Kunstproject Wereldverhalen voor het VMBO
BIJLAGE II LEERJAAR 1 VERWERKINGSLESSEN Beste docent, In Leerjaar 1 van het Kunstproject Wereldverhalen krijgen de leerlingen zeven theaterlessen waarin zij werken met hun lichaam en stem. In de theaterlessen staat steeds een wereldverhaal centraal dat zij in de Nederlandse les hebben gelezen en besproken. Het doel van de theaterlessen is dat de leerling kennismaakt met een aantal basistechnieken van theater en in een theatrale vorm leert werken met scènes en thema’s uit de wereldverhalen. Daarin ervaren zij dat je een verhaal niet alleen verbaal, maar ook fysiek en met emoties kunt vertellen. Tijdens de lessen bekijken zij beeldfragmenten met voorbeelden van theater, in de breedste zin van het woord. In deze bijlage van het Kunstproject Wereldverhalen vind je de verwerkingslessen. Deze kun je het beste vrij snel na de theaterlessen geven. Het doel van deze verwerkingslessen is dat ze de theaterlessen beter helpen ‘landen’ bij de leerling. Dit bereiken we door de leerling nogmaals te laten werken met het verhaal, het bijbehorende thema en het werkdoel van de theaterles, maar ditmaal met de media taal en beeldend. Elke les begint met een stukje theorie over wereldverhalen en een korte opdracht. Voor jouw informatie vind je steeds een korte toelichting op de onderwerpen achteraan in dit pakket. Hebben de leerlingen dezelfde dag of de dag ervoor de theatervoorstelling gezien, begin dan met les 5 (Kijkwijzer). Of zo mogelijk pakt u deze op in de eerst volgende mentorles. De verwerkingslessen zijn steeds volgens hetzelfde stramien opgebouwd: begin, midden, einde en afsluiting. Hieronder een toelichting. !
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
Begin A Korte terugblik op de theaterles. Wat willen de leerlingen kwijt over hun ervaringen tijdens de theaterles? Wat vonden zij leuk, moeilijk, uitdagend of stom en waarom? De theaterlessen worden aan het einde van de week in de theaterles zelf geëvalueerd. In deze verwerkingsles vraag je de leerlingen naar de persoonlijke beleving van dat moment. B Introductie op deze verwerkingsles. Midden C Theorie. De leerlingen krijgen een stukje theorie over wereldverhalen met een korte opdracht. Aan de orde komen de volgende vragen: Hoe universeel zijn de verhalen? Welke functie hebben ze? Wie zijn de personages? Wat is de moraal? D Doe-‐opdracht. De leerlingen werken op een andere manier met het werkdoel van de twee theaterlessen, gekoppeld aan het verhaal van de les waardoor deze beter kan beklijven. Leerlingen vertalen dit werkdoel naar een eigen creatie dat zij in het tijdsbestek van de verwerkingsles kunnen maken. Einde E Presentatie van de creaties en korte nabespreking. Vraag de leerlingen kort aan elkaar te vertellen welke overwegingen zij hadden om het zo te maken als zij hebben gedaan. Afsluiting F De docent vraagt de leerlingen of zij de resultaten kunnen koppelen aan datgene wat zij in de theaterles hebben gedaan. Benoemen van het werkdoel en op welke manier daarmee is gewerkt. Indien er geen tijd meer over is om Einde en Afsluiting te doen, eindig de les dan in elk geval met een korte nabespreking waarbij je het werkdoel in herinnering brengt. Veel plezier tijdens de voorbereiding en uitvoering van de lessen! Kernteam Kunstproject Wereldverhalen
!
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
LES
1
Thema Verhaal Werkdoel
Benodigdheden
Onnozele slimmerd Hoe Anansi zijn schulden betaalde wat is de moraal van het verhaal en wat hebben hoge en lage status daarmee te maken? fototoestel; A4 tekenpapier; potloden, kleurpotloden, stiften
A KORTE TERUGBLIK OP DE THEATERLES
In de theaterles 1 en 2 hebben de leerlingen gewerkt met het spelen van een hoge en een lage status, en wat het effect daarvan is. In de tweede les ging het meer over de onderlinge verhoudingen tussen spelers op het toneel en hoe zij op elkaar reageren.
B INTRODUCTIE VERWERKINGSLES In deze les gaan we aan de slag met de moraal van het verhaal en met de vraag wat een hoge en lage status daarmee te maken hebben. Dit gaat in de vorm van een quiz dus jullie moeten goed opletten. Daarna kies je een moraal uit en ga je hiermee aan de slag om deze bekend te maken bij een groter publiek.
C THEORIE In de Nederlandse les hebben de leerlingen reeds besproken wat wereldverhalen zijn en wat de moraal van een verhaal is. In de theaterles hebben ze gewerkt met een hoge en lage status. Dit onderwerp vindt u kort beschreven in de toelichting. In de vorm van een quiz neemt u nogmaals met de leerling de betekenis van een moraal en van hoge en lage status door. De quiz doet u klassikaal. Of u wilt bijhouden wie de goede antwoorden geeft en of u daarbij een beloning in het vooruitzicht stelt, dat is geheel aan u.
!
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
QUIZ (steeds is maar één antwoord goed!) 1 Wat is het verschil tussen een hoge en een lage status? A de een zit of staat hoger dan de ander B de een heeft meer macht dan de ander C de een is langer dan de ander 2 Iemand met een hoge status… A wriemelt meestal met zijn handen en vingers B praat vaak zacht en onverstaanbaar C is rustig in zijn bewegingen en praten 3 Iemand met een lage status… A zit meestal op een troon B houdt zijn hoofd vaak iets naar beneden gebogen C zit lekker in zijn vel 4 Wat is de wijze les, de moraal in onderstaand verhaal? Twee vrienden gaan samen lekker uit eten. Als de menukaart voor ze ligt, zegt de een: ‘Ik ga eens gek doen en neem slakken.’ De ander neemt een pizza. Als het eten komt, bekijkt vriend 1 de slakken en proeft ervan. ‘Eeeeh, wat is dat vies!’ Vriend 2 zit heerlijk te eten van zijn pizza. ‘Mag ik een stuk van jou?’ vraagt vriend 1. ‘Nee’, zegt vriend 2, ‘dan heb ik zelf niks meer. En je hebt toch zwelf die slacken bested?’ Vriend 1 probeert het nog even, maar hij krijgt niets. Hij staat op en vertrekt. Hij is hartstikke boos.
Moraal: niet samen delen is wel heel ongezellig 5 Welke van de onderstaande uitspraken bevat een moraal (wijze les)? A een geluksvogel zijn B iemand een oorvijg geven C wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in 6 Welke moraal komt in veel wereldverhalen voor? A Het goede wordt beloont, het slechte wordt bestraft B Als je roddelt, kom je met veel mensen in contact C Wie kwaad wordt, bereikt meer dan wie kalm blijft
!
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
7
Lees onderstaand verhaaltje Samenwerken voor.
Het gebeurde eens dat een groot bos in brand raakte. Er waren twee mensen in het bos, de een was blind en de ander was lam en kon dus niet lopen. Beide mannen hadden alleen geen schijn van kans om het bos tijdig te verlaten. Dus sloten ze een overeenkomst, de blinde nam de lamme op zijn schouders en omdat de lamme man kon zien en de blinde kon lopen werden ze tot een man. Ze kwamen het bos uit en redden hun levens.
Stel de vraag: wat is de wijze les of moraal die je uit dit verhaal kunt halen? A Een blinde is altijd sterker dan een lamme, omdat hij op de tast zijn weg kan vinden B Werk alleen met een ander samen in uiterste nood C Als je samenwerkt, sta je altijd sterker 8 Welk antwoord over de lamme en de blinde is goed? A De blinde heeft een hogere status omdat hij de lamme draagt B De lamme heeft een hogere status omdat hij als enige de weg kan aangeven C Wie een hoge of lage status heeft hangt af van iemands karakter en of hij goed in zijn vel zit EXTRA De Nederlandse taal kent verschillende spreekwoorden; het zijn vaste uitdrukkingen met een wijze les erin. Neem onderstaande voorbeelden met de leerlingen door en vraag hen steeds om de wijze les te verwoorden. 1 Belofte maakt schuld 2 Hoge bomen vangen veel wind 3 Honger maakt rauwe bonen zoet 4 Als het kalf verdronken is, dempt men de put 5 Door schade en schande wordt men wijs 6 De aanhouder wint 7 Spreken is zilver, zwijgen is goud 8 Wat in het vat zit, verzuurt niet 9 Schoenmaker, blijf bij je leest Moraal/wijze les is: 1 Als je iets belooft, moet je die belofte ook nakomen. 2 Personen van aanzien staan bloot aan allerlei kritiek. 3 Bij grote honger eet je wat vies is, toch op. 4 Als het onheil is geschied, worden pas de maatregelen genomen die het hadden kunnen voorkomen. 5 Hetzelfde antwoord als 4.
!
6 Als je maar volhoudt, bereik je tenslotte je doel. 7 Het is vaak beter niets te zeggen dan woorden te gebruiken die de zaak toch niet verder helpen. 8 Wat goed is ingemaakt, bederft niet en kan ook later nog worden gebruikt. 9 Vel geen oordeel over iets waar je geen verstand van hebt.
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
D
PRAKTIJK
In groepjes van drie. In de quiz hebben de leerlingen verschillende voorbeelden gezien en gehoord van een moraal. Nu bedenken ze samen een moraal van een verhaal dat zij mooi vinden en willen verspreiden. Misschien kennen ze een bestaand verhaal en bedenken ze samen wat het moraal van dat verhaal is. De moraal moet wel kort zijn, maximaal vijf woorden. Leerlingen tekenen en kleuren de woorden van hun moraal groot op een A4 papier. Elk woord, of deel van een woord op een A4. Stimuleer hen om een grafische vorm te kiezen die bijdraagt aan de betekenis. Bespreek per groepje vooraf welke kleur of welke vorm de letters krijgen, en wat zij erbij tekenen om de betekenis te benadrukken. Fotograferen. Elk groepje houdt de A4 papieren omhoog zodat de moraal goed te lezen is terwijl u deze fotografeert. Vervolgens plaatst u alle foto’s in een powerpoint die geprojecteerd kan worden op beeldschermen in de school en/of in De Meervaart.
E
PRESENTATIE
Nadat alles is gefotografeerd bespreekt u de resultaten met de leerlingen. Stel vragen zoals: • Komt de betekenis van de moraal terug in de tekeningen of de grafische vorm? • Is de betekenis van de moraal duidelijk? • Kunnen jullie een verhaal bij deze moraal bedenken of was een bestaand verhaal het voorbeeld? Indien er tijd is kunt u de leerlingen vragen om per groepje een korte presentatie te geven over de keuzes die zij gemaakt hebben. Zeg hen ook dat u dit in deze projectweek vaker aan hen zal vragen zodat zij zich daarop kunnen voorbereiden. Als er geen tijd is kiest u zelf een voorbeeld en bespreekt dat klassikaal.
F
AFSLUITING EN TERUGKOPPELING
In de theaterles hebben jullie gewerkt met hoge en lage status. In de les van daarnet met de moraal van het verhaal. Alle verhalen hebben een moraal en werken met hoge en lage status. Dat geldt ook voor de meeste wereldverhalen. Let eens op of je een moral kunt ontdekken als je een film of televisieserie bekijkt of een boek leest.
!
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
LES Thema Verhaal Werkdoel
2
Benodigdheden
Onmogelijke liefde Sassi en Punnu Leren wat een ‘universeel thema’ in een verhaal is; leren vormgeven aan emoties Voor elke leerling papier op A3-‐ of A4-‐formaat; tekenspullen; oude tijdschriften en lijm
A
KORTE TERUGBLIK OP DE THEATERLES
In theaterles 3 en 4 hebben de leerlingen gewerkt met het vormgeven van een vertelling in stilstaande beelden, zogenaamde tableaux, en met het spelen van emoties. Wat een tableau is kunt u lezen bij de achtergrondinformatie.
B
INTRODUCTIE VERWERKINGSLES
Wereldverhalen vinden plaats in een zekere periode en in een bepaald land. Waar en hoe zie je dat terug? We gaan in deze les twee wereldverhalen vergelijken: Romeo en Julia en Sassi en Punnu. En uiteindelijk gaan jullie een filmaffiche maken! Op een filmaffiche zie je in een beeld heel veel emoties en speciale houdingen die veelzeggend zijn, veel vertellen dus. Stil spel in één beeld!
C
THEORIE
We gaan eerst twee wereldverhalen lezen die in de kern hetzelfde verhaal vertellen. Twee verhalen vol emoties. Luister goed en bedenk ortussen wat de overeenkomsten en wat de verschillen zijn. (Mogelijk kennen ze het verhaal van Sassi en Punnu nu wel dus hoeft dat niet meer gelezen te worden). Het verhaal van Romeo en Julia Een van de beroemdste liefdesverhalen uit het theater is het verhaal van Romeo en Julia. Het verhaal speelt zich af in Verona (Italië) in de zestiende eeuw. Al jarenlang hebben twee grote families ruzie met elkaar, de familie Montacchi en de familie Capuletti. Tijdens een feest van de Capuletti’s wordt het huwelijk van Julia met graaf Paris aangekondigd. Maar Romeo Montacchi is in het geheim ook aanwezig en uitgerekend hij en Julia Capuletti worden smoorverliefd op elkaar. !
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
Beide families proberen elk contact tussen de twee onmogelijk te maken, maar Romeo en Julia laten zich niet tegenhouden. Zo haalt Romeo een gevaarlijke stunt uit door via de buitenmuur van het huis naar het balkon van Julia’s slaapkamer te klimmen. Later stuurt Julia haar dienstmeisje naar Romeo om te vragen hoe het verder moet. Zij komt terug met het nieuws dat Romeo het plan heeft om in het geheim met elkaar te trouwen. Diezelfde middag wordt het huwelijk voltrokken door de priester Lorenzo. Als Romeo en zijn vrienden een paar uur later op straat de neef van Julia, Tybalt, ontmoeten, ontstaat er een gevecht. Daarbij wordt Romeo’s beste vriend door Tybalt gedood, in blinde woede doodt Romeo op zijn beurt neef Tybalt. Romeo schrikt van zijn daad en vlucht in paniek. De familie Capuletti maakt bekend dat Julia over drie dagen met graaf Paris zal trouwen. Lorenzo de priester weet als enige dat Julia al getrouwd is en geeft haar een slaapmiddel zodat het lijkt alsof zij dood is. Het huwelijk gaat niet door en zij wordt opgebaard in een grafkelder. Een knecht van Romeo denkt dat Julia echt dood is, vertelt dit aan Romeo die daarop vergif koopt en naar de grafkelder gaat om afscheid te nemen. Daar blijkt ook Paris te zijn, die door Romeo wordt gedood. Dan kust Romeo de lippen van Julia en neemt zijn vergif in. Als Julia later ontwaakt ziet ze dat Romeo dood is, zij steekt in tranen een dolk in haar hart. De twee families besluiten na deze tragedie dat zij voortaan in vrede met elkaar zullen verder leven. Het verhaal van Sassi en Punnu Het verhaal van Sassi en Punnu speelt zich af in het westen van India in de buurt van een grote woestijn. Op een dag krijgen een man en een vrouw een dochter, waar ze heel blij mee zijn. Maar dan voorspelt een priester dat het meisje zal trouwen met een man van een ander geloof. De ouders schrikken zo dat ze het kind in een houtje kistje op de rivier laten wegdrijven. Vele kilometers verderop vindt een wasman de baby en brengt haar naar zijn vrouw. Ze besluiten het kind met het ronde lachende gezicht te adopteren en noemen haar Sassi ofwel Maan. Sassi groeit gelukkig op, helpt de wasman met het werk en staat bij iedere koopman bekend als de prachtige ‘Maan’. Prins Punnu aan de andere kant van de woestijn is nieuwsgierig geworden door de verhalen over het meisje , de mooie ‘Maan’. Hij vermomt zich als koopman in kralen en trekt door de woestijn naar het dorp. Als Sassi kralen bij hem komt kopen is hij direct reddeloos verliefd op haar. En zij op hem! Maar zij verliezen elkaar uit het oog. Punnu komt gelukkig een vriendin van Sassi tegen, ze heet Rakhi. Ze vertelt Punnu dat de ouders van Sassi haar alleen uithuwelijken aan een echte wasman. De dag daarna komt Punnu vermomd als wasman naar het huis van Sassi. Hij krijgt van haar ouders de opdracht alle kleding in een volle mand vol te wassen. Alleen als hij dat goed doet, mag hij Sassi trouwen. Met hulp van Rakhi en Sassi zelf lukt het en de twee trouwen met elkaar. Ondertussen is Punnu’s vader, de koning aan de andere kant van de woestijn, bezorgd waar zijn zoon blijft. Zijn drie andere zoons besluiten hem te gaan zoeken. Nadat ze ontdekt hebben waar Punnu woont, ontvoeren ze hem. Sassi is radeloos en gaat hem zoeken. Onderweg, middenin de woestijn, weet Punnu te ontsnappen en probeert terug hij te keren. Uitgeput van honger en dorst ontmoet hij tenslotte een man bij een hut. Die blijkt Sassi te hebben gezien die op zoek was naar Punnu. Maar zij is omgekomen en ligt bij een heuveltje vlakbij begraven. Punnu blijft bij de heuvel zitten, eet en drinkt niet, en sterft tenslotte op het graf van Sassi. Bespreek de overeenkomsten en de verschillen tussen de twee verhalen met de leerlingen. !
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
Overeenkomsten • een jongen en een meisje worden verliefd op elkaar • ze trouwen met elkaar • er zijn problemen waardoor ze niet bij elkaar kunnen blijven • ze worden weer van elkaar gescheiden • in de dood worden zij met elkaar verenigd Verschillen • verhaal speelt in Italië (R&J) of in India (S&P) • probleem is een familieruzie (Italië-‐ land met grote families/maffia) of het geloof (India-‐ Hindoeïsme en Islam) Wat zegt dit over het land? • jongen en meisje uit welgestelde families (Italië) of prins trouwt met arm meisje (India-‐ kastenstelsel) • het verhaal bestaat uit meerdere delen (S&P -‐ de vloek, te vondeling, onmogelijke liefde) of het verhaal wordt in een rechte lijn vertelt (R&J, verliefdheid blijkt onmogelijke liefde) • Moraal: van wraak komt alleen pijn en ellende (Italië) en Liefde gaat over alle geloven heen (India) Sluit af met de conclusie: Wereldverhalen hebben vaak overeenkomsten met elkaar. De omstandigheden zijn anders want die worden deels bepaald door de cultuur waarin ze plaatsvinden, zoals je in de verschillen hebt gezien. De moraal is in dit geval anders maar kan ook overeenkomen.
D
PRAKTIJK
Leerlingen ontwerpen en maken een affiche van de film Romeo en Julia of Sassi en Punnu op A3 of A4 formaat. Op het affiche moet direct duidelijk zijn wat de verhoudingen tussen de mensen zijn. De leerlingen hebben hiermee in de tweede theaterles meegewerkt. En breng bij hen in herinnering dat zij daarbij kunnen denken aan de tableaux die zij in de theaterles hebben gemaakt. Achtergrondinformatie over tableaux vindt u achterin dit pakket. Vraag de leerlingen eerst te bedenken: Wat wil je uitbeelden en hoe laat je dat zien? Vraag hen na te denken over de houding van de personages, de blik, en wat deze volgens hen zegt. Je mag het uitvergroten. De mooiste affiches kunnen in de school opgehangen worden. Ze kunnen eventueel foto’s, of delen daarvan, scheuren uit tijdschriften en opplakken. U kunt met de leerlingen voorbeelden van filmaffiches bekijken door op google-‐afbeeldingen filmaffiche in te tikken. Bespreek dan een affiche als voorbeeld: wat zie je, hoe komt het over en hoe is dat effect bereikt?
!
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
E
PRESENTATIES
Het affiche kunnen de leerlingen eventueel in een andere les, tekenles of mentorles, afmaken. In deze les presenteren zij welke keuzes ze hebben gemaakt en wat zij willen vertellen met het affiche, ook als deze nog niet af is. Indien er geen tijd meer is kiest u zelf een affiche als voorbeeld en bespreekt deze klassikaal met de leerlingen. Aandachtspunten bij de nabespreking Indien er nog tijd is kunt u de leerlingen vragen te verwoorden wat hij of zij ziet op het affiche van een ander. Door letterlijk te benoemen wat een ander ziet kan degene die het gemaakt heeft horen hoe het overkomt. Is dit wat de maker van het affiche bedoeld heeft? Waarom wel of niet? Tips om de bedoeling beter tot zijn recht te laten komen. Misschien een andere techniek gebruiken? Hoe zie je de verhoudingen tussen de personen terug op het affiche?
F
TERUGKOPPELING WERKDOEL
Hoe is de leerling in de theaterles en verwerkingsles met het werkdoel bezig geweest? Het werken met tableaux, emoties in het spel, affiches maken in de verwerkingsles: hoe komen deze samen voor de leerling? Zie je op de affiches emoties terug? En zie je de onderlinge verhouding van de personages?
!"
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
LES Thema Verhaal Werkdoel
3
Benodigdheden
Magische verandering De dappere moeder Onderzoeken van de functie van extreme personages in verhalen en van mogelijkheden waarop je die zelf kunt verbeelden Blok das-‐klei per leerling (€ 1,99 bij Bart Smit, gratis bezorgd), eventueel kleine camera met mogelijkheid tot projectie
A
KORTE TERUGBLIK OP DE THEATERLES
De leerlingen hebben in theaterles 5 en 6 gewerkt met het vormgeven van personages door deze groot uit te beelden. Daarnaast hebben zij met beperkte middelen een ruimte zo vormgegeven dat deze bijdraagt aan de vertelling.
B
INTRODUCTIE VERWERKINGSLES
In deze verwerkingsles gaan jullie werken met extreme personages, net zoals in de theaterles. Eerst gaan we kort kijken waarom deze personages zo extreem zijn en daarna gaan jullie zelf aan de slag door een extreem personage of misschien wel een monster te kleien.
C
THEORIE
In wereldverhalen zijn de personen soms best extreem. Het verhaal van De dappere moeder is daar een mooi voorbeeld van. • Waarom zou dit zijn denk je? Wie heeft een idee? Wat kan je met een extreem personage goed vertellen? • Wie kent nog meer voorbeelden van personen die extreem zijn uit films of andere wereldverhalen? • En hebben deze personen een hoge of een lage status? In de achtergrondinformatie vindt u een toelichting op extreme personages en waarom deze in wereldverhalen voorkomen.
!!
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
D
PRAKTIJK
Leerlingen ontwerpen en kleien gekke extreme figuren, het mogen uiteraard ook monsters zijn. Zij werken met Das-‐klei. Zij denken daarbij goed na over de karakters van hun creaties. En natuurlijk is het de bedoeling dat die karaktertrek, als het even kan, ook terug te zien is in het uiterlijk. Hieronder een lijstje waaruit de leerlingen kunnen kiezen. Deze lijst is niet compleet, er zijn nog veel meer karaktereigenschappen te bedenken! • • • • • • • • • • • • • •
E
Jaloers Geduldig Trots Gevoelig Bang Betrouwbaar Behulpzaam Bescheiden Moedig Trouw Sluw Eerlijk Eigenwijs Dominant
PRESENTATIES
Leerlingen kunnen in tweetallen, of in viertallen, elkaars werk bespreken. Wat ziet de een in het werk van de ander? Wat heeft de ander bedoeld? Bespreek dit samen. Daarna vertelt iedereen klassikaal welk karakter de ander heeft ontworpen en waarom. Aandachtspunten bij de nabespreking De docent vraagt nu vooral naar het karakter van de persoon en naar de eventuele rol van dit karakter in een verhaal. Hebben leerlingen daar ideeën over? Wie laat zijn fantasie de vrije loop? En niet onbelangrijk: wat is de moraal van het verzonnen verhaal? Eventueel Bent u in het bezit van een kleine camera en een projectiescherm, dan kunt de kleifiguren op groot beeld laten zien. Neem het kleipoppetje op vanuit verschillende standpunten, draai er omheen en laat het zien van boven en van onder. Wat doet het op groot scherm? Hoe komt het dan over?
F
TERUGKOPPELING WERKDOEL
Leerlingen hebben in de theaterles en in deze verwerkingsles gewerkt met personages in extreme vormen. Wat hebben de leerlingen ervan geleerd? Welke functie hebben extreme personages in een verhaal? Wie weet het nog?! !"
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
LES
4
Thema Verhaal Werkdoel Benodigdheden
Naar keuze Naar keuze Wat kan het spelen met maskers aan een verhaal toevoegen? Internet en projectie om films te bekijken; basistekening gekopieerd om maskers in te kleuren (zie laatste twee pagina’s); potloden, kleurpotloden en stiften
A
KORTE TERUGBLIK OP DE THEATERLES
Aan het einde van deze zevende en laatste theaterles hebben de leerlingen de lessenreeks geëvalueerd met de docent. Wat willen de leerlingen hierover met u delen? Ook hebben zij allemaal een korte scène gepresenteerd. Hoe was dat om te doen?
B
INTRODUCTIE VERWERKINGSLES
Jullie hebben nu uitgebreid kennisgemaakt met Wereldverhalen: waarom deze verhalen er zijn, waarom deze soms op elkaar lijken ook al komen ze uit verschillende landen, wat de moraal is van het verhaal en waarom er soms extreme personages in gebruikt worden. In de theaterles hebben jullie vandaag gewerkt met de opbouw van het verhaal: hoe begint het, wat is midden en het plot, hoe loopt het af? De vraag in deze les is wat maskers kunnen bijdragen aan een verhaal of aan de scène die jullie in de theaterles hebben gespeeld.
C
THEORIE
In de theaterles hebben zij aan het einde een scène gemaakt en gespeeld. Is er in deze scène een personage dat zij een masker zouden willen geven? Hoe ziet dat masker eruit? Ter inspiratie eerst wat voorbeelden bekijken: Dat je met een (klei)masker letterlijk alle kanten op kunt, laat dit filmpje van 3,5 minuten zien. Mummenschanz Mask: https://www.youtube.com/watch?v=DAa_GvLnQik Derde klassers spelen een mooi, fysiek spel zonder woorden met maskers: https://www.youtube.com/watch?v=a7xDUqdDKZU !"
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
D
PRAKTIJK
Leerlingen gaan maskers kleuren en eventueel zelf tekenen. Als er tijd is kunnen zij deze presenteren met de passende houding erbij. De opdracht is om een masker te maken voor het personage dat zij kennen uit een van de wereldverhalen of ze kiezen voor één van de karakters uit de eigen scène. De vragen hierbij zijn: • wat zijn de speciale karaktereigenschappen die je door het masker gaat uitvergroten? • welk vorm kies je voor het masker, een half masker of een heel masker? • welke kleuren passen het best bij het karakter van jouw personage?
E
PRESENTATIES
Leerlingen geven een korte presentatie van wat zij ontworpen hebben en vertellen bij welke rol zij dit masker hebben gemaakt. Andere leerlingen reageren daarop met hun mening. • wat is de eerste indruk van het masker en dus het personage? • klopt dit met het personage uit de eigen scène?
F
TERUGKOPPELING WERKDOEL
In Leerjaar 3 maken de leerlingen een eigen productie waarbij zij alle kennis uit de theaterlessen en de verwerkingslessen goed kunnen gebruiken. Ook hebben zij in de laatste theaterles gewerkt met de opbouw van een verhaal. Dat is belangrijke kennis voor het vervolg in het tweede en derde jaar. Als zij naar een film kijken kunnen zij nadenken over de opbouw van het verhaal in de film. En misschien gebruiken zij wel een mooi masker bij hun presentatie in het derde leerjaar.
!"
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
LES
5
KIJKWIJZER
De kijkwijzer bestaat uit een aantal vragen. Die zijn bedoeld als hulp bij het kijken naar een voorstelling. Na afloop helpt het je om beter onder woorden te brengen wat je van de voorstelling vond. 1 WAT HEB JE GEZIEN? • Decor, kleuren, personen, attributen, wat zag je allemaal op het toneel? 2 DE VIJF W’S VAN DEZE VOORSTELLING • Wie zijn de belangrijkste personages? • Wat zijn kort samengevat de gebeurtenissen in het stuk? • Waar gaat het verhaal over? • Wanneer speelt het verhaal? In welke tijd ? • Waarom gebeurt dit? 3 WAT VIND JIJ? • Zet de voorstelling je aan het denken? En zo ja waarover? • Wat vond je mooi, spannend of bijzonder? • Wat zou je willen jatten voor jouw voorstelling in het 3e jaar? Want….. Beter goed gejat dan slecht bedacht!!
!"
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
Afhankelijk van de voorstelling kunt u met de leerlingen ook het volgende bespreken: 4 WAT HEB JE TERUGGEZIEN UIT DE LESSEN WERELDVERHALEN? uit het eerste leerjaar • Hoe maken de speler(s) gebruik van het podium, de ruimte, het decor, elkaar? • Welke emoties heb je gezien? • Zag je hoge en lage status terug in de personages? • Speelden de acteur(s) met taal of ook met stil spel? • Personagetransformaties en stemgebruik uit het tweede leerjaar • Zit er een opbouw in de gebeurtenissen van begin, midden, einde? • Is er een conflict? Zo ja welk? • Veranderen de personages in de voorstelling? Of zijn ze statisch? • Wordt er van muziek of speciale geluiden gebruik gemaakt? Zo ja, ondersteunen die de handeling of de sfeer? • Zit er dans in de voorstelling en zo ja hoe wordt het ingezet en wat wordt ermee verteld? • Is er gebruik gemaakt van film of schaduwspel en zo ja hoe wordt het ingezet en wat wordt ermee verteld? • Is er gebruik gemaakt van spoken word en zo ja hoe?
!"
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
ACHTERGRONDINFORMATIE VOOR DE DOCENT Wat is een wereldverhaal? Wereldverhalen zijn sprookjes, fabels, mythen, sagen & legenden uit de enorme berg verhalen die we op de wereld hebben. Het zijn verhalen die in een bepaalde cultuur voortleven, van generatie op generatie. Een wereldverhaal is ook altijd herkenbaar voor iedereen. Eigenlijk maakt het daarbij niet veel uit of je een Nederlandse, Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Hindoestaanse of andere achtergrond hebt. De verhalen gaan namelijk meestal over dingen waar iedereen op de hele wereld wel eens mee te maken heeft gehad of over heeft gehoord, zoals: liefde, vriendschap, oorlog enzovoorts. Waarom vertellen we verhalen? Sinds er mensen bestaan worden er verhalen verteld. Verhalen aan elkaar vertellen is een manier om aan te geven dat het prettig kan zijn om bij elkaar te zitten en naar iets te luisteren. Het kan je het gevoel geven dat je erbij hoort, dat je even bij elkaar hoort. Met een verhaal kun je ook een wijze les aan de toehoorders overdragen of ze iets duidelijk maken over de geschiedenis van een bepaald volk, een land of een cultuur. Maar verhalen worden natuurlijk ook verteld omdat ze je plezier kunnen bezorgen en aan het lachen kunnen brengen. Het verhaal als amusement, of het nu via televisie, film of live verteld wordt! Wat is een moraal? Stel dat je net een spannend verhaal hebt gelezen of gehoord. Na afloop vraagt iemand: wat heb je van dit verhaal geleerd? Wat is de wijze les die erin verstopt zit? Dan heeft hij het over de moraal van het verhaal. De meeste verhalen hebben een moraal. Vaak houdt de wijze les in dat het goede wordt beloond en het slechte wordt bestraft. Denk bijvoorbeeld aan: ‘Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in’. Maar ook ‘Liefde overwint’ of ‘Wie niet sterk is, moet slim zijn’. Wat is hoge en lage status? Je kunt de personages in een verhaal meestal onderverdelen in twee groepen: mensen met een hoge of lage status. In feite gaat het hierbij om machtsverhoudingen: wie is de ‘sterkste’? En dan gaat het niet altijd om wie de sterkste armen heeft, maar om wie het slimste is, wie de ander kan aftroeven of naar wie wordt geluisterd. Je kunt denken aan een scène met een directeur en een werknemer of met een koning en een dienaar. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Een dienaar die de koning onder druk zet (chanteert) omdat hij bepaalde geheimen van hem weet, die dienaar zit op dat moment in een hoge status (is machtiger), terwijl de koning een lage status heeft. Maar het gaat niet alleen om dit soort verschillen in macht. Of iemand een hoge of een lage status heeft, wordt ook bepaald door het feit of hij goed in zijn vel zit (zich goed voelt) of zich juist niet goed voelt en onzeker is. In beide gevallen straal je dat ook uit op je omgeving. Personen met een hoge status zitten of staan meestal breeduit, nemen veel ruimte in, zijn rustig in hun bewegingen en in hun praten, praten luid en duidelijk, maken gemakkelijk oogcontact en zijn ontspannen. Personages met een lage status zitten of staan ‘klein’, nemen weinig ruimte in, wriemelen en frutselen, zijn vaak zenuwachtig en gespannen, praten zacht en onverstaanbaar, hebben het hoofd wat gebogen en maken vluchtig oogcontact. !"
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
Stil spel en stilstaande beelden (tableau) Als je op het toneel bezig bent met handelingen (bijvoorbeeld een kast opruimen, koffie drinken, uit het raam kijken) en je praat daar niet bij, noem je dat stil spel. Je speelt gewoon door, maar je zegt ondertussen niks. De kunst is dan wel om het voor de kijkers spannend en interessant te houden. Ze mogen zich niet gaan vervelen omdat jij niks te zeggen hebt. Er zijn andere manieren om iets te ‘vertellen’ dan alleen de stem. De houding van je lichaam vertelt iets over hoe jij, als acteur je voelt, of de gebaren van de armen laten zien wat je wil of een afwerend gebaar laat zien wat je juist niet wilt. Emoties kun je ook laten zien met je houding en met de uitdrukking van je gezicht. Extreme personages Een mens of dier dat in een verhaal optreedt is een personage. In wereldverhalen waarin magische veranderingen een rol spelen, zijn de personages en hun eigenschappen vaak extremer dan in een gewoon huis-‐tuin-‐en-‐keuken-‐verhaal. Denk aan kwade geesten, heksen, reuzen. Die maken de verhalen extra spannend en eng voor de lezer of luisteraar. Maar ook kun je als verhalenmaker je boodschap soms beter duidelijk maken door met extremen te werken. Net zoals je op het toneel of in de film uitvergroot kunt spelen. Extreme situaties en personages in wereldverhalen De volgende voorbeelden komen uit enkele wereldverhalen: • • • •
niet thuis zitten en honger of dorst hebben, maar je in een grote, snikhete woestijn bevinden waar je van honger en dorst omkomt niet verdrietig een dag in je bed blijven liggen vanwege de dood van een goeie vriendin, maar uitgeput van verdriet sterven op het graf van de ander geen ‘gewone’ gemene man zijn, maar een verschrikkelijke menseneter en reus geen geld lenen bij één persoon maar bij vier en ze dan de één na de ander door elkaar laten opeten en doden
In veel verhalen, ook in wereldverhalen, komen mensen en situaties voor die vaak meer indruk op je maken dan de mensen en dingen die je in je eigen leven tegenkomt. Hoe komt dat? De schrijver of verteller van de verhalen gebruikt daarvoor trucjes. Hij kan personages en gebeurtenissen in zijn verhaal bijvoorbeeld versterken, overdrijven, aandikken. Door de personages en situaties groter te maken zullen deze meer indruk op je maken waardoor je het verhaal beter zal onthouden. Een tweede reden is dat de boodschap, de moraal van het verhaal, vaak duidelijker wordt doordat de situatie is uitvergroot. Vertellers en schrijvers van verhalen werken vaak met extremen zodat het verhaal smeuïger wordt, spannender wordt, meer indruk op je maakt en de boodschap duidelijker overkomt. Door het wie, wat, waar en wanneer uit het ‘gewone’ te halen, prikkelt dat ook sterker je fantasie als je het hoort of leest. Dus: • ‘een krom oud vrouwtje met een haakneus en een gemene blik in haar ogen’ en niet ‘een oude dame’ • ‘een jongen die al zijn vrienden bedriegt’ en niet ‘een jongen die steeds die euro vergeet terug te betalen aan zijn vriend • ‘aan de ijskoude Noordpool’ en niet ‘in een koude woonkamer’ • ‘lang, lang geleden’ en niet ‘gisteren’ !"
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
MASKERS
!"
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen
!"
Kunstproject Wereldverhalen Leerjaar 1 -‐ Verwerkingslessen