Kromrecht Een klachtenbundel over ongerechtigheid in de rechtspraak en het morele verval van de advocatuur
EERSTE LUIK
versie 5.1.2011
Verantwoording Gedetineerden hebben allemaal ervaring met de recherche, gerechtelijke procedures en advocaten. Nieuwsberichten over aanhoudingen, onderzoeken en processen worden druk bediscussieerd, ook met de cipier, die het dichtst bij de opgeslotenen staat, als aanspreekpunt voor alle mogelijke problemen. Vaak is de detentiebegeleider een dagelijkse gesprekspartner, soms zelfs een vertrouwenspersoon voor privézaken of gerechtelijke kwesties. Als gevangenbewaarder kom je verrassend veel te weten over advocaten, politieverhoren, terechtzittingen, gerechtelijke onderzoeken... Door mijn talloze gesprekken met verdachten en veroordeelden plaatste ik steeds meer vraagtekens bij de advocatuur, het assisenhof en bepaalde aspecten van het recht. Vandaar dit vrijpostige vertoog. Het speelterrein van magistraten en advocaten betreden is not done. De rechtsleer is verworden tot een doolhof waarin alleen rechtskundigen hun weg vinden. Juridisch ongeschoolden mogen zich niet in de discussie mengen. Juristen hebben het debat over justitie gemonopoliseerd. Ten onrechte, want gerechtigheid is van algemeen belang.
Waarom zouden de consumenten van het rechtssysteem niet over de uitgangspunten mogen reflecteren? Hoe democratisch is onze samenleving als onrechtvaardige toestanden onbespreekbaar zijn? Moeten we lijdzaam toezien hoe een aantal bevoorrechten de wettelijke privileges misbruikt en zo de geloofwaardigheid van de rechtsstaat ondermijnt?
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
2
Zelf heb ik nog nooit een advocaat nodig gehad, behalve voor een verkeersongevalletje met wat blikschade, decennia geleden, waarvoor de verzekering een raadsman betaalde. Mijn grieven tegenover de advocatuur hebben dus niets te maken met slechte ervaringen of persoonlijke rancune. Het is geenszins mijn bedoeling om met dit webboek individuele advocaten, bekende of onbekende, persoonlijk aan te vallen. Mij gaat het erom een systeem op de korrel te nemen, dat een aantal vrijbuiters de kans biedt hun ambt te misbruiken, tegen de geest van het Gerechtelijk Wetboek in.
Niet alle advocaten kunnen over eenzelfde kam worden geschoren. Tot mijn eigen kennissenkring behoort ook een advocate, een prachtmens en ik ben ervan overtuigd dat zij zich voor een billijk honorarium effectief engageert voor haar cliënten. Zo zijn er ongetwijfeld heel wat, maar hoeveel eigenlijk en zijn ze in de meerderheid of niet? Advocaten die het goed menen en hun eed trouw blijven, kunnen onmogelijk gelukkig zijn met huidige gang van zaken, nu bepaalde cowboys zich niet meer lijken te storen aan de essentiële normen en waarden van het beroep. ____________________ Delinquenten kregen in dit boek een fictieve naam – de anekdoten zijn louter exemplarisch. Om de identiteit van verdachten of veroordeelden te verhullen werden gegevens verzwegen of gewijzigd. Verwijzend naar sekseneutrale termen als ‘de advocaat’ heb ik constructies als ‘hij of zij’ en ‘hem of haar’ opgeofferd aan de leesbaarheid, waarvoor excuus.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
3
Klacht 1
De advocatuur: macht & moreel verval
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
4
Het geld dat stom is, maakt recht wat krom is
Als piepjonge secretaris van de muziekacademie leerde ik de procureur des konings kennen. Hij volgde muziekles en hij had het voorzitterschap van de vriendenkring aanvaard. Een grijze, baardige man, de bescheidenheid in persoon. Het liefst ging hij te voet, met zijn onafscheidelijke wandelstok, een simpel hoedje op en gehuld in een eenvoudige jas. Wie niet wist wie hij was, kon nooit vermoeden dat deze man zo’n belangrijke functie had. Autorijdend zag ik de procureur eens stappen langs een verbindingsweg, kilometers ver van woonkernen of huizen en het werd al donker. Eerst hield ik de wandelaar voor een verdwaalde zwerver, maar toen ik de procureur herkende, maakte ik snel rechtsomkeert om een lift aan te bieden, wat de magistraat categoriek afsloeg. ‘Ik ga liever te voet’, zei hij. ‘Dat is goed voor mijn gestel.’ Zo was de procureur, zonder franjes en geen geleuter. Toch was hij een man met autoriteit. Hij werd alom geacht – en door sommigen gevreesd – voor zijn legendarische rechtlijnigheid. Op een avond, putje winter, kwam de procureur naar het secretariaat van de academie om enkele documenten voor de vriendenkring te ondertekenen. Maar die avond was de magistraat er niet met zijn gedachten bij. Hij staarde een hele tijd verweesd voor zich uit, alsof hij in zak en as zat. Ik durfde niets vragen of zeggen.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
5
‘Je kunt het je niet voorstellen’, zei hij plots. ‘Je hebt geen idee wat die advocaten allemaal durven schrijven.’ De procureur schudde mistroostig het hoofd. ‘Hebt u vervelende brieven gekregen?’ vroeg ik schuchter, niet wetend hoe ik moest reageren. ‘Besluiten’, corrigeerde hij. ‘Advocaten schrijven besluiten, om hun visie op een zaak weer te geven. Het grenst aan het ongelooflijke. Hebben die mensen dan geen schaamte? Hebben ze geen enkel eergevoel?’ De huizenhoge ontgoocheling van de grijze eminentie maakte op mij een verpletterende indruk. Het leek of hij die dag zijn geloof in de advocatuur had verloren. De ontboezemingen van de vermoeide en bedroefde procureur zijn me bijgebleven en ze hebben mijn visie op de advocatuur mee bepaald. Toen ik streekjournalist werd, maakte ik zelf kennis met de zwartgerokte redenaars die met zwier en zwaai, te vuur en te zwaard de belangen van hun cliënten verdedigen. Ik zag hen hooghartig paraderen in justitiepaleizen en rechtszalen, gehuld in ridicule zwarte soepjurken. Ik hoorde hen pleiten voor correctionele rechtbanken en assisenhoven. Ik observeerde hen tijdens de stijfdeftige opening van het gerechtelijke jaar, met gezwollen toespraken en een hoogwaardige receptie. De balie kon me niet bekoren, het gezelschap bevat net iets te veel verwaande mooipraters, gladjanussen en verkopers van gebakken lucht. Die vind je natuurlijk in alle beroepscategorieën, maar de orde van de zwartrokken leek wel erg goed voorzien. Geconfronteerd met de bombast en de arrogantie van een aantal luidruchtige advocaten flitste telkens die vernietigende analyse van de procureur des konings door mijn hoofd. Hoe durven ze? Hebben ze geen enkele schaamte?
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
6
Ik beschouwde advocaten – ten onrechte zeer grof veralgemenend – als gediplomeerde leugenaars in toga, de schreeuwerige marktkramers van de rechtspleging, die met grote stelligheid en zonder enige schaamte zelfs de meest ongeloofwaardige stellingen verdedigen, hetzij om misdrijven te minimaliseren, hetzij om de materiële of morele schade tot onwaarschijnlijke proporties op te blazen. Voor ik cipier werd, had ik al geen hoge pet op van de pleiters, door mijn ervaringen als gevangenbewaarder zonk mijn vertrouwen in de advocatuur tot een absoluut dieptepunt.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
7
1 Rechtsbijstand
De advocaten begroten hun ereloon met de bescheidenheid die van hun functie moet worden verwacht. (...) Ingeval het ereloon niet met een billijke gematigdheid is vastgesteld, wordt het door de raad van de Orde verminderd (...) (Artikel 446ter van het Gerechtelijk Wetboek)
De advocaat-wonderboy Het was nog in de tijd dat de minister van justitie besliste over de voorwaardelijke invrijheidstellingen. In de gevangenis ging het gerucht dat een jonge advocaat de weg kende in Brussel. Enkele gedetineerden beweerden dat hij de gevangenispoort kon openzetten. Ik had grote twijfels bij dat verhaal. Ooit speelde zelfs politiek favoritisme een rol, maar die tijd was voorbij. Voor zover mij bekend behandelde de Dienst Individuele Gevallen de dossiers erg minutieus, advocaten hadden er niets in de pap te brokken. Maar de mythe was geboren en de nieuwe wonderboy van de advocatuur deed gouden zaken. Diverse gedetineerden contacteerden hem en de jonge pleiter kwam gezwind naar de gevangenis. Hij noteerde alle
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
8
gegevens, beloofde een snelle oplossing en vroeg een provisie van 10.000 frank. Oscar zat in de laatste rechte lijn naar de vrijheid. Hij had een stommiteit begaan, die hij immens betreurde. De slachtoffers waren vergoed en Oscar wou weer een gewone burger worden. Hij werd krankjorum van het afstompende gevangenisleven. Toen Oscar vernam dat een advocaat de wachttijd kon verkorten, aarzelde hij geen seconde. ‘Oscar, je bent gek’, zei ik. ‘Je gooit je geld weg. Over enkele maanden ben je vrij, hoe dan ook.’ Maar de mythe was sterker dan een rationele analyse, zoals vaak. Uiteindelijk ging Oscar geen dag vroeger vrij. Om de haverklap werd de wonderboy in de gevangenis ontboden. Steeds beweerde de meester dat hij in Brussel mensen kende en gedetineerden spijsden hoopvol zijn bankrekening – ik vond het je reinste oplichterij. Tot de snel groeiende cliëntèle van de advocaat-tovenaar behoorde ook August, een zakenman op jaren, die in de cel zat voor bedrieglijk faillissement. Vanwege zijn Nederlandse nationaliteit was zijn vervroegde vrijlating problematisch en ook August contacteerde Mister Magic en de advocaat beloofde zoals steeds een happy end. Dat lukte niet en de raadsman plande een tweede interventie te Brussel, mits de gefailleerde nog wat extra geld overschreef. Maanden gingen voorbij en eindelijk kreeg August penitentiair verlof. Hij ging zelf naar Brussel, bij de Dienst Individuele Gevallen. Zwaar ontgoocheld kwam hij terug naar de gevangenis. ‘Hij is een oplichter’, zei August bij wijze van begroeting, verwijzend naar zijn raadsman. ‘Het bewijs is geleverd. In Brussel werd mij verzekerd dat die advocaat er nooit geweest is. Hij heeft ook geen enkele brief gestuurd. Ze kennen hem niet.’
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
9
Ik adviseerde August om de stafhouder van de balie een klachtbrief te sturen, maar daar had hij geen zin in. ‘Ik heb al zorgen genoeg aan mijn kop’, bromde hij.
Nutteloze procedures De meeste verdachten willen een advocaat. Ik heb het honderden keren meegemaakt, na enkele minuten, uren of dagen opsluiting komt de vraag naar rechtsbijstand. Schuldig of onschuldig, als je achter de tralies belandt, zit je plompverloren in de shit. De advocaat lijkt dan de ultieme verlosser, de reddende engel die je misschien kan helpen om ooit uit die hel weg te komen. Er zijn ongetwijfeld heel wat advocaten die hun taak erg gewetensvol vervullen, met respect voor de cliënt. Maar de advocatuur telt ook minder scrupuleuze juridische raadgevers, die de onwetendheid van rechtzoekenden gretig uitbuiten.
Wanhopigen zijn erg vatbaar voor manipulatie. Het is onvoorstelbaar met welke verhalen gedetineerden van de advocatenruimte terugkeren. Hebben ze hun verdediger verkeerd begrepen? Houden ze hun wensen voor werkelijkheid? Klampen ze zich vast aan elke strohalm? Pol kwam terug in de leefeenheid, na een eerste kennismaking met de advocaat. Dagenlang had hij in zak en as gezeten, alsof hij enkel nog wachtte op het executiepeloton, maar nu spatte de vrolijkheid van zijn gezicht. ‘Morgen ben ik vrij’, zei hij glunderend. ‘Hoezo, vrij?’
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
10
‘Mijn advocaat heeft het gezegd. Dinsdag zal de raadkamer mij vrijlaten.’ ‘De raadkamer kan jou laten gaan, maar dat is afwachten.’ ‘Nee, nee... De advocaat zal de vrijlating bepleiten.’ Ik geloofde er geen snars van. De beschuldigingen waren niet licht en zo’n onderzoek vergt enige tijd. Het resultaat was natuurlijk dat de aanhouding werd bevestigd. Pol zat weer diep in de put, maar de advocaat zou nogmaals redding brengen. ‘We gaan in beroep’, kreeg de cliënt te horen. Dan pleit de verdediger voor de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Gent – op verplaatsing en op een hoger rechtsniveau, dat is kassa-kassa. ‘Een slechte optie’, zei ik Pol. ‘De KI beoordeelt hetzelfde dossier als de raadkamer. Dat betekent in de praktijk dat het onderzoek stilligt. Zo snij je in je eigen vel.’ De man had er uiteraard geen oren naar. De KI zou hem zeker vrijlaten, zijn advocaat had het beloofd! Maar zoals ik voorspeld had, ging dat feest niet door. Bovendien verlengde de raadkamer daarna nogmaals de aanhouding, omdat het onderzoek door de procedure in beroep vertraging had opgelopen. Dit was geen alleenstaand geval. Het gebeurt vaak dat gedetineerden beroep aantekenen tegen de voorlopige hechtenis, zonder enige kans op slagen. Soms is het de gevangene zelf die mordicus in hoger beroep wil, ook als de verdediger het afraadt. Maar bepaalde advocaten doen nauwelijks de moeite om hun cliënt tot rede te brengen. Sommigen suggereren maar al te graag de mogelijkheid om naar de KI te gaan. Het gebeurt wel vaker dat raadslieden een procedure beginnen die vooral henzelf ten goede komt. Neem nu het cassatieverzoek na assisen, wat zelden tot een verbreking leidt. Toch heb ik meerdere
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
11
veroordeelden gekend, die het probeerden, uiteraard allemaal tevergeefs. Sommigen van hen waren duidelijk slecht geïnformeerd. ‘Volgens de advocaat maak ik een goede kans’, luidde het dan. Het enige resultaat was dat de cliënt weer een smak geld kwijt was aan honoraria. Ik vond het wraakroepend. Een veroordeelde is vaak al blut, terwijl de schulden zich opstapelen: erelonen, gerechtskosten, een geldboete, de schadevergoeding voor de burgerlijke partij...
Geloof en vertrouwen De meeste gedetineerden luchten tegenover de gevangenbewaarder spontaan hun hart, ook over hun advocaat. Veel cliënten – misschien wel een kleine meerderheid – zijn licht tot zwaar ontgoocheld over de prestaties van de raadsman. Wellicht koestert een aantal cliënten te hoge verwachtingen. In andere gevallen presteert de advocaat effectief ondermaats; de raadsman kent nauwelijks het dossier, het pleidooi is hooguit wat kortstondig gemurmel, de verdediger is ongeïnteresseerd... Er zijn vooral klachten over advocaten die pleiten voor minvermogenden, soms jonge broekjes. Er zijn natuurlijk ook gedetineerden – wellicht een grote minderheid – die wél tevreden zijn over hun advocaat. Zij hebben het gevoel dat de pleiter het onderste uit de kan haalde. Veel heeft te maken met de persoonlijkheid en het engagement van de verdediger, plus een goede, eerlijke communicatie die geen onvervulbare verwachtingen creëert. De tevredenheid stoelt eerder op emotionele componenten dan op rationele overwegingen. Het lijkt een geloofskwestie. Som-
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
12
mige rechtzoekenden hebben een blind geloof in hun advocaat, die ze fanatiek verdedigen, ondanks de hoge kostprijs, zelfs als het gewenste resultaat uitblijft. Een patiënt die een riskante operatie moet ondergaan, legt zijn leven in handen van de chirurg. Een rechtzoekende met een zwaarwichtige strafzaak die de rest van zijn leven zal bepalen, is even weerloos. De cliënt kan enkel hopen dat de advocaat geen half werk levert en de boel niet verknalt.
Voor wat, hoort wat Verdedigers staan snel ter beschikking voor gedetineerden, maar voor een strafpleiter tot actie overgaat, wil hij geld. Omdat zoiets wat grof klinkt, gebruiken advocaten de term ‘provisie’, om te verhullen dat ze gewoon een vooruitbetaling willen voor nog te leveren diensten. Ik heb vele tientallen gedetineerden gevraagd of ze wisten wat een provisie was en dat leverde erg vage antwoorden op. De meesten hadden het over ‘kosten’, al wisten ze niet om welke uitgaven het ging. Velen veronderstelden dat die arme raadsman zelf in de geldbeugel moest tasten om bepaalde procedures aan te spannen. Weinigen wisten dat het enkel om een stom voorschot ging. Het is begrijpelijk dat advocaten zich indekken tegen wanbetalers. Niet alle gedetineerden zijn solvabel en eens weer vrij hebben sommigen nog maar weinig zin om hun raadsman te betalen. Toch vind ik de praktijk redelijk grof.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
13
Stel: je bent ernstig ziek en je voelt je slechter dan ooit. Wat zou je er van denken mocht de arts geld willen nog voor hij de eerste onderzoeksdaden stelt? Vragen bouwondernemers of autoherstellers een voorschot voor ze een offerte opmaken?
Het gangbare bedrag voor een provisie is 250 euro. Maar het kan meer zijn, zelfs beduidend meer. Een raadsman mag vragen wat hij wil. Ook tijdens de procedure, wanneer het honorarium aardig aantikt, worden vaak voorschotten gevraagd, op een moment dat de client in een bijzonder zwakke positie verkeert. Laat de betaling op zich wachten, dan reageert de advocaat duidelijk ontgoocheld, enigszins de indruk wekkend dat zijn interesse voor de zaak verflauwt. Een subtiele, maar erg efficiënte vorm van chantage, want de drenkeling kan zijn reddingsboei natuurlijk niet missen. Gedetineerde Koos was een psychopaat die honderden advocaten een prangende brief stuurde, gewoon voor de fun. Hij had zogezegd rechtsbijstand nodig en tijdens het onderhoud in de gevangenis deed Koos zich voor als een excentrieke multimiljardair, die de advocaat een reusachtige beloning beloofde. Met zijn uitzonderlijke overtuigingskracht kon de gedetineerde psychopaat tientallen raadsmannen en raadsvrouwen overhalen om stiekem en tegen alle regels in een buitenlandse bankrekening te openen.
Advocaten mogen onder geen beding giften aanvaarden, alleen gefactureerde erelonen via de officiële bankrelatie. Zowel neofieten als gevestigde waarden liepen in de val. Meteen had Koos deze advocaten in zijn macht, ermee dreigend de stafhouder in te lichten. Hij liet hen allerlei opdrachten vervullen en hij dwong sommigen om hem in de spreekruimte voor advocaten urenlang gezelschap te houden, zelfs op zondag.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
14
De vermeende miljardair kon diverse dames overhalen om ‘seksueel opgeilende gesprekken’ te voeren. Op zijn vraag hulden sommigen zich in spannende jeans of lederen pantalons. Koos beweerde ook dat er frequent handtastelijkheden waren. In de spreekplaatsen gebeurden alvast vreemde dingen, enkele raadsvrouwen alludeerden er zelfs op in de briefwisseling met hun cliënt. De psychopaat liet mij en anderen die brieven lezen, het bewijs leverend van zijn avontuurtjes. Niet dat hij een flamboyant voorkomen had, hij miste heel wat tanden en zijn spraakprobleem was soms hallucinant. Een respectabel aantal advocaten liet zich maar één keer vangen, maar vele tientallen van hun confraters – ze kwamen uit heel Vlaanderen – raakten in Koos’ netten verstrikt. Geen van hen kreeg ooit een cent van de milde miljardair, al stuurden ze gretig rekeningen. Koos had een loodzware klasseermap voor onbetaalde advocatenfacturen, met provisies en honoraria om van te duizelen. De duurste afrekening die ik ooit zag, vermeldde het verbijsterende bedrag van een half miljard frank, zonder dat die raadsman één keer pleitte of iets concreets presteerde. ‘Wie is hier de oplichter?’ liet Koos vaak opmerken. Hij achtte de inhaligheid en het gebrek aan moraliteit van de advocaten bewezen.
Bescheidenheid en gematigdheid? De advocaten begroten hun ereloon met de bescheidenheid die van hun ambt moet worden verwacht (artikel 446ter van het Gerechtelijk Wetboek). Toen ik dat las, rolde ik van mijn stoel. De wet gebiedt de advocatuur financiële bescheidenheid! Leve het Belgische surrea-
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
15
lisme. Volgens datzelfde wetsartikel moet het honorarium met billijke gematigdheid worden vastgesteld. Voor veel cliënten is dat verrassend nieuws, want in tal van ereloonstaten zijn bescheidenheid en gematigdheid ver te zoeken. De verdediger kan rekening houden met de financiële draagkracht van de cliënt, het spoedeisende karakter, de moeilijkheidsgraad, de aard van het werk, ervaring, deskundigheid, het behaalde resultaat... Het is in België evenwel verboden om het loon helemaal afhankelijk te maken van een positief resultaat. ‘No cure no pay’ heet zoiets. Dan wordt de verdediger alleen betaald als zijn cliënt het pleit wint. De advocaat moet cliënten op voorhand informeren over het honorarium. Het Gerechtelijk Wetboek gebiedt de raadsman zijn ereloon te begroten – dat betekent nog altijd: schatten, ramen, voorlopig berekenen... De verdediger moet dus vooraf, op zijn minst bij benadering, het ereloon bepalen. In de praktijk echter zijn prijsafspraken veeleer uitzonderlijk. Dat bleek ook uit een onderzoek van Testaankoop, waarbij de verbruikersunie anonieme enquêteurs op pad stuurde. Ik heb honderden gedetineerden gevraagd of ze wisten hoeveel de rechtsbijstand hen zou kosten. De meesten hadden geen flauw vermoeden. Zij die wel naar de prijs informeerden, kregen meestal nietszeggende antwoorden. Slechts af en toe kon iemand er een cijfer op plakken, meestal klanten voor het hof van assisen. Nieuwe gevangenisverblijvers zijn vaak totaal ontredderd, piekerend over het zwarte gat dat toekomst heet. Voor wie dag en nacht in een cel mentaal wegkwijnt, groeit de advocaat uit tot een mythische figuur die de nachtmerrie kan stoppen. En als de heilsprofeet eindelijk ten tonele verschijnt, val je hem zeker niet lastig met platvloerse vragen over materiële bijkomstigheden.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
16
Veel gedetineerden zijn te beduusd om pertinente vragen te stellen over het honorarium. Maar blijkbaar brengen advocaten het ereloon evenmin te berde, ze vinden het vanzelfsprekend dat de cliënt diep in de geldbeugel tast.
Dure vogels Advocaten zijn zelfstandige ondernemers, al zijn ze niet btwplichtig. Veel mensen veronderstellen dat het ereloon van de verdediger ook een flink stuk btw bevat. Zoals die boer in de gevangenis, die net een gepeperde rekening had ontvangen. ‘Alles is duur tegenwoordig’, zuchtte hij. ‘Dat kan ook niet anders, met 21 procent btw erbij.’ Veel cliënten beseffen niet dat het honorarium integraal in de zak van de raadsman verdwijnt. De Orde van Vlaamse Balies beweert nog steeds dat rechtsbijstand niet duur is. De man en de vrouw in de straat denken er duidelijk anders over. De formule Een Eerste Raad kostte oospronkelijk 25 euro, maar veel kantoren vragen 40 tot 50 euro, ook als het verkennende onderhoud hooguit een kwartiertje duurt. Volgens Testaankoop is het nog erger: de eerste consultatie kan evengoed 160 euro kosten. Vijftig euro voor een kort gesprekje is veel geld voor cliënten met een klein inkomen, maar advocaten beschouwen dat nog altijd als een uitzonderlijke gunstprijs. Alleen al het openen van het dossier kan 50 euro kosten, al zijn sommige dossiers zo zwaarwichtig dat het openen ervan kan oplopen tot 300 euro of meer. ‘Een courant advocatenereloon ligt vandaag de dag rond 110 à 120 euro per uur’ (De Standaard 3 maart 2008). Zelf schat ik het
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
17
tarief van een gemiddelde verdediger iets hoger in. Erg misleidend is het indicatief basisbedrag dat bepaalde kantoren vermelden. De prijs lijkt aannemelijk, pakweg 75 euro per uur, maar er zijn correctiecoëfficiënten. Voor een dringend dossier verhoogt het ereloon met 50 procent. Gaat het om een wat ingewikkelder zaak of is de verdediger naar eigen zeggen bijzonder onderlegd in de materie, betaal je ook flink meer. Voor je het weet, betaal je het dubbele of meer van het basisbedrag. Voeg daarbovenop allerlei administratieve kosten (telefoon, fax, briefwisseling...) en kilometervergoedingen. Het honorarium kan ook gereduceerd worden, als de verdediger nog stagedoend is of minder dan acht jaar ervaring heeft. Dan ligt het ereloon 40 en 20 procent lager. Een advocaat kan minder begoede cliënten korting geven, voor zover hij zin heeft om zijn kostbare tijd te verliezen aan een arme drommel. De honoraria lijken steeds sneller te stijgen. Het Nederlandse gemiddelde bedraagt al 175 euro per uur. Volgens een Nederlandse kostte een advocaat bij de noorderburen tussen 175 en 300 euro per uur, in 2008. Op het internet afficheerde een kantoor uit Rotterdam het tarief van 205 euro, exclusief btw en exclusief 5 procent kantoorkosten, wat werd aangeprezen als een redelijk tarief – ‘anderen vragen meer dan 300 euro per uur’. Bepaalde advocaten schrijven gedetailleerde facturen, op basis van timesheets of prestatiefiches. Anderen houden het bij bijna cryptische omschrijvingen. Vooral jonge verdedigers, nog wat onwennig in het vak, maken erg uitgebreide ereloonstaten op, alsof ze zich willen verantwoorden, beseffend dat ze veel geld vragen voor kleine inspanningen.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
18
Vergeet het dat een raadsman continu grootse intellectuele prestaties levert. Qua juridische complexiteit is het gros van de dossiers gewoon peanuts.
Voor een advocaat met enige ervaring zijn de meeste rechtszaken hooguit een leuke oefening. Het contact met de cliënt en de lezing van het dossier vergen de meeste energie.
Pak-de-poen-show Ondanks wettelijke voorschriften en ethische normen deinzen veel advocaten er niet voor terug om hoge honoraria te eisen. Hoe groter de faam van de pleiter, hoe duurder, al sturen ook minder bekende verdedigers gepeperde rekeningen. Een bejaard echtpaar, beschuldigd van pedofilie, werd door een topadvocaat vrijgepleit. Hun commentaar: ‘Elke keer dat we meester Vermassen zagen, kostte ons dat 100.000 frank. Zes keer in totaal.’ (Humo 27 juni 2006.) Vermaarde advocaten zijn niet weggelegd voor mensen met een modaal inkomen. Die moeten zich behelpen met mindere goden of met beginnelingen. Een aantal hoogleraren in de rechtsgeleerdheid combineert het professoraat met een florissante advocatenpraktijk. Reeds in 1999 factureerde een befaamde professor 8000 frank per uur, ongeacht of het ging om gevangenisbezoeken, studiewerk ten kantore of autoritjes. Zijn ereloonnota betrof een flutdossiertje – het imaginaire probleem van een psychopaat – maar de rechtsgeleerde stak blijkbaar veel tijd in deze zaak, goed voor een duizelingwekkend honorarium.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
19
Voor een flink deel van de advocatuur is rechtshulp verworden tot pure business. Op de inhaligheid van sommigen lijkt geen maat te staan.
Zelfs weerloze illegalen worden uitgebuit. ‘Vaak zien advocaten vluchtelingen als een gemakkelijke bron van inkomsten’, zei een directeur van een centrum voor asielzoekers in het weekblad Knack. ‘Sommige pro-Deo’s durven toch nog geld te vragen. De asielzoeker weet meestal niet wat hij moet doen en betaalt gewoon. Maar vooral bij de privéadvocaten is er veel misbruik. Ik heb ooit een advocaat 3000 dollar weten vragen voor een simpele Dublinovername. Ik probeerde die vrouw uit te leggen dat gewoon de wet werd toegepast, maar haar advocaat had haar wijsgemaakt dat het zijn verdienste was. En sommige advocaten vragen asielzoekers extra geld voor een gesprek.’ (Knack 5 december 2007.) Tegen een te geldzuchtige verdediger moet de cliënt zelf in het verweer gaan. Maar hoeveel mensen beginnen die ongelijke strijd? Als je de orde van advocaten om bemiddeling vraagt, ga je bij de duivel te biechten en als wanbetaler zit je meteen in het verdomhoekje. Je kunt de raadsman ook voor de rechtbank slepen. Moet je dan een andere advocaat inschakelen en nog meer erelonen betalen?
Pro Deo? De grondwet garandeert het recht op een menswaardig leven, wat onder meer het recht op sociale, juridische en geneeskundige bijstand omvat. Juridische bijstand is dus een grondwettelijk recht, je mag je altijd laten bijstaan door een advocaat. Op eigen kosten wel-
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
20
teverstaan. Alleen als je een piepklein inkomen hebt, betaalt de overheid de raadsman. Een wet uit 1998 voorziet twee vormen van gesubsidieerde rechtshulp. De eerstelijnsbijstand omvat praktische inlichtingen, een eerste advies of de doorverwijzing naar gespecialiseerde diensten. Deze gratis service, ongeacht het inkomen, biedt weinig soelaas. Alleen heel eenvoudige vragen krijgen een mondeling antwoord. Verder moet de burger het zelf uitzoeken. In de tweedelijnsbijstand – de vroegere pro-Deowerking – biedt een toegewezen advocaat omstandig juridisch advies en bijstand voor de rechtbank. Alleen wie behoorlijk onder de armoedegrens zit, krijgt gratis rechtshulp. De kosteloze rechtsbijstand is het schaamlapje van de democratische rechtsstaat.
De gesubsidieerde rechtsbijstand voor minvermogenden is een miskleun. Enerzijds moeten nog veel rechtzoekenden met een bescheiden inkomen op eigen kosten een advocaat engageren, anderzijds is de rechtshulp vaak van twijfelachtige kwaliteit. Niet zelden is de gesubsidieerde pleiter een beginneling die nog wankel op de beentjes staat, al kunnen ook volwaardige advocaten vrijwillig in het systeem stappen. De economisch zwakken komen niet met dezelfde wapens voor de rechter. Financieel sterken kunnen uitstekende advocaten inhuren, minvermogenden moeten het doen met pleiters van tweede of derde garnituur.
Rob had iemand doodgeslagen voor een volstrekt belachelijke geldkwestie, een ruzie tussen drinkebroers, in de marge van de samenleving. Hij zag er nogal schrikbarend uit, met lange, gitzwarte haren en vlammende ogen in een mager gezicht, maar Rob liet zich nooit
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
21
opmerken. Zonder drank was hij een bedeesde jongen, die zo goed als nooit uit zijn schulp kwam. Beetje bij beetje, naarmate het vertrouwen groeide, vertelde Rob mij zijn verhaal. Hij was opgegroeid in een groot gezin waar conflicten met de vuisten werden beslecht. Meer slagen dan familiale warmte. Een goede advocaat had iets voor Rob kunnen doen, denk ik. Zijn kompaan Max, ook beschuldigd van moord, was een welbespraakte, onverschrokken leidersfiguur die geen enkele confrontatie uit de weg ging. ‘Hij heeft me meegesleurd’, beweerde Rob. Om nog iéts van zijn leven te redden besloot Rob een bekende advocaat te consulteren. Die vroeg via zijn assistent niet minder dan anderhalf miljoen frank. Met Robs verleden van instabiliteit, drank en agressie viel immers geen eer te rapen voor een beroemde pleiter. Daarom mocht het iets meer kosten voor een marginaal. ‘Ik kan dat niet betalen’, reageerde Rob onthutst. ‘Heb je geen grootmoeder die haar huisje kan verkopen?’ vroeg de raadsman onbewogen. Dat wou Rob niet en hij ging met een pro-Deoadvocaat naar assisen, hij kreeg de maximumstraf. Een sterkere advocaat had voor de zielige, bedeesde meeloper wellicht een kleinere straf uit de brand gesleept. Formeel is er rechtsgelijkheid, in werkelijkheid is de onrechtvaardigheid schrijnend. Het parlement en de advocatuur malen er niet om, de onderlaag van de bevolking is onmondig en onmachtig.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
22
Idealisten? Door de subsidiëring van pro-Deoadvocaten ontstond een nieuw segment binnen de balie: de sociale advocatuur. Deze advocaten leggen zich toe op de kosteloze rechtshulp voor minderbegoeden, gedetineerden, minderjarigen en asielzoekers. Hun vergoeding wordt berekend aan de hand van een officiële tarieventabel (Belgisch Staatsblad 30 december 1999), waarin elke prestatie een aantal punten krijgt. Een consultatie in het kantoor kost één punt, een onderhoud in de gevangenis het dubbele. De verdediging voeren voor de politierechtbank is 8 punten waard, tegenover 15 punten voor de correctionele rechtbank – als er burgerlijke partijen zijn komen er telkens 7 punten bij. Eén dag voor het hof van assisen levert al 25 punten op. Tot 2009 was een punt – niet te verwarren met een uurloon – zowat 24 euro waard, tegenwoordig bijna 27 euro. Nemen we het voorbeeld van een subsidieadvocaat die op een maand tijd vier keer naar de raadkamer gaat, vier keer naar de correctionele rechtbank en acht keer naar de gevangenis voor een bespreking met de cliënt. Deze zestien prestaties – een drukke praktijk kun je dit niet noemen – leveren al 100 punten op, goed voor 2400 euro. Voegen we er nog een aantal dossiers aan toe: vier keer in beroep bij tegen Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen, twee zittingen van de detentierechtbank en twee bij de jeugdrechter. Met deze 100 extra punten verdubbelt de verdediger zijn inkomen tot 4800 euro bruto. Hoeveel prestaties een gemiddelde subsidieadvocaat maandelijks verricht, is mij niet bekend, maar het levert blijkbaar een leefbaar inkomen op. Niet dat de advocaat zich voor dat geld in het zweet werkt. Meestal gaat het om routinezaken: een betrapte dief, vernielingen, agressie... Een aantal verdedigers doet zelfs niet de
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
23
moeite om iets te zeggen voor de raadkamer. ‘Wij zullen de beschikking aanvaarden’, klinkt het dan. Soms weet de advocaat hooguit bij benadering wat er in het dossier staat. In zijn boek De Affaire Justitie beweert advocaat Van Steenbrugge zelfs dat proDeo’s er belang bij hebben dat een verdachte in voorlopige hechtenis blijft, want elke zitting brengt geld op. Het idealisme van de sociale advocatuur is heel relatief. Deze pleiters kunnen hooguit van enig idealisme worden verdacht omdat hun confraters voor hetzelfde werk beduidend hogere erelonen incasseren.
Oplossingen? Een verplichte rechtsbijstandsverzekering, vergelijkbaar met de ziekteverzekering, is geen optie, want dan betaalt iedereen mee om de advocatuur vet te mesten. Een grootschalige verzekeringsoperatie zou de togadragers zelfs de kans bieden nog hogere prijzen te vragen. Een vrijwillige rechtsbijstandsverzekering kan soelaas bieden, maar voor veel minder begoeden is zo’n bijkomende verzekering gewoon te duur. Zij zijn eens te meer de pineut. Inmiddels heeft de wetgever een andere oplossing uitgedokterd: de verhaalbaarheid van de erelonen. Vanaf 1 januari 2008 moet de rechtzoekende die ongelijk krijgt, goeddeels opdraaien voor de advocatenkosten van de tegenpartij. Josée, een voormalige naaister uit Herne, had een pensioen van 879 euro. Ze brak haar dijbeen in een slecht verlicht treinstation, door een belachelijk houten trapje dat bedoeld leek om mensen
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
24
te laten vallen. Josée wou de medische kosten, zo’n 2000 euro, verhalen op de NMBS, maar volgens de rechter in beroep moest Josée maar beter uitkijken. Omdat ze ongelijk kreeg, moest de naaister ook nog eens 1356 euro betalen voor de NMBS-advocaat, bovenop de erelonen van haar eigen raadsman en een ingehuurde deskundige. De hele rechtszaak kostte haar 5000 euro. De gepensioneerde uit Herne had de euvele moed om een volgens haar terechte schadevergoeding te vorderen. Verdient zij daarom een financiële afstraffing? Je recht halen via een neutrale instantie, is toch een verworvenheid van de rechtsstaat! De verhaalbaarheid van advocatenkosten is een rampzalige vergissing. 1. De rechtsplegingsvergoeding is weliswaar begrensd, maar verdedigers van winnende partijen kunnen het honorarium stilletjes aandikken. De tevreden cliënt maalt er niet om, want de verliezer betaalt mee. 2. Je eigen advocaat vergoeden én ook nog eens opdraaien voor de pleiter van de tegenpartij is een financiële ramp voor mensen met een bescheiden inkomen. 3. Minder vermogende burgers durven niet eens meer procederen, ook niet voor het verdedigen van erg rechtmatige belangen. Zij worden extra benadeeld als de tegenpartij de financiële middelen heeft om een erg beslagen verdediger te engageren, of zelfs een topadvocaat. Kapitaalkrachtigen zijn weer in het voordeel en vooral advocaten worden er beter van. Het systeem waarin de verliezer betaalt, is in bepaalde gevallen billijk, in veel andere gevallen zal de onrechtvaardigheid alleen maar toenemen.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
25
2 Recht en waarheid
De advocaten oefenen vrij hun ambt uit ter verdediging van het recht en van de waarheid. (Artikel 444 van het Gerechtelijk Wetboek.)
Een advocaat mag nog steeds niets doen wat tegen de wet indruist, maar soms heb ik het gevoel dat hij zich daar weinig van aantrekt. (Rechter Henri-Paul Godin, Knack 18 februari 2004)
Niets dan de waarheid Tussen de Engelse woorden ‘lawyer’ (advocaat) en ‘liar’ (leugenaar) is slechts een klank verschil. Geen wonder dat de twee begrippen in de Verenigde Staten spelenderwijs door elkaar worden gehaspeld, alsof advocaten gepatenteerde leugenaars zouden zijn. Dat resulteerde in de komische film Liar Liar, over een advocaat die het liegen niet kan afleren, zelfs niet tegenover zijn zoontje. Amerikanen hebben geen hoge pet op van advocaten. Lawyers worden in de VS algauw aanzien voor geldwolven en professionele leugenaars.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
26
Op een rustige zondagnamiddag in de bajes ging ik praten met Yvo, die de volgende dag moest terechtstaan voor het hof van assisen. Geen klein bier en ik maakte er een gewoonte van om op zo’n cruciaal moment een bezoekje te brengen in de cel, wat altijd positief onthaald werd. Op zo’n zondag zaten de beschuldigden toch maar eindeloos te piekeren, in alle eenzaamheid, en de meesten hadden nood aan een goed gesprek. Yvo lag op bed, rustig televisie kijkend. Blijkbaar maakte hij zich geen zorgen. Hij apprecieerde mijn komst, er meteen aan toevoegend dat ik vele maanden te vroeg kwam. ‘Hoezo, te vroeg? Je staat op de lijst om morgen naar assisen te gaan.’ ‘Klopt, maar het proces wordt uitgesteld.’ ‘Ach zo...’ ‘De advocaat kan zich deze week niet vrijmaken en hij zal iets verzinnen om het proces te laten uitstellen. Een of andere deskundige zal zich ziek melden.’ ‘Ach zo...’ Ik liet Yvo verder televisie kijken en even later werd ik bij de portier ontboden om een advocaat naar de spreekkamer te begeleiden. Het was Yvo’s verdediger, een rijzende ster binnen de advocatuur. Nu, jaren later, heeft de man het helemaal gemaakt. Om de haverklap zie je hem op tv, in nieuwsuitzendingen, actuamagazines, duidingsprogramma’s, talkshows... Alsof hij een vast verblijf heeft bij de openbare omroep. ‘Meester, u hier!’ begroette ik hem verbaasd. ‘Uw cliënt zegt dat het proces verdaagd wordt, minstens tot na de zomer.’ De eerbiedwaardige pleiter verschoot van kleur. ‘Dat is niet waar!’ brieste hij. ‘Er is geen uitstel. Morgen begint het proces zoals voorzien. Daarom kom ik overleggen met mijn cliënt.’
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
27
Ik stond perplex. Wie mocht ik nog geloven? ‘Yvo is er nochtans zeker van...’ ‘Niks van’, blafte de verdediger arrogant. Na het overleg mocht Yvo niet meer met mij praten. Met een brede glimlach gaf hij te kennen dat zijn mond verzegeld was. Ongetwijfeld had de verdediger Yvo duchtig ingepeperd dat hij die vervelende, bemoeizuchtige cipier geen snipper informatie meer mocht geven. De dag erop ging Yvo netjes gekamd en gekleed naar het hof van assisen, waar het proces – wonder boven wonder – werd uitgesteld. Een cruciale wapendeskundige had zich ziek gemeld en het hof moest het proces verdagen. De kandidaat-juryleden mochten opkrassen en enkele maanden later moest de hele papierwinkel worden overgedaan om getuigen en potentiële lekenrechters op te roepen. En dat alles omdat het proces niet paste in de planning van mijnheer de advocaat. Sindsdien is die strafpleiter voor mij de vleesgeworden onwaarheid, gehuld in toga, al komt de mediagenieke advocaat nog zo vaak op televisie.
Strijders voor recht?
Een advocaat is een medewerker van het gerecht, die moet helpen bij het tot stand komen van een rechtvaardig vonnis. Ik kan niet genoeg het belang van de deontologie bij de advocaten benadrukken. (Rechter Alain Bloch, Knack 31 augustus 2005)
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
28
Ondemocratische regimes bieden politieke tegenstanders weinig kans op een eerlijke rechtsgang. Dictaturen beogen niet zozeer rechtvaardigheid, maar het bestendigen van de macht. Er is willekeur en de uitwassen zijn bekend: onrechtmatige arrestaties, folteringen, strafkampen en in het ergste geval regelrechte liquidaties. In zulke situaties zijn advocaten bij uitstek de strijders voor gerechtigheid, zij proberen te voorkomen dat het machtsapparaat weerlozen slecht behandelt en onterecht veroordeelt. Ook in een democratische rechtsstaat, waar de macht ondergeschikt is aan onaantastbare rechtsprincipes, worden wel eens burgers ten onrechte aangeklaagd en veroordeeld, zij het wellicht onbewust of onbedoeld. Elk rechtsstelsel kan slechte justitie opleveren, waarbij onrecht en onwaarheid rechtskracht krijgen. Er zijn twee vormen van justitieel onrecht. 1. Het vaakst in een dictatoriaal systeem: de verdediging maakt geen kans om een onterechte beschuldiging te weerleggen. De onterechte veroordeling creëert nieuw onrecht. 2. Het vaakst in een democratische rechtsstaat: de verdediging misbruikt de geboden kansen. Door een juridische spitsvondigheid of een listige tactiek gaat een schuldige vrijuit. Onterechte buitenvervolgingstellingen of onterechte vrijspraken houden het onrecht tegenover de slachtoffers in stand. De opdracht van de advocatuur is glashelder: verdedigers moeten altijd streven naar goede rechtspraak, die de waarheid dient en recht laat geschieden.
Dat is allesbehalve een ideële wens van naïeve dromers. Dit principe is het fundament van de advocatuur. Artikel 444 van het Gerechtelijk Wetboek stelt letterlijk: ‘De advocaten oefenen vrij hun ambt
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
29
uit ter verdediging van het recht en van de waarheid.’ Kan het duidelijker? Om de titel van advocaat te mogen voeren, moeten de kandidaten deze plechtige eed afleggen: ‘Ik zweer (...) dat ik (...) geen zaak zal aanraden of verdedigen, die ik naar eer en geweten niet geloof rechtvaardig te zijn’ (art. 429 van het Gerechtelijk Wetboek). Het gaat om een letterlijke vertaling uit het Frans: ‘Je jure (...) de ne conseiller ou défendre aucune cause que je ne croirai pas juste en mon âme et conscience’. De advocateneed is enigszins vergelijkbaar met de eed van Hippocrates, waarmee artsen beloven zonder onderscheid de gezondheid van de patiënt centraal te stellen en nooit medische kennis aan te wenden voor onmenselijke praktijken. Volgens bepaalde rechtsgeleerden impliceert de advocateneed dat je niet ontkent wat waar is en dat je niet aanvoert wat onwaar is. Het negeren of het bestrijden van de waarheid is volgens hen fundamenteel onrechtvaardig. Met hun beroepseed engageren advocaten zich om permanent te streven naar waarheid en gerechtigheid.
Goede rechtspraak, die gerechtigheid genereert, is van algemeen belang. 1. Iedere burger kan met justitie te maken krijgen, als beklaagde of als slachtoffer van een misdrijf. 2. Weinigen blijven ongevoelig voor onrecht en voor het leed van slachtoffers. Iedere rechtgeaarde burger wil gerechtigheid. 3. Elke rechtschapen mens revolteert als rechtspraak tot onrecht leidt. 4. Onrecht kan leiden tot beroering en escalerende conflicten.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
30
Om de maatschappelijke rust te garanderen moet het rechtssysteem slachtoffers in bescherming nemen en zwakken behoeden voor onrecht. Advocaten spelen daarbij een essentiële rol. Het verdedigen van het recht en van de waarheid zou de gouden draad moeten zijn in de carrière van alle pleiters. Maar vervullen zij die nobele opdracht? Is goede justitie steeds het ultieme streefdoel? Waarheid en recht zijn de pijlers van de rechtsstaat. In een samenleving zonder waarheid en gerechtigheid is iedereen vogelvrij, ten prooi aan laster en bedrog of het mogelijke slachtoffer van valse beschuldigingen, terwijl werkelijke daders ongemoeid worden gelaten.
Eigenbelang eerst!
Het evenwicht tussen de verdediging van een cliënt en de bekommernis om rechtvaardigheid en degelijke rechtspraak is helemaal verstoord. (Rechter Henri-Paul Godin, Knack 18 februari 2004)
Reeds bij de eerste ondervraging had Gunther ruiterlijk toegegeven dat hij het misdrijf pleegde. Het was de eerste keer dat hij in de gevangenis kwam en de jongeman maakte zich zorgen om zijn toekomst. ‘Welke straf zou ik krijgen?’ vroeg hij allerlei mensen, gedetineerden en bewaarders. ‘Omdat je goed meewerkt met het onderzoek, kan het meevallen’, zei ik. ‘Je hebt duidelijk spijt en je bent nog jong.’
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
31
Gunther sprong een gat in de lucht toen hij na enkele dagen werd opgeroepen voor een onderhoud met de advocaat. Een half uur later kwam hij terug, met een bedrukt gezicht. ‘Kan ik je even spreken?’ klonk het dof, alsof hij het slechtst mogelijke nieuws had vernomen. Zodra het kon, zocht ik Gunther op in zijn cel. Hij zat op het bed, met de handen in het haar. ‘Weet je wat die advocaat zegt?’ begon hij. ‘Dat ik mijn verklaring moet intrekken!’ Volgens de strafpleiter was de bewijslast mager en kon Gunther alles ontkennen, om de dans te ontspringen. De jongen leek erg aangeslagen en hij keek me vragend aan. ‘Dat kan toch niet’, zei hij. ‘Wat moeten de speurders en de onderzoeksrechter van mij denken? Wat zou jij doen?’ Zoals altijd adviseerde ik om de waarheid op te biechten, als eerste stap in het herstelproces. Daders moeten in het reine komen met zichzelf, met de slachtoffers en met de gemeenschap. ‘Jij bent de opdrachtgever’, zei ik tot Gunther. ‘Ben je het niet eens met de strategie van je advocaat, dan gooi je hem buiten!’ Maar dat lag moeilijk. Het ging om de raadsman van Gunthers ouders, die ook geraadpleegd werd voor zakelijke aangelegenheden. Uiteindelijk bleef Gunther bij zijn verklaringen, de verdediger vond dat ‘erg dom’. Moeten we echt geloven dat alle advocaten integere strijders voor gerechtigheid zijn? In werkelijkheid primeert al te vaak het enge, individuele belang van die ene cliënt, ten nadele van de collectieve behoefte aan rechtvaardigheid.
In zijn boek Tochtgenoten – Advocaat van slachtoffers legt raadsman Paul Quirynen de vinger op de wond. ‘De vrijheid van handelen van een advocaat is niet absoluut, want hij heeft een maatschappelijke opdracht: ter verdediging van het recht en de waar-
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
32
heid. Hij mag zich niet blindelings laten leiden door het strikte eigenbelang van zijn cliënt, zich laten verleiden door carrièreplanning en de hang naar publiciteit.’ Gunthers raadsman was zeker geen alleenstaand geval. Ik ving wel vaker echo’s op van beklaagden, die met hun advocaat een strategie uitdokterden om de waarheid professioneel geweld aan te doen. Dit soort verdedigers wil mordicus voorkomen dat recht geschiedt, artikel 444 en de plechtige advocateneed feestelijk aan hun laars lappend.
De nv Onrecht
Advocaten hebben te vaak belang bij de uitkomst van een vonnis en dat is nefast voor het recht en de democratie. (Rechter Alain Bloch, Knack 31 augustus 2005)
Hoe hoger de inzet, hoe meer geld ermee gemoeid is, hoe meer juridische mist en hoe makkelijker de advocaten zich laten afleiden van hun kerntaak: het vinden van de waarheid. (Rechter Henri-Paul Godin, Knack 18 februari 2004)
Advocaten beweren graag dat ze voor hun cliënten tot het uiterste moeten gaan. Maar iemand verdedigen verplicht de raadsman geenszins de waarheid te vermoorden en het recht te saboteren.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
33
Het recht op verdediging wordt meer dan eens misbruikt om schuldigen vrij te pleiten, de schuld van daders te minimaliseren, het leed van slachtoffers te futiliseren of gedupeerden door het slijk te sleuren.
Waarom advocaten van hun verheven missie afwijken, ligt voor de hand: het bepleiten van onrechtmatige belangen is erg winstgevend. Lucratiever in elk geval dan het weigeren van een zaak wegens gewetensbezwaren. Een verdediger die consequent naar waarheid en recht streeft, ligt bij daders minder goed in de markt. Een aanzienlijk aantal delinquenten prefereert een raadsman die de waarheid helpt verdoezelen. Geen nood, daders die liever hun verantwoordelijkheid ontlopen, worden door gretige verdedigers op hun wenken bediend. Het valt op met welk fanatisme bepaalde pleiters trachten belangrijke processen te winnen. Sommigen hebben het rücksichtslos opereren verheven tot huisstijl, met veel aplomb een oorlog voerend tegen iedereen die de belangen van hun cliënten bedreigt: mededaders, slachtoffers, getuigen, confraters, onderzoeksrechters, politiemensen, het Openbaar Ministerie... Een spectaculaire overwinning is niet enkel interessant voor de cliënt, maar ook voor de advocaat zelf, die veel publiciteit krijgt en zijn marktwaarde ziet stijgen.
Een raadsman die af en toe het nieuws haalt met een eclatante victorie, trekt veel cliënten aan, want veel rechtzoekenden willen mordicus een gunstig vonnis, desnoods door een vuile advocatentruc. Voor hyperambitieuze pleiters komen waarheid en recht op de tweede plaats, zij willen vooral de commercieel interessante reputatie vestigen een winner te zijn.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
34
Eigenlijk doen bepaalde advocaten in de rechtszaal aan zelfbediening, soms tot elke prijs, om uit te torenen boven de anonieme kudde van zwartgerokte raadslieden. Met vlijmscherpe machetes hakken ze voor zichzelf een protserige boulevard door het woud van de rechtspleging. Stel: een topadvocaat verdedigt met verve een schimmige onderwereldfiguur, allerminst een nette jongen, die beweert volkomen onschuldig te zijn. Is die crimineel werkelijk onschuldig? Of wil die pleiter mordicus een zoveelste overwinning in de wacht slepen en zijn lucratieve commerce promoten? Hoe geloofwaardig is zo’n advocaat? Wat drijft hem, gerechtigheid of geldzucht? De advocatuur heeft het dermate verkorven dat de twijfel continu aanwezig is. Van strijders voor waarheid en recht zijn advocaten te vaak verworden tot de kruiperige dienaren van leugens en onrecht, om hoogst ergerlijke misdrijven of zware misdaden toe te dekken.
Voor grof geld focussen verdedigers zich op het belang van die éne cliënt, al dan niet rechtmatig, al dan niet ten koste van slachtoffers of het algemeen belang. Het kan sommigen duidelijk niet meer schelen dat ze onwaarheid propageren en onrecht bepleiten. Desnoods ontkennen ze het licht van de zon. Ooit moesten advocaten zich schrap zetten voor een correcte, faire rechtspleging, toen mensenrechten en democratische beginselen nog verre dromen waren. Op vandaag misbruiken sommigen de verworvenheden van de rechtsstaat om gerechtigheid te beletten. Door de verregaande geldzucht van pleiters degenereert de advocatuur stilaan tot een commerciële tumor die het hele rechtssysteem verziekt.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
35
Ondertussen blijft de orde van advocaten boudweg pretenderen dat deze beroepsgroep garant staat voor waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid. Wie gelooft die mensen nog? De plichtenleer is steeds vaker een stinkende schaamdoek om hebberigheid en het misbruik van voorrechten te maskeren.
Onafhankelijkheid
Hebzucht ondergraaft steeds meer de onafhankelijkheid van verdedigers.
Het ambt van advocaat is alleen te combineren met bezoldigde betrekkingen of werkzaamheden die de onafhankelijkheid van de pleiter en de waardigheid van de balie niet in het gedrang brengen. Bijklussen als arbeider of bediende kan niet – dat is wellicht onwaardig – maar een lucratief en prestigieus baantje mag wel: senator, volksvertegenwoordiger, burgemeester, schepen, universiteitsprofessor... Handel drijven is verboden, maar mandaten in handelsvennootschappen vormen dan weer geen probleem. Het Gerechtelijk Wetboek stelt dat advocaten hun ambt vrij uitoefenen en de beroepsvereniging verdedigt de veelgeroemde onafhankelijkheid met hand en tand. Een advocaat mag niet werken in loondienst, ook niet voor de overheid. Het statuut van zelfstandige is verplicht, omdat iedere band van ondergeschiktheid nefast zou zijn. Een advocaat mag nooit werken onder het gezag van een opdrachtgever, want die zou de raadsman kunnen dwingen om een
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
36
onoorbare stelling te verdedigen. Dankzij zijn onafhankelijkheid kan een pleiter met gewetensbezwaren de opdracht weigeren. Dat is de theorie, in de praktijk zijn terughoudendheid en kiesheid soms ver te zoeken, als je vaststelt hoe onbeschaamd sommigen strategieën voeren, die duidelijk bedoeld zijn om het recht te dwarsbomen. De cliënt is koning en de advocaat is blijkbaar zijn dienaar, zelfs voor het bepleiten van zeer egoïstische belangen.
Voor geld kun je bepaalde advocaten om het even wat laten zeggen, je vindt algauw een zwartrok die er brood in ziet om een onrechtmatige stelling te verdedigen. Het riante honorarium is blijkbaar zo’n misselijke vertoning waard. Pleiters zijn alleen nog in theorie onafhankelijk, in werkelijkheid verlagen sommigen zich tot loonslaven zonder veel eer of geweten.
Klopt het eigenlijk wel dat alleen het statuut van zelfstandige onafhankelijkheid kan garanderen? Tegenwoordig hebben veel overheden en instellingen voor openbare dienstverlening een ombudsman of –vrouw. Dat zijn wel degelijk loontrekkenden, maar door bijzondere statutaire regels kunnen zij geheel onafhankelijk opereren en hun werkgever tegen de haren in strijken. En zijn de magistraten – die allemaal een overheidswedde genieten – niet onafhankelijk? Ook zij hebben een speciaal statuut, waarvan de basisprincipes zelfs in de grondwet staan. Waarom zouden verdedigers in loondienst geen statutaire bescherming kunnen krijgen? Bijzondere regels kunnen pleiters met een werknemersstatuut beschermen tegen directieven die strijdig zijn met de verdediging van het recht en van de waarheid, hetzij strijdig met persoonlijke gewetensbezwaren of gevoeligheden.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
37
Spindoctors en woordvoerders De onafhankelijkheid van de advocaat veronderstelt enige professionele afstandelijkheid. Verdediger en cliënt zijn geen onverbreekbare twee-eenheid, een raadsman hoeft zich niet verregaand te identificeren met de opdrachtgever. Zeker buiten de rechtszaal is een gezonde afstand aangewezen. Maar hoe zit het in de praktijk? Door de mediatisering van het hele samenlevingsgebeuren verschijnen advocaten steeds vaker voor microfoons en camera’s. Voor de gratis publiciteit leggen ze gretig verklaringen af over clienten en dossiers. Sommigen sloven zich meteen uit om de opdrachtgever via de media te verdedigen, te vuur en te zwaard. Nog voor het strafonderzoek duidelijkheid bracht, hoor je vaak stoere verklaringen. Vroeger zei een advocaat ‘mijn cliënt blijft erbij dat hij onschuldig is’. Nu verklaren sommigen boudweg ‘mijn cliënt is onschuldig’. In bepaalde gevallen neigt dat zelfs naar waarzeggerij en de professionele afstandelijkheid is ver weg. Pleiters lijken er zich niet meer voor te schamen dat zij zonder enig voorbehoud het woord spreken van hen wiens brood zij eten, als ware slippendragers.
Sensationele rechtszaken kregen altijd al ruime persaandacht, maar nu vinden de media een bondgenoot in de gecommercialiseerde advocatuur – een verderfelijke combine. Een aantal advocaten doet zelfs tijdens het proces via de media aan stemmingmakerij om de publieke opinie of een assisenjury te beïnvloeden, terwijl ze het proces in de rechtszaal moeten voeren. Advocaten zijn niet langer de spindoctors die hun cliënten achter de schermen briefen over de wenselijke communicatie en de te volgen strategie. Verdedigers treden steeds vaker op als de mediageile woordvoerders van hun broodheren. Net als de perschefs
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
38
van ministers of de pr-mensen van grote bedrijven lijken ze geautomatiseerde geloofsverkondigers die de versie van hun opdrachtgever propageren als de ultieme waarheid. Het is de beproefde megafoontactiek: luidruchtig bazuinen tot de boodschap ingang vindt. Wat de ene advocaat met frenetieke stelligheid propageert als de enige, echte waarheid, wordt door de verdediger van de tegenpartij afgedaan als een pertinente leugen. Zo verliest de hele advocatuur aan geloofwaardigheid. Alleen op papier is de advocaat vrij en onafhankelijk, in werkelijkheid gedragen sommigen zich steeds meer als een huurling die voor een smak geld een smerige oorlog voert.
Ooit waren de Belgische advocaten monumenten van onkreukbaarheid en plichtsbesef; heren van stand, stijf van respectabiliteit, die ijverden voor recht en waarheid. Maar is dat goeddeels geschiedenis. Nu zetten vooral de grootmeesters van het schaamteloze opportunisme de toon. Voor steeds meer advocaten lijkt de inhaligheid te primeren, zelfs ten koste van de gerechtigheid.
Donkere cenakels Je kunt de reacties van individuele advocaten op dit soort kritiek zo voorspellen. Ja, maar... ik ben integer. Ik ben niet commercieel ingesteld. Ik geef blijk van groot idealisme. Ik sloof mij uit voor mijn cliënten... Het zijn anderen die hun ambt misbruiken en de boel verzieken. Kan best, maar dan rijst de vraag waarom de zelfverklaarde idealisten hun confraters die over de schreef gaan, nooit terugfluiten. Er bestaan toch bijzondere tuchtraden binnen de advocatuur,
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
39
om op te treden tegen ‘inbreuken (...) op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, die aan het beroep ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen...’ (Artikel 456 van het Gerechtelijk Wetboek.) De permissiviteit van de advocatenordes inzake de kernwaarden van het beroep doet onwillekeurig denken aan de stuitende hypocrisie van de roomse kerkelijke hiërarchie, die zo vaak heeft nagelaten om op te treden tegen het seksueel misbruik van kinderen.
De pedoseksualiteit van priesters werd tot voor kort in de doofpot gestopt, maar wat de ontaarding van de advocatuur betreft, stoppen balies evengoed de kop in het zand. Ze doen niets aan de verregaande commercialisering van de rechtsbijstand. Evenmin wordt opgetreden tegen advocaten die tijdens de rechtsvoering weinig blijk geven van rechtschapenheid en kiesheid, maar des te meer van minachting voor waarheid en rechtvaardigheid – ondanks de advocateneed en de formele opdracht van het Gerechtelijk Wetboek. Op die manier verwordt justitie tot een oefening in diepgaand cynisme tegenover de slachtoffers van onrecht en uiteindelijk ook tegenover de hele samenleving. De kerkelijke hiërarchie vertikte het om uitwassen en wanpraktijken binnen de eigen organisatie kordaat aan te pakken. De balies zijn in hetzelfde bedje ziek. Zich oefenend in schijnheiligheid negeren ze consequent de normvervaging en het morele verval in eigen rangen.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
40
3 Het beroepsgeheim
Allerlei mensen komen heel wat te weten over hun medeburgers: advocaten, verpleegkundigen, sociale werkers, artsen, belastingcontroleurs, therapeuten, magistraten, politieagenten... Zelfs cipiers. De algemene regel is dat je geen informatie loslaat over privékwesties waarmee je beroepshalve te maken krijgt. Omgaan met gevoelige informatie is evenwel minder simpel dan het lijkt. Wat doe je met vertrouwelijke informatie over een ernstig misdrijf? Wat als een derde gevaar loopt? Zwijgplicht, zwijgrecht, spreekplicht of spreekrecht? Het is een soms moeilijk te ontwarren kluwen waarin ook rechtskundigen verstrikt raken.
Strafbaarheid Schending van het beroepsgeheim is strafbaar, een wetsbepaling die allereerst bedoeld was voor de medische wereld. Artikel 458 van het Strafwetboek vermeldt uitdrukkelijk ‘geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers en vroedvrouwen’. Uitgangspunt was dat personen in moeilijkheden in alle discretie de nodige hulp kunnen krijgen. Het wetsartikel stamt immers
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
41
uit de tijd van de grote taboes. Homoseksualiteit was niet sociaal aanvaard, een buitenechtelijke zwangerschap werd aanzien als schandelijk, net als seksueel overdraagbare ziekten. De zwijgplicht voor hulpverleners moest de drempel verlagen voor mensen in benarde situaties, zij kregen de garantie dat hulpverleners het geheim moeten bewaren. Het artikel 458 geldt ook voor ‘alle andere personen die uit hoofde van hun beroep of staat kennis dragen van geheimen die hen zijn toevertrouwd’. Daartoe worden ook de advocaten gerekend. Een verdediger mag dus nooit uit de biecht spreken en hij hoeft in geen geval niet te getuigen tegen een voormalige cliënt. Het recht op verdediging impliceert dat je vrijuit kunt praten met de pleiter, in de zekerheid dat die informatie nooit tegen jou wordt gebruikt.
Veranderde tijdgeest De behoefte aan geheimhouding wordt steeds kleiner. Vroeger werden gehandicapten en psychiatrische patiënten weggestopt in ommuurde instituten en het woord ‘kanker’ werd bijna onhoorbaar uitgesproken, hooguit in vertrouwelijke gesprekken. Tegenwoordig duiken gehandicapten, psychisch zieken en kankerpatiënten op in actualiteitsprogramma’s, documentaires en realitysoaps. Volwassenen en kinderen met de vreselijkste ziekten komen voluit in beeld, terwijl de behandelende artsen toelichting geven, beroepsgeheim of niet. Ook euthanasie is nu heel bespreekbaar. Nog niet zo lang geleden deden mensen geheimzinnig over materiële welstand of armoede. Nu tonen zowel stinkend rijken als straatarmen zonder gêne hun luxueuze of schabouwelijke levens-
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
42
omstandigheden op televisie, vrijuit pratend over schatten of schulden. Vroeger was het loonbriefje top secret, nu kennen we de wedden van ’s lands bestuurders, de lucratieve verdiensten van sportvedetten en de onvoorstelbare inkomsten van topmanagers. Amper enkele decennia geleden behoorde seks tot de diepste geheimen van het privéleven. Nu praten mensen op televisie open en bloot over orgasmes, erectiestoornissen, masturbatieseks, geslachtsziekten... Ooit waren overspel, homoseksualiteit, abortus en euthanasie zonder meer strafbaar, tegenwoordig getuigen betrokkenen zonder schroom voor de camera. Destijds werden zwangere tieners naar het buitenland verbannen om er anoniem te bevallen, nu krijgt de hele schoolomgeving meteen het nieuws te horen en piepjonge moeders zijn voer voor reality-tv. Veel taboes zijn gesneuveld. Artsen of paramedici lopen steeds minder risico dat ze door een patiënt worden aangeklaagd voor schending van het beroepsgeheim. Alleen hiv en aids liggen voor veel mensen nog erg gevoelig. Geheimdoenerij lijkt in deze tijd van openheid en tolerantie vooral nuttig te zijn voor malafide personages. Wie recht in zijn schoenen staat, heeft niets te verbergen.
Omerta Heel specifiek voor de zwijgplicht van advocaten zijn de geheimen inzake misdaad en schuld. Een dader tegen wie geen bewijzen zijn, kan tegenover een verdediger rustig opbiechten dat hij kinderen verkracht of mensen vermoordt. Ook als de raadsman verontwaardigd elke samenwerking afwijst, mag de delinquent op twee oren slapen, het beroepsgeheim verbiedt de advocaat formeel om de da-
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
43
der te ontmaskeren. De wettelijke zwijgplicht maakt de verdediger de facto tot een bondgenoot, quasi een partner in crime. De pleiter kreeg ongevraagd een smerig geheim door de strot geramd en hij moet zich houden aan de omerta, zelfs als dat radicaal indruist tegen zijn geweten. Voor delinquenten die schuld bekennen is het beroepsgeheim van de verdediger totaal onbelangrijk, want ze hebben natuurlijk niets te verbergen. Idem dito voor verdachten die ten onrechte worden vervolgd; wie onschuldig is, maakt daar uiteraard geen geheim van. De enigen die echt belang hebben bij de zwijgzaamheid van de advocaat zijn daders die liegen om hun vel te redden. Het beroepsgeheim is enkel interessant voor delinquenten zonder enig respect voor waarheid en recht. Tegelijk is deze geheimdoenerij nefast voor slachtoffers, nabestaanden en bij uitbreiding voor de hele gemeenschap.
Is het beroepsgeheim dan wel zo oorbaar als de advocatuur laat uitschijnen? Waarom willen advocaten mordicus smerige geheimen verbergen onder hun prestigieuze toga?
Denkoefening Slachtoffers van een misdrijf willen dat de waarheid triomfeert, maar de wetgeving neemt daders behoorlijk in bescherming. Het recht op verdediging impliceert het recht om te zwijgen of om te liegen dat het kraakt, plus daarbovenop het beroepsgeheim van de advocaat. Ondertussen kunnen slachtoffers enkel angstig afwachten en hopen dat ooit recht geschiedt.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
44
Rechtskundigen vinden het duidelijk heel normaal dat verdachten alle middelen aanwenden – inclusief de minder fraaie – om gerechtigheid te verhinderen. Voor het recht op verdediging moet blijkbaar alles wijken. Maar klopt dat wel? Hebben slachtoffers geen recht op waarheid en recht? Wie, in vredesnaam, is gebaat met die misselijke cultuur van leugens en bedrog? Een dader heeft recht op een eerlijk proces, maar geldt dat niet evengoed voor de slachtoffers? Hoe eerlijk is de rechtsgang als de waarheid niet naar boven komt? Waarom worden leugens beter door de wet beschermd dan de waarheid die leidt tot gerechtigheid? Vanwaar dit onevenwicht tussen de rechten van daders en de rechten van slachtoffers?
Een gewaagde denkoefening: laten we het beroepsgeheim van de advocaat voor een uiterst miniem deeltje opheffen. Een verdediger die weet heeft van een ernstig misdrijf mag zijn geweten volgen en de procureur des konings informeren. Wat zou er dan gebeuren? 1. Een dader die de dans wil ontspringen, kan de advocaat niet meer klakkeloos in vertrouwen nemen voor het opzetten van een professionele doofpotstrategie. 2. De verdediger is niet langer verplicht om perfide geheimen te bewaren. Hij hoeft zijn stilzwijgende medewerking niet te verlenen, zij het onvrijwillig of indirect, aan daders die justitie willen dwarsbomen. In die omstandigheden slinkt de kans dat onwaarheid en onrecht het halen op waarheid en recht. Sluit dit niet naadloos aan bij de basisopdracht van elke advocaat? Dit is iets totaal nieuws: de vrijwillige onthulling van een beroepsgeheim, waarvoor specifieke regeltjes moeten gelden. Een advocaat in ernstige gewetensnood die het openbaar ministerie een cruciale
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
45
inlichting wil bezorgen, overhandigt de procureur of zijn plaatsvervanger persoonlijk een al dan niet beknopte schriftelijke verklaring (die uiteraard in het dossier belandt) met alle noodzakelijke of nuttige informatie. Het is volstrekt uitgesloten dat de advocaat naar aanleiding van de vrijwillige onthulling wordt ondervraagd, gedaagd als getuige of vervolgd, om welke reden ook. Wellicht is artikel 458 van het Strafwetboek aan actualisering toe. 1. Enerzijds is er de discretieplicht, voor tal van beroepen waarin mensen beroepshalve kennis hebben van privékwesties. Gevoelige informatie prijsgeven blijft strafbaar, wat evenzeer geldt voor perslekken vanuit de magistratuur of de politie. Advocaten mogen ook geen vertrouwelijke informatie aanwenden om tegenstrijdige belangen te verdedigen. 2. Anderzijds kan het beroepsgeheim geen voorwendsel of een verplichting zijn om delinquenten de facto in bescherming te nemen. Belangrijke uitzondering: voor personen die medische hulp bieden is de zwijgplicht totaal. Iemand van wie het leven of de gezondheid worden bedreigd, moet elke mogelijke medische bijstand kunnen krijgen zonder angst voor vervolging. Het beschermen van mensen in medische nood was trouwens de oorspronkelijke bedoeling van het juridisch afdwingbare beroepsgeheim. Het leven en de gezondheid van een individu hebben nog altijd voorrang op een eventuele vervolging.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
46
4 Het pleitmonopolie
In de eerste helft van de 19de eeuw hadden onze voorvaderen alleen kaarsen en olielampen als binnenhuisverlichting. Er waren al stoommachines, heteluchtballons en vuurwapens, maar voor de rest was de technologie weinig geëvolueerd sinds de middeleeuwen. Wind en water zorgden nog steeds voor drijfkracht. Er reden geen treinen, auto’s of fietsen, behalve een zeldzame loopfiets. Sinds het ontstaan van België is de samenleving onherkenbaar veranderd. In de snel evoluerende maatschappij ontstonden steeds nieuwe situaties en noden, wat voortdurend bijkomende regels vergde. Sociale zekerheid of milieuwetgeving waren in het nieuwe België wellicht onbestaande. Nu wordt zowat alles gereglementeerd: de kwaliteit van het voedsel, de arbeidsomstandigheden, het kinderspeelgoed, het verkeer, de energievoorziening, de media... In de twintigste eeuw is het aantal wetten, decreten en voorschriften zo explosief gestegen dat rechtskundigen zich moeten specialiseren. Ooit kon de hele Belgische wetgeving op een boekenplank, nu kun je er een bibliotheek mee vullen. Voor de gewone burger is de wetgeving meer dan ooit een onontwarbaar kluwen, een ondoorzichtige brij van geboden en verboden.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
47
In onze drukke, jachtige wereld is de kans vrij groot dat je vroeg of laat te maken krijgt met het gerecht. Iedereen kan de dupe worden van een ongeval, milieuhinder, diefstal, oplichting... Eventueel heb je problemen met de autohersteller, de bouwondernemer, de touroperator... Misschien beging je zelf een misdrijf of word je ten onrechte beschuldigd. Het is druk in de justitiepaleizen. Hoven en rechtbanken handelen jaarlijks meer dan een miljoen rechtszaken af, van het hof van cassatie tot de politierechtbanken en de vredegerechten. Het aantal rechtzoekenden is nog groter, want voor veel zaken worden meerdere partijen gedaagd. Bij burgerlijke geschillen heb je eisers én verweerders, in strafzaken zijn er vaak meerdere slachtoffers. Naar schatting krijgen per jaar anderhalf miljoen landgenoten te maken met het gerecht. Dat is bijna een zesde van de bevolking! Eén zaak is zeker: de rechtsbijstand is booming business.
In een interview begin 2006 zei de voorzitter van de advocatenorde dat hij en zijn confraters jaarlijks anderhalf miljoen dossiers openen. Niet dat de advocatuur anderhalf miljoen individuele klanten heeft. Bepaalde cliënten, zoals overheidsdiensten en commerciële ondernemingen, engageren regelmatig een advocaat, maar veel rechtzoekenden hebben niet eens een raadsman. In sommige gevallen is het sop de kool niet waard, voor anderen is de rechtsbijstand gewoon te duur.
Het alleenrecht Voor de rechtbank verschijnen is voor de meeste mensen een tocht in het onbekende, je belandt in een mysterieuze wereld met wetten
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
48
en voorschriften die je niet kent. Gewone mensen voelen zich reddeloos verloren, als schipbreukelingen in een oceaan van rechten, plichten en vormvereisten. Arme burger die rechtsbijstand zoekt. Meestal is er maar één optie: aankloppen bij de peperdure advocatuur die van de wetgever het monopolie kreeg om rechtzoekenden bij te staan voor hoven en rechtbanken. ‘Voor alle gerechten (...) hebben alleen de advocaten het recht te pleiten’ (artikel 440 van het Gerechtelijk Wetboek). Ruim tien miljoen Belgen zijn verplicht om hun rechtsbijstand af te kopen van vijftienduizend advocaten. Die willen je wel een reddingsboei toegooien, maar alleen op hun condities.
In onze verzorgingsstaat hebben we schitterende voorzieningen: degelijk onderwijs, hoogwaardige en toegankelijke geneeskunde, sociale uitkeringen, professionele hulp bij brand of ongeval... Maar als je rechtshulp nodig hebt, ben je overgeleverd aan een groep monopolisten, machteloos als een prooi in een spinnenweb. Met erg veel geluk vind je een gemotiveerde advocaat die een redelijke prijs vraagt, maar meestal is de afrekening een bijzonder nare verrassing, ongeacht de kwaliteit van de dienstverlening. Geneeskundigen zijn gebonden door ereloonakkoorden met de overheid, maar hoe beteugel je de geldzucht van advocaten? Om het honorarium te betalen, moet negentig procent van de bevolking besparen op andere uitgaven. Rechtszaken hebben altijd te maken met conflicten: burenruzies, echtscheidingen, zakelijke geschillen, diefstal, geweld... Tot en met doodslag. Conflicten genereren ergernis, frustratie, verdriet, verbittering, haat... Die veelheid aan negatieve emoties is de economische brandstof van de advocatuur; advocaten leven van het onrecht dat mensen elkaar aandoen.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
49
Omdat het afhandelen van gevoelige kwesties bijzondere kiesheid vergt, dicteert de wet dat elke verdediger in eer en geweten naar waarheid en recht moet streven, wars van hebzucht. De realiteit is anders, steeds meer advocaten misbruiken het pleitmonopolie om zich stevig te verrijken.
In de 21ste eeuw is goede rechtsbijstand nog steeds het voorrecht van gegoede burgers, terwijl economisch zwakken het moeilijk hebben om hun rechten te verdedigen. In zijn boek De Affaire Justitie stelt strafpleiter Walter Van Steenbrugge dat koopkracht de kwaliteit van de verdediger bepaalt: ‘Rijke cliënten met dure advocaten komen beter weg dan sukkels die het met een tweederangsraadsman moeten rooien.’ Ex-minister Renaat Landuyt heeft het in zijn boek De Justitie Ontsnapt zonder meer over klassenjustitie, omdat armen en minder begaafden minder kans maken op gerechtigheid dan rijken en intellectuelen. Waarop wachten politici eigenlijk om deze wettelijk georganiseerde onrechtvaardigheid ongedaan te maken? De balie is een bij wet beschermde kaste die teert op juridisch hulpelozen en carte blanche heeft om het cliëntèle uit te persen.
Om hun status te onderlijnen laten advocaten zich aanspreken met het protserige ‘meester’. De boodschap is duidelijk: gewone burgers moeten zich braafjes onderwerpen. We laten ons simpelweg bemeesteren en verknechten.
Goudhaantjes en goudmijntjes Het alleenrecht garandeert de advocatuur wellicht royale inkomsten, maar hoeveel het pleitmonopolie in globo opbrengt, is niet bekend.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
50
Verdedigers zijn uitermate discreet over gerealiseerde jaaromzetten, ook topadvocaten geven maar node toe dat ze goed boeren. Zelfs de overheid (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) heeft geen cijfers omdat de advocatuur niet in de btw-statistieken vervat is. We moeten dus zelf een poging wagen om de totale omzet te becijferen. Het staatsbudget voor kosteloze rechtshulp bedraagt in 2010 zo’n 68 miljoen euro – alleen voor erelonen. Daarmee worden pakweg 150.000 minvermogenden geholpen – goed voor een tiende van het aantal advocatendossiers. Een vertienvoudiging van het subsidiebudget geeft dus een eerste aanwijzing: indien alle advocaten aan staatstarieven zouden werken, dan verdienen ze allen samen 680 miljoen euro – dit fictief bedrag is straks nog van belang. In 1997 beweerde senator Boutmans tijdens een parlementair debat dat verdedigers via de gesubsidieerde rechtshulp vaak maar een kwart verdienen van de normale vergoeding. Laten we Boutmans’ boude bewering even checken, met het voorbeeld van een doorsneeadvocaat. Het gaat om een pleiter uit de provincie, meester D. Op zijn website dicht hij zichzelf ‘ruime bekendheid’ toe, al is hij voor het grote publiek een nobele onbekende. In 2005 plaatste meester D. een puntenlijst voor de verloning op zijn site, goeddeels overeenstemmend met de officiële subsidieregeling. Een echtscheiding is bijvoorbeeld goed voor 25 punten, plus 15 punten om het onderhoudsgeld te regelen. Tot 2009 kregen pro-Deoadvocaten ongeveer 24 euro per punt, maar de pleiter uit de provincie was duidelijk gulziger. Vogens de website van meester D. (anno 2005) kostte één punt 100 euro. (In 2006 werd een punt op deze site enkel nog omschreven als een prestatie-eenheid, zonder concrete waarde. Sindsdien werd de toelichting inzake het ereloon steeds waziger en ingewikkelder.)
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
51
Feit is dat mr. D. in 2005 minstens vier keer meer vroeg dan zijn gesubsidieerde confraters. Een simpel onderhoud in de gevangenis kostte al 200 euro, plus reiskosten à rato van een half punt per 20 kilometer. We mogen rustig stellen dat niet-gesubsidieerde advocaten vier keer meer verdienen dan hun confraters van de kosteloze rechtsbijstand. Als we aannemen dat 90 % van alle advocatenfacturen vier keer hoger zijn dan de vergoedingen van de pro-Deopleiters krijgen we enig idee van het globale inkomen van de hele advocatuur. Even rekenen...
Gegevens
(getallen en bedragen op jaarbasis)
a/ totaal aantal advocatendossiers
+ 1,5 miljoen
b/ dossiers kosteloze rechtsbijstand
+ 150.000
[ong. 10 % v.d. dossiers]
c/ budget kosteloze rechtsbijstand
+ 68 miljoen
[voor 10 % v.d. dossiers]
d/ extrapolatie budget kosteloze bijstand
+ 680 miljoen
[voor 100 % v.d. dossiers]
e/ rechtsbijstand met vrije tarifering is + 4 keer duurder dan kosteloze bijstand
Berekening 90 % van 680 miljoen = 612 miljoen
[90 % v.d. dossiers aan tarief kosteloze bijstand]
612 miljoen x 4 = 2,448 miljard
[vrije tarieven 4 x hoger dan staatssubsidie]
Resultaat dossiers met vrije tarifering
2,448 miljard
dossiers met staatssubsidie
68 miljoen [10 % v.d. dossiers] ________________
totaal
2,516 miljard euro
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
[90 % v.d. dossiers]
52
2,5 miljard euro (ruim 100 miljard Belgische frank), dat is naar schatting wat alle advocaten samen elk jaar bijeenharken.
Deze royale opbrengst evenaart het jaarbudget van Landsverdediging en overstijgt ruimschoots de begrotingen van de overheidsdiensten Justitie (1,25 miljard), Federale Politie (1,39 miljard) en Financiën (1,48 miljard). Let wel: dit is een voorzichtige schatting van de globale omzet van de advocatuur, wellicht een onderschatting. 1. Het is bekend dat zakenadvocaten exorbitante erelonen vragen voor economische dossiers – een segment van de markt dat helemaal losstaat van de kosteloze rechtsbijstand, waarop bovenstaande raming gebaseerd is. 2. Bovenop de honoraria rekenen advocaten nog allerlei extra’s aan, om het dossier te openen en allerhande administratieve kosten (telefoon, fax, tikwerk, postzegels, fotokopies, parkeerkosten...) Sommige pleiters hanteren voor dit soort trivia ronduit ontstellende tarieven. Laat ons gemakshalve veronderstellen dat het geschatte globale inkomen van de hele advocatuur 2,5 miljard euro bedraagt. Als we die geldstroom gelijkmatig verdelen over de vijftienduizend advocaten die ons land rijk is, dan bedraagt het gemiddelde jaarinkomen van een verdediger zowat 167.000 euro bruto of 6,7 miljoen frank. Zonder twijfel is er een behoorlijk aantal pleiters dat het met een kleiner inkomen moet stellen, anderen rijven veel meer binnen. Dat deze schatting van het gemiddelde advocateninkomen behoorlijk realistisch is, blijkt uit een interview met een voormalige minister van Justitie. Marc Verwilghen verklaarde dat hij als federaal minister ‘beduidend minder’ verdiende dan tijdens de laatste vijftien jaar van zijn advocatenpraktijk (Humo 29 mei 2007).
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
53
Pro memorie: federale ministers hebben een brutojaarsalaris van 221.464 euro, bijna 9 miljoen Belgische frank (Knack 30 mei 2007). En Marc Verwilghen behoorde zeker niet tot het kransje topadvocaten. Voor hij voorzitter werd van de parlementaire Dutrouxcommissie kenden maar weinig Vlamingen deze volksvertegenwoordiger. De advocatuur telt aardig wat grootverdieners. Niet dat pleiters grote bedrijfseconomische risico’s nemen. Voor een beginnende advocaat zijn de investeringen erg beperkt, een bescheiden kantoortje volstaat.
Een kruidenierszaak of een schrijnwerkersbedrijfje opstarten kost beduidend meer. Advocaten hoeven niet te investeren in een winkelruimte met koeltoonbank, een bedrijfsloods met machinepark, een vrachtwagen, vaklui, winkelpersoneel...
Een historische draak België ontstond in een klimaat van politieke instabiliteit. Tot 1815 beroerden Napoleontische oorlogen een flink deel van WestEuropa. Onze voorouders in de Zuidelijke Nederlanden kenden op veertig jaar tijd vier staatsbestellen: de Oostenrijkse overheersing (tot 1792), de Franse bezetting (tot 1815), het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (tot 1830) en het vorstendom België. Het pleitmonopolie stamt uit de periode dat de prille democratie nog erg wankel was, in een tijd van mogelijke staatsgrepen en oorlogen, toen opeenvolgende misoogsten konden leiden tot hongersnood en volksopstanden. In zo’n broeierige politieke atmosfeer kon een ophefmakend proces de lont in het kruitvat zijn, zeker als
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
54
heetgebakerde revolutionairen de verdediging zouden voeren. Dat zou hen de kans bieden om in de rechtszaal opruiende toespraken te houden. In de historische context van toen is het aannemelijk dat alleen erkende advocaten mochten pleiten voor hoven en rechtbanken, anders schoot het establishment zichzelf in de voet. Maar een monopolie alleen is niet voldoende, tegelijk moet je erover waken dat enkel rechtschapen mensen tot de advocatuur toetreden. Malafide personages kunnen het ambt immers misbruiken om onoorbare stellingen te verdedigen of om opgesloten criminelen hand- en spandiensten te verlenen. Vandaar de ingebouwde drempels. 1. Neofieten lopen jarenlang stage bij een patroon. Allereerst moet je een advocaat vinden die jou als stagiair wil, wat destijds vooral te maken had met afkomst en politieke oriëntatie. 2. Het afleggen van de wettelijke eed gebeurt op voordracht van een ervaren advocaat, op vordering van het Openbaar Ministerie en in aanwezigheid van de stafhouder. De procureur des konings en de stafhouder van de balie kunnen dus de facto hun veto stellen. Sinds de 19de eeuw is de samenleving enorm geëvolueerd. Anno 2011 stelt niemand de democratische rechtsstaat in vraag, het gevaar voor staatsgrepen of revoluties is kleiner dan ooit. Nu dreigt een ander gevaar: geldhonger en ambitie ondermijnen de integriteit van de balie.
Zijn het elitarisme van de advocatuur en het pleitmonopolie in deze totaal veranderde context nog te verantwoorden?
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
55
Politieke macht In voorbereiding van dit webboek sneed ik het onderwerp ‘advocatuur’ wel eens aan in gesprekken met vrienden of kennissen en de uitgesproken negatieve reacties verrasten mij telkens weer. Vooral bij middenstanders werkt de term ‘advocaat’ als een rode lap op een stier. Vanwege de dure rechtsbijstand zijn advocaten allesbehalve populair. In brede lagen van de bevolking hoor je giftige commentaren, ook van mensen die de hoge rekeningen best kunnen betalen. Door de klaarblijkelijk wijdverbreide aversie tegenover de advocatuur is het weinig waarschijnlijk dat er een breed maatschappelijk draagvlak is voor het pleitmonopolie van een bevoorrechte kaste. Hoe komt het dan dat de politiek het alleenrecht niet eens ter discussie stelt? Worden politici in een democratisch systeem niet verondersteld het volk te vertegenwoordigen? De verklaring is simpel en grotesk tegelijk. De advocatuur is prominent en zelfs dominant aanwezig in de hoogste regionen van de macht.
In 2006 telde ik in de Kamer van Volksvertegenwoordigers 46 juristen, van wie 33 actieve of voormalige advocaten, op een totaal van 150 leden. In februari 2009, na verkiezingen en allerlei vervangingen, zetelden nog steeds 32 al dan niet gewezen advocaten. Maar begin 2011 is de Kamer echt vergeven van parlementairen die ooit de advocatentoga droegen. 37 zijn er, plus 10 juristen. Van de meesten vermeldt de officiële biografie op de website van de Kamer dat ze advocaat zijn of waren. Bij sommigen – in de lijst hierna aangeduid met een asterisk – moet je de informatie op
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
56
het internet zoeken. In één twijfelgeval kreeg ik een formele bevestiging via e-mail.
Advocaten 1. Gerolf Annemans (VB)
19. Olivier Mangain (MR/FDF)*
2. Sonja Becq (CD&V) 3. Brotcorne Christian (cdH) 4. Valérie Déom (PS)*
20. Marie-Christine Marghen (MR) 21. Charles Michel (MR) 22. Joëlle Milquet (cdH)*
5. Stefaan De Clerck (CD&V) 23. Laurette Onkelinx (PS) 6. Mathias De Clercq (VLD) 7. Herman De Croo (VLD) 8. Sophie De Wit (N-VA)
24. Özlem Ören (PS) 25. Didier Reynders (MR)* 26. Willem-Frederik Schiltz (VLD)
9. Koenraad Degroote (N-VA) 10. Zuhal Demir (N-VA) 11. Carl Devlies (CD&V) 12. Patrick Dewael (VLD) 13. Daphné Dumery (N-VA)
27. Bert Schoofs (VB) 28. Raf Terwingen (CD&V) 29. Bruno Tobback (sp-a) 30. Carina Van Cauter (VLD) 31. Liesbeth Van der Auwera (CD&V)
14. Joseph George (cdH) 15. Thierry Giet (PS)
32. Stefaan Van Hecke (Groen!) 33. Vincent Van Quikenborne (VLD)
16. Gerald Kindermans (CD&V) 34. Kristien Van Vaerenbergh (N-VA) 17. Sabien Battheu (VLD) 18. Renaat Landuyt (sp-a)
35. Peter Van Velthoven (sp-a)* 36. Servais Verherstraeten (CD&V) 37. Melchior Wathelet (cdH)
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
57
Aantal advocaten per partij CD&V cdH Ecolo Groen! LDD MR N-VA PP PS sp-a VB VLD
7 4 1 4 5 4 3 2 7
.............. .............. .............. .............. .............. ............. ............. ............. ............. ............. ............. .............
Juristen (totale fractie)
(17) (9) (8) (5) (1) (18) (27) (1) (26) (13) (12) (13)
1. Eva Brems (Groen!) 2. Philippe Goffin (MR) 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Yves Leterme (CD&V) Peter Logghe (VB) Gwendolyn Rutten (VLD) Sarah Smeyers (N-VA) Bart Somers (VLD) Bruno Valkeniers (VB)
9. Dirk Vandermaelen (sp-a) 10. Steven Vanackere (CD&V)
De vijftienduizend Belgische pleiters vertegenwoordigen minder dan 0,14 procent van de bevolking (één op zevenhonderd), maar in de Kamer (begin 2011) bezetten ze 24,66 procent van de zitjes. Eén op vier Kamerleden heeft een band met de balie. De advocatuur is bij uitstek de sterkst vertegenwoordigde belangengroep in het parlement.
Democratie of advocratie? Binnen de regering is het overwicht van de advocaten ronduit verpletterend. Twaalf leden van de regering-Verhofstadt II – meer dan de helft – droegen ooit de toga. In het overgangskabinet Verhofstadt III behoorden zeven van de veertien ministers tot de balie. Het kabinet Leterme I had tien pleiters in de rangen, één minder dan de helft.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
58
In de Kamercommissie Justitie is de situatie ronduit hallucinant. Begin 2011 zijn of waren 14 van de 17 vaste leden advocaat. De overigen waren een juriste en twee ex-journalisten. Precies deze commissie – die voor vier vijfden uit advocaten bestaat – is het juridische laboratorium waar alle wetten inzake het gerecht en de rechtspraak worden uitgetekend of bijgespijkerd. De kans dat hier advocaatonvriendelijke maatregelen worden genomen is wel bijzonder klein.
Als het in de Kamer of de Senaat over justitie gaat, blazen advocaten hoog van de toren. Zij dringen zich op als deskundigen en schermen met juridische principes waar leken geen verhaal tegen hebben. Met hun kennis van de steeds complexere wetgeving overbluffen rechtskundigen moeiteloos hun collega-parlementairen. Het kennisoverwicht volstaat om critici zonder juridische scholing, van meerderheid of oppositie, vakkundig de mond te snoeren. Actieve of gewezen advocaten vormen binnen het parlement en de regering de facto een stevige lobby, ondanks de politieke tegenstellingen.
Pleiters horen wel bij uiteenlopende partijen, maar ze hebben dezelfde ex-studiegenoten en confraters, ze zijn lid van dezelfde beroepsvereniging en maken deel uit van dezelfde kaste. Zoiets creeert hoe dan ook een zekere verbondenheid. Binnen de cenakels van de macht hebben pleiters een verborgen agenda: als het erop aankomt om de belangen van de advocatuur te verdedigen, trekken de zwartrokken aan hetzelfde zeel. Ook de big boss van het gerechtsapparaat komt uit de advocatuur. De laatste acht ministers voor justitie waren advocaten: tweemaal Stefaan De Clerck, Jo Vandeurzen, Laurette Onkelinx, Marc Verwilghen, Tony Van Parys, Melchior Wathelet, Jean Gol...
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
59
Het is deze minister die de hervormingen stuurt en wetswijzigingen controleert. Door haar erg dominante positie binnen de wetgevende en de uitvoerende macht bepaalt de balie zelf de regels voor de rechtspleging, inclusief het onrechtvaardige pleitmonopolie.
De grondwet moet dringend een democratische correctie krijgen: een clausule die bepaalt dat maximum tien procent van de leden van de Kamer, de Senaat of een parlementaire commissie tot eenzelfde specifieke beroepsgroep mogen behoren (zoals de orde van architecten, de orde van geneesheren, de orde van tandartsen, de orde van advocaten...) De verkozenen met de grootste anciënniteit krijgen voorrang. Eventueel is het aantal voorkeurstemmen (in verhouding tot het aantal geldig uitgebrachte stemmen binnen het kiesdistrict) doorslaggevend. De overigen moeten plaats ruimen voor een opvolger (of een plaatsvervanger, wat de commissies betreft). Stel je een land voor waar militairen de helft van de regeringsposten invullen en een vierde van de parlementaire zetels innemen – met daarbovenop een verpletterend overwicht binnen de Kamercommissie Defensie. Hoe lang zou het duren voor analisten gewagen van een ‘militair regime’? Van een junta? Of zelfs van een geruisloze staatsgreep?
Geen milicratie in België, maar een regelrechte advocratie, waar een bevoorrechte kaste door een verregaande infiltratie in de hoogste beleids- en bestuursorganen continu de eigen commerciële belangen veilig stelt. Dat is een verkrachting van de democratie.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
60
Vrije concurrentie? Monopolies zijn niet meer van deze tijd. We leven in een geliberaliseerde wereld, met steeds meer ruimte voor het vrije initiatief. De postbedeling, de energievoorziening, het telefoon- en treinverkeer waren lange tijd het alleenrecht van overheidsinstellingen. Deze diensten – van vitaal belang voor de economie – worden steeds meer overgelaten aan de vrije markt. Enkele decennia geleden was er zelfs nog een staatsmonopolie voor de audiovisuele media. Een obsessionele liberaliseringsdrang bezielt de Europese Unie. Zowat alle monopolies moeten eraan geloven, behalve het privilege van de advocatuur. Enerzijds wil de Europese Commissie geen vaste tarieven voor advocaten, om de vrije concurrentie mogelijk te maken. Anderzijds tolereert de Commissie het alleenrecht, wat elke concurrentie met andere juristen uitsluit. Hoe rijm je dat? We kunnen ons afvragen in welke mate de Europese advocatuur weegt op de Europese besluitvorming, want die is opvallend advocaatvriendelijk. Is dat gewoon toeval?
Het Europese beleid inzake rechtsbijstand is bepaald bizar. 1. Is rechtshulp wel ordinaire handelswaar? In onze complexe wereld is rechtsbijstand geen luxe, maar een basisrecht en de commerciële exploitatie van grondrechten is ethisch onaanvaardbaar. Eens te meer houdt het ultraliberale Europa geen rekening met de sociaal zwakken. 2. Als de Europese Commissie rechtsbijstand dan toch beschouwt als een commerciële dienstverlening, waarom is elke concurrentie dan verboden, behalve binnen een groep monopolisten?
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
61
Ooit was het pleitmonopolie bedoeld om de prille democratie en de integriteit van de advocatuur te beschermen, nu is het vooral een commercieel alleenrecht dat een aantal bevoorrechten grote winsten garandeert, op kosten van de hele bevolking.
De orde van advocaten is meer en meer een corporatistische organisatie die waakt over aanzienlijke materiële belangen. Het pleitmonopolie is verworden tot een vrijgeleide voor economische exploitatie, in het slechtste geval zelfs ten nadele van waarheid en gerechtigheid.
Centra voor Juridische Bijstand Er is maar één mogelijk besluit: we moeten het pleitmonopolie doorbreken. Fase 1. De overheid, in al haar geledingen, kan rechtskundige consulenten in loondienst nemen, die voor rechtbanken of hoven het algemeen belang verdedigen. Zo hoeven overheden niet langer dure advocaten in te schakelen, die zelfs voor routineklussen exorbitante vergoedingen aanrekenen, op kosten van de belastingbetaler. Fase 2. OCMW’s mogen, eventueel gezamenlijk, een Centrum voor Juridische Bijstand (CJB) oprichten. In deze centra werken gespecialiseerde consulenten met een ambtenarenstatuut. Zij geven burgers niet alleen advies (eerstelijnsbijstand), ze kunnen ook minvermogenden bijstaan of vertegenwoordigen in de rechtszaal (tweedelijnsbijstand). De CJB’s worden gesubsidieerd vanuit het budget voor kosteloze rechtshulp en vervangen de huidige Bureaus voor Rechtsbijstand.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
62
Fase 3. De overheid organiseert in elke provincie een onafhankelijke dienst voor rechtshulp bij levens- en zedendelicten of andere ernstige misdrijven: de Centra voor Juridische Bijstand in Strafzaken (CJBS). De consulenten van deze centra zijn gespecialiseerd in complexere strafdossiers. Zij adviseren en verdedigen clienten die door de lokale CJB’s worden doorverwezen. Elk centrum heeft aparte secties voor daders en slachtoffers. Verdedigers met een vast salaris zijn allerminst een revolutionaire nieuwigheid. Veel staten van de USA hebben public defenders die voor onvermogenden optreden, de meesten zijn employees in dienst van de overheid.
Gesalarieerde verdedigers volstaan evenwel niet om de rechtshulp werkelijk te democratiseren. Er zijn verdere stappen nodig. Fase 4. De lokale en provinciale Centra voor Juridische Bijstand mogen behalve minvermogenden ook andere rechtzoekenden bedienen, mits een billijke vergoeding overeenkomstig het inkomen van de cliënt. Fase 5. Privé-initiatieven om een CJB op te richten worden toegelaten en gereglementeerd, bijvoorbeeld om de belangen te verdedigen van minderjarigen, werknemers, zelfstandigen, huurders, verhuurders, patiënten, consumenten, asielzoekers of slachtoffers van delicten. De consulenten van de private CJB’s werken aan sociaal verantwoorde tarieven. Ook zij kunnen hun cliënten bijstaan voor hoven en rechtbanken.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
63
Consulenten met pleitrecht
Naast de advocatuur, die gewoon blijft bestaan, komt er een nieuwe categorie rechtsbijstandsverleners: de consulenten met pleitrecht, die werken voor de overheid of voor een Centrum voor Juridische Bijstand en zonder toga in de rechtszaal opereren.
Voor deze nieuwe functie voorziet het universitair onderwijs een complete opleiding – stage en specialisatie inbegrepen. Na de academische vorming zijn de pleitconsulenten klaar voor de arbeidsmarkt. De nieuwe beroepsgroep vergt een heldere plichtenleer met concrete regels, onder meer inzake de discretieplicht en het verdedigen van tegenstrijdige belangen. Een pleitconsulent krijgt statutaire bescherming tegen de mogelijke druk van een werkgever om stellingen te verdedigen die onverenigbaar zijn met persoonlijke gewetensbezwaren of gevoeligheden, of onverenigbaar met de verdediging van het recht en van de waarheid. Er komt een beroepsvereniging die kandidaten de titel ‘consulent met pleitrecht’ verleent en waakt over de plichtenleer. De vereniging kan leden schorsen of royeren. Door de officiële accreditatie krijgen deze consulenten pleitrecht voor rechtbanken en hoven, voor zover ze gemandateerd zijn door een overheidsorgaan of een erkend Centrum voor Juridische Bijstand. Ook advocaten kunnen voor het nieuwe statuut opteren. Aan het begin van hun carrière leggen de pleitconsulenten een eed af, waarmee zij zich ertoe verbinden de plichtenleer na te leven. Zij doen dit tegenover de beroepsvereniging, na het voorleggen van een blanco strafregister.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
64
Dat consulenten met pleitrecht in loondienst werken, zal een wereld van verschil betekenen voor de rechtspleging. Door hun vaste salaris zijn ze immuun voor hebzucht, niet te verleiden door riante honoraria. Zonder de drijfveer van het materiële gewin primeert de pure strijd voor waarheid en recht.
De advocaten met een florissante praktijk blijven ongetwijfeld de troeteltjes van de begoede klasse, maar consulenten met pleitrecht zullen garant staan voor het broodnodige maatschappelijke evenwicht binnen het rechtssysteem. Pas wanneer beslagen pleitconsulenten zonder schroom de degens kunnen kruisen met door de wol geverfde advocaten zal de klassenjustitie eindelijk verleden tijd zijn.
De wil van het volk Bij de afkondiging in 1831 was de Belgische grondwet bepaald vooruitstrevend, al had slechts één procent van de bevolking politieke rechten. De moderne rechtsstaat kwam tot stand door opeenvolgende democratiseringsbewegingen: het algemeen meervoudig stemrecht in 1893, het algemeen stemrecht na de Eerste Wereldoorlog, het vrouwenstemrecht na de Tweede Wereldoorlog. De maatschappelijke omwenteling van 1968 creëerde meer inspraak, participatie en gelijkheid van kansen. Tegenwoordig streeft zelfs de rechterlijke macht naar meer transparantie en een betere dienstverlening. Thans is er nood aan een ingrijpende democratische impuls in de rechtspraktijk. Nu degelijke juridische bijstand voor steeds meer mensen onbetaalbaar wordt, moeten we het pleitmonopolie opblazen.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
65
De introductie van consulenten met pleitrecht zal leiden tot een meer gedemocratiseerde rechtspleging en werkelijke rechtsgelijkheid.
Het pleitmonopolie afschaffen vergt bijzonder weinig politieke moed, een verpletterende meerderheid van de bevolking wil betaalbare rechtshulp en meer rechtvaardigheid in de rechtszaal. Toch zal het een heuse volksbeweging vergen om de grote politieke macht van de advocatuur te breken: een alliantie van vakbonden, boerenen middenstandsorganisaties, naast allerlei belangengroepen. 1. Een Zwarte Mars. Uit onvrede met het pleitmonopolie moet er een grootse manifestatie komen in Brussel. De deelnemers kleden zich in het zwart, refererend naar de advocatentoga. 2. Verzoekschriften. Aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers worden verzoekschriften overgemaakt om de afschaffing van het pleitmonopolie en de mogelijke organisatie van een volksraadspleging te vragen. (Meer info op www.kromrecht.be) 3. Een volksraadpleging. Moet het pleitmonopolie van de advocatuur behouden blijven? Over die vraag moet de bevolking zich kunnen uitspreken in een niet-bindend referendum dat samen met een verkiezing kan georganiseerd worden. De suprematie van de balie heeft lang genoeg geduurd. Kunnen we nog langer tolereren dat een bevoorrechte kaste meer dan tien miljoen Belgen de wet dicteert?
Al schreeuwt de advocatuur moord en brand, de democratische vooruitgang is niet tegen te houden. De geschiedenis leert dat elke belangrijke democratische eis – zoals het algemeen stemrecht – hardnekkig werd bestreden door gepriviligieerden die vooral hun eigen positie verdedigden.
Kromrecht – webboek van Luc Dewaele EERSTE LUIK De advocatuur: macht & moreel verval
66