KUNSTENDAG VOOR KINDEREN 2013 : ENQUÊTE
Methodologische nota
Onderstaande evaluatie is gebaseerd op de resultaten van een enquête die op dinsdag 19 november, dat is twee dagen na de Kunstendag voor Kinderen 2013, werd opgestuurd naar alle organisaties die meewerkten aan het evenement. Aan hen werd gevraagd om de ingevulde vragenlijst ten laatste op maandag 25 november terug te sturen. 150 organisaties ontvingen een vragenlijst. 112 organisaties reageerden. Dat is 75%. Het is op hun reacties dat onderstaande evaluatie is gebaseerd.
Locaties
Uit onderstaande grafiek blijkt dat de meeste activiteiten werden georganiseerd in de provincie Antwerpen (32%). Oost-Vlaanderen was de tweede grootste speler met 21,4% van de activiteiten. Daarna volgen, van groot naar klein, West-Vlaanderen, Limburg, Brussel en Vlaams-Brabant.
1
Soort activiteit
In onderstaande grafiek is duidelijk te zien dat er in 2013 vooral workshops werden georganiseerd (66%), gevolgd door theatervoorstellingen (24,5%) en tentoonstellingen (23%). Dit moet echter worden genuanceerd. Soms gaat het om overlappingen: een museum met een tentoonstelling kan perfect een workshop organiseren. Hetzelfde geldt voor een voorstelling.
2
Leeftijd
Uit de enquête en het programma op de website blijkt dat er vooral voor kinderen tussen 6 en 12 jaar een groot aanbod is. Voor jongere kinderen zijn er minder activiteiten. Bij deze vraag konden respondenten verschillende antwoorden aankruisen, omdat sommige activiteiten geschikt zijn voor verschillende leeftijdscategorieën. Hierdoor moet de tabel op de volgende manier gelezen worden: 80,7% van de activiteiten is geschikt voor kinderen tussen 6 en 9 jaar, 74,3% voor kinderen tussen 9 en 12 jaar en 43,1% voor kinderen tussen 3 en 6 jaar. Een minderheid van de activiteiten, met name 6,4% is geschikt voor kinderen van 0 tot 3 jaar.
Aantal bezoekers
Rekening houdend met het feit dat 1) een 10-tal deelnemers de vragenlijst twee keer invulde, 2) kleine spelers oververtegenwoordigd waren in de reacties en verschillende grote spelers niet reageerden, 3) organisaties die geen activiteiten organiseerden ook een ingevulde vragenlijst terugstuurden, kan door extrapolatie van de ingestuurde bezoekersaantallen worden gesteld dat de Kunstendag voor Kinderen in 2013 werd bijgewoond door 31.527 kinderen en volwassenen.
3
Nieuw publiek
64,4% van de respondenten geeft aan dat ze nieuw publiek over de vloer kreeg. 12,5% is daarentegen zeker van niet en 23% weet het niet zeker. Ook vroegen we aan al wie ‘ja’ antwoordde om aan te geven welk nieuw publiek werd aangetrokken:
gezinnen ouders en kinderen mensen uit naburige gemeenten personen die de organisatie nog niet eerder bezochten
Sommige organisaties gaven ‘gezinnen’ of ‘(groot)ouders met (klein)kinderen’ aan als een nieuw publiek. Dit wil zeggen dat deze doelgroep nog niet vaak over de vloer kwam bij een aantal deelnemende organisaties. Daarnaast blijkt dat mensen van de gelegenheid gebruik maakten om activiteiten bij te wonen in een naburige gemeente of om ergens naartoe te gaan waar ze nooit eerder kwamen.
4
Doelgroepen participatiedecreet
Het bereik van en aantal doelgroepen, zoals omschreven in het participatiedecreet, blijft moeilijk. 60% van de respondenten geeft aan dat ze geen enkele van deze doelgroepen bereikte. 32,7% zegt wel personen van etnisch-cultureel diverse afkomst bereikt te hebben. Een grondige analyse van de antwoorden op deze vraag is echter moeilijk. Sommige doelgroepen - zoals personen in armoede zijn namelijk moeilijk ‘herkenbaar’ en worden daardoor niet mee opgenomen in de statistieken.
5
Promotiecampagne
83,7% van de respondenten, een grote meerderheid, geeft aan dat tevreden te zijn over de promotiecampagne. Slechts 16,3% geeft het tegenovergestelde aan.
Redenen voor ontevredenheid zijn:
niet genoeg aanwezig in het straatbeeld te weinig weerklank in de media geen ruimte om kaartjes en affiches te personaliseren
Aan deze drie punten kan worden gewerkt.
6
Hoeveelheid promotiemateriaal
Over de hoeveelheid promotiemateriaal is 90% tevreden. Aangezien we op voorhand hebben gevraagd hoeveel materiaal iedereen wilde krijgen, is dit geen verrassend resultaat. Timing versturen promotiemateriaal
Dit jaar verzonden we het promotiemateriaal begin september naar de deelnemende organisaties. 93% van de respondenten vond dat dit tijdig genoeg was. Bij de vraag hoeveel weken op voorhand ze het materiaal graag hebben was het gemiddelde antwoord 6. Dit komt neer op het versturen van het promotiemateriaal begin oktober. Hieruit kan worden besloten dat we dit jaar zeer vroeg waren. Aanmaken eigen promomateriaal
81% van de deelnemende organisaties maakte zelf ook nog promotiemateriaal aan. Een overzicht van het meest gebruikte (eigen) promotiemateriaal: -
speciale flyer, affiche of brochure vermelding in programmabrochure eigen website sociale media een nieuwsbrief of mailing
Misschien kan hieraan tegemoet worden gekomen door tools, templates, … aan te bieden voor gepersonaliseerd promomateriaal.
7
Gebruik promotiemateriaal
Onderstaande grafieken geven het verschil in gebruik aan van de verschillende promotiemiddelen en –kanalen. Aan respondenten werd gevraagd aan te geven hoeveel ze van iets gebruik maakten. Ze konden hierbij kiezen tussen 4 categorieën: ‘veel gebruikt’, ‘gebruikt’, ‘bijna niet gebruikt’ en ‘niet gebruikt’. Uit de resultaten blijkt dat vooral de eigen website en het eigen gemaakte promotiemateriaal werden gebruikt. Beide middelen scoren namelijk het hoogst op ‘veel gebruikt’. Het promomateriaal dat vanuit het agentschap werd aangeboden (postkaartjes, affiches programmakranten) scoort hoog op ‘gebruikt’. Ook Facebook is een medium waarvan relatief veel gebruik wordt gemaakt. De stickers worden over het algemeen niet zo veel gebruikt, al zeggen evenveel mensen dat ze die wel gebruiken. De uitschieter onder het niet-gebruikte materiaal is Twitter. De belangrijkste conclusies op een rij: -
-
-
de stickers die we nog hebben verdelen we volgend jaar onder de organisaties die ze gebruiken. postkaartjes, affiches en programmakranten zijn nuttige instrumenten en mogen dus behouden blijven. onder de sociale media is vooral Facebook belangrijk. Twitter moet niet meer worden ingezet voor organisaties, maar kan worden afgestemd op de pers.
8
-
we hebben in deze vraag niet gepeild naar het gebruik van de pancartes. We hebben echter opgemerkt dat deze in verschillende organisaties aan de balie stonden en dus wel degelijk gebruikt werden op de dag zelf.
9
10
Ander promomateriaal nodig?
Ongeveer 80% van de respondenten geeft aan dat andere vormen van promotiemateriaal niet nodig zijn. 18,5% geeft aan van wel. Uit de reacties kunnen we echter wel een aantal praktische tips halen naar volgend jaar toe: -
materiaal dat de dag zelf de zichtbaarheid kan vergroten (ballonnen/vlaggetjes) ook inhoudelijke info over de activiteiten in de krant vermelden (kan één zin zijn) personaliseerbare affiches / sjabloonflyer / opdrukflyer (zie boven)
11
Duidelijkheid website en programmakrant
Tenslotte werd ook gepeild naar de duidelijkheid van de programmakrant en de website van de Kunstendag voor Kinderen 2013. Over het algemeen zijn de meeste respondenten hierover positief, zoals te zien in onderstaande grafieken.
12
Contact met (lokale) pers
Ongeveer de helft van de deelnemende organisaties nam zelf contact op met de pers. Ongeveer 50% van die helft, of een kwart (23,5%) van het totale percentage, kreeg persaandacht als resultaat. Dit is een hoog cijfer. Er kan dan ook besloten worden dat het voor deelnemende organisaties nuttig is om zelf contact op te nemen met de lokale pers.
13
Algemene tevredenheid
Op de vraag naar de tevredenheid over het verloop, de voorbereidingen en de ondersteuning van de KvK2013 antwoordde 95% van de respondenten ‘ja’. Dat is een hoog cijfer.
14
Deelname 2014
75% van de respondenten geeft aan volgend jaar opnieuw te zullen meedoen aan de Kunstendag voor Kinderen. 22,5% twijfelt nog. We vroegen de twijfelaars waarom ze nog niet zeker zijn van hun deelname. Doorgaans gaat het om budgettaire of planmatige redenen en wachten ze eerst het budget en de planning af alvorens hun medewerking aan de Kunstendag voor Kinderen vast te leggen. Slechts 2% zegt niet meer te zullen deelnemen. Uit de reacties blijkt dat dit te maken heeft met de reeds geplande andere activiteiten of uit het feit dat de KvK dit jaar voor hen geen succes was.
15