Kudelstaart in functies en beroepen tussen 1449 en 1812 Door Maarten ‘t Hart Bij het doornemen van alle door mevrouw Suze van Zijverden-van Reeuwijk hertaalde akten uit het Aalsmeers en Kudelstaarts Archief en (in) het Noord-Hollands Archief zijn ook de diverse burgerlijke gezagsdragers, beroepen en kerkelijke autoriteiten genoteerd. Met gebruikmaking van de daarnaast bestaande literatuur, met name ook 'Oud Nuus', weet Maarten ‘t Hart een vrij compleet beeld te laten ontstaan van functies en beroepen in Aalsmeer, Kudelstaart en Calslagen. In dit document beperkt hij zich tot Kudelstaart. Als een beroep op meerdere plaatsen binnen Kudelstaart werd uitgeoefend, brengt hij een geografische onderverdeling aan. Indien er twee jaartallen achter de persoon staan, geven deze aan wanneer de persoon voor het eerst en voor het laatst in een akte voorkomt. Waar mogelijk is ook aangegeven waar de persoon in de reeks 'Aalsmeerse Stambomen' te vinden is. Deze editie over Kudelstaart bevat de volgende hoofdstukken, beginnend op de pagina’s die achter elk hoofdstuk zijn vermeld: 1 Burgerlijke autoriteiten 1449 - 1812 2 Kerkelijke autoriteiten 1514 - 1863 3 Militaire autoriteiten 1622 - 1672 4 Beroepen (alfabetisch) voornamelijk tussen 1596 en 1811 “Wie was wat en wanneer in Kudelstaart?”
1-4 5-6 6 7 - 14
1 Burgerlijke autoriteiten Ambachtsheer (vanaf 1724 een burgemeester van Amsterdam) Jan van de Poll, burgemeester van Amsterdam, 1726. Jan Sautijn, burgemeester van Amsterdam, 1747. Schout Opmerkelijk is de rol die de familie van Heijningen in het bestuur van Hollands Kudelstaart speelt: in de 17e en het eerste kwart van de 18e eeuw zijn liefst vijf leden van deze familie nagenoeg aansluitend schout. Buen Pietersz, 1449. Ook schout van Aalsmeer Willem Roelofsz, 1546 - 1548. Ook schout van Calslagen. Pieter Jacopsz, vóór 1578. Cornelis Claesz, 1580 - 1597. Adriaen Florisz, 1586 - 1588. Ook schout van Calslagen en baljuw en schout van Schrevelsgerecht. Ook waard in Calslagen. Gerrit Willemsz van Heijningen, 1607 - 1624. Willem (Gerritsz) van Heijningen, 1620 - 1625. Ook secretaris van Calslagen en Kudelstaart. Jan Gerritsz van Heijningen, 1637 - 1654. Ook weesmeester in 1654. Johannes Berghman, 1653. Ook schoolmeester en notaris. Maurits van Heijningen, 1663 - 1695. Gerard van Heijningen, schout, 1709 - 1724. Zijn broer is Willem van Heijningen, brouwer in Haarlem. Dirk Slob, 1746 - vóór 1787. Ook secretaris in 1770. In 1782 ook weesmeester. Ook notaris. Ook schout van Aalsmeer Cornelis Clant, 1787. Ook secretaris. Cornelis Claesz Baas, maire van Cudelstaart 1810 -1812 (daarna gaat Hollands Kudelstaart op in de gemeente Aalsmeer). Secretaris De invloed van de familie van Heijningen blijkt ook uit dit ambt. Vier leden dikteren in dezelfde periode mét het familielid dat schout was, de politiek van Hollands Kudelstaart.
1
Adriaen Dircxsz van Bodegraven, 1592 - vóór 1613. Adriaen van Meerlandt, 1617. Willem Gerritsz van Heijningen, 1620 - 1625. Ook schout van Kudelstaart en secretaris van Calslagen. Jan Geritsz van Heijningen, 1626 - 1636. Ook secretaris van Calslagen. Vanaf 1637 schout van Kudelstaart. Cornelis van Heijningen, 1660 - 1682. Johan van Heijningen, 1686 - 1712. Carel Copius, 1711- 1745. Martinus Copius, na 1745. Dirk Slob, 1770. Ook schout van Aalsmeer 1762 - 1785. Cornelis Clant, 1788. Lixraaven, 1795. Joseph Zwirs, 1795-1798, 1807. Notaris Mr. Gijsbert Berchman, 1636 - 1641. Ook schoolmeester. Johannes Berghman, 1643 - 1664. Schoolmeester, vanaf 1657 ook notaris. Secretaris van Kudelstaart in 1653. Cornelis de Mandt, 1675. Dirk Slob, 1747-1794. Ook schout. Cornelis Clant jr, vóór 1797. Ook notaris te Calslagen vanaf 1797. Schout en secretaris te Nieuwveen in 1797. Procureur voor de vierschaar Cornelis Clant jr, 1790 - 1794. Aangesteld door het gerecht van Kudelstaart. Hendrik de Lavoije, 1790. Aangesteld door het gerecht van Kudelstaart. Bode Jan Thonisz (de Coen), 1615 - 1616. Wonende Besworen Kerff. Oom van de chirurgijn Rogier de Coene van Amstelveen. Cornelis Claesz Booth, 1622- 1649. Gesworen bode tot 1624. Jan Gijsbertsz Keijser, 1624 - 1627. Ook waard. Jasper Meltensz, 1631 - 1632. Ook waard. Pieter Heijndricxsz Heijn, 1632 - 1647. Ook waard. Jan Allertsz Canten, 1649 - 1668. Ook herbergier. Lambert Hendricxsz Paddenburch, 1665 - 1686. Ook waard. Hij koopt de herberg, als huijsinge ende erve met paerdenstallinge en kaetsbaen en een palingvisscherije daeraen behorende aen de Billerdam. Zeer rijk, had bij zijn overlijden een herberg, dertien huizen, veel land, vier paarden met wagen en chaise, twee pramen, twee bokken en een schuit, achttien koeien en twee varkens. Aldert Lambertsz Paddenburch, 1670 - 1707. Koopt kavel 3 in de Hornmeer van de erfgenamen van schout Cocq van Aalsmeer. Ook schepen en ambachtsbewaarder in 1725. Jan Pomerel, gerechtsbode 1753. Abraham Fremantjou, gerechtsbode, 1787-1798. Woont naast ds. Abraham Campen. Ambachtsbewaarders Kudelstaart had twee ambachtsbewaarders van Hollands Kudelstaart en twee van Stichts Kudelstaart of Besworen Kerf. Dirdt Jansz, 1610. Van Cudelstaert. Frans Jans Maertensz, 1610. Van Cudelstaert. Cornelis Hergensz, 1610. Van Besworen Kerff. Claes Cornelisz Zijen, 1616. Van Cudelstaert. Andries Jansz, 1616. Van Cudelstaert. Walach Francken, 1616. Van Besworen Kerff. Aert Arisz, 1632. Jacob Simonsz, 1632. Lammert Hendriksz Paddenburgh, 1672. Jacob Baertsz, (riet)decker, 1674. Cornelis Jansz Jongejannen, 1674. Jan Mathijs Brandevoort, 1709. 2
Jan Matttijszoon Brandevoort, 1725. Ook armmeester en waard. Aldert van Paddenburg, 1725. Ook schepen. Willem Gerritsz Zeijl, 1747. Johannes Smit, 1747. Aart van Doorn, 1770. Van Besworen Kerff. Leendert de Graaf, 1787. Schepenen Dirck Jansz, 1609. Marten Dircxsz, 1613. Jan Jansz Hanneman, 1613. Fredrick Louwen, 1616. Lourens Claesz alias Lou Jonge Claes, 1616. Cornelis Cornelisz Boenen Boeff, 1617. Frans Pietersz Heeren, 1629. Huijch Jacobsz, 1633. Floris Pietersz, 1636. Jan Claesz, 1638. Cornelis Cornelisz Boeven, 1642. Cornelis Claesz Grooteneven, 1645. Jacob Ottenz, 1656. Bruijn Cornelisz (Potteman), 1657. Jacob Baertsz, (riet)decker, 1658. Aris Laurensz, 1659. Cornelis Roelofsz, schoenmaker, 1664. Adriaen Dircxsz Withooft, 1668. Pieter Pietersz Piet Heijn, vóór 1674. Cornelis Huijgen van Leeuwen, 1674. Jacob Jacobsz Roobol, 1674. Pieter Pietersz Heijn, 1674. Cornelis Jansz Jonge Jan, 1674. Jan Dircxsz, 1674. Jan Pomerel, 1725, 1750. Kleermaker. Jan Mattijszoon Brandevoort, 1725. Waard, ambachtsbewaarder en armmeester Huijbert de Boer, 1725. Weesmeester Aldert van Paddenburg, 1725. Bode, ambachtsbewaarder Cornelis Edelman, 1725. Scheepmaker. Jacob Hogeveen, 1728 en 1732. Johannis Smit, 1732. Pieter van der Hengst, 1750. Willem Hansen (Hansen2 IV c), 1781. Armmeester van het ambacht Van de twee armmeesters was één van Hollands en één van Stichts Kudelstaart. Cornelis Jansz, 1611. Claes Hubertsz, 1611. Willem Stoffelsz, 1637. Huijch Jan Simonsz, 1637. Hendrick Cornelisz, 1637. Molenaar. Cornelis Cornelisz Boeven, 1638 en 1646. Oth Hubertsz, 1638. Augustijn Jansz, 1646. Jan Jan Gijsen, 1648 en 1654. Cornelis Jansz de Jongh, 1657. Aert Jacobsz Quinck, 1657 en 1658. Van Cudelstaert. Gerrit Adriaen Gerritsz, 1658. Van Besworen Kerff. Claes Pietersz, 1654 en 1668. Bakker, wonend Uithoornse zijde (Besworen Kerf) Jurriaen Jurriaensz Roos, 1664. 3
Tonis Pietersz de Bruijn, 1664. Ghijsbert Ghijsbertsz van der Maen, 1665. Cornelis Roelen, 1668. Wonend Hollandse zijde. Dirck Jansz, 1694. Scheepmaker. Stoffel ten Oever, 1694. Chirurgijn. Claes Cornelisz Boven, 1716. Jan Matttijszoon Brandevoort, 1725. Ook ambachtsbewaarder. Waard. Arij Jansz Houwnes, 1744. Leenderd Vlot, 1744. Pieter van der Hengst, 1771. Aart van Doorn, 1771. Weesmeester Cornelis Cornelisz Boven, 1644 en 1653. Frans Cornelisz Ploegen, 1654. Jan Gerritsz van Heijningen, 1654. Schout. Huijbert de Boer, 1725. Ook schepen. Pieter van der Hengst, 1760. Willem Hansen (Hansen II IV c), 1782. Dirk Slob, 1782. Schout.
4
2 Kerkelijke autoriteiten Gereformeerde gemeente Predikant Wernerus Vesekius, 1572 -1576. Aert van Stelandt, 1577 -1583; predikant-pastoor. Livinus Cabeljou, 1583 - 1588. Mathijs Pietersz van Straelen, 1588 - 1591. Lambertus Valkenaar, 1591 -1593. Ludovicus du Bois, vóór 1605. Absolon Helmont, 1605 - 1620. Françoijs van Helmont, 1620-1659. Johannes Aijsma, 1660 - 1677. Koopt de papekamp achter de pastorie in 1667. Uiteindelijk afgezet vanwege dronkenschap. Wijnandus van Doesburgh, 1677 -1680. Wilhelmus van Seevenhoven, 1680 -1681. Casparus van Heijmenburg, 1681 -1682. Regnerus Sordau, 1682 -1695. Jan Cornelissen, 1695 -1697. Laurentius Haverslooth, 1697 -1703. Cornelius de la Cave, 1703 -1749. Johannes Oldenhove van Rijneveld, 1751 -1753. Maakt dienstbode zwanger. Sterft drie maanden na het proces hierover. Wilhelmus van Waenen, 1755-1769. Cornelis Jan van Seijst, 1769 -1774. Abraham van der Vies, 1774 -1776. Leonardus van der Hammen, 1777 -1783. Theodorus Adriani Visch, 1783 -1788. Abram van Campen, 1789 - 1818. Antonius Keerbergen, 1819 -1830. Johan H. Brandes, 1831 -1863. Hij is de laatste predikant. De gemeente wordt opgeheven. Ouderling Frederick Lourensz, 1614. Kerkmeester. Joost Cornelisz van der Hoef, 1676. Afgezet in het conflict met ds Aijsma. Jan Jansz, vóór 1679. Ghijsbert Willemsz, 1679. Cornelis Swanenburg, 1749. Jan Pomerel, 1749. Diakenen (belast met armenzorg) Meerten Dircken, 1613. Meerten Cornelisz Schouten (Schouten2 II a), 1615. Juriaen Juriaensz Roos, 1659. Cornelis Jansz Schoutjannen (Schouten1 II b), 1659. Willem Philipsz Crayvelt, 1665. Claes Cornelisz Schouten (Schouten1 III b), 1666. Mr. Maerten de With, 1666. Thijmen Dircxsz, vóór 1679. Jacob Gerbrantsz vóór 1679. Jacob Hogeveen, 1728. Ary Aardsz Neeven, 1728 en 1729. Leendert Rutten Barneveld, 1729. Gerrit van der Heijden, 1749. Jan Hogeveen, 1749. Arnoldus van Hoeven, 1761. Aart van Doorn, 1771. Ysak Blom, 1771. 5
Anthonij Frementou, 1783. Willem Vinkenoog, 1783. Willem van Doorn, 1788. Rooms-Katholieke Statie, later parochie Pastoors Gerrit van Duijnen, 1514 - 1567. Aert van Stelandt, 1577 - 1583. Ambrosius Splittenberg, 1661 - 1662. Johan Beijer, 1663 - 1665. Johannes Piscius, 1665 - 1679. Johan Brant, 1679 - 1688. Antonius Capel, 1688 - 1712. Nicolaas van Loon, vóór 1716. Henricus van Eek, tot 1717. Adrianus Paardenbosch, 1717-1718. Jacobus de Valois, 1718 - 1742. Joannes Deckink, 1742 - 1767. Franciscus Fasen, 1767 - 1783. Jacobus de Haan, 1783 - 1791. Joannes Richt, 1791 - 1797. Joannes van Gulick, 1797 - 1805. Leonardus van Marrewijk, 1805 - 1813. Armmeester Roomse gemeente Arij van Eijk, 1746. Pieter van der Post, 1781. Barend Jansz, 1781. Anthony Konst, 1798. Klopje Op 1 mei 1716 wordt Aagje Maartens Capel, wonende Tropend, geestelijke dochter genoemd (ora 753) Dit hield in dat zij een klopje was voor de RK-kerk in het Robend. Een klopje waarschuwde de mensen aan huis wanneer er een mis werd gehouden.
3 Militaire autoriteiten Kapitein Louris Gerijtsz, 1622. Claes Cornelisz Schoutten (Schouten1 III b), 1672. Luitenant Willem Huijgen van Leeuwen, 1672. Vendrich (vaandrig) Jacob Jansz Canten, 1672. Sergeant David Vermeij, 1672. Cornelis Pietersz Hergen, 1672. Tamboer Claes Jacobs, 1672.
6
4 Beroepen Bakker Hollands Kudelstaart (Westzijde Kudelstaartseweg) Thonis Thonisz, 1609. Harmen Jansz, 1618. Geer Jaep, 1622. Pieter Jacobsz, 1632 - 1633. Jacob Pietersz, 1639 - 1645. Dirck Jansz, 1652. Hendrick Cocq, 1662 - 1669. Willem Gerritsz Zeijl, 1747 - 1749. De bakkerij is in Vrouwentroost vijf huizen verder dan de pastorie. Klaas Gerritsz Zeijl, 1761 - vóór 1770. Deze bakkerij wordt koud gelegd en geërfd door Aagje van Zijl uit Aalsmeer. Dirk Huijsman, 1784 - 1787. Koopt van Gerrit van der Nagel, order hebbend van Aagje van Zijl, een huijs en erve in Cudelstaart, geschikt tot een broodbakkerij, in 1784. Hij verkoopt in 1787 de broodbakkerij, en is zelf in 1794 leraar der Doopsgezinden te Hindelopen. Jacob Jacobsz Huijsman, 1787 - 1794. Koopt de broodbakkerij van zijn zoon Dirk Huijsman in 1787. Jan Toorenvliet, 1794 - 1797. Koopt de bakkerij van de weduwe van Jacob Huijsman, is tevens winkelier. Pieter Schuijlenburg, 1797 - 1801. Koopt de broodbakkerij van Jan Toornvliet in 1797. Frederik de Groot, 1801. Koopt de bakkerij van Pieter Schuijlenburg in 1801. Ook winkelier. Dit is nog steeds dezelfde bakkerij van Willem Gerritsz Zeijl. Robend Jurrien de Ruijter, 1770 - 1772. Broodbakker wonend Legmeer, koopt broodbakkerij belend ten oosten t Ropeijnde. Jan Weehuijsen, 1772 - 1773. Koopt de broodbakkerij op 't Ropeijnde via handelaar Pieter Willemsz Kroon, die de bakkerij twee maanden eerder van Jurrien de Ruijter had gekocht. De weduwe van Jan Weehuijsen, Everdina Buderman verkoopt in 1773 de bakkerij terug aan Kroon. Stichts Besworen Kerf (Oostzijde Kudelstaartseweg) Cornelis Jansz, 1618 - 1639. Wonend bij het kerkhof. Willem Michielsz Put, 1628 - 1638. Claes Thonisz, 1629 - 1636. Jan Philipsz van Santen, 1644. Aert Jansz, 1650. Claes Pietersz, 1654 - 1669. Laurens Jansz Coort, 1666 - 1669. Jan Lenaertsz (Leenderts) (Cluts), 1663 - 1666. Zijn broer is bakker in Calslagen. Bart Bartelsz, 1744 - vóór 1764. Onbekend waar Aldert Paddenburch, 1699. Dirck den backer, 1699. Gerrit Gerritsz, 1699. Willem Leenaertsz, 1699. Bierschoijer/biersteker Pieter Thoenisz, 1608. Biersteker of tapper, wonende onder Uithoorn. Claes Gerritsz, 1629 - 1633. Kramer en bierschoijer, wonend Besworen Kerff. Adriaen Simonsz, 1634. Bierschoijer in de Besworen Kerff. Cornelis Jansz Jongen (de Jongh), 1637 - 1668. Bierschoijer, wonend Besworen Kerff. Tonis Pietersz de Bruijn, 1667. Bierschoijer, wonend Besworen Kerff. Briefsteker (handelaar in schuldbrieven) Claes Louweris van Langevelt, 1624. Briefsteker aent Huijs te Lucht. Brouwer 7
Adriaan van der Ghijs, 1608. Willem Jacobsz, 1699. Chirurgijn Mr. Samuel (Willemsz) Wenne, 1617 - vóór 1625. Mr. Jan Leendertsz (Lennaertsz) van Hoogeveen, 1623 - 1626. In 1626 wonend te Schoten. Mr. Jacob Claesz, 1636 - 1661. Mr. Hendrick Maertensz van Ieveren, 1637 -1651. Tot 1658 chirurgijn van Amstelveen. Mr. Joris de Vries, 1652 - 1656. Zijn vader is predikant van Calslagen en oom predikant van Thamen. Mr. Tobias Jonck, 1660 - vóór 1665. Wonende Besworen Kerff. Is in 1665 werkzaam te Aalsmeer. Mr. Michiel Wouder, 1666. Mr. Jan Pet, 1667. Mr. Israel Winneheel, 1674 - 1683. Doctor. Voert strijd met Ds Aijsma. Mr. Stoffel ten Oever, 1694. Mr. Hendrick van Staden, 1695 - 1741. Wonende tot Cudelstaert onder de gerechte van Uijthoorn (Besworen Kerf). Mr. Johannes Bernardus Bertling, 1790 - 1791. Mr. Cornelis van der Boon, 1811. Grutter Cornelis Claesz, 1635. Claes Cornelisz (Schouten), 1662 - vóór 1690. Hij bezit in 1680 een woonhuijsinge, grutterije, schuijr ende erve, en twee paarden, sijnde t'eenen tamel ende t'ander een slegt paert. Cornelis Claesz Velsen, 1690 - 1709. Hij koopt de grutterij in 1690. Jacob (Jansz) Hoogeveen, 1709 - 1746. Hij koopt in 1709 een huijsinge, grutterije, schuijr en erve met alle de gereetschappe, van Cornelis Claasz Velsen, onder de expresse conditie dat als bij het leven van Jacob Jansz Hoogeveen, de ordre mogte comen dat alle grutters binnen haar ambagt souden moeten blijven en hare goederen niet buijtens ambagte souden mogen brengen ofte vercopen en Cornelis Claesz Velsen ofte sijn jegenwoordige huijsvrouw nog in leven mogte sijn, in dat gevalle Jacob Jansz Hoogeveen 't voorschreven vercogte aen gemelte Cornelis Claesz Hoogeveen vermogen over te geven voor de somme als bij hen is gecogt. Koopsom 1200 c.gl. In 1727 gaat hij failliet (gerepudieerde boedel). Jan Jacobsz Hoogeveen, 1746 -1755. Hij erft en koopt van de andere erven huijs, pakhuijs en schuur, zijnde een grutterij. Hij verkoopt de grutterij met de gereedschappen een schuijt, een kar, een wagentje met vier wielen, een paardeslee met de tuigen daartoe behoorend en de winkel aan Michiel Stapper van Leimuiden in 1755. Thomas Hoefnagel de Jonge, 1755 - 1760. Hij koopt dezelfde dag de grutterij van Michiel Stapper. Hij is schuldig f 800,- aan geleverde granen in 1757 en is failliet in 1760. Bruijn Jansz van der Wilster, 1760 - 1780. Hij koopt in 1760 van de curator een huis, gruttterij, wagenhuis en erf in Kudelstaart plus landerijen voor f 3450,- . Hij is reeds grutter aan de Kerkbrugge in Aalsmeer. Jan Bruijne van der Wilster, 1780 - 1786. Jan neemt in 1780 de grutterij in Kudelstaart over van zijn vader. Is ook grutter aan de Kerkbrugge in Aalsmeer. Cornelis Hoogeveen te Aalsmeer, 1786 -1796. Cornelis koopt de grutterij van Jan Bruine van der Wilster, in 1786. Hij verkoopt het erf in 1796 waar gestaan heeft een oude grutterij welke dit jaar is afgebroken. Koopsom 10 gulden. Einde van de grutterij in Kudelstaart. Plaats van de grutterij: vlakbij de Driesprong in Vrouwentroost: Pieter Kroon, koper onroerend goed, koopt van de weduwe van Arij Neve een huis met een timmerhuis, ten zuiden de grutterij, ten noorden de scheijding met Aalsmeer, in 1764. Houtkoper Dirck Jacobsz, 1648. Kapper Michgiel Jansz, 1623. Ketelbicker Heijnrick Michielsz, 1607. Kleermaker Aerndt (Arrendt) Heijndricxsz, 1616 - 1618. 8
Jurriaen Jurriaensz, 1623. Wonend Besworen Kerff. Rutger Rutgertsz, 1643. Jan Lammertsz Ruijch, 1643. Jan Egbertsz, 1649. Jonge Juriaen Juriaensz Roos, 1652 - 1674. Vanaf 1764 schoolmeester inTamen. Balthasar Kleermaker 1665. Albert Balthasarsz, 1658 - 1668. Hendrick Wincq, 1667. Jan Pomerel, 1725. Willem Joghemsz van Beijeren, 1796. Korfbreijer Heijnrick Cornelisz, 1608 - vóór 1617. Wonend in 1608 in de Proosdije onder het gerecht van Uithoorn (waarschijnlijk oostzijde Kudelstaartseweg) Roelof Hendricxsz, 1632 - 1654. Vanaf 1636 wonend Calslagen. Roelof Gerritsz, 1633. Jan Huijbertsz de Boer, 1732. Wonend Tropend van Cudelstaart aan de Stichtse zijde. Koster Jan Claes, 1617. Gijs(bert) Jansz, 1624 - 1625. Mr. Johannes Bergman, 1641 - 1657. Ook notaris. Wonend Besworen Kerff. Ook koster in 1661. Kramer Jacop Jacop Claesz, 1590. Claes Gerritsz, 1629. Wonend Besworen Kerff, ook biersteker. Jacob Cornelisz, 1642 - 1678. Lakenkoper Gerrit Gelisz, 1596. Garret, Geert, Gartt, Garst, Carsten Joostensz, 1631 - 1661. Wonend in de Besworen Kerff. Jan Joosten Vrelant, 1663 - 1670. Wonend Besworen Kerff (broer van Garst Joostensz, neemt het bedrijf van zijn broer na het overlijden over). David Jacobsz Vermeij, 1671. Vóór 1671 wonend Besworen Kerff. Linnenwever Arien Joostensz, 1621. Joris Jacobsz, 1622. Jan Wesselsz, 1643. Lijnmaker (lijndraijer) Jacobus Beeke, 1772. Mandenmaker Jasper Meltensz, 1631. Koopt een herberg van Jan Gijsbertsz Keijser. Molenaar De korenmolen van Kudelstaart staat aan de oostzijde van de Kudelstaartseweg, dus onder de Besworen Kerff vallend. Jonge Cornelis Heijndricxsz, 1591. Verkoopt de molen van Cudelstaart in 1591. Arien Jansz van Leijden, 1591 - 1593. Koopt de molen in 1591. Heijndrick Cornelisz, 1616 - 1641. Cornelis Heijnricxsz, 1641 - 1648. Jan Aertsz, vóór 1665. Hij koopt de korenmolen van Calslagen in 1665. Ploechsetter Cornelis Gerijtsz (Ploech), 1615 - 1617. Pottenverkoper 9
Bruijn Cornelisz (Potteman), 1657 - 1674. Rietdekker Jacob Jansz, 1609 - 1634. Claes Heijndricxsz, 1622. Wonend hoek Kudelstaartse en Herenweg. Cornelis Arentsz, 1628 - 1636. Jacob Baertsz, 1648 - 1683. Isaack Jacobsz, 1665 - vóór 1671. Scheepmaker Hollands Kudelstaart (Westzijde Kudelstaartseweg) Jan Gerritsz, 1610 - 1615. Koopt in 1610 van Frans Jansz, een werffgen belent ten oosten de dijk, ten noorden de breggevaert. Verkoopt deze werf met helling weer in 1615, woont zelf Besworen Kerff. Aerndt Gerritsz, 1615. Koopt de scheepswerf van Jan Gerritsz in 1615. Jan Volckertsz, 1621 - 1637. Koopt in 1621 een scheepswerf, ten noorden de breggevaert, ten oosten de Heerwech. Verkoopt de scheepswerf in 1629 en is dan scheepstimmerman in Amsterdam. Komt terug naar Kudelstaart in 1632. Willem (Chris)Stoffelsz, 1629 - 1668. Koopt de scheepswerf van Jan Volckertsz met al het scheepstimmergereedschap in 1629. Jan Dircxsz, 1625 - 1653. Wonende zuijteinde van Cudelstaert (ten zuiden van de Bruggevaart). Pieter Cornelisz, 1657 - 1658. Koopt de scheepmakerij van de nabestaanden van Jan Dircxsz, gelegen aan de Kudelstaartseweg ten zuiden van de Bruggevaart. Jan Dircxsz, 1658 - 1683. Koopt de werf van de nabestaanden van Pieter Cornelisz in 1658. Dirck Jansz (Scheepmaker), 1699 - 1724. Zoon van Jan Dircxsz. Verkoopt de scheepswerf aan Leendert Rutten Barnevelt, ten noorden de sluijs (= de bruggevaart). Leendert Rutten Barnevelt, 1724 - 1749. Koopt een scheepswerf van Dirck Jansz Scheepmaker, ten noorden de sluis, dit met 1/4 part in sodanige geregtigheijt op de Wipbrugge als dat huijs en scheepmakerij altijd heeft gecompeteert. Cornelis Jansz van Zeijl, 1741 - 1786. Koopt een huis en werf met het scheepstimmerhuiis, taanhuis en taanketel, ten oosten de Heerenweg, ten noorden de sluijs en de bruggevaart bij de wipbrugge genaamd Heerenbrugge, van Leenderd Barneveld in 1741. Pieter Kroon koopt in 1787 de scheepmakerij van de weduwe van Cornelis van Zijl. Cornelis Klaasz Baas, 1787. Koopt dezelfde dag in 1787 de scheepmakerij van Van Zeijl van Pieter Kroon. Robend Cornelis Huijgen, 1640. Claes Jansz van Achteren, 1640 - 1670. Koopt de scheepswerf van Cornelis Huijgen. Is tot na 1647 scheepmaker aan de Uiterweg. Verkoopt de scheepswerf opt suijteijnde van Cudelstaert in 1670. Dirck Jansz, scheepmaker, 1672 - 1694. Heeft na 1675 een scheepswerf aan de Cromme Mijdrecht. Verkoopt de scheepswerf aent suijteijnde in 1675. Cornelis Jansz, 1675 - 1686. Koopt de werf aan het suijteinde van Cudelstaert in 1675. Aris Gerritsz Prins, 1686 - 1699. Koopt de scheepswerf van nabestaanden van de overleden Cornelis Jansz en alle gereetschappe daertoe sijnde, bestaende in een dommecraght, een vijsel, een hantboor, vier vijselhanden, een brantiser, twee saeghbancken, 6 rollen, een ijsere teerpot, een slijpsteen, een wintkoppel en wintreep, mitsgaeders een craensaegh met een gijpsaegh in 1686. Koopt de scheepswerf weer terug in 1698 en verkoopt deze weer in 1699. Cornelis Arisz Gouwrock 1688 - 1698. Koopt de scheepswerf van Aris Gerritsz Prins aent suijteinde van Cudelstaert in 1688 en verkoopt deze weer aan Aris Gerritsz Prins in 1698. Cornelis Adriaensz en Jan Pieters Sluijck, 1699. Zij kopen de scheepswerf van Aris Gerritsz Prins in 1699. Dirck Dantvoort, 1703. Hij koopt de scheepswerf van de erfgenamen van Jan Pieters Sluijck in 1703. Cornelis Cornelisz Kaarsemaker (den Ouden), 1703 - 1728. Koopt de scheepswerf van Dirck Dantvoort aan het Robend. Is schepen in 1725, heet dan Cornelis Edelman. Klaas Matheus, 1731 - vóór 1737. Hij koopt huijs en werf, sijnde een scheepmakerije met het taanhuijs in 't zuijd of Tropeijnde van zijn schoonmoeder, de weduwe van Cornelis Cornelisz Edelman (is zich Edelman gaan noemen in plaats van Kaarsemaker). Cornelis Gerritsz van der Wiel, 1737 - 1782. Koopt een huijs en werf sijnde een scheepmakerije met het taanhuijs en taanketel int zuijd of Tropend, ten oosten het voetpad van Cudelstaart, van Apolonia Cornelis Edelman, weduwe van Klaas Matheus. 10
Pieter Cornelisz van der Wiel, 1782 - 1790. Erft de scheepmakerij van zijn vader aan het Robend. Stichts Besworen Kerff (Oostzijde Kudelstaartseweg) Jan Cornelisz, 1608 - 1621. Dirck Jansz, 1618. Aert Aertsz, vóór 1636. Cornelis Jacobsz, 1657. Geerland Gerrit Pietersz, 1667. Onbekend waar de scheepswerf was Cornelis Gerritsz, 1600. Vrerick (Fredrick) Borritsz, 1604 - 1628. Scheepmaker aan de Uiterweg vanaf 1611. Gerrit Jansz, 1612 - 1615. Bouwen Jochumsz, 1616 - 1622. Gaat failliet in 1622. Jan Dirck Gerritsz, 1616. Scheepmaker te Calslagen, koopt werf te Cudelstaert in 1616. Jan Claesz Janmaet, 1622. Koopt de scheepswerf van Bouwen Jochumsz. Gijsbert Pietersz, 1659. Schipper Gerrit Claes (Simonsz), 1642 - 1644. Jan Claesz Grooteneven, 1646. Schipper tot Amsterdam. Jan Bouwensz, 1649. Poulis Arisz, 1675. Cornelis Sijmonsz Rechtuijt, 1684. Jacob Cornelisz, 1710. Turfschipper. Jan van Veen (I-1), 1725. Turfschipper, rijk en machtig. Jan van Veen (II-3), 1795 - 1811. Turfschipper. Woont tussen pastorie en herberg/rechthuis Schoenmaker Jan Waernaertsz, 1597. Claes Ghijsbertsz, 1607 - 1613. Failliet in 1613. Cornelis Cornelisz, 1609 - 1614. Thomas Joostensz, 1609 - 1625. Cornelis Jacobsz, 1610 - 1612. Maerten Claesz, 1612 - vóór 1636. Cornelis Jansz, 1618 - 1621. Wonend Besworen Kerff. Frans Cornelisz, 1620. Barent Cornelisz, 1622. Ghiel Jansz, 1627. Cornelis Jansz Ytges, 1631 - 1670. Roelof Cornelisz, 1632 - 1657. Zoon van Cornelis Cornelisz. Simon Huijgen, 1639 - 1640. Broer is scheepmaker Cornelis Huijgen. Bendert (An)Thonisz, 1642 - vóór 1662. Wonend Besworen Kerff. Maerten Lenartsz, 1642 - 1643. Wonend Besworen Kerff. Pieter Heijnricxsz (Hendricxsz), 1643 - 1666. Broer van de korenmolenaar Cornelis Heijnricxsz in Kudelstaart. Jan Claesz, 1653 - 1699. Anthonis Bendersz (van Bensdorp), 1654 - 1660. Cornelis Roeloffsz, 1664 - 1681. Thomas Willemsz Stouthandel, 1666 - 1671. Jan Andriesz, 1733. Klaas de Koning, 1736. Pieter Schoenmaker, 1749. Schepmaker Barent Cornelisz, 1624. Schopenmaker.
11
Schoolmeester Mr. Adriaen van Meerlandt, 1611. Mr. Gerrit van Helmont, 1619. Mr. Gijsbrecht Jansz van Blaertongh, 1624. Mr. Ghijsbert Bergman, vóór 1641. Ook notaris. Mr. Johannes Bergman, 1641 - 1657. Ook notaris. Wonend Besworen Kerff. Ook koster in 1661. Mr. Cornelis Cornelisz de Mandt, 1665 - 1679. In 1679 gewesen schoolmeester. Cornelis Jansz van Dam (III b), 1688. Mr. Jacob Blanck, 1736. J.C. Honcourt, 1791-1804. Jan Brinkman, 1806-1807. Andries Hofman, 1807. Smid De smederij staat in Vrouwentroost, zes huizen verder dan de pastorie. Jan Jelisz, 1607 - 1609. Jacob Cornelisz, 1609 - 1624. Smid in Nieuwveen, koopt in 1609 de smederij van Jan Jelisz, met de conditie dat Jan Jelisz niet en mach woonen om zijn ambacht van smeeden, te moogen doen aen wederzijden in de parochie van Cudelstaert en de Besworen Kerff, maer wel aen den Horn onder Aelsmeer, aen de Cleijne Drecht en Steenwijck. Jacob gaat failliet in 1624. Gerrit Willemsz, 1623 - 1629. Heijndrick Michielsz, 1618. Wonend Besworen Kerff. Pieter Jacobsz, vóór 1628. Michiel Jansz, 1629 - 1634. Jacob Tonisz, vóór 1636. Cornelis (Corstiaen alias Cors) Leendertsz alias Lenaertsz, 1638 - 1665. Willem Huijgen van Leeuwen, 1668 - 1699. Wonende Besworen Kerff. Aldert Paddenburch, 1701 - 1727. Failliet in 1727 (gerepudieerde boedel). Arij Houwnes, 1754. Hij koopt de wederhelft in een huis en ijzersmederij in Kudelstaart. Bartus de Vries, vóór 1767 - 1781. In 1782 schenkt zijn weduwe de smederij aan de diaconie van de Gereformeerde gemeente van Kudelstaart. Daniel Kneppel, 1783. IJzersmid, koopt een huis en erve zijnde een ijzersmederij van de diaconie in 1783. (Jurrien) Hendrik Hagen, 1787 -1792. Wonend Amsterdam. Koopt de ijzersmederij van Daniel Kneppel in 1787 en verkoopt deze in 1792. De weduwe van Christian Mathijsen, 1792 - 1796. Wonend Amsterdam. Zij koopt de smederij in 1792. Hendrik Gerrit van Raam, 1796 - 1798. Wonend te Amsterdam. Hij koopt de smederij in 1796. Hendrik van de Rotte, 1798 - 1809. Koopt de smederij in 1798, overlijdt in 1809. Speldenmaker Claes Hansz Mulder, 1672. Sporemaecker (sporen voor paarden) Rutger Jacobsz, 1665. Timmerman Jacob Arysz, 1592 - 1613. Wouter Jansz, 1607 - 1626. Wonend Cleijne Drecht in 1612. Pieter Jacobsz, 1618 - 1634. Wonend Besworen Kerff. Berendt (Barent) Jansz, 1618 - vóór 1637. Wonend Besworen Kerff. Huijbert Willemsz, 1618. Wonend Besworen Kerff. Jan Huijbertsz, vóór 1619. Willem Fuijen, 1626. Jan Cornelisz Buijs (Buis3 IIIb), 1631 - 1648. Crijn Jansz, vóór 1632. Wonend te Amsterdam in 1632. Harmen Woutersz, 1639 - 1646. Laurens Cornelisz, 1651 - 1654. Maerten Aertsz (Adriaensz) van Rodenburch, 1652 - vóór 1671. Jacob Jansz de Vries, 1660 - 1666. Koopt van de weduwe van Gerrit Juriaensz Roos, een huijsinge met een 12
kaetsbaen, ten oosten en zuiden de Heerwech in 1662. Is verhuisd naar Amsterdam in1666. Joost Danielsz, 1662 - 1674. Willem Jansz van Schagen, 1672 - 1702. Vóór 1675 wonend Besworen Kerff. Frans Hendricxsz, 1683. Claes Pietersz Tolhuijsen, 1699. Arij Aardsz Neve, 1736 - 1763. Heeft een huis, timmerhuis ten oosten de Heerwech en de Horndijk (hoek bij Vrouwentroost). Pieter Kroon, koper onroerend goed, koopt van de weduwe van Arij Neve een huis met een timmerhuis, ten zuiden de grutterij, ten noorden de scheijding met Aalsmeer, in 1764. Viskoper Pieter Claes Poulisz (Pouwelsz), vóór 1631. Cornelis Theunisz van Veen (IV), ca. 1800. Waard Jan Cornelisz, 1589. Tapper tot Cudelstaert. Jan Sijmonsz, 1591 - 1596. Tapper tot Cudelstaert. Oude Jan Jansz, 1597. Tapper tot Cudelstaert. Pieter Thoenisz, 1608. Biersteker of tapper, wonende onder Uithoorn. Jan Cornelisz Ouwe Neelen, 1609. Waard, wonende in de Besworen Kerff. Gerrit Claesz, vóór 1610. Tapper. Jan Huijbertsz,1618. Tapper, waard in de dorpe van Cudelstaert. Pieter Hen(d)ricxsz (Meijer), 1625 - 1627. Waard in de Besworen Kerff. Jan Gijsbertsz Keijser, 1627 - 1633. Waard en bode. Herberg op de hoek van de bruggevaart en de dijk, scheepswerf ernaast. Verkoopt de herberg aan Jasper Meltensz, mandemaker, in 1631. Jasper Meltensz, 1631 - 1632. Ook bode. Pieter Heijndricxsz Hein, 1632 - 1648. Waard en bode tot Cudelstaert, verruilt in 1632 zijn huis met het tappershuijsgen van Jasper Meltensz. Pieter Gerritsz, 1633. Waard in Cudelstaert. Cornelis Dircxsz Verlaen, 1637 - 1639. In 1639 is hij failliet en uit huis gezet. Jan Allertsz Canten, 1641 - 1668. Waard tot Cudelstaert, koopt een huis ten oosten de Heerwech ten noorden het pastorijelaentje in 1641. Ook gerechtsbode in 1649. Koopt van de weduwe van mr Jacob Claesz een huijsinge, erve, met een kaetsbaen daeraen behorende in 1661. Hij bezit twee kaatsbanen, herberg, paardenstalling en varkenskot in 1668. Jan Aertsz, 1648 - 1656. Koopt van de nabestaanden van Hein een herberge als huijsinge, hoijhuis, schuur en werve, belent ten oosten de Heerwech, ten zuiden de bruggevaert, in 1648. Gaat failliet in 1656. Bartholomeus Jurriaensz Roos koopt van de crediteuren een herberg, hoijhuis, schuijr, werve met een kaetsbaen in Cudelstaert, belent een oosten de Heerweg, ten zuiden de bruggevaart, in 1656. Dirck Jansz Roock, 1656 - vóór 1668. Hij koopt op dezelfde dag in 1656 de herberg met kaatsbaen van Bartholomeus Juriaensz Roos. Gerrit Juriaensz Roos, 1648 - 1657. Eerst herbergier tot Calslagen, vanaf 1654 herbergier tot Kudelstaart. Jacob Jansz de Vries, 1662. Timmerman, koopt van de weduwe van Gerrit Juriaensz Roos, een huijsinge met een kaetsbaen, ten oosten en zuiden de Heerwech (hoek Herenweg/Kudelstaartseweg). Lambert Hendricxsz Paddenburch, 1665 - 1686. Ook bode van Kudelstaart. Ambachtsbewaarder in 1672. Hij koopt de herberg, als huijsinge ende erve met paerdenstallinge en kaetsbaen en een palingvisscherije daeraenbehorende aen de Billerdam. Hij krijgt als erfenis van de overleden Jan Allertsz Canten, een herberge, paerdestallinge, kaetsbaen, schuijr, werve in Kudelstaart in 1672. Zeer rijk, zie daarvoor bij bode. Arien Claesz, 1666. Herbergier. Jacob Jansz de Vries, vóór 1667. Verkoopt in 1667 een huijsinge, hoijhuijs, werve en kaetsbaen opt suijteijnde van Cudelstaert. Cornelis Huijbertsz Meerhoeck, 1667. Koopt in 1667 het vorenstaande van Jacob Jansz de Vries. Jan Pietersz Gort, 1667. Koopt het vorenstaande van Cornelis Huijbertsz Meerhoeck. Jan Thijssen, 1680. Hospes te Cudelstaart. Claes Pietersz Tolhuijsen, vóór 1699. Timmerman. Hij trouwt met de weduwe van Lambert Paddenburch, Jannitgen Jans ten Oever. Als hij in 1699 overlijdt bezit zij nog de herberg, stalling, schuijr en erve en is behoorlijk rijk. Zij hertrouwt met Jan Matheus Brandevoort, en wordt opnieuw weduwe. Gerrit Pietersz Groenintwout, 1721 - 1734. Hij moet zijn bieren kopen bij de verkoper Willem van Heijningen uit Haarlem (broer van de schout). Jan Matttijszoon Brandevoort, 1725. Ook ambachtbewaarder en armmeester Lambert Klaasz Tolhuijsen, 1732 - 1747. Hij koopt van zijn moeder en de medeërfgenamen een herberg 13
met een paardenstal, twee schuren en een kolfbaan, in 1732. Is hospes int Regthuijs van Cudelstaart. Jan Zethof, 1800. Herbergier en tapper, toestemming te schenken alle soorten brandewijn en gedistilleerde wateren. Frederik Schuijlenburg, 1799. Castelein in den Regthuijs alhier; heeft ook een herberg met stalling en schuren in Calslagen; Cornelis Tolhuijzen, 1790 -1808. Casteleijn in den Regthuijse te Kudelstaart. Deze staat in Vrouwentroost en is de derde woning naast de pastorie. Jan Tolhuijsen, 1795 - 1806. Winkelier Jacob Sijmonsz, 1649. Aert Jacobsz Quinck, 1654 - vóór 1663. Pieter Claesz van Leeuwen, 1695. Swaendert Jacobsz, 1699. Barent de Kuijper, 1699. Jacob Huijsman 1787 - 1794. Heeft vergunning te mogen verkopen koffie, thee en chocolade. Cornelis Kroon, 1794. Verkoopt koffie, thee en chocolade, zout en zeep, hammen, spek en gerookt vlees. Jan Toorenvliet, 1794 - 1797. Verkoopt koffie, thee en chocolade. Is ook bakker. Pieter Schuijlenburg, 1797. Verkoopt koffie, thee en chocolade. Jochem van Beijeren, 1798 - 1805 (Kudel, H9) Verkoopt zout en zeep, hammen, spek en gerookt vlees, koffie, thee en chocolade. Frederik de Groot, 1799 - 1801. Verkoopt droge coffy, thee en chocolade. Is ook bakker. Hendrik van Beijeren, 1805. Verkoopt koffie, thee en chocolade, hammen, spek en gerookt vlees, zout en zeep. Pieter Edelman (Koningen III b-5), ca. 1800 Aagje Crelis Springintvelt (II c-4), ca. 1800. Tot zover deze samenvatting van functies en beroepen in Kudelstaart Maarten 't Hart
14