Het Adjectief Groen, groot, dik, donker, … zijn allemaal adjectieven. We kunnen ze op verschillende manieren in een zin gebruiken. Als we het adjectief direct voor een substantief zetten, komt er soms een [-e] bij het adjectief. De grote man, het witte gebouw, de droge bladeren.
Wanneer krijgt het adjectief een [-e]? Beantwoord deze vragen: - Wat staat er voor het adjectief? bepaald of onbepaald (zie kader) - Is het substantief een de of het-woord? (let op: elk substantief in het meervoud wordt een de-woord)
bepaald (de, het, mijn, jouw, dit, deze, …)
onbepaald (een, geen, Ø, elk, welk, zulk, …)
de-woord
+e
+e
de tafel (Elk mv) : de huizen
de grote tafel deze grote huizen mijn grote tafel Berts grote tafel
(g)een grote tafel (w)elke grote tafel zulke grote tafel
Nederlands voor anderstaligen – VOSPA – Cursus (10)
het-woord
+e
Ø
het huis
het oude huis dit oude huis haar oude huis Berts oude huis
Ø warm water (g)een oud huis (w)elk oud huis zulk oud huis
Belangrijk : - Een adjectief heeft geen meeervoudsvorm ! de dure auto’s, lege flessen, - Een adjectief bij een ander adjectief (bijwoord) krijgt nooit een –e. Het is heel stil op straat. Er zit een heel grote spin in de kamer.
Nederlands voor anderstaligen – VOSPA – Cursus (10)
Spellingsproblemen bij [-e] - Een adjectief met een lange klank in de laatste lettergreep: groot: de groot + e blauw: de blauw + e [-s] wordt [-z] en [-f] wordt [-v] ( !) boos: de boos + e ( !) lief: het lief + e
man broek
: de grote man : de blauwe broek
baas meisje
: de boze baas : het lieve meisje
- Een adjectief met een korte klinker in de laatste lettergreep: De klemtoon valt op de laatste lettergreep: VERDUBBEL DE MEDEKLINKER (alle adjectieven met één lettergreep) ‘dik: 'slim: ( !) ka’pot :
de de een
dik + e slim + e kapot + e
baby : de dikke baby dokter : de slimme dokter broek : een kapotte broek
De klemtoon valt ergens anders: NIET VERDUBBELEN Tip : alle lange adjectieven op [-er], [-ig], [-lijk], [-el] (doffe /e/) ‘lekker: ge’lukkig: ‘moeilijk : comfor’tabel
de het het een
lekker + e soep gelukkig + e paar moeilijk + e examen comfortabel + e zetel
: : : :
de lekkere soep het gelukkige paar het moeilijke examen een comfortabele zetel
- Een adjectief op [-en] krijgt nooit een uitgang mijn eigen auto die ervaren chauffeur het verlegen meisje de gebroken vaas
Uitz.: verscheidene talen
- Een adjectief van materialen krijgt altijd + [-en] de houten deur ( !) een stenen huis
de eiken kast een wollen trui
Uitzondering voor ‘vreemde’ materialen: een plastic beker, de aluminium pan, de nylon kous, een celluloid verpakking, een vinyl plaat, de platina ring
- Telwoorden blijven onveranderd: drie: honderd:
de de
drie honderd
musketiers soldaten
:de drie musketiers :de honderd soldaten
MAAR : honderden soldaten, tientallen muzikanten, duizenden euro’s
Nederlands voor anderstaligen – VOSPA – Cursus (10)
Speciale gevallen - 'Adjectieven’ waar geen substantief bijstaat A. substantieven afgeleid van een adjectief (de zieke man -> de zieke) of woorden als Sommige, meeste, alle, beide, ... Deze woorden krijgen een [-n] als ze - zelfstandig staan (= zonder substantief) - verwijzen naar meerdere personen De zieken liggen in de slaapzaal (> de zieke (mensen)). Welke stoelen moet ik buitenzetten ? De grote. (> de grote (stoelen)) Er zitten vele studenten in de cursus. (normale constructie) Velen weten wanneer de les begint. (> vele (studenten)) De meesten zijn op tijd (> de meeste (studenten)). Op het congres waren vele wiskundigen. Geïnteresseerden kunnen zich hier inschrijven (> Geïnteresseerde mensen). Ik heb twee vissen, beide zijn van mij. Uitzondering : de volwassenen
B. In sommige woordgroepen komt er een [-s] bij het adjectief. Het gaat om heel herkenbare combinaties. (n)iets, wat, wat voor, weinig, veel, allerlei, ...+ adjectief Ik heb weer iets doms gezegd. Daar zit niet veel goeds in. Gisteren heb ik iets lekkers gegeten.
- Adjectieven van plaatsnamen Adjectieven van plaatsnamen krijgen altijd een soort s-uitgang. Ze volgen de gewone basisregel. Let op : soms heeft de plaatsnaam een heel eigen adjectiefvorm. De Rotterdamse politie, het Brusselse dialect, het Leuvense stadhuis Een Perzisch tapijt, een Belgische wafel (woorden op –ië) [uitspraak /s/] De Chinese muur, een Amerikaans vliegtuig, de Duitse mark
Nederlands voor anderstaligen – VOSPA – Cursus (10)
Uitzonderingen - Hij is een grote president/ Hij is een groot president Dit is een uitzonderingsregel enkel voor adjectieven met een dubbele betekenis (bv. groot, knap, …). Wanneer het adjectief de kwaliteit van een persoon aangeeft, kan de uitgang [-e] worden weggelaten. Een knap pianist (knap als pianist)/een knappe pianist Een groot man/een grote man Ook andere : een beroemd schilder/een beroemde schilder
- Geen [-e] als adj. en subst. samen een vaste betekenis vormen Dit is een uitzonderingsregel. Het gaat om adjectieven die zo vaak bij hetzelfde substantief staan dat ze als één geheel worden gezien. Het hoger onderwijs, het koninklijk besluit, een sociaal werker het Centraal station
- Bij lange adjectieven voor een het-woord soms geen [-e] Bij het-woorden kan het soms gebeuren dat de [-e] ook in de bepaalde vorm wegvalt. Het komt vaak voor bij langere adjectieven. Hoewel er geen regels voor te geven zijn, heeft dit wegvallen veel te maken met de uitspraak. dat gelukkig(e) gezin, het spannend(e) boek, het ontroerend(e) verhaal
Nederlands voor anderstaligen – VOSPA – Cursus (10)