‘Het aantal voertuigdiefstallen blijft stabiel, maar meer auto’s blijven weg.’
Krijgt het LIV een vierde partner? Interview Erik Kwintenberg Handhavingsregisseur bij de Belastingdienst
Hoe toeval leidt tot een grote vangst
2 0 1 1
VOORWOORD
L I V
J a a r v e r s l a g
Voor u ligt het jaarverslag 2011. Een jaar waarin goede stappen zijn gezet in de ontwikkeling van het LIV. Het accent lag daarbij op een sterkere informatiepositie en inhoud geven aan de rol van informatiecoördinator. Een andere belangrijke stap die in 2012 zijn beslag zal krijgen, is de uitbreiding met een vierde partner, de Belastingdienst. Daarnaast moet de bestaande dienstverlening op niveau gehouden worden terwijl de middelen schaars zullen blijven. Effectief samenwerken is daarom het motto. En juist daar ligt de kracht van het LIV. Het LIV brengt steeds beter en sneller trends en ontwikkelingen in kaart. En ook met die informatie wil het LIV zijn relaties ondersteunen en adviseren. Op de voorzijde Opslagplaats motoren bij inval Redactie Kirsten Pebesma Ontwerp Henk Kuipers Productie Coördinatie RDW Communicatie 2
Kijk ook op www.liv.nl
Het LIV is blij met het vertrouwen van de partners en relaties en zal zijn best doen dit te blijven verdienen. Hendrik Steller Hoofd LIV
INHOUD 2
Voorwoord
3 Inhoud 4
Profiel en Partners
5
Diensten en producten
6
Governance
8
Raad van Toezicht
9
Gestolen
10
Managementteam
12 LPTV 13
Autodiefstal na woninginbraak
14
Binnenste Buiten
16 Resultaten operationele activiteiten 20
Criminele bende opgerold
21
Belastingdienst
Interview Erik Kwintenberg
22
Resultaten strategische activiteiten
24
Grote vangst bij toeval
27 Event 27
Vooruitzichten
28 29
Jaarrekening
Betrouwbaarheidsverklaring
3
PROFIEL EN PARTNERS Profiel
Het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) is een samenwerkingsverband tussen de RDW, het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) en de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV).
Missie LIV
L I V
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Het LIV wil vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid een effectieve bijdrage leveren aan de ondersteuning bij opsporing en bestrijding van criminaliteit in de mobiliteitsketen. Hierbij fungeert het LIV als het informatie- en kenniscentrum. Het LIV realiseert dit door nauwe samenwerking tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke organisaties.Door deze samenwerking ontstaat een betere informatieuitwisseling waardoor voertuigcriminaliteit in een vroeg stadium kan worden gesignaleerd. Dit wordt mogelijk gemaakt door enerzijds informatieuitwisseling binnen de daarvoor geldende wettelijke bepalingen en anderzijds het ter beschikking stellen van elkaars informatiesystemen. Het LIV werkt voortdurend aan het bevorderen van naamsbekendheid en klantenbinding door optimale dienstverlening.
Taken LIV
Het LIV, dat is gehuisvest bij de RDW in Veendam en de KLPD in Driebergen, adviseert en ondersteunt de drie betrokken organisaties bij criminaliteitsvraagstukken en –projecten. Zo verschaft het LIV informatie ten behoeve van opsporingsonderzoeken en analyseert het statistieken, zoals diefstalcijfers. Door gegevens van deze drie organisaties te koppelen, verkrijgt het LIV een meer volledig en accuraat beeld van voertuigcriminaliteit. Het LIV wisselt daarnaast ook informatie uit met de RDW-keuringsstations, de afzonderlijke politiekorpsen en andere publieke opsporingsdiensten, individuele verzekeringsmaatschappijen en de stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc).
4
Partners
De Nederlandse politie bestaat uit 25 regionale korpsen en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). De 25 korpsen leveren een bijdrage aan veiligheid, leefbaarheid en de bestrijding van criminaliteit in hun eigen stukje Nederland. Het KLPD organiseert de landelijke politietaken. De minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de Nederlandse politie als geheel.
De RDW bewaakt de veiligheid- en milieuaspecten van het (Nederlandse) voertuigpark. Van alle voertuigen beoordeelt de RDW of voldaan is aan wet- en regelgeving. Ook registreert de RDW de gegevens van ruim zeven miljoen voertuigen, hun eigenaren en bijbehorende documenten.
De registers zijn een belangrijke informatiebron voor overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Zo vormt de RDW een verbindende schakel tussen overheid en markt. De Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) is een gemeenschappelijk initiatief van alle Nederlandse schadeverzekeraars om voertuig-, vaartuig-, werkmaterieel- en transportcriminaliteit te bestrijden. Het VbV werkt daarbij nauw samen met de publieke en private partners. Het VbV behartigt de collectieve belangen van de Nederlandse verzekeraars, de voertuigbranche, de leasemaatschappijen, verhuurbedrijven en andere partijen die door voertuig-, vaartuig-, werkmaterieel- en transportcriminaliteit worden benadeeld. Het VbV doet dit middels voorkomen, bestrijden, verhalen en analyse.
DIENSTEN EN PRODUCTEN Het LIV is het centrale meldpunt voertuigcriminaliteit voor de partners (de politie, VbV en de RDW) en andere publieke opsporingsdiensten, individuele verzekeringsmaatschappijen en de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc). Vanuit deze rol levert het LIV de volgende diensten en producten:
Voertuigidentificatie
Het ondersteunen van de partners, opsporingsinstanties en de keuringstations door identificatiegegevens te verstrekken, waarmee de echtheid van een voertuig (het origineel) kan worden gecontroleerd en vastgesteld. Indien noodzakelijk wordt een voertuig door de forensisch voertuigidentificatieonderzoekers onderzocht om de identiteit vast te stellen.
Analyse
Het leveren van informatie aan de hand van opgeslagen gegevens (voornamelijk cijfers). Door deze gegevens te analyseren en interpreteren wordt er gevraagd en ongevraagd advies gegeven. De nadruk ligt op analyse van de diefstalcijfers, herijking (opsporings)procedures en wetgeving. Doel is om vroegtijdig ‘criminaliteitstrends’ te signaleren.
Opsporingsondersteuning
Het ondersteunen van de partners en opsporingsinstanties bij onderzoeken naar voertuigcriminaliteit. In concrete cases wordt opgetreden als verlengstuk van de recherche. De assistentie wordt verleend door het verstrekken van informatie uit onder andere het kentekenregister.
Falsificaten
Het onderzoeken van allerlei documenten zoals rijbewijzen en kentekenbewijzen (zowel nationale als internationale) zodra er bij de controlerende autoriteit twijfel over de echtheid -ervan bestaat.
5
GOVERNANCE Het LIV is een privaat-publiek samenwerkingsverband tussen het Korps Landelijke Politiediensten, het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) en de RDW. Het LIV is het expertisecentrum voor voertuigcriminaliteit en zware criminaliteit waarbij voertuigen zijn betrokken.
L I V
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
De minister van Justitie heeft het LIV bij afzonderlijke categoriale beschikking aangewezen als organisatie die voor de bestrijding van voertuigcriminaliteit onderzoek doet en rechercheert in informatiesystemen. Alle medewerkers van het LIV zijn buitengewoon opsporingsambtenaar. Zij zijn beëdigd door de korpschef van de Regiopolitie Groningen. In de Wet Politieregisters is vastgelegd dat tussen politie- en LIV-medewerkers een vrije uitwisseling van informatie mag plaatsvinden. Naast deze wettelijke regeling geldt voor het VbV de instellingsbeschikking van het ministerie van Justitie, de minister van Infrastructuur en Milieu en het privacyreglement van de RDW, waarin de informatieuitwisseling met derden is geregeld. Daarnaast is het systeem waarin alle medewerkers van het LIV werken aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens. Als laatste worden de processen van het LIV jaarlijks gecontroleerd door PwC. Hieronder volgt een overzicht van de taken en bevoegdheden van de diverse partijen: Korps Landelijke Politie Diensten - buitengewoon opsporingsambtenaren worden beëdigd door de korpschef van het KLPD te Driebergen of een namens hem gemandateerde commissaris van politie van het KLPD; - de korpschef van het Korps Landelijke Politiediensten te Driebergen is direct toezichthouder van het LIV. 6
Landelijk Parket Team Verkeer - is juridisch toezichthouder in het kader van de buitengewone opsporings ambtenaren; - wordt pro-actief en structureel geïnformeerd door het managementteam LIV; - in ieder geval vier keer per jaar is er overleg tussen het LIV en het LPTV van het OM; - is intermediair in het kader van uit te zetten onderzoeken. Raad van Toezicht LIV - bestaat uit drie leden - één vertegenwoordiger van elk van de deelnemende partijen, ziet toe op de werkzaamheden van het - managementteam en staat dat met raad en daad terzijde; - geeft goedkeuring aan onder meer de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening, organisatiewijzigingen en investeringen; - benoemt de leden van het managementteam; - is bestuurlijk verantwoordelijk voor het LIV. Managementteam LIV - bestaat uit drie leden, elk van de deelnemende partijen is met één lid in het managementteam vertegenwoordigd; - is belast met de dagelijkse leiding van het LIV; - is verantwoordelijk voor de uitvoering van de opgedragen taken; - ziet toe op correcte naleving van het reglement voor het financiële beheer en van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving; - legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht over het gevoerde beleid. Overige belanghebbenden Om als centraal meldpunt en adviesorgaan te kunnen fungeren, onderhoudt het LIV op gestructureerde wijze relaties met diverse andere politiediensten en verzekeraars en verschillende brancheorganisaties. Werkoverleg AVc Het management van het LIV neemt deel aan het projecten- en werkoverleg van de Stichting AVc.
Hierin wordt de voortgang van de diverse strategische projecten besproken. Het AVc is een belangrijk platform in de strijd tegen voertuigcriminaliteit, waarin de volgende partijen deelnemen: Ministerie van Veiligheid en Justitie, RDW, Raad van Hoofdcommissarissen, OM, Verbond van Verzekeraars, ANWB, RAI, BOVAG, TLN en ARN. De focus ligt op strategische afstemming en vrijwillige coördinatie tussen de diverse betrokken partijen. In dit werkoverleg stemmen AVc, VbV en het LIV hun werkzaamheden af. Stuurgroep Voertuigcriminaliteit RDW (SVR) Een kwartaaloverleg tussen de stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit, het LIV en de RDW. In dit overleg worden allerlei processen en procedures, voornamelijk bij de RDW, tegen het licht gehouden om vast te stellen of ze verder kunnen worden verbeterd in verband met fraudebestrijding. Vanuit dit overleg worden projectvoorstellen gedaan.
PAT-overleg Tweemaandelijks overleg tussen de Permanente Auto Teams, het VbV en het LIV over de laatste ontwikkelingen om de identiteit van voertuigen vast te kunnen stellen. Werkgroep Identificatie Voertuig (WIV) Een werkgroep binnen de RDW die problemen op het gebied van het vaststellen van de identiteit van voertuigen oplost. BRUIS (Bovenregionale Uitwisseling van Informatie en Services) Landelijk overleg tussen LIV en politievertegenwoordigers om de laatste stand van zaken op operationeel gebied te bespreken in het kader van voertuigcriminaliteit.
Preventiecommissie (overleg voertuigbranchePolitie) Een tweemaandelijks overleg over veiligheid tussen de voertuigbranche, VbV en politie. Wat kan de voertuigbranche doen om te voorkomen dat voertuigen worden ontvreemd? Uit dit overleg komen oplossingen als betonnen pilaren voor showrooms, maar ook beveiligingssystemen.
Meest gestolen auto boven 200 PK: Mercedes Benz S65 AMG met 611 PK Zie ook pagina 9 7
RAAD VAN TOEZICHT Het aantal voertuigdiefstallen is de laatste jaren stabiel. “Afgelopen jaar hebben we wel een stijging gezien van het aantal auto’s dat wegblijft,” aldus Wouter Verkerk, die het VbV in de Raad van Toezicht 2 0 1 1
vertegenwoordigt. “We hebben elkaar dus nog
J a a r v e r s l a g
steeds heel hard nodig.”
L I V
Dat is ook de conclusie die bij de politie wordt getrokken. Koos van den Boom, namens de KLPD in de Raad van Toezicht: “Bij de vorming van de Nationale politie die op dit moment plaatsvindt, is het kader dat we meekrijgen: zoek samenwerking op. We hebben veel andere partijen nodig om antwoord te vinden op sommige vormen van criminaliteit. Het realiseren van publiek-private samenwerkingen wordt gepromoot binnen de Nationale politie.” Het publiekprivate samenwerkingsverband LIV dat in 2012 tien jaar bestaat, vormt daarvan een goed voorbeeld. “Vanuit schaarste aan middelen moet je de capaciteit zo goed mogelijk inzetten,”vervolgt Van den Boom, “door gebruik te maken van expertise van andere partijen kan de politie de beschikbare capaciteit inzetten op opsporing.” Zo’n samenwerking vraagt wel de nodige inspanning van alle partijen. 8
De kracht van het LIV is dat informatie vanuit verschillende partijen wordt gecombineerd en uitgewisseld binnen de wettelijke mogelijkheden die er zijn. Verkerk: “Maar die uitwisseling gaat nooit gelijk op. Afhankelijk van een onderwerp vraagt dat voor de één soms wat meer inspanning dan voor de ander.”
Van den Boom vult aan: “We opereren altijd op het scherpst van de snede. Je hebt te maken met drie verschillende partners, met elk hun eigen rol en hun eigen belangen. Ondanks dat moet de lijn worden vastgehouden, en dat vraagt permanent investeren door alle partijen.”
GESTOLEN Terugkijkend op 2011 constateert Zeger Baelde (RDW) dat het een enerverend jaar is geweest. “Er zijn weer duidelijk puntjes op de i gezet. Het LIV heeft absoluut toegevoegde waarde en is rijp voor een nieuwe fase.” Die nieuwe fase dient zich aan in de vorm van de Belastingdienst. In 2011 heeft de Belastingdienst de intentie uitgesproken om vierde partner te worden bij het LIV. In 2012 moet dit zijn beslag krijgen. Verkerk: “De uitdaging voor komend jaar wordt dus om een samenwerking op te zetten met vier partners. Een goede samenwerking die voor alle partijen rendeert. We zullen opnieuw de kaders moeten vaststellen: onze samenwerking wordt nog effectiever als de informatie ook gebruikt kan worden om crimineel vermogen te ontnemen en de schade te verhalen."
"We opereren altijd op het scherpst van de snede" De nieuwe partner die bij het LIV komt, maakt ook een nieuwe overeenkomst noodzakelijk op basis waarvan de partijen samenwerken. Baelde: “Een goed moment om deze ook te actualiseren naar deze tijd. Dan kan het LIV weer een aantal jaren vooruit. Bovendien kun je dan heroverwegen of het LIV moet worden ingebed in de regelgeving via de moederorganisaties. Nieuwe taken die eventueel naar het LIV komen, vragen daar in ieder geval wel om.” Zo is er sprake van dat het LIV een rol krijgt in‘Tanken zonder betalen’ en ‘Online Kilometer Registratie’. Daarvoor heeft het LIV echter wel een wettelijke basis nodig die er nu niet is. Hoe dan ook, één ding staat bij dit alles voor Baelde voorop: “Ik geloof in voorspelbare dienstverlening. Als mensen weten wat ze aan je hebben en je doet het goed, dan kom je een heel eind.”
Als je beide landkaarten bekijkt zijn ze zo goed als gelijk aan elkaar op één uitzondering na: in Midden- en WestBrabant worden duidelijk meer auto’s van 200 pk en meer gestolen. De ‘hittekaart’ hieronder geeft aan dat er in die regio iets aan de hand is. Daarop ingezoomd zien we dat veel van die sterke, snelle voertuigen gestolen worden om daarna bij het plegen van andere criminele activiteiten te worden ingezet.
9
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
MANAGEMENTTEAM
L I V
Rob Smitskamp
Paul Wiggemansen
Hendrik Steller
LIV krijgt steeds meer coördinerende rol In het MT heeft een wisseling plaatsgevonden. Paul Wiggemansen van de KLPD heeft het stokje overgenomen van Gijs Klein. De andere twee leden zijn gebleven. Het VbV wordt vertegenwoordigd door Rob Smitskamp, de dagelijkse leiding van het LIV is in handen van Hendrik Steller. 10
Het LIV heeft in 2011 een belangrijke verdiepingsslag gemaakt. Smitskamp: “Het LIV heeft een slag gemaakt van plat informatie leveren naar het leveren van informatie met hoge toegevoegde waarde." Dat is niet de enige verandering die het LIV heeft ondergaan. Het LIV krijgt ook steeds meer een coördinerende rol. “De politie is anders tegen het LIV aan gaan kijken. Niet meer alleen informatie halen, maar het LIV de coördinatie binnen onderzoeken geven omdat het LIV overzicht heeft en verbanden kan leggen. En de RDW wil nieuwe taken en de daarbij behorende bevoegdheden bij het LIV neerleggen, zoals tanken zonder betalen en kilometerregistratie. Daarvoor ontbeert het LIV nu echter nog een juridische basis,” aldus Steller. Een andere verbreding is de Wet Verstrekking Politiegegevens die het mogelijk maakt om informatie van de politie aan andere partijen te verstrekken. Iets dat het LIV tot op heden nog niet mag. Ook hiervoor is een juridische basis nodig. “Er komt enige spanning op het verstrekkingenbeleid te staan,”aldus Steller. “Hierin is vastgelegd welke informatie we aan wie mogen verstrekken. Nu het LIV zo’n ontwikkeling doormaakt, lijkt het een goed moment om dat beleid te herijken.”
Er blijft altijd een spanningsveld tussen de individuele belangen van de partijen. Maar je deelt ook een gezamenlijk belang en dat is het uitgangspunt van deze samenwerking.”
"Via de moederorganisaties willen we het LIV in de wet verankeren" De komst van de Belastingdienst als vierde partner en het daarmee gepaard gaande nieuwe convenant, biedt ook meteen kansen om het LIV een nieuw decennium in te trekken. Steller: “We zullen goed kijken welke taken en bevoegdheden bij de moederorganisaties thuis horen en welke bij het LIV. Via de moederorganisaties willen we het LIV in de wet verankeren zodat er wel een juridische basis is voor nieuwe werkzaamheden die horen bij het LIV.”
Samenwerking Diverse ontwikkelingen binnen de politie geven ook ruimte voor het LIV. Wiggemansen: “Vroeger was de insteek dat de politie alles zelf moest doen. Dat is gewoon niet haalbaar meer, daarvoor ontbreekt het aan capaciteit. Bij de vorming van de Nationale politie zoekt de politie dan ook nadrukkelijk naar meer samenwerking met andere publieke en private partijen. Het LIV is natuurlijk een mooi voorbeeld van een inmiddels al tien jaar goed functionerend publiek-privaat samenwerkingsverband.” Toetreding Belastingdienst In 2012 staat een nieuwe grote stap op het programma: de toetreding van de Belastingdienst. Een partij die ook heel veel informatie heeft over voertuigen en fraude. “Dat wordt een nieuwe zoektocht,” aldus Smitskamp hierover. “Wij als MT zullen samen met alle betrokken partijen opnieuw door het proces moeten en kijken waar het gezamenlijk belang zit. 11
LPTV PRIJST INTEGRALE AANPAK
2 0 1 1
Het Landelijk Parket Team Verkeer (LPTV) is pleitbezorger van een integrale aanpak van voertuigcriminaliteit. Willebrord Freijsen, hoofd van het LPTV ziet een spilfunctie voor het LIV weggelegd: “In 2011 is de rol prima verder opgepakt, een goede opmaat voor het tienjarig bestaan van het LIV in 2012.”
L I V
J a a r v e r s l a g
Freijsen hecht veel waarde aan het delen van informatie: “Het LIV maakt de informatievergaring en –veredeling waar. Dat geldt voor diverse vervoermiddelen, van fiets tot en met vrachtwagencombinatie. De unieke publiek-private samenwerkingsconstructie met gespecialiseerd personeel vanuit het verzekeringswezen, politie en RDW maakt het voor opsporingsinstanties aantrekkelijk het LIV te bevragen bij de aanpak van voertuigcriminaliteit.” Programmatische aanpak De samenwerking tussen de publieke en private partners is leidend (geweest) in diverse initiatieven rond, bijvoorbeeld, de aanpak van
kloonauto’s, valse rijbewijzen en kentekenplaten, en rondtrekkende dadergroepen. Maar het helpt ook bij het intensiever uitwisselen van (voertuig-)informatie bij de aanpak van een specifiek postcodegebied of bedrijventerrein waar illegaliteit in de autohandel wordt vermoed. Barricades opwerpen Het OM is in het kader van de programmatische aanpak in samenspraak met het LIV en de andere partners ook nauw betrokken bij het opstellen en de uitwerking van een zogenoemd ‘barrièremodel’. Het model definieert (werk-)processen in de automotivebranche waarin barricades worden opgeworpen om het criminelen lastig(er) te maken hun slag te slaan. Landelijke Eenheid Het Landelijk Parket zal in het te verschijnen Nationaal Dreigingsbeeld 2012 bijzondere aandacht voor voertuigcriminaliteit vragen. Freijsen: “De toekomstige Landelijke Eenheid (nu KLPD) zal zich nog nadrukkelijk(er) bezighouden met de aanpak van verkeers-, transport- en vervoerscriminaliteit rond de grote verkeer- en vervoerassen in Nederland. Die zijn voor ons land essentieel vanuit economisch oogpunt. Het zijn ook de plekken om de criminaliteit rond persoons- en vervoerstromen aan te pakken. Denk daarbij aan mensenhandel, mensensmokkel, high speed crime tot en met grove verkeersovertredingen. Het Landelijk Parket is nauw betrokken bij die infrastructurele benadering van de toekomstige Landelijke Eenheid en is er voorstander van dat de verbinding tussen die Eenheid en de nieuw te vormen (tien) geografische eenheden tot stand wordt gebracht. Zowel op terreinen als informatieuitwisseling als (gezamenlijke) interventies. Het Landelijk Parket kan een verbindende rol spelen.” Toekomst Freijsen ziet ook in de toekomst het LIV als scharnierpunt in de integrale aanpak van voertuigcriminaliteit: “Het jubileum in mei 2012 zal ongetwijfeld in het teken staan van die nieuwe kansen om met de vele publieke en private partners in de voertuigwereld een flinke impuls te kunnen geven aan de focus op het onderwerp voertuigcriminaliteit in den brede. Het LPTV blijft graag meedenken om ook de bijzondere aandacht voor verkeersveiligheid in dat bredere perspectief een goede plaats te geven.”
12
AUTODIEFSTAL NA WONINGINBRAAK Een tweegesprek met twee analisten. Harry Oerlemans is analist van politie Midden-West Brabant. Fred Blaauw is analist bij het LIV. In 2011 hadden de heren veelvuldig contact met elkaar over woninginbraken met autodiefstal. Oerlemans: “Al geruime tijd bemerkten we dat er in onze regio veel auto’s werden ontvreemd na een woninginbraak. Voornamelijk dure leaseauto’s. Deze constatering hebben we besproken in het ‘bovenregionaal overleg woninginbraak’. Daar bleek dat onze regio op dit onderwerp significant hoger scoorde dan veel andere regio’s. Landelijk gezien staat de regio Midden-West Brabant in de top 5, naast regio’s als Amsterdam. Dat is behoorlijk hoog. Dan ga je je dus afvragen wat er aan de hand is en kom je al snel uit bij het LIV.”
Blaauw: “Daarnaast heeft een autodiefstal na woninginbraak uiteraard meer impact dan een gewone autodiefstal. Een reden te meer waarom we een positieve uitkomst hadden verwacht.” Oerlemans: “Helaas bleken er op dat moment toch andere prioriteiten te zijn waardoor er geen vervolgonderzoek is gedaan. Jammer. Maar na 19 jaar bij de politie weet ik dat dit kan gebeuren. Ik kijk in ieder geval terug op een goede samenwerking met het LIV!”
Blaauw: “Harry Oerlemans kwam bij mij met het verzoek om een nadere analyse. Samen met Jur Nieland van het LIV heb ik vervolgens een analyse gemaakt van woninginbraken met autodiefstal in de regio MiddenWest Brabant. Hieruit bleek dat er met name in de omgeving van Tilburg erg veel voertuigen werden gestolen met een vermogen van 200 pk of meer. En dat soort voertuigen wordt vaak gebruikt voor andere criminele activiteiten. Dat betekende overigens ook dat het niet alleen de regio Midden-West Brabant aanging, want Tilburg ligt ook op het snijvlak van de regio’s Noord- en Zuid-Brabant.” Oerlemans: “Deze analyse hadden we nodig om bij het Korps Management Team de handen op elkaar te krijgen voor vervolgonderzoek. Ik heb precies gekregen waar ik om vroeg. Fred Blaauw is ook hier geweest om de analyse te presenteren aan mijn collega Tim Millenaar van Herwijnen, informatieregisseur woninginbraken, en mij. Samen hebben we gekeken hoe we dit onderwerp het beste bij het Korps Management Team konden brengen. De presentatie voor het Korps Management Team heb ik daarna zelf gedaan. In de voorbespreking hebben we het er ook over gehad dat er mogelijk niets mee gedaan zou worden. Er kunnen altijd andere zaken zijn die meer prioriteit hebben. Maar toch hadden we goede hoop. Vooral omdat dit soort voertuigen wordt gestolen om andere criminele activiteiten mee te verrichten.”
Blaauw: “Het is ook wel te begrijpen. Midden-West Brabant is een provincie waar nu eenmaal meer gebeurt. En je moet nu eenmaal prioriteiten stellen. Natuurlijk is het ook jammer, vooral omdat het vaak in relatie staat tot andere vormen van criminaliteit. Maar de analyse ligt er nu en we houden dagelijks de resultaten bij. Het kan dus zo weer worden opgepakt. En ook ik kijk terug op een prettige samenwerking met Midden-West Brabant. Het is een regio die heel actief is, ook naar ons toe. De wisselwerking is goed.”
13
BINNENSTE Het is nu ruim drie jaar geleden dat Hendrik Steller (HS) manager van het LIV werd en Harry Blaauw (HB) de overstap maakte naar relatiemanagement. Drie jaar later blijkt dit een goede keuze te zijn geweest. Het LIV heeft duidelijk profijt van een relatiemanager en ook intern zijn de 2 0 1 1
zaken goed op orde.
J a a r v e r s l a g
HS: “De wisselwerking tussen ons is goed. We zijn op elkaar ingespeeld en weten wat we van elkaar kunnen verwachten. En we staan allebei voor precies hetzelfde doel.”
L I V
HB: “Door mijn verleden ken ik de organisatie goed. Ik weet wat Hendrik kan invoeren. Ik kom met iets nieuws omdat het extern gevraagd wordt en dat wordt intern opgepakt. En wat we buiten roepen, maken we binnen waar.” HS: “De relatiemanager is bij voortduring in gesprek en in contact met externen. Vroeger gebeurde dat op incidentele basis, nu is het structureel. Daardoor verslapt de aandacht van buiten voor het LIV niet. De effecten daarvan worden steeds duidelijker. Rondom voertuigcriminaliteit denkt men als eerste aan het LIV.” HB: “Dat ik sinds vorig jaar bij de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc) ben gedetacheerd, komt het LIV ook ten goede. Want waar het LIV beschikt over operationele informatie, opereert AVc vooral op beleidsniveau. Je hebt dan het beste van beide partijen bij elkaar. Er is synergie tussen beleid en uitvoering.” HS: “Richting de politie fungeren we meer en meer als informatiecoördinator. Een voorbeeld hiervan is BRUIS (bovenregionale uitwisseling informatie en services).
14
BUITEN Deze rol levert veel op en is één van de katalysatoren voor de goede contacten met de politie. De toegevoegde waarde van het LIV is overzicht, het LIV legt verbanden tussen verschillende onderzoeken bij de politieregio’s waarvan ze zelf niet op de hoogte zijn. De invoering van de Wet PolitieGegevens (WPG) verruimt bovendien de mogelijkheden om informatie te verkrijgen én te verstrekken.” HB: “Dat het LIV goed bekend staat, merken we aan de hoeveelheid nieuwe taken die op ons afkomt. Zoals ‘online kilometerregistratie’ en ‘tanken zonder betalen’, je kunt er bijna zeker van zijn dat je in deze informatie personen gaat tegenkomen die ook al elders in dossiers voorkomen. En digitale aangifte bij diefstal van voertuigen wat we samen met politie en VbV gaan vormgeven. De tijd die er ligt tussen het moment van diefstal en het plaatsen van de signalering varieert. Maar juist de informatie over de omstandigheden waaronder een voertuig is ontvreemd, is heel waardevol. Het LIV speelt sinds enige tijd ook een rol in Europa rondom mobiel banditisme.” HS: “En ook de interne verdiepingsslag waar het LIV mee bezig is, levert nieuwe zaken op. Met name op analysegebied, daar werken we steeds meer pro-actief door het leveren van verrijkte data aan de partners en klanten. De uitdaging voor het LIV ligt er de komende tijd in om de basis op orde te houden en nieuwe dingen goed te doen, en niet naast onze schoenen gaan lopen.” HB: “Die basis is voertuigcriminaliteit. Regelmatig is er dan ook een gezonde discussie over wat tot voertuigcriminaliteit behoort en wat niet.” HS: “Het LIV ziet steeds meer, weet patronen en tendensen in kaart te brengen. De uitdaging is om met die bevindingen partijen in beweging te krijgen en aanpassingen te doen. Stilstand is achteruitgang dus wij gaan met gepaste snelheid vooruit. Mijn droom op korte termijn is het succesvol invoeren van voornoemde nieuwe projecten. Mijn droom op de lange termijn is dat we over tien jaar de meest aansprekende publiek-private samenwerking in Nederland zijn.
15
RESULTATEN OPERATIONELE Productieaantallen
L I V
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Productgroepen
16
PRODUCTIEAANTALLEN 2011
ACTIVITEITEN Gestolen personenvoertuigen 2011 ten opzichte van 2010 2010
2011
2951
2922
0 tot en met 3 jaar 2010
2011
8782
8736
Verklaring geen Bezwaar Opmerkelijk is de stijging in aanvragen van het aantal Verklaringen geen Bezwaar, dat is in het verslagjaar namelijk bijna verviervoudigd. Een dergelijke verklaring kan worden aangevraagd door mensen die een voertuig komend uit een EU-land bij de RDW willen laten registreren maar niet beschikken over de voorgeschreven papieren bij dat voertuig. De regeling is in het verslagjaar versoepeld. Nu is het zo dat wanneer mensen kunnen aantonen dat ze hebben geprobeerd aan papieren te komen en afkomstig zijn uit een EU-land zij tegen betaling van € 45,- via het keuringsstation bij het LIV een Verklaring van geen Bezwaar kunnen aanvragen. Bij goedkeuring van het land van herkomst kan dan toch een Nederlands kenteken worden verstrekt. Het aantal aanvragen dat in voorgaande jaren ongeveer 40 à 50 aanvragen per maand bedroeg, steeg vorig jaar tot 150 à 160 aanvragen per maand.
4 jaar en ouder
Forensisch voertuigonderzoekers De voertuigonderzoekers van het LIV hebben in april 2011 allemaal het examen forensisch voertuigonderzoeker met goed gevolg afgelegd. Het examen is afgelegd conform de voorwaarde van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). De forensisch voertuigonderzoekers worden steeds vaker gevraagd om assistentie te verlenen bij diverse acties van de politie, bijvoorbeeld voertuigcontrole bij verkeerscontroles.
17
RESULTATEN OPERATIONELE Gestolen voertuigen 2011 ten opzichte van 2010 2010
2011
11733
11658
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Personenvoertuigen
2010
L I V
1867
2011 1996
Motorrijwiel
2011 2010 16869 14984 Brom- en snorfiets 18
Aantal diefstallen vrijwel gelijk In 2011 werden 11.658 personenauto’s gestolen. Dat is vergelijkbaar met 2010, toen werden er 11.733 gestolen. Wel vindt er een verschuiving plaats. Er worden steeds meer jonge auto’s gestolen, terwijl de diefstal van oudere auto’s afneemt. In 2011 werden namelijk 199 meer auto’s van nul en één jaar oud gestolen.
ACTIVITEITEN Fraude met schadevoertuigen onverminderd hoog De schadevoertuigen zijn nog steeds een actueel onderwerp. Twee jaar geleden begon het met een opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (nu Infrastructuur en Milieu) aan het LIV om de problematiek rondom de schadevoertuigen te analyseren. Sinds de RDW zich alleen beperkt tot het schouwen van een voertuig om de juiste identiteit vast te stellen bij import uit een EU-land, steeg het aantal geïmporteerde ‘schade’voertuigen. De verplichte technische keuring bij import is in 2006 namelijk komen te vervallen. In 2009 heeft het LIV op verzoek van het Ministerie de wrakkenstroom en de fraudemomenten in de wrakkenstroom in kaart gebracht door middel van een analyse. In deze analyse zijn de fraudemomenten en de verbeterpunten opgenomen. Met regelmatige tussenrapportages houdt het LIV het onderwerp op de kaart.
Bovenregionale Uitwisseling van Informatie en Services (BRUIS)
In februari 2010 heeft dit vanuit het ministerie geleid tot het verzoek om een uitvoeringstoets. In november 2011 werden er wederom vanuit de Tweede Kamer vragen aan de minister gesteld over het onderwerp schadevoertuig. Aan de beantwoording van deze vragen wordt nog gewerkt.
Tien keer per jaar vindt dit overleg plaats. In het verslagjaar is de Koninklijke Marechaussee ook aangesloten.
Daarnaast is het LIV nog dagelijks bezig om met de betrokken partijen (VbV, Belastingdienst, AVc en RDW) te zoeken naar oplossingen om de schadevoertuigen beter in beeld te krijgen. In samenwerking met de Belastingdienst is het LIV inmiddels gestart met een onderzoek naar de export van nietgemelde schadevoertuigen waarvoor ten onrechte miljoeneneuro’s aan BPM zijn terugbetaald.
Daarnaast is het contact met collega’s van aangrenzende plaatsen in België en Duitsland sterk verbeterd.
Verzekeraars hebben de fraudestroom met schadevoertuigen goed onder controle. Ook is met het VbV een start gemaakt om te kijken waar in de procedure’s bij de verzekeraars kwaliteitsverbeteringen kunnen worden aangebracht. Samen met de RDW is het LIV nauw betrokken bij het beantwoorden van de vragen van de minister.
BRUIS brengt een omvangrijk netwerk met zich mee wat ook het LIV ten goede komt.
19
CRIMINELE BENDE OPGEROLD Het is een vroege woensdagochtend in oktober ergens in Brabant. Op verschillende plekken zijn medewerkers van de politie, de Belastingdienst, het Openbaar Ministerie, het Permanent Autoteam (PAT) van de politie en van het LIV verzameld. Op het startsein worden bij diverse woningen en bedrijven tegelijk invallen gedaan. Deze actiedag is het resultaat van een onderzoek naar seriematige autodiefstallen. In totaal waren er 150 opsporingsambtenaren van diverse diensten aanwezig op deze actiedag.
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
Ellen Som-van der Smitte, namens het VbV werkzaam bij het LIV: “Op de actiedag was ik erbij, met de laptop om meteen alles op te kunnen zoeken. Helaas werkte de verbinding niet die dag. En dus moest ik alles telefonisch opvragen bij de collega’s in Veendam. Dat ging ook prima. Het afgelopen jaar hebben we er systemen bij gekregen. We kunnen nu in flink wat databanken kijken, zoals bijvoorbeeld die van verzekeraars, dus voorafgaand aan en tijdens zo’n actie kunnen we al heel veel te weten komen over voertuigen of personen Ik spreek ook altijd af dat ik alle informatie die ik vind ongefilterd doorgeef.”
L I V
De opbrengst? Op de actiedag worden elf voertuigen in beslag genomen die ofwel gestolen zijn, of zijn opgebouwd uit gestolen onderdelen. Ook andere in beslag genomen goederen blijken vaak van diefstal afkomstig en te herleiden naar een gestolen voertuig. Nader onderzoek naar de identiteit van de in beslag genomen voertuigen en onderdelen door leden deze van het PAT zal volgen.
Naast voertuigen en onderdelen werden onder meer ook stroomstootwapens, gereedschappen en valse autosleutels in beslag genomen. Er werden ook enkele aanhoudingen verricht. De meesten werden aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij een criminele organisatie. Ook werd een man op heterdaad aangehouden wegens heling omdat hij in een loods aan een gestolen personenauto stond te sleutelen. De organisatie zou zich bezig houden met diefstal van personenauto’s en de handel in drugs. H. van Herwaarden, chef opsporing van het opsporingsteam van deze zaak is lovend over de bijdrage van het LIV: “De medewerkster van het LIV die bij de actie aanwezig was, is al enige jaren een enthousiast en betrouwbaar contact tussen de Bovenregionale Recherche Zuid Nederland en uw dienst. Haar aanwezigheid op de genoemde actie, waaraan ook vele leden van het Permanent Auto Team deelnamen, is door het onderzoeksteam als zeer waardevol ervaren en had een grote toegevoegde waarde.” Tegen de hoofdverdachte is een strafrechtelijk financieel onderzoek ingesteld. Een dergelijk onderzoek kan worden ingezet als het vermoeden bestaat dat de verdachte zijn vermogen illegaal heeft verkregen. Dit onderzoek is erop gericht uit te vinden welke winsten een verdachte met zijn criminele handelingen heeft geboekt, teneinde deze terug te kunnen vorderen.
Eind 2011 zijn elf verdachten in deze zaak veroordeeld tot celstraffen uiteenlopend van 67 dagen tot vijf jaar. De hoofdverdachte, auto is die door het Openbaar Ministerie wordt Theo van de Loo, senior tactisch gezien als de spin in het web, hoorde al gejat rechercheur bij de Bovenregionale vijf jaar eisen. Tegen zijn rechterhand AFBLIJVEN! Recherche Zuid-Nederland: werd vier jaar geëist. De twee worden “De samenwerking met de vooral verdacht van het organiseren verschillende disciplines van stelen, demonteren en heeft in ieder geval tot resultaat gehad dat er een doorverkopen van kostbare auto’s in 2009 en 2010. vruchtbare samenwerking is gecontinueerd en dat er Het Openbaar Ministerie is tegen verschillende persoonlijke contacten zijn hernieuwd hetgeen een verdachten, waaronder de hoofdverdachten, in betere samenwerking in de toekomst verzekert.” beroep gegaan bij het Gerechtshof op basis van de strafuitspraak. De zaak is nog niet voor geweest. Het merendeel van de teruggevonden gestolen Doordat de gegevens niet zijn vrijgegeven is er voertuigen betreft het merk Volkswagen, een geen beslag gelegd op het crimineel verkregen populair merk in de diefstal top vijf. vermogen en heeft er geen verhaal van de schade plaatsgevonden. 20
BELASTINGDIENST Erik Kwintenberg is handhavingsregisseur
belastingfraude en andere feiten waar voertuigen bij zijn betrokken.
bij het Landelijk Coördinatiecentrum Auto (LCA). Dat geeft ook meteen het belang aan dat de Belastingdienst aan voertuigcriminaliteit hecht: “Elk onderwerp waarop de Belastingdienst landelijk toezicht belangrijk vindt, heeft een regisseur.” De Belastingdienst en het LIV werken sinds enkele jaren samen. Twee jaar geleden werden de eerste toenaderingspogingen gedaan. Informatie over een concrete zaak bracht de twee partijen bij elkaar. Kwintenberg: “De werkvloer vindt elkaar vaak op het goede moment. De samenwerking in deze zaak leverde veel op.” Van de werkvloer kwam het nieuws ook hoger in de organisatie van de Belastingdienst terecht. Het gevolg was dat er in 2009 een samenwerkingsovereenkomst werd gesloten tussen het LIV en de Belastingdienst/Centrale administratie over de uitwisseling van informatie. In 2011 werd deze overeenkomst omgezet in een convenant. Hierin werd de samenwerking uitgebreid naar de totale Belastingdienst waardoor landelijke uitwisseling mogelijk werd van informatie over
Maar de samenwerking blijft niet beperkt tot dit convenant. De Belastingdienst heeft in 2011 de intentie uitgesproken om partner te worden in het LIV. Kwintenberg: “Het eerste jaar is een proefperiode. Partners moeten elkaar aftasten, de nieuwe samenwerking met vier partners in plaats van drie moet vorm krijgen. Na dat eerste jaar is duidelijker wat we aan elkaar hebben en wat de samenwerking oplevert.” De Belastingdienst heeft al een aantal concrete zaken liggen. Zo werd een aantal jaren geleden duidelijk dat er in de import en export van schadevoertuigen waarschijnlijk voor tientallen miljoenen wordt gefraudeerd. Hier wordt nu nader onderzoek naar gedaan, evenals naar enkele andere zaken. Kwintenberg: “Er gaat veel geld om in voertuigcriminaliteit. Dat betaalt de burger uiteindelijk. En of het dan belasting of verzekeringspremie heet, zal de burger niet uitmaken.”
De samenwerking met het LIV past binnen de standaard aanpak van de Belastingdienst. Kwintenberg: “Onze aanpak gaat uit van een vijfstappenplan. De eerste drie stappen zijn: intelligence, klantbeeldprofielen en gegevensbeheer. Met intelligence breng je de risico’s in kaart. Klantbeeldprofielen geven een schets van een groep klanten die je op dezelfde manier kunt begeleiden. Gegevensbeheer gaat bijvoorbeeld om het koppelen van bestanden. Deze drie stappen zijn vooral gericht op gegevensuitwisseling. De meerwaarde van het partnerschap in het LIV zit hem erin dat de Belastingdienst bepaalde gegevens niet kan of mag opslaan waar de RDW dat wel mag.” De vervolgstappen zijn softwareontwikkeling en tot slot het de gebruiker makkelijk maken om gegevens te gebruiken. Hiermee kan de eerder geconstateerde fraude worden aangepakt. “Softwareontwikkeling is bijvoorbeeld dat het systeem een waarschuwing afgeeft als er ergens twijfel over kan zijn. Maar natuurlijk kun je met je procesinrichting niet volledig voorkomen dat er dingen ten onrechte worden uitbetaald. Vandaar dat de Belastingdienst deelneemt in gezamenlijke controles met politie en RDW. Daarmee spoor je op wat er fout gaat. Dan heb je twee mogelijkheden: mensen die niet zo goed weten hoe het moet en mensen die het bewust fout doen. De eerste groep geef je informatie zodat ze het voortaan wel weten. Voor de tweede groep biedt onze wetgeving handvatten om ze subjectgericht hard óf financieel aan te pakken, net wat het meest effectief is.” 21
RESULTATEN STRATEGISCHE Intern lag de focus op het verder ontwikkelen van taakvolwassenheid, een ontwikkeling die in verslagjaar 2010 al werd ingezet. Een cultuur waarin vakmanschap, zelfreflectie en oog voor de omgeving centraal staan is hierbij het doel. Extern zijn vooral de vruchten geplukt van afspraken die in 2010 zijn gemaakt. En ook relatiemanagement
De politie kijkt in toenemende mate naar de mogelijkheid om het LIV een ondersteunende rol te laten spelen bij interne processen. Verzekeraars Vragen vanuit verzekeraars vertonen een stabiele, lichte stijging. Daar is het LIV zeer tevreden mee. Het uitwisselen van verzekeringsinformatie bij grote rechercheonderzoeken levert duidelijk resultaat op. Hierdoor ontdekken verzekeraars zelf ook steeds meer de toegevoegde waarde voor hun eigen fraude- en criminaliteitsbestrijding op het gebied van voertuigen. Deze positieve ontwikkeling wil het LIV de komende jaren doorzetten. AVc
2 0 1 1
begint duidelijk zijn vruchten af te werpen. De toegevoegde waarde van het
J a a r v e r s l a g
LIV wordt steeds duidelijker, waardoor ook de rol verandert die het LIV vervult.
L I V
Extern Belastingdienst In het verslagjaar heeft de Belastingdienst de intentie uitgesproken toe te willen treden tot het LIV in 2012. Het aantal vragen is toegenomen door het convenant met de Belastingdienst dat in 2010 werd gesloten en waardoor landelijk informatie kan worden uitgewisseld als het gaat om belastingfraude en andere feiten waar voertuigen bij zijn betrokken. Het LIV is over de volle breedte steeds meer bekend als expertisecentrum voertuigcriminaliteit. In samenwerking met strategische analyse van het LIV werkt de Belastingdienst nauw samen in diverse onderzoeken, zoals de import en export van schadevoertuigen. Politie Het LIV speelt een steeds groter wordende rol als informatiecoördinator voor de politie. Het LIV vormt dan de verbindende schakel tussen de diverse politieteams en speelt een coördinerende rol in onderzoeken. Door het leveren van verrijkte informatie levert het LIV een belangrijke toegevoegde waarde. 22
Sinds 2010 is de relatiemanager van het LIV gedetacheerd bij het AVc. Deze detachering is ook in 2011 voortgezet. AVc en LIV opereren steeds nadrukkelijker in elkaars verlengde. De publiek-private samenwerking in het domein voertuigcriminaliteit is meer dan gemiddeld goed te noemen. Internationaal Opvallend in het verslagjaar is de groei van het aantal vragen uit het buitenland. In het kielzog van de groeiende bekendheid bij de politie neemt ook de bekendheid in het buitenland toe.
ACTIVITEITEN In een paar jaar tijd is het aantal vragen bijna verdubbeld: in 2009 kwamen er ruim honderd aanvragen binnen, in 2011 waren dat er tegen de 200. Koploper hierin is Duitsland, op de voet gevolgd door Engeland en de Baltische landen. Intern Taakvolwassenheid In het verslagjaar is een duidelijke omwenteling in cultuur gemaakt. Een betere samenwerking en professionaliteit zijn het resultaat. Deze omwenteling is het resultaat van een ontwikkeling die in 2010 werd ingezet en waarin taakvolwassenheid centraal staat. Taakvolwassenheid staat daarbij voor vakmanschap, zelfreflectie en oog voor de omgeving. Efficiënter werken De verdieping gecombineerd met een groei van vragen noodzaakt het LIV tot efficiënter werken door terug te gaan naar de kerntaken. In nauw overleg met de klant worden werkzaamheden die niet echt tot de voertuigcriminaliteit behoren, afgestoten. Zo zijn de ‘aanvragen geen bezwaar’ terug gegaan naar de RDW. Deze focus op core business is ook al terug te zien in de productiecijfers: het aantal klantvragen van de RDW daalde met ruim 20 procent.
Procesoptimalisatie In 2011 zijn vooral de mogelijkheden van het bedrijfsprocessensysteem beter benut. Met de invoering van een front en back office enkele jaren geleden en het verkrijgen van de betrouwbaarheidsverklaring waren al eerder belangrijke stappen gezet naar een optimale inrichting van processen om vragen op de juiste plek in het proces af te handelen. Nieuw strategisch plan In het verslagjaar is een aanzet gemaakt tot een nieuw strategisch plan. De definitieve uitwerking van dit plan is echter uitgesteld in afwachting van de herstructurering bij de politie en het VbV dat zich weer volledig focust op de core business: schadelastbeperking verzekeraars. Op het moment dat duidelijk wordt wat deze ontwikkelingen betekenen voor zowel de politie als het VbV wordt ook inzichtelijk wat het LIV hierin kan betekenen. Dan wordt de verdere uitwerking van het strategisch plan opgepakt.
Onder andere gestolen in 2011 13 achterwaartse kippers +++ 2 bussen +++ 314 cabriolets +++ 160 caravans +++ 20 compressors +++ 44 geconditioneerde voertuigen +++ 5146 hatchbacks +++ 65 kampeerwagens +++ 1 keetwagen +++ 38 kippers +++ 2 kraanwagens +++ 4 ladderwagens +++ 555 MPV’s +++ 12 open wagens met huif +++ 11910 sedans +++ 8 servicewagens +++ 2982 stationwagens +++6 terreinvoertuigen +++ 51 trekkers +++ 46 veewagens +++ 1 voor rolstoelen toegankelijk voertuig +++ 42 voertuigen voor vervoer boten +++ 15 winkelwagens
23
L I V
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
BINNENSTE GROTE VANGST BIJ TOEVAL
Het is begin juli 2011, de nacht van woensdag op donderdag. Tijdens deze warme zomernacht wordt in Delft een Ford bestelbusje van zes jaar oud gestolen. 24
De wijkagent die als eerste ter plaatse is op de sloperij ontdekt de Ford. Bij het slopen ervan is ook de kentekenplaat verwijderd. Als de wijkagent hierom vraagt, ontkent de sloper eerst. Na enig aandringen zoekt de sloper toch de kentekenplaat op. Wat blijkt? Het is niet het kenteken van de Ford. Maar wel van een Volkswagen Golf die als gestolen staat geregistreerd. De wijkagent neemt contact op met de recherche en dan gaat het balletje rollen en komt het LIV in beeld.
Donderdagochtend vroeg: de eigenaar ontdekt dat zijn busje gestolen is en slaat direct alarm. Iets later diezelfde ochtend: het busje wordt teruggevonden bij een sloperij. Nog iets later gaat de telefoon bij het LIV. Aan de lijn een agent: of het LIV kan komen ondersteunen bij een grootscheepse zoeking op de sloperij? Hoe kan de politie het gestolen busje zo snel terugvinden? Dat kan omdat het, op voorschrift van de verzekeraar, is uitgerust met een voertuigvolgsysteem. Dat had de dief waarschijnlijk niet verwacht bij een busje van zes jaar oud. Maar gezien het technische beroep van de eigenaar en het daarbij behorende dure gereedschap in de auto niet onlogisch. Dat voertuigvolgsysteem leidt de politie rechtstreeks naar het gestolen busje. Ook al was het busje al gedeeltelijk gesloopt en verstopt tussen andere sloopauto’s, een voertuigvolgsysteem laat zich niet om de tuin leiden.
Dat is het startsein voor een grootscheepse actie. De hallen liggen tot de nok toe vol met onderdelen, zoals motorblokken, versnellingsbakken en carrosseriedelen. Die zullen allemaal worden onderzocht. Daarvoor moet echter een team van experts bij elkaar worden georganiseerd.
Om te voorkomen dat bewijsmateriaal in tussentijd wordt verdonkeremaand, wordt de sloperij afgesloten en verzegeld en wordt hij bovendien bewaakt. De verdachten zitten intussen in de cel. De maandag daarop is het zover. Aanwezig zijn onder meer acht experts van het Permanent Auto Team (PAT) van de politie uit diverse regio’s en daarnaast lokale politie en LIV. Het LIV heeft contacten met fabrikanten en kan online in fabriekssystemen. Handig om te achterhalen bij welk chassisnummer en kenteken een onderdeel hoort. Minutieus wordt alles onderzocht. Eén dag blijkt daarvoor niet genoeg. Drie volle dagen is het team bezig met inventariseren en natrekken en dan nog is niet alles gedaan. 25
GROTE VANGST BIJ TOEVAL Een club recherchemensen in Rotterdam houdt zich nu bezig met nog open-staande zaken en verdere afhandeling van het onderzoek. Het is in ieder geval duidelijk dat onderdelenhandel lucratief blijkt te zijn. Niet de auto stelen en die in zijn geheel verkopen. Maar de auto stelen en de onderdelen daarvan los verkopen. Het is nog de vraag wat er met de onderdelen gebeurde? Werden die via internet verkocht of gingen ze naar het buitenland? Het resultaat tot nog toe van deze actie is dat onderdelen van meer dan 150 gestolen voertuigen zijn teruggevonden. Bijna alles wat onderzocht kan worden, is gestolen.
2 0 1 1
Het betreft vooral veel gangbare auto’s, zoals Volkswagen, Audi, BMW en Seat. Bijzonder is een Mazda 6 sedan die in zijn geheel wordt teruggevonden, maar dan wel in onderdelen. Sommige auto’s zijn al vijf of zes jaar geleden gestolen, anderen recent.
L I V
J a a r v e r s l a g
Een mooi resultaat. Maar dan? Want wat doe je met die onderdelen? Want uiteindelijk zit je met een hele berg spullen afkomstig van diefstal.
26
Naar een motorblok van bijvoorbeeld een Volkswagen is best vraag. Maar als de rest van de auto weg is, kun je hem niet afmelden voor diefstal. Voorlopig zijn de onderdelen opgeslagen in drie grote containers. Het OM zal besluiten wat er met deze goederen verder gaat gebeuren. En de verdachten? Hun RDW-erkenning voor de sloperij zijn ze inmiddels kwijt, dus feitelijk mogen ze niet opnieuw een sloperij beginnen. Het VbV heeft het voornemen namens de verzekeraars bij de verdachten een claim in te dienen voor de schade die is geleden. Dat loopt flink in de papieren: een verzekeraar keert immers meestal uit als een auto wordt gestolen en niet teruggevonden en het ging hier om aardige aantallen. Probleem is echter dat de benodigde informatie pas na de volledige rechtsgang beschikbaar komt. De kans dat het crimineel verkregen vermogen tegen die tijd is weggesluisd, is erg groot. Tot slot zal nader onderzoek nog uitwijzen of en wat voor veroordeling de verdachten boven het hoofd hangt
EVENT
VOORUITZICHTEN Toetreding Belastingdienst In 2012 wil het LIV de toetreding van de Belastingdienst als vierde partner afronden. In 2011 heeft de belastingdienst de intentie uitgesproken om vierde partner te worden in het LIV en zijn de voorbereidingen hiervoor in gang gezet. In 2012 zal de samenwerking nader worden ingevuld en geformaliseerd zodat de toetreding van de Belastingdienst tot het LIV een feit is.
Jubileum Misschien wel het grootste hoogtepunt van 2012 is het 10-jarig bestaan het LIV. Een mooie mijlpaal voor een uniek publiek-privaat samenwerkingsverband. Een uniek samenwerkingsverband waar toekomst in zit. Criminaliteit wordt immers steeds georganiseerder dus zullen ook de handhavers zich moeten organiseren. Het LIV is goed op weg en wil het draagvlak voor publiek-privaat samenwerken graag verder uitbreiden door te kijken naar de mogelijkheden van nog effectiever informatie uitwisselen en samenwerken. Met een relatiedag zal het jubileum op gepaste wijze worden gevierd.
Oudste gestolen auto in 2011
Jaguar XK 120 Cabriolet uit 1950
Informatiecoördinatie In 2011 heeft het LIV meer en meer de rol van informatiecoördinator op zich genomen. Naast het aanleveren van de geleverde informatie kijkt het LIV ook naar de eventuele verbanden tussen de vragen die gesteld zijn. Hierdoor komt steeds meer interessante informatie aan het oppervlak. Vooral richting de politie vervult het LIV deze rol steeds beter. Het LIV zou deze rol ook meer en meer naar verzekeraars en RDW kunnen en willen vervullen. In 2012 is dat een belangrijk streven.
Nieuwe taken Er zijn de nodige ontwikkelingen waarin ook het LIV in de (nabije) toekomst een rol zou kunnen spelen. De twee meest concrete onderwerpen zijn de Wet Politiegegevens en Kilometerstanden registreren. De Wet Politiegegevens maakt het mogelijk dat het LIV informatie over voertuigcriminaliteit vanuit de politie verstrekt aan derden. De mogelijkheden hiertoe worden nu onderzocht. Voor het LIV zou dit een mooie ontwikkeling betekenen. Naast de registerinformatie van de RDW en informatie over fraude van verzekeraars mag het LIV dan ook informatie van de politie verstrekken. Hierdoor kan het LIV een nog completer antwoord aan zijn partners en klanten geven. Kilometerstanden registreren is een nieuwe taak van de RDW. Wetgeving is nog in de maak. Het LIV is wel al met de RDW in gesprek om te kijken hoe de handhaving rondom deze taak ingericht kan worden en welke rol het LIV hierin kan vervullen. 27
L I V
J a a r v e r s l a g
2 0 1 1
JAARREKENING
Top 5 gestolen merken Volkswagen Opel Mercedes BMW Ford 28
2961 842 787 746 698
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING Mededeling Opdracht In opdracht van de directie van RDW hebben wij een onderzoek uitgevoerd naar het stelsel van (interne) beheersingsmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid (zijnde integriteit, exclusiviteit, continuïteit en controleerbaarheid) van de gegevensverwerking zoals uitgevoerd door het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 december 2011. De doelstelling van dit onderzoek was om met een redelijke mate van zekerheid vast te stellen dat door de RDW binnen de processen voor de invoer, verwerking en verstrekking van gegevens zoals uitgevoerd door het LIV in opzet voldoende interne beheersingsmaatregelen zijn getroffen om te waarborgen dat voldaan wordt aan de gestelde betrouwbaarheidsnormen, dat deze maatregelen hebben bestaan en dat deze maatregelen gedurende het controlejaar 2011 effectief werden uitgevoerd. De beoordeling betreft de gegevensverwerkingsprocessen zoals uitgevoerd worden door het LIV onder verantwoordelijkheid van RDW. Processen die uitgevoerd worden onder verantwoordelijkheid van één van de samenwerkingspartners vallen niet onder deze beoordeling. Aangezien het LIV voor de gegevensverwerking gebruik maakt van ICT-systemen van RDW, zijn ook de getroffen beheersingsmaatregelen hiervoor bij het LIV onder verantwoordelijkheid van de RDW meegenomen in de beoordeling. Dit betreft enkel de beheersingsmaatregelen inzake ICT-systemen, die onder eigenaarschap van het LIV vallen, en niet de ICT-systemen waarvan het eigenaarschap ergens anders binnen RDW belegd is. Het onderzoek is gericht op processen voor de invoer, verwerking en verstrekking van gegevens zoals door het LIV uitgevoerd worden en niet op de inhoudelijke kwaliteit van de gegevens. De beheersingsmaatregelen die de betrouwbaarheid regelen van aanleverende systemen/diensten en van het gebruik door externe partijen behoren niet tot het onderzoeksgebied. Tevens behoren niet tot het onderzoeksgebied het voldoen aan de wettelijke regelingen Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en de Wet Politiegegevens (Wpg). Het opzetten en toezien op de effectieve uitvoering van de interne beheersingsmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid van gegevensverwerking zoals door het LIV uitgevoerd is de verantwoordelijkheid van de directie van de RDW. Het is onze verantwoordelijkheid hierover een oordeel te verstrekken. 29
Verrichte werkzaamheden Ons onderzoek is verricht in overeenstemming met de standaarden en richtlijnen van NIVRA en NOREA voor het uitvoeren van Assurance opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie. Ook zijn op deze opdracht onder andere de Verordening Gedragscode van NIVRA en de Code of Ethics van NOREA van toepassing. Wij hebben de interne beheersingsmaatregelen gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 december 2011 onderzocht binnen de processen van de unit LIV onder de verantwoording van RDW. Als onderdeel daarvan is de status van de aanbevelingen uit 2010 onderzocht.
2 0 1 1
Binnen het LIV zijn onderzocht frontoffice, onderzoeksondersteuning, registerhandelingen, analyse, falsificaten, informatie vergaren ten behoeve van het LIV en afhandeling overige informatieverzoeken. Tevens is het service level management beoordeeld ten einde een oordeel te vormen over de processen binnen ICT over de onderwerpen informatiebeveiligingsbeleid, operationeel beheer/continuïteit, wijzigingenbeheer en fysieke en logische toegangsbeveiliging.
J a a r v e r s l a g
Oordeel
L I V
Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat het stelsel van interne beheersingsmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid van de gegevensverwerking van het LIV onder verantwoording van RDW in 2011 in opzet en bestaan voldeed aan de gestelde normen. Tevens zijn wij van oordeel dat de maatregelen gedurende 2011 effectief werden uitgevoerd. Amsterdam, 23 april 2012 PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. Was getekend. A.J.M. de Bruijn RE RA Partner
30