STUDIEDIENST
Dossier Immigratie: de Denen doen het!
Inhoudstafel 1. Inleiding 2. De regering-Rasmussen 3. Hervormingsvoorstellen • Politie en justitie: minder is meer • Een bloeiende economie • Europese integratie • Immigratie- en asielbeleid: streng maar rechtvaardig • Immigratie- en asielbeleid: concrete maatregelen 4. Nederland volgt 5. Besluit: een voorbeeld voor Vlaanderen
Madouplein 8 bus 9 1210 Brussel Tel. 02.219.60.09 Fax 02.218.19.58 www.vlaamsbelang.org
[email protected]
1. INLEIDING Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) ging enige tijd geleden op studiereis naar Denemarken om er het immigratie- en asielbeleid te bestuderen. Hij heeft er ongetwijfeld heel wat kunnen opsteken. Sinds enkele jaren wordt in Denemarken immers een strikte, maar correcte vreemdelingenpolitiek gevoerd, die door de kiezer duidelijk werd beloond. Dat de Parti Socialiste naar aanleiding van het bezoek van Dewael de Deense immigratiepolitiek “onaanvaardbaar” noemde, is voor ons een reden te meer om het Deense beleid aandachtig te bestuderen. In dit dossier gaan we dieper in op enkele grote beleidslijnen en hervormingsvoorstellen van de centrum-rechtse regering van premier Anders Fogh Rasmussen, die vanuit het parlement wordt gesteund door de rechtse Deense Volkspartij.
2
2. De regering-Rasmussen Enkele jaren geleden werden de taboes, die ook in Denemarken lange tijd rond het vreemdelingenthema hadden gelegen, doorbroken. Meer nog, het vreemdelingenvraagstuk groeide op een gegeven moment zelfs uit tot het hoofdthema van de Deense politiek. Dat was ongetwijfeld (mede) de verdienste van de rechts-nationale Deense Volkspartij (DVP) die nauwelijks twee jaar na haar oprichting met thema’s als een harde aanpak van de criminaliteit en pleidooien voor een gezinspolitiek en een strikt vreemdelingenbeleid meteen 7% van het electoraat achter zich wist te krijgen. Naarmate de peilingen wezen op een gevoelige winst voor de DVP, probeerde de toenmalige socialistische premier, Poul Nyrup Rasmussen, de partij de wind uit de zeilen te nemen. Zo verkondigde hij luidop dat “het Deense rijk nooit multi-etnisch zal worden” omdat de samenhang in de maatschappij moest behouden blijven. Om de instroom van vreemdelingen te beperken kondigde hij zelfs een… 78-puntenplan aan… Tijdens de verkiezingen van 2000 maakten ook de liberalen – in navolging van de DVP – van het vreemdelingenthema een centraal campagnethema. Dit tot ongenoegen van de socialisten die over dit hete hangijzer sterk verdeeld bleken. Terwijl aan de ene kant enkele vooraanstaanden, waaronder hun premier, beloofden de bestaande immigratiewetten te verstrengen (en daarbij soms harde uitspraken niet schuwden), waren andere kopstukken er als de kippen bij om zich hiervan te distantiëren. Zoiets kwam de geloofwaardigheid uiteraard niet ten goede, waardoor dan maar besloten werd het thema taboe te verklaren. Dit heeft echter niet mogen baten, zoals de verkiezingsuitslag duidelijk te kennen gaf. De socialisten kregen rake klappen (- 7,3%), terwijl de andere grote blikvanger de DVP was, die in één klap tot 12% klom. Om een einde te maken aan de decennialange socialistische overheersing van de politiek, vormden liberalen en conservatieven een minderheidsregering onder leiding van Anders Fogh Rasmussen, die vanuit de oppositie werd gesteund door de Deense Volkspartij. De partij leverde dan wel geen ministers, maar bevond zich wel in een positie die haar in staat stelde te wegen op het regeringsbeleid. Dat is niet in het minst het geval geweest voor de vreemdelingenpolitiek. Vrij snel werd een minister voor Vluchtelingen, Immigranten en Integratie aangesteld en werden met opvallende doortastendheid immigratiebeperkende en integratiebevorderende maatregelen doorgevoerd. Maatregelen die op grote steun van de Deense bevolking kunnen rekenen. Begin dit jaar bleek uit een peiling dat liefst 85% van de Denen achter het verscherpte vreemdelingenbeleid van de regering stond. De parlementsverkiezingen die in februari plaatsvonden, draaiden dan ook uit op een duidelijke overwinning voor de rechterzijde.
3
Geheel terzijde wijzen we er nog op dat ook het Deense koningshuis inzake het vreemdelingenthema duidelijke standpunten niet schuwt. Terwijl de Belgische monarchie geen moeite onverlet laat om de islam op te vrijen, sprak de Deense koningin onlangs nog klare taal. In een biografie, die verscheen ter gelegenheid van het 65ste verjaardag, wijst Margarethe II op wat zij ziet als de gevaren van de islam en roept zij de moslims op om de Deense taal en cultuur te leren. Volgens de Deense koningin zijn we de voorbij jaren uitgedaagd door de islam, en dit zowel lokaal als internationaal: “Het is een uitdaging die we serieus moeten nemen. We hebben het onderwerp te lang laten gaan, omdat we te tolerant waren of te lui.” En aan ieder die het horen wilde, voegde Margarethe II er nog aan toe het voor lief te nemen als in het buitenland met verontwaardiging op haar houding zou worden gereageerd.
4
3. Hervormingsvoorstellen De nieuwe regering legt de nadruk op armoedebestrijding, versterking van de democratie, mensenrechten en terreurbestrijding. Denemarken geeft blijk van een langetermijnvisie en wil een strategie uitbouwen tegen de dreiging van radicale islamieten. Hieronder leest u een beknopt overzicht van de meest in het oog springende hervormingsmaatregelen van de regering-Rasmussen. a. Politie en justitie: minder is meer De Deense politie en justitie lossen met minder agenten meer misdaden op en de rechters zijn goedkoper en efficiënter. De regering wil de Deense politie hervormen. Grootschalige en goed uitgebouwde politiedistricten zijn vereisten voor een effectief en modern politiekorps dat beschikt over de nodige capaciteit en specialisatie. Administratieve taken dienen te worden gereduceerd, zodat meer politieagenten echte politietaken kunnen vervullen en meer zichtbaar zijn op straat. b. Een bloeiende economie De Deense economie kent de laatste jaren een sterke groei. Denemarken heeft ook al een aantal jaren een overschot op de begroting. De bereidheid om te consumeren, lage interestgraden, het niet invoeren van nieuwe belastingen en toegenomen vastgoedwaarde, hebben geleid tot een hogere koopkracht. De werkloosheidsgraad bedroeg begin dit jaar 5,9 procent. Ter vergelijking: in Vlaanderen bedraagt de werkloosheid momenteel ongeveer 9%, in Wallonië om en bij de 18%. De Deense regering beloofde bij haar aantreden in 2001 dat de belastingen niet zouden worden verhoogd en voerde daarnaast een verlaging van de inkomstenbelasting door ten belope van 10 miljard kronen (1,34 miljard euro). De belastingverlagingen nemen niet weg dat de Deense belastingdruk (net onder de 50 procent) na de Zweedse nog steeds één van de hoogste in Europa is. Hoewel de Denen klagen over de hoge belastingen en zij premier Rasmussen bij de laatste verkiezingen hebben beloond voor de belastingverlagingen, lijkt een groot deel van de bevolking wel van mening dat hoge belastingen nodig zijn om de gekoesterde verzorgingsstaat gaande te houden. Eén van de beleidsdoelstellingen van de nieuwe Deense regering is dat deze dient voorbereid te worden op de uitdagingen van een toenemende open internationale economie. Niet concurrentie op het vlak van lonen, maar wel op vlak van kennis, ontwikkeling en innovatie, dient centraal te staan. Onderwijs en permanente vorming zijn hierbij van uitermate belang. Het voornemen is om van Denemarken een leidende kennismaatschappij te maken. Tegen 2010 zal 10 miljard Deense kronen geïnvesteerd worden in een versterking van het onderwijs, ondernemingen, onderzoek en vernieuwing.
5
c. Europese integratie Net als de Britten staan ook de Denen sceptisch tegenover de Europese integratie. In juni 1992 wezen de Denen het Verdrag van Maastricht per referendum af. Een jaar later stemden zij alsnog in, maar behielden ze het recht om buiten de Europese munt, justitie en defensie te blijven. Bij het Verdrag van Amsterdam in 1997 legden hielden de Denen ook vast aan een eigen asiel- en migratiebeleid. d. Immigratie- en asielbeleid: streng maar rechtvaardig Het Deense immigratie- en asielbeleid is wellicht het strengste van heel Europa. In Denemarken is één minister bevoegd voor asielbeleid, inburgering en ontwikkelingssamenwerking. Toen de regering van Fogh Rasmussen in 2001 aantrad, werd Denemarken één van de voorlopers in het aanscherpen van het nationale immigratiebeleid. Eén van de vooropgestelde beleidsdoelstellingen van de regering is dan ook een streng maar rechtvaardig immigratiebeleid. De Deense asielcijfers zijn nochtans aan de lage kant. De migrantenpopulatie in het land bedraagt 7,5 procent van de bevolking, waarvan één derde uit de Scandinavische buurlanden komt. Met dat percentage ligt Denemarken duidelijk onder het gemiddelde van de andere EU-landen. De Denen kennen sinds 2002 strenge immigratieregels. De nieuwe Deense Vreemdelingenwet is duidelijk gebaseerd op de gedachte dat immigratie stevig ingeperkt moet worden. Eén van de drie centrale overwegingen waarop de wet is gebaseerd, is dan ook “The number of foreigners coming into Denmark must be restricted, and stricter requirements as to their duty to support themselves must be introduced”. De algemene teneur van de wet is duidelijk: minder immigratie, waarbij de aandacht specifiek uitgaat naar de categorieën asielzoekers, gezinsherenigers en gezinsvormers. De regering wil de verzorgingsstaat ontlasten en de (economische) zelfredzaamheid van immigranten in Denemarken bevorderen. De Deense overheid koppelt dit laatste aspect dan ook aan het verblijfsrecht. Het uitgangspunt van de wet is dat vreemdelingen die nog geen permanente verblijfsvergunning toegekend hebben gekregen en die het hoofd niet zonder overheidssteun boven water kunnen houden, moeten worden uitgezet. De nieuwe wet maakt het voor immigranten moeilijker om een permanente verblijfsstatus te verkrijgen. De periode van de tijdelijke verblijfsstatus is op zo’n manier georganiseerd dat die, veel meer dan voorheen, een test is om te zien of een immigrant zichzelf kan ‘redden’. De Deense regering ijvert onder meer voor het oprichten van opvangplaatsen in Afrika voor asielzoekers die anders naar Europa zouden komen.
6
Ook de richtlijnen voor arbeidsmigratie werden strenger. Vreemde arbeiders moeten een speciale verklaring bezitten, die aantoont dat zij ook door het sociaal zekerheidsstelsel van dat land gedekt worden. e. Immigratie- en asielbeleid: concrete maatregelen i. Gezinshereniging en gezinsvorming Gezinshereniging in Denemarken is beperkt tot echtgenoten of partners van inwoners van Denemarken en kinderen van Deense inwoners. Belangrijkste voorwaarden gezinshereniging: [l][li]Het kind mag maximum 15 jaar oud zijn;[/li][li]De Deense immigratiedienst kan eisen dat de in Denemarken levende ouder bewijst over een degelijke behuizing en voldoende inkomsten te beschikken om het kind te onderhouden. [/li][/l]Belangrijkste voorwaarden gezinsvorming (immigratie via huwelijk of samenwoning): [l][li]Beide partners moeten ouder zijn dan 24 jaar; [/li][li]De partner die zich al in Denemarken bevindt, moet minstens over een permanente verblijfsvergunning beschikken voor meer dan 3 jaar; [/li][li]De partner die in Denemarken woont, moet kunnen aantonen dat hij over een eigen en voldoende grote woonst beschikt (als eigenaar of huurder) en voldoende inkomsten heeft om de overkomende partner te onderhouden; [/li][li]De partner die in Denemarken woont, moet in een economische waarborg van 53.096 Deense kronen of 7.122 euro voorzien om alle toekomstige overheidskosten voor de overkomende partner te dekken; [/li][li]De verbondenheid van beide echtgenoten of partners moet groter zijn met Denemarken dan met het thuisland (deze voorwaarde is niet van toepassing indien de persoon die in Denemarken verblijft al meer dan 28 jaar de Deense nationaliteit bezit); [/li][li]De partner die in Denemarken woont, mag geen uitkering hebben ontvangen voor een periode van 1 jaar voorafgaand aan de aanvraag tot verblijfsvergunning. [/li][/l]De Deense regering lanceerde in 2003 een 'actieplan’ tegen gedwongen en gearrangeerde huwelijken. Ze acht het in strijd met de Deense normen en waarden dat jonge mensen tegen hun wil een huwelijk moeten aangaan. Een jaar eerder werd daarom al ingevoerd dat partners uit een immigratiehuwelijk minstens 24 jaar moesten zijn. Veel migratiehuwelijken eindigen in geweld, veel vrouwen belanden in opvanghuizen. “Het is perfect mogelijk andermans religie en cultuur te respecteren en tegelijk gedwongen huwelijken te voorkomen,” aldus de betrokken ministers. Volgens het plan trouwt 91 procent van de Deense Turken met een partner uit Turkije. Deense ambassades in herkomstlanden ontmoedigen uithuwelijken. Pas na zeven jaar (!) ontvangt de overgekomen partner een permanente verblijfsvergunning. Indien de partners eerder scheiden, vervalt de verblijfsvergunning.
7
Cijfers gezinshereniging en - vorming Aanvragen 2001: 15.370 Aanvragen 2004: 5.796 Positieve beslissingen 2001: 10.950 Positieve beslissingen 2004: 3.835 ii. Asiel Tot de erkenning als vluchteling blijft de asielzoeker in een opvangcentrum. Eenmaal de asielzoeker erkend is (50% van de asielaanvragen wordt afgehandeld binnen 34 dagen, 80% binnen 60 dagen en 100% binnen 96 dagen), wordt hij toegewezen aan een gemeente, waar hij zich verplicht dient te vestigen en moet voldoen aan zijn integratieverplichtingen. Afgewezen asielzoekers worden gerepatrieerd. Landen die uitgeprocedeerde asielzoekers vanuit Denemarken vlot ‘aannemen,’ krijgen een bonus uit het budget van ontwikkelingssamenwerking. Herkomstlanden die geen medewerking verlenen aan het Deense terugkeerbeleid kunnen niet rekenen op gelden voor ontwikkelingssamenwerking. Wanneer de situatie in het thuisland na 3 jaar wijzigt, zodat het risico op vervolging is verdwenen, kan de vluchteling alsnog worden gerepatrieerd. Cijfers asiel Aanvragen voor asiel in Denemarken 2000: 12.100 Aanvragen voor asiel in Denemarken 2004: 3.222 Aantal mensen erkend als vluchteling 2001: 5.159 Aantal mensen erkend als vluchteling 2004: 1.607
iii. Rechten en plichten van nieuwkomers De ‘Geconsolideerde wet op de integratie van vreemdelingen in Denemarken’ (28 juni 2001) legt de verantwoordelijkheid voor nieuwkomers in eerste instantie bij de gemeente. De belangrijkste voorwaarden voor het verkrijgen van een permanente verblijfsvergunning zijn: [l][li]De aanvrager moeten zeven jaar in Denemarken hebben verbleven. Gedurende deze zeven jaar kunnen asielzoekers worden uitgezet als de situatie in het land van herkomst verbetert en gezinsvormers als hun relatie in scheiding eindigt. Overigens heeft de Deense overheid ook het voorstel gedaan om ‘goed geïntegreerde’ vreemdelingen de mogelijkheid
8
te geven om na vijf jaar al een permanente verblijfsvergunning te verkrijgen. Onder ‘goed geïntegreerd’ wordt dan verstaan dat de persoon in kwestie de drie jaar voor de aanvraag ‘steady employment’ heeft gehad, geen gebruik heeft gemaakt van sociale voorzieningen en een ‘meaningful connection to Danish society heeft’. [/li][li]De basis voor de aanvraag moet nog steeds geldig zijn (asiel, huwelijk,…). [/li][li]De aanvrager moet een ‘introductieprogramma’ voltooid hebben. Het introductieprogramma werd vastgelegd in de Deense Integratiewet van 1999 en is recentelijk geamendeerd door de nieuwe regering. Gemeenten moeten volwassen nieuwkomers die onder de integratiewet vallen, een introductieprogramma aanbieden. Deze programma’s duren gemiddeld genomen drie jaar. Het introductieprogramma is geen vrijblijvende aangelegenheid: van diegenen die zich zonder geldige reden aan het programma onttrekken, wordt gesnoeid in de sociale uitkering. Gemeenten zijn verplicht de sancties toe te passen. Ook zijn gemeenten verplicht de resultaten van het introductieprogramma door te geven aan de Deense immigratiedienst, dit in verband met de eisen om een permanente verblijfsvergunning te krijgen. [/li][li]De aanvrager moet met succes een Deense taaltest hebben afgelegd. [/li][li]De aanvrager mag niet veroordeeld zijn voor een zwaar misdrijf. Immigranten die tot minstens twee jaar cel zijn veroordeeld, worden uitgezet. [/li][/l]Een concreet voorbeeld is de zaak van twee jonge criminelen die teruggestuurd werden naar Turkije, niettegenstaande ze het grootste deel van hun leven in Denemarken hebben gewoond, maar er niet geboren zijn. In 2003 toen 16 en 17 jaar oud - vermoordden ze een Italiaanse toerist in Kopenhagen. Het gerechtshof baseerde zijn beslissing op het gegeven dat de jongeren een betekenisvolle band hebben met Turkije, aangezien zij frequent op reis gingen naar Turkije en dat zij ook Turks spraken. Ze worden uitgewezen na een straf uitgezeten te hebben van respectievelijk 8 en 10 jaar. Personen die een minder ernstig misdrijf hebben begaan, krijgen een verlenging van de wachtperiode. In het geval van celstraf van een half jaar wordt die wachtperiode minimaal met tien jaar verlengd. [l][li]De aanvrager mag geen schulden hebben – bijvoorbeeld lening of belasting – die hoger zijn dan 7.800 euro. [/li][/l]In 2002 nam de regering een nieuwe regeling aan die bepaalt dat enkel mensen die zeven van de acht voorafgaande jaren in Denemarken hebben gewoond, recht hebben op een volledige sociale uitkering. Nieuwkomers daarentegen ontvangen ‘startgeld’. De hoogte daarvan wordt bepaald in functie van de leeftijd en de gezinstoestand van de aanvrager. Het startgeld ligt tot 50 procent lager dan het bedrag van de volledige uitkering. Gedurende de eerste periode van zeven jaar kunnen de vreemdelingen wel aanzienlijk verlaagde aanspraken op sociale-zekerheidsarrangementen maken. Deze beperkingen zijn bedoeld om werk aantrekkelijker te maken. Wie werk accepteert, zal er altijd op vooruit zal gaan in zijn netto-inkomen.
9
Om de Deense nationaliteit te verwerven moet de vreemdeling bovendien negen jaar ononderbroken verbleven hebben in Denemarken. Een vreemdeling verkrijgt dus niet automatisch de Deense nationaliteit bij de geboorte op Deens grondgebied. Pas op de leeftijd van 18 jaar kan de procedure worden opgestart.
10
4. Nederland volgt Ook in Nederland – in een nog niet zo ver verleden het absolute gidsland inzake politieke correctheid – staat het immigratievraagstuk sinds enkele jaren hoog aan de politieke agenda. Nadat de socialisten bij de kiezersrevolte in 2002 naar de oppositiebanken werden verwezen, begon de nieuwe regering met een gevoelige verstrakking van het vreemdelingenbeleid. De waslijst aan nieuwe maatregelen, maakt duidelijk dat de Nederlanders hun mosterd daarvoor grotendeels bij de Denen zijn gaan halen. De asielpolitiek werd aangescherpt en de strijd tegen illegaliteit opgevoerd. Naar aanleiding van de recente legalisering van honderdduizenden illegale vreemdelingen in Spanje, sprak Rita Verdonk, de Nederlandse minister voor Vreemdelingenzaken, nog klare taal: “In Nederland voeren wij een totaal ander beleid: illegalen moeten terugkeren, legalisering staat niet ter discussie” (Gazet van Antwerpen, 09.02.2005). Om verdere immigratie uit landen als Turkije en Marokko tegen te gaan, werden gezinsvorming en gezinshereniging aan banden gelegd. De minimumleeftijd werd opgetrokken van 18 naar 21 jaar. Bovendien dienen diegenen die een partner uit het buitenland laten overkomen, voortaan 120% van het minimumloon te verdienen. Deze maatregelen, die eind vorig jaar van kracht gingen, hebben ook in Nederland hun efficiëntie bewezen. In het eerste kwartaal van dit jaar bedroeg het aantal aanvragen 7.600, hetgeen een gevoelige daling is tegenover de 10.800 in dezelfde periode vorig jaar. Ondertussen werd de regeling nog verder aangepast: wie voortaan nog voor gezinshereniging of gezinsvorming in aanmerking wil komen, moet slagen in een inburgeringsexamen dat in het land van herkomst wordt afgenomen. Het verkrijgen van een verblijfsvergunning wordt afhankelijk gesteld van het succesvol afronden van een inburgeringscursus. Daarnaast zullen ook werkzoekende vreemdelingen die al in Nederland verblijven zo’n cursus met goed gevolg moeten afronden. Ook de naturalisatieprocedure werd merkelijk verstrakt. Vreemdelingen die het Nederlandse staatsburgerschap aanvragen, moeten een examen afleggen, waarin hun kennis van de Nederlandse taal en samenleving wordt getoetst. Ook hier spreekt het resultaat voor zich: sinds de invoering van de nieuwe wet is het aantal naturalisatieaanvragen met 75% gedaald! Vermelden we tenslotte nog dat er in Nederland momenteel ook wordt over nagedacht om migranten pas na enige tijd voor financiële bijstand in aanmerking te laten komen, zoals dat in Denemarken reeds het geval is.
11
5. Besluit: een voorbeeld voor Vlaanderen Ook Filip Dewinter bracht enkele maanden geleden, samen met Hugo Coveliers en voormalig Nederlands minister Hilbrand Nawijn, een werkbezoek aan Denemarken. De delegatie maakte er nader kennis met het Deense vreemdelingenbeleid en wisselde ideeën uit met de rechts-nationale Deense Volkspartij. Uit de feiten blijkt alvast dat het ‘Deense model’ zijn efficiëntie bewezen heeft. Door een combinatie van kordate maatregelen is de Deense overheid er in geslaagd om de stroom asielzoekers en immigranten tot een minimum te beperken. De immigratie via gezinshereniging is nagenoeg stilgevallen. Daarnaast wordt voor vreemdelingen die legaal in Denemarken verblijven, een streng inburgeringsbeleid gevoerd. Door de sociale zekerheid voor vreemdelingen tot een minimum te beperken, werd het zogenaamde ‘aanzuigeffect’ tot bijna nul herleid. De maatregelen van de regering-Rasmussen kunnen bovendien op grote steun van de Deense bevolking rekenen, zoals recent werd aangetoond door een nieuwe verkiezingsoverwinning. Het Deense immigratiebeleid is een voorbeeld voor Vlaanderen. Tegenstanders noemen de immigratievoorstellen van het Vlaams Belang ‘niet realistisch’ of zelfs ronduit ‘racistisch’. Nochtans worden heel wat van onze voorstellen inzake immigratie, integratie en asiel vandaag door verschillende buitenlandse regeringen gewoon uitgevoerd. ‘Racistisch’ of ‘onuitvoerbaar’? Vergeet het maar!
12