoek zijn belangrijke opmerkingen te maken. De onderzoeksrapporten waarop dit percentage gebaseerd is bevatten onvoldoende informatie over de gebruikte onderzoeksmethodologie, indicatoren en data analyse. In wetenschappelijk opzicht hebben deze onderzoeksresultaten dus weinig waarde. Elk land kan zich inschrijven voor de wereldbeker. Het enige wat de organisatie vraagt is dat de spelers worden begeleid door een bonafide organisatie die ervaring heeft met de opvang van daklozen. Hoe elk land de selectie van de spelers organiseert, bepaalt het land in kwestie zelf. Ik beschrijf vier landelijke projecten. De Belgian Homeless Cup, De Dutch Homeless Cup, De Germain Homeless cup Anstoß en de Franse HomelesscCup, Collectif Remise en Jeu. Hierbij heb ik speciale aandacht voor De Belgian Homeless Cup.
4.2.
België: De Belgian Homeless Cup:
België vaardigde voor het eerst een team af in 2008 op de Homeless World cup in Melbourne, Australië. Het team werd samengesteld uit dak- en thuislozen vanuit inloopcentrum De Vaart (CAW Metropool), Activering (Free Clinic) en de Antwerpse drug- en thuislozen sector. In het televisieprogramma ‘De Homeless World Cup’ volgde televisieproductiehuis de MENSEN in opdracht van ‘één’ (VRT) gedurende een jaar de samenstelling en voorbereiding van deze voetbalploeg. De ploeg werd ondermeer getraind door Gilles De Bilde. Het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en vzw Open Stadion sleutelden verder aan dit initiatief. In samenwerking met nationale en lokale partners werd een voetbalcompetitie georganiseerd ter voorbereiding op het wereldtornooi van 2009 in Milaan. Zevenn teams uit zeven verschillende steden (Antwerpen, Brugge, Brussel, Kortrijk, Lier, Gent en Genk) namen deel. De competitie bestond uit drie tornooien en werden telkens gehouden in het centrum van een stad of regio waar de teams aanwezig zijn. Deze competitie kreeg de naam De Belgian Homeless Cup (BHC) en werd structureel uitgebouwd als project. In april 2011 werd het project verzelfstandig in vzw Belgian Homeless Cup. Voortaan heeft de vzw Belgian Homeless Cup, in samenwerking nationale en lokale partners, de verantwoordelijkheid over de uitwerking van deze competitie. (De Koster et al., 2008) 10
4.2.1. Visie: De Belgian Homeless Cup is een ondersteunende en faciliterende organisatie voor alle initiatieven die het voetbal gebruiken voor de verbetering van de situatie van dak- en thuislozen in België. Het voetbal is dan ook een populaire sport die als integratie- en emancipatiemiddel fungeert, waarbij de voetbalclubs krachtige versterkers zijn. Wij doen dat in het kader van het internationale project ‘Homeless World Cup’. De persoonlijke groei van de spelers binnen een groepsdynamisch proces staat daarbij voorop. De Belgian Homeless Cup wil dak- en thuislozen de kans geven om in team deel te nemen aan wedstrijden en tornooien voor dak- en thuislozen. Wij staan de lokale teams bij met advies en zorgen voor de organisatie van de landelijke tornooien. Daarnaast wil De Belgian Homeless Cup bijdragen tot een positieve en genuanceerde beeldvorming van dak- en thuislozen door een actieve communicatie met de publieke opinie te voeren. De Belgian Homeless Cup streeft naar een goede samenwerking tussen de lokale teams onderling, tussen de voetbal- en bedrijfswereld en het sociale werkveld. Voetbal is een spel, toch streeft De Belgian Homeless Cup naar een gezond evenwicht tussen sportieve, competitieve, en sociale doelstellingen. De Belgian Homeless Cup staat voor fair play op en naast het veld, vanuit respect voor ieder mens en zijn omgeving. De Belgian Homeless Cup wil een positief imago uitdragen van onze spelers, die meer zijn dan enkel 'thuislozen'. Spelers, de lokale teams, en de 'Belgian Homeless Cup' moeten samen een positief imago uitdragen. De Belgian Homeless Cup gelooft dat elke persoon die de moed en kracht in zich vindt om iets aan zijn situatie te doen, een winnaar is. Iedereen heeft zwaktes maar ook sterktes, iedereen heeft talenten en mogelijkheden, niemand is 'hopeloos' of 'verloren' voor de maatschappij. Vanuit de kracht die spelers in zich hebben en vanuit de motivatie die voetbal biedt, kunnen spelers met de juiste ondersteuning hun leven opnieuw een positieve wending geven. Niet enkel de persoon zelf, maar de hele maatschappij draagt hier een verantwoordelijkheid in. Het is aan de samenleving, aan de voetbalclubs en aan de hulpverlening om spelers positief te benaderen en nieuwe kansen te bieden.
4.2.2. Missie: Algemeen wil De Belgian Homeless Cup de kracht van het voetbal gebruiken om op een actieve manier de re-integratie van dak- en thuislozen in de samenleving te bevorderen. Binnen dit re-integratieproces gaat het zowel over arbeidsactivering (volgen van een opleiding, zoeken naar werk) als over sociale activering (herstellen van familiebanden, opbouwen van een netwerk, enz). Spelers komen naar de trainingen en tornooien om te voetballen, om in een groep activiteiten te doen, om samen en individueel doelen te bereiken. Door op geregelde basis naar de trainingen te komen, werken de spelers aan een betere fysieke conditie. Tevens worden ze betrokken in een structuur waar mogelijkheden en beperkingen zijn. De deelnemers ontwikkelen vaardigheden die behalve op een voetbalplein ook belangrijk en nuttig zijn op de arbeidsmarkt en in het dagelijkse leven. Veel organisaties werken rond thema’s die betrekking hebben op de dak- thuislozenproblematiek: huisvesting, financiën, administratie, verslaving, arbeidsinschakeling, enz. De Belgian Homeless 11
Cup wil netwerken van actoren met eenzelfde doelgroep en problematiek ondersteunen. Iedere organisatie werkt echter vanuit zijn eigen expertise en benadert de doelgroep op eigen wijze. Het gevoel van eigenwaarde van de spelers wordt versterkt door het groepsgevoel. Door bij een groep te behoren wordt het sociale isolement van dak- en thuislozen doorbroken. Zij zien zich niet meer enkel als individuen, maar zij maken deel uit van een groter geheel. Spelers kunnen zich ontplooien. Zij zijn winnaars omdat ze de moed hebben om hun leven een andere wending te geven. De groep, het team kan meegenomen worden in een groepsdynamisch proces van onderling respect, samenhorigheid en solidariteit. Op het vlak van de samenleving moet er meer aandacht zijn voor de dak- en thuislozenproblematiek in België. Een genuanceerder beeld is nodig. Achter elk gezicht zit een verhaal. Dak- of thuisloosheid kan iedereen overkomen. Het volstaat dat op een verkeerd moment verkeerde keuzes gemaakt worden, of dat een ongelukkige samenloop van omstandigheden voor een ingrijpende verandering zorgt. Op het vlak van de hulpverlening kunnen opvangcentra gestimuleerd worden om sportactiviteiten als zinvolle dagbesteding aan te bieden. Diensten worden aangemoedigd om hun aanbod aan te passen op maat van dak- en thuislozen. Intersectorale samenwerking en het delen van ‘kennis’ wordt ondersteund waardoor organisaties van elkaar kunnen leren.
4.2.3. Stedelijke projecten: In 2011 nemen tien steden deel aan De Belgian Homeless Cup. Het gaat om Antwerpen, Mechelen, Kortrijk, Lier, Brussel, Brugge, Oostende, Sint-Truiden, Gent en Genk. De uitwerking van de plaatselijke projecten is mogelijk via een samenwerking tussen plaatselijke actoren. Het gaat niet enkel om sociale diensten, maar ook stedelijke diensten zoals OCMW’s, sportdiensten, Buurtsport ea. In totaal nemen er 53 actoren deel binnen de tien steden4. Veel belang wordt gehecht aan de samenwerking met de professionele eerste of tweedeklasse voetbalploegen. Deze samenwerking is gegroeid vanuit het Open Stadion project5. Open Stadion ondersteunt eerste en tweede klasse voetbalclubs bij de uitwerking van lokale sociale projecten.
4.3.
Nederland: De Dutch Homeless Cup: Stichting Meer dan Voetbal.
Naar aanleiding van het eerste Homeless World Cup tornooi in Oostenrijk werd in 2003 een Nederlands kampioenschap Straatvoetbal voor dak- en thuislozen georganiseerd. Het belangrijkste doel was om de beeldvorming van dak- en thuislozen te verbeteren. De eerste jaren lag de organisatie van dit kampioenschap bij de Straatorganisaties. In 2007 werd Stichting Meer dan Voetbal benaderd om het Nederlandse Kampioenschap verder te professionaliseren. Stichting Meer dan Voetbal helpt voetbalclubs, welzijnsorganisaties en overheden om de kracht van voetbal in te zetten voor een samenleving waarin niemand buitenspel staat (Rijnten, De Groote, 2008).
4.3.1. Stichting Meer dan Voetbal: Voetbal is meer dan een populaire sport. Het is een uitgelezen middel tot sociale integratie (Rijnten, De Groote, 2008). Stichting Meer dan Voetbal wil de kracht van voetbal benutten voor maatschappelijke doelen. Belangrijke thema’s daarbij zijn gezondheid, integratie, normen en waarden en soci4
Tabel 1 in bijlage 2 geeft de diversiteit van samenwerkingsverbanden op stedelijk niveau weer.
5
www.openstadion.be
12
ale uitsluiting. Stichting Meer dan Voetbal gaat voor ‘een samenleving waarin niemand buitenspel staat’. De Homeless Cup past binnen dit concept.
4.3.2. Missie: Stichting Meer dan Voetbal zet de kracht van voetbal in voor een betere samenleving en maakt dit zichtbaar door: -
Voetbalclubs individueel te ondersteunen bij het vormen en uitvoeren van sociale projecten. Het organiseren van landelijke, club overschrijdende projecten met relevante en actuele thema’s. Het landelijk zichtbaar maken van maatschappelijke activiteiten van clubs en de landelijke projecten. Het verbeteren van het imago van thuislozen. Het organiseren van de nationale voorrondes voor de Homeless World Cup. Er participeren 15 teams aan 6 voorrondes. Hierdoor wordt gewerkt aan de re-integratie van 150 thuislozen. Dak- en thuislozen worden geïnspireerd om hun leven te veranderen. Via deelname aan trainingen, competitierondes en re-integratietrajecten wordt er structuur en regelmaat in het leven van de deelnemers gebracht. Hierdoor wordt de eigenwaarde en het zelfvertrouwen bij deelnemers verhoogd.
4.3.3. Uitgangspunten: Deze uitgangspunten zijn bedoeld om een duurzame structuur en kwaliteit van het project te waarborgen. De uitgangspunten worden gedeeld met de partners die een eigen inbreng hebben in alle projecten. De uitgangspunten zijn: -
-
4.4.
Nauwe samenwerking met nationale partner(s). Deze zijn: Oranje Fonds, Ministerie van Volksgezondheid/Welzijn en Sport, Leger des Heils, NederlandVacature.nl, Nike, KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbalbond) en de Straatkranten. Alle projecten van de Stichting Meer dan Voetbal zijn maatschappelijk relevant en dragen daadwerkelijk bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dit project met haar sterke partners en maatschappelijke trajecten moet een grote bijdrage leveren aan het oplossen van de problematiek rond dak- en thuislozen (totaal meer dan 30.000 in Nederland). Maatschappelijke organisaties uit het hele land kunnen zich aanmelden om deel te nemen aan de competitie. Dankzij de landelijke dekking van de partners bereikt dit project een groot deel van de samenleving.
Duitsland: Anstoß: Bundesvereinigung für Soziale Integration durch Sport:
Anstoß ( Kick) is de Duitse Nationale Vereniging voor Sociale Integratie via Sport. Deze vereniging werd in mei 2007 opgericht in Stuttgart. Anstoß streeft twee doelen na. Ten eerste willen ze sport gebruiken als sociaal integratiemiddel voor mensen met bijzondere sociale problemen en ten tweede willen ze via de sport de samenwerking tussen de sociale sector en de sportsector optimaliseren. Anstoß richt zich tot ‘armen en sociaal uitgeslotenen’. Hierbij is er aandacht voor mensen zonder huisvesting. De vereniging werkt samen met organisaties die vergelijkbare doelen nastreven, zowel binnen als buiten Duitsland. Anstoß doet dit door volgende taken uit te voeren: 13
1. Jaarlijkse organisatie van het Duitse kampioenschap op verschillende locaties. Hieraan nemen verschillende sociale organisaties als Caritas, Diakonia, Leger des Heils en Streetpapers deel. 2. 3.
Organisatie van de Duitse deelname aan de Homeless World Cup. Draagvlak creëren voor het project op het snijvlak tussen sport en sociaal werk. Het project is gebaseerd op de samenwerking tussen lokale initiatieven en sociaal werk. De initiatieven worden geïntegreerd in Anstoß. 4. Verdere professionele ontwikkeling in theorie en praktijk van sport als methode in het sociaal werk.
4.5.
Frankrijk: Collectif Remise en Jeu.
Het Franse project ‘Collectif Remise en Jeu’ ontstond in 2006. Acht sociale organisaties mobiliseerden zich om via sport mensen die zich in een situatie van sociale uitsluiting bevinden te re-integreren in de samenleving. Deze organisaties waren Le Secours Catholique, Emmaüs, Le Cash de Nanterre, La Mie de Pain, La Péniche du Cœur, La Cité André Jacomet en la Cité Notre-Dame de l’association des Cités du Secours Catholique en Autre Monde. Sindsdien participeren meerdere partners vanuit het maatschappelijke middenveld, waaronder Les Fonctionnaires Solidaires, Au Captifs la Libération, Le Refuge, La Maison du Partage, Le CHRS Pixerécourt (Centrum gespecialiseerd voor vrouwen die slachtoffer zijn van geweld) et le CHU (Centre Hospitalier Urgence) Georges Sand, Le Club Sportif Crédit Agricole / Crédit Lyonnais, Le CHRS Les Sureaux Sinds 2006 komen verschillende voetbalteams uit het maatschappelijke middenveld samen. Op een sportieve manier wordt bepaald welk team kan deelnemen aan de Homeless World cup.
De doelstellingen: Via sportieve activiteiten wordt er gewerkt aan de individuele en collectieve ontwikkeling van mensen in precaire situaties. Door het beoefenen van een teamsport zoals voetbal wil men ‘sociaal uitgeslotenen’ opnieuw verbinding doen krijgen met de samenleving. Er wordt gewerkt aan waarden die inherent zijn aan sport zoals solidariteit en broederschap. In de sportwedstrijden wordt een sociale mix nagestreefd. Er wordt een klimaat van vertrouwen en respect gecreëerd, wat bevorderlijk is voor het herstel van het zelfbeeld. Met de spelers worden ‘lange termijn acties opgezet’. Dit moet lijden tot een sterker groepsgevoel en een verbetering van de sociale banden tussen alle partners van het project. Voetbalbal wordt aanzien als een vorm van sociale actie. In de vorm van een voetbalcompetitie wordt het probleem van sociale uitsluiting onder de aandacht gebracht. De oprichting van een Centre National Pour L'intégration par le Sport et la Culture (Nationaal Centrum voor Integratie door sport en cultuur) is hierbij belangrijk. Mensen die willen breken met het leven op straat worden ondersteund. Vorming wordt aangeboden waardoor mensen de nodige vaardigheden leren om zelfstandig te functioneren. 15 tot 30 mensen worden binnen dit centrum ondersteund om te werken aan hun dakloosheid en/of sociale problemen. Het Centrum bereidt ook de spelers voor die zullen deelnemen aan de Homeless World cup. Een maand voor de Homeless World Cup kunnen de deelnemers participeren aan diverse sportieve, culturele en artistieke projecten. Op deze manier kunnen de deelnemers sportieve ervaringen opdoen. Deze hoogtepunten dienen om de mensen te ondersteunen bij het verder uitbouwen van hun sociale en sportieve plannen.
5.
Conclusie:
De Homeless Cup is een jong en innovatief straatvoetbalproject waar verscheidene sociale 14
organisaties van over heel de wereld aan deel nemen. Het doel is om ‘de problematiek van dak- en thuislozen’ onder de aandacht te brengen. België participeert via de Belgian Homeless Cup, hoewel vooralsnog enkel in Vlaanderen en Brussel actief, maar met doelstelling om uit te breiden naar Franstalig België. Een duidelijke omschrijving van dak- en thuislozen is niet terug te vinden in de literatuur, maar zeker is dat er meerdere problemen aan de basis liggen van deze problematiek. Hier wil het project op inspelen. Sport en met name voetbal is het ideale bindmiddel tussen individu en maatschappij, zeker in onze huidige maatschappij waar voetbal voortdurend aan belang wint. Voetbal is meer dan een spel. Het brengt mensen samen, maakt bruggen en schept gemeenschappelijke maar ook individuele doelen. De Belgian Homeless Cup, De Dutch Homeless Cup, het Duitse Anstoß en het Franse Collectif Remise en Jeu participeren samen met 60 andere landen aan De Homeless World Cup. Ieder land hanteert een eigen invalshoek, maar opmerkelijk, de vier invalshoeken die kenmerkend zijn voor het sociaal werk (een groepsgericht vrijetijdsaanbod, de welzijnsfunctie, de brugfunctie en signaalfunctie) komen voor bij alle projecten. In deze paper wil ik ook een kritische bedenking meegeven. Sociaal wetenschappelijk onderzoek naar de resultaten van De Belgian Homeless Cup werd weinig gevoerd. Het is een jong project, echter met grote invloed op zowel de sociale- als de sport sector. Zelf zie ik twee mogelijke probleemstellingen die bestudeert kunnen worden. Ten eerste ‘wat zijn de effecten bij de deelnemers van het Homeless Cup project, zowel op Belgisch niveau als op wereld niveau’. Een tweede probleemstelling gaat over de beeldvorming. ‘Is de beeldvorming ten aanzien van deze doelgroep veranderd, dit zowel bij het beleid als bij de publieke opinie’. Een goede conceptualisering van de te onderzoeken probleemstellingen is daarbij noodzakelijk, zeker omdat de doelgroep moeilijk te omschrijven is.
15
6.
Bibliografie
BARRY, B. (2002), Social exclusion, social isolation and the distribution of income. In: Hills J, Le Grand J, Piachaud D (eds) Understanding Social Exclusion. Oxford: Oxford University Press, 13–29. COLLINS, M. (2004). Sport, physical activity and social exclusion. Journal of Sports Science 22: 727-740. COLLINS, M. and KAY, T. (2003). Sport and social inclusion. London: Routledege. DE DECKER, P. (2004), Belgium national report 2004 for the european observatory on homelessness: statistical update. Feantsa. p.11 DE KOSTER, P., POPPELIER, G., BLOW, H. (2008). Belgian Homeless Cup. Een competitie voor dak- en thuislozen in onze steden en in de wereld. Reïntegratie door niemand buiten spel! Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Open Stadion. p.21
voetbalvoetbal:
DE VIJLDER, S., (2009), Van dakloosheid naar thuisloosheid en terug? Een cartografie van de daklozenproblematiek in België. Gent: Universiteit Gent. DEGRAAF, D, JORDAN, D. (2003), Social capital. Parks & Recreation. December, pp. 21–7. GREEN, M. (2006). From ‘Sport for All’ to not about ‘sport’ at all? Interrogating sport policy interventions in the United Kingdom. European Sport Management Quarterly 6(3): 217–38. HARTMAN, D. (2003), Theorizing sport as social intervention: A view from the grassroots. Quest 55: 118-140. HERMANS, K., DE COSTER, I. & VAN AUDENHOVE, C. (2007). Bed, Bad, Brood: laagdrempeligeopvang van thuislozen. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. HEYNDRICKX, P., BARBIER, I. DRIESEN, H., VAN ONGEVALLE, M. & VANSEVENANT, K. (2005). Meervoudig gekwetsten: contextuele hulpverlening aan maatschappelijk kwetsbaren. Leuven: Lannoo campus. Impact Research Copenhagen 2007. Homeless World Cup. Internet: http://www.homelessworldcup.org/our-impact/impact-research MALFROID, G.., (2009). ‘The Homeless World Cup’: voetbal als vorm van sociale activering. Een casestudy van het ‘Activeringsproject Harde Kern Druggebruikers’ te Antwerpen-Noord. Leuven: Vrije Universiteit Leuven. NOLF, M., VARDAR, K., NOUWEN, L., LANGENDRIES, D. & KRAAIJVANGER, G., (2010). Deontologische code voor het jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Antwerpen: Uit de Marge. RIJNTEN, M., DE GROOTE, A. (2008). Communicatieplan: Dutch Homeless cup 2008. Internet: www.duthomelesscup.nl Satzung 2010. Osnabrück, 23 Januari 2010. Internet: http://www.sozialsport.de/satzung.html 16
SCHEERDER, J. ea. (2004). Sport en inburgering: Een empirische analyse van de relatie tussen sportbeoefening en sociaal kapitaal. Tijdschrift voor sociologie, 2004, 25, nr.4. SHERRY, E., (2010). (Re)engaging marginalized groups through sport: The Homeless World Cup. International Review for the Sociology of Sport, 45; 59. internet: http://irs.sagepub.com/cgi/content/abstract/45/1/59 STRATTON, M., CONN, L., LIAW, C., and CONOLLY, L. (2005). Sport and related recreational physicalactivity – The social correlates of participation and non-participation by adults. Sport Management Association of Australia and New Zealand (SMAANZ), Eleventh Annual Conference. VAN DE VEN, I. (1996). Thuisloosheid of dakloosheid? Is er wat aan de hand?. Tijdschrift voor sociologie, 7, 335-364. VAN MENXEL, G., LESSCRAUWAET, D., PARYS. (2004). Verbinding verbroken: thuisloosheid en Algemeen Welzijnswerk in Vlaanderen. Berchem: Steunpunt Algemeen Welzijnswerk vzw. VAN POPPEL, M. (2011). European Conference on Local Sports Participation: Social Inclusion & Combating Poverty. Sint-Niklaas: Vlaams Instituut voor Sportbeher en Recreatiebeleid vzw. VAN REGENMORTEL, T., DEMEYER, B., VANDENBEMPT, K., VAN DAMME, B. (2006). Zonder (t)huis. Sociale biografieën van thuislozen getoetst aan de institutionele en maatschappelijke realiteit. Leuven: Lannoo. Visietekst Belgian Homeless Cup. Versie 2010. Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Open Stadion/Stade Ouvert. Internet: http://www.belgianhomelesscup.be Opgevraagd: 5 mei 2011. Vlaams actieplan armoedebestrijding 2010-2014. Opgevraagd maart 2011, internet: http://www4.vlaanderen.be/wvg/armoede/vlaamsactieplan/pages/inhoud.aspx Digitale bronnen: www.belgianhomelesscup.be www.dutchhomelesscup.nl http://www.feantsa.org/code/en/hp.asp www.homelessworldcup.org www.openstadion.be http://remisenjeu.fr/ www.sozialsport.be
17
Bijlage 1: FEANTSA: typologie
18
Bijlage 2: De functies van sport: Malfroid (2009) licht in zijn werk tien functies toe die relevant zijn bij het sociaal activeren van thuislozen via sport. Ook Coalter (in Van Poppel, 2011) heeft het over deze functies tijdens het European Conference on Local Sports Participation in Leuven, 2011. Een eerste relevante functie van sport betreft het bevorderen van de algemene gezondheid. Deelname aan sport heeft een positieve invloed op het lichaam, de lichamelijke fitheid en het psychische evenwicht verbeteren. Sportieve activiteiten zijn meer dan enkel ontspanning, ze hebben ook een anti-depressieve werking. Bovendien doet sport de weerstand en de levensverwachting toenemen en verhoogt de kwaliteit van leven. Een tweede functie heeft betrekking tot de beleving van plezier. Kijken naar en deelnemen aan sport wekt emoties, spanning en opwinding op. Deze gevoelens worden toegeschreven aan de piekervaringen die ontstaan door het evenwicht tussen de capaciteiten van de persoon en de uitdaging van de te verrichten handelingen. De persoon tracht met andere woorden het beste uit zichzelf te halen. Andere factoren die bijdragen tot plezier zijn vriendschappen, competitieve prikkeling, sociale bevestiging, groepsidentificatie en verbondenheid. Kortom, plezier kan voortkomen uit de eigen vaardigheid, de uitdaging en de ondersteunende omgeving. Ten derde kan men door sport bewust of onbewust een identiteit ontwikkelen. Het zelfbeeld en de identiteit van een persoon worden in hoge mate bepaald door de manier waarop 'belangrijke anderen' zich tegenover de persoon gedragen. Dit kan echter ook leiden tot deviant gedrag zoals hooliganisme, chauvinisme en racisme. Integratie is een vierde functie dat aan sport toegeschreven wordt. De relatie tussen sport en sociale integratie is complex en pluriform. Er kunnen drie dimensies van het proces van sociale integratie onderscheiden worden: de structurele dimensie (gelijke kansen en behandeling, het tegengaan van discriminatie), de sociaal-culturele dimensie (respect voor pluriformiteit van waardeoriëntaties, identiteitsvorming en -beleving) en de sociaalaffectieve dimensie (sociale contacten, vriendschappen en partnervorming). De verbanden tussen deze drie dimensies zijn niet altijd lineair en éénduidig: samen sporten leidt dus niet automatisch tot vriendschap. De vijfde functie, sport als mogelijkheid tot interactie, spreekt eigenlijk voor zich. Vanwege de gedeelde sportieve interesses komt men in contact met anderen. Sport biedt enerzijds mogelijkheden om nieuwe vrienden te maken, bestaande vriendschappelijke relaties te continueren en te verdiepen, anderzijds kunnen er ook negatieve relaties tussen verschillende personen of groepen ontstaan door bijvoorbeeld conflicten, verraad en het uitdagen van mensen. Een zesde functie betreft de ontlading of catharsis. Sport is een uitlaatklep, een afleiding voor agressie en seksuele problemen. Maar voor diegenen die sport gebruiken om zichzelf te bewijzen in plaats van zichzelf te uiten, kunnen net zo goed negatieve emoties opgeroepen worden. Bij een verloren wedstrijd maken gevoelens van blijheid en voldoening plaats voor gevoelens van boosheid, teleurstelling en irritatie. Een zevende functie en zeer relevant bij het activeren van thuislozen, heeft betrekking tot de persoonlijke ontwikkeling. Sport kan als mogelijkheid worden gezien tot ontplooiing, zelfkennis en uiteindelijk tot persoonlijke ontwikkeling. Dit kan vervolgens leiden tot een gevoel van eigenwaarde. Hoewel deze functie gebaseerd is op theoretische concepten uit de literatuur, is deze tot op heden niet empirisch onderbouwd. Longitudinaal onderzoek is dus nodig om een oorzaak gevolg relatie van persoonlijke ontwikkeling te kunnen vaststellen. 19
Ten achtste wordt aan sport een ordescheppende functie toegeschreven. Het houdt jongeren van de straat en kan worden ingeschakeld voor de correctie van afwijkend gedrag. Maar ook hier zijn de empirische gegevens schaars en niet consistent. Algemeen wijst onderzoek uit dat deviante gedrag onder sporters gelijk of minder is dan onder niet-sporters. Bovendien kan er een onderscheid gemaakt worden tussen de graad van delinquentie en de aard van de beoefende sport. Zo plegen vechtsporters en voetballers vaker delicten dan sporters uit andere categorieën. Een negende functie van sport betreft de socialisatie. Dit is een complex ontwikkelingsproces waarbij kennis, waarden en normen worden geleerd die essentieel zijn voor de deelname aan het sociale leven. Aan sport wordt dus een opvoedkundige functie toegeschreven waarbij een veelzijdige vorming, zoals omgaan met misverstanden, sportiviteit en eerlijkheid, wordt nagestreefd. Er is echter weinig empirisch bewijsmateriaal dat sport een belangrijk element is in het socialisatieproces. Tenslotte kan sport een middel zijn om erkenning en sociale status te verkrijgen. De waardering hangt waarschijnlijk wel af van de prestaties die de persoon zelf levert en/of van zijn club. Ook deze betekenis van sport is niet empirisch onderbouwd. Uit bovenstaande uiteenzetting blijkt dat er aan sport heel wat positieve eigenschappen worden toegeschreven. Echter, in het kader van sociale activering van kwetsbare groepen moet men zich ervan bewust zijn dat sport een duaal karakter heeft. Er zijn ook negatieve eigenschappen die aan sport worden toegeschreven: “sport is fantastisch, maar kan vreselijk zijn; sport maakt gezond en blesseert; sport geeft status en macht, maar kent ook vormen van machtsmisbruik ...” (Moget & Weber, 2007). Bijlage 3: Tabel 1: samenwerkingsverbanden steden Belgian Homelesscup Antwerpen:
-
Free Clinic vzw.: Activeringsteam Harde Kern Druggebruikers/Straathoekwerk CAW Metropool: Straathoekwerk/Inloopcentrum De Vaart CAW De Terp: Werk der Daklozen/De Passant Buurtsport RFC Antwerp
Brugge:
-
Club Brugge KV: eerste klasse voetbalclub Inloophuis ’t Sas: inloopcentrum voor kansarmen te Brugge Rode Kruis Opvangcentrum de Patio: Opvangcentrum voor mensen in asielprocedure Sportdienst Brugge: Stedelijke sportdienst OCMW Brugge: Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn in Brugge COC : crisisopvang Halfweg huis : mannenopvang
Brussel:
-
CAW : CAW Archipel (Hobo vzw) Buurtsport Brussel GC sportdienst vzw Pigment (vereniging waar armen het woord nemen) RSC Anderlecht
Genk:
-
CAW OCMW De Sfeer inloopcentrum KRC Genk CAW OCMW Straathoekwerk Buurtsport KAA Gent
Gent:
20
Kortrijk:
-
CAW Stimulans CAW Piramide Straathoekwerk OCMW Sportdienst Buurtsport KV Kortrijk
Lier:
-
OCMW Straathoekwerk Samenlevingsbouw K Lierse SK Sportdienst Jeugdwelzijnswerk
Mechelen:
-
CAW OCMW Straathoekwerk Samenlevingsopbouw Sportdienst stad Mechelen De lage drempel (ontmoetingshuis) De Keeting (vereniging waar armen het woord nemen) Werkgroep Integratie Vluchtelingen (WIV) KVO Oostende Buurthuis Oud-Hospitaal (buurthuis OCMW) Sportdienst Oostende Klein Verhaal (sociale artistieke ondersteuning) Stad Oostende Straathoekwerk Trefpunt STVV
Oostende:
Sint-Truiden
21