Kunstproject Wereldverhalen
voor het VMBO
BIJLAGE VI ONDERWIJSCURRICULUM
INHOUD
I II
NIVEAU, VAKKEN EN LEERDOELEN
III
AANSLUITING BIJ REGULIER ONDERWIJSCURRICULUM ! LEERDOELEN NEDERLANDSE LES ! LEERDOELEN KUNSTVAKKEN ! EINDOPDRACHT KUNSTVAKKEN ! KERNDOELEN ONDERBOUW ! EINDTERMEN BOVENBOUW
THEORETISCH KADER CULTUUR IN DE SPIEGEL
!
Kunstproject Wereldverhalen Onderwijscurriculum
I
NIVEAU, VAKKEN EN LEERDOELEN
NIVEAU
Het Kunstproject Wereldverhalen heeft betrekking op de kunstvakken en het vak Nederlands van de eerste drie leerjaren van het vmbo, alle niveaus. Of meer gecomprimeerd naar keuze. De leerlingen van BB en KB werken in beginsel met dezelfde leerdoelen en leervaardigheden als de leerlingen van GL en TL. Daarin krijgen de leerlingen van de twee laagste niveaus in de kunstvakken meer aangeboden dan volgens het examenprogramma nodig is. In de uitvoering van de pilot is gebleken dat de leerlijn dusdanig praktisch is dat de leerlingen de opdrachten goed kunnen volgen en uitvoeren en er plezier aan beleven. Voor GL en TL leerlingen die een van de kunstvakken hebben gekozen geldt dat de resultaten voor hun examen meetellen, een eis die niet voor de BB en KB leerling opgaat.
VAKKEN (volgens www.Examenblad.nl 2015)
Het Kunstproject Wereldverhalen sluit aan bij de vakken BB, KB CKV (kunstvakken I) en bij de examenvakken BB, KB, GL en TL Nederlands, GL en TL CKV (kunstvakken I), GL drama, dans, muziek en beeldend (kunstvakken II) en TL drama, dans, muziek en beeldend (kunstvakken II).
LEERDOELEN
De leerdoelen van het Kunstproject Wereldverhalen zijn dat de leerling kan uitleggen en heeft ervaren dat • elke cultuur verschillende uitingen kent in hun verhalen • veel (wereld)verhalen over een universeel thema gaan • je met alle kunstdisciplines een verhaal kunt vertellen • je elk verhaal in een persoonlijke en eigentijdse variant kunt brengen Bovendien heeft de leerling zijn voorkeur en talent ontdekt voor een van de kunstdisciplines. Daarnaast hebben hij cultureel (zelf)bewustzijn ontwikkeld.
!
Kunstproject Wereldverhalen Onderwijscurriculum
II
THEORETISCH KADER CULTUUR IN DE SPIEGEL
Het theoretisch kader van de leerlijn Wereldverhalen sluit aan bij de bevindingen van Cultuur in de Spiegel zoals ontwikkeld door Barend van Heusden van de Rijksuniversiteit Groningen. De monitoring van het project heeft plaatsgevonden vanuit het instrumentarium van Cultuur in de Spiegel en in de persoon van Anne Sasbrink. Wij streven drie leereffecten van kunstonderwijs na:
1 De ontwikkeling van het cultureel (zelf)bewustzijn bij de leerling; 2 De ontwikkeling van zijn/haar cognitieve vaardigheden (waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren); 3 Het leren beheersen van een medium (materiaal en middelen).
Met als uiteindelijke doel dat leerlingen leren hun cultureel bewustzijn in te zetten bij het verbeelden en dit te gebruiken in een medium naar keuze. Ad 1 Cultureel bewustzijn gaat over de inhoud van het cultuuronderwijs. Je kunt een leerling leren hoe je moet plakken en knippen of een oude man te spelen maar als dit plakken en knippen of het spelen geen inhoud heeft zal het leereffect zich beperken tot het kunnen plakken en knippen of het kunnen spelen van een oude man. Er is dan met het zelfbewustzijn van de leerling niets gebeurd. Wij willen in deze leerlijn juist cultuuronderwijs brengen waarin leerlingen zich bewust worden van hun omgeving, van hun eigen culturele afkomst en dat zij leren omgaan met veranderingen daarin. Het werken met wereldverhalen in de culturele context is de inhoud van deze leerlijn waardoor reflectie kan ontstaan op de eigen culturele afkomst en die van anderen en vergelijkingen gemaakt kunnen worden met de eigen leefwereld waardoor een proces van cultureel zelfbewustzijn op gang kan komen. Ad 2 De cognitieve vaardigheden (ook wel culturele basisvaardigheden genoemd) worden geoefend: • binnen de theaterlessen door het verbeelden van een concrete opdracht, oftewel door bijvoorbeeld het nadoen, inleven in, voorstelling maken van, bedenken van situaties, de werkelijkheid te veranderen, eigen verhalen maken, én door het kijken en luisteren naar elkaars presentaties, benoemen van wat je ziet, het (respectvol) bespreken van scènes en de reflectie op de theaterlessen in het Kunstdossier • door het bezoeken van voorstellingen, met een goede voorbereiding en het na afloop reflecteren • door (voor)lezen, luisteren naar, naspelen van wereldverhalen in de Nederlandse les, en deze na afloop te bespreken op inhoud en de culturele context • door reflectieve gesprekken te voeren in de les Nederlands en CKV en het maken van reflectieve opdrachten in het Kunstdossier
!
Kunstproject Wereldverhalen Onderwijscurriculum
Ad 3 De beheersing van een medium is het middel waarin de leerlingen hun cognitieve vaardigheden kunnen uitdrukken. Het gaat over het aanleren van vaardigheden en het verkrijgen van kennis over een specifiek medium. Wanneer en waarvoor je een medium kunt inzetten, is bijvoorbeeld een belangrijke vraag in deze. In deze leerlijn past het bescheiden te zijn over de mate waarin leerlingen een medium werkelijk gaan beheersen. Alleen in het derde jaar gaan de leerlingen de diepte in en krijgen zij de kans praktische ervaring op te doen met een medium naar keuze. De beheersing van een medium vindt plaats middels de theaterlessen in Leerjaar 1, waarin het accent ligt op diverse theatrale werkvormen. Leerjaar 2 is een kennismaking met verschillende kunstdisciplines in steeds twee blokuren: spoken word, dans, muziek en ‘kadrering’ als uitingsvorm. In Leerjaar 3 kunnen de leerlingen zich in 12 lessen bekwamen in een discipline naar keuze. In alle drie de leerjaren zal de ontwikkeling van de taal-‐ en leesvaardigheid tijdens de Nederlandse les toenemen en hun vermogen om zich in taal uit te drukken daardoor verbeteren.
!
Kunstproject Wereldverhalen Onderwijscurriculum
III
AANSLUITING BIJ REGULIER ONDERWIJSCURRICULUM
In het onderstaande komen de volgende onderwerpen aan bod: A leerdoelen van de lessen Nederlands B leerdoelen van de Kunstvakken C eindopdracht van de Kunstvakken D kerndoelen van de Onderbouw E eindtermen van de Bovenbouw
A
LEERDOELEN LESSEN NEDERLANDS
In de beschrijving van het Kunstproject Wereldverhalen zijn de doelen per les verwoord in de schema’s van de verschillende onderdelen. Hieronder geven we aan hoe dit kunstproject aansluit op het reguliere onderwijscurriculum. Docenten Nederlands en/of CKV kunnen naar eigen inzicht bepalen op welke doelen zij het accent willen leggen. De leerdoelen met betrekking tot de lessen Nederlands kunnen als volgt worden geformuleerd: • Leerlingen hebben kennis opgedaan over wereldverhalen. • Zij hebben ontdekt wat wereldverhalen zijn en in welke varianten deze verteld worden. • Zij hebben plezier in het lezen en voorlezen van wereldverhalen ervaren. • Zij kunnen
> >
uitleggen dat elke cultuur verschillende uitingen kent in hun verhalen; uitleggen dat veel verhalen op elkaar lijken en over een universeel thema gaan.
Leerlingen hebben hun taal-‐ en leesvaardigheid vergroot. Zij kunnen
• •
een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die eenheden benoemen; het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven; een mening geven over de tekst en hun mening toelichten.
> > >
Leerlingen kunnen verhalen verklaren en analyseren. Zij kunnen
• •
> > > >
de situatie en het denken en handelen van de personages in het fictiewerk beschrijven; de relatie tussen het fictiewerk en de werkelijkheid toelichten; een persoonlijke reactie geven op een fictiewerk en deze toelichten met voorbeelden uit het werk; de essentie van, en de thema’s in, een verhaal benoemen.
!
Kunstproject Wereldverhalen Onderwijscurriculum
B
LEERDOELEN KUNSTVAKKEN
Algemene leerdoelen kunstvakken drama, dans, muziek, beeldend. Leerlingen kunnen • beter samenwerken – de leerling luistert en gaat in op de inbreng van de ander, neemt zelf initiatief en geeft ideeën; • respectvol feedback aan elkaar geven; de leerling kan complimenten geven en verbeterpunten benoemen; • reflecteren op het eigen werk en dat van elkaar; • verschillende emoties uiten en herkennen; • experimenteren in spel en daar plezier aan ondervinden; • een wereldverhaal eigen maken en verbeelden; • met plezier eigen werk, groot of klein, presenteren aan elkaar en in het derde jaar aan een groot publiek; • hun basale kennis van westerse en niet-‐westerse tradities etaleren te weten: Indiase dans, opera, schimmenspel en Anansiverhalen. Voorstellingsbezoek Leerlingen kunnen luister-‐ en kijkstrategieën hanteren: • zij durven te vragen naar de betekenis van een voorstelling of naar keuzes van de regisseur; • zij kunnen het doel van de makers van een programma aangeven; • zij kunnen de belangrijkste elementen van een programma weergeven; • zij kunnen een oordeel geven over een programma en dit toelichten; • zij kunnen verschillende kunstvormen herkennen in een voorstelling. Oriëntatie op werk en beroep Leerlingen • onderzoeken de eigen mogelijkheden en interesses binnen de kunstvakken; • krijgen zicht op kunstberoepen: theater op en achter de bühne, beroepen in de filmwereld, muziek, dans, spoken word; • maken kennis met artiesten en hun carrière werkzaam in de verschillende disciplines. Persoonlijke ontwikkeling Resultaat na drie onderdelen (of leerjaren) in de persoonlijke ontwikkeling van de leerling: • het creatief oplossend vermogen is vergroot; • trots en zelfbewustzijn is positief gestimuleerd; • de zelfkennis is vergroot; • de leerling is beter in staat tot samenwerken; • de leerling kan creatieve en de expressieve mogelijkheden van het lichaam gebruiken; • de leerling kan reflecteren op het eigen werk en werkhouding en dat van anderen; • de leerling kent wereldverhalen in de culturele context; • de leerling kan kenmerken benoemen van theatrale uitingsvormen en orale tradities van verschillende culturen. !
Kunstproject Wereldverhalen Onderwijscurriculum
C
EINDOPDRACHT KUNSTVAKKEN
D
KERNDOELEN ONDERBOUW
De eindopdracht voldoet aan de exameneisen voor de kunstvakken op niveau GL en TL. In de leerlijn worden de leerlingen uitgedaagd om een wereldverhaal te vertalen naar eigen inhoud en vorm. Leerlingen kiezen in Leerjaar 3 in welke discipline zij hun eindopdracht willen maken. Ze hebben de keuze uit: theater, dans, spoken word/muziek of film/schimmenspel. Zij presenteren hun creatie op het podium aan een ander publiek dan de eigen klasgenoten. Leerlingen laten met de eindopdracht zien dat zij • in samenwerking een werkproces kunnen bewaken, uitvoeren en presenteren; • in dans, theater, spoken word, muziek, film of schimmenspel, een wereldverhaal of een deel daarvan kunnen verbeelden en deze met betekenis en zeggingskracht kunnen tonen; • in de presentatie rekening houden met de aanwezigheid van het publiek.
Alle kerndoelen Kunst en Cultuur van de onderbouw vmbo (eerste en tweede leerjaar) komen in de leerlijn Wereldverhalen uitgebreid aan bod. Voor kunst en cultuur zijn er in totaal vijf doelen geformuleerd (kerndoel 48 tot en met 52). Kerndoelen 48 en 49 stellen als doel een kennismaking met een aanbod van verschillende kunstdisciplines, dat de leerling daarmee zelf kan experimenteren en zij of hij stapsgewijs de vaardigheden leert om te kunnen en durven presenteren. De start in deze leerlijn ligt bij het theater waarmee de leerling zich leert uitdrukken, in het tweede leerjaar maken zij de stap naar de verschillende kunstdisciplines. Kerndoel 50 benadrukt de receptieve kant, het kijken en luisteren naar culturele en kunstzinnige uitingsvormen. Dit kerndoel zal in het eerste en tweede onderdeel veel gewicht krijgen. Binnen dit kunstproject krijgen de leerlingen een goede voorbereiding op de voorstellingen die zij gaan zien. Kerndoel 51 en 52 besteden expliciet aandacht aan het reflecteren op deze activiteiten waarmee de leerling inzage geeft in zijn of haar proces en de docent informatie krijgt over het aanbod. Leerlingen zullen in de verwerkingslessen terugblikken op de activiteiten en aanvullende opdrachten maken. Op die manier wordt de reflectie bij alle activiteiten gestimuleerd. De volledige formulering van de kerndoelen 48 tot en met 52: 48 De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. 49 De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren. 50 De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-‐, dans-‐ of filmvoorstellingen. 51 De leerling leert met behulp van visuele of auditieve middelen verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten, als toeschouwer en als deelnemer. 52 De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder dat van kunstenaars.
!
Kunstproject Wereldverhalen Onderwijscurriculum
In het eerste en tweede onderdeel verkrijgen leerlingen taalvaardigheden zoals verwoord in de volgende kerndoelen: 5 De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. 6 De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. 7 De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. 8 De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden. 9 De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen)planmatig voor te bereiden en uit te voeren.
E
EINDTERMEN BOVENBOUW
In het derde onderdeel gaat de leerling in alle leerwegen in het kader van CKV (Kunstvak 1) eigen keuzes maken uit het culturele aanbod en daarvan verslag doen. Daarin sluit het Kunstproject Wereldverhalen aan bij de volgende eindtermen van Kunstvak 1: KV1/K/1 Oriëntatie op leren en werken
1 De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van kunst en cultuur in de maatschappij. KV1/K/2 Basisvaardigheden
2 De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. CKV/K/3 Culturele activiteiten
3 De kandidaat heeft actief deelgenomen aan tenminste 4 culturele activiteiten en kan een eigen keuze maken uit het culturele aanbod. De culturele activiteiten zijn daarbij gespreid over verschillende kunstdisciplines. CKV/K/4 Reflectie en kunstdossier
4 De kandidaat kan met betrekking tot de culturele activiteiten een kunstdossier samenstellen waarbij hij verslag doet van het voorbereiden en ondernemen van culturele activiteiten. Aan de hand daarvan kan hij reflecteren op zijn ervaringen, interpretaties en waarderingen. Verder sluit Kunstproject Wereldverhalen voor de gemengde en theoretische leerweg expliciet aan bij de examenprogramma’s Kunstvak 2 Drama. In de domeinen spelen (DR/K/4), vormgeven (DR/K/5) en presenteren (DR/K/6), beschouwen (DR/K/7) als ook Drama en maatschappij (DR/K/8): de kandidaat kan kenmerken benoemen van theatrale uitingsvormen en orale tradities van verschillende culturen en deze spelmatig presenteren, plus aangeven wat de functies van drama kunnen zijn en daar voorbeelden van noemen en Drama en andere kunsten (DR/K/9). De eindopdracht (DR/V/1) zoals benoemd in het examenprogramma kan de leerling naar keuze maken met behulp van drama, dans, muziektheater of film of een combinatie.
!
Kunstproject Wereldverhalen Onderwijscurriculum
Hieronder volgt de complete beschrijving van deze eindtermen. DR/K/4 Spelen
4 De kandidaat kan in spel • non-‐verbale en verbale uitingsmogelijkheden toepassen • spelgegevens geïntegreerd gebruiken • zelf functioneel spelimpulsen geven en reageren op spelimpulsen van anderen.
DR/K/5 Vormgeven
5 De kandidaat kan vanuit een bron een spel vormgeven, waarbij functioneel gebruik gemaakt wordt van • spelgegevens • rolopbouw • spelopbouw • materiële vormgevingsmiddelen DR/K/6 Presenteren
6 De kandidaat kan alleen en/of in samenwerking met anderen bij een optreden voor een publiek • spel-‐ en vormgevingsvaardigheden toepassen • een tekst presenteren met gebruikmaking van voordracht-‐technieken. DR/K/7 Beschouwen
7 De kandidaat kan een beschouwing geven op het eigen spel en op het spel van anderen door • te benoemen hoe de inhoud met theatrale middelen is vormgegeven • te benoemen hoe de verwijzingen naar de werkelijkheid in spel zijn vormgegeven • dramatische technieken te benoemen die gebruikt worden op andere plaatsen dan het theater DR/K/8 Drama en maatschappij
8 De kandidaat kan • kenmerken benoemen van theatrale uitingsvormen en orale tradities van verschillende culturen en deze spelmatig presenteren • aangeven wat de functies van drama kunnen zijn en daar voorbeelden van noemen DR/K/9 Drama en andere kunsten
9 De kandidaat kan !
Kunstproject Wereldverhalen Onderwijscurriculum
•
•
binnen een dramaproductie andere kunstvormen dan drama herkennen en de functies ervan benoemen zich praktisch en theoretisch voorbereiden op een bezoek aan een voorstelling waarin meer kunstvormen aan de orde komen, en verslag doen van de functies van de diverse kunstvormen in de voorstelling
In dit derde onderdeel vindt er een verbreding plaats van de volgende taalvaardigheden zoals het mondeling en schriftelijk begrijpelijk uitdrukken; het verder uitbreiden van de woordenschat; informatie verwerven uit gesproken en geschreven teksten; deelnemen aan overleg, planning en discussie in een groep; een mondelinge presentatie geven; verhalen en gedichten lezen die de belevingswereld uitbreiden; taalactiviteiten voorbereiden en uitvoeren; reflecteren op de eigen taalactiviteiten. Hierin sluit Kunstproject Wereldverhalen aan bij de eindtermen: NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken
De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden
De kandidaat kan • basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren • samenwerken • informatie verwerven, verwerken en presenteren NE/K/8 Fictie
(BB) De kandidaat kan • verschillende soorten fictiewerken herkennen • de situatie en het denken en handelen van de personages in het fictiewerk beschrijven • de relatie tussen het fictiewerk en de werkelijkheid toelichten • een persoonlijke reactie geven op een fictiewerk en deze toelichten met voorbeelden uit het werk KB en TL
De kandidaat kan • verschillende soorten fictiewerken herkennen • de situatie en het denken en handelen van de personages in het fictiewerk beschrijven • de relatie tussen het fictiewerk en de werkelijkheid toelichten • kenmerken van fictie in het fictiewerk aanwijzen • relevante achtergrondinformatie verzamelen en selecteren • een persoonlijke reactie geven op een fictiewerk en deze toelichten met voorbeelden uit het werk. !"
Kunstproject Wereldverhalen Onderwijscurriculum