nummer 3
de mooiste cultuurprojecten uit de provincie
okt 2011
Kunst in de openbare ruimte brengt inwoners samen Liever verbouwen dan platgooien Van ezel tot postzegelpark
1
TWAALF is een uitgave van de Raad van Twaalf. In de Raad van Twaalf bundelen 15 provinciaal werkende cultuurinstellingen hun krachten. TWAALF 3 heeft als thema ruimtelijke kwaliteit. Nummer 3, oktober 2011
TWAALF 3 staat onder redactie van Kunst & Cultuur Overijssel en Keunstwurk (Friesland). redactie Kunst & Cultuur Overijssel: Sonja Paauw Keunstwurk: Kie Ellens i.s.m. de leden van de Raad van Twaalf eindredactie Claar Urbanus vormgeving De Ruimte ontwerpers: Mark Schalken, Marlies Peeters illustraties Nina Mathijsen (www.takeadetour.eu) Fotografie Artikelen met gedeputeerden: Friesland: Sandra Luimes Overijssel: Ingeborg Lukkien druk Pascal, Utrecht oplage 1500 verspreiding controlled circulation redactieadres Secretaris Raad van Twaalf Frank van der Hulst p/a Kunst Centraal postbus 160 3980 CD Bunnik 030 6595520 frank.van.der.hulst@ kunstcentraal.nl www.raadvantwaalf.nl copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm en/of andere wijze zonder voorafgaande toestemming van de Raad van Twaalf.
2
Ruimtel 4
7
Het gaat om de mensen
enk Moes, directeur Kunst & Cultuur Overijssel in gesprek met H Hester Maij, gedeputeerde van de provincie Overijssel
Historie en kunst op de rivier
Week van de Geschiedenis in Utrecht
8
Rumoer rond de dorpsrand
11
Cultuur jaagt ruimtelijke ontwikkeling aan
Dorp in Zicht in Overijssel
Centree in Zierikzee, Zeeland
12 Kan de lucht blauwer!
Over onze invloed op ruimtelijke kwaliteit
14 Bezuinigen op wegen
enée Waale, directeur Keunstwurk in gesprek met Jannewietske R de Vries, gedeputeerde van de provincie Friesland
17
12 stekjes
Lokale bankjes als toonaangevende landschapskunst in Friesland
20 Compositie uit het heelal
Soundlab Dwingeloo in Drenthe
21 Lelystad heeft een Romein!
Herkomstverhalen uit Flevoland
22 Het best bewaarde geheim van de Randstad
Deltapoort, Zuid-Holland
25 Tilburgse ‘Stadsgeheimen’
Publieksparticipatie in optima forma, Noord-Brabant
26 Krimp als kans
Eeen beter leefklimaat in Limburg
29 In weer en wind
Groningen laat kinderen kunst ervaren
Noord-Hollandse projecten
30 Op het snijvlak van kunst en ruimte 33 Digitaal in de werkelijkheid
Gelderland maakt kennis met buitenkunst
34 Acties voor u 35 Digitale media
◀ I n dit nummer vindt u een aantal interessante acties en een handig overzicht van social media en websites over r uimtelijke kwaliteit.
36 De Raad van Twaalf
ijke kwaliteit Ruimtelijke kwaliteit en de kracht van kunst voor de samenleving
De provinciale expertisecentra weten van wanten als het om cultuurparticipatie gaat. Als geen ander zijn we dag in dag uit bezig met de basis: met kinderen die kunst maken en genieten op scholen, met amateurs die filmen, dansen en muziek maken, met de inwoners die in groten getale hiervan genieten, met professionals die samen met amateurs prachtige voorstellingen maken. Ook als het om ruimtelijke kwaliteit gaat spelen kunst en cultuur vaak een bijzondere rol. Kunst en samenleving, dat is zeg maar ons ding. De laatste jaren nemen we ruimtelijke vraagstukken, toeristische ontwikkeling, het leven in de stad en de relatie tussen verleden en toekomst steeds meer als uitgangspunt van ons werk. Van daaruit zetten we de stap naar de inwoners. Met onze kennis van de provincie betrekken we bewoners, amateurs en professionals, woningbouwverenigingen en het bedrijfsleven bij deze vraagstukken. Wij realiseren met hen beeldende kunstprojecten, theatervoorstellingen, interactieve kunstroutes, verhalen en films die op zich de moeite waard zijn en op onverwachte wijze de kracht van kunst laten zien. Die kracht manifesteert zich op vele manieren. Een abstract begrip als ruimtelijke kwaliteit wordt persoonlijk en levend gemaakt door de mensen die er direct mee te maken hebben. Niet alleen het eindproduct maar het sociale proces eromheen bindt bewoners en inspireert bestuurders. Cultuur uit het verleden wordt bron van inspiratie voor de toekomst. Erfgoedorganisaties ontdekken nieuwe verbindingen met amateurkunstenaars in hun omgeving. Met verbeelding worden gewoonten, verwachtingen en gebaande paden doorbroken. In dit derde nummer van Twaalf staat ruimtelijke kwaliteit en de rol van kunst en cultuur daarin centraal. De beschreven projecten maken concreet hoe dat proces zich in de provincies ontwikkelt, iedere dag. Ik hoop dat dit nummer u plezier en inspiratie geeft. Connie Verberne Voorzitter Raad van Twaalf
3
overijssel
‘Het gaat om Hester Maij is gedeputeerde in Overijssel. Zo op het eerste gezicht zou je denken dat haar portefeuilles cultuur en inrichting landelijk gebied niets met elkaar te maken hebben. Toch hebben ze duidelijke raakvlakken, want het landelijk gebied van Overijssel bevat veel cultureel erfgoed. En dat is bij haar in goede handen.
tekst: Claar Urbanus foto's: Ingeborg Lukkien
Hester Maij
Henk Moes
4
de mensen’ Komend vanuit Amsterdam maar met haar verre roots in Twente, voelt Hester Maij zich hier op haar plek. Ze verruilde de gemeentelijke politiek voor het provinciale bestuur. Een groot verschil. ‘In het provinciale bestuur sta je op een grotere afstand van de maatschappij. Daarom zal ik steeds blijven zeggen: we zitten hier voor de mensen, voor hen doen we het. Als gemeentepoliticus stond ik veel dichter bij de Amsterdammers. Maar ik moet zeggen dat het eigen belang van een gemeentepoliticus een veel grotere rol speelt dan in het provinciaal bestuur. In de Provinciale Staten en het College van Gedeputeerden gaat men veel meer voor het algemeen belang. In die zin is de Provincie verder.’ modern gebouw met historie Het gaat om de mensen, is haar credo tijdens het gesprek dat Henk Moes met haar voert. Moes is als directeur van Kunst en Cultuur Overijssel (KCO) benieuwd hoe de gedeputeerde denkt over ruimtelijke kwaliteit. Hester Maij: ‘Het gaat om de mensen en dan denk ik: wat voelt beter – ergens wonen waar je de geschiedenis van die plek kan zien en ervaren, of wonen in een omgeving met vierkante, kale, glimmende gebouwen? Mijn antwoord is: op de plek met geschiedenis, dat ís gewoon zo. Je hebt ook steden zonder geschiedenis, met alleen nieuwe gebouwen. Het is een opgave om de mensen zich daar prettig te laten voelen. Als het daar waait, is het er écht koud. Daarom vind ik dat je de culturele geschiedenis van een gebied of een gebouw moet behouden. Die moet zichtbaar blijven.’ Het is dan ook volstrekt logisch dat dit gesprek op haar verzoek plaatsvindt in het ROC van Twente te Hengelo. Deze school voor beroepsonderwijs biedt zijn achtentwintigduizend leerlingen een leeromgeving in de enorme hallen van een enorme voormalige ijzergieterij. ‘Ik vind dit een buitengewoon goed voorbeeld van hoe je een oud gebouw functioneel kan maken. In deze modern gemaakte robuuste fabriekshal zie je als het ware de arbeiders nog lopen. Het is toch prachtig dat jonge mensen hier worden opgeleid voor de toekomst? Verleden en toekomst komen hier samen op een fantastische manier. Ik denk dat deze omgeving de leerlingen stimuleert.’
hekel aan afbreken Henk Moes: ‘Het havengebied in Deventer is een vergelijkbaar gebied, gericht op haven en vervoer. Met mooie grote gebouwen. Het eerste plan was om de boel plat te gooien, maar nu is er een nieuwe filosofie ontwikkeld, het Belgisch Bouwen, wat inhoudt dat je even de tijd neemt en het geduld opbrengt om te zien welke ontwikkelingen zich in de stad gaan voltrekken. Als de tijd rijp is, ga je de gebouwen herbestemmen. Intussen zitten er kunstenaars en andere creatieven die de buurt levendig houden.’ Hester Maij: ‘Ja, tijd nemen is een mooi idee, maar een gebied moet wel leefbaar blijven, het mag niet verpauperen. Ik vind dat leefbaarheid het uitgangspunt moet zijn voor ruimtelijke kwaliteit.’ De mensen dus, voor hun welbevinden doen we het. Maar dan luidt de vraag: hoe zorg je voor hun welbevinden? Daarop is haar antwoord simpel. ‘Door de culturele geschiedenis van een gebied serieus te nemen. Laten we oude lijnen herstellen in plaats van steeds maar nieuwe dingen te verzinnen. Ik heb er een enorme hekel aan als alles wordt afgebroken, want dan ben je je geschiedenis kwijt.’ Kortom, oude wegen, historische paden, boerderijen, een eeuwenoude plek: wat de gedeputeerde betreft, moeten we die in ere houden. ‘Ruimtelijke ordening is niks als je die culturele waarden er niet bij betrekt. Profileer die cultuurgeschiedenis! Dan wordt het dynamischer, creatiever, mensen wonen met meer plezier. Dát vind ik mijn taak als overheid.’ denken in mogelijkheden Deze woorden klinken Henk Moes als muziek in de oren, want binnen Atelier Overijssel werkt hij met partner organisaties al een tijd aan deze visie. Dit platform heeft echter ervaren dat er nog behoorlijk wat te winnen valt bij beleidsmakers en uitvoerders in de gemeenten. Henk Moes: ‘We merken dat daar snel de voet op de rem gaat als je begint over ruimtelijke kwaliteit. Men stelt daar direct kanttekeningen bij, want wat zal het niet kosten in tijd, energie en geld? Zelfs bij de provinciale organisatie is het moeilijk om de neuzen in die richting te krijgen. Het gaat erom dat je met elkaar gaat nadenken over de mogelijkheden en een avontuur durft aan te gaan.’ Hoe denkt de gedeputeerde dit te gaan stimuleren? Maij: ‘Het is heel belangrijk om uit te gaan van de mogelijkheden.
5
Gedeputeerde Maij koos het ROC van Twente in Hengelo als voorbeeld van hoe erfgoed functioneel kan worden gemaakt. Vroeger was dit een ijzergieterij van Stork.
Ik krijg er altijd jeuk van als mensen of overheden zeggen ‘dat kan niet’. Dingen kunnen vaak wel, als je het maar wilt. Het is aantoonbaar niet waar dat platgooien en opnieuw bouwen goedkoper is. Als dat een argument is dat gemeenten gebruiken, dan moeten wij als provincie daar een andere boodschap tegenover stellen. Ruimtelijke kwaliteit als onderdeel van de omgevingsvisie is immers de rode draad van het provinciale ruimtelijk beleid! Gelukkig doen jullie binnen Atelier Overijssel onderzoek naar de kosten en baten van ruimtelijke kwaliteit. Want je moet natuurlijk de meerwaarde kwantificeren. Maak de winst zichtbaar! Ook ben ik blij met het provinciale Programma Cultuur en Ruimte.’ Dit programma wil met kunst en cultuur de kwaliteit en betekenis van de leefomgeving in de openbare ruimte van Overijssel vergroten. vouchers voor gemeenten Met de Cultuur-en-Ruimtevouchers, een soort waardebonnen, kunnen gemeenten creatieve kennis en kunde inkopen. Hester Maij: ‘Ik vind dit vooral een goed middel omdat gemeenten worden uitgedaagd om het culturele aspect in hun planvorming mee te nemen en zelf te beslissen welke kennis ze willen inkopen. Overigens kun je als gemeente ook kleine dingen doen. Het betegelen van een fietstunneltje met een kunstwerk van een lokale schilder geeft ook meerwaarde.’ Henk Moes vult aan: ‘In datzelfde programma zijn we bezig met een kunstproject bij kanaal Almelo-De Haandrik. Hoe kijken inwoners tegen de brug aan die vernieuwd moet worden? Hoe zullen ze die brug gebruiken, welk vervoer over het water moet er doorheen kunnen en hoe zat dat vroeger in elkaar? We hebben nu een bewoner opgespoord met een grote collectie historische foto’s van het kanaal en de bruggen. Het zou best kunnen dat deze gebruikt worden in het kunstproject rond de nieuwe brug - zeer waarschijnlijk wordt dit een project van de oude én jonge bewoners zelf en niet traditioneel van één kunstenaar.’ Nog een ander project in het programma is de Silo langs de A1 bij de entree van Deventer, die een nieuwe functie moet krijgen, maar het programma stimuleert niet alleen projecten rond gebouwen. ‘Het kan ook om een houtwal gaan’, aldus Maij, ‘of om een pad dat vroeger deel uitmaakte van de Hanze-handelswegen tot aan St.
6
Petersburg. Zo’n pad moet je natuurlijk nooit weghalen! Het moge duidelijk zijn dat ik er in de komende jaren voor wil zorgen dat er zoveel mogelijk erfgoed behouden blijft en cultuur in de omgeving zichtbaar blijft. De Cultuurhistorische Waardenkaart die we binnenkort gaan ontwikkelen zal bewoners en beleidsmakers nog meer bewust maken van alle schatten die onze provincie herbergt.’ plannen Moes: ‘In de plannen die we op dit moment met Atelier Overijssel maken voor 2012 tot 2016 zeggen we dat we graag willen dat de vouchers in stand blijven. Dan kunnen we de gemeenten heel praktisch advies blijven geven over ruimtelijke ontwikkeling en hen helpen de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren.’ Het nieuwe kunstenplan voor dezelfde periode is daaraan gerelateerd. Hester Maij: ‘In ons cultuurbeleidsplan zal duidelijk worden wat we belangrijk vinden. Cultureel erfgoed gaat er zeker een rol in spelen, in welke vorm dan ook. Dat is helder.’ ◀
utrecht
In 2010 coördineerde de cultuur scout van de Provincie Utrecht een project rond de Week van de Geschiedenis. Samen met partijen uit Rhenen, Wijk bij Duurstede en Vianen ontwikkelde zij onder het motto ‘Laat je meevoeren door Nederrijn en Lek’ activiteiten die pasten bij het landelijke thema Land en Water. De Nederrijn/Lek had de hoofdrol. in de rivier gedoken ‘De rivier is letterlijk het verbindende element tussen de plaatsen. Alle deelnemende partijen zijn in de geschiedenis en verhalen over de rivier gedoken. Amateurkunstenaars uit allerlei hoeken gingen rond dit thema met elkaar samenwerken: fotografen, dichters, toneelgezelschappen. Zo’n landschappelijk onderwerp bleek enorm tot de verbeelding te spreken. Veel mensen hebben aan het project mee gewerkt.’ ‘We gebruikten het landschap als verbindingsstuk tussen erfgoedorganisaties en amateurkunstenaars. Kunstenaars kunnen bij uitstek de geschiedenis op een nieuwe manier verbeelden en bezoekers op een andere manier bij erfgoed betrekken. In die ene week is er heel veel gebeurd, met natuurlijk wel de nodige tijd aan voorbereidingen. Fotografen binnen de driehoek Rhenen-Vianen-Wijk bij Duurstede hebben een tentoonstelling gemaakt rond het thema ‘de veranderende rivier’. Daarin was de ontwikkeling te zien van de industriële functie van de Nederrijn naar de recreatieve. De tentoonstelling zelf was op zo’n oud-industriële plek, de Steenfabriek Bosscherwaarden waar tussen het weelderige groen nog duidelijk de
historie en kunst op de rivier sporen van het verleden te vinden zijn zoals kleiputten in de bodem en de torens van de steenfabrieken. De foto’s zijn nog een paar keer tentoongesteld en gaan misschien nog worden gebruikt als lesmateriaal.’ cruciale veerponten ‘De zeven veerponten op het traject Rhenen – Vianen kregen in de Week een prominente rol. Sommige zijn al vijfhonderd jaar oud! Amateurtoneelgezelschappen brachten in tableaux vivants tijdens het heenen-weer varen het belang van deze ponten tot leven. De rivier en het veer speelden vroeger in alle facetten van het lokale leven een cruciale rol: denk aan de doodzieke man of vrouw die moest wachten tot de dokter van de overkant kwam, de boeren die hun kippen en groenten aan de overkant gingen verkopen. En nog steeds staan er elke ochtend rijen auto’s bij de meerplaats te wachten voor de oversteek. De
acteurs brachten de geschiedenis prachtig tot leven. Ook waren er dichters uit de omgeving die – geïnspireerd op die plekken – gedichten hadden geschreven die ze op de veerpont kwamen declameren.’ Deze succesvolle Nederrijn/ Lek-week – de landelijke pers kwam erop af – heeft ook voor de langere termijn zijn vruchten afgeworpen. Amateurclubs in de regio hebben elkaar gevonden en op lokaal niveau is de relatie versterkt tussen erfgoedorganisaties en amateurkunstenaars. De Maand van de Geschiedenis 2011 komt eraan. Het nu bestaande netwerk van de Week 2010 is weer enthousiast aan het voorbereiden. En ja, wat gebeurt er? Het aantal betrokken organisaties en mensen groeit verder! ◀ → Kijk op actiepagina 34 om het ansichtkaartenboekje van dit project te ontvangen!
7
overijssel Welke kenmerken en kwaliteiten heeft de dorpsrand en hoe zouden inwoners die het liefst inrichten? Inwoners van de drie Overijsselse dorpen Goor, Willemsoord en Zwartsluis gingen als ‘Horizonverbreder’ met de filmcamera op onderzoek en (her)ontdekten hun eigen dorpsrand. Dorp in Zicht was een unieke creatieve ervaring waarin een abstract begrip als ruimtelijke kwaliteit persoonlijk en levend werd gemaakt door de mensen die er direct mee te maken hebben. ‘Dorp in Zicht was een rumoerig project’, vertelt Henriette Tavenier, projectleider namens Kunst & Cultuur Overijssel (KCO). ‘In aanvang werd het project sceptisch bekeken. Maar juist het kunstzinnige medium film werkte enthousiasmerend. Door het oog van de camera opnieuw naar je eigen omgeving kijken en hierbij commentaar leveren werkte letterlijk als een eyeopener. Het resultaat was positief en samenbindend.’ In opdracht van de provincie Overijssel startte KCO in 2009 met de uitvoering van Dorp in Zicht. Het project bestond uit drie fasen: ‘bewustwording en visievorming’, ‘debat’ en tenslotte ‘zichtbaar en hoorbaar maken aan overheden en experts’. fase 1 ► bewustwording en visievorming In deze fase, ook wel ‘registreren en horen’ genoemd, gingen de Horizonverbreders op stap met foto- en filmcamera’s om hun dorpsranden in beeld te brengen en hun mede-
inwoners te inteviewen. Zo vingen zij in beeld en woord de ongepolijste meningen en visies van inwoners en gebruikers, de ervaringsdeskundigen waar het gaat om de relatie tussen dorpsrand en landschap. Terugkerende thema’s in de drie dorpsfilms zijn dorpsuitbreiding, al dan niet historiserend bouwen, macht en onmacht van politiek en projectontwikkelaars, ommetjes het dorp in en uit, betrekken van de randen bij het sociale leven van het dorp, leefbaarheid, trots, verloedering en wensen over de toekomst. fase 2 ► debat De tweede fase van Dorp in Zicht was ‘debatteren’. Doel was om samen met de Horizonverbreders en andere dorpbewoners zowel de kwaliteiten als de knelpunten rond de ruimtelijke kwaliteit van de dorpsranden vast te stellen. In alle drie dorpen vonden debatten plaats tussen inwoners, gebruikers, overheden en specialisten op het
RUMO 8
gebied van ruimtelijke ordening, onder leiding van een professionele inleider. Deze deskundige op het gebied van gebiedsontwikkelingen en ruimtelijke kwaliteit voedde de zaal en reageerde op reacties uit de zaal. Natuurlijk begonnen de debatten met de vertoning van de film, een goed uitgangspunt voor het debat. De rode loper lag uit, de sfeer was feestelijk en de zaal zat in alle dorpen vol. Er waren veel Horizonverbreders en geïnteresseerden aanwezig, ook twee burgemeesters deden mee. In twee dorpen waren diverse ambtenaren Cultuur en Ruimtelijke Ordening aanwezig en in drie dorpen raadsleden van verschillende fracties. Opvallend was dat inwoners uit alle leeftijdscategorieën deelnamen. De jongste en oudste generatie droegen de meeste wensen aan, waarbij de jongsten niet bang waren voor veranderingen, de middengroep vooral de kwaliteiten van de eigen dorpsranden belichtte en de oudste groep met passie sprak over het eigen dorp en veel miste van wat er ooit was. fase 3 ► zichtbaar en hoorbaar maken aan overheden en experts Een expositie en slotmanifestatie sloten het project af. In de expositie waren de drie dorpsfilms te zien en filmverslagen van de debatten, naast de toekomstvisies en kunstprojecten uit ‘Rafels Randen en Routes’, het
OER
project dat voorafging aan Dorp in Zicht. In de slotmanifestatie – een afsluitend debat – lag de focus op het proces van besluitvorming. Uit de dorpsdebatten was naar voren gekomen dat burgerparticipatie bij ruimtelijke ontwikkeling het agendapunt van bestuurders en projectontwikkelaars zou moeten zijn. De films bewezen dat het wel degelijk mogelijk is om inwoners de ruimtelijke kwaliteiten in hun eigen omgeving te laten ontdekken en hen hierop een visie te laten vormen. Ruimtelijke kwaliteit heeft alles
Doelstellingen van Dorp in Zicht 1 Bewustwording van de relatie dorp en landschap bij bewoners en gebruikers van dorpsranden. 2 Visievorming op ruimtelijke kwaliteit door deelname aan het project Dorp in Zicht. 3 Een platform creëren voor ongepolijste meningen over en zienswijzen op ruimtelijke kwaliteit. 4 Zichtbaar en hoorbaar maken van de visie van bewoners en gebruikers aan overheden en experts op gebied van ruimtelijke kwaliteit.
ROND DE DORPSRAND
9
te maken met het proces. Proces en resultaat verbeteren als de juiste vragen worden gesteld aan het begin van iedere ruimtelijke opgave en wanneer inwoners als ervaringsdeskundigen worden ingeschakeld voordat er vastomlijnde plannen zijn. Kunst en cultuur kunnen hierbij een scheppende rol spelen, zoals de film bij Dorp in Zicht. vervolg Het is nog te vroeg om vast te kunnen stellen in hoeverre de zienswijzen van inwoners zullen bijdragen aan toekomstige plannenmakerij en besluitvorming. Maar zowel in de dorpsdebatten als in het slotdebat is daartoe wel de bereidheid uitgesproken. En enkele aanzetten zijn al waarneembaar! In Zwartsluis heeft de film versterkend gewerkt en bijgedragen aan een positieve opstelling ten opzicht van vernieuwingsplannen in het centrum, bij zowel inwoners als overheid. In Willemsoord is het project de aanzet geweest tot een vervolg met de inwoners voor de ontwikkeling van
10
een woonvisie / beeldkwaliteitplan. Kritische deelnemers en leden van Historisch Goor hebben door de openheid van het project een frisse blik kunnen toevoegen aan een aanvankelijk sceptische houding.
AtelierOverijssel AtelierOverijssel is een onafhankelijke werkplaats voor iedereen die wil leren, ervaring wil opdoen, nieuwe inzichten wil krijgen en geadviseerd wil worden over ruimtelijke opgaven. Het Atelier werkt aan actuele cases in Overijssel: inspirerend, katalyserend en verbindend, met als doel om ruimtelijke kwaliteit een vanzelfsprekend onderdeel van het werken aan ruimtelijke opgaven te laten zijn.
hoera Een hoera-verhaal? Deels wel. Dorp in Zicht heeft de sociale cohesie in De partners in AtelierOverijssel: dorp of wijk verhoogd en liet bur• Architectuurcentrum Twente Dienst gers op creatieve, verbeeldende Landelijk Gebied wijze bijdragen aan het scheppen • Kunst & Cultuur Overijssel van ruimtelijke kwaliteiten in de • Landschap Overijssel eigen leefomgeving. Maar wat met • Het Oversticht al die dorpsbewoners die niet parwww.AtelierOverijssel.nl ticipeerden in film of debat? Door de vele publiciteit hebben ze niet kunnen ontkomen aan de Dorp-inZicht dorpsklok die altijd wel ergens luidde. Voor hen en alle inwoners van Overijssel liggen nog talloze startmomenten in het verschiet om te participeren in ruimtelijke ontwikkelingsprocessen. KCO heeft de expertise in huis om projecten op creatieve wijze met de inzet van kunst te ontwikkelen. ◀ → Kijk op actiepagina 34 om in aanmerking te komen voor de dvd-box van dit project!
zeeland
Het Kerkplein in Zierikzee had in 2005 nauwelijks meer een functie. Toren en kerk deden geen dienst meer, de oude weverij stond er te verpauperen en het plein zelf was louter doorgangspad. Woning corporatie Zeeuwland zag het als een uitdaging daar verandering in te brengen en zocht contact met Scoop, Zeeuws Instituut voor soci ale en culturele ontwikkeling. weverij en Dikke Toren Adviseur Willem Huijbreghs vertelt: ‘In 2005 bracht het Zeeland Nazomerfestival op de trappen van de Nieuwe Kerk een prachtige theatervoorstelling: Phaedra. Dat was inspirerend. Zoiets wilde Zeeuwland wel vaker. We zochten naar een manier om de ‘beleefbaarheid’ van het eiland te verhogen, niet alleen voor de bewoners maar ook voor de toeristen. Scoop heeft de wensen en mogelijkheden bij elkaar gebracht.’ En zo ontstaat er een cultuurplein. De oude weverij, eigendom van Zeeuwland wordt verbouwd tot cultuurcentrum met een filmzaal, een minitheater en een cultuurfoyer voor lezingen en exposities. Vrijwilligers gaan De Weverij volledig runnen. De Stichting Renesse, die goede doelen steunt uit de opbrengsten van vastgoedexploitatie en beleggingen, wordt mede-eigenaar en betaalt mee aan de verbouwing. De Dikke Toren, voorheen alleen ‘s zomers open, gaat nu het hele jaar dienst doen als ontvangst- en informatieruimte van de Schouwse VVV. De Rijksgebouwendienst is eigenaar en denkt mee over de aanpassingen. veelbelovende plannen Huijbreghs: ‘Ook de Nieuwe Kerk moet worden gerestaureerd. We zoeken naar een nieuwe bestem-
cultuur jaagt ruimtelijke ontwikkeling aan ming voor deze kerk; cultuur zal daarin een belangrijke rol moeten spelen. Het gebouw kan ook plaats bieden aan presentaties van bedrijfsleven, huwelijken en andere evenementen. Om de mogelijkheden van het cultuurplein te onderzoeken hebben we de stichting CENTREE opgericht. Naast het ontwikkelen van plannen heeft CENTREE met activiteitenbudget uit cultuurfondsen en subsidies een aantal ‘previews’ georganiseerd. Deze voorstellingen en concerten gaven een beeld van wat er kan met het plein en de kerk. Daar gaat die stichting mee door. de lange adem van CENTREE De kruisbestuiving tussen de initiatieven is vooral een zaak van CENTREE. Bedrijfsleven, overheid en fondsen zorgen voor de financiering. Zo doet de Provincie Zeeland mee en Zeelandia, een bedrijf dat wereldwijd bakkerij-ingrediënten verkoopt.
Inkomsten uit kaartverkoop zijn ook belangrijk en natuurlijk het werk van de tientallen vrijwilligers.’ Kortom, cultuur is het vliegwiel voor ruimtelijke veranderingen met economische gevolgen en tevens met rendement op sociaal gebied voor de hele regio. Het is een zaak van lange adem. ‘CENTREE is nu ruim vijf jaar bezig en het vraagt voortdurende inspanning om iedereen enthousiast te maken en te houden. Verandering roept ook weerstand op. Zo heeft de gemeente bijvoorbeeld geen geld meer over voor de activiteiten van de stichting. Maar CENTREE heeft inmiddels een breed draagvlak en redt het ook met de andere partners.’ ◀
11
Kan de luch tekst: Kie Ellens, Adviseur Beeldende Kunst, Keunstwurk
over onze invloed op ruimtelijke kwaliteit Is het verplaatsen van een berg werken aan ruimtelijke kwaliteit? Misschien niet, misschien wel. In 2002, op 11 april, hebben vijfhonderd vrijwilligers een hoge zandduin met de breedte van een halve kilometer een paar centimeter verplaatst. De duin bevond zich in Ventanilla aan de rand van Lima, de hoofdstad van Peru. De verplaatsing was minimaal, de metaforische betekenis daarentegen groot. Hoe verplaats je een duin? Toen de Belgische kunstenaar/architect Francis Alÿs in 2000 Lima bezocht was het een tijd van chaos voor de Peruanen. De laatste maanden van de dictatuur van Fujimori waren aangebroken, de flegmatieke of zelfs passieve bevolking had behoefte aan een heldendaad, een symbool waarmee zij zich kon vereenzelvigen. Velen hadden het geloof verloren het eigen bestaan te kunnen verbeteren. Althans dat was hoe Alÿs het voelde. Twee jaar later kwam hij terug voor zijn project When Faith moves Mountains. Als je maar wilt, kun je bergen verzetten, was zijn boodschap. belevingswaarde Ruimtelijke kwaliteit wordt door verschillende mensen op een verschillende manier ingevuld. “Ruimtelijke kwaliteit, niemand weet wat het is, iedereen wil het hebben” 1. Wat in alle omschrijvingen naast de gebruikswaarde als belangrijke factor terugkomt, is de belevingswaarde van het landschap. Identiteit, zingeving, herkenning en schoonheid zijn hierbij terugkerende criteria. Om díe kwaliteit te realiseren, doet de overheid er goed aan kunstenaars bij haar ruimtelijke beleid te betrekken. Het gebrek aan harde criteria is frustrerend voor de ambtenaar maar inspirerend voor de kunstenaar. En dan niet de kunstenaar in traditionele zin, die zijn kijk op het landschap in zijn werk weergeeft. Maar de kunstenaar die in staat is een icoon te verschaffen. Zoals
12
recentelijk The Angel of the North in Gateshead of de Poepende Man van dezelfde maker (Anthony Gormley) in Lelystad. Anish Kapoor met zijn Millennium Dome in Chicago. Zij geven begrippen als identiteit en herkenning een stedelijke of zelfs landschappelijke schaal. De kunstenaar kan ook op een andere manier worden ingezet. Het ontbreekt de planoloog aan gereedschappen om de zachte kant van het beleven inhoud te geven. De kunstenaar is hiervoor wel geëquipeerd. Door zijn manier van denken, kijken en ervaren over landschappelijke ingrepen te leggen, kan beleving veel nadrukkelijker in de plannen worden meegenomen. bewustmaking Voor de Regiovisie Groningen-Assen maakte de Belgische kunstenaar Christoph Fink een cartografische studie die gebaseerd was op drie reizen en drie tempi. Hij wandelde van het natuurgebied Groote Zand naar het noorden tot de Groningse Noordzeekust, hij vloog van Istanbul naar Brussel en van Parijs naar Seoul. Hij bracht de gechronometreerde ervaringen met elkaar in samenhang. Zijn precieze observaties maakten de plannenmakers en vormgevers op een totaal nieuwe manier bewust van het gebied dat ze aan het vormgeven zijn. Helen Mayer Harrison en Newton Harrison, de nestors van de eco-art beweging werd gevraagd opnieuw naar Europa te kijken in relatie tot klimaatverandering. Hun studie werd onder andere mogelijk gemaakt door de Europese Commissie en het Ministerie van Landbouw Natuur en Voeding en was dus ook in het belang van deze instituties. In hun project Peninsula Europe (2000-2008)
ht blauwer ! gingen ze op zoek naar nieuwe iconen. Ze ontdekten dat een smalle strook land, gedefinieerd door hoogtelijnen erg belangrijk was voor de waterhuishouding. Het mag duidelijk zijn dat hoogtelijnen zich niets van landsgrenzen aantrekken. Met dit beeld (hoe ziet Europa eruit als we alleen het gebied tussen twee bepalende hoogtelijnen in beeld brengen) voorzagen ze de opdrachtgevers van een nieuw icoon waarmee het belang van een verantwoord landschapsbeheer op de politieke agenda kon worden gezet. Ruimtelijke kwaliteit heeft ook een component gebruikswaarde (doelmatig gebruik, doelmatig beheer, functie en samenhang). Door het gebruik van de na veel studie ontstane iconen weten de kunstenaars een mentaliteitsverandering in gang te zetten of in ieder geval de beleidsmakers van een nieuw instrumentarium te voorzien. op kleine schaal Overheden voelen, nu beeldvorming steeds belangrijker wordt, de noodzaak een kwaliteitslag te maken op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. Dat zoiets op kleinere schaal ook kan, bewees de Provincie Fryslân met de inzet van een kunstenaar voor het formuleren van de ontwerpcriteria voor De Centrale As. Deze nieuwe autoweg gaat aangelegd worden door kwetsbaar strokenlandschap. Het heeft geleid tot een andere inpassing in het landschap. Ook voor het verkrijgen van provinciale toestemming voor het realiseren van een nieuw bedrijventerrein in datzelfde kwetsbare gebied, was een ontwerp van bovengemiddeld niveau vereist. Een kunstenaar
werkte mee aan het ontwerp en voorzag het bedrijventerrein van nieuwe functies zodat er daadwerkelijk openbare ruimte ontstond (en niet alleen aan- en afvoerwegen). Het stedenbouwkundig bureau wist bovendien kleinschalige landschappelijke details in het ontwerp op te nemen in plaats van ze voor het terrein te laten wijken. Hiermee bleek de ruimtelijke kwaliteit niet zozeer gehandhaafd als wel vergroot. De (provinciale) overheden zien dus heil in het inzetten van ‘kunst’ als het gaat om de verbetering van ruimtelijke kwaliteit en het bewust maken van de bevolking. Onze instellingen zijn hiervoor de gesprekspartners bij uitstek. We moeten als kenniscentra zelf ideeën ontwikkelen over ruimtelijke kwaliteit. Maar we hebben ook een belangrijke taak in het in contact brengen van beleidsmakers met icoonproducenten zodat ook zij uitschreeuwen ‘kom laten we de lucht blauw schilderen!’
Bronnen:
When Faith moves Mountains (Francis Alÿs, Cuauhtémoc Medina, 2005) Mooi Fryslân, een project ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit in Fryslân. (De Friese Milieu Federatie met Landschapsbeheer Friesland in samenwerking met Keunstwurk, 2011) Bouwstenen van ruimtelijke kwaliteit en hun waardering (Peter van der Molen, DLG) Peninsula Europe (Helen Mayer Harrison en Newton Harrison, 2001) 1 Uit Ruimtelijke kwaliteit en proces, Atelier Overijssel, 2010
13
friesland
Bezuinigen
tekst: Claar Urbanus foto’s: Sandra Luimes
Jannewietske de Vries
Een gesprek tussen de cultuur gedeputeerde van Fryslân en de directeur van Keunstwurk verloopt geanimeerd. Ze zijn het geheel met elkaar eens. Wat wil je ook. Deze provincie investeert in kunst en cultuur en wordt misschien wel Culturele Hoofdstad van Europa.
14
op wegen Directeur Renée Waale koos De Wânswerter Acht van de jonge Friese kunstenaar Sibe Jan Kramer als haar favoriete kunstwerk in het landschap. ‘Het is het eerste van de stekjes, een actueel project van Keunstwurk waarin jonge kunstenaars een kans krijgen.’
Renée Waale ‘Fryslân is uitgeroepen tot de mooiste provincie van Nederland. We hebben drie nationale parken, twee nationale landschappen en UNESCO Werelderfgoed de Waddenzee. De natuur beslaat zowat de hele provincie!’ lacht Jannewietske de Vries. Deze Friese gedeputeerde heeft cultuur en financiën in haar portefeuille, een droomcombinatie voor de cultuurminnaar. Op een zonnige dag zit zij op uitnodiging van Twaalf bij kunstwerk De Tempel, samen met Renée Waale. Zij is directeur van Keunstwurk, de Friese provinciale instelling voor professionele kunst, amateurkunst en cultuureducatie. Friese wortels Jannewietske de Vries vervolgt: ‘Het is belangrijk om de leefkwaliteit te behouden en ik vind het zo interessant dat je dat beter lukt als je de verbinding legt met kunst. Kunst laat de inwoners het landschap op een andere manier beleven en dat geeft verdieping.’ De inwoners van Fryslân zijn verweven met het landschap, waarin water een grote rol speelt. ‘Onze omgeving geeft ons kleur en identiteit en dat identiteitsbewustzijn is in Fryslân hoog. Friezen zijn veel bezig met wat ze wel en niet mooi vinden en willen hun wortels kennen: waar komen we vandaan, hoe is het landschap ontstaan, kunnen we nog oude sporen vinden? Het verleden leeft hier volop en via dat verleden willen we de toekomst in gaan. Kunst kan daarbij een voortrekkersrol spelen. Van hoog tot laag zijn Friezen bij kunst en cultuur betrokken.’ Bekijkt de gedeputeerde het niet een beetje te rooskleurig? Renée Waale: ‘Ondersteunende organisaties moeten er natuurlijk wel energie in stoppen, het gaat niet vanzelf. Maar heb je eenmaal een dorp in beweging, dan loopt het fantastisch. Er zijn ook verschillen. In sommige dorpen Gedeputeerde De Vries koos De Tempel (1993) van Ids Willemsma als haar favoriete kunstwerk in het landschap wegens het rustgevende, typisch Friese uitzicht. De Tempel staat bij Marrum op de Friese waddendijk.
loopt het altijd en aan sommige moet je meer trekken.’ De Vries: ‘Friezen houden niet van centralisme, dat komt nog voort uit de elf steden. Alles wat van onderop, uit de gemeenschap komt heeft een ongelooflijke kracht. En dat wordt dan ook gedragen. Als je de juiste snaar weet te raken, kan er ontzettend veel gebeuren.’ kunst als sociaal vehikel Renée Waale: ‘Er is een ontwikkeling te zien rond kunst in de ruimtelijke omgeving. Tot een jaar of tien geleden lag het accent op het kunstwerk zelf: het was een markering, toevoeging of ‘bewijs’ van een gebeurtenis in het landschap. De kunstenaar kreeg de opdracht om een kunstwerk voor een bepaalde plek te maken en zonder al te veel last en ruggespraak ging hij aan het werk, waarna de omwonenden met het resultaat werden geconfronteerd. In de huidige tijd gaat het weliswaar nog steeds om kunst in het landschap die iets toevoegt, markeert
15
of teweegbrengt, maar nu gaat het ook om het sociale proces eromheen. Omwonenden worden erbij betrokken en leveren een bijdrage in de vorm van verhalen en praten mee over de keuze van de locatie en kunstenaar. Dat voegt een dimensie toe aan de kunst in de openbare ruimte en onderstreept de verbinding tussen kunst en leefbaarheid.’ Een voorbeeld van deze aanpak is het project rond de Jelteslootbrug bij Sneek waarbij Stichting Kunst en Openbare Ruimte (SKOR) en Keunstwurk betrokken waren. Deze brug, van oudsher een berucht kruispunt van allerhande watersporters en wegverkeer, ging verdwijnen door de bouw van een aquaduct. Dat betekende een einde aan de dagelijkse files, maar ook aan het plezierige schouwspel op het water waarvan velen op de wal dagelijks genoten. Men ging zelfs ‘een dagje naar de brug’ om elkaar te ontmoeten. Om het verlies van dit ontmoetingspunt op te vangen, heeft kunstenaar Ben Raaijman samen met de dorpsinwoners bedacht om vlak naast het aquaduct een klein, houten openluchttheatertje neer te zetten. Je kunt er zelfs met de boot aanmeren. Jannewietske de Vries: ‘Ik vind dit een typisch voorbeeld van hoe je met kunst een gemeenschapsdoel kunt bereiken en ik ben dan ook heel benieuwd hoe dit theatertje gaat functioneren.’ Als het goed is, gaat het werken, want openluchtspel is bij Friezen in trek. De Vries: ‘Ieder dorp heeft wel een openluchtspel waar ook de plaatselijke talenten aan meedoen, begeleid door professionals. Ik vind de mensen hier cultuurgevoelig, door alle lagen van de bevolking heen. Ook als Tryater best elitaire stukken in het dorpshuis speelt, is iedereen van de partij.’ goed voor het vestigingsklimaat Maar er zijn nog vele andere voorbeelden. Zoals het project ‘Kunst bij de boer’ dat in de zomer van 2011 draaide. Opleidingscentrum AOC Fryslân vroeg Keunstwurk om een concept te bedenken waarin vijf biologische boerenbedrijven in de gemeente Achtkarspelen met behulp van kunst de biologische voeding konden profileren. Keunstwurk vroeg vijf jonge kunstenaars om hun visie op het biologische bedrijf weer te geven in een kunstwerk dat op de bedrijven te zien is. Een speciale kunstroute verleidt belangstellenden om daar te gaan kijken. Zo gaan kunst en economie hand in hand. En dat is ook nodig, want een aantrekkelijk cultureel leven versterkt het vestigingsklimaat voor bedrijven. De omgeving moet interessant blijven voor jonge mensen, anders raak je hen en daarmee het bedrijfsleven kwijt. De samenwerking tussen Keunstwurk en het Friese watertechnologiebedrijf Bright Spark mag gelden als een schoolvoorbeeld. Renée
16
Waale: ‘Wij hebben jonge vormgevers gevraagd om een vormgeving te maken voor een product van dit bedrijf. Het leidde tot een enorme toename in de afzet, wat niet alleen goed was voor het bedrijf maar indirect ook voor Fryslân. Die innovatieve slag waarin we bedrijfsleven en creatieven bij elkaar brengen kan dus interessante gevolgen hebben.’ vergezicht: culturele hoofdstad En nu wil Fryslân zich ook kandidaat stellen voor Culturele Hoofdstad van Europa. In de Randstad wordt daar een beetje schamper om gelachen. Denkt Fryslân echt een kans te maken? Jannewietske de Vries: ‘Zoals inmiddels wel duidelijk is, zien we Fryslân als culturele eenheid en als één metropool met veel ‘park’. We hebben veel kleine, kwalitatief hoogwaardige elementen en als je die op een slimme manier met elkaar verbindt, kun je veel bereiken. We versterken wat er al is. Ja, in de rest van Nederland vinden ze dat we veel te laat begonnen zijn. Maar wij zeggen: we willen niet te vroeg pieken. We willen het eerst goed doordenken en dan pas naar buiten komen. Zo doen we het hier. Het Culturele-Hoofdstadzijn zoeken we veel meer in de verbinding met het landschap en niet in dure theaters of investeringen in stenen en beton. Het landschap is één groot open podium en dat je daar veel mee kunt, gaan we laten zien. Een belangrijke rol is weggelegd voor het element water. Watertechnologie is een speerpunt in Fryslân en daarmee kunnen we wat betekenen voor de wereld. Ja, het is een mooi concept aan het worden, van onderop gedragen door de Friezen. Anders wordt het hier niets.’ Renée Waale: ‘Het geeft ons een stip aan de horizon waar we gezamenlijk naar toe werken. En het maakt veel energie los. Dat is nu al winst.’ Het provinciebestuur gaat niet bezuinigen op cultuur. Iedereen moet een tandje minder, de culturele instellingen ook, maar het bouwwerk blijft in stand. ‘We hebben zelfs geld om te investeren in de kwaliteit van dit gebied, dus ook in cultuur’, aldus de gedeputeerde. ‘Wij bezuinigen op wegen.’ Zo kan het dus ook. ◀
friesland lokale bankjes als toonaangevende landschapskunst
Stekjes zijn bankjes waarin een kunstenaar, ontwerper of architect de essentie van de locatie vangt. Een stekje nodigt uit tot ontmoetingen tussen mensen onderling en tussen mens en landschap. In Noordoost Fryslân zijn in 2011 twaalf stekjes gerealiseerd. Zij vormen in meerdere opzichten een toonaangevende
12 STEKJES Ruim honderd belangstellenden waren aanwezig bij de officiële onthulling van het eerste stekje in Wânswert. Het hele dorp was uitgelopen. Landeigenaar Ype Elgersma deed de onthulling: met zijn tractor trok hij het groene landbouwzeil af van de Wânswerter Acht van ontwerper Sibe Jan Kramer. Na afloop van de plechtigheden zette een aantal dorpsbewoners zich onbevangen met een biertje op het stenen bankje. Alsof het er al jaren stond. Het kunstwerk voegt zich naar zijn omgeving en omgekeerd. De locatie, een wat vergeten hoekje in het land aan het oude kerkepad
tussen molen en kerk, aangewezen door de lokale bevolking, heeft een vanzelfsprekende nieuwe functie en betekenis gekregen. Het is een plek geworden voor ontmoetingen. vergezichten Kunst die verbindt: dat is de gedachte waaruit de stekjes in Noordoost Fryslân zijn voortgekomen. De provincie Fryslân inventariseerde in 2006 ideeën voor een beter Fryslân in 2030, de zogenaamde Fryske Fiersichten. Een van de ingezonden plannen was om tienduizend speciaal vormgegeven bankjes te maken. Die
zouden paarsgewijs op vijfduizend plekken tegenover elkaar moeten worden geplaatst. Deze stekjes zouden mensen die elkaar nog niet kennen, kunnen uitnodigen tot een kennismaking. Bovendien zouden de bezoekers en bewoners door de keuze voor de locaties de grote landschappelijke variatie en kwaliteit van de provincie kunnen ervaren. Dit vergezicht sprak de provincie aan omdat het gebruik maakt van de ruimtelijke kwaliteit van Fryslân. Daarbij biedt het kansen voor een economische impuls. Met een
17
De foto is gemaakt door Rene Veenhuizen, het stekje zelf door Tejo Remy en Rene Veenhuizen.
collectie in het landschap.
bezinningstoerisme Onder bezinningstoerisme verstaat de provincie Fryslân de fysieke beleving van cultuur, (religieus) erfgoed en landschap waardoor de bezoeker tot zichzelf en tot rust komt. aantal andere ideeën kreeg dit vergezicht een plek in het thema Fryslân stadige streek, een toeristisch concept dat op Frieseigen wijze invulling geeft aan slow tourism. De bankjes completeerden het aanbod voor bezinningstoeristen in het Waddengebied, waarvoor Keunstwurk een aanvraag bij het Waddenfonds deed. pilot Het Waddengebied heeft kwaliteiten die bezinningstoeristen aanspreken, zoals rust, ruimte, erfgoed en authentiek cultuurlandschap. De aanvraag bij het Waddenfonds bundelde projecten – zoals de stekjes - die deze kwaliteiten toegankelijker konden maken en op elkaar laten aansluiten. Toen echter duidelijk werd dat de aanvraag niet gehonoreerd werd, zijn de stekjes als zelfstandig project gerealiseerd. Het oorspronkelijke vergezicht van tienduizend bankjes was inmiddels teruggebracht tot een beperkte [pilot]. Het werden er tien; steeds twee stekjes in vijf gemeenten: Dongeradeel, Dantumadiel, Kollumerland c.a., Smallingerland en Ferwerderadiel.
18
‘Ze zaten met een biertje gemeenschapskunst Projecten die uit de Fryske Fiersichten voortkomen hebben een gemeenschappelijk kenmerk: ze krijgen hun voeding vanuit de inwoners. Keunstwurk en Landschapsbeheer Fryslân, die de pilot samen uitvoeren, vroegen de lokale bevolking om locaties voor de bankjes aan te dragen, aan de hand van een aantal voorwaarden. Omdat ze het toeristische aanbod moeten versterken, werd zo veel mogelijk gezocht naar locaties aan het routenetwerk van historische wandelpaden. Ook stimuleerde Keunstwurk de bewoners om verder te kijken dan de bekende plekjes in dorp en landschap waar al van alles gebeurt. Tot slot moesten het locaties zijn met een geschiedenis of verhaal. De stekjes zijn eigenlijk een nieuwe vorm van community-art. Was gemeenschapskunst vanaf de jaren zeventig vooral bedoeld om ‘het volk te verheffen’, in dit kunstproject voeden de inwoners de kunstenaars met hun kennis van de omgeving, geschiedenis en oude volksverhalen. Het resultaat is dat de stekjes worden gedragen door de bevolking, getuige ook de opkomst bij de onthulling van de Wânswerter Acht, en dat de ontwerpen stuk voor stuk een
duidelijke binding hebben met de locatie. De stekjes vertellen het verhaal van de plek. Zo voegen ze betekenis toe aan het landschap en nemen ze tegelijkertijd op natuurlijke wijze hun plaats in het landschap in. talent en top Het project spreekt niet alleen de bewoners van de Noordoostfriese gemeenten aan, maar ook kunstenaars en ontwerpers. Keunstwurk schreef een prijsvraag uit voor vijf bankjes. De oogst bestond uit honderdveertig ingezonden ontwerpen. Vertegenwoordigers van de gemeenten, landschapsbeheer en vakjuryleden selecteerden de vijf winnaars, daarbij door Keunstwurk ondersteund. Twee andere ontwerpen kwamen van de hand van jonge getalenteerde kunstenaars die hadden meegedaan aan een masterclass met Jeroen Doorenweerd. Voor de overige drie stekjes werden gerenommeerde ontwerpers, architecten en kunstenaars gevraagd. De gemeente Tytjerksteradiel raakte enthousiast door de eerste resultaten van het project en tekende ook nog voor twee stekjes, te maken door ontwerpers uit de (inter)nationale top. In totaal twaalf bankjes dus!