Kunstproject Nederlands en plastische opvoeding voor het tweede leerjaar van de eerste graad, Leiepoort, campus Sint-Theresia 1

Raoul De Keyser, 1930-2012

Kunstproject Nederlands en plastische opvoeding voor het tweede leerjaar van de eerste graad, Leiepoort, campus Sint-Theresia 1

Wanneer je kijkt zie je nog niet Wanneer je ziet grijpt het je aan (Willem Hussem)

Kunstproject Nederlands en plastische opvoeding voor het tweede leerjaar van de eerste graad, Leiepoort, campus Sint-Theresia 2

Oriënteren in de klas (spreekvaardigheid) 

Wie bezocht al eens een museum?



Welk?



Wat heb je daar gezien?



Hoe vond je het?



Wat beviel je?



Wat viel tegen?

Voorbereiden in de klas (zoekopdracht en spreekvaardigheid) Zoek per twee informatie over het Museum van Deinze en de Leiestreek. 

Waar ligt het museum? Noteer het volledige adres. ……………………………………… ……………………………………… ………………………………………



Welke zijn de openingsuren? ……………………………………… ……………………………………… ……………………………………… ……………………………………… ……………………………………… ………………………………………



Noteer de website van het museum. …………………………………………………………………………………………………...



Wat kun je daar momenteel bezichtigen? …………………………………………………………………………………………..............



We gaan te voet naar het museum. Stippel de reisweg uit. Noteer de straten. …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………...



Welke afspraken gelden in een museum? ……………………………………… ……………………………………… ……………………………………… ………………………………………

Kunstproject Nederlands en plastische opvoeding voor het tweede leerjaar van de eerste graad, Leiepoort, campus Sint-Theresia 3

Uitvoeren van verwerkings- en vaardigheidsopdrachten i.v.m. het aanzetten tot literaire competentie (bezoek aan de tentoonstelling) We gaan samen rustig naar de verschillende schilderijen.

1. …………………………………………………………………., 1967 

Bekijk het schilderij.



Wat weet je dat je zou kunnen zien mocht het schilderij meer tonen dan enkel kousen? Geef een opsomming.



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



Kies per twee een titel dat bij het werk past. …………………………………………………………………………………………………...



Noteer de werkelijke titel naast cijfer 1 hierboven. Het schilderij is in 1967 gemaakt.

Je leerkracht legt je uit hoe Raoul De Keyser de werkelijkheid in nieuwe vormen giet. Details worden uitvergroot en bestaan op zichzelf. De Keyser geeft de werkelijkheid fragmentarisch (= gedeeltelijk) weer.

2. ………………………………., 1968 

Bekijk het schilderij. Je lost onderstaande vragen per drie leerlingen op.



Wat herken je? …………………………………………………………………………………………………...



Wat is het blauw? …………………………………………………………………………………………………...



Wat is het geel? …………………………………………………………………………………………………...



Wat is het groen? …………………………………………………………………………………………………...

Kunstproject Nederlands en plastische opvoeding voor het tweede leerjaar van de eerste graad, Leiepoort, campus Sint-Theresia 4

3. Laag Vlaams landschap met rubberwolk, 1967 

Bekijk het schilderij.



Je leerkracht leest voor uit ‘Raoul De Keyser, de schilder schilderde’ van Paul De Moor, p.12

4. Aan de Oude Leie, 1968 

Bekijk het schilderij.



Je leerkracht leest voor uit ‘Raoul De Keyser, de schilder schilderde’ van Paul De Moor, p.13



Kijk naar de volledige ruimte waarin we ons nu bevinden. Welk thema herken je? ……………………………………………………….



Hoe speelt het museum op dit thema in? …………………………………………………………………………………………………...



Je leerkracht leest voor uit ‘Raoul De Keyser, de schilder schilderde’ van Paul De Moor, p.15



Denken jullie dat dit moeilijk is? Tijd voor een kleine gedachtewissel.

5. Blow Up, 1967 

Bekijk het schilderij.



Wat herken je?



………………………………………



………………………………………

De kous is bijna niet meer te herkennen als kous, maar wordt een blauw vlak. Hier zie je hoe De Keyser vertrekt van realistische objecten en dat hij deze (bijna) abstract weergeeft. Dit zal hij in zijn later werk nog meer en nog sterker doen. Een beetje taalbeschouwing als tussendoortje 

Geef het tegenovergestelde woord van abstract: …………………………………



Vul hieronder aan.

In de kunst spreekt men van abstracte kunst als je werkelijkheid ……………… herkent. Men spreekt van figuratieve kunst als je de werkelijkheid wel herkent.

Kunstproject Nederlands en plastische opvoeding voor het tweede leerjaar van de eerste graad, Leiepoort, campus Sint-Theresia 5

Opdracht voor plastische opvoeding Tijdens het museumbezoek ga je op zoek naar eenvoudige voorwerpen (vb. een lichtschakelaar), details (vb. een deel van een stoel), plekjes (vb. een hoek van een ruimte) die zich in het gebouw bevinden. Daarvan maak je enkele foto’s. Zoom in het gekozen onderwerp in, zodat je het gegeven bijna abstract maakt. Denk daarbij aan de beelden van Raoul de Keyser. Eén van je foto’s wordt in de les zelfstandig werk uitgeprint. In de les plastische opvoeding gaan we de foto verwerken met verschillende lijndiktes, arcering en kleurmenging.

6. Kraantje met tuinslang, 1965 

Bekijk het schilderij.



Wat associeer jij met een tuinslang? …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………...

7. Hoek, 1964 

Bekijk het schilderij.



Je leerkracht leest voor uit ‘Raoul De Keyser, de schilder schilderde’ van Paul De Moor, p.2 Een gesprekje:



Zie je een hond op dit schilderij?



Waar zie je in deze ruimte een schilderij met een hond?



Welke naam past bij deze hond?



Je leerkracht leest voor uit ‘Raoul De Keyser, de schilder schilderde’ van Paul De Moor, p.7

8. Gampelaere-omgeving, 1964 

Bekijk het schilderij.



Je leerkracht laar je het liedje ‘Hier vertrok de trein’ van Stef Bos horen.



Waaraan denk je bij het zien van het schilderij en het horen van het lied? Door de woorden van het lied word je (on)bewust gestuurd.

Kunstproject Nederlands en plastische opvoeding voor het tweede leerjaar van de eerste graad, Leiepoort, campus Sint-Theresia 6

Indien er tijd over:

9. De bietenoogst, Emile Claus, 1890 

Bekijk het schilderij.



Per twee kies je 2 figuren uit het schilderij en je bedenkt een dialoogje tussen die twee mensen.



Bereid het even voor en speel het nadien voor je klasgenoten na. Dit mag heel kort zijn.

……………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………….

10. Een willekeurig schilderij uit de collectie 

Bekijk het schilderij 30 seconden.



Draai je om en noteer wat je allemaal zag in een minuutje. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………

Bron: 

catalogus ‘Raoul De Keyser. 1964-1970’ naar aanleiding van tentoonstelling in het Museum van Deinze en de Leiestreek.



‘Raoul De Keyser, de schilder schilderde’, Paul de Moor, Ludion, 2012

Kunstproject Nederlands en plastische opvoeding voor het tweede leerjaar van de eerste graad, Leiepoort, campus Sint-Theresia 7

Reflecteren 

Welke opdracht sprak je het meest aan?



Waarom? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………



Welke opdracht vond je het moeilijkst?



Waarom? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………

Kunstproject Nederlands en plastische opvoeding voor het tweede leerjaar van de eerste graad, Leiepoort, campus Sint-Theresia 8