De Cultuurkantine Kunstproject Het Dossier 2.0
Inleiding Kinderen met kunst en cultuur in contact brengen. En dan vooral die kinderen voor wie dat niet vanzelfsprekend is. Juist voor kinderen die opgroeien in omstandigheden waar het minder gemakkelijk is, is aan kunst doen belangrijk. Het project Het Dossier, waarin Stichting De Cultuurkantine kinderen uit de jeugdzorg koppelde aan professionele kunstenaars, toonde dat in 2011 al overtuigend aan. Tien prachtige kunstwerken en tien kinderen die deze vol trots toonden aan ouders, oma’s en opa’s, groepsleiders, belangstellenden en kunstliefhebbers. Dat succesvolle project verdiende navolging. Naast diverse fondsen bleek Juzt, jeugdzorgorganisatie in WestBrabant, ook weer bereid om mee te werken. Juzt helpt jeugd en ouders als opgroeien en opvoeden niet vanzelf gaan. Samen met hen en ieder die er voor hen toe doet. Stichting Electron heeft haar expertise ingezet om geschikte kunstenaars voor het project te selecteren. Met veel plezier hebben twintig kinderen en kunstenaars in het najaar van 2012 gewerkt aan kunst. Kunstenaars lieten in hun atelier de kinderen weer vol enthousiasme een andere wereld zien. Een plek waar je mag zijn wie je bent en waar je je mag uiten. Het gaat zeker niet alleen om de
kunst, maar vooral om het proces zelf. Dat je onvoorwaardelijke aandacht krijgt op een plek waar je even niet met je problemen bezig hoeft te zijn maar met het creëren van iets moois. Maar ook de kunstenaars maken kennis met een andere wereld en laten zich inspireren door hoe de kinderen zijn, doen en denken. Met verbluffend mooie resultaten, zo lees en zie je in dit boekje. In het ene atelier kon je voetballen. Bij een andere kunstenaar at je een pannenkoek of lekkere chocola. Een boswandeling, bezoek aan de bouwmarkt, treinen kijken, fikkie stoken, noem maar op. Van alles maakten de kinderen en kunstenaars samen mee. En het stukje kunst zat daar vloeiend in verweven. Vaak niet afgepast in één uurtje, maar spelenderwijs. En dan mag je als kind ook best even lekker niks doen, gezellig kletsen, door de gangen hollen of een computerspelletje spelen. En als het kunstwerk af is, weet je dat wat je hebt gemaakt van belang is. Niet alleen voor jou en ‘je’ kunstenaar. Maar ook voor je familie, de leiding en de vele ‘vreemde’ mensen die komen kijken naar de tentoonstelling en het mooi vinden. Je mag stiktrots zijn op jezelf! Breda, januari 2013 Bestuur en medewerkers Stichting De Cultuurkantine en Stichting Juzt
Cindy Joos
Joey
Orange Hokage Fotografie 1000 x 720 cm
de ontdekking dat ze dezelfde interesses delen en vaak op gelijke golflengte zitten. De oranje wonderkamer wordt daarmee een wereld die ze samen opbouwen. De kamer is opgezet met schotten, geverfd en voorzien van spulletjes uit de tweedehands winkel die ze samen kopen. Cindy: ‘Het kunstwerk is onze wereld in het klein waarin Joey en ik elkaar aanvullen. Joey heeft zelf initiatieven genomen. Het idee om een eigen kamer te bouwen en in te richten komt van hem. Ook de oranje kleur en titel heeft hij bedacht. Het uitvoerende werk hebben we zoveel mogelijk samen gedaan en dat is ons goed gelukt.’ De wonderkamer wordt gefotografeerd en de mooiste foto is onderdeel van de tentoonstelling Het Dossier 2.0. Het verbaast Joey dat fotografie meer is dan op een knopje drukken.
Cindy en Joey zijn het kunstproject gestart met het kijken naar foto’s. Zowel het fotowerk van Cindy als foto’s van andere fotografen passeren de revue. Eén van de foto’s van Cindy spreekt Joey direct enorm aan en wil hij graag als inspiratie gebruiken. Het idee ontstaat om een ‘wonderkamer’ in te richten. Vervolgens maken Cindy en Joey foto’s van mensen die belangrijk voor hen zijn en ze verzamelen spullen die iets over hen vertellen. De twee komen tot
Dorry Franken
Mike
Mike with Dogs Gemengde techniek: materiaaldruk (foam)/ schildering op populierentriplex 86 x 128 cm
Gaandeweg komen Dorry en Mike op een tegenovergesteld thema: het perspectief dat vrijheid biedt. De muren in het kunstwerk vormen dan ook geen gesloten achtergrond maar juist een open decor. ‘Het geeft de mogelijkheid van een vluchtweg. Die keuze kunnen de honden op de voorgrond ook maken.’ Mike: ‘De grote hond is Max, door de nieuwe eigenaar in een bos achtergelaten. ‘Mike speelt in het kunstwerk de rol van toeschouwer. Achter hem is het vrije veld.’ Mike vindt het erg moeilijk om drukvormen te ontwerpen. Dat laat hij liever aan Dorry over. Gutsen gaat hem goed af, maar de grappige pinguïn die hij uit een linoplaat snijdt, ziet hij niet als onderdeel voor het grote werk. Dorry vertelt: ‘Mike is op zijn best als hij een duidelijk gestelde opdracht kan uitvoeren. Voor het kunstwerk heeft hij de grote muurvormen en de twee hondfiguren met drukinkt ingerold.’ Vervolgens hebben Dorry en Mike deze samen, met de hand, op het houten paneel afgedrukt.
In de ongedwongenheid van het atelier van Dorry ontstaan gesprekken tussen Dorry en Mike over alledaagse en minder alledaagse dingen. Dorry: ‘Mike vertelt bijvoorbeeld over de eenzame postduif die liefdevol door zijn oma is geadopteerd, over spannende avonturen met vuurwerk in een tunnel, over de hond van zijn vader waarvan hij geen afscheid heeft kunnen nemen, over de trap die niet kraakt, en nog veel meer.’ Mike geeft Dorry stof tot nadenken over de te kiezen thema’s voor het kunstwerk. ‘Uit de kleine en stoere verhalen filtert Dorry een paar thema’s. De symbolen die ze zoekt voor ‘opgesloten zijn’, wil Mike liever niet gebruiken.’
Lisette Durinck
Natalya
Love, hope & faith Schilderkunst, acrylverf op linnen doek 180 x 80 cm
werkelijkheid is. Dat komt denk ik door het grote verantwoordelijkheidsgevoel dat ze heeft.’ In het schilderij is Natalya de hoofdpersoon die glorieus is afgebeeld. Om haar handen zitten touwtjes zoals bij een marionet. Lisette vertelt: ‘Natalya wordt geleid, soms gewenst soms ongewenst. Ze neemt graag de leiding op zich en weet mensen ook naar zich toe te trekken en aan zich te binden. Om haar vingers zitten poppetjes die personen in het leven van Natalya verbeelden. De mensen van wie ze zielsveel houdt.’ Lisette vertelt dat ze het meisje vrolijk en ontspannen heeft afgebeeld. ‘Zo zie ik haar. Ook al is ze voor haar leeftijd behoorlijk volwassen. Ik zie ook die lieve, sprankelende blik die je hoort te zien bij een meisje van haar leeftijd. Ik ben trots op haar. Met verf en kwast was ze als een volleerd kunstenaar aan het schilderen, zonder schroom en met veel durf!’
Het kunstwerk van Lisette en Natalya komt tot stand door de gesprekken die ze voeren. Natalya vertelt aan Lisette wat ze heeft meegemaakt, hoe ze in het leven staat en wie belangrijk voor haar zijn. In het begin zijn de ideeën groots maar blijken te complex en te kunstig te zijn. Na veel schrappen en luisteren vormt het kunstwerk zich vanzelf. Lisette is onder de indruk van Natalya. ‘Ze is pas 14 jaar en komt over als een sterk en zeker meisje. Ze oogt ouder dan dat ze in
Colin Peters
Salimu
Only God can judge me Stalen sculptuur, dun staalplaat 118 cm
Het stalen reliëf dat later ontstaat is een minder aangrijpend zelfbeeld met vleugels geworden. Colin vindt Salimu een geduldige en harde werker. ‘Vanaf het begin tot het einde hebben we in samenwerking het beeld laten ontstaan. Elke keer dat we een keuze in het beeld moesten maken, vroeg ik Salimu om een inhoudelijke keuze, danwel een vormkeuze te maken.’ Als voorbeeld noemt Colin het feit dat het stalen beeld geen mond heeft. ‘Een bewuste keuze van Salimu, want hij is niet zo’n prater.’ Als leerling in het atelier heeft hij geleerd hoe met gereedschap te werken. Ook de basistechniek van het lassen heeft hij van de kunstenaar geleerd. Colin zegt: ‘Het merendeel van het stalen beeld heeft hij eigenhandig gelast, niet slecht voor een eerste keer!’
In atelier Cerberus heeft Salimu samen met beeldhouwer Colin Peters een mensfiguur gemaakt van staalplaatjes. Het figuur is afgeleid van een gekruisigde Christus. Het idee voor dit beeld is van Salimu, als antwoord op de vraag van de kunstenaar wat hem bezig houdt. Colin vertelt dat het onderwerp aanvankelijk nogal dramatisch was. ‘Salimu schetste een Christusfiguur met een zwaard door zijn borst, met de tekst: Only God can judge me.’
Anne Pillen
Rob
Ode aan Opa Mixed media, olieverf, conté, acrylverf, houtskool, pastelkrijt op papier 100 x 150 cm
Tijdens een werksessie in de Boshut, het buitenatelier van Anne, ziet Rob een boom die een halve meter boven de grond in twee dikke stammen verder groeit: een verticale tweesprong. Daar zou de gedenkkunst goed passen. Anne vertelt: ‘We kiezen voor een fantasielandschap met een avondrode lucht. Een lucht die Rob ziet op een van de avonden dat hij in mijn buitenatelier werkt. Hij vindt het prachtig! Verder kiezen we voor een tweesprong van wegen. Het herinnert Rob aan de reisjes met Opa en staat symbool voor de ongewilde verwijdering die tussen hen is ontstaan.’ De kleuren van het werk worden door Rob gekozen nadat hij zelf experimenteert met het mengen van olieverf en het werken met pastelkrijt, conté en houtskool. Daarna maakt Anne voorbeelden van kleurencombinaties en toepassingen van de door Rob gekozen verschillende kleuren en materialen, waaruit hij dan weer keuzes maakt voor het eindwerkstuk. Samen maken ze de horizon en het perspectief van de tweesprong. Door de tekst op het werk laat Anne zien dat ze Rob begrijpt. Hij is er blij mee maar het moet wel in het Engels. En de namen moeten er onder. AP (Anne) en ONETHING (Rob’s pseudoniem).
Al tijdens de eerste bijeenkomst geeft Rob aan graag te tekenen met potlood en ook regelmatig teksten te schrijven op internet. Dankzij Anne ontdekt hij ook andere materialen en wordt nieuwsgierig naar nieuwe mogelijkheden. Rob experimenteert met film, vuur, plakfolie, olieverf, houtskool, conté en pastelkrijt. Zijn voorkeur blijft een tweedimensionaal kunstwerk op papier. Tijdens een volgende afspraak vertelt Rob over zijn bijzondere band met zijn Opa. Hij is zijn grote voorbeeld. Toen Rob jonger was reisde hij met Opa overal naar toe en dan kletsten ze over van alles en nog wat. Helaas is Opa ziek geworden. Rob wil graag het bijzondere contact met Opa samen met Anne vormgeven in een kunstwerk.
Paul van Osch
Johnny
Adaption Gemengde technieken, gips, hout, lijm, as, acrylverf 80 x 60 x 25 cm
mensen van mijn leeftijd lastige hindernissen zouden zijn. Maar wat voor de één een hindernis is, is voor een ander een speeltoestel. Voor veel kinderen die niet thuis wonen zijn deze, door andere geplaatste obstakels, dagelijkse realiteit. De thematiek is daarom universeler en niet specifiek die van Johnny, zoals die ik in eerste instantie voor ogen had.’ Paul en Johnny hebben gezellige middagen met elkaar doorgebracht. Paul: ‘Chocolade gegeten, met de hond gespeeld en hout gekliefd, om de houtkachel op het atelier brandend te houden. Samen hebben we de rots/wolk geboetseerd met klei. Johnny heeft goed geholpen met het maken van de mal en het afgieten daarvan. Hij zat aan het eind van de middagen vaak onder de gipsspetters.’ Johnny vindt het gips spatten leuk om te doen. Hij vertelt dat hij van Paul heeft geleerd om niet te wild te doen. ‘Soms lukte het niet zo goed en werd ik boos. Ik vond het leuk om met gips te werken want dat wordt zo mooi glad.’ Nadat de rotswolk af was, is Johnny door omstandigheden een aantal weken niet naar het atelier gegaan. Paul heeft het kunstwerk afgemaakt met Johnny in gedachten.’
Voor Paul staat het van meet af aan al vast dat het kunstwerk een ruimtelijk werk moet worden. ‘Een plankje aan de wand met daarop de toekomst van Johnny. Het plankje heeft zich vertaald naar een wandobject dat je kan zien als een uitstekende rots en een afgeplatte wolk. Ideaal om verwachtingen voor de toekomst van Johnny op uit te stallen.’ Totdat duidelijk wordt dat Johnny helemaal niet bezig is met zijn toekomst. ‘Het hier en nu telt voor hem. Hij probeert zo goed mogelijk te dealen met hoe zijn wereld er nu voor hem uitziet.’ Het werk is dus uiteindelijk veel meer een uitstalling geworden die symbolisch is voor Johnny, en andere kinderen uit de jeugdzorg. Paul: ‘De gemaakte wandconsole is de basis geworden van vele hekjes, kooien, ladders en balustrades. Objecten die voor
Lidy Meier
Loubna
Loubna en Marokko Schilderen, olieverf op doek (3 x) 50 x 150 cm
werk. Haar uiterlijk vindt zij erg belangrijk. Loubna schildert graag en heeft het volgens Lidy ook in de vingers. Lidy ontdekt dat het als kunstenaar best lastig is om samen iets te maken. ‘Ik wil vooral dat het een schilderij van Loubna is en daarom is het moeilijk om in te grijpen. Loubna wil graag snel resultaat zien. Hierdoor ontdekken we dat we later wel eens wat moeten bijstellen.’ Het werken met olieverf vergt geduld omdat de verf moet drogen. Loubna wil een mooi resultaat, wat niet altijd overeenkomt met de mogelijkheden. Ongeduld kan dan erg lastig zijn. Het mengen van de olieverf gaat Loubna goed af. Een tekst zou een verbindende factor moeten worden van het drieluik zodat de panelen samen één geheel worden. Het probleem is dat Loubna wel arabisch kan lezen en schrijven maar niet kan spreken. Dat wordt spannend! Lidy en Loubna zijn tevreden over het samenwerken.
Loubna is een echt Nederlands meisje, maar haar roots liggen in Marokko, het land waar ze van houdt. Lidy is in Marokko geweest en is door dat land geïnspireerd. Lidy en Loubna hebben een portret van Loubna gemaakt zoals ze zichzelf graag ziet. Lidy vertelt: ‘Het kunstwerk is een drieluik. We kijken door Arabische boogjes naar binnen en naar buiten. ‘Binnen’ is de plaats waar de gezamenlijke maaltijden tot stand komen en ‘buiten’ is waar in gedachten het ezeltje langs komt met verse tomaten en waar de olijfbomen groeien. Loubna is het meest bezig met het middelste
Luciënne van Eeden en Frodo Kuipers Tarik en Asmir Wie niet weg is, is gezien! Animatie, lego, chips, papier, kleurpotloden, verf, een doos, mensen en een pan
Luciënne is kunstschilder en Frodo maakt animatiefilms. Asmir en Tarik krijgen de keus. Schilderen of films maken. De keus is snel gemaakt: films maken! Frodo vertelt: ‘Het lijkt ons leuk om een animatiefilm te maken met de jongens als acteur. We hebben een manier gezocht om naast de jongens ook de andere animaties een plek te geven en zo ontstaat het idee om verstoppertje te spelen in de film. Vanuit dat spel zijn vervolgens allerlei raamvertellingen ontstaan.’ Tarik vertelt enthousiast dat hij het acteren leuk vindt. ‘En ik heb veel fantasie’, legt Asmir uit, ‘dus ik vind het gemakkelijk om verhaaltjes te bedenken.’ Voor Luciënne en Frodo staat voorop dat de twee broers plezier
moeten hebben in het maken van een film. Luciënne: ‘In het proces van het maken zoeken en vinden Asmir en Tarik elkaar. Dat uit zich in de verschillende manieren van vormgeven in animatie en met voorwerpen die voor hen zelf belangrijk zijn.’ Tarik: ‘Ik wist niet dat je door het achterelkaar plaatsen van foto’s een filmpje kan maken. Dat is echt leuk!’ De twee broers vinden dat ze wel lang bezig zijn met het maken van een korte film. Asmir vindt het telkens verschuiven van de papiertjes zelfs een beetje stom. ‘Dat duurt echt lang! Maar, zo relativeert hij: ‘het geeft wel een mooi resultaat.’ Asmir en Tarik zijn broers maar heel verschillend, ervaren Lucienne en Frodo. ‘Maar ze zijn alle twee heel creatief. De ideeën blijven maar komen. En ze zijn ook slim want ze snappen snel hoe animatie werkt. De ontwerpen en ideeën van de verschillende korte filmpjes hebben ze bijna allemaal zelf bedacht. Luciënne en ik hebben geprobeerd de rode draad in het geheel aan te brengen. Ik vind het zelf goed gelukt.’
Marja Reniers
Esmee
Vreemde Vogels Tekenen, schilderen, illustratief, acryl verf, inkt, stiften, pen en aquarel potlood op papier 57 x 77 cm
inkt dwars door mijn vogel maar tegelijkertijd ook heel subtiel langs de randjes.’ Als kunstenaar laat Marja af en toe de teugels vieren. ‘Esmee heeft soms een totaal andere kijk op dingen. En ja dan gaan er soms ook dingen anders dan je zou willen, maar dat levert weer inspirerende en uitdagende vlakken en veranderingen in het kunstwerk op. Ik heb Esmee veel aanwijzingen gegeven en haar begeleid om zo vrij mogelijk te werken en niet bang te zijn.’ Na een paar bijeenkomsten en verschillende uitprobeersels begint het eindresultaat steeds meer vorm te krijgen. Esmee herkent zichzelf als pupil in een klein zwart vogeltje. Het vogeltje loopt met een boek onder haar arm een trap op naar een grote vogel toe. De grote beschermende vogel verbeeldt de groepsleiding. Marja: ‘Je kunt die grote vogel als tikje autoritair ervaren.’ Esmee wil door haar kunstwerk laten zien welke waarden en normen je van een ander meekrijgt en hoe je met elkaar omgaat. Esmee ziet zichzelf als iemand die soms een voorsprong heeft op kinderen die uit een gewoon gezin komen. ‘Doordat ik al zo lang op een groep woon kan ik met veel mensen met allerlei problemen goed omgaan. ‘
Het thema Vreemde Vogels is al enkele jaren een rode draad in het werk van Marja. Het thema staat symbool voor mensen die een tikkeltje buitengewoon zijn. Esmee pakt dit onderwerp meteen goed op, hoewel ze vindt dat ze niet kan tekenen en zeker geen vogels. Marja weet haar te overtuigen dat iedereen kan tekenen en dat iedereen op zijn eigen manier tekent. Of zoals Esmee het later verwoordt: ’Nooit zeggen dat je iets niet kan voordat je het hebt geprobeerd.’ Samen tekenen ze verschillende vogels op A5 velletjes en reageren op elkaars zwarte pentekeningen met gekleurde inkt. ‘Best gedurfd, maar Esmee heeft er totaal geen moeite mee. Ze doet het goed. Hup, knalrode
Claudette van de Rakt Pete Jurbain: street- and lightworks Fotografie en video, digitale fotocamera en IPhone Diverse formaten
De eerste ontmoeting tussen Claudette en Pete brengt hen naar de verschillende exposities van Breda Photo. Claudette vertelt: ‘We zijn vooral samen op pad gegaan. Ik heb Pete een camera gegeven en hij is meteen aan de slag gegaan. Ik ben gaan filmen.’ Deze constructie bevalt goed. Claudette laat zich inspireren door Pete. ‘We gaan naar plekken die hij heeft uitgekozen. Bijvoorbeeld het dak van de Hema en
braakliggende terreinen.’ Claudette vindt dat Pete goed kan kijken en creatief is. ‘Hij fotografeert niet alleen. Hij maakt ook muziek en heeft schrijftalent. Creatief bezig zijn is zijn uitlaatklep.’ Pete laat Claudette ook verhalen en gedichten lezen die hij maakt. Claudette reageert hierop door een filmpje te maken. Vervolgens inspireert het filmpje Pete weer tot het maken van nieuwe teksten. ‘We hebben best veel materiaal. De foto’s en filmpjes die we hebben gekozen zijn beelden waarbij je misschien niet direct ziet wat het is. De straat is onze inspiratiebron geweest. De dingen die we hebben gezien op straat worden uit hun dagelijkse werkelijkheid gehaald door ze op de manier van Pete en van mij te bekijken. Het uiteindelijke werk is een keuze uit de foto’s en filmpjes die zijn gemaakt in hechte samenwerking.’
Thijs Persijn
Dayron
Dayrons Utopia Interactieve media, foto’s, tekeningen, geluiden, klei, duct tape, een Barbie en bytes
Thijs vindt dat Dayron eigenlijk heel stoer is. ‘Stoerder dan dat ik zelf ooit zal zijn. Hij houdt van echte typische jongensdingen. Zijn kinderlijke baldadigheid is uiteindelijk de sfeer die ik wil vangen.’ De game speelt zich af in een destructieve wereld, een soort oorlogsgebied. Dayron is geïntrigeerd door alles wat kapot kan en wat kapot maakt. Hij verafschuwt typische meisjesdingen. De Barbie als symbool moet het dan ook ontgelden. Het popje verdwijnt in de vlammen. Dayron vindt het erg grappig. Thijs ziet Dayron als zijn opdrachtgever. ‘Hij bepaalt, hij kiest. Ik poets zijn ruwe ideeën op en breng het bij elkaar.’ Omdat Dayron gek is op snoep krijgt hij dat ook volop te eten in de game, zoveel hij maar wil. ‘Uiteindelijk is de game een stoere jongenswereld in een vrolijk jasje’, legt Thijs uit, ‘Typisch Dayron. Het is een wereld waarin alles kan zonder dat het gevolgen heeft: Dayrons Utopia.’
Als Thijs en Dayron beginnen aan het kunstwerk, staat het idee al vast. Een computergame lijkt Thijs een goede manier om aan te sluiten bij de belevingswereld van een kind. Het blijkt een schot in de roos. Maar eerst gaan de twee aan de slag met een mindmap. Thijs vertelt dat hij samen met Dayron uitzoekt wie Dayron is. Wat vindt hij leuk, welk eten vindt hij lekker, wat zijn zijn grootste angsten enzovoorts. Dayron heeft het goed naar zijn zin bij Thijs. ‘Ik kan aardig goed opschieten met mijn kunstenaar. Ik vind het gezellig met hem en ik heb ontdekt dat ik kan tekenen. Maar al die schroeven indraaien vond ik minder leuk om te doen.’
Isa Gama
Giovanny
Het Spel Schilderen, acrylverf op doek 100 x 100 cm
ergens zijn tanden inzet, mag hij Superdriehoek nooit bijten. Verder mag er van alles gebeuren. De fantasiewerelden van Giovanny en Isa komen samen en worden na een aantal bijeenkomsten een gezamenlijk schilderwerk. Giovanny heeft het goed naar zijn zin in het atelier van Isa. ‘We hebben vaak pizza gegeten en samen de hond uitgelaten.’ Hij vergeet nooit dat hij samen met Isa de eendjes ging voeren en dat de hond vervolgens in het water sprong om wat brood te bemachtigen. Zoiets grappigs had hij nog nooit meegemaakt. Giovanny en Isa hebben samen veel lol gemaakt. Isa vertelt dat Giovanny zich graag met verschillende dingen bezig houdt. ‘De computer, de hond, een t-shirt bedrukken, dansen. Het is een feest als Giovanny in het atelier is.’ Tevreden kijkt Giovanny naar het kunstwerk. Vooral de verschillende kleuren die gebruikt zijn, vindt hij erg mooi. Hij vindt het fijn dat hij heeft leren schilderen. ‘Het is eigenlijk niet zo moeilijk. Het ontwerpen van de Superdriehoek ging best goed. Ik zou graag wat meer op de computer willen doen. Misschien kan dat de volgende keer?’
Als Giovanny kennis maakt met het werk van Isa in haar atelier vindt hij haar kunstwerken grappig en noemt ze zelfs cool. Giovanny stapt snel van zijn oorspronkelijke idee af om een computerspel te maken als Isa voorstelt om een spel van het schilderij te maken. In het werk van Isa is Klink een terugkerend figuur. Het heeft Giovanny geïnspireerd tot het maken van een eigen symbolische figuur dat hij met potlood op het doek heeft neergezet. ‘Mijn poppetje is leuk en ook nog eens een superman. Ik noem hem Superdriehoek.’ De Superdriehoek van Giovanny ontmoet de Klink van Isa en samen gaan ze een spel aan op het schilderij. De eerste regel wordt door Giovanny vastgesteld. Hoewel Klink een figuur is dat graag
Liesbeth Verhoeven Ricardo Pennensprongetjes Tekenkunst in pastel en Oost-Indische inkt op papier 100 x 70 cm
‘Zo mooi kan ik het niet,’ reageert Ricardo vol bewondering als hij ziet hoe gemakkelijk Liesbeth Spongebob tekent. ‘Vast wel’, antwoordt Liesbeth, ‘Volg mij maar. Eerst een lijn naar boven, nogmeer naar boven, naar rechts en nu een klein bochtje…..’ Ricardo is apetrots op het resultaat. Liesbeth heeft dé manier gevonden om samen met Ricardo aan het werk te gaan. Al in de eerste ontmoeting tussen Ricardo en Liesbeth wordt duidelijk dat het gezamenlijke kunstwerk over dieren moet gaan. Ricardo en zijn familie zijn echte dierenliefhebbers. Ze hebben wel tien hamsters, twee honden, vissen en Balou, de jonge kat. Liesbeth en Ricardo besluiten samen een dierentuin te maken. Maar ook een voederplek waar je kan spelen; dat is belangrijk vindt Ricardo. En die voeder-speelplek moet in het
midden van het schilderij. In de voeder-speelplek heeft Ricardo zichzelf getekend. De bloemen zijn bedoeld als voer voor de paarden. Liesbeth legt de titel van het werk uit: ‘De term pennensprongetjes heeft Ricardo bedacht. Pennensprongetjes is iets anders dan tekenen. Als Ricardo zijn potlood van het papier moet halen om op een andere plek verder te gaan, noemt hij dat een pennensprongetje. Dat vind ik zo grappig bedacht en daarom hebben we het schilderij zo genoemd.’ Liesbeth heeft de tekeningen van Ricardo eerst vergroot en vervolgens kleurt hij ze met verf in. Ricardo kiest vooral voor natuurgetrouwe kleuren: bruin, beige, zwart, wit en grijs. Liesbeth weet dan welke kleuren ze in het uiteindelijke werk gaat gebruiken. De dieren vooral in natuurtinten, de vakken waar ze instaan juist heel fel. Het geeft een mooi contrast. Ricardo vindt het heerlijk om in de pauzes de opgedroogde acrylverf los te peuteren. Daar is hij heel secuur mee bezig. Hij geniet volop van het werken in het atelier. ‘Kunst maken is eigenlijk niet zo moeilijk is als ik eerst dacht. En tekenen en schilderen is heel leuk om te doen.’
Denneke Kouters
Rik
Two Collage, plakvilt op doek 90 x 90 cm
de silhouetvorm blijft er wat te raden over en wordt de fantasie geprikkeld’, verklaart Denneke, ‘De figuren zijn vergroot of verkleind. Hierdoor ontstaat nog meer en hink-stap-sprong tussen twee verschillende werelden.’ Denneke en Rik bepalen steeds samen welke afbeeldingen ze gebruiken en hoe groot of hoe klein de figuur wordt. Denneke legt uit: ‘We kopiëren de afbeeldingen en knippen ze uit op zwart pakvilt waardoor het lijkt alsof je de diepte wordt ingetrokken.’ Het werk ontstaat al doende. Rik vindt dat een prettige manier van werken. Hij voelt zich steeds meer op zijn gemak in het atelier van Denneke en ook Denneke kijkt met plezier terug op de samenwerking. ‘Het is gezellig en Rik is een aardige jongen. Ik hoop dat hij gauw weer naar huis kan. Hij voelde zich erg schuldig dat hij zijn schetsen elke keer vergat. Maar dat maakt niet uit hoor. We zijn er zo ook uit gekomen.’
De leeftijd en de wereld van Rik zijn de uitgangspunten voor het kunstwerk van Denneke en Rik. Denneke vertelt dat het kunstwerk het best omschreven kan worden als een verbeelding van hoe het is om tussen twee werelden te vallen. ‘Enerzijds die van de kinderjaren en anderzijds die van de puberteit. Je ziet een figuur letterlijk in het midden van de collage vallen. Een collage van twee werelden met een mozaÏekachtige structuur.’ Rik houdt van gamen en strips tekenen. De figuren die daar een rol in spelen komen als silhouetten terug in het kunstwerk. ‘Door
John van Gils
Luciano
L.U.C.I.A.N.O Schilderen/tekenkunst, olie op doek 170 x 130 cm
Luciano is het een openbaring om te merken hoe hij uit een paar kleuren héél veel mooie kleuren kan mengen. ‘Dat is nieuw voor mij. Dat wist ik niet.’ Het schilderij is een verhalend en figuratief werk geworden waarin Luciano een centrale plaats inneemt. John legt uit: ‘Je ziet de mogelijkheid van jong enthousiasme om een eigen plaatsje in de wereld te veroveren. Stoer en vol kansen om te slagen. De beelden van Rotterdam ondersteunen het beeld van Luciano hierin.’ Luciano heeft genoten van het schilderen maar het stop-motionfilmpje dat ze samen maakt, was ook een succes. ‘Niet mijn specialisme’, reageert John, ‘maar het paste binnen het concept en was erg leuk om te doen.’ Zowel John als Luciano hebben hun samenwerking als bijzonder ervaren. Luciano: ‘John is een leuke kunstenaar en ik hoop dat ik hem meer ga zien.’ John: ‘Onze samenwerking verliep alsof we al jaren samen werken. Luciano is een leuke en intelligente jongen en het is fijn om hem te motiveren om zelf initiatieven te nemen. ‘Luciano vindt dat er een mooie verdeling is ontstaan tussen wat hij heeft geschilderd en wat John heeft toegevoegd. John: ‘Ik beweeg met Luciano mee.’ En wat vindt Luciano het mooiste aan het schilderij? ‘Dat ik voorop sta!’
Rotterdam is belangrijk voor Luciano dus het is snel duidelijk dat deze havenstad een rol moest spelen in het schilderij. De Euromast en de Erasmusbrug, boten, pleinen, gebouwen en wegen; Rotterdam is duidelijk te herkennen. ‘En ik sta op de voorgrond,’ vertelt Luciano trots, ik vind het heel mooi geworden.’ Maar voordat het zover is, zoeken John en Luciano eerst kunstwerken en standbeelden op internet om inspiratie op te doen. John vertelt dat hij en Luciano zijn gestart op een groot tekenvel dat ze met houtskool zwart en grijs maakten. ‘Daarna hebben we met gum en krijt getekend.’ Luciano heeft een beetje moeite met olieverf. ‘Het duurt heel lang voordat het droog is en ik vind het moeilijk schilderen. Maar John zegt dat alles wat je voor het eerst doet moeilijk is dus toen heb ik het tóch geprobeerd en gaat het eigenlijk steeds beter.’ Voor
Tom l’Istelle
Jethro
Vriendschap Sculptuur 27 x 70 cm
is. De werkwijze van Tom en Jethro is die van de ‘cadavre exquis’ dat zoveel betekent als om en om een gedeelte tekenen van een wezen. Hierdoor creëren ze samen de meest vreemdsoortige wezens. Vervolgens zijn de twee kunstenaars met klei gaan werken. Tom: ‘Ook met dit materiaal maakten we telkens om de beurt een stuk van een monster. Ik heb Jethro laten zien hoe je nieuwe karakters maakt. Jethro heeft mij geleerd dat door de snelheid en het toeval die daarbij komen kijken je een nieuwe blik kan krijgen op het werk waar je mee bezig bent.’ Monsters zijn het uitgangspunt gebleven in het werk van de twee. Tom: ‘Monsters bestaan in onze fantasie. Jethro en ik hebben die volop dus we hebben elkaar daarin goed kunnen vinden.’ De boze, gemene monsters zijn inmiddels veranderd in leuke, lieve en grappige monsters. Een volgende stap is het maken van een monster met drie ogen. Het monster zou, als hij levensecht zou zijn, heel erg groot zijn zo bedenken de twee kunstenaars. Het monster is gemaakt van klei en staat op een, speciaal daarvoor uitgekozen sokkel. Tom: ‘Het is een mooi en een volwaardig sculptuur geworden!’ En wat vindt Jethro? ‘Ik vind het leukste dat Tom er ik er samen bij staan.’
Voetballen en dan kunst maken. Tom en Jethtro moeten eerst hun energie kwijt voordat ze zich concentreren op kunst. Jethro ziet het atelier als één grote speeltuin. Op zijn opmerking ‘het is weer een rotzooi’ reageert Tom: ‘Zonder rotzooi en heel veel spullen kan ik als kunstenaar niet werken.’ ‘Ik dacht altijd dat ik niet kon tekenen en vond het stom om te doen’, vertelt Jethro, maar Tom heeft mij laten zien dat ik het wel kan. Volgens Tom kan je het beste iets bedenken door het eerst te gaan tekenen. Dus toen ben ik keivaak gaan tekenen en nou vind ik het leuk. Kleien hebben we ook gedaan, maar dat kon ik al.’ Tom ziet Jethro van een verlegen jochie veranderen in een creatieve explosie waarin alles mogelijk
Yonne de Ridder
Demelza
Ik zie je wel daar Monoprint/linosnede, op japans papier 97 x 65 cm
langzaamaan het een en ander weg. Het uiteindelijke kunstwerk staat symbool voor Demelza, en de dingen die ze op haar jonge leeftijd heeft meegemaakt. Om haar heen zijn twee vogels te zien die zowel haar neefje en oma voorstellen als de vrijheid buiten de deuren van de jeugdzorginstelling. Yonne vertelt: ‘Het werk heeft een bepaalde tegenstrijdigheid.’ Demelza wil graag een verwijzing naar de jeugdzorginstelling. Maar niet te somber want, zo vertelt ze ‘soms is het er ook heel erg leuk.’ ‘Yonne en Demelza hebben vanaf de schetsfase nauw samengewerkt. Soms heeft Demelza de hulp van Yonne nodig om haar ideeën verder uit te werken of wanneer ze vindt dat haar vogel ‘mislukt’ is. Yonne vertelt dat het drukken van het werk grotendeels samen is gedaan. ‘Liggend op de vloer hebben we in goed overleg een enorme plak linoleum uitgesneden. Demelza de achtergrond en ik het gezicht. Ik denk dat we een goed team zijn waarbij ik af en toe - wanneer Demelza er om vroeg of ik aanvoelde dat het beeldend nodig is - de puntjes op de i zet.’
Yonne vertelt dat tijdens haar eerste ontmoeting met Demelza het meisje al een bepaald idee heeft wat ze graag op papier wil zetten. ‘Ze wil graag iets maken voor haar overleden neefje en oma. Later in het atelier krijgt na een brainstormsessie het idee al meer vorm. Een zelfportret gaat het worden.’ In de volgende bijeenkomsten wordt het concept verder aangescherpt. Yonne: ‘Vanuit mijn illustratieve achtergrond kies ik ervoor te onderzoeken hoeveel we kunnen vertellen in dit portret. Dit blijkt erg veel, want ook Demelza vindt het belangrijk dat er allerlei boodschappen overgebracht moet worden via haar zelfportret.’ Yonne en Demelza beginnen dus met een flinke rugzak en poetsen
Rianne de Witte
Bouchra Atlas
Zonder titel Mode, fotografie, visagie en wol 84 x 59 cm
kunstenaar ontmoet. We hebben goed samengewerkt en elkaar kunnen helpen met het maken van het kunstwerk.’ Hoewel ze er enorm duizelig van is geworden heeft zij genoten van de fotoshoot. ‘Super om te doen! Ik heb van Rianne ook best veel geleerd over mode en het maken van foto’s.’ Vanwege haar situatie mag Bouchra Atlas niet herkenbaar op afbeeldingen maar dat was voor Rianne geen enkele belemmering. ‘Ik heb dat gegeven meegenomen in het concept en de uitvoering. De visagie en de inhoudelijke kant van het beeld is van Bouchra Atlas zelf. Het zijn haar emoties die we uitbeelden.’
Bouchra Atlas: ‘Het kunstwerk laat zien hoe ik met mijn gevoelens omga. Dat vind ik er zo goed aan.’ Rianne beaamt: ‘Het concept is ontstaan vanuit de situatie waarin Bouchra Atlas zich bevindt. Het is een flashback van haar gevoelens over de afgelopen tijd.’ Bouchra Atlas vindt het fijn om met Rianne te zijn. ‘Ik had nog nooit een
Raymond Assink
Remco
Remco, de kunstenaar van kleur en droom! Schilderen/tekenkunst, assemblage (hout, verf,doek, lichtsnoeren, speelgoed, autobanden) 170 x 130 cm
te gebruiken zijn voor een kunstwerk!’ Raymond en Remco zijn het eens: eigenlijk is álles te gebruiken voor een kunstwerk. Tijdens hun speurtocht buiten het atelier stuiten ze ook op een modeltreinenwinkel. Dát vindt Remco helemaal het einde. Ze besluiten om naar het station van Breda te gaan om treinen te bekijken en foto’s te maken. Remco is dol op treinen en kijkt zijn ogen uit. De twee kunstenaars besluiten daarom treinen te gaan tekenen en schilderen en die te combineren met de gevonden spullen. Raymond vertelt dat Remco veel ideeën heeft. ‘Hij is een hele inventieve kunstenaar.’ De twee hebben met veel plezier samen gewerkt. Remco is ook al een paar keer aangeschoven aan de keukentafel bij het gezin van Raymond om pannenkoeken te eten. Het driedimensionale kunstwerk met felle kleuren dat de twee hebben gemaakt valt volgens Raymond onder de hedendaagse topkunst en daar is Remco het helemaal mee eens. ‘En vindt u het mooi? Wij werken ook in opdracht!’
Remco wil niets los laten over zijn kunstwerk. Het is een geheim tussen hem en ‘zijn’ kunstenaar. Het enige dat hij kwijt wil is dat het met verf is gemaakt en dat iedereen die het wil zien maar moet komen kijken. Met ‘Remco de kunstenaar’ als uitgangspunt is een assemblage gemaakt van gevonden en gemaakte dingen. Raymond vertelt: ‘Op onze speurtocht door het ateliergebouw en omgeving hebben we hout, autobanden, speelgoed en allerlei spullen gevonden die we erg mooi vinden en prima
Sylvia Thijssen
Gino
De Cultuurkantine en Juzt
De pilot van Het Dossier 2011 bracht kunstenaar Sylvia en Gino bij elkaar. Samen maakten ze een levensgroot schilderij, met Gino in de hoofdrol in een vrije interpretatie van ‘de Vetruviusman’ van Leonardo da Vinci. Sylvia: ‘Het jongetje verbaasde me door zijn geconcentreerde werken en vermaakte me door zijn enorme interesse in alles wat hij om zich heen zag. Met zijn kleine friemelvingertjes wees hij me op dingen die ik al lang niet had gezien; een mooie schelp in een verloren hoekje van mijn atelier, een boeiende kleur op één van mijn schilderijen, een muntje dat onder de tafel was verdwenen.’ Na afloop van het project hebben Sylvia en Gino nog steeds contact.
Eens in de maand haalt Sylvia Gino op uit de jeugdzorginstelling om in haar atelier mooie dingen te maken. ‘Ik begeleid hem in het ontdekken van het creatief bezig zijn. We hebben het nooit over zijn problemen. Ik vind het fijn dat ik hem mijn atelier, mijn tijd en onvoorwaardelijke aandacht kan bieden.’ Dankzij een bijdrage van het Jeugdcultuurfonds kan Gino met Sylvia creatief bezig zijn. Voor de tentoonstelling van Het Dossier 2.0 maakten zij samen een schilderij van de Bremer Stadsmuzikanten. De omslag van dit boekje laat een fragment hiervan zien met een verwijzing naar het werk dat zij vorig jaar samen maakten.
Stichting De Cultuurkantine bedenkt en ontwikkelt kunst- en cultuurprojecten en streeft ernaar kunst en cultuur toegankelijk te maken voor alle kinderen/jongeren.
Juzt is een organisatie voor jeugdzorg. Juzt helpt jeugdigen en gezinnen als het niet goed gaat, dat kan thuis, maar ook op school. Sommige kinderen kunnen tijdelijk niet thuis wonen, zij komen in een pleeggezin of in een 24-uurs opvang. Opvoeding, behandeling en school maken deel uit van het programma dat ze volgen. Juzt probeert steeds weer op zoek te gaan naar de eigen kracht van jongeren en ouders en soms is daar een
extra steuntje in de rug voor nodig. Per slot van rekening gaat het erom dat ze weer zelf verder kunnen met hun leven. Juzt besteedt in haar begeleiding veel aandacht aan sport en culturele activiteiten. Zo kunnen jeugdigen zich ontspannen, maar ook hun eigen talenten ontdekken. Een project als Het Dossier 2.0 is hier een mooi voorbeeld van. Het is als het ware een zoektocht naar je eigen talent, met de steun van kunstenaars kun je ook leren deze talenten te benutten. Maar je ontdekt ook hoe je dingen op een andere manier kunt doen. Dat heeft hele mooie kunstwerken op geleverd. Juzt is erg trots op deze jongeren is blij dat ze de jongeren deze mogelijk heeft kunnen bieden samen met De Cultuurkantine.
Contact: Stichting De Cultuurkantine www.cultuurkantine.nl tel. 06-21697438 (Karin Fleur)
[email protected] Juzt: www.juzt.nl Het Dossier 2.0 is een project van Stichting De Cultuurkantine en wordt mogelijk gemaakt door de hieronder genoemde organisaties, Stichting Boschuysen, Fundatie Van den Santheuvel/Sobbe en Stichting Electron. Met dank aan: Medewerkers jeugdzorgorganisatie Juzt, de donateurs van Crowdfunding/ Voordekunst, Edith Poiesz, Jack Timmermans (De Stilte), Stroom Breda (Lidwien Hupkens), Miranda Poel, Jacco Maris, Ulrike en Michael (Viva Las Vegas), Huis voor Beeldcultuur en BKKC.
Copyright © [2013] Stichting De Cultuurkantine Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of op enige andere manier, zonder vooraf schriftelijke toestemming van Stichting De Cultuurkantine. Ontwerp en opmaak: Lisette Fleur Tekst: kinderen, kunstenaars en Karin Fleur Fotografie: Pim Evers/Lighthouse Studio Omslag: fragment schilderij Sylvia & Gino Productions