speelvoorzieningen in de openbare ruimte 2012- 2021
Voorwoord Een speelbeleidsplan is één van de leukere plannen om aan de gemeenteraad aan te mogen bieden. Zelfs in een tijd van bezuinigingen. Buiten spelen is leuk en dat kan in de gemeente Noordenveld gelukkig op heel veel plekken veilig gebeuren! Als gemeentebestuur vinden we het belangrijk dat er buiten leuke speelplekken zijn. De inrichting van de speelveldjes in de gemeente was aan actualisatie toe. Daarom hebben we onderzocht welke speelvoorzieningen er in de gemeente zijn en wat verbeterpunten kunnen zijn voor de komende jaren. Openbare voorzieningen zijn er om te gebruiken. Daarom is goed gekeken waar veel kinderen wonen en welke speelvoorziening daarbij hoort. Daarbij gaat het vooral om speelveldjes met speeltoestellen. Maar kinderen spelen eigenlijk nog vaker op andere plekken. Op straat, op de stoep, in het park of in een houtwal. Daarom willen we de komende jaren meer aandacht besteden aan de speelkwaliteit van de informele speelruimte. Soms kan met kleine aanpassingen een grote verbetering in speelwaarde worden gerealiseerd. Om de goede speelvoorziening op de goede plek te krijgen is de inbreng van de inwoners van zeer grote waarde. Daarom wordt in dit beleidsplan veel ruimte geboden aan burgerparticipatie. Hierbij horen goede afspraken over taken en verantwoordelijkheden. Een noodzakelijke randvoorwaarde is dat het nieuwe speelbeleid geen extra geld mag kosten. In dit plan geven we aan hoe we het beschikbare budget willen inzetten. We kunnen niet alles doen, maar wat we doen, willen we goed doen! Otto Huisman Wethouder openbare ruimte Namens het College van Burgemeesters en Wethouders van Noordenveld
3
Leeswijzer In de inleiding leest u wat de aanleiding is voor het opstellen van het speelbeleid, wat de visie is van de gemeente op buiten spelen en wat het doel is van het beleidsplan. De hoofdstukken twee tot en met vijf zijn per thema ingedeeld. Per hoofdstuk gaat het beleidsplan in op de stand van zaken, de randvoorwaarden, een analyse van eventuele verbeterpunten en de daarbij behorende beleidskeuzes. Het laatste hoofdstuk gaat over de uitvoering van het speelbeleid voor de komende tien jaar.
Inhoudsopgave 1 Inleiding
6
1.1 Totstandkoming
7
1.2
8
Visie op buiten spelen
1.3
Doel van dit beleidsplan
11
2
De speelveldjes
12
2.1
Stand van zaken
13
2.2 Verbeterpunten
15
2.3
Nieuw beleid
16
2.4
Natuurlijk spelen
19
2.5 Speeltuinverenigingen
20
2.6 Schoolpleinen
21
3
Informele speelruimte
22
3.1
Stand van zaken
23
3.2
Nieuw beleid
4 Veiligheid 4.1
Stand van zaken
23
26 27
5 Burgerparticipatie
30
5.1
Stand van zaken
31
5.2
Nieuw beleid
31
6 Uitvoering
33
6.1 Planning
34
6.2 Financiën
34
6.3
35
Inkoop en aanbesteding
6.4 Duurzaamheid
36
6.5
36
Samenwerking met andere beleidsterreinen
6.6 Communicatie
38
Bijlagen
39
Colofon
48
Literatuur
48
Links
48
5
1leiding In 6
De gemeente Noordenveld is een landelijke, groene gemeente waar het goed wonen is voor jong en oud. Voor de jeugd zijn er 84 speelveldjes die verspreid zijn over de verschillende dorpskernen. Het beheer vindt plaats volgens de Nota speelvoorzieningen ‘Speel op safe’ uit 1998. Zoals de titel al aangeeft is dit beleid vooral gericht op veiligheid van speelvoorzieningen. Met de tijd vinden er verschuivingen plaats in leeftijdsopbouw in dorpen en wijken en in de wensen van inwoners. Regelmatig krijgt de gemeente verzoeken om een nieuw speelveldje in te richten. Aan de andere kant zijn er ook speelveldjes die weinig meer worden gebruikt. Daarom is er behoefte om het aanbod van speelvoorzieningen opnieuw onder de loep te nemen. Ditmaal met de vraag centraal of het aanbod nog wel aansluit op de vraag. De ambitie van de gemeente is goede speelvoorzieningen te hebben op de juiste plek. Zowel omvang als kwaliteit zijn belangrijk. Het aantal speelveldjes, of de grootte ervan, moet passen bij het aantal kinderen dat er speelt. Bij kwaliteit gaat het om verschillende zaken, zoals aantrekkelijkheid, veiligheid en duurzaamheid. Daarnaast wordt ook veel buiten gespeeld op plekken die niet speciaal daarvoor zijn ingericht. Bijvoorbeeld op straat of in plantsoenen. Ook hier moet in het nieuwe speelbeleid aandacht voor zijn. Dit beleidsplan is in de eerste plaats gericht op het buiten spelen van kinderen. Maar ook voor jongeren en volwassenen is buiten zijn belangrijk. Soms zijn ook voor hen specifieke voorzieningen gewenst. Waar dat relevant is worden deze groepen apart genoemd. Of een speelvoorziening aantrekkelijk is moet natuurlijk beoordeeld worden door de kinderen die de voorziening gebruiken. Daarom is hun inbreng nodig, zeker op het moment dat een nieuwe speelplek wordt ingericht. Een noodzakelijke randvoorwaarde voor het speelbeleid is een budgetneutrale uitvoering. Dit speelbeleidsplan geeft de stand van zaken weer in de gemeente en welke aanpak wordt gekozen voor een evenwichtig en aantrekkelijk aanbod van speelvoorzieningen voor de komende tien jaar.
1.1
Totstandkoming
Bij het opstellen van dit beleidsplan zijn de inventarisatie en het advies van bureau Speelruimte uit 2009 als basis gebruikt om een concept-visie op buiten spelen te formuleren. Deze visie is in juli 2011 besproken met de belangenverenigingen van wijken en dorpen. Dit heeft veel waardevolle informatie opgeleverd die verwerkt is in dit beleidsplan. Een medewerker van de gemeente heeft de foto’s gemaakt van spelende kinderen in de gemeente.
7
1.2 Visie op buiten spelen
Buiten spelen is belangrijk
Buiten spelen is gezond. Zowel voor de fysieke gezondheid als voor de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. Kinderen die buiten spelen ontwikkelen een binding met hun leefomgeving. Later zullen ze zich er daardoor eerder verantwoordelijk voor voelen. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van goed burgerschap en een stabiele samenleving. Spelen, bewegen en verblijven in de buitenruimte vindt de gemeente Noordenveld daarom erg belangrijk.
Speelruimte Spelen kan op speelveldjes die speciaal daarvoor zijn ingericht, de zogenaamde ‘formele speelruimte’. Deze speelveldjes bieden door de speeltoestellen veel fysieke uitdaging om te klimmen,
1 Waar heb je gisteren buiten gespeeld? Straat/stoep/voetpaden 35%, speelplaats 25%,
grasveld 20%, zand/water/bosjes 13%, buitengebied 7% (Spelen met Ruimte 2006).
2 Convenant Samenwerkingsafspraken tussen de gemeente Noordenveld en de (meeste)
verenigingen voor dorps- en wijkbelangen; hierin wordt wederzijds de intentie
uitgesproken dat de vereniging optreedt als vertegenwoordiger van wijk of het dorp en
welke randvoorwaarden hierbij gelden.
8
te draaien en te buitelen. Daarnaast hebben de speelveldjes ook een belangrijke sociale functie. Het is een ontmoetingsplek voor leeftijdsgenoten. Daarom wil de gemeente blijven investeren in de inrichting en het beheer van speelveldjes in wijken en dorpen. Speelvoorzieningen moeten veilig zijn, maar ook aantrekkelijk en uitdagend. Maar er is ook veel te beleven in de buitenruimte die niet in de eerste plaats voor spelen bedoeld is. Kinderen spelen op straat, op de stoep, op grasveldjes of in bosjes. Dit wordt ook wel ‘informele speelruimte’ genoemd. Volgens landelijk onderzoek spelen kinderen drie keer zo vaak op informele speelplekken als op formele speelveldjes met speeltoestellen1. Noordenveld heeft veel groene buitenruimte die als speelplek interessant is. Ook in dorpen of wijken waar te weinig kinderen wonen voor het inrichten van een speelveldje. De gemeente wil daarom structureel aandacht besteden aan de ‘bespeelbaarheid’ van de informele speelruimte.
Inwonersparticipatie De inwoners van de gemeente weten vaak het beste waar behoefte aan is in hun eigen woonomgeving. Daarom vindt de gemeente het belangrijk om hen te betrekken bij de inrichting van de formele speelveldjes. Ook als er ideeën zijn of knelpunten over de inrichting of het beheer van de informele speelruimte hoort de gemeente dat graag. De verenigingen voor dorps- en wijkbelangen dienen hierbij als eerste aanspreekpunt2.
9
Door ruimte te bieden aan de inbreng van betrokken inwoners kan een kwaliteitsniveau worden bereikt dat zonder die inbreng niet mogelijk zou zijn. Afhankelijk van het onderwerp kan de participatie variëren van informeren tot meebeslissen3. De inbreng van inwoners is niet verplicht. Als een wijk- of dorpsvereniging zich niet inzet of kan inzetten voor een bepaalde speelvoorziening zal de gemeente de inwoners via een standaardmethode raadplegen. In het hoofdstuk ‘Burgerparticipatie’ staat wat dat inhoudt en wat de mogelijkheden voor participatie zijn.
3 De participatie in dit beleidsplan komt overeen met de concept-nota Noordenveld 2.0,
participatie en communicatie in de gemeente Noordenveld (dec 2011).
10
1.3 Doel van dit beleidsplan Het doel van dit speelbeleidsplan is tweeledig. In de eerste plaats moet het speelbeleid resulteren in goede en aantrekkelijke speelmogelijkheden op de juiste plek. De speelruimte moet voldoende veilig zijn en mag niet te kostbaar zijn in het onderhoud. Dit plan moet dus antwoord geven op de vraag: welke voorzieningen wil de gemeente bieden? Daarnaast moet het plan een goed werkbare handleiding zijn voor het ontwerp, de realisatie en het beheer van de speelvoorzieningen. Dit plan moet dus ook duidelijk maken hoe het gewenste niveau aan speelvoorzieningen bereikt moet worden.
11
2 De Speel veldjes 12
2.1 Stand van zaken In 2009 is het aanbod van de speelvoorzieningen in Noordenveld geanalyseerd door bureau Speelruimte4. Uit de rapportage komt het volgende beeld naar voren:
Speelveldjes ingericht voor jonge kinderen
De speelveldjes in Noordenveld zijn vooral geschikt voor kinderen tot een jaar of 8. Speeltoestellen die veel voorkomen zijn speelhuisjes, klimrekken, wipwaps en glijbanen. Oudere kinderen houden vooral van toestellen die gericht zijn op samen spelen en toestellen waarmee je elkaars bewegingen beïnvloedt. Voorbeelden van speeltoestellen gericht op samenspelen zijn een draadcircus, draai- en slingertoestellen en schommels voor meerdere personen. De laatste twee jaar zijn daarom vooral dit type toestellen bijgeplaatst.
Formele speelveldjes vooral in grotere kernen
88% van de 84 speelveldjes in Noordenveld liggen in de kernen Roden, Nieuw-Roden, Nietap, Peize en Norg. In deze kernen woont 74% van de jongeren van 0-18 jaar. In kleinere kernen en het buitengebied zijn dus per kind minder speelveldjes aanwezig. Dit is niet onlogisch, omdat de kinderen hier ook verder uit elkaar wonen.
Omvang van de speelveldjes
Het voormalige Ministerie van VROM adviseert gemeenten om in nieuwe wijken 3% van het grondoppervlak in te richten als formele speelruimte5. In bestaande wijken in Noordenveld beslaan de speelveldjes gemiddeld 1,3 % van het grondoppervlak. Dit percentage kent overigens een grote variatie. In de wijk ‘kern Roden’ is het percentage met 0,6 % het laagst. In Nieuw-Roden is het met 3,2 % het hoogst.
Zand als valondergrond
De afgelopen jaren is vaak zand toegepast als valondergrond bij speeltoestellen. Helaas worden deze plekken door katten ook veel gebruikt als kattenbak. De gemeente krijgt hier veel klachten over.
4 Speelplekken in Noordenveld, bureau Speelruimte, juni 2009. 5 Ministerie van VROM NIB 2005/217590 Brief aan Nederlandse gemeenten.
Formele speelruimte is dat deel van het openbare gebied dat speciaal voor spelen is
ingericht. Het VROM advies maakt geen onderscheid naar stedelijkheidsgraad.
13
Jongeren Afhankelijk van de vraag in de wijk en de beschikbare ruimte zijn op diverse speelveldjes in de gemeente voorzieningen aanwezig die ook interessant zijn voor jongeren in de leeftijd van 12-18 jaar, zoals voetbaldoelen, basketbalnetten of pingpongtafels. In Roden en Veenhuizen zijn een skatebaan en een basketbalveld specifiek voor deze doelgroep ingericht.
Veel van hetzelfde
Uit overleg met wijkverenigingen komt naar voren dat de inrichting van speelveldjes in Roden als vrij eenvormig ervaren wordt. Vooral voor wat oudere kinderen die op de fiets verschillende speelveldjes verkennen zou het leuk zijn als er meer diversiteit in speeltoestellen is. In sommige wijken is belangstelling voor een meer natuurlijke inrichting van speelplekken.
14
2.2 Verbeterpunten
Aanbod afstemmen op de vraag
De speelvoorzieningen in de gemeente staan niet altijd op de plekken waar de meeste kinderen wonen. Dat kan dus beter. Daarnaast is de inrichting niet altijd geschikt voor de leeftijd van de kinderen die er omheen wonen. Vooral voor de groep 8-12 jaar moeten er toestellen worden bijgeplaatst.
Voldoende oppervlak Het oppervlak van de formele speelvoorzieningen in de gemeente is met gemiddeld 1,3 % veel lager dan de 3% die het voormalige Ministerie van VROM adviseert voor nieuwbouwwijken. Toch ziet de gemeente dit niet als een verbeterpunt. De reden hiervan is dat Noordenveld als groene plattelandsgemeente relatief veel informele speelruimte heeft van goede kwaliteit. Deze speelruimte wordt door kinderen minstens zoveel benut en gewaardeerd als de voorzieningen in de speelveldjes. De aanwezige formele en informele speelruimte samen bieden een goed en gevarieerd aanbod om buiten te spelen.
15
In uitbreidingsplannen wordt als richtlijn gehanteerd om 40% van het grondoppervlak in te richten als openbare ruimte, waarbij 25 % als groen en water is ingericht.
Schone valondergrond Om de klachten over kattenpoep te verhelpen kan bij de vervanging van speeltoestellen een andere valondergrond worden gekozen dan zand.
Diversiteit In overleg met de inwoners kan meer aandacht worden besteed aan de variatie in de inrichting van verschillende speelveldjes in hetzelfde dorp.
2.3 Nieuw beleid Beoordelingsrichtlijn Om op een objectieve manier te kunnen beoordelen of in een bepaald gebied een speelveldje nodig is of niet is door bureau Speelruimte een richtlijn ontwikkeld. Deze gaat uit van het aantal kinderen in een wijk of dorp6. Van gebieden met aaneengesloten woonbebouwing is een indeling gemaakt in woonblokken van ca. 200x200 meter7. Als hier meer dan 50 kinderen wonen van 0-12 jaar moet er een speelveldje in het blok aanwezig zijn. Als die er niet is moet een plek worden gezocht voor een nieuw speelveldje. Als er minder dan 50 kinderen wonen hoeft er in het blok zelf geen speelveldje te zijn. Maar dan moeten kinderen die hier wonen wèl terecht kunnen in een omliggend blok. Dus in de grotere dorpen moet op een afstand van 400 meter altijd een speelveldje aanwezig zijn. Voor bestaande speelveldjes geldt dat ze alleen worden opgeheven als er minder dan 25 kinderen wonen die bovendien in een naastgelegen blok terecht kunnen. Als er meer kinderen wonen, of als er geen andere speelveldje in de buurt is, mag het bestaande speelveldje voorlopig blijven bestaan.
6 Voor de richtlijn is gerefereerd aan het gemiddeld aantal jeugdigen ( 0-18 jr) per
speelvoorziening in vergelijkbare gemeenten (CBS stedelijkheidsgraad weinig
stedelijke gemeente). Het landelijke gemiddelde is 66 jeugdigen, in Noordenveld zijn
dat er 72 per speelvoorziening. Omgerekend naar de leeftijdscategorie 0-12 zijn dat er
resp. 44 (landelijk) en 49 (Noordenveld).
7 In een blok van 200x200 meter zijn in wijken in Noordenveld meestal tussen de 50 tot
200 woningen aanwezig.
16
De richtlijn is ook van toepassing op nieuwbouwlocaties of herstructurering van wijken. De planontwikkelaar wordt gevraagd om zorg te dragen voor voldoende speelvoorzieningen uitgaande van het verwachte aantal kinderen dat in en om de nieuwe wijk zal wonen. De beoordelingsrichtlijn is ontwikkeld om een objectieve beoordeling te kunnen maken die als richtlijn kan dienen voor een besluit. De richtlijn is als stroomschema opgenomen als Bijlage A.
Opheffen, herinrichten of aanleggen
35 van de 84 speelveldjes in Noordenveld voldoen niet aan de nieuwe beoordelingsrichtlijn.
17
11 speelveldjes liggen in wijken waar te weinig kinderen wonen om ze in stand te houden. Deze speelveldjes worden de komende jaren opgeheven. 24 speelveldjes zijn te klein voor het aantal kinderen dat er gebruikt van maakt. Deze speelveldjes worden uitgebreid met extra speeltoestellen. Tot slot worden 3 nieuwe speelveldjes aangelegd in uitbreidingswijken. Eén nieuw speelveldje wordt aangelegd ter vervanging van een speelveldje bij een afgebroken school. In bijlage B ziet u om welke speelveldjes het gaat. Als een locatie in de tabel ontbreekt, betekent dat dat er de komende jaren weinig of niets aan het speelveldje verandert. De beoordelingsrichtlijn is bedoeld als richtlijn, en niet als voorschrift. Als er een goede reden is om ervan af te wijken wordt gezocht naar een alternatief. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat een speelveldje volgens de richtlijn een blok op zou moeten schuiven, terwijl de inwoners dat niet nodig vinden. In zo’n geval blijft het speelveld waar het is. Het spreekt voor zich dat bij een kleiner speelveld op blokniveau meer ruimte voor flexibiliteit bestaat dan bij een groter speelveld met een wijkfunctie.
Inrichting aanpassen aan de doelgroep
Als in een blok veel jonge kinderen wonen worden speeltoestellen voor de groep 0-6 jaar geplaatst. Als de leeftijd in het blok varieert, of als het speelveldje een functie heeft op wijkniveau, worden ook speeltoestellen voor kinderen tot 12 jaar geplaatst. Dit zijn vooral toestellen die gericht zijn op samen spelen en waarmee je elkaars bewegingen beïnvloedt. Voorbeelden van speeltoestellen gericht op samenspelen zijn een draadcircus, draai- en slingertoestellen en schommels voor meerdere personen.
Geen zand Zand als valondergrond of in een zandbak wordt uit het oogpunt van hygiëne niet meer gebruikt in speelveldjes die in beheer zijn bij de gemeente. De enige uitzondering hierop is de eventuele inrichting van natuurspeelplekken (zie hst 2.4). Zand is hier een essentieel onderdeel van. Omdat het op natuurspeelplekken in combinatie met water en in grotere oppervlakken wordt toegepast levert het minder snel problemen met hygiëne op.
Speelveldjes voor jeugd van 12-18 jaar
Een speelveld specifiek voor de doelgroep 12-18 jaar is een voorziening die in de gemeente Noordenveld alleen passend is op centrum-niveau. Het beleid in dit plan richt zich op voorzieningen op wijk- en buurtniveau. Specifieke voorzieningen voor de jeugd van 12-18 jaar kunnen in grotere kernen een goede aanvulling zijn op het huidige aanbod, maar realisatie ervan valt op dit moment buiten de reikwijdte van het gemeentelijke speelbeleid. Mocht er een initiatief worden ingediend door externe partijen, bijvoorbeeld als onderdeel van een centrumvernieuwingsplan, dan staat de
18
gemeente daar in principe positief tegenover. Met als voorwaarde dat de middelen buiten het budget voor het speelbeleidsplan worden gevonden.
2.4 Natuurlijk spelen Steeds vaker kiezen gemeenten of inwoners in plaats van een speelveldje dat is ingericht met speeltoestellen ‘uit de fabriek’ voor een speelplek die met natuurlijke materialen is vormgegeven. Vaste ingrediënten van zo’n ‘natuurspeelplek’ zijn water- en zandpartijen, met een natuurlijke begroeiing die geschikt is om in te spelen. Vaak worden boomstammen, stenen of rioolbuizen gebruikt om de speelwaarde te vergroten. Door het gebruik van eenvoudige materialen kan ook goed gebruik gemaakt worden van ontwerpen die door kinderen zelf gemaakt zijn. Een natuurspeelplek heeft een wat ‘wildere’ uitstraling dan een traditioneel speelveldje. De inrichting als natuurspeelplek moet dan ook passen in de wijk en de omgeving.
19
De meerwaarde van een natuurspeelplek is vooral dat er veel ruimte is voor de eigen creativiteit en inventiviteit van kinderen. Door de natuurlijke inrichting met water, zand en planten en dieren is de invloed van volwassenen minder duidelijk aanwezig. Kinderen zullen de plek als meer ‘eigen’ ervaren. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van binding met de plek, het voelen van verantwoordelijkheid en duurzaam gedrag. De aanleg van een natuurspeelplek past daarom in het streven naar een duurzame gemeente. Bovendien draagt het bij aan een grotere variatie in speelvoorzieningen in de gemeente. De gemeente staat er daarom positief tegenover. Mocht in een dorp of wijk behoefte zijn aan een natuurspeelplek, dan wil de gemeente graag onderzoeken of hiervoor mogelijkheden bestaan. Een natuurspeelplek is overigens niet per definitie goedkoper dan een gewoon speelveldje. Aan veiligheid en onderhoud worden vergelijkbare eisen gesteld. Natuurlijk spelen kan ook in groenvoorzieningen en bij waterpartijen die niet speciaal voor spelen zijn aangelegd. Hier willen we in ons beleid ook extra aandacht aan besteden. Dit onderwerp komt aan bod in hoofdstuk 3.2 over informele speelruimte.
2.5 Speeltuinverenigingen Noordenveld heeft drie speeltuinverenigingen, in Nietap, Een en Lieveren. Daarnaast exploiteert de Vereniging voor Volksvermaken Roden een kinderboerderij. De speeltuinen trekken kinderen aan uit een wijde omgeving en vullen daarmee de gemeentelijke speelvoorzieningen op een goede manier aan. De gemeente vindt het daarom belangrijk dit particulier initiatief te steunen.
20
Herinrichtingsplannen van speeltuinverenigingen zijn voor de financiering vaak afhankelijk van subsidies. De meeste subsidiegevers stellen als eis dat de gemeente ook een bijdrage levert. Om hieraan tegemoet te komen reserveert Noordenveld jaarlijks € 3500. Een speeltuinvereniging kan maximaal eens in de twee jaar aanspraak maken op (een deel van) dit budget.
2.6 Schoolpleinen
Schoolpleinen na schooltijd toegankelijk
Schoolpleinen hebben ook na schooltijd een grote aantrekkingskracht op kinderen. Omdat deze voorzieningen er al zijn vindt de gemeente het belangrijk dat ze ook na schooltijd toegankelijk zijn. Dit geldt met name in de kleinere kernen waar weinig andere speelveldjes aanwezig zijn. De speelveldjes op schoolpleinen zijn eigendom van en in beheer bij de scholen zelf, en daar ligt ook de bevoegdheid om ze buiten schooltijd al dan niet open te stellen. De gemeente neemt het initiatief om de gewenste openstelling tijdens overleg met de schoolbesturen aan de orde stellen.
21
3 Infor mele speel ruimte 22
Driekwart van de keren dat kinderen buiten spelen, spelen ze niet op speeltoestellen maar gewoon op straat, op de stoep, op grasveldjes of in bosjes. Dus op plekken in de openbare ruimte die aantrekkelijk zijn om te spelen, maar die ook een andere functie hebben. Deze plekken worden aangeduid met de verzamelnaam ‘informele speelruimte’. Noordenveld heeft veel groene buitenruimte die als speelplek interessant is. Ook in dorpen of wijken waar te weinig kinderen wonen voor het inrichten van een speelveldje. Wie erop let, ziet dat ook in Noordenveld veel in de informele speelruimte gespeeld wordt.
3.1 Stand van zaken Uit de analyse van bureau Speelruimte komt naar voren dat de kwaliteit van de informele speelplekken in Noordenveld over het algemeen goed is en dat deze plekken in en rond de dorpen ruim voorhanden zijn. Het gaat hierbij om rustige en veilige stoepen, straten en pleinen en groenvoorzieningen als grasveldjes, greppels, houtwallen en bosjes.
3.2 Nieuw beleid
Investeren in de informele speelruimte
In de gemeente Noordenveld is veel openbare ruimte die aantrekkelijk en veilig genoeg is voor kinderen om er te spelen. Soms kan de speelwaarde van deze ruimte met eenvoudige maatregelen sterk worden verbeterd. Hier willen we de komende jaren op alle betrokken beleidsterreinen gericht aandacht aan besteden. Bij informele speelruimte is de inrichting van de volgende gebieden belangrijk:
in de vorm van stoepen, woonerven, parkeerplaatsen, straten en pleinen; • Verhardingen als grasveldjes, bosjes en houtwallen in of langs woonwijken; • Groenvoorzieningen • Waterpartijen als sloten, wadi’s en vijvers. Bij aanleg of herinrichting van openbare ruimte neemt de gemeente de geschiktheid voor spelen als belangrijk aandachtspunt mee in het ontwerp. Het aanpassen van plekken in bestaande wijken is maatwerk. De gemeente vraagt de inwoners daarom om met ideeën te komen. De wijkschouw is een goed moment om dit onderwerp te bespreken. De gemeente neemt het initiatief om dit aspect in overleg met inwoners aan de orde te stellen.
23
Spannende bosjes Bij de aanleg van groenvoorzieningen in woonwijken willen we, waar dat gewenst is, bij het ontwerp en de keuze van beplanting meer aandacht besteden aan de speelwaarde. De tabel hiernaast reikt ideeën aan hoe dit uitgewerkt kan worden.
24
Aanleg en beheer van groenvoorzieningen als informele speelruimte (bron ’Vrij Spel voor natuur en kinderen’, W.Leufgen en M.van Lier, 2007)
Boomlaag
Afwisseling van dichte en open stukken, langzame en snelle groeiers, klimbomen,
‘Lianen’ van klimop, hop of heggerank.
Geen zeer giftige soorten aanplanten als taxus en gouden regen.
Struiklaag
Vlier, meidoorn, krent, hazelaar, lijsterbes, vlinderstruik, rode en zwarte bes, fram
boos en braam.
Giftige soorten als hulst en kardinaalsmuts vermijden.
Kruidlaag
Varens, ooievaarsbek, springzaad, sneeuwklokjes. Giftige soorten als
reuzenberenklauw en lelietje van dalen vermijden.
Reliëf en water
dijkjes, kuilen, poelen en greppels.
Beheer
Door snoeien of aanbinden kunnen structuren worden aangebracht als vensters,
deuren of tunnels. Omgevallen bomen en snoeihout kunnen blijven liggen als
bouwmateriaal of klauterobject.
Als er begrazing gewenst is zijn Soayschapen een goede keus als kindvriendelijke grazers. Plekken voor
Dood hout en snoeihout zijn ook waardevol als groeiplaats voor paddenstoelen en
planten en dieren als schuilplek voor vogels, egels en muizen. Vogel- of vleermuizenkasten plaatsen.
Openbare ruimte mede bedoeld voor spelen
Het uitgangspunt dat de openbare ruimte multifunctioneel is en dus ook bedoeld is om te spelen is een standpunt dat tot nu toe niet altijd even duidelijk naar voren gebracht is. Daarom is het belangrijk om inwoners en medewerkers van de gemeente hierover goed te informeren. In hoofdstuk 6.6 leest u hoe we dat willen doen. De aandacht voor de bespeelbaarheid van de informele speelruimte betekent niet dat er geen aandacht meer is voor de andere functies die de openbare ruimte vervult. Als vuistregel geldt: spelen mag, maar overlast of vernielingen niet!
25
4 Vei ligheid 26
Veiligheid is belangrijk als het om buiten spelen gaat. Risico’s kunnen echter nooit volledig worden weggenomen. Dat is ook niet wenselijk. Een speelomgeving waar geen enkel risico gelopen wordt zal al gauw ervaren worden als saai. Het is voor de ontwikkeling van kinderen belangrijk om met risico’s om te leren gaan. Voor de gemeente Noordenveld zijn risico’s in de openbare speelruimte aanvaardbaar als het risico voor het kind herkenbaar en niet verborgen is. Daarnaast moet het mogelijke letsel in verhouding staan tot de speel- en leerwaarde van het risico.
4.1 Stand van zaken Speelveldjes De gemeente ziet erop toe dat de speeltoestellen op de speelveldjes die in eigen beheer zijn aan strenge wettelijke normen voldoen. De speeltoestellen op de speelveldjes die in beheer zijn bij de gemeente worden driemaal per jaar gekeurd op wettelijke eisen. Als er gebreken worden geconstateerd wordt direct actie ondernomen om ze te verhelpen. Er zijn ook vrij toegankelijke speeltoestellen die beheerd worden door een speeltuinvereniging of een school. In die gevallen is de beheerder verantwoordelijk voor de veiligheid van de speeltoestellen. Dit is geregeld in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). Dit besluit regelt ook dat speeltoestellen een certificaat van goedkeuring moeten hebben van een door de overheid erkende keuringsinstantie. Een speelvoorziening valt onder de WAS als er sprake is van een constructie of bewerkt materiaal in brede zin dat:
uitnodigt tot spelen; • expliciet grootte en gewicht lastig te verplaatsen is door een kind; • door permanent bespeelbaar is; • alleen gebruik van fysieke kracht of zwaartekracht (niet-gemotoriseerd); • zich bevindt opmaakt een terrein voor publiek gebruik. •De informele speelruimte valt niet onder de keuringseisen voor speeltoestellen zolang er geen materialen of constructies worden aangebracht die expliciet bedoeld zijn voor spelen. Als het toestel in gebruik genomen is wordt regelmatig gecontroleerd of het toestel geen gebreken vertoont die de veiligheid beïnvloeden. De leverancier geeft aan hoe vaak dit moet gebeuren. Tot nu toe worden aan de controleur geen specifieke eisen gesteld. Er is echter wetgeving in voorbereiding waardoor dat verandert. Controles mogen dan alleen worden uitgevoerd door een gecertificeerde controleur. De medewerkers van de gemeente Noordenveld die de periodieke keuring uitvoeren zijn al in het bezit van dit certificaat.
27
Informele speelruimte Voor de informele speelruimte gelden geen wettelijke eisen voor spelen. De gemeente zal bij de inrichting van de openbare ruimte onaanvaardbare risico’s minimaliseren. Bijvoorbeeld in woongebieden met jonge kinderen geen steile oevers aanleggen grenzend aan diep water of giftige planten aanplanten in openbaar groen. Voor het overige moet door de kinderen en hun verzorgers zelf worden ingeschat welk gebruik wel en niet verantwoord is. Voorbeelden zijn het klimmen in een boom of het lopen over een gladde boomstam.
Verkeer Aan de verkeersveiligheid in woonwijken en rond scholen is de laatste jaren veel aandacht besteed. De verkeersveiligheid in woonbuurten is sterk verbeterd door de uitvoering van het 30km-beleid en het beleid voor een veilige schoolomgeving uit het GVVP8. Het 30km-beleid is voor een groot deel uitgevoerd. In 2011 en 2012 wordt de uitvoering afgerond met de aanpak van de wijken Roderveld en de Hofsteden-Noord in Roden en de dorpen Westervelde, Steenbergen en Peest.
28
Bij de inrichting van 30km-zones wordt uit kostenoverweging gestart met een sobere inrichting. De bebording wordt aangebracht en vaak worden er een aantal snelheidsremmende maatregelen genomen, bijvoorbeeld inritconstructies. Op het moment dat er in de wijk werkzaamheden aan de weg plaatsvinden wordt gekeken of er aanvullende snelheidsremmende maatregelen nodig zijn. Bij de realisatie van een veilige schoolomgeving zijn ook belangrijke stappen gezet. Tweederde van de basisscholen in de gemeente doet mee aan het Drents Verkeers Veiligheids Label9 en met de overige scholen wordt overlegd of ze zich er de komende jaren bij aan willen sluiten. De veiligheid is voldoende gewaarborgd door de uitvoering van het bestaande speel- en verkeersbeleid. Er zijn geen verbeterpunten, en dus is aanpassing van het beleid niet nodig.
8 Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan 2007-201110 Convenant Samenwerkings
afspraken tussen de gemeente Noordenveld en de (meeste)
9 Het Drents Verkeers Veiligheids Label is een certificaat dat uitgereikt wordt aan scholen
die zich aantoonbaar inzetten voor verkeersveiligheid rond de school via verkeers-
educatie, ouderparticipatie en een veilige inrichting van de schoolomgeving.
29
5 Bur gerpar tici patie 30
De gemeente wil zo veel mogelijk ruimte geven voor de inbreng van de inwoners bij de inrichting van speelveldjes of het verbeteren van de speelkwaliteit van de informele speelruimte. Met name de inbreng van de kinderen zelf is belangrijk. De belangenverenigingen in wijken en dorpen dienen als eerste aanspreekpunt. De gemeente Noordenveld streeft naar participatie tot de hoogste vorm van de participatieladder. Dit betekent dat de participatie gericht is op informeren, raadplegen, advies inwinnen, samenwerken en meebeslissen. De gemeente blijft eindverantwoordelijk en is regievoerder. In paragraaf 5.2 is uitgewerkt hoe dit wordt vormgegeven.
5.1 Stand van zaken De laatste jaren wordt bij het plaatsten van nieuwe speeltoestellen steeds meer overlegd en samengewerkt tussen gemeente en wijk- en dorpsbelangenverenigingen. De inzet en de inbreng van de bewoners verschillen sterk per dorp of wijk. De samenwerking vraagt dus om maatwerk. Tot nu toe wordt hier in goed overleg invulling aan gegeven. Over het algemeen gaat dat goed. Maar soms is het niet helemaal duidelijk wat gemeente en inwoners van elkaar mogen verwachten. Aanvullende afspraken over de rol en inbreng van gemeente en omwonenden in participatieprocessen zijn daarom welkom.
5.2 Nieuw beleid In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe we de diverse participatieniveaus in de uitvoering van het speelbeleid willen invullen, met de taken en verantwoordelijkheden die daarbij horen. Buurtbewoners en belangenverenigingen kunnen dan in overleg met de gemeente bepalen welke vorm het beste bij hen past. De bedoeling hiervan is om wederzijds meer duidelijkheid te bieden. Er zijn altijd variaties op de beschreven niveaus mogelijk. Bij de inrichting van speelveldjes maken we onderscheid in de volgende twee situaties: A. Eén toestel is afgekeurd en wordt daarom vervangen door een ander speeltoestel. In dit geval
beperkt het participatieniveau zich tot informeren en raadplegen.
B. Vervanging van meer dan één toestel of (her)inrichting. Bij deze variant richt de participatie
zich op raadplegen, adviseren, samenwerken en meebeslissen.
31
Als er alleen een enkel toestel vervangen moet worden zal de gemeente de buurt of het dorp niet actief raadplegen. De gemeente maakt een keuze voor een nieuw toestel op basis van beschikbare gegevens, zoals leeftijdsopbouw van de kinderen in de wijk of het dorp en eventuele wensen die bij de dorps- of wijkvereniging bekend zijn. Wanneer het gaat om een nieuwe speelgelegenheid in een nieuwbouwwijk wordt beoordeeld waar de kinderen wonen die van het nieuwe speelveld gebruik zullen maken. Dit kunnen, naast de kinderen in de nieuwe wijk, ook kinderen zijn van omliggende wijken of straten. Als dat zo is worden ook de inwoners van het omliggende gebied bij de participatie betrokken. Inwoners mogen ook meewerken aan de realisatie van een speelgelegenheid. Werkzaamheden die invloed hebben op de veiligheid mogen alleen worden uitgevoerd door een daarvoor bevoegd persoon. Bij de start van de participatie loopt het contact met de inwoners via de wijk- of dorpsvereniging. Bij enkelvoudige vervanging wordt de vereniging gevraagd of er wensen zijn. Daarnaast kijkt de gemeente naar de leeftijdsopbouw in de wijk. Hier wordt bij de keuze van het nieuwe toestel rekening mee gehouden. Bij een grootschaliger herinrichting wordt in overleg met de belangenvereniging bepaald hoe de inwoners bij de inrichting van de nieuwe speelvoorziening worden betrokken. Hierbij zijn verschillende participatieniveaus mogelijk. Als er speciale wensen zijn, die afwijken van wat standaard kan worden aangeboden, is extra inzet van de inwoners nodig. Bijvoorbeeld bij een uitgebreidere raadpleging, de beslissing over het ontwerp, of samenwerking in ontwerp, realisatie of onderhoud. Hoe de participatie er uit gaat zien en welke verdeling van taken daarbij hoort wordt bij de start afgesproken. In de ‘checklist inwonersparticipatie’ in bijlage C worden de participatieniveaus en daaraan gekoppelde taken en verantwoordelijkheden puntsgewijs uitgewerkt. Als de belangenvereniging aangeeft dat ze geen mogelijkheden ziet om zelf taken uit te voeren raadpleegt de gemeente de inwoners via een schriftelijke enquête. Deze enquête is als bijlage D opgenomen.
32
6voering Uit 33
6.1 Planning Met de beschikbare uren en middelen is voor de beoogde actualisatie van de formele speelvoorzieningen een periode van circa vijf jaar nodig. In bijlage B is een overzicht opgenomen van de planning om speelveldjes aan te leggen, opnieuw in te richten of op te heffen.
6.2 Financiën Het onderhoud van de speelvoorzieningen maakt onderdeel uit van het Beheer van de Openbare Ruimte ( BOR). Dit betekent dat alle vervangingsinvesteringen voor het onderhoud ten laste gaan van het BOR budget op basis van het afgesproken beheerscenario. Het huidige park aan speelvoorzieningen heeft een vervangingswaarde van ongeveer € 580.000. Omgerekend per jaar komt dit neer op een jaarlijks vervangingsbudget van € 50.000 exclusief de uren die door de eigen dienst gemaakt worden voor vervanging en onderhoud. Om uitvoering te geven aan dit speelbeleidsplan wordt dit budget tevens gebruikt om alle wijzigingen te faciliteren. Het uitgangspunt is dat hier eerst het onderhoud en de vervanging van speeltoestellen van betaald worden, nodig om de veiligheid te waarborgen. Het resterende bedrag wordt gebruikt voor herinrichting en aanleg van speelveldjes in bestaande woonwijken. Voor bestaande wijken geldt dat extra investeringen op de ene plek alleen mogelijk zijn als die gecompenseerd worden door besparingen elders. In nieuwe wijken wordt de aanleg van een speelvoorziening gefinancierd uit het projectbudget. Als richtbedrag kan € 12.500 voor een blokspeelveldje en € 25.000 voor een wijkspeelveldje worden aangehouden. In Noordenveld worden in de periode tot 2015 drie speelveldjes in nieuwe wijken aangelegd. Dit zijn de uitbreidingen de Carré in de Vijfde Verloting/NieuwRoden, Roderveld IV in Roden en De Lange Streeken II in Peize. Het beheer en onderhoud van deze nieuwe speelveldjes komt voor rekening van het structurele budget voor speelvoorzieningen. In de komende vijf jaar neemt door opheffing van speelveldjes het totale aantal speelveldjes in de gemeente af van 84 in 2011 naar 75 in 2015. Omdat er ook speelveldjes worden uitgebreid en aangelegd blijft het totale aantal speeltoestellen ongeveer gelijk. Dit betekent dat de kosten voor de periodieke controles en onderhoud en vervanging op hetzelfde niveau kunnen blijven.
34
6.3 Inkoop en aanbesteding Bij de aanschaf van nieuwe speeltoestellen wordt het beleid voor duurzaam inkopen en aanbesteden van de gemeente gevolgd. Dit beleid staat in de nota ‘Aanbestedingsbeleid gemeente Noordenveld 2011’. Hierbij wordt uitgegaan van een optimale afweging van milieu en duurzaamheid, sociaal-maatschappelijke factoren en kosten voor aanschaf en onderhoud.
35
6.4 Duurzaamheid Bij speeltoestellen wordt gelet op levensduur. Deze is sterk afhankelijk van het materiaalgebruik. Een gangbare levensduur is tien jaar voor houten speeltoestellen, vijftien jaar voor speeltoestellen van kunststof, en 20 jaar voor toestellen van metaal. Daarnaast wordt gelet op milieuaspecten als productiewijze (hout) en recyclebaarheid (metaal, kunststoffen). De gemeente kiest bij voorkeur voor speeltoestellen van kunststof en staal, omdat deze materialen langer meegaan en weinig onderhoud vergen. Hout is minder onderhoudsvriendelijk en moet eerder vervangen worden. Hier wordt alleen voor gekozen als er een bijzondere aanleiding voor is. Bijvoorbeeld bij de aanleg van een natuurspeelplek. De gemeente streeft naar hergebruik van speeltoestellen. Goede speeltoestellen die op de ene plek overbodig zijn worden verplaatst naar een ander speelveldje in de gemeente.
Millennium speelveldjes op nieuwbouwlocaties
Bij de inrichting van speelveldjes op nieuwbouwlocaties is het gewenst om een speelveldje in te richten voordat de nieuwe wijk volledig bewoond is. Het raadplegen van inwoners is dan niet altijd mogelijk. In zo’n geval wordt door de gemeente een keuze gemaakt voor een speelvoorziening waarvan de aankoop de realisatie van millenniumdoelen van de VN ondersteunt. Een voorbeeld hiervan zijn de inrichtingspakketten die ontwikkeld zijn in samenwerking met het Wereld Natuur Fonds en Unicef. Dit zijn kant-en-klare speelveldjes ontwikkeld voor de doelgroep 0-6 of 6-12 jaar. Deze speelveldjes zijn aantrekkelijk vormgegeven en voldoen aan alle duurzaamheidscriteria. Met de aankoop van de speelvoorziening worden wereldwijd ontwikkelingsprojecten gesteund voor kinderen en natuur. Als er wel een raadpleging van inwoners mogelijk is worden de inrichtingspakketten als optie aan hen voorgelegd.
6.5 Samenwerking met andere
beleidsterreinen
De inrichting en het beheer van de buitenspeelruimte zijn nauw verbonden met diverse beleidsterreinen van de gemeente, zoals welzijn, weg- en groenonderhoud, verkeer, sport en onderwijs. Voor een efficiënte uitvoering is het belangrijk dat de speelbeleidsdoelen in deze beleidsterreinen geïntegreerd worden.
36
De beleidsmedewerker speelvoorzieningen is er verantwoordelijk voor dat betrokken teams of afdelingen op de hoogte worden gesteld van het speelbeleid en wat er vanuit dat beleid van hen verwacht wordt. Daarnaast treedt de beleidsmedewerker speelvoorzieningen op als adviseur van collega’s, belangenverenigingen en bestuurders en als coördinator van de verbinding tussen plannen en wensen. De samenwerking richt zich in ieder geval op de volgende onderwerpen: Ontwerp nieuwe speelveldjes De beleidsmedewerker speelvoorzieningen wordt betrokken bij het ontwerpproces van nieuwe speelveldjes, zodat de inbreng van speelbeleidsdoelen hierin geborgd is. Ontwerp of herinrichting openbare ruimte (Her)inrichtingsplannen voor woonwijken en groenvoorzieningen worden door de beleidsmedewerker speelvoorzieningen getoetst op bespeelbaarheid. Hierbij maakt de medewerker ondermeer gebruik van de informatie die bij de inventarisatie van wensen naar voren is gekomen. Wijkschouw Bij de wijkschouw brengt de gemeente de bespeelbaarheid van de informele speelruimte in als aandachtspunt. Als er wensen of ideeën zijn worden die teruggekoppeld met de beleidsmedewerker speelvoorzieningen. Deze inventariseert de wensen en onderneemt zo nodig actie om ze te realiseren. Sport en jongerenwerk Er is regelmatig contact met de beleidsmedewerker Sport en de Stichting Welzijn in Noordenveld om op de hoogte te blijven van wensen, ontwikkelingen en kansen voor het op peil houden van de voorzieningen voor jongeren.
37
Communicatie De actiepunten die voortkomen uit de hoofdstukken inwonersparticipatie en communicatie worden teruggekoppeld met de contactpersoon voor dorpsbelangen en sociaal wijkbeheer, met de afdeling communicatie, en met het team wijkbeheer en reiniging.
6.6 Communicatie De beleidsmedewerker speelvoorzieningen zorgt er voor dat alle betrokkenen bij het speelbeleid relevante informatie ontvangen over het speelbeleid. De frequent gehouden wijkschouw vormt hierbij een belangrijk communicatiemiddel om de belangenverenigingen (direct) en inwoners (indirect) te informeren. De communicatie richt zich in ieder geval op de volgende onderwerpen: Inspraak en besluitvorming speelbeleidsplan In de periode dat de inspraak en de besluitvorming over het speelbeleidsplan plaatsvinden worden inwoners hierover geïnformeerd via de gemeentepagina en de website. Op de website is de inbreng van de inwoners via inspraakverslagen of reactienota’s in te zien. Inhoud speelbeleid Na de vaststelling van het speelbeleidsplan blijft het plan te raadplegen op de website van de gemeente. Daarnaast wordt in het eerste jaar na vaststelling aandacht besteed aan het plan via het intranet van de gemeente, de gemeentepagina en de website. Openbare ruimte is mede bedoeld voor spelen Na de vaststelling van dit beleidsplan informeren we zowel de bij het speelbeleid betrokken medewerkers van de gemeente als de inwoners over het standpunt dat de openbare ruimte ook bedoeld is om te spelen. We leggen uit waarom dat belangrijk is en we stimuleren dat inwoners via hun belangenvereniging suggesties doen voor verbeteringen. Ook geven we duidelijk aan dat spelen in de openbare ruimte mag, zolang er geen vernielingen of onevenredige overlastsituaties ontstaan. Dit doen we op de gemeentepagina, de website,en via organen van belangenverenigingen.
38
Bij lagen
BIJLAGE A: beoordelingsrichtlijn Beoordeling noodzaak speelveld Per blok 200 X 200 meter Basis aantal kinderen 0 - 12 jaar
Minder dan 25 kinderen
Tussen 25 en 50 kinderen
Speelveld aanwezig?
Speelveld aanwezig?
Ja
Nee
Ja
Compensatie?
Compensatie?
Compensatie?
Ja
Opheffen?
Nee
Ja
Ja
Nee
Voorlopig handhaven
OK
Voorlopig handhaven blokniveau
Handhaven of herinrichten wijkniveau
Nee
Op wijkniveau (400 X 400 met
40
Meer dan 50 kinderen
Speelveld aanwezig?
Nee
Ja
Nee
Compensatie?
Compensatie?
Goede locatie aanwezig?
Ja
Ja
Nee
Ja
OK
Handhaven blokniveau
Handhaven of herinrichten wijkniveau
Aanleg
Nee
ter) een speelveld realiseren
41
Nee
BIJLAGE B: planning uitvoering actualisatie speelveldjes
Wijk Straatnaam Speelveld Altena Altenaweg Dorpshuis Roden Bomenbuurt Acacialaan Roden Bomenbuurt De Hulst / Centuurbaan N Roden Bomenbuurt Cederlaan Roden Centrum Boskamp Buurtspeel locatie Roden De Hofsteden Binnenhof Roden De Hofsteden De Cloese Roden De Hofsteden De Doom / Entinge Roden De Hofsteden Landfort Roden Vijfde Verloting Driegraas / Stichtland Roden Vijfde Verloting Tonkensven Roden Vijfde Verloting Eysingeslag Roden Hullenveld Anne de Vriesstraat (Nw)Roden Vijfde Verloting Jonkersveld Roden Mensingeveld Paaskamp / Valkenierslaan Roden Middenveld Vrijheidslaan 59 Roden Middenveld De Haanstraat Nieuw-Roden Nieuw-Roden Beukenlaan / Brinkstraat Nieuw-Roden Nieuw-Roden Venneweg Norg Norg Tortelstraat Norg Dikninge Entinge Peize Peize Haasakkers Peize Peize De Coninklaan Peize Peize Dubbellooflaan / Langestreken Peize Peize Eikenlaan 37 Peize Peize Schoolstraat Peize Peize Langestreken Peize Peize Eikenlaan 17 Roden Roderveld De Akkerwinde Roden Roderveld Dorth fietspad Roden Roderveld Bremstraat / Weegbree Roden Roderveld De Pinksterbloem / Koekkoeksbloem Roden Roderveld Den Dam Roden Roderveld Hoefblad Roden Roderveld Hoefblad 9 / achterkant b.Bloemstr. Roden Roderveld Speenkruid Roden Roderveld De Dorth Roden Roderveld IV Veenhuizen Spinnerij Weverij / Lijnbaan
Op de lijst zijn alleen de speelveldjes opgenomen waar de inrichting de komende jaren ingrijpend verandert. Speelveldjes die niet op de lijst staan blijven voorlopig in de huidige vorm bestaan
42
g
Jaar uitvoering hu idi al
12
11
op he ffe n
nle gg en
n ich te inr
ha nd ha v
en
Intentie
To ta
15
20
14
20
13
20
20
20
aa
he r
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X x x X X X X X X X X X X X X X X X X X x x X X X X X X X X X x x X x x X X X x x X x x X X X X X X X X x x X X
49 24 4 11 3 8 5 3 2 84
43
Bijlage C: Checklist inwonersparticipatie
Actie
initiatief uitvoering
Algemeen Beantwoorden van telefonische vragen aan de gemeente over de
participatie en de nieuwe inrichting
A. Enkelvoudige vervanging
G
G
G
1 gemeente informeert belangenvereniging dat er een toestel
beller
vervangen moet worden
2 belangenvereniging laat weten of er speciale wensen zijn vanuit de BV
BV
wijk
3 gemeente toetst de eventuele wens aan het speelbeleid, neemt hem G
zo mogelijk mee en informeert de belangenvereniging welk toestel
er teruggeplaatst wordt
4 de belangenvereniging informeert de achterban achteraf via de
dorps- of wijkkrant
B. Meervoudige vervanging en (her) inrichting
1 de gemeente informeert de belangenvereniging dat er een meer
voudige vervanging of (her)inrichting moet plaatsvinden en in
overleg wordt de wijze van participatie gekozen uit de volgende
opties:
2 (optie 1) raadplegen door middel van huis-aan-huis enquete in de wijken in
G
BV
BV
G
in overleg
G G
een straal van 100 (blok) of 200 (wijk) meter om het speelveldje
2 (optie 2) meebeslissen op een bewonersavond waarop een aantal opties
BV
in overleg
wordt gepresenteerd
uitnodigen bewoners via dorps- of wijkkrant of huis-aan-huis
BV BV
uitnodigen van bewoners via gemeentepagina en website
G G
organisatie van de avond
BV
in overleg
2 (optie 3) anders
BV
in overleg
3
Verwerken van de inbreng en opstellen van een inrichtingsplan
G
in overleg
4
Informeren van de inwoners over het inrichtingsplan via huis-aan-
G G
huis brief met de mogelijkheid van reactie
Vaststellen inrichtingsplan door B&W
5
G G
6 Aanleg speelvoorziening G
7
8 Onderhoud
Inspectie veiligheid
G = Gemeente
in overleg
G G G
in overleg
BV = Belangenvereniging
44
BIJLAGE D: wensenformulier speelvoorzieningen in Noordenveld Binnenkort zal het speelveld aan de (@adres invoegen) worden (her)ingericht. Met dit formulier onderzoeken we de wensen van de bewoners in de omgeving van het speelveld. Vooral de wensen van de gebruikers zelf, de kinderen dus, vinden we belangrijk ! Daarom vragen we om het formulier samen met uw kinderen in te vullen en het UITERLIJK (@datum invoegen) weer in te leveren of op te sturen. Speelveldjes kunnen op veel verschillende manieren worden ingericht. Speeltoestellen zijn er in veel soorten en maten. Voor oudere jeugd kan een sportvoorziening als een basketbalnet of een pingpongtafel interessant zijn. Soms leent een veldje zich ook voor een meer natuurlijke inrichting met groen, zand en water. Bij de inrichting van speelveldjes kijken we ondermeer naar de ligging en de afmeting van het veld, de wensen van de gebruikers, variatie in spelen en de duurzaamheid van de speeltoestellen. Om ideeën op te doen voor de inrichting van uw veldje zou u kunnen kijken bij andere speelvelden in de wijk of omgeving. Of kijkt u op internet. De prijs en het budget bepalen ook wat haalbaar is. We hopen dat we zoveel mogelijk wensen kunnen vervullen. Bij voorbaat dank voor u medewerking!
(s.v.p. straatnaam invullen). Ik woon (of wij wonen) aan: In mijn gezin zijn / 1 / 2 / 3 / 4 /
* kinderen
(*s.v.p. aantal omcirkelen).
De leeftijd(en) van het kind/de kinderen is/zijn:
Wensen voor een nieuw speelveld bij @adres invoegen Glijbaan
Vogelnest schommel
Draaitoestel
Klim toestel
Duikelrek Natuurspeelplek Wipwap Picknickhuisje Slingertoestel
45
Sport, nl
jaar
Overige wensen of een toelichting op de aangekruiste speelvoorzieningen :
Het wensenformulier kunt u in de bijgeleverde envelop opsturen naar de gemeente.
46
Colofon Tekst:
Pina Dekker, gemeente Noordenveld
Foto’s spelende kinderen: Hergen Brouwer, gemeente Noordenveld Overige foto’s:
Pina Dekker, gemeente Noordenveld
Vormgeving:
Idea2 Designers, Groningen
Literatuur Speelplekken in Noordenveld; speelruimte in de buurten en dorpen van de gemeente Noordenveld, Bureau Speelruimte, Amersfoort, juni 2009. Spelen met ruimte, handboek voor gemeentelijk speelruimtebeleid, Netwerk Child Friendly Cities, 2006. Vrij spel voor natuur en kinderen. Willy Leufgen en Marianne van Lier, Uitgeverij Jan van Arkel, Utrecht 2007.
Links www.vsbfonds.nl
Dit fonds ondersteunt initiatieven die gericht zijn op
ontmoeten, participeren, bewustwording en inspireren.
www.jantjebeton.nl Dit fonds ondersteunt projecten voor buiten spelen www.speeltuinwerkgroningen.nl
Veel informatie over subsidiefondsen, speeltoestellen
en wettelijke eisen
www.fondsenwervingonline.nl
Veel informatie over subsidiefondsen voor betalende leden
van de site
www.allesoverspelen.nl
Uitgebreide informatie over wettelijke normen
www.nuso.nl
Informatie van de landelijke organisatie voor speeltuinwerk
en jeugdrecreatie
www.veiligverkeernederland.nl
Informatie van 3vo over oa kindvriendelijke straten
www.springzaad.nl
Voorbeelden en suggesties voor de inrichting van
natuurspeelplekken
www.stichtingoase.nl
Informatie over de aanleg van natuur-tuinen en -parken
48