MAANDBLAD
Opnieuw dew A o:
kracht &._zwakte van VAN DE
het rapport van de
WIARD I
Commissie-Donner
BECKMAN
D. WOLFSON
STICHTING
Een visie op immigratie B. MlDDEL &
JAARGANG
6 2001
S8
N. ALBAYRAK
De belangrijke boodschap van het populisme: lessen uit Vlaanderen M. ELCHARDUS
Schaf 1 Mei af! Over het ze!Jbeeld van de sociaal-democratie OCUMENTATIEC EOERLANDSE I PARTIJEN
R. CUPERUS
Ontwikkeling en kwaliteit van het bestuur J.
BREMAN
BOEKEN
- De affaire- Peper - Nederland en de Volkenbond
Vorigl ring C dat w meen gerecJ comrr comrr provi1 rappo vraag doet, luatie
INHOUD
B. TROMP
Wethouders de raad uit
2 37
Kl
D. WOLFSON
Het rapport van de Commissie-Donner
SOCIALISM£
&.. DEMOCRATIE
MAANDBLAD
uitdjc te lop ikde lcnba mentl we]b,
2 39
B. MIDDEL & N. ALBAYRAK
Streng om rechtvaardig te kunnen zijn Dilemma's van een sociaal-democratisch
asielbeleid
Ik
Sinds de ge zijn. I meen zeker algerr
246
VAN DE WIARD! BECKMAN STICHTING
M . ELCHARDUS
Moet populisme omarmd worden als politieke
DENKTANK VAN DE
vernieuwing?
sch~p
258
led en we the
PARTIJ VAN DE ARBEID
JAARGANG NUMMER
S8 6
2001
ISSN 0037-8135
AI
R . CUPERUS
eind < kozer teerd blijkb proce raads
Van Dag van de Arbeid naar Dag van de Democratie Over het ze!Jbeeld van de
sociaal-democratie
26
s
Fe
J. BREMAN
Ontwikkeling en de kwaliteit van het bestuur Poezie 2 8 2- 2 8 3 Boeken De cifJaire Peper 2 84 Nederland als figurant 2 8 8
2 76
co lie! kabin buite mcrs ope
Ec
nog < deze M weth,
burgt
wille1
s &..o 6
2oo 1
237 Vorige week heeft minister Klaa de Vries het Wetsvoorstel Dualisering Gemeentebestuur ingediend bij de Tweede Kamer. Daarin staat dat wethouders in het vervolg niet Ianger dee! uitmaken van de gemeenteraad en ook niet meer uit de gemeenteraad hoeven te worden gerecruteerd. Dit voorstel vloeit voort uit het rapport van de Staatscomm issie-Elzinga over het lokaal bestuur, dat vorig jaar uitkwam . De comm issie moest wegen zoeken om het lokaal bestuur- gemcente en provincie - voor kiezers en gekozenen aantrekkelijker te maken. Het rapport telt ruim 900 pagina's. Zinnige antwoorden op de gestelde vraag heb ik er niet in aangetroffen. De voorstellen die de commissie doet werken voorspelbaar averechts en houden juist een verdere devaluatie van de lokale democratic in. Klaas de Vries is een van de slimste politici die ik ken, maar helaas uit die kwaliteit zich ook in zijn behoedzaamheid om zelfs niet het risico te !open zich aan koud water te branden. Als ik hem was geweest, had ik de voorstellen van de commissie-Elzinga zonder meer naar de prullenbak verwezen, op grond van de argumenten die nu volgen. Argumenten die hij gemakkelijk zelfhad kunnen bedenken en misschien ook wei bedacht heeft. Ik beperk mij tot de nieuwe manier om wethouders te benoemen. Sinds de gemeentewet van Thorbecke worden wethouders gekozen uit de gemeenteraad, waaraan zij vervolgens verantwoording schuldig zijn. Dit betekent dat wethouders wei eerst door de kiezers in de gemeenteraad moeten worden gekozen, ook al weten die kiezers niet zeker wie van de raadsleden die ze kiezen wethouder zal worden. In het algemeen plaatsen politieke partijen kandidaten voor het wethouder~chap bovenaan de kieslijst. Zowclleden van de gemeenteraad, partijleden als kiezers kunnen op deze wijzc invloed uitoefenen op wie cr wethouder namens een partij kan worden. AIs het wetsontwerp van De Vries wordt aangenomen, komt er een eind aan deze lokale democratic. Wethouders hoeven dus niet eerst gekozen te worden als lid van de gemecnteraad. Dit voorstel is gepresenteerd als een manier om aan sterkere bestuurders te komen. Dat zijn blijkbaar mensen die te benauwd zijn om zich aan het democratisch proces van kandidaatstelling in een politieke partij voor gemeenteraadsverkiezingen te onderwerpen. Feitclijk houdt het voorstel-Dc Vries in dat de samenstelling van colleges van B & w net zo' n ondoorzichtig proces wordt als die van een kabinet, waarbij zowel de kiezer als de gekozen gemeenteraadslcden buiten spel staan. Niet de !eden van de Tweede Kamer benoemen immers ministers en staatssecretarissen. Dat gebeurt in ecn aan elke openhcid onttrokken beraad van formateur en partijleiding. Een andere voorspelbare consequentie is dat het raadslidmaatschap nog onaantrekkelijker wordt dan het al is, omdat de kans om vanuit deze positie wethouder te worden vermindert. Merkwaardig is tens lotte het feit dat de invoering van de benoemde wethouder vooral wordt gesteund door partijen die van de benoemde burgemeester af will en en deze zelfs door aile burgers van de gemeente willen Iaten verkiezen.
Wethouders de raad uit
BART TROMP
Redacteur s&.P
De
ver:
wac staa
dru dra:
nie1
voo situ hak
zid
vaal rin! een mal sierim gre:
JllQi
AO '
me1 WA
bel1 we1
sch ver: san•
ech slec
ling He1
de VOO
In I
hoc laat '9 '3 WA
me• CA<
tijd
s&_o62oo1
239
Het rapport van
de CommissieDonner De w Ao is een moeilijke baarheid (employability) van verzekering. De inkomensmensen, is grotendeels overgelaten aan initiatieven waarborg die zij wil bieden staat voortdurend onder uit het bedrijfsleven. Een DIK WOLFSON 1 druk van onbedoeld geaantal - vooral grote - bedrag. Mensen die hun werk Onder arote druk van alles en iedereen komt de drijven doet dat heel goed, niet meer aankunnen, bijCommissie-Donner met een aoed idee, dat in zijn maar veel andere onttrekvoorbeeld, en niet met die onderbouwina en uitwerkina te wensen overlaat. ken zich met een te beperkt situatie om weten te gaan, Wolfson aaat na hoe het beter zou kunnen, arbocontract aan hun verhaken af en melden zich plichtingen als 'goed huisvanuit een sociaal-democratisch perspectiif en, ziek; de werkgever laat dat vader' . Een op rei'ntegratie in de aeest van het rapport, voor eiaen rekeninB vaak !open en de uitvoeen risico. gerichte uitvoering van het ringsbureacratie vertoont stelsel, die de door de polieen eigen agenda van risicomijdend en soesamini- tiek gedane beloftes omtrent ondersteuning namaliserend gedrag. Terecht constateert de Commis- komt, plichten operationaliseert en sancties toepast sie-Donner dat het arbeidsongeschiktheidscriteop wie de boel - letterlijk - verziekt, is niet echt van rium mank gaat aan een 'inherente vaagheid'. De de grond gekomen. Wat die plichten en sancties begrens tussen onbedoeld gebruik en misbruik is treft, is de gemeenschap opvallend mild geweest, • moeilijk te trekken, anders dan bijvoorbeeld bij de niet aileen voor werkgevers en uitkeringsgerechtigden, maar 66k voor uitvoerders die zich er te geAow, die steunt op leeftijd, als ondubbelzinnig kenmerk. Handhaving van de waarborgfunctie van de makkelijk van afmaken. De beschamende coiJ.stante WAO vraagt om het constructief en samenhangend in de geschiedenis van de WAO is dat de inkomensbei'nvloeden van de motivaties van werkgevers, waarborg iedere keer .onder druk komt als preventie werknemers en uitvoerders. Oat begint bij het en rei'ntegratie falen. Oat laat zich helaas opnieuw scheppen van helderheid en consistentie omtrent demonstreren aan de hand van de op 3o mei jl. geverantwoordelijkheden, bevoegdheden, stimuli en presenteerde voorstellen van de Commissie-Donsancties. De beleidsontwikkeling daaromtrent heeft ner2, die voor wat betreft gedeeltelijk arbeidsongeechter te lang geduurd, en dan rest een kabinet nog schikten de verkeerde kant op gaan. slechts de klassieke oversprongbeweging: de instelling van een Commissie. De voorstellen op hoifdlijnen Als vertrekpunt neemt de Commissie niet de geDe vooraeschiedenis zondheidsbeperking, maar de vraag wat iemand nog Het zoeken naar oplossingen om de aanspraken op kan. Niet de inkomensderving staat centraal, maar de WAO beter beheersbaar te maken is tot dusver de belastbaarheid. Voorgesteld wordt de rei'ntegravooral gericht geweest op het beperken van rechten. tie van mensen die nog een reele kans op (aangepast) In het begin van de jaren tachtig is de uitkeringswerk hebben al zes weken na de eerste ziektemelhoogte verlaagd van So naar 70 procent van het ding met kracht ter hand te nemen, en de WAO pas laatstgenoten inkomen, en na de WAO-crisis van open te stellen op het moment dat iemand volledig en naar verwachting 'onomkeerbaar' arbeidsonge1991 leidde een duurbeperking tot vijf jaar tot het WAO- 'gat' voor nieuwe gevallen, dat overigens voor schikt bevonden is. De Commissie ziet de individumeer dan tachtig procent van de gerechtigden per ele werkgever en werknemer als primair verantCAO is gedicht. Het preventiebeleid, waaronder het woordelijk voor preventie en rei'ntegratie, en tijdig verbeteren van de kennis, conditie en inzet- spreekt ze daar ook op aan. Zij wil de bestaande ver-
s&..o62oor
plichting van de werkaever om het loon van een zieke werknemer gedurende een jaar door te blijven betalen naar twee jaar brengen (het kabinet stelt a! anderhalf jaar voor), en bij wijze van sanctie verder verlengen als niet kan worden aangetoond dater een adequate inspanning is verricht om de betrokken man of vrouw weer aan het werk te krijgen, in het eigen bedrijf of elders. Anderzijds zou afkeuring en daarmee beeindiging van de verplichtingen van de werkgever - al vanaf drie maanden in het eerste ziektejaar kunnen plaatsvinden, zodra duidelijk is dat een werknemer niet meer kan werken. De P EM BA - de wet die de hoogte van de werkgeversprcmie afhankelijk maakt van het schadeverleden van de betrokken arbeidsorganisatie- zou dan moeten verdwijnen. De werknemer krijgt een tijdig perspectief op gevalsbehandeling en rei'ntegratie, om ontmoediging en afhaken te voorkomen. Hij wordt daarbij geprikkeld om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en zich maximaal in te zetten om weer aan de slag te komen doordat de Commissie de particle arbeidsongeschiktheidsuitkering wil Iaten verdwijnen. De werkgever is een sanctiemogelijkheid toegedacht om de gangbare bovenwettelijke aanvulling op de uitkering tot 1 oo procent van het genoten loon in te houden en uiteindelijk tot ontslag over te gaan als de wcrknemer niet aan rei'ntegratie meewerkt. Mensen die na herintreding minder kun nen verdienen dan 70 procent van het laatstgenoten loon worden niet gecompenseerd, maar opgevat als 'onvrijwillig werkloos', waardoor zij kunnen optcren voor een ww-uitkering. Een hogere uitkering voor de zogenoemde 'onomkeerbare gevallen' acht de Commissie pas aan de ordeals de instroom terugloopt. Wei wil zij nieuwe afgekeurden hun eventuele bijverdiensten Iaten behouden. In een ooaopslaa . .. De voorstellen steunen op eigentijdse inzichten over het belang van arbeidsparticipatie ter voorkoming van een maatschappclijke tweedeling tussen geemancipcerde mensen die erbij horcn (insiders) en afhankelijke mensen die er buiten worden gehouden (outsiders). Ze sluiten bovendien ten dele aan bij al in gediendc wetsvoorstellen tot herziening van de uit-
voering van de sociale zekerheid. Oat is op zichzelf winst. De functie van de Commissie was niet om vee! nieuws te bedenken, maar om door haar gezaghebbende samenstelling het draagvlak te verbreden voor noodzakelijk geachte veranderingen. Oat neemt niet weg dat de Commissie er niet in is geslaagd om de preventie- en re'integratiefunctie van de sociale zekerheid te versterken zonder dat dit ten koste gaat van de waarborgfunctie. Het voorstel om beperkte arbeidsgeschiktheid niet Ianger pu bliek te verzekeren is weliswaar ingegeven door de wens om mensen te beschermen tegen zichzelf en tegen medicalisering, maar gaat voorbij aan een in vele gevallen wezenlijke en aantoonbare vermindering van inzetbaarheid. In dat opzicht is het de zoveelste aantasting van legitieme rechten van de laatste twintig jaar. Het onvermogen om tot een goede inschatting van een beperkte arbeidsgeschiktheid te komen en daar passende maatregelen voor te nemen vertaalt zich hier in het onevenredig vergroten van het eigen risico van mensen die wei degelijk minder kansen hebben op de arbeidsmarkt, zonder dat daar een aannemelijke rechtsgrond voor aanwezig is. Een eigen risico heeft zin om futiele claims uit te sluiten en om mensen aan te sporen hanteerbare risico's ook zelf te dragcn, maar mij is gcen autoverzckeraar bekend die aileen een total loss wil verzekeren. Don 't shoot the pianist Hct is te gemakkelijk om het bij deze kritiek te Iaten, want de gewraakte aanbeveling vloeit voort uit het falen van de politick en de organen van werkgevers en werknemers om, in de tien jaar na de vorige grote ingrecp, een uitvoeringsorganisatie op te bouwen die is opgewassen tegen de eisen van deze tijd. Nederland is niet 'ziek' en ook aan werkgelegenheid heeft het de laatste jaren bepaald niet ontbroken. De aanhoudende problemen met de WAO zijn het gevolg van een fa lend preventie- en re'integratiebeleid, zowel op het politieke niveau, als in de uitvoeringsbureaucratie. Jammer is wei, dat de Commissie uit dit aiies een inconsequente conclusie trekt, want je gel 66ft in je eigen oplossing, of niet . Als je gel 66ft in tijdige en intensieve begeleiding als basisoplossing, niet terugdeinst voor sancties op gebrek aan inzet,
en e doo vast bij r finii uits oml arm den met Cor dac: wei schr Zol hei< (uit zier hei< rin1 is, 1 het stel daa vru
de1 dbc vlel Jui! m e. ken blij bet bot ger.
Eer sie me km
de rna die var WO
Met dank aan Jose Smits, voor kritisch commentaar. Haar treft geen blaam voor wat er uiteindclijk staat. 2. Werk maken van arbeidsaeschiktheid. Advies com missie Arbeidsongeschiktheid, Den Haag, 30 mei 2oo 1. 1.
cef
s &_o 6 2oo1
elf )m
tgen •in •tie ldit :tel ~u
de en tin dezoiatede
he nen :van lder 1aar Een !ten ook I be-
.ten, t het 1vers ;rote twen I Ne-
theid De t ge:leid, ingsie uit mtje 6ft in ;sing, nzet, 1.
en ernst maakt met je evaluatie na twee jaar loondoorbetaling, heb je ook grond onder de voeten om vast tc stellen wat de mate van arbeidsgeschiktheid is, bij mensen met een gezondheidsbeperking. Wegdefinieren van feitelijke beperkingen door het digitaal uitsorteren in (1) 'gewone werklozen' en (2) 'onornkeerbaar arbeidsongeschikten' is een beleidsarme oplossing. In die gevallen waar er mogelijkheden zijn voor een adequaat niveau van functioneren met een handicap, wreekt zich bovendien dat de Commissie zich te zeer heeft vastgebeten in de gedachte dat werkgevers en werknemers het samen wei kunnen klaren, en te weinig aandacht heeft geschonken aan de uitvoerbaarheid van haar plannen. Zolang er lange wachtlijsten blijven in de gezondheidszorg, het beschikbaar komen van door de uvi's (uitvoeringsinstanties) te fiatteren rei'ntegratievoorzieningen blijft steken in een tekort aan deskundigheid en een onslagvaardige bureaucratie, en de keuring aan het einde van de rit bij lange na niet op orde is, komt er hoe dan ook niets van een beheersing van het WAO-volume terecht. De onmacht van het bestel om de onderstcuning op weg naar werk ook daadwerkelijk gestalte te geven frustreert het vruchtbare oogmerk om partieel arbeidsgeschikten de regie over hun eigen toekomst te Iaten behouden • door ze niet te stigmatiseren als mensen 'met een vlekje', maar actief te berniddelen naar nieuw werk. Juist wie, met de Commissie, wil voorkomen dat mensen onnodig aan de kant worden gezet, moet erkennen dat ook de overheid nog steeds in gebreke blijft om haar dee! in te vullen en aandringen op een betere vormgeving en gedragstheoretische onderbouwing van de op zichzelf constructieve bedoelingen van de Commisie.
gen en keuringsartsen beschikbaar die mensen naar ander werk moeten begeleiden, c.q. na twec jaar moeten kijken of iedereen voldoende zijn best gedaan heeft. De betrokken organisaties zijn bovendien in vrijwel constante reorganisatie en dientengevolge meer met zichzelf bezig dan met hun takenpakket. De recente rapportages van het College van Toezicht (cTsv) over de kcuringspraktijk en de berichten omtrent de uvi Cadans spreken in dat opzicht boekdelen. De mentaliteit is er ook niet. Met name de publieke poortwachtcrs - de uvi's, straks gefuseerd in het u w v - liggen nog te vee! aan bureaucratische en legalistische banden. Ze volgen graag protocollen en procedures; ze zijn wat huiverig voor het uitoefenen van discretionaire bevoegdheden, die ze tot dusver ook nauwelijks hebben, en voor het toepassen van sancties. Oat is raar, want andere min of meer publieke professionals - rechters, leerkrachten - oefenen wei regelmatig sancties uit, maar waar. Het vloeit voort uit een cultuur die lange tijd vooral gericht is geweest op bescherming en de flctie van gelijke bchandeling (zie hierna), en de omslag naar gelndividualiseerde bewerktuiging in maatwerk nog nict gemaakt heeft. Nog op '3 oktober 2 ooo rapporteerde staatssecretaris Hoogervorst aan de Tweede Kamer dat 'het verschil in aanpak slechts langzaam in het veld doordringt' 3. Daar gebeurt vee! te weinig aan. De Commissie gaat,daar te gemakkelijk aan voorbij. Ze redeneert, wat simplistisch, dat de cultuuromslag wei komt als je maar druk op de ketel zet. De kwade kant van die speculatie is evenwel dat er dan, aanvankelijk althans, vee! partieel arbeidsongeschikten volledig worden afgekeurd (sicher ist sicher), en dan verdwijnt het oogmerk van een hogere arbeidsparticipatie uit het beeld.
Werkt het? Eerst wat meer over de uitvoerbaarheid. De Commissie probeert een cultuurprobleem te doorbreken met 'management-by-speech', zonder zich te bekommcren om de cruciale v66rvraag of de mensen en de mentaliteit aanwezig zijn om haar verhaal waar te maken. Het hoofdprobleem is nu juist dat de mensen die uitvoering moeten geven aan de ondersteuning van de niet makkelijk herplaatsbare gevallen er gewoonweg niet zijn - er zijn onvoldoende gekwalificeerde arbeidsdeskundigen, bedrijfsgeneeskundi-
Prikkels, sancties en verschillen tussen mensen Daarmee zijn we bij de gedragstheoretische aspecten. Een prikkel is een generieke maatregel die, zonder aanzien des persoons, van rechtswcge geldt voor de doelgroep als gehcel. Zij steunt op de flctie dat cUe groep redelijk homogeen is (gelijke situatiekenmerken vertoont), en dat de individuele !eden dus ook een vergelijkbare respons kunnen vertonen. Een sanctie, daarentegen, is cen cUscretionaire maatregel tegen een afwijkende, onbedoelde respons in individueel normoverschrijdend gedrag. Verwarrend is,
3. in een voortgangsreportage over het suwt-projerct, Tweedc Kamer, zittingsjaar 2ooo-2oo1, 26448, nr. 16.
-
-
0
s &._o 6
dat de Commissie prikkels hanteert waar ze sancties zou moeten bepleiten. Zieke werknemers zijn geen homogene groep, en moeten dan ook niet als zodanig beprikkeld worden . Zij verschillen onderling aantoonbaar en beduidend in ( r) gezondheidsbeperking, (2) overige inzetbaarheid, en (3) zelfredzaamheid. Het grootste dee! van de mensen met een beperking die t6ch aan het werk zijn, heeft dat zelf voor elkaar gekregen, in weerwil van (r) en (2) en zonder hulp van derden. De keerzijde van deze constatering is dat minder zelfredzame mensen hulp nodig hebben en dan n6g, in goede trouw, kunnen fa! en. In de sociale wetenschappen is het inzicht dat mensen verschillen in hun mogelijkheden om op een identieke prikkel te reageren inmiddels gemeengoed 4. Die verschillen blijken pas als er problemen zijn, en daarom moet iedere werknemer die wat sukkelt toegang hebben tot een bedrijfsarts, als de meest geeigende intermediair en vertrouwenspersoon voor hemzelf en zijn huisarts. In het nieuwe poortwachtermodel ziet het kabinet de arbodienst terecht als een dienst van en voor de werknemer. Het voorstel van de Commissie om bet arbocontract niet Ianger verplicht te stellen is te 'zorgeloos'; de arbocontracten behoeven juist opwaardering. Meer ten principale voldoet het voorstel om de uitkeringen voor partiele arbeidsongeschiktheid maar vast af te schaffen niet aan de grondregel van goed bestuur dat het ongelijke ook, zo mogelijk in compenserende mate, ongelijk behandeld client te worden, in kanssolidariteit>. De Commissie verdient steun voor haar nadruk op tijdige behandeling en een peri ode van minimaal twee jaar om te zien of er wat van te maken is. In de argumentatie dat daarbij, als prikkel, het vervallen van de partiele uitkering dienstig of zelfs nodig zou zijn, hanteert zij even we! een te beperkt mensbeeld, waarin een gro4· Zie A.K. Sen, Development as Freedom, Oiford 1999 en, als voorstudie daarvan , Commodities and Capabilities (Hennipman-lezing), Amsterdam 198.). .1'· D.J.Wolfson , Nieuwe veren: de ideologie van kanssolidariteit, Socialisme &..Democratie, t;7 (2ooo), biz. H-64. 6. Heel treffend bijvoorbeeld op biz. 1 1 o, waar sterk de nadruk wordt gelegd op de vermeende voorkeur voor een uitkering boven werk. Zij erkent dater grensgevallen kunnen zijn, maar die 'rechtvaardigen niet dat de regels daaraan aangepast worden'. 7· Buunk, B.P. en Schaufeli, W.B., Reciprocity in interpersonal
1-1.-\
2oo 1
tere plaats is in~eruimd voor het niet willen dan voor het niet kunnen . Die beeldvorming staat op gespannen voet met gedragstheoretische inzichten. In een overzichtsartikel van empirisch onderzoek Iaten de psychologen Buunk en Schaufeli zien dat mensen 'van nature' wederkerigheid zoeken in sociale relaties, en hechten aan een evenwicht tussen prestaties en tegenprestaties7. Oat doet nu juist vermoeden dat het gros van de mensen wil werken voor de kost, als ze een eerlijke kans krijgen. Anderzijds weten we ook al heel lang dat mensen hun uitsl uiting rationaliseren als ze maar lang genoeg hun neus stoten 8. Dan haken ze uit frustratie af; juist daarom is die tijdige behandeling zo belangrijk, daarin heeft de Commissie weer gelijk. Wat zij over het hoofd ziet is dat twee jaar intensieve gevalsbehandeling, eventueel nog met verlenging, voldoende zijn om het kaf van het koren te scheiden en vast te stellen wie niet kan en wie niet wil, mits je lik op stuk geeft en onverwijld sancties toepast bij onwil. Wie niet kan behoort, na die 'proeftijd', een partiele of volledige uitkering te krijgen. Wie niet wil krijgt wat mij betreft aan het einde van de rit hooguit bijstand, en had dan allang een sanctie moeten hebben, want onwil moet je aanpakken op het moment van zichtbaar worden9. Ook de werkaevers zijn een heterogene doelgroep. De grote hebben veel meer mogelijkheden om goedkoop (in eigen bedrijf) te herplaatsen dan de kleine, die aangewezen zijn op dure diensten van derden, of een dure herverzekering van hun risico. Nyfer laat zien dat grote bedrijven die hun arbodienst de centrale regie hebben gegeven (AKzo-Nobel; Shell, osM) goede resultaten boeken bij verzuimbestrijding en re'i ntegratie 10 . Oat succesverhaal is niet zonder meer reproduceerbaar, want de keerzijde is wei dat vee] van goede arbo-artsen naar de grote be-
relationships : An evolutionary perspective on its importance for health and well-being, European Review cif Social PsycholoBJ, 10 (1999), 2S9-291. 8 . Zie bijvoorbeeld J. Elster, Sour Grapes, Cambridge 1983. 9 . Voor de liefhebbers: de redenering van de Commissie berust op het misverstand dat de ambitie om de bestaande doelgroep (waaronder de partieel arbeidsongeschikten) te blijven bereiken noodzakelijkerwijs leidt tot een onaanvaardbaar grote statistische fout van de tweede soort (misbruik), die aileen bestreden zou kunnen worden door de doelgroep te verkleinen ten
koste van een statistische fout van de eerste soort, waarbij je een deel van de doelgroep - in casu de partieel arbeidsongeschikten - uitsluit. Oat is het verhaal van mensen die aileen globaal willen prikkelen, en terugdeinzen voor specifieke sancties, als alternatieve route om misbruik te beperken. Meer hierover in mijn Theorie en toepassinoen van de economische politiek, Bussum 2po1, biz. 217-219 en 239-
241. 1 o. Nyfer, Enkeltje WAO. De oebrekkioe beoeleidinB van werknemers met psychische klachten c.ijdens het eerste ziektejaar. Breukelen, maar t 2oo 1.
drij spo dan adv tijd er' wa1 der Da1 doc
tin! vra arb gra op lijk in mo san de ' bef cor pal hee pli< te '
gh sial nie pli< ste: der po1 we: kw wa. rei1 gaa ner
kw inn pia
nie dri
pre scb me
s&...o62oo1
243 por
aneen de sen ~ !a
ties 1en t>st, we ,ali)an lige nis.vee nog het ~en
rijld 1 ,
na
.gte · het lang aan-
·.De j)ed:ine, a, of laat cenhell, ;trijzon;wel 1 be-
I
de 1
de
~ is
-heorie ~itiek,
drijfsinterne diensten zijn vertrokken, waardoor de spoeling voor de overige werkgevers nog dunner is dan daarvoor. In totaal zijn er nu minder medische adviseurs en keuringsartsen beschikbaar dan ten tijde van de enquete-Buurmeijer, die berekende dat er voor een keuring I o (tien!) minuten beschikbaar waren. Meer dan de helft van alle werkenden in Nederland zit in het midden- en kleinbedrijf (M KB). Oat is in ieder geval niet klaar voor Donner en zal door de prikkel van de loondoorbetalingverplichting onevenredig zwaar worden getroffen. Oat vraagt niet om afschaffen van de verplichting om een arbodienst te nemen, maar om een crash-programma om de tekorten aan behandelingscapaciteit op te lossen, zodat werkgevers hun verantwoordelijkheid ook vorm kunnen geven. En verder zal, ook in werkgeversland, een betere balans gevonden moeten worden tussen prikkels voor iedereen en sancties voor wie het verziekt, om te voorkomen dat de 'goeden' met de 'kwaden' lijden. Zo zou ik will en bepleiten om (I) omvang en kwaliteit van het arbocontract een zware toetssteen te Iaten zijn in de bepaling van de vraag of de werkgever 'genoeg' gedaan heeft, aan het einde van de loondoorbetalingsverplichting, en ( 2) de arbodienst te verplichten aangifte te doen bij de arbeidsinspectie als haar aanbevelin• gen voor verbetering van de preventie in de wind geslagen worden, ofbij de uvi/uwv als de werkgever niet meewerkt aan re'integratie. Een dergelijke verplichting - naar analogie van die van fmanciele instellingen om 'ongebruikelijke transacties' te melden bij De Nederlandsche Bank - versterkt de positie van de arbodienst, als plaatsbekleder van de werknemer. De versterking van de positie en de kwaliteit van de arbodienst is een essentiele voorwaarde voor een verbetering van het preventie- en re'integratiebeleid in de bedrijven. De Commissie gaat er wat argeloos van uit dat werkgever en werknemer elkaar aan hun wederzijdse verplichtingen kunnen houden, en daarbij eenzelfde machtspositie inn em en, maar dan moet je daar wei voor zorgen. In plaats daarvan introduceert de Commissie een nieuw speeltje, de certificering van 'gezonde' bedrijven, die zou kunnen leiden tot een lagere WAOprernie. Maar die profiteren toch al van de afschaffing van de PEMBA? Als werkgevers beloond moeten worden voor het nakomen van hun ver-
plichtingen is het zinvoller de kosten gemaakt voor arbodiensten en relntegratiebedrijven gedeeltelijk te vergoeden in de vorm van een afdrachtskorting op de WAO-premie, desgewenst aileen voor de eerste driehonderd werknemers. Daar heeft het MK B wat aan, dat wat vaker 'buiten de deur' moet om deskundigheid in te kopen. Levert het wat op?
Alles goed en wei, maar voor realo's zal de proef op de som zijn of de voorstellen van de Commissie wat opleveren, zowel in termen van instroombeperking als in termen van geld. Blijkens schattingen van het c P B' 1 is de netto 'opbrengst' zeer ongewis. Een dee! gaat veri oren omdat de toetreding van 'onornkeerbare' gevallen a! na drie maanden mogelijk wordt, het WAo-gat wordt gedicht en de eenmaal afgekeurde mensen niet meer worden herkeurd. Zonder de door mij voorspelde neiging om meer mensen dan nu helemaal af te keuren, als de optie van gedeeltelijke afkeuring wegvalt en mensen in de WAO mogen bijverdienen, komt het c PBin eerste ins tantie tot een volume-if[ect van maximaal.)o-8o procent minder uitkeringsjaren dat, rekening houdend met onbedoelde gedragseffecten, evenwel tot nul zou kunnen naderen (t.a.p., biz. 6)./n termen vangeldlekt even wei nog een deel van de met volumevermindering beoogde opbengst weg omdat mens en, zbwel in de loondoorbetalingsfase als door het wegvallen van het wAo-gat, meer in handen krijgen . De uitruil van een jaar extra loondoorbetaling voor vijf jaar PEMBA-premie beschouwt het CPB ten slotte als een sterke reductie van de werkgeverslasten en dus als een verminderde prikkel om zich in te zetten voor preventie en rei'ntegratie (t.a. p., biz. 8). Grote verliezers zijn de men sen die geen partiele uitkering meer krijgen en geen of onvoldoende werk hebben. Partiele arbeidsongeschiktheid valt buiten de publieke verzekering, maar als het arbeidsinkomen onder de 70 procent van het laatsverdiende komt, krijgen mensen de kans om voor de ww te opteren (na een wat oneigenlijke wijziging van de werkloosheidswet). Stel dat ik nog maar halve dagen mag werken en het geluk heb dat ik mijn baan houd, maar wel rnijn salaris gehalveerd zie. Dan ben ik in de optiek van de Commissie niet volledig en onornkeerbaar arbeidsongeschikt, maar zit ik niettemin
1 1. Centraal Planbureau, Analyse van de voorstellen van de Adviescommissie Arbeidsongeschiktheid, Den Haag, 16 mei 2oo 1.
S&._D6200I
244 op 50 procent van mijn verdiende inkomen . In het oude systeem zou ik so procent van mijn oude loon krijgen, en 70 procent van so procent (mijn verminderde vcrdiencapaciteit), ofwel H procent als uitkering; dat maakt in totaal 8 s procent van mij vroegere inkomen. De Commissie wil dat de werkgever in de nieuwe situatie mijn verdiende inkom en van so procent aanvult met een tijdelijke, degressieve overbruggingsuitkering die mij, aanvankelijk, op 70 procent van mijn gederfde loon brengt, mijn inspannmg negeert en mij prikkelt om die baan maar te Iaten zitten en in de ww te gaan. Waar zijn we dan mee bezig? Alternatieven Het was geloofwaarcliger geweest als de Commissie niet zo wild was omgesprongen met de w w en had gepleit voor wat dew R R in 1997 het toeslagenmodel noemde 1 2 • Daarin staat de arbeidsparticipatie voorop, en worden uitkeringen voor partiele arbeidsongeschiktheid slechts gegeven als toeslag op verdiende inkom en, die het to tale beschikbare inkomen brengen op het niveau van wat de uitkering zou zijn gweest bij volleclige arbeidsongeschiktheid. Aanvaarding van (aangepast) werk is hier dus voorwaarde voor erkenning van partiele arbeidsongeschikheid met bijpassende loonsuppletie. De w R R waarschuwde daarbij destijds voor oneigenlijke verdringing van ongesubsidieerde werknemers door te laag betaalde partieel arbeidsgeschikte werknemers, voor het geval werkgevers de subsidie bij tewerkstelling op het scherp van de snedc zouden uitonderhandelen. Maar de Commissie heeft zelf de bordjes verhangen: zij bepleit de werkgever twee jaar lang te verplichten tot loondoorbetaling, en daarna aileen van zijn verplichtingen te ontslaan als bij toetsing blijkt dat hij 'alles uit de kast' gehaald heeft. Oat is iets anders dan het onderste uit de kan, en dat onderscheid zal een niet Ianger door het bedrijfsleven zelf aangestuurde poortwachter toch moeten kunnen en willen maken. En dan is er nog iets wat ik niet kan volgen: de Commissie legt cAo-partijen niets in de weg als ze prikkels will en afdekken en/ of herverzekeren, maar verwacht wei dat diezelfde CAO de werkgever zal toestaan een bovenwettelijke uitkering te korten als een werknemer niet meewerkt aan het vinden van ander werk. Oat lijkt mij luchtfietserij, in onze arbeidsrechtelijke verhoudingen. Gaat de wetgever CAO-partijen soms dwingen om sanctiemogelijkheden in hun overeenkomst op te nemen? Oat wordt
nog spannend, en slccht voor het gras op het Malicveld! Het is zuiverder sancties te zien als ecn zaak van de publieke poortwachter. ln die optiek zou de werkgever, dan wei de werknemer of diens plaatsbekleder in geval van twijfel verplicht moeten worden aangifte te doen bij de poortwachter, die de inspanning van partijen in de gedachtegang van de Commissie toch al evalueert met het oog op het tezijnertijd continueren of ontslaan van de loondoorbetalingsverplichting. De poortwachter kan dan beslissen betrokkenc een boete op te leggen, omdat hij niet voldoet aan de verplichting om bette verwachten beroep op publieke voorzieningen naar vermogen te beperken. Voor die oplossing zijn twee principiele argumenten:
en 2 spec kun wer gaa1 sen mal en (
een pas Wei
me1 Van ver
( 1) het verdient in het algemeen de voorkeur sanetics te Iaten uitoefenen door een publiek orgaan onder ministeriele verantwoordelijkheid. Eigenrichting door vertrouwenslieden van het bedrijfsleven in commissies die de rechter een bectje afschermen, zoals de Commisie-Donner voorstelt, roept pijnlijke herinneringen op aan de 'rechtsvormende' werking waarmee de 'kleine commissies' van de sociale partners de beroepsrechter en de politiek voor het blok hebben gezet, in de aanloop naar de WADcrisis van 199 r .Watde Cie-Donner bij haar enthousiaste herontdekking van de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers miskent is, dat de overheid de Dritte im Bunde is bij het beheer van de toegang tot publieke rechten, en dat een zorgvuldige vormgeving van checks and balances in de verdeling van verantwoordelijkheid tussen overheid en bedrijfsleven een noodzakelijke voorwaarde is voor een rechtmatige en houdbare toepassing van transactiemechanismen 1 3. ( 2) sanctietoepassing door het u w v schept betere mogelijkheden voor rechtsgelijkheid met flexwerkers, zelfstandigen en jong gehandicapten, waarvoor de poortwachter onder de thans voorliggende wetgeving al verantwoordelijk is. De beide in deze paragraaf genoemde alternatieven benadrukken het belang van een alerte sanctietoepassing door de poortwachter en dcrhalve ook de plicht van beide Kamers om de betrokken bewindslieden te houden aan hun verantwoordelijkheid daarvoor. Conclusie Het rapport heeft grote verdiensten, ook voor de sociaal-democratie. De doelstellingen passen geheel
( 2.
Re! verc.
zek, de hoc 13. gev Co·
s
.lie.van de ;belden in1 de ttebor1 beit hij lachtmo'~rm.
;anc·gaan igenjfsle::heroept !nde' leso. voor
&_o 6 2oo 1
en al in een sociaal-democratisch emancipatie-perspectief; let daarbij op ( 1) de nadruk op wat mensen kunnen, ( 2) het inzicht dat gezondheidsbeperkingen werken niet noodzakelijk uitsluiten en dat samengaan in het belang kan zijn van de betrokkene ('mensen niet medicaliseren en onnodig afhankelijk maken'), (3) de nadruk op tijdige gevalsbehandeling en (4) op de verandering in het perspectief: mensen cerst op een verantwoorde manier helpen, en dan pas keuren. Kritiek is aileen op zijn plaats op de uitwerking, voorzover er betere manieren zijn om mensen met een hancicap er toch bij te Iaten horen. Vanuit die inzet bepleit ik in ieder geval de volgende verbeteringen: - Handhaaf de partiele uitkering; twee jaar rei'ntegratie-inspanning, plus verlenging daarvan bij wijze van sanctie, geeft voldoende grond om te komen een redelijk betrouwbare vaststelling van de resterende beperking - een punt dat de Commissie zelf over het hoofd ziet;
- Kies anders voor een loonsuppletieregeling als ltierboven beschreven in het toeslagenmodel; - Verleng de loondoorbetalingsverplichting in stappen tot meer dan twee jaar, naarmate de arbo- en rei'ntegratiecapaciteit die nu aanwezig wordt verondersteld ook inderdaad bescltikbaar komt, en bouw de PEM BApari passuaf (de uitruil die er nu ligt is teveel een cadeautje aan de werkgevers); - Leg inderdaad grote nadruk op het preventieen rei'ntegratiebeleid, maar laat het oordeel over hetjunctioneren daarvan in eerste instantie over aan de poortwachter onder ministeriele veantwoordelijkheid. - Steun minder op globale prikkels die iedereen treffen en meer op discretionaire sancties bij misbruik; pas die dan wel toe, en reken de minister daar op af. DlK WOLPSON
Lid van de Eerste Kamer voor de PvdA
>NAO-
thoukheid !at de ·an de gvulrerde~ id en s voor transpt bet flexapten, )Orlig-
1tieven :oepas~ plicht eden te ;>r.
roor de 1geheel
1 2. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Van verde/en naar verdienen. Ajweoinaen voor de sociale zekerheid in de 21 e eeuw. Rapporten aan de Regering nr s 1, Den Haag, 1 997, hoofdstuk s. 1 3. In de instrumentatie van de gevalsbehandeling speelt bij de Commissie kennelijk de vrees dat de
rechter het te druk zal krijgen. Waarom? Afspraken - wederzijdse transacties - over relntegratie spelen zich af in het civielrechtelijke trajcct van het arbeidsrecht, onder een slechts randvoorwaardelijke regie van de rechter en de publieke poortwachtcr; definitieve beslissingen omtrent toegang tot de verzekering zijn pas aan de orde
aan het einde van dat traject, als er een heel dossier is opgebouwd dat houvast gee ft. Meer hicrover op biz. 22 s- 241 van mijn in noot 9 genoemde hoek, waarin ik meer uitvoerig inga op de checks and balances die hier spelen, en een aantal oplossingen aandraag om de verdeling van verantwoordelijkheden te optimaliseren.
s &.o 6 2oo1
Streng om rechtvaardig te kunnen zijn De Partij van de Arbeid als relativering dat alles wat stond, staat en zal staan wij in eigen land doen slechts de spreekwoordevoor een streng en bovenal rechtvaardig asielbeleid. lijke druppels zijn. 1 Het Strengheid is paradoxaal Nederlandse beleid is nog genoeg een basisvooraltijd doordrenkt van goede wil, ondanks de erkenning waarde om rechtvaardig te kunnen blijven, opdat uitdat wij niet bij machte zijn sluitend degenen die met om in ons eentje de gigantische mondiale verschillen recht en reden bij ons om tussen arm en rijk op te losbescherming aankloppen sen, door bijvoorbeeld deze ook verkrijgen. Vervolgens kunnen zij in onze onze grenzen te openen voor wie maar wil. Zorgsamenleving hun Ieven herBERT MIDDEL & vatten. vuldigheid wordt vooral Voor asielvragers die betracht via het individueel NEBAHAT ALBAYRAK* zich met oneigenlijke moen grondig beoordelen van elk afzonderlijk asielvertieven - hoe begrijpelijk en zoek. De toenemende stroom van immiaranten naar invoelbaar deze zeker voor sociaal-democraten vaak Oat Nederland zich als Europa (en dus ook Nederland) creiiert een rechtsstaat onderscheidt ook zijn - bij ons meld en is aantal dilemma's voor de sociaal-democratie. De PvdA Tweede Kamerleden Bert Middel en van Ianden waar de meeste geen plek. Zouden we die asielzoekers vandaan namelijk wei verschaffen, Nebahat Albayrak brenaen hier dejeitelijke komen, blijkt bijvoorbeeld asielsituatie in kaart. Verder analyseren zij dan zullen nog meer economische migranten via het het Nederlandse immiaratiebeleid en aeven ze uit het recht van de asielzoeker op een ona£hankeasielloket hier voor zichzelf een voorzet om te komen tot een bredere en hun kinderen een betere lijk beroep tegen een negaopzet van dit beleid. toekomst zoeken. Er is eitieve beschikking van het genlijk geen ander loket. Ons land is niet alleen asielverzoek, waarbij hij ook dan nog van gratis dichtbevolkt maar ook een verzorgingsstaat, die een rechtsbijstand verzekerd is. Verder zorgen wij er als bepaalde - minimum- levensstandaard voor de hier beschaafd land voor dat de opvang van in procedure legaal verblijvende bevolking garandeert. Een grote, zijnde asielzoekers in het algemeen de toets van de goeddeels niet te reguleren toestroom van migranverzorgingsstaat kan doorstaan. De asielopvang in ten kan niet alleen leiden tot sociale instabiliteit, Nederland geldt, bij aile kritiek die er op mogelijk maar ondermijnt wellicht op termijn ook het maat- is, als de beste ter wereld. In vergelijking met tal van schappelijk draagvlak voor de opvang van vluchteandere Europese Ianden telt ons land dan ook relatief wei rug illegal en. lingen . Juist in het asielbeleid, waar het immers om mensen gaat, moet voorop staan dat solidariteit, Dilemma's zorgvuldigheid en rechtstatelijkheid voor de sociaalBovenstaande uitgangspunten betekenen niet dat de democratie geen loze begrippen zijn. Solidariteit PvdA ontkomt aan de talloze dilemma's van het betuigen wij in de richting van de tientallen miljoevreemdelingenbeleid. Ter illustratie een paar voornen vluchtelingen en ontheemden in de wereld, met beelden.
Dilemma's van een sociaal-
democratisch asielbeleid
be], lin~
ver mir 00~
lan1 sys1 gev bez ced ove het trat los ver geli een in l asi€ uit. rec zon and hos doc bev
rec gen bre nin pro her Ma1 nei; ver ons zijn hie1 het Par len gep
*M bele I. l jaar
Con is N
-
wat oen rdeHet nog •ede ling zijn IntiHen loseeld :nen orgloral
lteel van verals teidt teste daan 1eeld tsiel nketega! het ;ratis !r als dure !n de lg in :elijk l van 1
~rela-
s &._o 6 2oo 1
247 Zo streven we naar een gezamenlijk Europees beleid met daarbinnen een meer evenredige verdeling van de lasten, terwijl we weten dat dit ons kan verplichten tot een vee! lager niveau van bescherming, opvang en procedureverloop. We erkennen ook dat de duur van de opvang voor velen vee] te lang is, maar tegelijkertijd hebben we jarenlang een systeem in stand gehouden waarbinnen het voor afgewezen asielzoekers mogelijk bleek keer op keer in bezwaar en beroep te gaan. Zo klampte de uitgeprocedeerde asielzoeker zich aan elke strohalm in het overheidsbeleid vast. In het terugkeerbeleid - toch het sluitstuk van het asielbeleid - werd het administratieve begrip 'verwijdering' als maatstaf gebruikt, los van het feit of de betrokkene metterdaad ons land verlaten had. Op dit laatste werd niet of nauwelijks gelet, ook al omdat dit in de bureaucratie de taak van een andere instantie was. Vanafhet moment dat ook in het beleid de eigen verantwoordelijkheid van de asielzoeker werd benadrukt, bleef implementatie uit. Het sedert jaar en dag door de PvdA bepleite rechtop betaalde arbeid werd, enkele marginale uitzonderingen daargelaten, niet toegekend. TaaJ2- en andere cursussen in de opvang werden beknot, de hospitalisering van asielzoekers werd al met al niet doorbroken en hun afhankelijkheid werd daarmee • bevestigd. Daar staat een ander dilemma tegenover: het recht op betaalde arbeid kan niet alleen een aanzuigende werking tot gevolg hebben, maar ook als breekijzer gebruikt worden om een verblijfsvergunning af te dwingen. De heersende opinie is dat uitgeprocedeerden terug moeten keren naar hun land van herkomst, waartoe ze ook worden gefaciliteerd. Maar als zij dit niet doen en hun verblijfhier rekken, neigt onze samenleving er toe dit alsnog met een verblijfstitel te legitimeren. Na jarenlang verblijf in ons land zou het namelijk niet meer verantwoord zijn om tot uitzetting over te gaan: de kinderen zijn hier geboren, spreken aileen Nederlands en doen het goed op school. Politi eke partijen - en zeker de Partij van de Arbeid - worden overstelpt met signalen van hun kiezers dat het beleid ten aanzien van uitgeprocedeerden strenger moet worden, maar zodra *Met dank aan Janneke van Etten, beleidsmedewerker bij de PvdA-fractie.
at de het roor-
1
1 . Met een bijdrage in het afgclopen jaar van f 1 1 3 miljoen aan het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen is Nederland na de Verenigde Staten
deze uitgeprocedeerden via de media of in de eigen buurt een gezicht krijgen - zeker als er kinderen bij betrokken zijn - worden door dezelfde kiezers uitzonderingen op de strenge regels bepleit. Uitgeprocedeerden die objectief gezien terug kunnen en dit niet doen worden uit de opvang gezet. Op het moment dat zij op straat dreigen rond te do len, organiseren kerken en maatschappelijke organisaties een alternatieve opvang. Voor de betrokkenen maakt het niet uit ofhet h.ier om de officiele rijksopvang gaat of om een lokale activiteit. Men kan het verblijf in Nederland immers rekken in de hoop alsnog een verblijfstitel op humanitaire gronden te verkrijgen. Zo creeert deze vorm van opvang binnen de kortste keren zijn eigen vraag en wordt beleidsmatig gezien het paard achter de wagen gespannen . Toch zijn het niet zelden led en en sympathisanten van politieke partijen die een streng beleid voorstaan. Uit oogpunt van medemenselijkheid of naastenliefde kunnen of willen zij de prakti sche gevolgen van een dergelijk beleid niet aanvaarden. Hier laat de samenleving haar menselijke gezicht zien. Het is de char me van dezelfde samenleving dat zij dit via bijvoorbeeld gemeentelijke subsidies ondersteunt. Het opvangen van uitgeprocedeerden is al metal hartverwarmend maar onverstandig, waarmee dit dilemma treffend is weergegeven. Ook binnen en rond onze partij duikt het hele scala van misvattingen en vooroordelen rond vluchtelingen, asielzoekers, vreemdelingen en illegalen telkens weer op. Aan de ene kant manifesteert dit zich vooral bij onze traditionele achterban, die de angst voor het onbekende verwoordt en vaak meent dat ons beleid vee] te zachtmoedig en dus 'soft' is. Aan de andere kant is daar de luide stem van de grachtengordelbewoners van Amsterdam tot Assen, die menen dat wij eigenlijk allemaal vluchteling zijn maar die zelf te mooi wonen om ook de keerzijde van de multiculturele samenleving aan den lijve te ervaren. Zij vinden het door ons voorgestane beleid te hard en niet zelden onbarmhartig. Tussen deze uitersten bevindt zich de rest van de partij en balanceert de PvdA-fractie. Op zoek naar het evenwicht, zoals wei vaker.
en Japan de derde donor. Het in de 'vluchtelingenwereld' veelgeroemde Duitsland draagt minder dan eenderde van dit bed rag bij. Overigens is de Nederlandse bijdrage slechts een fractie van de jaarHjkse uitgaven voor het asielbeleid die in het jaar 2ooo ongeveer
f 3 ,s miljard bedroegen. Daarbij zijn de uitgaven ten behoeve van toegelaten vluchtelingen en statushouders niet meegerekend. 2. Binnen de asielopvang blijkt de Nederlandse taal het communicatie middel bij uitstek te zijn.
- - - - = - - = = - - -- -
-
-
--
.
1
s &.o 6 2ooc
In dit artikel beschouwen wij asiel en asielbeleid in ons land, waarbij we in het bijzonder aandacht besteden aan de problematiek van de alleenstaande rninderjarige asielzoekers (ama's). Tenslotte geven we een voorzet voor het voeren van een breder immigratiebeleid in ons land. Het regeerakkoord Bij de formatie van I 998 formuleerden de coalitiepartijen een asielparagraaf in het regeerakkoord, welk compromis door maar weinigen van te voren mogelijk werd geacht. Met het regeerakkoord werd de basis gelegd voor de nieuwe Vreemdelingenwet, die per 1 april jongstleden in werking is getreden en die uiteindelijk moet leiden tot kortere en meer doorzichtige procedures. Zo kan het toenemend aantal aanvragen voor verblijfsvergunningen (zowel asiel als regulier) effectiever en sneller worden behandeld, zonder dat daarbij zorgvuJdigheid en rechtvaardigheid in het gedrang komen. De nieuwe wet wijkt met instemming van de PvdA-fractie op een essentieel punt af van het regeerakkoord: Dit betreft de volgtijdelijke in plaats van gelijktijdige statusverlening, waarmee het doorprocederen om in aanmerking te komen voor een andere (lees: met meer rechten omgeven3) verblijfstitel het best wordt voorkomen. Er komt een systeem van verblijfsvergunningen waarin achtereenvolgens een status voor bepaalde tijd en na verloop van een periode van drie jaar een vergunning voor onbepaalde tijd kan worden aangevraagd. De vergunning voor onbepaalde tijd kan alleen worden ingetrokken wanneer de vreemdeling onjuiste gegevens heeft verstrekt; hij bij onherroepelijk geworden vonnis is veroordeeld wegens een misdrijf waarvoor een gevangenisstraf van drie jaren of meer is opgelegd; hij zich buiten Nederland heeft gevestigd dan wei een gevaar vormt voor de nationale veiligheid. De gronden waarop een vergunning verkregen wordt zijn dezelfde als onder de huidige wet, zij het dat er van toepassing van de zogenaamde vvtv-
grond4 minder vaak sprake zal zijn naarmate er meer Europees beleid ter zake tot stand komt. Ieclere asielzoeker die voor onze bescherrning in aanmerking komt krijgt derhalve in eerste instantie dezelfde vergunning, waaraan een pakket van maatregelen en voorzieningen is gekoppeld. Als men eenmaal een vergunning heeft, is er geen belang meer om door te procederen. Aan de vergunning zijn dczelfde rechten en voorzieningen, zoals r echt op gezinshereniging en recht op arbeid, verbonden. Het regeerakkoord van het kabinet- Kok II beoogt de instroom van asielzoekers te beperken, daarnaast de opvangcapaciteit te stabiliseren en op termijn zelfs te verminderen en daarenboven de terugkeer van met name uitgeprocedeerde asielzoekers te bevorderen. De invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet en aanvullende maatregelen, die deels al voor de invoering van deze wet in werking zijn, moeten dit verwezenlijken. Dit alles binnen de context van 'streng om rechtvaardig te kunnen zijn'. De realiteit leert ons inrniddels dat de instroom van asielzoekers desondanks op een hoog niveau blijft (ook los van calamiteiten als Kosovo '99), dat tevens de inmiddels verdubbelde opvangcapaciteit overbezet is en dat de al dan niet gedwongen terugkeer stagneert. Aan een Europees asielbeleid wordt weliswaar hard gewerkt, maar het is er nog niet. Ondertussen vangt binnen datzelfde Europa ons land nog altijd verhoudingsgewijs - dat wil zeggen per hoofd van de bevolking - de meeste asielzoeker s op. Hoewel aile lidstaten zich in meer of mindere mate hebben uitgesproken voor een gezamenlijk Europees asielbeleid, stagneert de voortgang van dit proces. Als er diepgaande inhoudelijke bezwaren zouden zijn om nationale regels terzijde te schuiven, zou dat nog te billijken zijn. Het blijkt echter dat vooral )outer formele argumenten worden aangevoerd om bezwaar te maken tegen voorstellen van de Europese Commissie ter zake. Nederland heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de Top in Tamperc en is daarmee een van de aanjagers van dit
pro ger me; VOC
zijn wei
zou and lanc lige Jus de wei
in ren nu cus Ew hee !an ker het pre de wa. e~r
ge~ WO
tin• sla; zes rna Da du: vat he1 me laa VCI
k01 3. In de praktijk bleek dit vooral om het recht op gezinshereniging te gaan. 4· Het gaat hier om het zogeheten landgebonden asielbeleid, waarmee vluchtelingen uit bepaalde oorlogs-of andere brandhaarden automatisch een tijdelijke verblijfsvergunning (voorwaardelijke vergunning tot verblijf) krijgen, die na drie jaar kan worden omgezet in een defmitieve als de situatie in het land van herkomst niet
is verbeterd en derhalve een verblijfsalternatief aldaar ontbreekt. De criteria voor dit landgebonden asielbeleid liggen in de situatie ter plaatse met daarbij in ogenschouw nemend het al dan niet aanwezig zijn van een vestigingsalternatief, de opvatting van internationale organisaties ter zake (aangevoerd door het Hoge Commissariaat voor Vluchtelingen) en het beleid van andere Europese Ianden.
Beeindiging van het landgebonden asielbeleid, veelal op basis van ambtsberichten van Buitenlandse Zaken, zegt niets over de positie van verdragsvluchtelingen die op grond van individuelt; kenmerken een status kunnen vcrkrijgen of reeds hebben verkregen. lnmiddels zijn in Europees verband dezer dagen afspraken gemaakt over de tijdelijke opvang van vluchtelingen uit oorlogsgebieden.
Ian vol ba1 mt
s&_o62oo1
249 ter
lin tie aten tng tng l:ht en.
de de !lfs
van oren·de dit
pm
eau dat teit uglrdt 0nand per op. Iere Eudit rren ven, dat lge-
van teeft amI dit
~s-
ags-
ces 3aakt te-
wei hoven maar ruet onder die normen mogen zitproces geworden. Toch laat ook de Nederlandse regering zo nu en dan zien dat het haar aan 'commit- ten. ment' ontbreekt. Zo zijn door ons land enkele malen lnstroom, opvana en teruskeer voorstellen verworpen omdat deze in strijd zouden De asielgerelateerde uitgaven van de rijksoverheid zijn met onze rueuwe vreemdelingenwet. Dit gebeurde zonder uitleg, terwijl evenmin bedroegen in 2 ooo f 3 ,s miljard (waarvan 90 procent via J ustitie) en zullen in werd aangegeven wat er 2oo 1 met een half miljard zou moeten of kunnen verOok binnen en rand onze partij duikt en het jaar daarop met een anderen aan de Nederhet hele scala van misvattingen en miljard gulden stijgen . landse regels. De voormavooroordelen rand vluchtelingen, Daar staat de werkgelegenlige staatssecretaris van heid van een complete Justitie, Cohen, stelde dat asielzoekers, vreemdelingen en asielindustrie (ongeveer de nieuwe vreemdelingenillegalen telkens weer op. Aan de ene 1 s.ooo arbeidsplaatsen) tewct nooit ontwikkelingen kant manifesteert dit zich vooral bij genover: de r No (lmmigrain Europa mag belemmetie-en Naturalisatiedienst) ren. lntussen lijkt deze wet onze traditionele achterban, die de die belast is met de procenu zelfs een serieuze disangst voor het onbekende verwoordt en dures en de aanmeld - en cussie in de weg te staan. vaak meent dat ons beleid veel te vertrekcentra, het COA dat Eurocommissaris Vittorino de opvang verzorgt, Stichheeft ruet voor ruets onzachtmoedig en dus 'sift' is. Aan de ting De Opbouw die de langs zijn zorg uitgesproandere kant is daar de luide stem van voogdij en indirect ook de ken over de voortgang van de grachtengordelbewoners van begeleiding van de ama's het in Tampere afgesproken (alleenstaande minderjaproces. Volgens hem zullen Amsterdam tot Assen, die menen dat rige asielzo~kers) regelt, de gestelde termijnen, wij eigenlijk allemaal vluchteling zijn justitiele instellingen voor waarbinnen lidstaten tot maar die ze!J te mooi wonen om ook vreemdelingenbewaring, • een besluiten moeten zijn particuliere beveiliging, gekomen, niet gehaald de keerzijde van de multiculturele medische zorgverleners, worden. samenleving aan den lijve te ervaren. onderwijzers, ambtenaren, Als het gaat om de richZij vinden het door ons voorgestane to !ken, rechtsbijstandverting die Europa in moet leners, vluchtelingenwerslaan, zullen politieke keubeleid te hard en niet zelden kers, vreemdelingenkazes in het parlement geonbarmhartig. Tussen deze uitersten mers bij rechtbanken, poli maakt moeten worden. bevindt zich de rest van de partij en tic (vreemdelingendienst) Daarover heeft elk land, en marechaussee. Het creedus ook het onze, eigen opbalanceert de PvdAjractie. ren van werkgelegenheid in vattingen. Voor de PvdA is het uitgangspunt dat Europese ontwikkelingen niet die asielindustrie is echter nooit een doelstelling van mogen betekenen dat ons beschermingsniveau om- het door de PvdA voorgestane beleid geweest. Sedert jaren dringt de Tweede Kamer unaniem laag wordt geschroefd.5 Alhoewel er in Europees verband ongetwijfeld beleidsvoornemens zullen aan op de beschikbaarheid van cohortgewijze informatie, waarmee inzicht wordt verkregen in het prokomen waarop wordt afgeweken van de Nederlandse praktijk, is deze regel op hoofdlijnen goed cedureverloop van afzonderlijke asielaanvragers. vol te houden en toe te passen. Belangrijk in dit verAI even lang zegt Justitie dit toe zonder het waar te band is dat de Europese voorstellen veelal minimumnormen inhouden. Oat betekent dat lidstaten kunnen maken. Zodoende kon tot voor kort aileen 5. Dit staat in ons verkiezingsprogram, maar ook tijdens de vele partijconsultaties ten tijde van de voorbcreiding van de nieuwe vreemdelingenwet is dit breed onder teund .
-
-------------- - ---
.
--------
..
s &__o 6 2oo,
maar geschat worden hoeveel asielzoekers uiteindelijk een verblijfsvergunning hebben gekregen. Justitie hanteerde steevast een percentage van 2o, nietgouvermentele organisaties kwamen tot een iets hogere schatting en de PvdA-fractie gaat al jaren uit van 45 a .)0 procent. Een onderzoek van de KUN 6 bevestigde onze inschatting: wat het IND-apparaat jarenlang niet voor elkaar kreeg, lukte een paar Nijmeegse onderzoekers wei. Uit hun cohortgewijze onderzoek bleek dat tenminste 44 procent van degenen die in de jaren I995-1997 asiel vroegen uiteindelijk in ons land mocht blijven. Vaak bleek het voor de betrokkenen een kwestie van volhouden te zijn, hetgeen vergemakkelijkt werd door de werking van het toen geldende opvang- en proceduresysteem. Het definitieve percentage ligt zelfs nog hoger omdat drie tot vijf jaar na het indienen van hun eerste verzoek tenminste 1 7 procent van de betrokken asielzoekers nog in procedure is voor het verkrijgen van een (hogere) status. Het Nederlandse beleid werd jarenlang gekenmerkt door lange procedures met legio te onderscheiden bezwaar- en beroepsmogelijkheden, een adequate opvang - feitelijk ook voor uitgeprocedeerden - en betrekkelijk weinig druk op de noodzaak tot terugkeer.ln de periode 1994-2ooo zijn on geveer 27.).ooo aanvragen voor asiel gedaan (aileen al in het Balkan-rampjaar 1994 52 .ooo ). Vele duizenden van deze procedures !open nog, maar meer dan 1 2o.ooo van de betreffende aanvragers zijn intussen toegelaten tot ons land. In het midden van de jaren tachtig ging ons land met de komst van duizenden Tamils uit Sri Lanka een asielbeleid ontwikkelen. Sindsdien hebben bijna 2oo.ooo vreemdelingen een (definitieve) verblijfstitel verkregen. Dankzij gezinshereniging en -vorming is hun aantal verder toegenomen. 7 Een reele schatting zegt dater sprake is van een verdubbeling. Daarmee is aangegeven dat asielbeleid ook imrnigratiebeleid is. 8 Het asielloket is voor degenen van buiten de Europese Unie, die om wat voor red en dan ook hier legaal willen verblijven, vrijwel het enige toegankelijke loket. 6. Doornbos, N. en K. Groenendijk:
Uitkomsten van asielprocedures: een cohortonderzoek, Nederlands Juristenblad, 6/o2/ot, pag. 24} - 2)3. 7. Aileen al in t 999 zijn meer dan t 8 . ooo Machtigingen tot Voorlopig Verblijf ten behoeve van gezinshereniging verstrekt. Dit is 6o procent van het totaal. Overigens zijn in hetzelfde jaar 9.6oo aanvragen voor een MVV
De instroom van asielzoekers is de laatste jaren onverminderd hoog. Leek er na het topjaar 1994 (Bosnie) sprake te zijn van een gestage daling (3o.ooo aanvragen in 1995, 24.ooo in 1996), vanaf 1997 (34-soo) schommelt het aantal aanvragen rond de 43 .ooo per jaar. Ondanks een aantal instroombeperkende maatregelen - waarover straks meer - heeft geen significante daling plaatsgevonden. Wei hebben de laatste jaren andere Europese Ianden, met name Belgie en het Verenigd Koninkrijk, het aantal asielzoekers dat bij hen aanklopte drastisch zien stijgen. Van de drie formele statussen die Nederland tot de invoering van de nieuwe wet verstrekte, te weten de A-Status (verdragsvluchtelingen), de V(ergunning)T( ot) V(erblij£)-humanitair (met name op grond van criteria die ontleend zijn aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) en de V(oorwaardelijke) VTV (onveilige gebieden van herkomst), is de eerstgenoemde in eerste aanleg het minst vaak verstrekt (tot 1997 1 o procent van alle aanvragen, welk percentage inrniddels meer dan gehalveerd is). Na aanscherping van het vvTv-beleid in met name 1999 en 2ooo, waardoor er feitelijk nog maar een min of meer 'permanent' vvTv-land is overgebleven (Afghanistan), is de vvTv-humanitair de meest verstrekte status.9 Schaduwstatussen als Uitstel van Vertrek (bijvoorbeeld voor Angola, die dezer dagen wordt ingetrokken) zijn hierbij niet meegerekend. In de nieuwe Vreemdelingenwet is geen statushierarchie meer, omdat er nog maar een status rest. Doorprocederen van een lagere naar een hogere status is er in het nieuwe wettelijk regime niet meer bij. Voor Nederland zijn in de loop der jaren de belangrijkste Ianden van herkomst Afghanistan, Iran, Irak, Angola, Turkije, Joegoslavie, Sierra Leone, Bosnie, Guinee, Azerbeidjan, Sudan en Somalie. Sinds 1 september 1997 is het verdrag van Dublin in werking, met behulp waarvan duizenden claims zijn gelegd bij andere Ianden. Hiervan is ge-
voor gezinshereniging afgewezen. 8. Ons positieve migrati esaldo wordt inmiddels grotendeels veroorzaakt door toegelaten vluchtelingen, statushouders en degenen die hen via gezinshereniging gevolgd zijn. 9. Om een indicatie te geven van de statusverleningen in 2ooo: t 8o8 ( t 9 procent) A-status, 479 t vTv (49 procent) en 3127 (3 2 procent) vvTv.
In ongeveer een kwart van de A-status / vvTv-gevallen is de status na tussenkomst van de rechter verkregen . Onder de vvtv-houders (sinds t april jl. vergunningkouders voor bepaalde tijd) 7ijn de Afghanen met t 0.397 koploper, daarna volgen Somaliers (944), voormalige Joegoslaven (46>) en Soedanezen (454).
mid
asie den blijl doe Dul drat opv van ren der clai De tral 199
tot wa< stn De< een opg dele me• inrr (re1 ker oTe ken oor me• ten van den der in c ren te 1: No. blij' me.
De mal pro to.
waa:
'99
akk<
s &.o 6 2oo1
s)0
tr~ ft
bet tal ij:ot en ~r-
ne \et ~s)
·en eg ;nt !er ~et
lor
nt' •de s.9 ~ij
rdt 'de
er-
!st. ere liet ren tisrra So)u-
:len ge:us / ~
lljl.
middeld So procent gehonoreerd. Het gaat hier om daar all anger dan 2 jaar, ruim 3ooo asielzoekers zelfs asielaanvragers die in een ander land reeds asiel hadal Ianger dan r; jaar. Intussen had de 1 No in 2ooo een den aangevraagd of dit gezien de duur van hun verwerkvoorraad van meer dan 74.ooo dossiers (I I blijf aldaar hadden kunnen of feitelijk moeten procent gehoor, 24 procent eerste aanleg en 6 r; prodoen. 10 Nadat in het najaar van I 998 de opvang van cent bezwaar), ofwel I 8 procent meer dan in I 999 Dublin-claimanten gestopt is, daalde hun aantal en drie keer zoveel als in I 9 9 8. Maar nog spreken we drastisch. Aileen in humanitaire noodsituaties wordt niet van 'achterstanden', maar eufemistisch van opvang verleend: in I 999 bijvoorbeeld in een kwart 'werkvoorraad'. De werkvoorraad ( beroep en van aile gevallen (8 I r; keer, vooral als kleine kindevoorlopige voorzieningen) bij de Vreemdelingenkaren in het geding waren). Omgekeerd zijn bij Nemers van de rechtbanken bedroeg in 2ooo ruim derland door andere E u -lidstaten vee! minder 44.ooo dossiers, tegenover 33.ooo in I999 en claims gelegd. 26.ooo in het jaar daarDe capaciteit van de cenvoor. Ondanks het in begin 2000 gestarte trale opvang is sinds eind Bij de invoering van de nieuwe en aangescherpte I 997 meer dan verdubbeld nieuwe Vreemdelingenterugkeerbeleid zijn in dat jaar tot ruim 8o.ooo plaatsen, wet op 1 april jongstleden, waarbij sprake is van een minder uitgeprocedeerde en cifgewezen die zoals gezegd nict aileen structurele overbezetting. tot kortere en kwalitatief asielzoekers 'teruggekeerd' dan Decentraal worden nog betere procedures moet in 1999. De conclusie is eens ruim 4ooo personen leiden, maar waarmee ook opgevangen. De gemidde bezwaarfase is afgeonvermijdelijk: tot nu toe is van het delde verblijfsduur in de geschaft, kon dus allesbenieuwe terugkeerbeleid weinig meentelijke opvang via de halve met een schone lei terechtgekomen. inmiddels afgeschafte ROA begonnen worden. Een (regeling opvang asielzoeopenlijke vo:rm van een kers) is bijna So maanden. De centrale opvangwordt 'generaal pardon', dat in meer zuidelijk gelegen Eu• overigens verder uitgebreid. De instroom blijkt telropese Ianden af en toe gehanteerd wordt, is door de kenmale hoger dan de uitstroom. 1 1 PvdA altijd afgewezen. De argumenten daarvoor De verstopping van de opvang wordt verder verlagen vooral in de precedentwerking, de rechtsonoorzaakt door een te lange verblijfsduur van de gelijkheid en de veronderstelde aanzuigende wermeeste asielzoekers en een nog altijd tekortschieking. tend terugkeerbeleid. De gemiddelde verblijfsduur Ondanks het in begin 2ooo gestarte nieuwe en van asielzoekers in de centrale opvang is 2o maanaangescherpte terugkeerbeleid zijn in dat jaar minden. Daarenboven verblijven bijna 4ooo statushouder uitgeprocedeerde en afgewezen asielzoekers ders - dus tot Nederland toegelatenen - nog steeds 'teruggekeerd' dan in I999: 16.662 tegenover in de asielzoekerscentra als gevolg van een stagneI 7. 7 r; I person en. In tweederde van de gevallen is dit rende doorstroming naar de gemeenten. De nog uit geconstateerd via controle op het adres. Of metterte breiden capaciteit van de zogenoemde Tijdelijke daad terugkeer heeft plaatsgevonden is niet naNoodvoorziening, waarin asielaanvragers kort vergegaan. Een dee! kan met onbekende bestemming blijven alvorens zij hun verzoek indienen in een aanvertrokken zijn, dus mogelijk in de illegaliteit onmeldcentrum bedraagt momenteel I 700 plaatsen. dergedoken.' 2 De conclusie is onvermijdelijk: tot nu toe is van het nieuwe terugkeerbeleid weinig teAchterstanden en werkvoorraden rechtgekomen. De verblijfsduur in de centrale opvang heeft alles te Een nadere beschouwing van deze wrange conmaken met de lengte van de procedure. Zo zit 35 clusie leert dat het aspect van de 'vrijwilligheid van procent van de bewoners van de centrale opvang terugkeer' hier alles mee te maken heeft. Kort en
jd)
r-
10. - 1997 (4 maanden): 940 claims, waarvan 6n akkoord (7o procent); 1998 : 612.1' claims, waarvan 498o akkoord (81 procent); 1999: J28s
claims, waarvan 2 7 1 7 akkoord (83 procent). 11. In 2ooo 33-soo tegenover 2o.ooo 1 2. Wei is t 9 procent van de
uitgeprocedeerden onder toczicht vertrokken en 1 2 procent met begeleiding van de Vreemdelingendienst of Marechaussee.
- --- -
-- =-=- -- - - - - - - - -
-
,
I.
S &..o 6 2oo 1
goed komt het er op neer dat de objectieve uitkomst van de asielprocedure, getoetst door de onafhankelijke rechter, aangeeft dat terugkeer mogelijk en verantwoord is. De betrokkene is zelf de tegengestelde mening toegedaan, zegt dat hij of zij niet terug kan keren - bedoeld is niet terug wil keren - en het land van herkomst stelt evenals doorreislanden dat men alleen voormalige asielzoekers toelaat als deze ' vrijwillig' terugkeren. De laatstgenoemden weigeren dit en daarmee is de tot nu toe veelal vicieuze cirkel gesloten . De vraag is of wij ook in deze gevallen de zaakwaarnemers van de betrokkenen moeten zijn of dat wij meer eigen verantwoordelijkheid bij hen kunnen neerleggen. Deze vraag is momenteel onderwerp op tal van discussieplatforms binnen en buiten de PvdA. Daarbij wordt onder meer gewezen op de korte peri ode van 2 8 dagen, die na het verkrijgen van een alomvattende negatieve beschikking op het asielverzoek resteert om het vertrek voor te bereiden . Deze peri ode zou te kort zijn, is een veelgehoorde opvatting. Daarmee wordt niet aileen voorbijgegaan aan het feit dat voor tal van betrokkenen elke peri ode te kort is, zeker nu het meewerkcriterium' 3 is afgeschaft. Ook kan de asielzoeker na een negatieve beschikking van de 1 No ged urende de gehele daaropvolgende beroepsfase - die doorgaans zeker negen maanden duurt - rekening houden met en zich voorbereiden op een gedwongen vertrek. De statistieken van het asielberoep zijn bekend: de kans dat een beroep wordt toegewezen varieert van een op vier tot een op vijf. Maatreselen
De vraag rijst met welke aantallen asielzoekers Nederland geconfronteerd zou zijn geworden als de inmiddels genomen preventieve maatregelen niet uitgevoerd zouden zijn. De instroom blijft immers onverminderd hoog. In het Verenigd Koninkrijk en Belgie nam de instroom na kabinetswisselingen sterk toe, terwijl deze in Duitsland juist afnam '4. Tijdens deze kabinetsperiode zijn tal van maatregelen getroffen om de instroom van asielzoekers in te
dammen. Zo wordt er geen opvang meer geboden aan Dublin-claimanten en bij een herhaald asielverzoek. Er zijn in de allereerste fase van de procedure wachtlijsten en tijdelijke noodvoorzieningen (preAanmeldCentrum-fase) ingevoerd . De AanmeldCentrum-procedure is verscherpt en verlengd van 24 naar 48 uur' S. De wet ongedocumenteerden is ingevoerd, waarmee de asielzoeker aannemelijk moet maken waarom hij niet over (de juiste of niet-vervalste) papieren beschikt. Het landgebonden asielbeleid is drastisch aangescherpt. Het nieuwe terugkeerbeleid waarbij een grotere verantwoordelijkheid wordt gelegd bij de asielzoeker is al genoemd, terwijl de invoering van de Koppelingswet tal van indirecte effecten oplevert 16 • Hoewel illegaliteit op zich niet strafbaar is gesteld, is illegaal verblijf op de langere duur en op eigen houtje vrijwel onmogelijk doordat de toegang naar de meest elementaire voorzieningen vrijwel afgesloten is. Wei kan een illegaal voortaan ongewenst worden verklaard als hij nog in Nederland wordt aangetroffen, nadat hij twee keer een aanzegging tot vertrek heeft gekregen. Het zich als ongewenst verklaarde vreemdeling in ons land bevinden Ievert een strafbaar feit op. De nieuwe Vreemdelingenwet introduceert het zogeheten besluitmoratorium: bij massale instroom als geval van een calamiteit (denk aan Kosovo in I 999) kan de procedure een jaar worden stopgezet. Naast de a! genoemde verkorting van de procedures door de afschaffmg van de bezwaarfase' 7 (meteen beroep bij de rechter en eventueel Hoger Beroep bij de Raad van State) en de vermindering van het aantal statu sen, waardoor doorprocederen onmogelijk wordt, is de alomvattende beschikking voor afwijzing van het asielverzoek en daarmee beeindiging van de opvang gelntroduceerd, waarna betrokkene birmen 2 8 dagen moet vertrekken. Verder kan de rechter nu zogenoemdc ex nuncbesluiten nemen, zodat nieuwe feiten kunnen worden meegenomen in de beroepsprocedure, terwijl voorheen aileen werd gekeken naar de feiten en omstandigheden op het moment van de beslissing-inbezwaar.
I Vre• doo: digd pro< ever wee ling, OVeJ
niet I
Gee stele Neci spec voo: tuss sch( hier I tal plic am a het mo! ten: derc ger· doo niet om fats• inte ove1 clue her] snel zo 1 als schc dat
Me• 1 3·
In het 'oude' terugkeerbeleid, waarbinnen nauwelijks enige verantwoordeHjkheid werd gelegd bij de asielzoeker zelf, gold dit criterium: indien een uitgeprocedeerde asielzoeker aantoonbaar meewerkte bij zijn terugkeer - bijvoorbeeld bij het verkrijgen van de benodigde papieren - kon hij in de opvang blijven. In de praktijk bleek
het begrip 'meewerken ' op verschillcnde wijze uitgelegd te worden. 1 4. Hier is asielbeleid goeddeels een voorrecht van de afzonderlijke bondsstaten. 1 s. Momenteel is het afwijzingspercentage in de Ac-procedure ongeveer 1 o. 16. De Koppelingswet dateert van de vorige kabinetspe riode en het nieuwe
terugkcerbcleid was reeds in het regcerakkoord aangekondigd. De overige maatregelcn staan op zich. 1 7. De zogeheten 'voornemenfase' in het begin van de procedure - ook al omwille van de kwaliteitsverhoging van de IN o-procedure - compenseert deels het effect van het schrappen van de bezwaarfase.
een doo daa1 beg luu1 tal; gen
s &..o 6
ertre
reIdran
inoct ·aleid
2)3 AI met al zullen de effect en van de nieuwe Vreemdelingenwet pas na een kleine twee jaar stevig doorwerken . Er wordt dan gerekend met een benodigde opvangcapaciteit van 35 .ooo plaatsen, een procedureduur van maximaal 9 maanden en een even lange beroepstermijn. Altijd blijft gelden dat we de ellende in de wereld en daarmee de vluchtelingenstromen niet in de hand hebben. Garanties over de doeltreffendheid van het beleid zijn dan ook niet te verschaffen.
)C-
rdt :in-
ec-
faflUr i de
,
~en
aan :er_en als bel
het 10m
1 in zet.
lrCS
een > bij tan-
elijk wijging tene ~nc
Vorw ijl om~ -in -
I.
In
.!
(van ~eels
2oo t
Alleenstaande minderjarise asielzoekers (ama's)
Geen land ter wereld herbergt zoveel (veronderstelde) alleenstaande rninderjarige asielzoekers als Nederland. Binnen het asielbeleid is dan ook een specifiek ama-beleid ontwikkeld. Dit beleid wordt vooral gekenmerkt door de voortdurende spanning tussen het vreemdelingenbeleid en het jeugdbeschermingbeleid. De Nederlandse overheid heeft hier dan ook een bijzondere verantwoordelijkheid. Deze komt niet aileen tot uitdrukking in een aantal internationaal-rechtelijke bepalingen en verplichtingen, maar ook in de specifieke regeling voor ama's uit 1992. Deze regeling houdt in dat ook bij het niet toelaten als erkende vluchteling toch een mogelijkheid van opvang en verblijf bestaat totdat • terugkeer verantwoord is. Het gaat immers om kinderen: soms komen zij getraumatiseerd uit (burger-)oorlogshaarden en soms zijn het gewoonlijk door anderen 'gepreste' gelukzoekers. Wij hebben niet aileen de juridische maar ook de morele plicht om voor deze kwetsbare groep minderjarigen een fatsoenlijk beleid te blijven voeren, ofhet nu gaatom integratie of uiteindelijk om terugkeer. De scheefgroei in de bestaande ama-praktijk is overduidelijk. Er is de afgelopen jaren te snel geconcludeerd dat er geen opvang zou zijn in hetland van hcrkomst. Er is te weinig energie gestoken in een snelle vaststelling van de identiteit, alsmede in het zo snel mogelijk terugbrengen van kinderen. Ook als is vastgesteld dat een kind onze specifieke bescherming niet nodig heeft, slagen we er niet in om dat kind naar zijn land van herkomst te brengen. Mede omdat er zo goed als niemand teruggaat, is er een aanzienlijk rnisbruik van de ama-voorziening door volwassenen op gang gekomen. Het gevolg daarvan is dat het aantal minderjarigen dat zonder begeleiding naar Nederland komt niet aileen absoluut, maar ook relatief (afgezet tegen het totale aantal asielzoekers in ons land) sprongsgewijs is gestegen. Vroegen in 199 6 nog •s-62 ama's in Nederland
asiel aan, in 1997 waren dater al 266o, in 1998 Ho4, in I 999 5' 5'47 en in 2ooo maar liefst 668 1 ( •sprocent van het totaal aantal asielzoekers). Deze uit de pan gerezen stijging moet teruggeschroefd worden, zeker nu is gebleken dat de georganiseerde mensensmokkel, naast zijn activiteiten voor volwassenen, markten voor minderjarigen heeft ontdekt. Wereldwijd is er een groeiende migratie van alleenstaande minderjarigen, die op zoek naar een beter Ieven dwang, mishandeling, verkrachting en levensgevaar moeten trotseren. Na aankomst in een westers land wacht hen doorgaans geen beter lot. Eerst staan hen lange procedures te wachten, waarna een Ieven volgt dat wordt beheerst door onzekerheid over defmitief verblijf, gebrek aan begeleiding en vooral eenzaarnheid. Een poging tot verandering is ondernomen in de ama-nota van de vorige staatssecretaris Cohen, die in mei 2ooo met de Tweede Kamer is besproken. Met deze nota zijn belangrijke beleidswijzigingen vastgesteld, die in een onlangs door Cohens opvolger Kalsbeek gepresenteerde vervolgnota zijn uitgewerkt en aangevuld. De wijzigingen richten zich vooral op de binnenkomst, ook al in de.verwachting dat hier een preventieve werking van uitgaat. De vaststelling van identiteit en leeftijd krijgt prioriteit, waarbij de terugkeer van het kind het ecrste uitgangspunt is. Het gevolg is dat met twee opvangvarianten gewerkt gaat worden: de integratievariant en de terugkeervariant. Deze plannen zien er veelbelovend en ambitieus uit, maar zijn praktisch gezien niet zonder risico. In de meeste gevallen is het belang van het kind gediend met terugkeer naar het land van herkomst. Het is een misvatting te veronderstellen dat het per definitie beter is voor het kind om in Nederland te blijven. Daarom zal serieus werk gemaakt moeten worden van een manier van opvangen en bcgeleiden die op terugkeer is gericht: de terugkeervariant. Aile kinderen komen in deze variant terecht gedurendc de periode van onderzoek naar hun asielaanvraag, dat zes tot negen maanden zal duren. Na deze periode worden aileen kinderen die werkelijk geen kant op kunnen toegelaten tot de integratievariant. De rest heeft een perspectief op terugkeer, omdat bijvoorbeeld hun familie getraceerd is. Verder is terugkeer de belangrijkste optie voor alle I 5' tot I 8jarigen, omdat zij bij het meerderjarig worden nog geen drie jaar in Nederland zijn. Aile jokkende of zwijgende minderjarigen zullen ook terug moeten.
-
-
_ -
.
_ -
' ,_,
s &...o 6 2oo 1
dat onderwijs in het Engels en/ of de eigen taal als dat gaat afgeschermd van de samenleving en hebwordt verzorgd. ben zij geen toegang tot op integratie gerichte proDe conclusie blijft dat de wijzigingen in het ama-begramma's. Tot zover het beleidsvoornemen, maar een vraag leid ook vanuit sociaal-democratisch oogpunt blijft met neonletters flikkeren in aile hoofden die broodnodig zijn. Eigenlijk hadden ze gisteren al zich het lot van minderjarige kinderen aantrekken: moeten zijn ingevoerd. Tegelijkertijd moeten hoge wat te doen als we er niet in slagen om substan- eisen worden gesteld aan de opvang en begeleiding tiele aantallen ama's terug te Iaten keren naar hun van ama's in de terugkeervariant. Daarnaast rust er herkomstlanden? Welke problemen doemen dan een verantwoordelijkheid op politick en samenleving om de voortgang in de op? terugkeer van ama's nauwAile minderjarigen in Wereldwijd is er een groeiende de terugkeervariant vallen gezet te volgen - en daaruit misratie van alleenstaande bij het bereiken van de 1 8zonodig consequenties te minderjarisen, die op zoek naar een jarige leeftijd onder het tetrekken. rugkeerbeleid voor volwasln de discussie over het beter leven dwans, mishandelins, senen. Dit houdt in dat alle terugschroeven van het verkrachtins en levenssevaar voorzieningen worden aantal minderjarigen onder moeten trotseren. Na aankomst in een beeindigd en ze op straat de asielzoekers, sneeuwen komen te staan. Dit zou dus twee aandachtsvelden gewesters land wacht hen doorsaans makkelijk onder. Het gaat kunnen betekenen dat er seen beter lot. Eerst staan hen lanse allereerst om het herkengrote groepen jongeren procedures te wachten, waarna een nen en erkennen van minzonder enige binding met Nederland en zonder adederjarigen die wei degelijk leven volst dat wordt beheerst door quate kennis van de Nedervluchteling zijn. Zij komen onzekerheid over difinitiif verblijf, landse taal zullen proberen derhalve niet in het kader sebrek aan beseleidins en vooral te overleven in Nederland. van ons minderjarigenbeImmers, als zij om welke leid, maar van ons asielbeeenzaamheid. reden dan ook voor hun leid voor een verblijfsverachttiende niet zijn teruggegaan, mag je er dan gunning in aanmerking. Het gevaar dreigt dat met van uit gaan dat ze dat na hun achttiende wei het nieuwe ama-beleid deze jongeren worden aandoen? gemerkt als minderjarigen die in principe terug Maatschappelijke complicaties dreigen overi- moe ten. De procedure client dan ook waarborgen te gens nict alleen na het bereiken van de 1 8- jarige leef- bevatten voor het in een vroeg stadium hoven water tijd. Bij het verblijf in de terugkcervariant, zoals dat krijgen van het vluchtrelaas. nu wordt voorgestcld, kunnen de nodige kanttekeHet tweede punt betreft de begeleiding van jonningen worden gcplaatst. Onder verantwoordelijk- geren in de integratievariant. Het Ieven van de nu in heid van het COA zullen grote groepen jongeren Nederland aanwezige ama's is allesbehalve een worden opgevangen. Het voorstel is om per 25 jon- pretje. Velen leiden een triest en eenzaam bestaan. geren een begeleider aan te stellen. Gezien de vele Schooluitval en daarmee verband houdende problenationaliteiten, de doorgaans licht ontvlambare aard men komen veelvuldig voor. Zo nu en dan worden van de leeftijdsgroep en de omstandigheden van de we met onze neus op de feiten gedrukt door berichopvang is dit vragen om problem en. Het wei of niet ten over doodslag en zelfmoord. Met de keuze voor geven van lessen in de Nederlandse taal is een ander een strikte scheiding tussen integra tie en terugkeer, punt van zorg. Doe je het wel, dan 'went' het kind bestaat de verplichting om degenen die hier blijven misschien toch aan Nederland. Doe je het niet, dan een eerlijke kans op een normaal Ieven te geven. ontneem je het kind elke kans om tijdens het verblijf Deze jongeren dienen zoveel mogelijk behandeld te in Nederland een 'normaal' bestaan te leiden. Een worden als 'gewone Nederlandse' jongeren, zij het elementaire kennis van het Nederlands lijkt ons wat met oog voor hun specifieke problemen zoals taaldit betreft noodzakelijk, dus ook voor jongeren die achterstand. Zij passcn derhalve binnen de termen ooit terug zullen moeten. Daarnaast is het denkbaar van het jeugdbeleid en de reguliere jeugdhulpverleIn de terugkeervariant zijn zij zo goed en zo kwaad
Tot deli gesl late: nod nati vol~
van staa biec deli der; nei~
gen ten , len) bijk SP) , wet van sch, •I exp gen garu op 1 nite
no a - zi van zeg• tUS!
van red opv hui• geg vor den sch:
s &..o 6 2oo 1
2~~ ning en vallen daarmee dus niet meer onder het vreemdelingenbeleid. le-
nt al ge ng er le-
pe w-
uit ,te 1et net
kr ~e
aat !0 -
~n
lijk 1en :ler bebeernet
rmrug n te
Iter
onuin een 1an. <J!eden
ich-
oor eer, tven ren.
Een antwoord van 'links': immieratieplanninB
Tot zover de beschouwing over het lopende vreemdelingenbeleid. De vraag rijst of de PvdA daarmee geslaagd is in haar streven om Nederland gastvrij te Iaten blijven voor degenen die onze bescherming nodig hebben - in overeenstemming met het internationale recht en gemeten naar de nood van vervolgden, maar ook in verhouding tot het vermogen van de Nederlandse samenleving om anderen bij te staan en op te nemen. Zeven jaar regeren met de v v D heeft op het gebied van het immigratiebeleid twee kampen een duidelijk smoel gegeven. Aan de ene kant de voorstanders van meer restrictie (vvo/coA), die in hun neiging tot populisme alle categorieen vreemdelingen door elkaar halen (asielzoekers, arbeidsmigranten, !eden van etnische minderheidsgroepen, illegalen). Aan de andere kant de voorstanders van een bijkans grenzeloze ruirnbartigheid (GroenLinks/ SP), die op voorhand het morele gelijk aan hun zijde weten en daarbij een bijna idyllisch beeld scheppen van 'de immigrant' (bijvoorbeeld rond het 'hooggeschoold' zijn van vluchtelingen). De vv D claimt 'vrije ruimte' over alles dat niet expliciet in het regeerakkoord of de Vreemdelingenwet is geregeld. Dit heeft een reeks van vergaande voorstellen opgeleverd, die vrijwel allemaal op gespannen voet staan met beginselen van humaniteit en die ondanks het vrijwel structurele bondgenootschap met het c D Aen des G P ook bijna allemaal - zij het nipt - verworpen zijn. Het asielstandpunt van onze grootste coalitiepartner komt simpel gezegd neer op: 'Minder erin, nog meer eruit en daartussendoor geen flauwekul'. Ook dat is een wijze van proftleren. Daartegenover staat binnen de grenzen van het redelijke en haalbare de PvdA, veelal met o66 ' 8 en opvallend vaak de ChristenUnie aan haar zijde. In de huidige politieke realiteit heeft de PvdA toch de kans gegrepen om realistische en rechtvaardige ideeen vorm te geven. Inhoudelijk gezien heeft de sociaaldemocratie met 'Paars' dan ook weinig of geen schade gel eden. Zo kenthet regeerakkoord uit 1998
en als uitvloeisel daarvan de nieuwe Vreemdelingenwet, een hoog sociaal-democratisch gehalte. Kijk bijvoorbeeld naar het recht op werk dat aan een tijdelijke vergunning is gekoppeld, de herinvoering van het Hoger Beroep, het op peil houden van de opvang, de inburgering en gezinshereniging van statushouders. Tegenover de inhoud van het beleid, waarvoor we ons dus zeker niet behoeven te schamen, staan problemen met betrekking tot de herkenbaarheid, het imago en de uitstraling van het beleid. De sociaal-democratie kiest nooit de weg van de minste weerstand. Dit mag echter niet betekenen dat 'links' in een situatie belandt, waarin zij verantwoordelijk wordt gesteld voor een afnemende maatschappelijke acceptatie van immigratie als gevolg van ineffectieve beleidsaanscherpingen. De PvdA kan niet Ianger wachten met het bekennen van kleur als het gaat om de keuzes die zij maakt ten aanzien van het immigratiebeleid. De discussie over arbeidsmigratie die in tal van Europese Ianden, alsmede binnen de Europese Commissie op de politieke en maatschappelijke agenda is gekomen, is daarvoor een voor de hand liggende aanleiding. De PvdA moet een afgewogen immigratiebeleid bepleiten. Hiertoe moet worden erkend dat N.ederland een immigratieland is. Zolang dit niet gebeurt zal Nederland zich, net als de andere E u -landen, !outer blijven richten op mogelijkheden om immigratie (lees: asielzoekers) tegen te houden en daarmee dus niet op instrumenten om de voortdurende feitelijke immigratie te sturen. Die erkenning is noodzakelijk om creatieve, nieuwe instrumenten ter sturing van de immigratie en mogelijkheden voor een effectieve integratie van nieuwkomers te ontwerpen. De huidige economische omstandigheden verschaffen ons nu ruimte om deze discussie te voeren. Dit betekent overigens niet dat Nederland ongebreideld immigranten moet gaan toelaten. Wei moeten we daarentegen in staat zijn om de immigratie - die we niet volledig will en en kunnen stop pen - beter te plannen en te structureren. Dit wordt des te belangrijker naarmate Europa er niet in slaagt om met een gemeenschappelijk immigratiebeleid te komen.
d te
het :aalnen ·rle-
r 8. Enkele jaren gel eden stonden PvdA en o 66 lijnrecht tegenover elkaar toen o 66 voorstelde om toegelaten vluchtelingen uit Bosnie (A -statushouders) terug te sturen.
~-
-
-----
.
s
&..D 6
ll l
2oo 1
We zullen dus m eer dan nu moeten proberen behoren immers een politiek en maatschappelijk vooruit te kijken. Dit betekent onder meer dat onze vraagstuk te zijn. De overheid en de bevolking zullen politieke benadering omgekeerd moet worden. Nu dan niet Ianger worden 'verrast' door publicaties zijn er periodieke rapportages over bet asielbeleid, over aantallen migranten die in het afgelopen jaar in die achteraf aan de Kamer worden aangeboden. hun land neerstreken. Ook blijven allerlei daaruit Beter is het om jaarlijks een breed immigratiescena- voortvloeiende ad-hoc-achtige maatregelen ons dan bespaard. 'Het inzicht in aard en omvang van de verrio te maken voor het volgende jaar, dat integraal met de Kamer wordt besproken. Onderdelen daar- schillende immigranten-categorieen' , schrijft de van zijn een reele scbatting genoemde wss-werkvan het aantal asielzoekers groep, 'zal daarentegen Zeven Jaar regeren met de VVD heift en ook van het aantal getoenemen en de consensus op het gebied van het immigratiebeleid zinsvormers en - hereniop dit gebied helpen bevortwee kampen een duidelijk smoel deren'. 21 gers, gebaseerd op zowel de aantallen van voorMet de openlijke vastgegeven. Aan de ene kant de gaande jaren als (inter-)nastelling van een jaarlijks voorstanders van meer restrictie tionale ontwikkelingen. immigratieplan maakt de (vvn/cnA), die in hun neiging tot Ook worden de aantallen overheid duidelijk welke buitenlandse studenten en aantallen vreemdelingen populisme alle categoriee"n zullen worden toegelaten arbeidsmigranten opgenovreemdelingen door elkaar halen men in het scenario 1 9. Voor met het oog op permanent (asielzoekers, arbeidsmigranten, leden verblijf en welke aantallen deze laatste groepen geldt trouwens dat de migratie met het oog op tijdelijk van etnische minderheidsgroepen, beter te plannen is dan voor verblijf. Ook zal duidelij illegalen). Aan de andere kant de de eerstgenoemde groeker worden op welke groevoorstanders van een bijkans pen, die rechten kunnen pen m en wei of geen vat ontlenen aan zowel interheeft, waardoor het beeld grenzeloze ruimhartigheid nationale verdragen als van 'we modderen maar (GroenLinks Is P), die op voorhand het wat voort en we kunnen onze eigen wetten. morele gelijk aan hun zijde weten en De grote winst van deze bet eigenlijk niet meer bebenadering, ten dele al eer' zal verdwijnen. heersen daarbij een bijna idyllisch beeld der bepleit door een werkHet greep houden op de scheppen van 'de immigrant' groep van de Wiardi Beckaantallen tijdelijk-verblijfs20 (bijvoorbeeld rand het 'hooggeschoold' gerechtigden kan bijvoorman Stichting , zit niet beeld worden bewerksteleens zozeer in de logistiek. zijn van vluchtelingen). Bij de procedure, opvang ligd door een plan te maken, via welke de deels nu al bestaande (illegale) en integratie wordt uiteraard al gewerkt met schattingen. De winst zit met name in het periodieke arbeidsmigratie in een structuur wordt gegoten en openbare debat over de verwachte immigratie: een aan strenge handhaving en controle wordt ondervan taboes ontbloot debat waarin het niet meer over worpen. Daarbij kan gedacht worden aan een bij schijncategorieen gaat en waarin zaken gewoon bij voorkeur Europees plan voor tijdelijk werk voor de naam worden genoemd. Een dergelijk debat werknemers uit de kandidaat-lidstaten, zonder client niet beperkt te worden tothet parlement. Ook recht op gezinshereniging en met voorwaarden die het mogelijk maken dat bet hier verdiende verbonden van werkgevers en werknemers, sociaalculturele instellingen, vertegenwoordigers uit de geld in de herkomstlanden wordt uitgegeven . Op volkshuisvesting, het onderwijs en andere maatdie manicr dragen wij ook bij aan de economic van schappelijke organisaties moeten hun stem kunnen land en die in de nabije toekomst dee! zullen gaan uitIaten horen. De omvang en aard van de immigratie maken van de Europese Unie. Overigens kunnen 19. Het is nadrukkelijk niet onze bedoeling naast het asielloket een tweede loket arbeidsmigratie te openen
waar met name afgewezen asielzockers terechtkunnen. 20. ' Immigratie :waar ligt de grens?',
Amsterdam, wss/PvdA, 1993 . 2 1. ' lmmigratie: waar ligt de grens?', P· JO.
aan' zijn
Op mer ont1 nee: deri pre1 wer (po1 mar lijk de 1 geli strij de' ook ling atie zek• aalvoo de I gctaJ zier gez•
kin( blijJ
s&._o62oo1
:n
aanvullende vormen van arbeidsmigratie wenselijk zijn.
~s
in ~t
m
rde k~n
us lr-
;t-
ks de
J<e en en ;nt en ijk
jjlevat ~ ld
lar ·en
Den. Ide jfsor:el te
,[e) en erbij JOT
der :len
1de Op van uit:ten
Tot slot: illeaale immiaratie
Op aile terreinen waarop de overheid het gedrag van mensen probeert te reguleren of te be'invloeden zijn ontduik.ings- en ontwijk.ingverschijnselen waarneembaar. De migratie vormt daarop geen u.itzondering. lllegale immigratie komt voor zonder dat we precies weten op welke schaal dit gebeurt. In een wereld met open grenzen, welvaartsversch.illen en (potentiele) uitbu.iters zal illegaliteit zich blijven manifesteren. Het is begrijpelijk en zelfs noodzakelijk dat de overheid dit fenomeen bestrijdt, waarbij de marrier waarop d.it gebeurt er overigens wei degelijk toe doet. Illegaliteit moet je bij de bron bestrijden, hetgeen preventief werkt. Illegalenjacht de 'razzia's - is voor ons uitgesloten, zoals we ons ook met succes verzet hebben tegen strafbaarstelling van illegaliteit. Het vanuit een u.itzichtloze s.ituatie op zoek gaan naar een beter Ieven voor jezelf en zeker voor je kinderen is een drijfveer die ju.ist soci aal-democraten moet aanspreken. Dit betekent echter niet dat wij voorwaarden voor een illegaal verblijf will en creeren. Vandaar dat de PvdA in de vorige kabinetsperiode akkoord is ge• gaan met de Koppelingswet, die het recht op voorzieningen koppelt aan een rechtrnatig verblijf. Met gezondheidszorg en onderwijs aan minderjarige kinderen als uitzonderingen in het achterhoofd, blijft de vraag prangend of doe! en middel in verhou-
ding tot elkaar staan. Nog dit jaar (2oo 1) zal er een evaluatie van de Koppelingswet plaatsvinden, waarbij de effectiviteit- en legitimiteitvragen aan de orde komen. Een u.itzettingsbeleid en het straffen van werkgevcrs voor het in dienst nemen van illegale werknemers zijn noodzakelijk, maar wei in het besef dat illegal.iteit als verschijnsel nooit zal verdwijnen. Net als legale immigranten is ook de categoric illegalen zeer divers samengesteld. Er vallen uitgeprocedeerde asielzoekers onder, maar ook werknemers met een verlopen verblijfs- of werkvergunning en met name u.it Centraal-Europa afkomstige seizoenarbeiders, zoals de welbekende aspergestekers en bollenplukkers u.it Polen. Druk op zorgvuldige en rechtvaardige asielprocedures enerzijds en de aanwezigheid van illegale arbeid anderzijds vormen in feite de prijs die de E ulanden moeten betalen voor de aanwezigheid van betrekkelijk open grenzen, een druk internationaal handelsverkeer en de keuze voor een restrictief beleid ten opzichte van migranten. Het is ruet anders, maar vanu.it een heldere sociaal-democratische optiek waarin zaken worden benaderd zoals ze zijn, kan vecl bij - en meegestuurd worden. Zowel in Europees als nationaal verband ligt h.ier een opdracht voor de Partij van de Arbeid. BERT MIDDEL & NEBAHAT ALBAYRAK
Beiden lid van de Tweede-Kameifractie van de Partij van de Arbeid en daarbinnen de woordvoerders vreemdelinaen - en asielbeleid.
s &._o 6 2oo'
Moet populisme omarmd worden als politieke vernieuwing?
Lang geleden, op school, Democtratiekritiek werd me verteld dat poliDe kiezers stellen bijzonder tieke partijen luisteren naar weinig vertrouwen in polide wensen en de belangen tieke partijen. Zij staan van hun !eden en kiezers. nogal wantrouwend tegenEn dat ze deze dan netjes over aile instellingen, maar MARK ELCHARDUS bundelen en vertalen in vooral instellingen die preoverzichtelijke programtenderen de mensen op de ma's. Daarmee worden dan ene of andere manier te verDe Beleische sociolooe Mark Elchardus verkent mensen gemobiliseerd en tegenwoordigen, worden symptomen van de crisis van de zo wordt macht verworbijzonder sterk gewanverteeenwoordieende democratie, in Vlaanderen ven. en in Nederland. Hij anafyseert de populistische trouwd. Oat wantrouwen Deze macht wordt dan eedaante die de democratiekritiek meer en meer werpt een lange schaduw aangewend om de wensen op de democratie. Het leidt aanneemt en komt tot een eenuanceerd oordeel: en belangen om te zetten in tot felle kritiek, alleszins op het populisme houdt een belanerijke boodschap wetten en beleid. Deze in. Er te vee/ technocratie, te vee/ constitutionele de vertegenwoordigingsdedrift, te vee/ irifotainment en vee/ te weiniB mocratie, maar ook op de voorstelling van de politiek democratie. democratie in het algewordt vandaag op hoongelach onthaald. Politiek meen. Zowat een kwart van wordt niet Ianger opgevat als een fraaie kringloop de Vlamingen stemt nu in met de uitspraak 'het parwaarin wensen werkelijkheid worden, maar veeleer lementis een machteloze praatbarak, je kan het beter als een infernale cirkel die persoonlijke frustraties afschaffen' . Eenzelfde proportie is van oordeel dat verwerkt tot publiek ongenoegen. politici geen minister zouden mogen worden. Zowat In Vlaanderen verliezen de partijen !eden, over 1 2 procent stelt ronduit dat ze liever een dictatuur de laatste dertig jaar zo'n 14 procent. Geen ver- zou zien, want die zou 'aile problemen oplossen'. waarloosbare, maar evenmin een spectaculaire De aanwezigheid van een relatief sterke exaderlating. Over die peri ode is er trouwens een par- treem-rechtse partij kleurt natuurlijk die democratij die aardig wat nieuwe lidkaarten slijt, de liberale tiekritiek. Op die aanwezigheid na, kan men de anpartij van de huidige premier Verhofstadt. Het lijkt dere symptomen van een crisis van politiek en erop dat partijen die verbonden zijn met een groot democratie echter even goed in Nederland als in aantal nevenorganisaties (zoals vakbonden, 'mutu- Vlaanderen onderkennen. Zij doen heel wat waaraliteiten' en sociaal-culturele verenigingen) kiezers nemers besluiten dat men de democratie niet Ianger verliezen. Oat is het lot van de christen-democraten kan opgehangen aan de centrale rol van politieke en de sociaal-democraten. Ogenschijnlijk verrasmassapartijen. Oat soort organisatie lijkt nu minder send, aangezien nu net zulke netwerken van organipertinent en levensvatbaar.ln de politieke praktijk saties gemakkelijker wensen en belangen kunnen de dagelijkse politieke communicatie, de electorale bundelen en mensen mobiliseren. Over de laatste strijd, de besluitnameprocessen binnen partijen, de dertig jaar slankten de christen-democraten electoselectie en promotie van politiek personeel. .. raal af van 3 9 naar 2 3 procent; de socialisten van 2 6 moet dat model het trouwens steeds vaker afleggen naar 1 6 procent. Partijen zonder vee! nevenorganitegen een geheel van praktijken die op populisme saties boekten daarentegen winst. Over de laatste wijzen of alleszins courant door journalisten en andertigjaar groeiden de liberal en van 16 naar 2 3 prodere waarnemers als 'populistisch' worden omcent en het Vlaams Blok van o naar 1 5 procent. schreven.
De hoo om en 1 mal sel ' schi ere in} met tes Die me1 ger: per ver• van bijv de pop ven buil of i ren de( 'de ni'ct rna;
een gen hur het lutE red
nog van tisc zelJ van
my flk eco lijk gur vat! een zijn VIa
s &Lo 6 2oor
er in ~
lr
le r!n 1-
m w
Ht >p e-
:le em
.rer lat rat Ur
lr•er ke ler )
t -
~le
de
!en rne
mm-
De term 'populisme' zorgt voor veel verwarring, hoofdzakelijk omdat hij doorgaans wordt gebruikt om politieke tegenstanders een mokerslag te geven, en niet om het politieke gebeuren begrijpbaar te maken. Het populisme is een heterogeen verschijnsel dat, afhankelijk van plaats en tijd, op nogal verschillende manieren wordt ingevuld. Toch kan men er een aantal frequent opduikende basiskenmerken in herkennen. Populisme gaat doorgaans gepaard met het verwerpen van de waarden die door de elites of het 'establishment' worden voorgehouden. Die kritiek op de elite is onderdeel van een algemene argwaan ten opzichte van vertegenwoordi gers, wat zich ook uit in scepsis ten opzichte van experts. Dat laatste blijkt onder meer uit het verwerpen van rechterlijke beslissingen in het licht van ecn meer volks rechtvaardigheidsgevoel, zoals bijvoorbeeld in de witte beweging die in Belgie door de Dutroux-affaire omhoog werd gestuwd. Het populisme beroept zich daarom dikwijls op 'boerenverstand' of 'gezond verstand', het spreekt 'uit de buik' om een meer wetenschappelijk onderbouwde of intellectualistisch ingeklede opinie te trivialiseren. In het algemeen stelt pop\,Ilisme vertrouwen in de opinie van de 'gewone man'. De 'kleine man' en 'de gewone burger' zijn de maat der dingen. Copernicus is niet aan het populisme besteed. De zon moet maar rond de aarde draaien, niet omgekeerd. Voor populisten wordt de bevolking gemakkelijk een 'volk', zonder kloven, zonder interne verdelingen. Populisten haten kloofdenken en beschouwen hun eigen standpunt graag als de evidente uiting van het 'gezond verstand zelf', waarrond snel een absolute consensus zou groeien, mocht iedereen maar redelijk en eerlijk zijn. Die overtuigingen kunnen nog heel verschillende vormen aannemen, gaande van nieuw links tot extreem-rechts, van een romantisch, libertair geloofin de weldaden van individuele zelfbeschikking en autonomie tot het verheerlijken van een Ieider die het volk 'begrijpt' en op een haast mythische wijze haar to tale eenheid belichaamt. Omdat het algemeen belang zo evident en conflictloos lijkt, interpreteren populisten ongunstige economiscbe en sociale ontwikkelingen gemakkelijk als de uiting van corruptie en van de rol van ongure deelbelangen. Het populisme is daarom heel vatbaar voor samenzweringsmythes. Het gedijt in een sfeer van schandaal. Bijna a! die trekken en trekjes van het populisme zijn in de loop van het voorbije decennium in de Vlaamse politiek opgedoken. Men kon ze waarne-
men bij de meer populistische partijen zoals het Vlaams Blok, het groene Agalev en de v L o, maar ook, als een persoonlijke stijl dan, bij prominente fi guren uit de andere partijen. Die figuren werden in feite prominent omdat zij op een handige, aanvaardbaar geachte wijze, uit het populistische vaatje wisten te tappen. Populisme vertaalt zich instutioneel in een voorkeur voor politieke hervormingen in de richting van meer directe democratie. Dat is duidelijk het geval bij de liberale en de groene partij, maar meer nog bij het Vlaams Blok. Van aile partijen heeft deze op dat vlak het meest radicale standpunt. Zij is voorstander van een bindend referendum op volksinitiatief, over een brede waaier van onderwerpen en zonder opkomstplicht. De standpunten van de liberal en en de groenen zijn wat terughoudender. De standpunten van de christen-democraten en de socialisten zijn dat nog meer. Eigenlijk zijn die partijen geen voorstander van vee! directe democratie, maar ze vrezen dat zo'n standpunt vandaag nog moeilijk publiek te verdedigen valt, gegeven de grote argwaan ten opzichte van de vertegenwoordigende democratic. Waarschijnlijk illustreert dit beter dan wat ook de invloed van het populisme op het huidige politieke klimaat. Voor de opkomst van dit populisme worden verschillende verklaringen geopperd. Volgens sommigen is het een antwoord op het manifeste wantrouwen ten opzichte van vertegenwoordigende instellingen in het algemeen en politieke partijen in het bijzonder. Volgens anderen is het een uitloper van de individualisering. Daarbij beklemtonen sommigen de verhoogde individuele handelings- en keuzebekwaamheid van de burgers, die voortvloeit uit de spectaculaire verhoging van het onderwijsniveau. Anderen wijzen op de meer algemene cultuurverandering, die individuele autonomie en zelfbeschikking centraal stelt en die van individuele preferenties het ultieme richtsnoer van het handelen maakt. Ik denk dat al die verklaringen waarheid bevatten, maar ik zie toch ook nog een andere verklaring, minstens even belangrijk, misschien nog belangrijker. In de democratie werd al altijd strijd gevoerd tussen twee tegengestelde tendensen. Enerzijds wordt de volkssoevereiniteit centraal gesteld, anderzijds wordt een demper gezet op de stem van de burger en wordt zijn armslag beperkt door wetten en grondwetten, de interpretatie van juristen, het gezag van experts en technocraten. Omdat de grand-
-
·
It\
s &..o 6 2oo 1
26o wet altijd beperkingen oplegt aan de volkssoevereiniteit, omschrijft men deze laatste tendens ook wei eens als 'constitutioneel'. Aan die term wordt hier een brede betekenis gegeven. Hij verwijst niet enkel naar de rechtsbescherming van individuen, maar naar het geheel van de voorzieningen die, binnen een democratisch kader, de volkssoevereiniteit be per ken. Constitutionalisme doet dat, onder meer, door macht te geven aan juristen die de grondwet interpreteren en door weinig kansen te scheppen voor een directe uitdrukking van de volkswil en/of minder speelruimte te geven aan de vertegenwoordigers die de wil van het volk interpreteren. Grote delen van de geschiedenis van de democratie kan men interpreteren als een slingerbeweging tussen die twee posities, die beide ook van wezenlijk belang zijn voor de democratie. Momenteel slaat de slinger sterk door in constitutionele richting. De stem van de burger wordt gesmoord ten voordele van rechters, experts, techno- en eurocraten. Er is een toegenomen invloed van de rechterlijke macht op politieke aangelegenheden (het zogeheten aouvernement des juaes). Er zijn de rol van een constitutioneel hof op Europees niveau en het verplaatsen van de politieke strijd tegen partijen naar de juridische arena (in Vlaanderen bijvoorbeeld de strategieen om het Vlaams Blok, niet via politieke, maar wei via juridische weg te counteren). Er zijn de grote bevoegdheid van centrale banken en van de Europese centrale bank, de beperkingen opgelegd door internationale rechtsverbintenissen, de groei van autonome raden en van de zogeheten quanaos (quasi non-aovernemental aaencies) die aan elke democratisch~ controle ontsnappen ... Dat alles doet afbreuk aan de volkssoevereiniteit en begint, rnijns inziens, ook ernstig aan de kwaliteit en de diepte van de democratie te vreten. Dat geldt eveneens voor het geheel van de ontwikkelingen die geduid worden als het 'Europees democratisch deficit': de benoeming van commissarissen onder druk of voor technische competentie i. p. v. vertegenwoordigende waarde; regelgeving die wordt ervaren als opgelegd en niet als gedragen door een democratische meerderheid; de complexiteit, afstand en ondoorzichtigheid van de Europese structuren; de zwakheid, soms zelfs trivialiteit van de transnationale partijen; het parkeer-, uitbol- en cadeau- gehalte van de Europese parlementaire mandaten; de niet zelden etherische, nobele, ver van de ervaren werkelijkheid verwijderde discussies in het Europees Parlement.
Politiek als zondebok
Kortom, er is een snelle vertechnocratisering en meer nogjuridisering van de samenleving bezig, die weinig ruimte laat voor democratie, vertegenwoordigende of directe. Het lijkt me daarom nogal evident en daarenboven wenselijk, dat de voorstanders van meer volkssoevereiniteit nu momentum winnen en proberen de slinger weer wat meer de andere kant uit te sturen, richting mecr zeggenschap van de burger. Dat dit gepaard gaat met een grote dosis scepsis ten opzichte van de elites, 'het establishment' en de gevestigde partijen, is niet meer dan normaal. Populisme lijkt vandaag onverrnijdelijk. Maar van zodra die remedie wordt bovengehaald, blijkt het moeilijk de kiezer aan een homeopathische dosis te houden. Vandaar de vraag: moet het streven naar volkssoevereiniteit gepaard gaan met populistische antipolitiek, met het verwerpen van de vertegenwoordigende democratie en met pleidooien voor directe democratie? Aansluitend kunnen we ons ook afvragen of formaties als Leefbaar Utrecht of Leefbaar Nederland, een sleutel tot vernieuwing van de politiek en de democratie in handen hebben of gewoon symptomen van de crisis zijn. En omdat ik uit Vlaanderen kom, wil ik natuurlijk ook de vraag stellen of dergelijke formaties een wenselijk alternatief kunnen leveren voor partijen als het Vlaams Blok. Uit de Nederlandse kranten heb ik besloten dat Leefbaar Utrecht een populistische formatie is, die, in tegenstelling tot het Vlaams Blok, democratische basiswaarden respecteert. Over de mate waarin de kranten juist berichten kan ik niet oordelen. De antipolitieke gevoelens en het wantrouwen ten opzichte van de overheid kunnen ten dele aan slecht beleid, bijvoorbeeld een tergend trage justitie of een belabberde ruimtelijke ordening, worden toegeschreven. Hun verklaring ligt echter grotendeels elders. Analyses van de situatie in Vlaanderen, waar dat wantrouwen bijzonder groot is, brengen vier belangrijke oorzaken aan het Iicht. Ik vermeld ze in hun orde van belangrijkheid. Ten eerste, de kennismaatschappij en de benarde, zwakke positie van de laaggeschoolden daarin. Dat vertaalt zich bij hen in onzekerheid en gevoelens van onveiligheid. En dat onbehagen leidt tot wantrouwen ten opzichte van de maatschappelijke instellingen in het algemeen, de politiek en de overheid in het bijzonder. Ten tweede is er de secularisering, de achteruitgang van geloof, levensbeschouwelijke overtuiging en ideologische overtuiging in het algemeen: 'het einde
van leid bijz der de< voo gez> ove ZW(
me•
wa< one keli ver de He1 zicl sch ide, kur bet voc tro· pof tiH bes gee zaa sch zor 19~
he( dig soc len era ge' eeJ tro de kw ZOJ
ho; BA SE
rna dat ter
s &_o 6 2oo1
261
,
"
1
t
~ IS
h
., I
e t-
n in
;e n l-
:d le ie •ij
d. te e:r. ~g
:le
van de grote verhalen'. Meer dan werd vermoed, leidt dit tot wantrouwen in aile instellingen en in het bijzonder vertegenwoordigende instellingen. Verder zijn er de hoge verwachtingen ten opzichte van de overheid, die nu verantwoordelijk wordt gesteld voor alles, zodat een r uzie met de buur of de levensgezel, ook tot wantrouwen ten opzichte van de overheid leidt. Tenslotte zien we dat mensen die zwak verbonden zijn met de samenleving, onder meer omdat ze weinig participeren aan het verenigingsleven, zich ook wantrouwiger opstellen. De kennismaatschappij, de secularisering, de hoge verwachtingen eigen aan de verzorgingsstaat, lijken me onomkeerbare of zeer moeilijk omkeerbare ontwikkelingen. Zij leiden tot een samenleving die minder vertrouwend naar haar instellingen kijkt en vooral de vertegenwoordigende instellingen wantrouwt. Het wantrouwen is bijzonder groot bij mensen die zich voorbijgehold voelen door de kennismaatschappij, die de zekerheid en de hoop van geloof en ideologiehebben verloren, die nog moeilijkgrenzen kunnen stellen aan hun verwachtingen en die zwak betrokken zijn bij het sociale Ieven. De schuJd daarvoor volledig afschuiven op de politiek, al het wantrouwen naar de overheid kanaliseren, zoals het populisme dat typisch doet, is rnisleidend. De politiek wordt dan als zondebok gebruikt en het risico bestaat dat op die marrier de democratie wordt uitgedreven. We konden dat in Belgie, naar aanleiding van de zaak Dutroux, maar in feite van een hele reeks schandalen vaststellen. De jaren negentig waren bijzonder wantrouwig in Belgie en tussen 1 99.) en 1999 werd de stemming ronduit hysterisch. Oat heeft geleid tot hevige kritiek op de vertegenwoordigende democratie. Die kritiek vinden we bij twee soorten mensen, bij degenen die de democratie willen verdiepen via voorzieningen voor directe democratic en bij degenen die ronduit antidemocratische gevoelens koesteren. De laatsten zijn talrijker dan de eersten, want vooral het Vlaams Blok heeft het wantrouwen, de antipolitieke gevoelens en de kritiek op de vertegenwoordigende democratie, electoraal kunnen verzilveren. Het wantrouwen heeft ook gezorgd voor het succes van andere partijen met een hoog gehalte aan popuJisme, zoals ROSSEM, BANAAN en VIVANT, maardatsucces was, op ROSSEM na, zeer gering. ROSSEM was vrij succesvol, maar ook zeer vluchtig en voorbijgaand. Het lijktme dat we op basis van die vaststellingen moeten besluiten dat, in Vlaanderen althans, een populistisch al-
ternatief voor het Blok ruet erg levensvatbaar is . Ik zou een Leefbaar Antwerpen bijvoorbeeld, geen grote toekomst voorspellen. De laatste campagne van de groene partij in Antwerpen was op bepaalde punten trouwens behoorlijk populistisch. Zij werd ook ondersteund door heel wat figuren uit de ontspanningswereld en de cuJtuur, en geholpen door de zeer zichtbare en verbaal zeer getalenteerde Tom Lanoye. Het mocht niet baten. Geen An twerps succes voor Agalev, terwijl het Vlaams Blok zijn positie consolideerde en nog meer zetels in de gemeenteraad veroverde. Die partij vertegenwoordigt nu een op de drie inwoners van die stad. Het Vlaams Blok kan rnijns inziens niet worden beschouwd als hoofdzakelijk een protestpartij die drijft op !outer wantrouwen dat misschien ook wei door een democratische populistische partij kan worden gecapteerd. Het Vlaams Blok steunt op een nogal duidelijk mens- en maatschappijbeeld, dat ook heel wat aspecten van bet populisme in zich draagt en daar een diepe affmiteit mee heeft: vertegenwoordigers dienen gewantrouwd te worden, mensen in het algemeen zijn trouwens niet echt te vertrouwen; in groep worden ze slechts leefbaar indien ze cultureel homogeen worden gehouden en indien streng tegen afwijkend geacht gedrag wordt opgetreden; daarvoor is ook duidelijk, sterk gezag l)odig. Een democratisch populistisch alternatief voor dat mensbeeld, kan enkel stellen dat vertegenwoordigers dienen te worden gewantrouwd, maar dat individuele mensen kunnen worden vertrouwd en dat daarom de voorzieningen voor directe democratie moeten worden uitgebreid. Oat is, in grote lijnen, de boodschap waarmee de groenen uitpakken. Zij trekken daarmee een heel ander publiek aan dan het Blok, maar slagen er geenszins in dat Blok in te dijken. Er is in Vlaanderen, net zoals elders, uiteraard ruimte voor zowel linkse als rechtse vormen van populisme. De eersten willen de individuele burger veel stem geven omdat ze hem vertrouwen en geloven dat de bevrijding en autonomie van die burger overwegend positieve resultaten zal hebben. Delaatsten geloven dat de burger drager is van een mensbeeld dat verdrukt wordt door de elites en zij will en de silent majority Iaten horen, door luidop te zeggen wat menigeen denkt, maar ter wille van de politieke correctheid niet durft te zeggen. Een voorkeur voor meer directe democratie past in beide visies. Oat populistische denken wint veld. Samen leggen het Vlaams Blok en Agalev nu beslag op de helft van de
S &..o 6 2oo 1
262 Antwerpse kiezers, maar in een krachtverhouding van ongeveer twee derde a drie vierde voor het Vlaams Blok en een vierde tot een derde voor Agalev. Ik vrees dat het voortschrijden van het popullsme in Vlaanderen die proporties voor de llnkse en rechtse variant zal bevestigen. De wijze waarop het populisme de burger aanspreekt, vergroot immers de kans dat deze overstapt op een mens- en maatschappijbeeld dat argwanend en wantrouwend is en daarom bijdraagt tot het succes van extreem-rechts. Het zou mooi zijn moest de Nederlandse politiek aantonen dat het ook anders kan, maar ik vrees voor de afloop van zo'n experiment. ln het huidige maatschappelljke klimaat lijkt een politiek van de wantrouw meer bij te dragen tot rechts dan tot links. Daarmee wil ik het populisme niet volledig afwijzen. Er blijft het belangrijke gegeven dat de burgers het gevoel hebben dat 'de politiek' doof is voor hun wensen en noden, en er blijft het harde gegeven van een ware constitutionele drift van ons systeem, die vee! verder reikt dan nodig is om de basiswaarden van de democratie veilig te stellen. Het belong van luisterbereidheid
Populisme duikt opals mensen de indruk hebben dat hun wensen, belangen en frustraties onvoldoende gehoor krijgen van de gevestigde politiek. In Vlaanderen gebeurde dat onder meer met de veiligheidsproblematiek . Om verschillende redenen zijn mensen zich zeer onveilig gaan voelen. Oat gebeurde zeker niet alleen, ik geloof zelfs niet hoofdzakelijk, ten gevolge van criminaliteit. De gevestigde partijen, in de eerste plaats de llnkse en progressieve, hebben lange tijd beweerd dat veiligheid niet op de politieke agenda mocht komen. Vol gens hen was dat een inherent rechts thema en voelden mensen zich daarenboven ten onrechte onveilig. Het Vlaams Blok heeft zich daarom bijna kunnen opwerpen als de enige partij die zich om de veiligheid van de burgers bekommert. Toen veiligheid dan onvermijdelijk toch, vee! te laat en midden in de electorate campagne, bovenaan de politieke agenda belandde, werd het probleem natuurlijk sloganesk herleid tot een kwestie van criminaliteit en blauw op straat. Luisterbereidheid, hoe belangrijk ook, is nochtans geen absolute waarde in een democratie. Politieke partijen hebben ook een vormende opdracht. Zij moeten niet aileen de preferenties van de burger registreren, maar die preferenties ook mee vormen. Het huidige culturele klimaat is die opvatting - die smaakt naar betutteling en paternalisme - niet gun-
stig gezind. Toch lijkt ze me onrnisbaar voor een gezonde democratie. ln het algemeen hebben de democratische Vlaamse partijen zich humaner opgesteld dan de meerderheid van de bevolking, in een aantal materies, die precies ter wille van de aanwezigheid van een sterke en strategisch handclende extreem-rechtse partij heel gevoelig liggen. lk denk daarbij aan de rechten van minderheden, van verdachten en veroordeelden, aan het beheersen van de migratiestromen en het asielbeleid, het samenleven van mensen met verschillende etnische identiteiten. Daaruit blijkt een duidelijk gebrek aan luisterbereidheid, maar tevens een trouw aan democratische basiswaarden. Elke politieke forma tie moet in eer en geweten uitrnaken hoe zij het evenwicht tussen luisterbereidheid en integriteit probeert te bereiken. Populistische partijen vliegen precies op dat punt geregeld uit de bocht. Zij doen voor de politiek wat kunstenaars die uitsluitend oog hebben voor commerciele criteria, voor de cultuur doen. Het principe van het verzoekprogramma, 'gij vraagt, wij draaien', zou in Vlaanderen lei den naar meer haat en kleinzieligheid. Het evenwicht tussen luisterbereidheid en integriteit kan natuurlijk ook op een andere manier worden verstoord. Telkens als democratische partijen geprobeerd hebben te luisteren naar de onveiligheidsgevoelens, een matige positie in te nemen met betrekking tot het asielbeleid of een evenwichtig verhaal te brengen over de groei van de multiculturele samenleving, heeft de groene partij en hebben linkse kunstenaars hen verweten het Blok achterna te hollen. Voor die mensen is de symboliek van de integriteit, het tonen van de eigen grote zui verheid in de principes, belangrijker dan de effectieve strijd tegen extreem-rechts en de onverdraagzaamheid. De democratie zit op die manier geklemd tussen verschillende en tegengestelde soorten integrisme. Als in Vlaanderen vandaag een kwart van de bevolking zich via zijn opvattingen buiten de democratie plaatst en 1 s procent dat ook via zijn stemgedrag doet, is dat zeker niet aileen het gevolg van populisme, maar evenzeer van integrisme. Het ontkennen van de behoefte aan een delicaat evenwicht tussen luisterbereidheid en integriteit, lijkt me nu net een zwakte van zowel de nieuw linkse vormen van progressisme als van het populisme. Partijen die wei zo'n evenwicht betrachren, vinden vandaag moeilijk gehoor.
een min om · reik derl
den stre coal end par1
de I ken coal hed bin< voU hee: zo'z zijn der trol uitg en c tie kra1 refe
dc!n Is e: dur ren the; tus! het
de van nad slui dur He1 Eer dur
de sch me we1 vol kaa tie, WO
Het hedendaagse populisme houdt niet aileen een pleidooi in voor meer luisterbereidheid, maar ook
rna slw
s
n
k
&..o 6 2oo 1
een aantal voorstellen voor institutionele hervorming van de democratie. In het algemeen gaat het om de uitbouw van de directe democratie of van de reikwijdte van democratische beslissingen. In Nederland wil men burgemeesters verkiezen, in Vlaanderen waar ze verkozen worden, wil men ze rechtstreeks verkiezen en hen niet Ianger uit de winnende coalitie Iaten bovendrijven. Men wil het referendum en de volksraadpleging invoeren, de bevolking of de partijleden meer zeg geven in de samenstelling van de lijsten waarmee de partijen naar de kiezer trekken; de burger meer zicht en meer zeg geven in de coalitievorrning enzovoort. De hoofdschotel van het hedendaagse streven naar directe democratie is het bindende referendum: de volksraadpleging die er op volksinitiatief kan komen en die bindende gevolgen heeft voor wetgeving en beleid. De gevolgen van zo'n vernieuwing voor de politiek en de democratie zijn sterk afhankelijk van de precieze vorm waaronder het referendum wordt ingevoerd. Is er een controle op het geld dat in de campagnes mag worden uitgegeven, is dat geld gelijk verdeeld tussen de proen contra-positie? N een, dan leidt directe democratic tot een overweldigende invloed van kaP.itaalkrachtige standpunten en mediamagnaten. Kan een referendum om de haverklap worden gehouden? Ja, ' dan leidt het tot slecht bestuur en tot kiesmoeheid. Is er een opkomstplicht? Neen, dan zal het referen dum neerkomen op bestuur door een kleine, opinierende rninderheid. Kan een referendum over aile thema's worden gehouden? Neen, dan zal de kloof tussen burger en politiek nog verbreden. Ja, dan is het risico op fiscaal conservatisme en de afbouw van de rechten van minderheden reeel. Alles hangt af van de modaliteiten. Als ik probeer de voor- en nadelen in een balans af te wegen, kom ik tot het besluit dat ik geen groot voorstander van het referendum ben, maar evenmin een rabiaat tegenstander. Het lijkt mij eigenlijk een nogal technische kwestie. Een probaat rniddel tegen de passies die het referendum soms doet oplaaien, is een paar uur lectuur over de verschillende mogelijke vormen en hun waarschijnlijke gevolgen. Een wenselijk compromis lijkt me een combinatie van het gemeentelijk, het grondwettelijk of constitutioneel referendum en het volksberoep. Belangrijke beleidsbeslissingen op lokaal niveau kunnen, met een niet al te hoge frequentie, aan de inwoners van een gemeente of een wijk worden voorgelegd. Telkens als de wetgevende macht de grondwet wil wijzigen of een verdrag wil sluiten dat de nationale soevereiniteit beperkt, zou
zij het volk rechtstreeks moeten raadplegen. Het lijkt me wezenlijk democratisch dat iedereen zich rechtstreeks kan uitspreken over de grondrechten en de internationale rechtsverbintenissen waarbinnen het wetgevende werk van de vertegenwoordigers zich voltrekt. Verder zou er de mogelijkheid moeten zijn dat de burgers via een volksinitiatief en een volksraadpleging beroep aanteken tegen de besluiten van het hoogste gerechtshof of als er binnen de juridische procedure geen hager beroep meer mogelijk is. Tussen dienstbetoon en patronaae Als ik terugblik op rnijn verhaal, besef ik dat ik eigenlijk 'neen dank u' heb gezegd tegen de meeste voorstellen van het populisme. Toch vind ik dat het populisme een zeer belangrijke boodschap inhoudt. De traditionele partijen lijken doof, de democratie slabakt, de stem van de burger wordt al te zeer gesmoord. Kortom, er is vee! te weinig democratie . Wat dan wei te doen? Het lijkt me goed via aangepaste subsidieregelingen de maatschappelijke betrokkenheid van de mensen te stimuleren, vooral dan door de participatie aan het verenigingsleven en de cultuuryvenementen aan te zwengelen. De overheid client zich daarbij niet al te zeer .t e bemoeien met wat men in die verenigingen doet . Voor het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid, actief en democratisch burgerschap, blijken sportverenigingen waar mensen naartoe gaan om af te slanken, haast even goed te presteren als sociaal-culturele verenigingen waar ze een meer verheven ideaal gaan nastreven. Belangrijk is dat ze niet alleen de televisie hebben 'als een venster op de wereld' (kromme metafoor overigens), want daarvan worden ze bang, repressief en onverdraagzaam. Politiek en democratie hebben het verenigingsleven, de bewegende, actieve burger nodig. Politieke partijen zouden ook een beter gebruik moeten maken van opiniepeilingen. Nu hanteren ze die dikwijls om te zien of ze een procentje gewonnen of verloren hebben. Het sociaal-wetenschappelijk onderzoek heeft echter al dikwijls nieuwe zorgen en nieuwe wensen van de mensen aan het Iicht gebracht, zonder dat politieke partijen de wil of competentie hadden om van die ontwikkelingen kennis te nemen. Er zijn overigens een heleboel eigentijdse manieren om naar de burger te luisteren, die de politieke partijen niet of onvoldoende benutten. Op dat punt Ieven de partijen nog grotendeels in de 19de eeuw.
s&..o6
Als academicus ben ik tewerkgesteld in de papierverwerkende nijverheid. lk heb zelfs een vaste benoeming als professor gekregen omdat ik een voldoende hoge stapel papier had Iaten bedrukken. Politici zouden moeten beseffen dat zij in de sector van de persoonlijke dienstverlening werken. Een te groot aantal van hen vergeet dat en doet alsof papierverwerking ook hun missie is. Democratische politiek veronderstelt een aanwezigheid in de straten en de wijken. Als er een probleem opduikt moeten mensen in hun onmiddellijke nabijheid op de politiek kunnen rekenen. En terwijl de dienstverlening moet verlopen volgens de principes van gelijkheid en universaliteit, moet de band tussen de politicus en de kiezer zo persoonlijk mogelijk zijn. Een voormalig burgemeester van een middelgrote stad in Vlaanderen zei ooit van de man aan wie hij de verkiezingen had verloren: 'ik ken al de inwoners bij naam, maar mijn tegenstander kent ze allemaal bij naam en voornaam'. Zo'n man wint terecht. Er is nochtans een groot gevaar verbonden aan het kennen van voornamen, in Vlaanderen heet dat 'dienstbetoon', in de internationale sociologische literatuur 'clientelisme' en 'patronage'. Het is niet onmogelijk - hoewel evenmin aangetoond - dat precies dat dienstbetoon uiteindelijk frustratie en onbehagen schept, en maakt dat men sen voor wie de participatie aan het midden veld vooral een pad naar clientelisme was, gefrustreerd overstappen naar extreem-rechts van zodra hun privileges verdwijnen. Ik vermoed dat een dee! van het succes van extreemrechts in Ianden met patronage-achtige politieke bindingen - Vlaanderen en Oostenrijk bijvoorbeeld - inderdaad te wijten is aan de transitie van de warmere, persoonlijker, maar ook particularistischer banden tussen politicus en client naar de koelere, onpersoonlijker, maar universalistischer relaties tussen politicus en burger. Het door clientelisme belastte verleden neemt echter niet weg dat de band tussen burger en politiek persoonlijker moet worden, maatwerk in de plaats van confectie. In Vlaanderen moet nabijheid daartoe terug worden uitgevonden, ontdaan van zijn patronage-achtige trekjes, maar aangepast aan een cultuur die nu eenmaal wat
2oo1
zuiders is, sterker gehecht aan persoonlijke relaties en verbondenheid. We moe ten de constitutionele drift stop pen. Meer materies terug onderwerp van een politieke beslissing maken. Oat veronderstelt dat de rol van de rechtbanken wordt teruggedrongen: minder juridisering van het sociale en politieke Ieven. Als dat gebeurt zullen politieke tegenstellingen en conflicten ook weer scherper worden en dat is goed, want daarop leeft en drijft een echte democratie. Het Europese project client dringend gepolitiseerd te worden. De media hebben ook een vee! te belangrijke rol in de politieke communicatie verworven. Blijkbaar kunnen zij die taak niet aan zonder dat dit leidt tot apathie, politieke vervreemding, antipolitiek en antidemocratische gevoelens. Ik heb het daarbij niet over kranten, want de aandachtige krantenlezers zijn dikwijls ook actief bezig in de civil society. Maar alles wordt overstemd door de audio-visuele media, waar de grens tussen nieuws, infotainment en entertainment vervaagt, en dus ook de grens tussen journalist en variete-artiest. Politieke communicatie enkel over Iaten aan de massamedia is slecht voor de democratie. Ik beschouw de demonopolisering van de politieke communicatie als een van de grootste uitdagingen. Groot omdat ik er in de verste verte geen oplossing voor zie. Er gaan vandaag internationaal vee! welsprekende stemmen op voor een ethische missie van de media en voor allerhande vormen van interne en externe kwaliteitscontrole. Oat lijkt me wisliful thinkinB. Persoonlijk heb ik mijn televisietoestel op straat gezet. Een eigenzinnig protest dat uiteraard geen impact heeft gehad op de politieke communicatie, maar waaraan ik nog steeds massa's tijd overhoud. MARC ELCHARDUS
Vakaroep Socioloaie Vrije Universiteit Brussel www. vub. ac. be I tor
* Dit is een bewerking van een inleiding die Marc Elchardus hicld op 8 februari 2oo 1 in De Balie voor het programma ' Lef en leefbaarheid' in het kader van de cyclus Renaissance van de Politiek. Met dank aan Menno Hurenkamp.
Laa1 deu: met Arb maa ook ling erv< Pvd ten I
[\
zwa zett stra schi I me1 in r e&l iets leef Nee
Arb tot sch gen Dui het dag sch dag wei Me Pvc
list• dag ner is a dat ik d VOE
s &_o 6 2oo1
Van Dag van de Arbeid naar Dag van de Democratie Over bet ze!Jbeeld van de sociaaldemocratie
e Is
Laat ik maar direct met de dop iets zeggen over ontdeur in huis vallen: ik zit staan en achtergronden van met r Mei, de Dag van de de Dag van de Arbeid en Arbeid, altijd wat in mijn daarna een voorstel doen voor een tegelijktijdige afmaag. Oat geldt volgens mij ook voor vee! PvdA-afdeschaffing en heruitvinding van de Eerste Mei. Oat is lingen en, zoals ik uit eigen ervaring weet, voor de een raadsel dat zich bij verPvdA landelijk. Wat moedere lezing als vanzelf opten we dit jaar nu weer met lost. r Mei ondernemen? Hoe zwaar moeten we het aanEen joute internationale zetten? Daar lijkt geen vast settina r Mei is traditioneel de dag stramien (meer) voor beRENE CUPERUS schikbaar. om stil te staan bij de geschiedenis, de strijd, de Een rol speelt dat het offers, de ide'/-len, de vermet die r Mei-festiviteiten Er bestaan aoede redenen om de Daa van de worvenheden en de misin .Nederland, als we heel Arbeid, 1 Mei, cif te schcif[en. Sterker: het is kleunen van de sociaal-devanuit historisch perspectiif merkwaardiB dot • eerlijk zijn, tach nooit echt mocratische beweging. In iets is geworden. r Mei de Eerste Mei de lotaevallen van de sociaaldat opzicht is r Mei - in leeft niet of nauwelijks in democratische beweainB heift weten te overleven. theorie althans - een dag WB s-medewerker Rene Cuperus ontleedt kritisch Nederland. De Dag van de om te koesteren. Als tegenArbeid heeft het nimmer ontstaan en traditie van de 1 Mei-vierinaen en wicht tegen de opportunisstuit daarbij op een valse ze!fpercepties van de tot nationale feestdag getische waan van de dag, als schopt, zoals in omrinsociaal-democratie. Er wordt een teaendraads baken van historisch besef gende Ianden als Belgie, voorstel aedaan voor een 'vervanaende en van het inzicht dat we Duitsland of Frankrijk. En heruitvindina' van de Eerste Mei: de voortbouwen op het werk het is natuurlijk vooral een lnternationale Daa van de Democratie. en denken van eerdere gedag die volledig in de slagneraties. De sociaal-democratische traditie heeft op schaduw van 3o april, vrolijk-nationale Koninginnedag, is terechtgekomen. Met als gevolg: een vaak dat punt toch al weinig instituties en rituelen ontweinig enthousiaste, verkrampt-ingehouden Eerste wikkeld. Een ander wezenlijk bestanddeel van de r meiMei-viering door PvdA en vakbeweging. Even obligate als wereldvreemde pogingen door traditie is haar internationale dimensie. Een van de PvdA-congresmoties en vers gekozen Jonge Socia- oudste bronnen van de notie van internationale solidariteit is het 'arbeidersinternationalisme' en daarlisten-voorzitters om van r Mei een nationale feestvan was de r mei-dag de klassieke socialistische exdag te maken hebben hier allemaal weinig aan kunnen veranderen. En dat is niet erg verrassend: r Mei pressie, zoals B. W. chaper het eerder omschreef in is al nauwelijks een feest in PvdA en F N v, laat staan s &.JJ' . En het is dit internationalisme dat, zeker in dat het zich leent voor een landelijke vier in g. een tijd van intensieve mondialisering, evenzeer het koesteren waard is. Maar er is meer aan de hand. Met dit artikel wil Het geval wil echter dat de Dag van de Arbeid, bij ik de diepere oorzaken van het halfhartige r Mei-gevoel op het spoor zien te komen. Ik zal in een notennadere beschouwing, een tamelijk curieuze dag is.
s &,_o 6 2oo 1
266 Het is een van de laatste harde restanten in de sociaal-democratie van de klassieke marxistisch-socialistische traditie, van het 'proletariers aller Ianden verenigt u', van internationale arbeiderssolidariteit in zijn meest ouderwetse betekenis. Een gegeven dat altijd surrealistisch tot uitdrukking kwam bij de Acht Uur-Journaal-uitzendingen op 1 Mei. Zo'n uitzending opende dan met beelden van Joop den Uyl of Wim Kok, rozen uitdelend aan de alleroudsten in een willekeurig Willem Drees-huis - aandoenlijke beelden, dat zeker - ,maar die werden dan vrijwel zonder onderbreking gevolgd door de 1 Mei Parade van het Rode Leger op het Rode Plein - dat toonde dan zijn nieuwste raketsysteem - , door de 1 Meifestiviteiten in Peking, Cuba, de DDR en ga zo maar door. 1 Mei was toch vooral het decor van een volstrekt foute internationale setting, waarbij opeens het onderscheid tussen communisme en sociaal-democratie leek weg te vallen. Zeker in de ogen van de argeloze, niet met de ins and outs van het revisionisme vertrouwde, Tv-kijker. Trouwens, ook afgelopen 1 Mei was het weer raak. Opnieuw flitsten de foute beeldassociaties voorbij. Ad Melkert nam een voorschot op zijn aanstaand partijleiderschap - Wim Kok lag met een partijstrategische griep bedlegerig thuis - en deelde minzaam rode rozen uit aan hoogbejaarde socialistische oud-strijders. Dit werd gevolgd door het hijsen van de Rode Vlag op het Plein van de Hem else Vrede in Peking (Vier Uur-Journaal), ditmaal aangevuld met gewelddadige 1 Mei-rellen van autonomen tegen kapitalisme en globalisering in Berlijn en Londen. Hoe dit merkwaardig gemengde 1 Mei-beeld te verklaren? Dat heeft alles te maken met de ontstaansgeschiedenis van de Dag van de Arbeid. Daarom nu een bescheiden historische terugblik. Waarom ook weer 1 Mei? 2 De Eerste Mei is, zoals bij velen bekend, begonnen als internationale strijddag voor de achturige werkdag of de acht-uren-dag. Op een internationale conferentie in 1889 in Parijs- de z.g. Marxistische conferentie waarop men de Franse Revolutie van honderd jaar eerder herdacht en die tevens de voor-
Ioper zou zijn van de Tweede lnternationale - werd besloten tot een wereldwijde viering van 1 Mei als arbeidersfeest- en strijddag door de daar verzamelde internationale arbeidersbeweging. Dit vond plaats onder invloed van gebeurtenissen in Am erika, toch niet bepaald de kraamkamer van het socialism e. De vakbonden bleken daar evenwel fanatiek te pleiten voor de achturige werkdag. Op 1 mei 1886 vonden er overal in de v s grote stakingen en demonstraties plaats. Waarom op 1 mei? Dat was de dag waarop van oudsher de arbeidscontracten werden vernieuwd. Een grote algemene staking speelde zich in Chicago af, met grote deelname van de anarchistische beweging. Daar vielen doden en gewonden, zowel onder de politie als onder de stakers. Er vond zelfs een bomaanslag op agenten plaats, waarvoor een aantal anarchisten werd opgehangen . Die aanslag bleek later door een provocateur te zijn gepleegd: de gehangenen zouden voortaan als de 'martelaren van Chicago' door het Ieven gaan. Deze gebeurtenissen waren de aanleiding om op dat Parijse congres 1 Mei uit te roepen tot Dag van de Arbeid. De succesvolle start van de vieringen vond plaats op 1 Mei r 89o. Socialisten en anarchisten van allerlei pluimage gingen overal ter wereld de straat op. Veelal ging het om algemene werkstakingen en massa-demonstraties of een combinatie van beide. De traditie van internationale 1 Mei-manifestaties had een aanvang genomen. 1 Mei kreeg een ongekende weerklank in de socialistische arbeidersbeweging. Voor ons tegenwoordig, in onze 'post-klassenmaatschappij-verwendheid', is niet of nauwelijks navoelbaar wat het moet hebben betekend om als 'rechteloze' je letterlijk en figuurlijk op te richten, hand in hand met andere tweedeklas-burgers of erger, tegenover een grotendeels bedreigende en onderdrukkende omgeving. 'Het groeide uit tot een feestdag met een sterk symbolisch, ja bijkans religieus karakter. Niet aileen beleefden de 1 Mei-vierders aldus in een grotendeels vijandige omgeving hun sociaal-revolutionaire gezindheid en hun internationale verbondenheid, waardoor een kudde afgestompte en vernederde werkdieren uitzicht uit hun wanhoop, moed voor de toekomst en besef van hun macht
dom kon sche ten. "vrij norr VOOT
iede figu: eige ster• nisn polls 'waj
niet derr moe naa1 van fees spe< ten forr Me< via c J
IN fees
sM del! poe gra1 dril< ster rOZI
alis• nie1 vre1 carr Me:
3·
v
VOOI
1.
B. W. Schaper, 'Terugblik op de
eerste mei', in: Socialisme &_Democratie,
nummer s, mei 1981, p. 231. 2 . Ik baseer mij me bij dit overzicht in belangrijke mate op de 'Geschiedenis van 1 Mei in Nederland' van Gielkens, Karsten en Harmsen.
Dem1 1 94 1
sent wan van 190
s &..o 6 2oo r
door eendracht verkreeg. ( ... ) In de loop der jaren kon aan de Meiviering ook de groei van de socialistische beweging in getal en invloed worden afgemeten. ( ... ) Eerst bij de stijging van invloed kon "vrijaf" op deze dag worden gevraagd of worden genomen, zonder dat men bevreesd behoefde te zijn voor ontslag. Welk een trots voorts als de Meistoet ieder jaar Ianger werd, als vooraanstaande politieke figuren "in de kop" van de stoet meeliepen, als een eigen muziekkorps of zangkoor het feest kon opluisteren! '3 Spottend met de grenzen van het anachronisme zou je de Mei-stoeten van vroeger de opinionpolls van tegenwoordig kunnen noemen. I Mei werd wei getypeerd als de eendrachtige 'wapenschouw van het proletariaat'; toch was het niet allemaal eendracht wat de klok sloeg. Sociaaldemocraten, anarchisten en radicaal socialisten mochten dan broederlijk en kameraadschappelijk naast elkaar opmarcheren, er werd fors met elkaar van mening verschild over 1 Mei: moest het een feestdag of een strijddag zijn? Op de achtergrond speelde meer en meer het dispuut tussen communisten en sociaal-democraten over revolutie versus reformisme, syndicalisme versus parlementaire weg. Meer concreet: moet de acht-urendag wettelijk of via algemene werkstakingen worden afgedwongen? Het lentifeest van de arbeiders Mei werd uiteindelijk in Nederland vooral een feestdag voor het hele gezin, met sprekers, toneelstukjes, bijeenkomsten en optochten. En met vaandels, kinderfeesten, zang- en muziekcorpsen en poezie. Later kwamen daarbij: het bezoek aan de graven van vooraanstaande socialisten, zoals Hendrik Spiekman in Rotterdam of Albert Hahn in Amsterdam en het ritueel van het uitdelen van rode rozen aan oude !eden. Nadat de acht-uren-dag gerealiseerd was (I9I9), kwam in het Interbellum als nieuw thema de strijd om ontwapening en wereldvrede op de voorgrond en ook de grootscheepse campagne random het Plan van de Arbeid zou de I Mei-vieringen niet onberoerd Iaten. Het bijna-spreekwoordelijke symbool van de II
t
1-
[_
n
'•
lt
3· W Verkade, 'Het r Mei -feest voorheen en straks', Socialisme en Democratic, nr. 4, jaargang 3, april 1946, p. 97-1oo; Op hetzelfde entiment wijst Frits de Jong Edz., wanneer hij verwijst naar een gedicht van C.S. Adama van Scheltema uit 1902, 'de dichter die het meest met de
Mei viering werd het dansen om de Meiboom. Dit werd door Koos Vorrink bij de AJ c in de jaren '2o gei'ntroduceerd. Oat zat zo. Meer en meer werd de Dag van de Arbeid tevens opgevat als 'lentefeest der arbeiders'. Lentegevoel en voorjaarssymboliek het verdrijven van de winter en het ontwaken van de natuur - raakten met de Eerste Mei als strijddag verbonden. Op naar het Iicht ... , de nieuwe tijd, het rode vaandel als 'der mensheid morgenrood', zonnestralen: de strijdliederen van het socialisme stonden traditiegetrouw al bol van dit soort symboliek en dit zou zijn climax bereiken in de Meivieringen. 'Oude herinneringen aan v66r-christelijke religieuze voorjaarsfeesten werden weer tot nieuw Ieven gewekt of daar uit voortgekomen Mariafeesten omgebogen tot een feest voor het voorjaar der mensheid, dat door het socialisme werd gebracht: de rode tulp en de rode Meidoorn werden meegedragen in de triomftocht van het nieuwe en het jonge groen, dat de zegepraal over het afgestorvene en oude verbeeldde.'4 Socialistische symboliek raakte vermengd met heidense mythologie, gebaseerd op de agrarische jaarcyclus. Zo werden de traditionele feesten met vuren om de winter te verdrijven overgenomen en ook het uit de Middele~uwen daterende gebruik om Meibomen te planten, bij voorkeur onder het raam van de geliefde. De 1 Mei-vieringen zouden onder Vorrink's AJ c in de jaren dertig hun cultuursocialistisch hoogtepunt in Nederland beleven. Er waren massamanifestaties met we\35 .coo mensen en er was zelfs sprake van een soort socialistische eerste communie-inwijding voor jonge 'Valken', met een diploma: 'mijn eerste Meifeest'. Bezoedeling In en voorafgaande aan de Tweede Wereldoorlog, daarentegen, zou de Eerste Mei bezoedeld raken door de nationaal-socialisten. Hitler annexeerde die dag als nationale feestdag en verbond daarbij Germaanse met socialistische symboliek. Ook de N s B nam de I Meivieringen over met ondermeer de beruchte Meiredes van Anton Mussert. Vlak na de
soAP verbonden was', om te ton en dat op iedere eerste Meidag de stoeten die door de straten trokken groter werden: 'Het is lente geworden, waakt op proletaren I Wekt elkaar voor het teed ere feest van den Mei, I En herstelt en hertelt en verzamelt Uw scharenl'
Zie: Frits de Jong Edz., 'Wij willen ellende wenden'. Een eeuw sociaaldemokratische antwoorden op maatschappelijke uitdaainaen, Stichting Vormingswerk van de Partij van de Arbeid, Amsterdam, z.j., p. 27, H· 4· Verkade, p. 97.
s &t.o 6 2oo'
268 oorlog, in I 946, schreefW. Verkade over deze nazibezoedeling, in dit blad, het volgende: 'Het nationaal-socialisme heeft de 1-Meidag als feest van de Arbeid overgenomen, maar de betekenis daarvan tevens vervalst, zoals a lies wat het aanraakte. Het feest van internationale verbroedering werd tot een propagandadag voor nationalistische verdwazing en militaristische dril: ss, SA en Arbeidsdienst marcheerden in eindeloze rijen door de Duitse - en later door de meeste Europese - steden met hakenkruisbanieren en rnilitaire laarzen. Hitler en Ley, Mussert en Woudenberg hielden hun redevoeringen. Maar de enorme kosten die aan deze "feesten" werden besteed en de laatste snufjes van moderne reclametechniek waarmee zij werden opgeluisterd, waren niet in staat in Nederland indruk op het publiek te maken . Ook niet het verklaren tot officiele feestdag, waardoor tevens de eigenaardige prikkeling wegviel van het risico van het vrij nemen of die van de proef waaraan de gezindheid van den werkgever tegenover de moderne arbeidersbeweging werd onderworpen. De getrouwen aan de socialistische beweging hebben deze vervalsing doorzien en hebben begrepen, dat in een bezet land geen werkelijke openbare een-Meiviering mogelijk was.' ~ De na-oorloase periode Na de oorlog zou de I Mei-traditie desondanks toch opnieuw worden voortgezet. Eerst was het vooral de c P N, die na de oorlog een bloeiperiode beleefde, die vast wenste te houden aan deze socialistische arbeiderstraditie. Lastiger lag dat bij de sociaal-democraten, maar dat had uiteraard alles te maken met de naoorlogse metamorfose van SOAP in PvdA. De nieuw opgerichte PvdA kenmerkte zich, conform de notie van de Doorbraak, door een opening van het socialisme naar breder sociale groepen en bestond voortaan uit de oude SOAP, uitgebreid met de sociaal-liberale Vrijzinnig Democratische Bond, de Christen-Democratische Unie plus een aantal kleinere groeperingen. De PvdA werd in beginsel een 'brede progressieve volksbeweging', die zich nadrukkelijk voor alle levensbeschouwingen openstelde. In de woorden van Banning: 'de vroegere ideologische cq confessionele scheidingen worden doorbroken en in een politiek verband verenigd zijn wie een socialistische ver~.
6.
Verkade, p. 9 8 W. Banning, Hedendaagse Sociale
Bewegingen. Achtergronden en beginselen,
P· •89.
nieuwing van de economisch-sociale structuur der samenleving noodzakelijk achten. ( .. . ) Er bevinden zich in de PvdA een groot dee! arbeiders, maar het zgn. proletarisme is niet meer karakteristiek' 6 . 1 mei en de Doorbraak De vraag was nu: wat te doen met 1 Mei? Dit gold toch als een typisch socialistisch feest met duidelijke referenties aan het ' proletarisme', de I 9e-eeuwse vereenzelviging van (industrie)proletariaat en arbeid, dat aileen al door de opkomst van de 'nieuwe klasse van hoofdarbeiders ' werd ondergraven. En daarbovenop nu ook door het doelbewuste afscheid van de PvdA als 'arbeiderspartij', datal met de herziening van het beginselprogramma van I 9 3 7 een aanvang had genom en. 7 In het al eerder aangehaalde Mei-nummer van dit blad uit I 946, verscheen onder de titel 'Het I Meifeest voorheen en straks' een beschouwing van W. Verkade over het vraagstuk hoe verder met deze socialistische traditie in de nieuwe context van de Doorbraak en de 'ingroei' van de sociaal-democratie in het maatschappelijk bestel: 'Kunnen wij na deze jaren de eerste Mei weer vieren als van ouds? Daarvoor is er te veel gebeurd.' Verkade stelde dat een aantal kernnoties van I Mei achterhaald waren geraakt: 'Een manifestatie die aileen maar een protest is tegen het bestaande en tegen de traditie zijn wij ontgroeid'. I Mei kan niet Ianger een vlammend protest tegen de bestaande kapitalistische maatschappij zijn, zoals wij ook de tegenstelling tussen 'het rood van de I ste Mei en het oranje van de 30ste April hebben overwonnen in de gemeenschappelijke strijd tegen het nationaal-socialisme'. 'Wij zijn ook vee! waakzamer geworden tegen een zodanige verheerlijking van de ontluikende natuur, dat bloed en bodemtheorieen er het logische gevolg van zijn. De vervalsing van het socialistisch ideaal door de nazi's heeft ons de woorden van de geestelijke grondslagen van de westerse beschaving zoals Christendom en humanisme die hier hebben gebracht beter dan ooit doen beseffen, ook hun onmisbaarheid voor de opbouw van ons eigen Ieven; ookhun onmisbaarheid als grondslag voor ons socialisme' . Verkade is niet erg duidelijk over de toekomst van I Mei. Zijn impliciete ickaal is een 'ontzuilde
Een bekende illustratie daarvoor biedt de omdoping, onder hoofdredacteur Wiardi Beckman, van Het Yolk van 'dagblad voor de 7.
arbeiderspartij' in 'demokratischsocialistisch dagblad'. Zie uitgebreid hierover: Annemicke Klijn 's studie Arbeiders-
if volkspartij.
1 Me 'wer1 gemt in de or de term grot1 de v~ bedr f Mei aanv: derh Pvd} beid der MaaJ her It bew• mati de 01 StrUI den
aanh SOA
do OJ houc deE van son a stan daar Ds. tcge viel; oorl onla teke een naa1 daa1 dan: spe1 8. 0 Han< Nede
de s1 stool ware
ers c
s&..o62oo1
t
h
·!t I-
n
:r k :n :ts
st le
1 Mei', een nationale viering van de arbeid waaraan Een achterhaalde traditie? 'werkers van aile kleur en stand de eenheid van hun Wanneer men in vogelvlucht naar de Meivieringen gemeenschappelijke taak zouden kunnen beleven', sindsdien kijkt, dan rijst een beeld op van vallen en opstaan9. in de vorm van een demonstratie voor een 'Rechtsorde van de Arbeid'. Maar hi j erkent dat dit op korte In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd een termijn niet zal zijn te realiseren, omdat er nog te teruglopende belangstelling voor en een vergrijzing grote tegenstellingen bestaan tussen 'richtingen in van de Mei-vieringen geconstateerd, zowel bij de PvdA als het N v v. Ze werden steeds meer uiterlijk de vakbeweging en tussen !eiders en geleiden in het bedrijfsleven '. ritueel en verplicht nummer. Hoe dit ook zij, de 1 De nieuwe spilpositie van de Mei-traditie onderging Ook voor de jaren zestig Nederlandse sociaal-democratie en het aanvankelijk wei een verangeldt dat de Mei-bijeennieuwe electoraat van Wim Kok mogen komsten aan inhoud, betedering. In 1 946 vierde de PvdA de Dag van de Arkenis en omvang verloren. binnen de Pvd.A op weinig aandacht, beid, voor het eerst, zonIn het bijzonder na de oplaat staan trots, rekenen der het NVV en het AJC. heffing van de AJC in 1959 Maar al snel bleek aan een werd een zoektocht naar nieuwe vormen, voorbij die van de Rode Zuil, urherleving van de oude Mei-viering van de arbeidersbeweging niet te ontkomen . Hier wreekte zich het gent. Er kwamen zogeheten Meifestivals, meivierinmatige succes van de Doorbraak; de inbreng van gen die speciaal voor jongeren aantrekkelijk werden de oude s DA P bleeftoch zeer dominant. Haar partij- gemaakt ('Niet met leuzen en rode vaandels, met trstructuur werd overgenomen en haar !eden vorm- omgeroffel en strijdkreten maar met jazzmuziek, den in de meeste gewesten het leeuwendeel van de trampolinespringen en vee! gezelligheid') . Met die aanhang van de PvdA . Ook zou een dee! van de gezelligheid zou het al gauw iets te dol worden, want SDA P-traditie, wanneer het om symbolen ging, berucht werd bijvoorbeeld de roerige ~vdA - 1 Meidoorleven. Vlaggen en liederen - met enige terug- viering in 1966, in de Jaarbeurs in Utrecht. Optre• houdendheid zelfs de Internationale -, en nu ook dens van Boudewijn de Groot en The Kinks leidden de Eerste Mei -viering, handhaafden zich temidden daar tot grootscheepse vernieling van het meubilair en anti-Vietnam-demonstraties. Ook in 1968 stond van de nieuwe constellatie van Doorbraak, 'per1 Mei in het teken van anti- Vietnam-marsen met sonalistisch socialisme' en katholieke en proterode vlaggen etc. Er vond weer zoiets plaats als een stants-christelijke werkgemeenschappen 8 . Een rol daarbij speelde dat 'Doorbraakchristenen' als politisering van de aloude 1 Mei-traditie. Toch kwamen toen ook al de eerste twijfels over Ds. Buskes lieten weten geen bezwaar te hebben tegen het vieren van 1 Mei (zolang dit niet op zondag voortzetting van 1 Mei op. Op het PvdA -congres vie!). van 1969 was het de afdeling Heemstede die, bij Zo kwam de traditie alsnog ongebroken uit de motie, twijfelde aan de wenselijkheid van Mei-vieringen in de toekomst en was er een afgevaardigde oorlog tevoorschijn. En kon Andre van der Louw uit Zaandam die zich afvroeg of 'het vieren van dit onlangs in zijn autobiografie Op de huid van de tijd optekenen: 'Op de dag van de arbeid trokken we met feest niet zo langzamerhand een overleefde zaak een kleurige troep van de Arbeidersjeugdcentrale was'. Ook An Thomassen liet weten dat, wat haar naar de Beeklaan, waar Will em Drees woonde, om betreft, 1 Mei geen nieuw Ieven ingeblazen moet daar onder de linten van de Meiboom onze volks- krijgen : 'De jongeren zegt het nog weinig, geloof ik, dansen tc dcmonstreren. Eerbetoon aan de gereen bij de ouderen is het ook al wat afgesleten. Ik geloof niet dat deze traditie ooit nog zal her Ieven' ' 0 • specteerde sociaal-democratische premier'. 8. Overigens laat Doeko Bosscher in Honderd jaar sociaal-democralie in Nederland zien dat de doorwerking van de s DA P in de PvdA niet zonder slag of stoat ging. 'Zekcr in de beginjaren waren het echter vooral de ex-soAPers die hun Iicht onder de korenmaat
moesten stellen' en was er sprake van een begunstiging van de buitentraditionele elementen , lees: katholieken en protestanten. Oak qua SDAP-symbolen deed men er aanvankelijk vee] aan om degenen die van buiten de rode familie kwamen niet
kopschuw te maken, p. 16o ev. 9· Zie voor dit overLicht meer uitgebreid en fraai ge'illustreerd: Gielkens e.a. , vanaf p. 8 1. 10. Geciteerd bij: Gielkens e.a., p. 99- 1oo.
s&_o62oo1
270 In de jaren '70 en 'So zien we vervolgens weer een zekere radicaliserende opflikkering. Er komen gemeenschappelijke vieringen met andere partijen - c P N, P s P, P P R - vaak geheel in het teken staand van intcrnationale solidariteit met de Derde Wereld of met Ianden die gebukt gaan onder de dictatuur. Ik herinner mij uit mijn half-radicale studententijd in Groningen, begin jaren tachtig, dat we een heuse 1 Mei-optocht door de stad organiseerden, aile linkse partijen tezamen, met rode vlaggen en a!. Ik heb toen aan den lijve gevoeld hoe weinig de Dag van de Arbeid in Nederland bij de bevolking leeft. Want niet aileen ging het om een optocht met zeer weinig deelnemers; de Groninger burgerij keek ook onwennig-geschrokken naar de meegevoerde rode vlaggen. Het was PvdA-voorzitter Felix Rottenberg die 1 Mei opnieuw zou problematiseren als een achterhaalde traditie, die wei erg de nestgeur van de oude verzuilde sociaal-democratie met zich droeg. De traditie van de Eerste Mei zou vernieuwing en wervingskracht voor nieuwe !eden en jongeren in de weg staan. Rottenberg had liever Bob Dylan dan de Stem des Volks als PvdA-muziek. Een serieus te nemen geluid, aileen al gelet op het leden-aanwasprobleem van de PvdA. Bij aile partijen, maar zeker bij de grote oude volkspartijen CDA en PvdA is het tegengaan van de vergrijzing een kwestie van voortbestaan aan het worden . Hoe nu verder? Sommigen zouden 1 Mei het liefst stilletjes en vanzelf zien afsterven met de oudere generaties in de Willem Drees-huizen. Anderen zien 1 Mei, ondanks alles, als de enige eigen rode feestdag en vrezen dat de Dag van de Arbeid met de overige afgeschudde 'ideologische veren' al zo'n beetje op de schroothoop is terechtgekomen. Neem NRC Handelsblad-columniste Elsbeth Etty (ex-CPN, maar dan in zijn 'betere' periode). Die liet bij gelegenheid van de viering van 'de honderdste 1 Mei' in 1989 optekenen dat een linkse beweging die 1 Mei niet viert te vergelijken valt met een christelijke kerk zonder Kerstfeest. Het afsterven van de Dag van de Arbeid ziet zij als een duidelijk 'symptoom van de vrijwel voltooide ontkerkelijking van links' 1 ' . Meer recent vielen er twee pleidooien voor een zekere herleving van de Eerste Mei in Nederland op
te tekenen. Een kersvers aangetreden voorzitter van de Jonge Socialisten hoorde ik onlangs, random 1 mei van dit jaar, op de radio een lans breken voor 1 Mei als nieuwe nationaal-republikeinse feestdag als vervanger van Koninginnedag. En dan is daar de nieuwe partijvoorzitter, Ruud Koole, die een soort restauratie of revitalisering van de Eerste Mei lijkt te bepleiten. 'De 1 meigedachte (omschreven als 'gedreven door idealen de toekomst veroveren', r.c.) is actueler dan ooit!' heet het in zijn 1 Mei-column in het partijblad Pro &..Contra 1 2 en 'Als er ooi t een noodzaak is geweest voor een 'Internationale', dan is het nu wei'. Inhoudelijk ben ik het met zijn 1 mei-gedachten helemaal niet oneens ('Vernieuwde internationale samenwerking is nodig om de kwalijke gevolgen van het neo-liberaal kapitalisme voor vee! Ianden in de Derde Wereld tegen te gaan'), maar ik zet vraagtekens bij de gedachte alsof in de Dag van de Arbeid en de 'lnternationale' traditie en vernieuwing goed samen komen, zoals Koole met zoveel woorden suggereert. Geen misverstand: ik zou de obligate no tie van internationale solidariteit graag gereactiveerd zien worden; het is goed beschouwd een schande hoe weinig we de facto doen met het besef dat, zoals de v N naar ik meen onlangs bekend maakte, de helft van de wereldbevolking van minder dan 2 dollar per dag moet rondkomen. Maar we draaien onszelf een hypocriet-ideologisch rad voor ogen wanneer we zouden stellen dat wij, de westerse sociaal-democratie- de 'salonsocialisten van de o E so' - met hen van dezelfde internationale arbeidersklasse dee! uitmaken tegenover de klasse der uitbuiters en verdrukkers (dat zouden dan onze liberale coalitiegenoten moeten zijn?). En zoiets ligt toch a! gauw besloten in het aanroepen van de Internationale Dag van de Arbeid vanuit dit perspectief. Vier redenen waarom 1 Mei er niet meer had moeten zijn Zoveel mag duidelijk zijn, ik koester geen nostalgische gevoelens voor de Eerste Mei en zie niet goed in waarom de Dag van de Arbeid gerevitaliseerd zou moeten worden. Integendeel. Terugblikkend en de balans opmakend, vind ik dat het een mirakel is dat de Eerste Mei-traditie in de loop der tijden niet gesneuveld is cq afgeschaft werd. Daarvoor waren,
Geciteerd bij Gielkens, p. 107. 1 2. Ruud Koole, column '1 mei', Pro &_ Contra. Partij(krant) van de Arbeid, 1 mei, 200 I, P· 4· 1 1.
zoals van r
ti d
p s n
z:
p 2
g
S>
3
I 0
il
4
d c t.
c
Diti ling M~i
and! schi• in h• nam hou• Dag zijn forr sod
corr tiscl doo tocl Plei die ren de
syrr bijz ana. gelt nen
s &_o 6 2oot
271 zoals ik hierboven heb proberen aan te duiden, tal van redenen te bedenken geweest. In recapitulatie:
s
:1 n
e !t t-
r
n
e n te
e-
.n ld
,,_
ie ld le
as ft er !n
ve
om lt 'r~-
.w
ag
,liin )U
de
Iat
;e'n,
I. De I Mei-viering had als orthodox-marxistisch relict, welke de internationale eenheid van de arbeidersklasse tegen de burgelijke klasse predikte, moeten worden beeindigd toen de SOAP, al voor de oorlog, afscheid nam van het marxisme in het beginselprogram van I 9 3 7 en zich transformeerde van arbeiderspartij in volkspartij. 2. I Mei had kunnen sneuvelen na de oorlog: als gevolg van de bezoedeling door het nationaalsocialisme. 3. I Mei had de oprichting van de PvdA en de Doorbraak eigenlijk niet mogen overleven, gelet op de intrede van grote groepen niet-s DA P-ers in de PvdA. 4· En het had in de rede gelegen dat in de tijd van de Koude Oorlog, toen de PvdA een fors anticommunistische koers voer, 1 Mei als curieus trait d'union met het communisme zou zijn opgedoekt.
Dit is allemaal niet gebeurd. En het zou nu mijn stelling zijn dat deze omissie het huidige ambivalente I • Mei-gevoel binnen de PvdA heeft opgeleverd. Met andere woorden: de complexe, veelkleurige geschiedenis van de Dag van de Arbeid resoneert mee in het verkrampt-halfhartige I Mei-gevoel, dat met name de Nederlandse sociaal-democratie erop nahoudt. Alles afwegende, zou ik voor afschaffmg van de Dag van de Arbeid/ I Mei-vieringen door de PvdA zijn. Niet defacto, zoals nu veelal gebeurt, maar langs formele weg. Vooral de valse verbondenheid van de sociaal-democratie via de Dag van de Arbeid met de communistische wereld vond en vind ik problematisch. Nu zou men kunnen stellen: die regimes zijn door de geschiedenis overweldigd geraakt, er zijn toch geen Rode Leger-parades meer op het Rode Plein, dus nu kunnen de 'democratisch socialisten' die dag meer dan ooit voor zichzelf opeisen en vieren. Maar ik geloof niet dat dat zo werkt. Daarvoor is de 1 Mei-traditie te beladen en te zeer belast met symboliek. Bovendien geldt voor Nederland in het bijzonder, zoals An Thomassen vroeger al met recht analyseerde, dat 1 Mei als traditie te weinig leeft en geleefd heeft om i.iberhaupt nieuw Ieven in te kunnen blazen. Ook bij ontwikkelingen elders in Euro-
pa lijkt moeilijk vruchtbaar aan te knopen. In Ianden als Belgie of Duitsland, waar de I Mei-traditie van oudsher vee! meer leeft dan inN ederland, wordt geklaagd over een verstolling en ritualisering van de Eerste Mei bij sociaal-democratische vakbeweging en partij. In plaats daarvan zijn er de ontwikkelingen, zoals dit jaar in Duitsland en Engeland, waar 1 Mei vooral gevierd werd met demonstraties en reilen van anarchisten en autonomen. Daar zit weinig sociaal-democratische inspiratie bij. lntegendeel: die rellen zijn in dit geval gericht tegen sociaal-democratische regeringen. Slechte politieke timinB
Aan een voorstel tot afschaffmg van de Eerste Mei kleven bezwaren. Daarvan ben ik me bewust. Het eerste en rnisschien nog wei meest fundamentele bezwaar is, dat het niet om een bijster urgent vraagstuk gaat. Ik ben het daar mee eens. De Dag van de Arbeid mag dan historisch enigszins beladen zijn, hij is ook niemand echt tot last. Ik realiseer me tevens dat er met dit voorstel sprake is van een slechte politieke timing. Zo er al enige richting in het hoven- en ondergrondse koersdebat van de PvdA te ontwaren valt, dan is wei duidelijk dat de seinen weer op rood staan. Oat wil in dit geval zeggen, dater sprake lijkt te zijn van een aanzienlijk onbehagen in de 'voor- en achterban' van de partij over koers en identiteit. De rui van het afschudden van de ideologische veren is slecht bevallen; men zoekt in plaats daarvan naar het 'afschudden van het pragmatisme' en naar een zekere mate van re!deologisering, zoals ook bleek in de daarom deels mislukte discussie over een nieuw PvdA-beginselprogram. Een andere illustratie van deze actuele partijpolitieke barometerstand was dat alle PvdA-voorzitterskandidaten eensgezind waren in hun roep om herstel van het sociaal-democratische profiel. Ook het roemruchte PvdA-Tweede Kamerfractie-portret van Gerard van Westerloo in NRC Handelsblad wees uit dat de meerderheid van de PvdA-Kamerleden snakken naar een coalitie met een meer 'progressieve signatuur'. Men is massaal uitgekeken geraakt op de paarse bestuursstijl: die van een zakenkabinet van de BY Nederland, en op het verdampen van politieke strijd tussen links en rechts. Nu hoeft er met een zekere rei'deologisering van de PvdA op zichzelf niets rnis te zijn als tegengif tegen paarse overdoses pragmatisme en technocratic; wei problematisch zou het zijn wanneer de zoek-
s &_o 6 loot
2]2 tocht naar nieuw sociaal-democratisch profiel zich zonder vee! reflectie en historisch besef zou voltrekken. En er zijn wei neigingen in die richting te bespeuren. Je hoeft niet in aile opzichten de !of te zingen van de modernisering van de Nederlandse verzorgingsstaat Ia Lubbers & Kok/Paars, maar op zijn minst client verklaard te worden waarom deze modernisering in buitenlandse ogen geldt als een sociaal-milde aanpassing van een hoogontwikkelde verzorgingsstaat aan meer competitieve wereldmarktomstandigheden. De steeds sterker wordende vaandelvlucht weg van deze sanerings- en moderniseringsperiode, in combinatie met een tamelijk ongearticuleerde roep om een 'gemeenschappelijke progressieve agenda, waarin de samenleving centraal staat' 'llijken er echter op te duiden dat instant-radicalisering voorafgaat aan een moedige reflectie op de recente politieke ervaringen van de PvdA. Ten aanzien van de electoraal-programmatische spagaat van de PvdA wordt, zo lijkt bet, aan de concurrentiestrijd met Groen Links en de s P meer waarde toegekend dan aan die met de vvo om de grootste premier-partij. Zoals de 'nieuwe spilpositie' van de Nedcrlandse sociaal-democratie en het 'nieuwe electoraat' van Wim Kok binnen de PvdA zclf, vreemd genoeg, toch al op weinig aandacht, laat staan trots, mogen rekenen. Wat dreigt is dat de PvdA wedcrom aan een kabi net-Den Uyl-syndroom gaat lijden - de liefdevolle mythe daarvan is grotendeels van makelij achteraf; tijdens het regeren door dat 'meest progressieve kabinet van Nederland ooit', was hct 'progressieve' onbehagen niet van de Iucht. Het risico is nu dat de PvdA de 'erfenis van paars' in zijn geheel aan de andere erfgenaam, de v v D, laat, daarmee de suggestie wekkend alsof de periode-Kok een soort tijdelijke flauwte van de PvdA is geweest. Over kortzichtigheid en historisch besef gesproken. Maar dat is een ander verhaal.
a
Een problematisch ze!Jbeeld? Zoveel is zeker, in een dergelijk klimaat van meer en rninder gekunstelde re-ideologisering zal het afbreuk doen aan de traditie van de Dag van de Arbeid geen warm onthaal vinden. Eerder lijkt het tegendeel het geval. 1 3. Jet Bussemaker en Adri Duivesteijn, ' Voor een progressief kabinet is meer nodig dan kritiek op paars', de Volkskrant, 2 1 mei 2 oo 1, p. 7 I opiniepagina.
Waarom ik uiteindelijk met die Eerste Mei-traditie vooral in mijn maag zit, en dat raakt aan het voorafgaande, is dat die traditie refereert aan het probleem van het zelfbeeld der sociaal-democratie. Oat behelst het volgende. Er lijkt aan de sociaal-democratie een vals besef van ononderbroken continu.iteit te kleven. Aile lotgevallen, breuklijnen en wendingen die de geschiedenis van de sociaal-democratie kenmerken en hebben getekend, hebben niet kunnen voorkomen dat er kiekeboe met de eigen ontwikkelingsgang wordt gespeeld. Het is alsof de zelfperceptie van de sociaal-democratie resistent is gebleven voor historische veranderingen. Alsof de PvdA eigenlijk gewoon de oude SDA P zou zijn. Alsof de Januskop van de vroege sociaal-democratie, in de woorden van Troelstra: 'Wij zijn reformist en revolutionair tegelijkertijd', nog altijd de ideal en en sentimenten, het hart en het verstand van de postmoderne, post-industriele sociaal-democratie van de 2 1 ste eeuw zou beschrijven. Alsof onze idealen, aspiraties en ambities klonen zouden zijn van die van onze voorvaderen. In zijn roemruchte Het socialisme op sterk water raakte Paul Kalma deze Achilleshiel vol: 'De sociaaldemocratie heeft zich, ondanks haar 'ingroei' in het bestaande maatschappelijk bestel, nooit geheellosgemaakt van de traditionele socialistische ideologie. Dit socialisme is in programmatisch opzicht op de achtergrond geraakt, maar is de houding van sociaaldemocraten ten opzichte van maatschappij en maatschappijverandering blijven bei:nvloeden ( ... ), voortlevend in een onbestemd verlangen naar radicale maatschappijhervorming' 1 4. Terwijl de programmatische titel van nota bene dit tijdschrift goed laat zien welk type fundamentele 'amendementen' er op de socialistische traditie werden aangebracht: de onverbrekelijke verbondenheid van socialisme & democratie. En als de Britse Labour-theoreticus David Marquand gelijk heeft met zijn ste!Jing dat 'er geen democratie te bedenken valt die ooit bestaan heeft in iets anders dan een kapitalistische economie', dan impliceert dat cen even ambivalente als onverbrekelijke band tussen sociaal-democratie en kapitalistische markteconomie 1 s. Met andere woorden: de sociaal-democratie zal zich beter rekenschap dienen te geven van
14. Paul Kalma, Het socialisme op sterk water. Veertien stellinaen. wssiVan Loghum Slaterus: Deventer, z.j., p. 14. 1 s. David Marquand, 'Premature Obsequies: Social Democracy Comes in
~
-
-- -
From the Cold', in: A. Gamble & T. Wright, The New Social Democracy, The Political Quarterly I Fabian Society, London, 1999, p. 1o-19.
haa teli en ko1 zel ve« de Ne VO>
Mt gic tij< TO<
de ve1 fei de no Val
W< m:
sci pa
!tel co oc
dio be cr Zi(
R;
pr da cr de ee m
dl zc w til
S&_D6200I
27 3 adii>or)rotDat moiteit din·atie :unnt:elft is f de us of nde ! VO -
senmot de •spitvan rater ;aallhet losgie. ~de
iaalaat''.)) adiiene tele litie •on. de !lijk bedan dat tus:co-
era-
haar eigen geschiedenis, van haar programma en feiSociaai-Democratische Zwijgen bij het einde van het communisme en de Val van de Muur. telijke politieke praktijk, van haar verworvenheden en de manier waarop die tot tand bleken te kunnen Hoe dit alles ook zij, als ik een politicus zou zijn komen. Oat zou bijdragen tot een gebalanceerder dan zou ik in het zich momenteel in de PvdA onderzelfbeeld. huids afspelende de bat tussen traditionalisten en moI Mei, de Dag van de Arbeid, geldtvoormij - zoderniseerders, de Dag van de Arbeid -traditie tot de veel mag inmiddels duidelijk zijn - als symbool van Nederlandse Clause Four uitroepen, zoals Tony Blair destijds van Labour's dode rituele letters inzake nade valse zelf-perceptie van de sociaal-democratie. Neem Arie Groenevelt, oud-Industriebond N vv- tionalisatie een testcase voor New Labour maakte: een voorzitter. Die omschreef I interventie met name op Mei onJangs in de VARAhet niveau van het sociaalAd Melkert nam een voorschot op zijn gids nostalgisch als nog aldemocratisch zelfbeeld. aanstaand partijleiderschap - Wim tijd het 'feest van de lets soortgelijks deed de Kok laa met een partijstrateaische rooien' tegen de burgelijke beroemde Franse sociomaatschappij 16. De arbei ariep thuis- en deelde rozen uit. Dit loog Alain Touraine ondersfeestdag, zo opgevat, langs door de Franse PS werd aevolad door het hijsen van de voor te houden 'sinds Mitverdraagt zich noch met de Rode Vlaa op het Plein van de feitelijke geschiedenis van terrand in een ficti eve rede sociaal-democratie, aliteit te Ieven': ' Op zijn Hemelse Vrede best is links geevolueerd noch met de huidige missie van de moderne sociaal-democratie. van een totale ideologische blokkade naar een wantrouwende acceptatie van de werkelijkheid', daarbij Bovendien, is het niet bijna kitsch te noemen wanneer een partij als de PvdA, met een grote doelend op verkeerd uitgepakte 'oud-linkse percepmachtsbasis in het openbaar bestuur, binnen maatties' van het bedrijfsleven en de rol van de staat 1 7. schappelijke organisaties, op universiteiten en deTot slot: De lnternationale Daa van de Democratie partementen zich richt tegen de burgerlijke maatschappij; wanneer een partij die de leidende Geconcludeerd moet worden, gelet op het pr.oblecollectieve sector-partij kan worden genoemd (met matische zelfbeeld van de sociaal-democratie, dat de ook enkele incestueuze en regenteske kanten vanEerste Mei zijn functie van dag van bezinning op de dien, overigens) en die een type samenleving mee- traditie en ontwikkelingsgang van de sociaal-demobestuurt, met welker verdwijning de sociaal-democratie niet naar behoren heeft vervuld. Het is nog cratie meer te verliezen dan te winnen zou hebben sterker. De Dag van de Arbeid zou wei eens zelf een zich laaft aan de radicale bron van de I Mei-traditie? evenwichtige reflectie op de sociaal-democratische Radicaal in zijn gedaante van 'wapenschouw van het ontwikkelingsgang geblokkeerd kunnen hebben, proletariaat' en van internationale arbeidersstrijd- juist door zijn verbondenheid met de orthodoxdag tegen de burgelijke maatschappij. marxistische-proletarische fase van het socialisme. Over dat enigszins verwrongen sociaal-demoDe stelling zou dan luiden dat de Eerste Mei het cratische zelfbeeld zou vee! meer te zeggen zijn. Ik besefvan de 'reformistische ingroei' van de sociaaldemocratie in het maatschappelijk bestel in de weg doe dat hier nu niet, maar poneer dat het vastzit op een gebrek aan reflectie, historisch besef en leerverheeft gestaan. Het afschaffen van deze arbeidersstrijddag, ik mogen . De gebrekkige zelfkennis van de sociaaldemocratie valt te betrappen in posities die in het herhaal het nog maar eens, ligt dan ook in de rede. zogeheten Europese dispuut over de Derde Weg Maar afschaffen is iets anders dan zo'n dag totaal worden ingenomen, met name de extreme opvatwegwuiven. Zoals ik in het begin van deze beschoutingen over de vrije markteconomie. Of in het Grote wing heb opgemerkt, zou het te betreuren zijn als er
van
ety,
1 6. 'Mijn 1 mei gevoel', interview met Arie Groenevelt, VA RA TV Maaazine, 17, 2oo1, p. 30-32 en 64. 17. Alain Touraine in Liberation, zoals geciteerd in de Volkskrant, 1o mei 2oo 1,
P·4
s&..o62oo1
274 niet zoiets als een Dag van de Arbeid zou bestaan. Zo'n dag van bezinning op eigen identiteit en de kernnotie van internationale solidariteit; een dag voor een terugblik op de traditie en collectieve lotgevallen is, in beginsel, uiterst waardevol. Vanuit dat perspectief zou het jammer zijn wanneer de Eerste Mei zomaar zou worden afgeschaft zonder opvolging of vervanging. Waarom niet een alternatief gekozen dat ook verleden, heden en toekomst van de sociaal-democratie met elkaar verbindt, maar dan metals aangrijpingspunt de reformistische identiteit van de sociaal-democratie: van Dag van de Arbeid naar Dag van de Democratie? Een Dag van de Democratie heeft goede papieren waar het gaat om de geschiedenis en identiteit van de sociaal-democratie en waar het gaat om haar mod erne missie in de wereld van vandaag. Er had bij wijze van spreken best een dag met zo'n naam door de sociaal-democratie in het Ieven geroepen kunnen zijn. Die had zijn natuurlijke grondslag gevonden in het revisionisme van Eduard Bernstein dat, in hedendaagse bewoordingen, socialisme in sociaal-democratie transformeerde, met de haar kenmerkende democratische methode. Bernstein's stelling luidde dat socialisme uiteindelijk niet meer of rninder kan zijn dan de verwerkelijking van de democratie op politiek en maatschappelijk terrein: 'De democratie is mid del en doel tegelijk. Zij is mid del tot verovering van het socialisme en zij is de vorm van de verwezenlijking van het socialisme' ' 8 . Het is het op deze wijze centraal stellen van democratie voor de sociaal-democratie die een Internationale Dag van de Democratie zonder meer zou hebben gerechtvaardigd. Een Dag van de Democratie of van het Algemeen Democratisch Kiesrecht zou ook de Nederlandse SDA P goed gepast hebben. Die is juist groat geworden en heeft zijn karakter voor een belangrijk deel ontleend aan de kiesrechtkwestie. De sociaal-democratie was nooit aileen telg van de arbeidersbeweging, maar evenzeer van de kiesrechtbeweging. Algemeen kiesrecht was het symbool bij uitstek van mondigheid, gelijke rechten en maatschappelijke gelijkwaardigheid. De geschiedenis van de kies-
rechtuitbreiding - met zijn standenkiesrecht, censuskiesrecht en gezinshoofdenkiesrecht - laat zich immers lezen als een verhaal van 'spreiding van inkomen, kennis, macht' avant-la-lettre. Algemeen kiesrecht was nog op een andere manier een hefboom voor maatschappijverandering, omdat kiesrecht parlementaire wetgeving en dus sociale hervormingen kon be'invloeden. 'De partij der sociaal-demokraten is een antwoord op de uitdaging, die de kapitalistische maatschappij betekent voor die er uitgebuit worden of van een menswaardige gemeenschap dromen . Sociaal-demokratie als beweging is een mengeling van die heiden: de tot op de rand van haar bestaan bedreigde arbeidersklasse en de sociaal bewogen radikaal-demokratische burgers. Of juister: van die arbeiders die op eigen kracht hun sociale en politieke bevrijding nastreven - dus zonder vaderlijk toezicht van kerk of filantropen - en de meer en meer naar links opschuivende vleugel van de liberalen', zoomschrijft Frits de Jong Edz . de 'tweekoppige' bran van de sociaal-democratie. En de 'radikaal-democratische' dimensie is misschien voor de geschiedenis van de sociaal-democratie nog wei kenmerkender, waar het ging om de bepaling van haar eigen identiteit tegenover anarchisten, communisten, liberalen en confessionelen. Zo gold het algemeen kiesrecht als de geloofsbelijdenis van de oprichters van de s D A P tegenover de meer radicale socialisten. Het was des DA P die met de befaamde massa-manifestaties op Prinsjesdag (de 'Roode Dinsdagen') en het Volkspetitionnement tussen 19 1 o en 19 12 - in coalitie met progressiefliberalen - uiteindelijk succes wist te boeken: de opheffing van klasse- en sexeverschillen bij het kiesrecht. De SDAP wist aldus de dominante partij van de arbeidersklasse te worden, en deze er tevens van te overtuigen dat de parlementaire weg de emancipatorische route vormde naar betere sociale bescherming en wetgeving en lotsverbetering van de ontrechten. De gewonnen strijd om algemeen kiesrecht, kortom, is een unieke historische verworvenheid van de sociaal-democratie, die een feestdag zonder meer zou hebben gerechtvaardigd en wat mij betreft
zo tre dat
bn
var pe1 do, cia zin de de en 00
dri
scl
ce1
ge: va1 W< sel
ml
alt
1!ei
ne pc
va he ge
w:
vr m
m
a\.
ra va
dt
ac
1 8. B. Tromp, 'Eduard Bernstein en het revisionisme', Voorwoord in: Eduard
Bernstein, De voorwaarden tot het socialisme en de taak der sociaal-democratie,
Arbeiderspers, Amsterdam, 198 1, p. 21.
I~
St
VT
a],
cenzich 1 inteen hefuesheranttaatn of ocivan i be·adi~ arieke ticht naar omIvan
I mismon de nar-
ilen. •elij rr de met ~(de
nent sieft optiesvan ivan
lnciben de !cht, heid der treft
s &..o 6 2oo '
275 zo in de plaats van de Dag van de Arbeid zou mogen treden. AI was het maar om recht te do en aan het feit dat de dimensies 'sociaal' en 'democratisch' onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn: naar het woord van de filosoof Amartya Sen: 'In een democratic is per definitie geen hongersnood'. En om recht te doen aan de radikaal-democratische roots van de sociaal-democratie, later nog aangevuld met het vrijzinnig-democratisch bloed dat door de aderen van de PvdA ging strom en. Bovendien leent een Dag van de Democratic zich uitstekend voor promotie van en bezinning op een brede democratie-opvatting die ook de civil society kan inspireren. Met thema's als bedrijfsdemocratisering, 'stakeholder society', maatschappelijk verantwoord ondernemen en het concept van sociale democratic. Zo'n Dag van de Democratic is ook uitermate geschikt om de internationale dimensie van de Dag van de Arbeid over te nemen. Democratic en volwaardig burgerschap voor een ieder hebben universele relevantie, ook vandaag de dag in Nederland en zeker daarbuiten. Het 21 ste -jaarboek voor het democratisch socialisme heeft onder de titel 'De toekomst van de democratic' Iaten zien hoe beklagenswaardig het met democratic, rechtsstaat en mensenrechten nog altijd in de wereld is gesteld.Internationale solidariteit vanuit de Europese sociaal-democratie: we kunnen het ons niet permitteren om dat tot een loze, politiek-correcte frase te Iaten verworden ... Resteert de kwestie van een datum voor de Dag van de Democratic. Voor Nederland aileen had ik het wei geweten. Dan had ik de Eerste Mei vaarwel gezegd en geopteerd voor 9 augustus, de datum waarop in 1 919 wettelijk geregeld werd dat ook vrouwen actiefkiesrecht kregen en waarna het algemeen kiesrecht voor volwassenen nu werkelijk algemeen was geworden en in werking kon treden I 9. 9 augustus, een mooie datum die nog beter weer garandeert dan 1 Mei ook. De enige bijkomstigheid van deze dag zou zijn dat manifestaties, stakingen en demonstratieve optochten veelal op het vakantieadres plaats zullen moeten vinden.
I 9· 'Door de wet van 9 augustus I 9 I 9, Staatsblad no. n 6 hebben ook de vrouwen het kiesrecht verkregen', aldus het Staatkundige Jaarboek
Maar we zoeken naar een datum die internationaal aanspreekt en herkenbaar is. En dan ben ik uiteindelijk reformist genoeg voor het aanvaarden van een compromis. lk zie in dat 1 Mei, hoe historisch beladen ook, als datum het beste gehandhaafd zou kunnen worden met het oog op de internationale dimensie. Om een lang verhaal kort te houden: de Eerste Mei wordt, als het aan mij ligt, omgedoopt van Dag van de Arbeid in Dag van de Democratic. RENE CUPERUS
Medewerker Wiardi Beckman StichtinB en eindredacteur van s&P
* Dit artikel is voor een belangrijk dee! gebascerd op de Eerste Gerrit Schinkel-lezing die Rene Cuperus, ter gelegenheid van de Eerste Mei-viering en als eerbetoon aan Gerrit Schinkel, wijlen PvdA -fractievoorzitter van de Kampense gemeenteraad, hield voor de PvdA-afdeling Kampen / ljsselmuiden op I mei 2ooi.
LITERATUUR
M. Brinkman, M. de Keizer en M. van Rossem (red.), Honderd jaar sociaal-democratie in Nederland 1894- 1994, Amsterdam: Bert Bakker/Wiardi Beckman Stichting, I994·
P. de Rooy, De Rode Droom. Een eeuw sociaal-democratie in Nederland, Sun: Nijmegen, I99S F. de Jong Edz. 'Wij willen ellende wenden'. Een eeuw sociactldemokratische antwoorden op maatschappelijke uitdagingen, Stichting Vormingswerk van de Partij van de Arbeid, Amsterdam, z.j J. Gielkens, L. Karsten en G. Harmsen, Een dag is't van vreugde, een dag is ' t van strijd. Gei1lustreerde geschiedenis van 1 Mei in Nederland, IISG, Amsterdam, 1990 T. van der Meer, S. van Schuppen en S. Veen, De SDAP en de kiesrechtstrijd. De ontwikkeling van de Nederlandse sociaaldemocratie 1894- 1913, Van Gennep: Amsterdam, I98I. A. Klijn, Arbeiders- '![ volkspartij. Een vergelijkende studie van het Belgisch en Nederlands socialisme 1933 - 1946, Universitaire Pers Maastricht, I 990 H.H. Zwager, De motivering van het algemeen kiesrecht in Europa. Een historische studie , H & s, Utrecht, I 98 1. P.J. Oud en J. Bosmans, Staatkundige vormgeving in Nederland I 1840- 1940. Van Gorcum: Assen, I990 C. H. Wiedijk, Koos Vorrink. Gezindheid. Veralgemening. lntegratie. Een biogr'!fische studie, Wolters-Noordhoff: Groningen, I990.
Parlement en Kiezer uit I92 I, p. 42. Men zou ovcrigens met evenveel recht ook 8 september (I 9 I 9) kunnen nemen, de dag waarop de wet-Jacobs in het
Staatsblad werd afgekondigd; daarmee werd het actief vrouwenkiesrecht geregeld.
s&__o62oo'
Ontwikkeling en de kwaliteit van het bestuur OntwikkelingssamenwerWaarom gaat het mis? king is niet meer een onOmdat de omvang van de derwerp dat de politieke hulp vanuit het Westen ver gemoederen sterk bezig achterbHjft bij wat nodig JAN BREMAN houdt, ondanks de poginzou zijn. Dit verwijt kan gen van minister Herfkens Naar aanleidinB van de recente publicatie van ons land in ieder geval niet om het onder de aandacht het WRR-Rapport 'Ontwikkelinasbeleid en aoed gemaakt worden. Wei is na te houden. Deze teruglobestuur' bespreekt Jan Breman de stand van zaken het Tinbergentijdperk de met betrekkinB tot de Nederlandse ontwikkelinaspende aandacht, zowel binbegroting voor monruale nen als buiten het parleontwikkeling verminderd, samenwerkina. Verder wijst hij onder meer op de ment, valt voornamelijk maar Nederland zit met zijns inziens juneste bezuiniainaen op het Nederlandse universitaire onderzoek naar de toe te schrijven aan de wernog enkele land en hoven de king van twee factoren die aevolaen van de mondialiserinasproblematiek in norm gesteld om het arme op het eerste gezicht met de Derde Wereld. dee! der mensheid uitzicht elkaar in strijd zijn. Aan de op een betere toekomst te ene kant is de beleidslegitimiteit ervan aanvaard, bieden. Met de stijging van ons bruto nationaal prowat betekent dat de urgentie ervan niet meer zo hefduct groeit ook het budget voor ontwikkelingssatig bel eden dan wei bestreden wordt als aanvankelijk menwerking mee en minister Herfkens heeft in bet het geval was, en aan de andere kant bestaat het onpaarse kabinet geen last van maatschappelijke druk behagelijke gevoel dat het allesbehalve goed gaat om meer te vragen dan zij al krijgt. Haar veel gemet wat de eigenlijke doelstelling heet te zijn : arroemde daadkracht kwam tot uiting in haar gemoedebestrijrung. slaagde poging het aantal hulpontvangende Ianden drastisch te beperken, van ver hoven de honderd tot De tegenstelling tussen rijk en arm in de wereld is groter dan ooit tevoren en neemt nog steeds toe. 2 1 . Die afslankingsoperatie beeft de insternrning geSinds het begin van de internationale hulpverlening kregen van de haar welgezinde Tweede Kamerfracbijna een halve eeuw geleden is het aantal mensen ties. Evenrnin heeft zij tegenstand ondervonden bij dat in armoede leeft steeds verder gestegen en lijkt het verleggen van de koers inzake de besteiling van ook in de nabije toekomst weinig terecht te komen het ontwikkelingsbudget naar multilaterale instelvan de belofte om in het lot van deze massa van minlingen, met name Wereldbank en IMF. Nederland bedeelden aanzienlijke verbetering te brengen. Van heeft zich daarmee ontplooid tot een van de meest beleidswege, niet alleen door de overheid maar ook guile en trouwe donoren van met name de Wereldde grote particuliere ontwikkelingsorganisaties, bank, waar Herfkens kantoor hield voordat zij als wordt krampachtig volgehouden dat het goed en minister aantrad. Van de ombuiging in deze multilaterale richting valt een mooi verhaal te maken: weg steeds beter gaat. Het is een optirnistische voorstelling van zaken die van de mondiale dynamiek een van het bekrompen nationale eigenbelang onder opvertekend beeld geeft. AI en toe worden de blijde timale benutting van de deskundigheid van deze geluiden onderbroken door boodschappen die het transnationale organisaties rue weten hoe je goed besuccesverhaal tegenspreken. Zo is er de recente leid moet vormgeven en uitvoeren. waarschuwing van de Wereldbank dat zonder drastiDe twist met de vier grqte Nederlandse medefische verhoging van de hulp niets terecht komt van nancieringsorganisaties, door de minister beticht het ambitieuze voornemen om in de komende vijfvan de neiging zich tot het maatschappelijk draagtien jaar het deel van de wereldbevolking dat in ar- vlak te proclameren, is bijgelegd. Haar besluit een moede leeft met de helft te verminderen. nieuwe gegadigde, Foster Parents Plan, toe te Iaten
tot vor en bin ver ze~
del fin: Onl
die
pat
mi hec var ral be1 we ne1 OVI
kla
die he1
Ui OVt
va1
vo· wa jaa Ze bij an sp: fit
Ra
rir de en so
vie
ee1
apJ VCI
gel mi VO•
He 00
op
na1
s&_o6200I
277
his? · de ver !dig kan 1iet ; na de iale trd, :net m de •me lcht t te JrO -
Ssa1het
:ruk ge-
lgeden !tot
geracI bij •van !tel and eest eld1 als tilaweg op,leze beI
lefi jcht aag.een I it en
tot de ruim gevulde medefmancieringspot leidde vorig jaar tot onenigheid met Novib, Icco, Cordaid en Hivos. Maar dit kartel toont zich nu bereid in te binden in ruil voor de ministeriele bereidheid tot verruin1ing van het budget en op basis van de toezegging van deze particuliere organisaties de behandeling over te nemen van de talloze aanvragen voor financiering van kleinschalige projecten die uit de ontwikkelingslanden tot dusverre worden ingediend bij de ambassades of rechtstreeks op het departement in Den Haag. 1 Het komt erop neer dat minister Herfkens de ontwikkelingswas de deur heeft uitgedaan: aan de bovenkant door uitbesteding van het overgrote dee] van haar budget aan multlaterale instellingen; onderaan door delegatie van een bescheiden maar voor de publieke opinievorming wei belangrijk dee] van haar beleid aan non-gouvernementele organisaties. Wat is het verband tussen de overdracht van dit pakket van kerntaken en haar klacht te weinig ambtenaren te hebben die bovendien de vereiste deskundigheid zouden missen? Aan het slot kom ik op deze vraag terug. HerbezinninB op de arondslaa Uit dit summiere overzicht blijkt dat de discussie over ontwikkelingssamenwerking onder de regie van Herfkens is gegaan over de organisatorische vormgeving van beleid en niet of nauwelijks over wat de opdracht behelst. Het vooropstellen sinds jaar en dag van armoedebestrijding is onomstreden. Zeker, de doelstelling wordt omlijst door een aantal bijkomende voorwaarden. Die hebben echter geen andere betekenis dante verduidelijken hoe deze inspanning met de meeste kans op succes gestalte moet krijgen. Het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Reaerinasbeleid 2 neemt van die benadering afstand door opnieuw aan de orde te stellen wat de grondslag is of client te zijn van de hulp aan land en en volken die ver buiten de kring van onze nationale solidariteit staan. Dit gebeurt zonder te treden in de 1 Het is een handige zet waarbij de vier grote mfo's gebruikt worden als een verlengstuk van het ambtelijk apparaat. De contraprestatie voor de vergroting van de zeggenschap hen gegund is de verwachting dat zij de minister niet met ongelegen kritiek voor de voeten zull en !open . Het is opmerkelijk dat deze van oorsprong basisbewegingen, die zijn opgekomen als tegenkrachten tegen nationale overheden en transnationale
prioriteit van armoedebestrijding, zij het met de aanvulling van goed bestuur en beleid als nevenschikkende doelstelling. Het ad vies, uitgebracht op eigen inititiatief, is het eerste dat de w R R wijdt aan de ontwikkelingen die zich in het wereldbestel voordoen. De kritiek handelt over diverse aspecten van de huidige beleidsvoering en wint aan overtuigingskracht door lastige vragen te stellen bij de manier waarop na het aantreden van de huidige minister de hulpverlening tot een vee) kleiner aantal Ianden is teruggebracht. De keuze daarvan is tot stand gekomen op grond van het armoede-criterium (een gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking lager dan$ 92) in 1997), metals voorwaarde dat zij voldoen aan n1inimale vereisten van aood aovernance. Maar een deelstudie, in opdracht van dew R R uitgevoerd, toont aan dat een aantal van de afgevoerde Ianden ten aanzien van politieke rechten en vrijheden, democratic en corruptie niet slechter scoren dan de Ianden die wel geselecteerd zijn voor voortzetting van de hulpverlening. Het kost geen moeite dit oordeel met een overvloed aan voorbeelden te staven.3 lnteressant is dat de uitverkoren Ianden zich van de afvallers in een opzicht gunstig onderscheiden, namelijk door hun marktvriendelijker gedrag en het zich houden aan criteria van de rechtsstaat voor zover die tenn1inste betrekking hebben op bescherming van eigendom en het nakomen van private en publieke contractuele verplichtingen . Die constatering valt op te vatten als bevestiging van het vermoeden dat de keuzecriteria aangelegd voor de Nederlandse afslankingsoperatie nauw zijn afgestemd op die van de Wereldbank. OperationaliserinB van aoed bestuur: smal rif breed De Wereldbank heeft een pron1inente rol gespeeld bij het vooropstellen van goed bestuur als voorwaarde voor kredietverlening. De Bank trok deze les uit de teleurstellende uitkomsten van structurele
machten, nauwelijks een rol spelen bij het mobiliseren en bundelen van het maatschappelijk protest tegen de nadelige kanten van de mondialisering van de economie. De vormgeving daarvan lijkt door ni euwe actiegroepen te zijn overgenomen die als speerpunten van nieuwe sociale bewegingen optreden. 2 Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Ontwikkelinasbeleid en aoed bestuur, WRR-rapport nr. }8,
Den Haag: Sdu Uitgevers, 2oo 1. 3 Zo is Indonesie in de prijzen blijven vallen omdat de opvolgers van Suharto beloofden zich sterk te maken voor goed bestuur. Hocwel de huidige machthebbers niet vee! mindcr corrupt zijn dan hun beruchte voorganger wordt dit land, voornamelijk via IMF en Wereldbank, nog steeds uitbundig met Nederlandse hulp bedacht .
s &..o 6 2oo'
aanpassingsprogramma's. De ervaring wees uit dat geregelde eigendomsrechten, bestrijden van corbesnoeiing in de publieke uitgaven aileen niet tot de ruptie, economische vrijheid en exportgerichtheid gewenste economische ontwikkeling leidde. Daar- in het beleid. Wordt daarentegen ontwikkeling begrepen als 'human development' (vermindering van voor was bovendien nodig een behoorlijk functionerend en aanspreekbaar overheidsapparaat. Zonder armoede, kindersterfte, analafabetisme, e.d.) dan de marktgerichtheid uit het oog te verliezen was een zullen ook andere elementen van bestuur en beleid te ver terugtredende staat contra-productief voor als cruciaal worden beschouwd. Hetzelfde geldt het bevorderen van groei als bepalende factor voor voor de nog ruimere opvatting, waarbij ook demovermindering van armoede. Dit inzicht, dat tot een cratie, mensenrechten en rechtsstatelijkheid als aanpassing in de Wereldbankfilosofie leidde, vond ontwikkelingsdimensies worden beschouwd.' navolging bij andere multi(WRR,p.4o) nationale instellingen. Ook Toch is er beweging geHet komt erop neer dat minister het 1M F stelde Richtlijnen komen in de aanvankelijk Heifkens de ontwikkelinaswas de deur eenzijdige benadering van voor Goed Bestuur op die heift uitaedaan: aan de bovenkant uitgangspunt werden bij de Bank. Op grond van het verstrekken van nieuwe nader onderzoek is een door uitbestedina van het overarote leningen. verschuiving ontstaan in de deel van haar budaet aan multlaterale richting van directe arMaar het begrip goed instellinaen; onderaan door deleaatie moedebestrijding en heeft bestuur dekt vele ladingen. De aanvankelijke defmitie ook de term goed bestuur van een bescheiden maar voor de die de Wereldbank haneen bredere inhoud gekrepublieke opinievorminB wel belanariJk gen onder erkenning van teerde had een uitgesprodeel van haar beleid aan nonhet belang van participatie ken technocratische inslag door armen in het beleid waarbij de nadruk lag op de aouvernementele oraanisaties waarvan zij als doelgroekwaliteit van overheidsinstellingen in de zin van een adekwaat toezicht, effipen worden aangewezen. Democratisering, sociale ciente dienstverlening (zo veel mogelijk corruptierechten, verbetering van onderwijs en volksgezondvrij) als randvoorwaarden voor ontplooiing van vrij heid zijn in die zin geen gevolgen van vermindering economisch verkeer en het goed functioneren van van armoede maar ook van oorzakelijk belang ermarkten. Over mensenrechten, democratie, vrijvoor. Hoewel de nieuwste Bankstudie die conclusie heid van pers en organisatie, e.d. werd in de oorweer lijkt te ondergraven, spreekt het w R R-rapport spronkelijke handleiding niet gerept. Die opvatting zich uit voor de multi-dimensionaliteit van het bemaakt wel dee! uit van de vee! bredere formulering grip ontwikkeling onder het vooropstellen van de van 'good governance' zoals verwoord in het Human intrinsieke betekenis van goed bestuur. Anders geformuleerd, goed bestuur en armoedebestrijding Development Report 2000 van de Verenigde Naties. Zo'n uitwerking sluit ook vee! meer aan bij wat in staan niet in een getrapte verhouding tot elkaar, de Nederland en Europa onder goed bestuur wordt laatste altijd voorafgaande aan de eerste doelstelling, verstaan. Op de omzetting van smal naar breed maar zijn met elkaar in nevenschikkend verband gedoorgaand, kan worden vastgesteld dat voor het be- schakeld. Dit gezegd hebbende, stelt het rapport grip ontwikkeling hetzelfde geldt. In de conventiovast dat a. het Nederlandse hulpverleningsbeleid nele opvatting van de Wereldbank gaat het daarbij zich vee! nauwer dan voorheen heeft geconforom groei van het B N P in een land en blijft de verdemeerd aan de aanbevelingen van de Wereldbank dan ling ervan buiten beschouwing. Oat was een niet gehet vroeger heeft gedaan en b. dat de feitelijke selecringe beperking gegeven de terugkerende ervaring tie van de Ianden die N ederlandse hulp blijven ontdat groei de neiging heeft de al beter bedeelden ten vangen meer heeft plaatsgevonden op basis van de goede te komen en niet of nauwelijks de minderbe- smalle (d.i. het goed functioneren van de markt) dan deelden. op de brede definitie van goed bestuur. Daartegen'Als ontwikkeling wordt gedefmieerd als over maant dew R R tot terughoudendheid bij het af'slechts' groei van het BN P per hoofd van de bevol- breken van de ontwikkelingsrelatie en bepleit de king, dan zullen die elementen van 'governance' van voortzetting ervan ook wanneer de bestuurlijke sibelang worden geacht die dit bevorderen, zoals goed tuatie gebrekkig is, zij het met een andere invulling
dar ove VOC
ten tro Hi1 OVE
De lys• op
goc anc
dec VOl
ter uit we 'ha var afg del WO
sle deJ
go• Ian eve
var de: eig ter de dit inc
bTl te1 ge on do vaJ
w da
4: De ev1 he< var
ho•
:or~eid
hevan dan Jeid eldt
s &..o 6 2oo'
279 dan waar die toestand niet of minder te wensen overlaat. Het zou echter onverstandig zijn om bijvoorbeeld de bemoeienis met mensenrechten buiten de concentratielanden uitsluitend toe te vertrouwen aan non-gouvernementele organisaties. Hier ligt wei degelijk een taak voor de Nederlandse overheid zelf.
me-
als
Nd.' geJijk van .van een nde ar.eeft tuur kre, van latie leid roeciale mdll"ing ~ erlusie port t bell de 1 geding r, de ling, ~ geport eleid
uort dan elecont!n de )dan genetaft de :e siJling
Multilaterale if bilaterale hulpverlenina? De samenstellers van het rapport hebben hun analyse beperkt tot bilaterale hulp. Dit is niet gebeurd op grand van de overweging dat het beginsel van goed bestuur in multilateraal verband een wezenlijk ander karakter draagt. Wei is het zo dat het bilaterale dee! van de hulpverlening zich gemakkelijker leent voor het vasthouden aan eigen criteria en wensen, terwijl ook de toetsing ervan in de praktijk van de uitvoering op minder problem en stuit. Hierbij moet wel bedacht worden dat de fondsen waarop de 'happy few' kunnen rekenen bescheiden van om vang zijn. Het bed rag hiermee gemoeid bedroeg het afgelopen jaar voor de geselecteerde Ianden gemiddeld niet meer dan 84 miljoen gulden. Daarmee wordt nog eens herhaald dat deze bilaterale transfers slechts een betrekkelijk klein deel van het totale Nederlandse budget beslaan. Er is in feite geen enkele r eden om de eis van goed bestuur aileen te stellen aan hulpontvangende land en. Aan dezelfde maatstaf zouden de hulpgevers eveneens gehouden moeten worden, met inbegrip van de grote internationale instellingen die van Nederlandse zijde bijna onvoorwaardelijke, en zonder eigen toetsing, steun genieten. Zij krijgen, krachtens de prioriteiten in ons beleid vastgelegd, dit Nederlandse geld voor armoedebestrijding. Gebeurt dit ook en zo ja, wat is daarvan dan de uitkomst? Of indien de contributies niet voor het gestelde doe! gebruikt worden dan wel niet het beoogde effect sorteren, wat zijn dan de consequenties voor het verder gebruik van deze kanalen? Zo zou er alle reden zijn om het 1M Fen Wereldbankbeleid ten aanzien van Indonesie, zowel onder als na Suharto, aan toetsing van het goedbestuursbeginsel te onderwerpen. 4 Het w R R rapport vraagt terecht aandacht voor het feit dat beide instellingen allerminst stellig zijn over de 4 Een ander voorbeeld is de Asian Development Bank, waarvan Nederland eveneens een royale donor is. De A o B heeft sinds kor t een krachtige aanpak van de armoedeproblematiek weliswaar hoog in het vaandel gehesen, maar bij
beste koers naar armoedevermindering. Aan de beleidsvernieuwing die bij deze instellingen gaande is ligt geen gegist bestek ten grondslag. LearninB by doin9, zo is de manier waarop IMF en IDA hun werkwijze van tasten en zoeken verantwoorden. Dat is misschien op zichzelfbest begrijpelijk, maar dan ligt het ook voor de hand dat donoren doel, marsroute en aanpak nauwkeurig volgen in plaats van bij voorbaat ervan uit te gaan dat deze actoren weten wat voor de arm en in de wereld het beste recept is. In dit verband merkt het rapport terecht op dat: 'Wanneer zowel voor de keuze van Ianden als voor de besteding van gelden de besluitneming de facto grotendeels in handen is gelegd van multilaterale instellingen respectievelijk ontvangende Ianden, zou het immers nog doelmatiger kunnen zijn de besteding van het betrokken geld direct via de Wereldbank en andere instellingen te Iaten verlopen. Dit zou zich ook goed verdragen met het belang dat deN ederlandse regering hecht aan het multilaterale kanaal.' (p. 3 6) Pleidooi voor tweezijdiaheid De w R R voegt aan dit citaat zelf al toe dat die optie haaks zou staan op overwegingen van buitenlandse politiek, de wens namelijk om met Ianden, ook in de Derde Wereld, zelf betrekkingen te onderhouden. Naar de mening van de Raad vloeit dit verlangen, ja, zelfs de noodzaak ertoe voort uit het eigenbelang dat Nederland heeft bij de vorderingen (ofniet) die ver over de grenzen heen met het ontwikkelingsproces worden gemaakt. Die visie stoelt op het inzicht dat de vervlechting in een wereldbestel een directe en nauwe betrokkenheid bij de gang van zaken in het hulpontvangende land onvermijdelijk maakt. Niet vanuit een dwangmatige donorgestuurdheid maar op basis van de erkenning van een gedeelde verantwoordelijkheid bij de vormgeving van de mondiale ordening volgens de breed geformuleerde beginselen van goed bestuur en beleid. Die invalshoek verdraagt zich niet met de ownership gedachte waarvan de Wereldbank in haar anti-armoede beleid uitgaat en die door minister Herfkens is overgenomen. Deze benadering draagt de hulp vragende Ianden op een Poverty Reduction StrateBY Paper op te stellen om
ecn missie die ik in het voorjaar van 2ooo op uitnodiging van deze multilaterale instelling in Pakistan uitvoerde, moest ik constateren dat deze doelstelling in de maatschappelijke praktijk een zeer !age prioriteit geniet. Zelfs in
die mate dat de ADB zich neerlegt bij het voortduren van gebonden landarbeid op zeer grote schaal en op onvoorstelbaar grove wijze in de provincie Sindh.
s &.o 6 2oo1
28o duidelijk te maken dat zij zelf de verantwoording dragen voor hun doen en Iaten. Het w R R rapport verzet zich natuurlijk niet tegen het uitgangspunt dat de ontwikkelingsopdracht in eerste aanleg de ontvanger van hulp aangaat, maar voegt daaraan toe dat de keuze over de aard van de strategic ook de gever geenszins vrijpleit van actieve betrokkenheid. De conclusie dat beide partijen baat hebben bij het welslagen van de onderneming leidt in een wereldbestel dat op onderlinge afhankelijkheid is gegrondvest tot de vervanging van ownership door partnership. De w R R maakt zich sterk voor meer zeggenschap van ontwikkelingslanden in internationale instanties. N u hebben zij slechts beperkte invloed als het gaat om besluitvorming over o.a. handel en kapitaal, terwijl de resultaten hiervan voor hun vooruitzichten van cruciaal belang zijn. Aan het slot merkt het ad vies op dat de grote verschillen in ontwikkeling tot ernstige problemen kunnen leiden. Het is onwaarschijnlijk dat de negatieve gevolgen hiervan zullen voorbijgaan aan het dee! van de wereld waartoe Nederland behoort. Dit pleit ervoor vergaande consequenties te verbinden aan de Stelling dat het welbegrepen eigenbelang niet het organiserend principe van ontwikkelingssamenwerking kan zijn. Vee! meer zou in de nationale en transnationale beleidsfilosofie het wederzijds be lang voorop dienen te staan. De w R R onder kent dat het snelle tempo waarmee beleidsvernieuwingen op het terrein van ontwikkeling elkaar plegen op te volgen - meestal omdat op korte termijn onvoldoende succes wordt geboekt - het gevaar in zich bergt dat aanvaarding van het intrinsieke be lang van goed bestuur na enige tijd weer voor een volgende, nieuw-modieuze benadering moet plaatsmaken. Het rapport pretendeert niet dat in nood novernance de sleutel van de oplossing van het mondiale ontwikkelingsprobleem ligt, maar meent wei dat het onderwerp hoog op de beleidsagenda zou moeten staan en blijven. Het bereiken van het gestelde doe] zal afhankelijk zijn, aldus de Raad, van de bereidheid een langdurige verbintenis aan te gaan. KennisvermeerderinB In een eerste, nog voorlopige reactie heeft Minister Herfkens Iaten weten allerminst te zijn ingenomen
s Het ligt aileen maar voor de hand dat absurde en op vooringenomenheid gebaseerde meningen niet ontbreken. Een voorbeeld daarvan is het voorstel van de beer Marres, als ambassadeur
met het advies dat, ongevraagd maar goedbedoeld, haar is voorgelegd. 'Ik kan niets met dat rapport', zo heeft zij kortaf Iaten weten. Uit het persbericht dat ingaat op de analyse en aanbevelingen van de WRR, blijkt dat zij de tekst zowel slecht gelezen als verkeerd begrepen heeft. Het ongenoegen dat de bewindsvrouw eerder projecteerde op haar ambtelijke staf - onderbezet en van onvoldoende kwaliteit strekt zich nu ook uit tot 'de wetenschappers' die niet beseffen dat hun kritische commentaren en voorstellen ver buiten de internationale consensus staan. Althans, zoals die dan door haar wordt vertolkt. Het is een niet gering verwijt aan het gerenommeerde gezelschap van pre-adviseurs die de w R R terzijde hebben gestaan bij het opstellen van het rapport. Naar verluidt zou minister Herfkens, uit onvrede over de organisatorische inbedding van haar apparaat, zich een voorstander tonen van een apart ministerie met portefeuille. Maar aan het zoeken naar de juiste departementale vormgeving gaat een belangrijker vraag vooraf, namelijk wat de portefeuille zou moeten behelzen. In een vraaggesprek met Onze Wereld (mei 2co I : 14- Is) stelt de Ieider van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer dat de klassieke ontwikkelingssamenwerking te weinig resultaat heeft geboekt. Het model dat eraan ten grondslag ligt heeft afgedaan, zo licht Melkert zijn uitspraak toe. Het is duidelijk dat in politieke kring een grondige herbezinning op gang komt.S Mijn neiging zou zijn de toekomst van ontwikkelingssamenwerking te begrijpen in het bredere verband van hei: mondialiseringsvraagstuk. Daaraan zijn echter zo veel facetten verbonden dat het onderbrengen ervan in een organisatie a! bij voorbaat lijkt uitgesloten. Niet in de laatste plaats ook omdat de mondiale invalshoek vanuit de eigen taakstelling van de ministeries afzonderlijk invulling behoeft. De coi:irdinatie zal ongetwijfeld het grootste probleem opleveren met als niet denkbeeldig risico dat Financien, Economische Zaken en Buitenlandse Zaken tot de heilige driehoek ervan worden verheven. Wat in ieder geval niet uit het oog mag worden veri oren is herstel en opvoering van de kwaliteit van de expertise die nodig is om vanuit Nederland de verschillende trajecten in het proces van mondiali-
werkzaam op Buitenlandsc Zaken, ontwikkeHngshulp af te schaffen om a. daarmee het dekolonisatieproces te voltooien, b. de mensen om wie het gaat hun waardigheid terug te geven en
c. ontwikkelingslanden de kans te geven op eigcn kracht te doen wat kennelijk met hulp van ons niet lukt (zie Volkskrant 10 mei jl.).
seri dac We VOC
ken van uni sch wil de
hd het krc om one
s &.o 6 2oo1
28 1 eld, ,zo dat RR,
rver' be"jke :it 1 die 1 en hsus vereree de van ~ede
ppaminaar beuille met n de ieke ltaat !slag raak ronzou 1gte lialitcet-
een
tin 1oek zonnget als sche 1oek rden tvan d de Jiali-
sering te volgen en daarop te reageren. Vanuit de gedachte dat wij niet Ianger zelf hoeven te doen wat Wereldbank en andere multilaterale instellingen voor hun rekening nemen, heeft de opbouw van kennis omtrent de Derde Wereld en de dynamiek van het transnationale bestel, binnen en buiten de universiteiten een !age prioriteit gekregen. Verscheidene excellente centra voor de studie van ontwikkeling die aan het begin van de tweede helft van de twintigste eeuw opkwamen zijn verdwenen of hebben een zodanige inkrimping ondergaan dat ook het werkterrein ingrijpend moest worden ingekrompen. De aanhoudende bezuinigingen op de omvang van de wetenschappelijk staf, op kosten van onderzoek en aanschaf van boeken en tijdschriften
nodig om internationaal 'bij' te bUjven, zijn vanuit het Directoraat-Generaal voor Internationale Samenwerking onder achtereenvolgende ministers met grote passiviteit gadegeslagen. Non-gouvernementele organisaties worden niet of nauwelijks aangesproken op de kennis die zij in huis hebben of via hun netwerken kunnen mobiliseren . Tegen die achtergrond moet de slotaanbeveling van het WRRrapport begrepen worden dat het te voeren beleid onderbouwd moet worden met meer kennis dan nu beschikbaar is. JAN BREMAN
Hooaleraar Comparatieve Socioloaie aan de Universiteit van Amsterdam
s Ito 6 2oo1
282
DICK KOOPMANS:
Tussen Azoren en Spitsberaen
s &.o 6 2oo1
VAN
D E
PARTIJ
5
HOLLANDSE JOIK
noordwaarts tot de naald verdwaalt jaagt de golfstroom mist en schip kocht ik van een Same wind of een lege rendierblaas noordwaarts, noordwaarts, maar tot waar sneeuw offert de winter stenen steen offert de zomer sneeuw beiden offeren zij eeuwig aan de nooit voorbije eeuwen die verzameld in de verte naderen op gletsjersleden wat houdt nog de kudde Sam en witte legers of Sjamanen bij het nachtvuur van de zomer wachtend tot de muggen komen wachtend tot de muggen gaan met een mes, zolang gewet tot wie oud genoeg is sterft stilte is van steen of sneeuw soms brengt dooi met duizend beken snel wat zilver naar beneden dan is stilte wer aileen maar aileen is hier aileen DOODEHEEFER
JOIK is een bezwerend lied van Laplanders, ook wei bekend als SAMEN. De dichter is helaas uit het oog verloren, maar hij kent het hoge Noorden als een zeeman en zijn poezie mag er wezen ... (RB)
s &_o 6 2oo1
B 0 E K E N
De affaire Peper Willem Minderhout bespreekt: Bas Soetenhorst, Michie! Zonneveld e.a., Ajrekenen met Peper, Amsterdam: Van Gennep,
1N H
ou o
De affaire Peper Nederland tijdens het lnterbellum
- - - -- - - - - - - - -
-
2oo 1.
Ik ken Bram Peper nauwelijks. Als Hagenaar volgde ik de heisa rond het lscha -interview en rond stadsprovincie, ambtswoning, 7 sojarig bestaan en generaal b.d. Brinkman gei"nteresseerd, maar zijdelings. Peper is voor mij de schrijver van een interessant arti kel over de bevolkingstoename op Java in de negentiende eeuw in een bundel met de toepasselijke naam Geld en Geweten 1 en - vooral - van het essay 'Op zoek naar samenhang en richting' 2 , Dit essay was voor mij een verademing. Een minister, die in het openbaar (hoewel dat officieel per ongeluk was) nadenkt over zaken die de waan van de dag overstijgen, zonder in modieus jargon te vervallen. Wie had dat nog voor mogelijk gehouden? Het was niet meer dan een aanzet tot verder nadenken; enkele oplossingsrichtingen om de door hem gesignaleerde legitimiteitscrisis van de overheid te overwinnen waren voor discussie vatbaar. Toch leek mij dit essay zelfs als basis te kunnen dienen om de sociaal-democratische kip, die hij Wim Kok nog had he! pen plukken, door de rui heen te he! pen. Kort na zijn essayistische triomf - te kort, want deze steen veroorzaakte verbazend weinig rimpels in de Hofvijver, al is het denkbaar dat in Vander Ploeg's lrifodrome de draad wordt opgepakt - begon zijn blazoen pijlsnel te bladderen. Peper en Kroes werden op den duur in de pers zelfs geafficheerd
als het Rotterdamse equivalent van het echtpaar Ceaucescu. Ik ken Michie! Zonneveld nauwelijks, want ik lees geen regionale kranten. Ik ken aileen zijn boekje Het Platte Land waarin hij op charmante wijze een lans breekt voor de merites van de diep in onze geschiedenis gewortelde overlegcultuur. Aan Peper wordt slechts een zin, en dan nog wei tussen haakjes, gewijd: 'Ik laat het overigens aan de beoordeling van de lezer over of de vertegenwoordigers van Nieuw Links, zoals Bram Peper, Andre van der Louw en Han Lammers zich in vergelijking tot hun voorgangers ontpopt hebben tot ware basisdemocraten.' Een ontkennend antwoord van de lezer op deze vraag lijkt Zonneveld niet echt te deren. Hij houdt wei van de - flexibele en aufond democratische - Nederlandse regent. Dezelfde Zonneveld heeft samen met Bas Soetenhorst een hoek geschreven over de affaire Peper. In Afrekenen met Peper lijken ze zich te beperken tot een minutieuze en objectieve reconstructie van de hele affaire. De 'feiten' moeten voor zich spreken. In hetzelfde hoek hebben ze ook nog drie afzonderlijke analyses uitbesteed: een meer analytische benadering over de rol van de pers aan Uri Rosenthal, over de rol van de forensische accountants van K PM G aan Ruud Veenstra, en over integriteitsaffaires aan Leo Huberts en Hans van den Heuvel. Ik zeg met nadruk 'lijken' want de feite11 zijn ook hier voor velerlei interpretatie vatbaar. Op grond van Ajrekenen met Peper krijgt de lezer mijns inziens al te makkelijk de indruk dat er van het 'Schan-
daal rest exe1 raad euzt doo· pen waa kan1 heel red juri1 Zon tev~
van ziet cole ove:
I h Wa1 blijJ jaar ten teg• raac aan zeg wet bij
De: ten Zel briJ uitl mo rec a an ent - rr
tq J
tiel int• pa< nie ool
s &.o 6 2oo1
BOEKEN lent
enale ekje harroor
gelcul een tjes, 1 aan over van :per, .amlhun . tot onttrop lniet I van \era~eeft
een faire 1jken linuJctie iten' 1 hetnog itbelenas aan m de van over Hu-
1.
!want re lerrrond ~ de {eUjk .han-
daal aan de Maas' niet vee! meer rest dan een uit de hand gelopen exercitie van een onprofessionele raadscommissie en overambitieuze 'bean counters', aangevuurd door een hoop ketelmuziek van de pers. De auteurs hechten veel waarde aan de strafrechteUjke kant van de zaak en zoals bekend heeft het OM Peper ontslagen van rechtsvervolging. Soetenhorst is jurist, dus het zij hem vergeven. Zonneveld heeft zich mijns inziens teveellaten leiden door zijn afkeer van 'poUtieke Jehova's' . Hierdoor ziet hij een aantal juist voor politicologen interessante aspecten over het hoofd. De plaats van de burgemeester in het staatsbestel Wat deze lezer onbegrijpelijk blijft vinden is hoe Peper zestien jaar lang burgemeester van Rotterdam kon blijven. Hij werd tegen de wil van de Rotterdamse raad - inclusief PvdA-fractie aangesteld en hij is er, zacht gezegd, niet in geslaagd om deze weerstand, noch bij de raad, noch bij de bevolking, te overwinnen. Desalniettemin werd zijn ambtstermijn keer op keer verlengd. Zelfs de 'super-Hanzen', Kernbrink en Simons, die toch over een uitgebreid netwerk in 'Den Haag' moeten beschikken, durfden de rechtstreekse confrontatie niet aan, maar beperkten zich ertoe enthousiast mee te werken aan een - mislukte - paging om Peper weg te promoveren naar des E R. De auteurs schrijven dit politiek overleven toe aan zijn grote intellectuele vermogen en zijn capaciteit om lange termijnvisies niet aileen voor Rotterdam, maar ook voor de landelijke overheid -
te formuleren. Verder zou het burgemeestersbestaan maar een luizeleven zijn, met weinig bevoegdheden en afgeschermd door een loyale staf. Of de '24-uurs burgemeester' met deze verdediging blij is, is de vraag. Tekenend zijn de 'verzachtende omstandigheden' die de auteurs aanvoeren om een van de twee gevallen waarin ook volgens het oM sprake zou zijn geweest van fraude: .).789,80 aan gedeclareerde etentjes in I 990 - tebagatelliseren: Peper zat in I 990 in een diepe persoonlijke crisis. De crisis was van dien aard dat er destijds waarschijnlijk weinig vruchtbare strategische visies door hem ontwikkeld zijn, maar de vraag of, bij voorbeeld, een wethouder zo'n 'diepe persoonlijke crisis' politiek net zo makkelijk had overleefd als een burgemeester, komt niet in het hoofd van de auteurs op. Blijkbaar is de positie van een burgemeester hoe dan ook onaantastbaar en daar maakte Peper 'gebruik' van. Tekenend is de getuigenis van wethouder Vander Pol, die - nadat ze het prive-gedeelte van een dienstreis had terugbetaald - door Peper werd verweten dat ze 'het verpestte voor de anderen'. Nog opmerkelijker is, dat ze het pas zo'n tien jaar na dato vertelt, omdat ze 'niets meer te verliezen' had. Bovendien: een burgemeester moge dan wei comfortabel afgeschermd zijn door zijn ambtenaren, wie schermt de ambtenaren af van de burgemeester? Zander probleem bleek Peper een eigen 'personeelsbeleid' te kunnen voeren tot er inderdaad een 'loyale staf' overbleef. Een praktijk die hij ook in 'Den Haag' voortzette .
J
AIs er van deze affaire een ding geleerd kan worden, dan is het dat de benoemde en - dus - moeilijk corrigeerbare of afzetbare burgemeester de kans op dit soort toestanden verhoogt. De affaire Spa(h)r van der Hoek (in Middelburg bekend als 'de Buurt Super') toont aan dat dat ook voor kleinere gemeenten geldt. Bij hem was de uiteindelijke doodsteek waarschijnlijk niet zijn disfunctioneren, maar de toorn van de Majesteit vanwege de megalomane toevoeging van het 'h'tje aan zijn naam . De rol van de pers Wat mij aanvankelijk interesseerde was de vraag of deze affaire te duiden was als een voorbeeld van wat Manuel Castells in The Power rif Identity 'tlie politics of scandal' noemt. In het tijdperk na de Koude Oorlog zouden de verschillen tussen de partijen en de cohesie binnen de partijen zelfzijn afgenomen. Men vecht om de kiezergunst en bevecht elkaar niet Ianger op basis van ideeen en programma's, maar op basis van personen en imago. Het loont dus meer om iemands imago aan te tasten dan om iemands ideeen aan te vallen. De media, vaak - in het geval van grotere schandalen - in samenwerking met justitie en volksvertegenwoordigers, bepalen het spel, dat op zijn beurt weer bepaald wordt door en be pal end is voor de publieke opinie en de kijkcijfers. Uri Rosenthal, noemt dit in AJ rekenen met Peper geen schandaalpolitiek, maar het publicitair-politieke complex: een intense wederzijdse bei:nvloeding van media en politieke machtscentra. Hierbij
s&..o 6 2oo1
286 B 0 E K E N gaat het niet meer om ideologische discussies, maar om controle op de macht. De berichtgeving in de zaak Peper was volgens Rosenthal niet bepaald gericht op degene die de nuance zoekt. De media buitelden over elkaar heen met steeds sterker afkeurende adjectieven voor alles wat naar Peper rook . Politici die wellicht geneigd zouden kunnen zijn geweest een en ander te relativeren keken wel uit om dat te doen. De publieke opinie was inrniddels zo antiPeper dat iedere associatie met Peper politieke schade zou opleveren. Een aardige redenering, net als Rosenthal's uitwijdingen over de mogelijke belnvloeding van het onderbewuste van journalisten door de categorieen waaronder Peper in het Persdatasysteem te vinden is. Maar is het ook waar? Het is opmerkelijk met hoeveel reserves de landelijke pers de berichten uitRDenADovernam, ook als je dit deftig 'het cascademodel' noemt. Wat mijns inziens echt opmerkelijk is, is dat de pers in de kwestie Peper nu juist enorm gefaald heeft in die hele 'controle op de macht' . Ongenoegen achter de schermen was de aanleiding tot de kettingreactie die tot de val van Peper zou leiden, of heeft althans de sfeer daarvoor geschapen. Enkele lagere ambtenaren werden na het vertrek van Peper naar Den Haag - vanwege malversaties geschorst of overgeplaatst. Oat was het signaal voor een aantal mensen om de hele bestuurscultuur - beginnend en eindigend met Peper aan de kaak te stellen. Tijdens de periode Peper was er blijkbaar geen journalist in staat geweest of
op het idee gekomen om deze bestuurscultuur in kaart te brengen. Rosenthal constateert dat er sprake is van een controlevacuiim dat wordt opgevuld door de pers. Er blijkt echter sprake van een controlevacuiim tout court. Zoals sinds de 'uitglijder' van Arie de Jong tijdens de CETEco-afTaire bekend is, kan een gedeputeerde zich deze uitspraak niet veroorloven, maar een hooggeleerde toch wei? De klorif tussen 'Den Haaa ' en de rest van de samenlevina Rosenthal schetst het 'publicitairpolitieke complex' rond het Binnenhof, als een hechte gemeenschap waarbinnen pers en politiek samen uitmaken wat wei en niet belangrijk is, ondertussen schijngevechten uitknokkend om de goede relatie maar niet te verbreken. Kritiek op de 'kaasstolp' slaat dus hard terug op de parlementaire journalistiek zelf, waar de non-journalistiek (of pseudosportjournalistiek) van Wouke van Scherrenburg school maakt. Het hyenagedrag waarmee de pers zich op van de kudde afgedwaalde politici stort, is daar slechts een schrille keerzijde van. Ernstiger nog is dat er een enorme kloofblijkt te bestaan tussen de landelijke en de lokale politick, althans in onze partij. 'Den Haag' kende Peper als een intelligent en kundig adviseur, maar toonde geen interesse in zijn discutabele bestuurlijke merites. 'Rotterdam' slaakte een zucht van verlichting dat de verhuizing van Peper naar het kabinet, nude SER niet was gelukt, tot een elegante verlossing zou leiden en peinsde er niet over om 'Den Haag' te waarschuwen.
Het schimmige cooptatiecircuit rond het Binnenhof, waarin nu en dan een salonfahige lokale bestuurder wordt opgenomen, of waaruit een loyaallid van de iuner circle als wethouder ofburgemeester wordt geparachuteerd, blijkt toch de nodige risico's met zich mee te brengen. Conclusies Soetenhorst en Zonneveld hebben er naar gestreefd met hun boek 'genoeg materiaal aan te dragen voor een afgewogen oordeel'. Daar zijn ze zeer redelijk in geslaagd, hoewel ik vind dat ze de feiten nogal vanuit de juridische visie van het oM hebben belicht. De gemeente Rotterdam heeft overigens maar liefst J 64-.ooo mogelijk ten onrechte gedane uitgaven teruggevraagd aan Peper, dus het laatste woord is daar nog niet over gezegd. Ook vond ik een aangedragen 'feit' dat onmogelijk waar kan zijn. In Ajrekenen met Peper wordt opgemerkt dat de relatie tussen Peper en Kok tot een dieptepunt daalde toen Peper in zijn essay' Op zoek naar samenhang en richting' pleitte voor visionair leiderschap. Kok zou volgens de auteurs in zijn wiek geschoten zijn doordat Peper hem niet als visionair Ieider zag. Kok wordt echter in dit essay als een van de zeldzame representanten van dit type met name genoemd. Het aardige is dat Ajrekenen met Peper mij heeft overtuigd van de validiteit van de hoofdthese van Zonnev~ld's Platte Land, namelijk dat de reeds uit de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden daterende instituties buitengewoon krachtig en vitaal
zijn zee1 maa ters blie wet stut ben van kun VOO
tral zijn ginl der Lat• dep tijd mi< con lijk van tiel sGh dar eer.
me zijr Dit nie cas
s &..n 6 2oo 1
BOEKEN ,cir-
arin kale 1, of oner
eeslijkt zich
'ben 10ek 'gen ~el'.
' gee de sche :cht. teeft .ooo
. uittper, nog agen . kan :ordt lssen punt 'Op ring' chap. ~ zijn 'eper zag. ty als :.tan: gen met
n de : van 1elijk ~ Re: Ne:uties vitaal
zijn. De nadruk zou echter niet zozeer moeten liggen op behoud, maar op restauratie. Burgemeesters waren ten tijde van de republiek namelijk niet anders dan wat wethouders nu zijn, dagelijks bestuurders van een gemeente. De benoemde burgemeester zou men vanuit Zonneveld 's perspectief kunnen zien als een aberratie voortvloeiend uit het Franse centralistische model, dat vanwege zijn dienstbaarheid aan de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden gehandhaafd bleef. Laten de wethouders - en de gedeputeerden - in het post-Elzinga tijdperk zelf maar iemand uit hun midden tot burgemeester - of commissaris - kiezen. Een dagelijks bestuurder die zich de mores van Peper zou aanmeten, zou politick gezien geen lang Ieven beschoren zijn. Noodzakelijk is ook dan dat er duidelijke spelregels cen 'integriteitsbeleid' - worden opgesteld, zoals Huberts en Van den Heuvel bepleiten. Op deze manier kan de gemeenteraad op vruchtbare wijze zijn controlerende taak vervullen. Die spelregels hoeven natuurlijk niet zo strikt te zijn dat alleen gecastreerde heiligen het openbaar
bestuur kunnen bevolken, of er toe leiden dat bestuurders als hypocriete angsthazen door het Ieven gaan. De pers moet wei de munitie uit handen worden geslagen om politieke journalistiek te verwarren met bonnetjesjagerij en gewroet in het persoonlijk Ieven. Laat het in godsnaam weer ergens over gaan. Tot slot- maar dat kan hineininterpretieren zijn - lees ikAjrekenen met Peper als een lang en overtuigend pleidooi voor de democratische ledenpartij. 'Wanneer ( ... ) gesproken wordt van een democratische ledenpartij, wordt niet betoogd dat partijleden in aile aspecten van de interne besluitvorming het laatste woord hebben, maar wei dat zij tenrninste - direct of indirect - de partijelite ter verantwoording kunnen roepen en uiteindelijk naar huis kunnen sturen en vervangen door een andere elite. 3 In de Nederlands verhoudingen hoeft dat niet te betekenen dat de oude elite vervolgens geen enkele rol meer speelt. Het lijkt me dan ook geen probleem dat Peper weer een rol kan spelen als adviseur met betrekking tot de Vijfde Nota, als daarmee de kous maar
niet af is. Een nadere evaluatie van de zaak Peper binnen onze partij, door mensen die er vee! beter zicht op hebben dan ik, lijkt me noodzakelijk. 'In this way the hypothetical elements which are still present in my argument can be tested and ( ... ) be determined more exactly.'4 WJLLEM MINDERHOUT
Business consultant Atos Oriain en lid AB cifdelina Den Haaa Reacties araaa naar
[email protected]
* lk ben voor dit artikel vee! dank verschuldigd aan Paul Bordewijk, die mij hoven een witbier in cafe De Posthoorn over het dode punt heen hielp en mij zijn verzamelde Bramcolumns ter beschikking stelde. 1. Bram Peper, 'Population growth in Java in the 19th century. A new interpretation', in: C. Fasseur (red.) Geld en Geweten dee/ 1: 19e eeuw, Den Haag: Martinus Nijhoff, 1980. 2. Bram Peper, ' Op zoek naar samenhang en richting', Sociolisme &.. Democratie jaargang s6, 9, 1999 3· Ruud Koole, 'De toekomst van democratische ledenpartijen', S&J) jaargang .1'71 sB, 12 2000 I I 2001' P·
sB9. 4· Bram Peper, 'Population Growth in Java', Geld en aeweten dee/ I, p Is I.
s &_o
6 2oo 1
288 BOEKEN
Nederland als figurant Ger Verrips bespreekt: Remco van Diepen, Voor Volkenbond en vrede. Nederland en het streven naar een nieuwe wereldorde 1919-1946,
Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 1999·
Tijdens de campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen waarschuwde de gezaghebbende hoogleraar Stanley Hoffmann zijn landgenoten vorig jaar voor 'een zelfingenomen visie die ervan uitgaat dat Amerika zal blijven excelleren in aile takken van machtsuitoefening op aarde en dat het een voorbeeld zal blijven voor andere Ianden', een kijk op de wereid die zowel Democraten als Republikeinen ondanks enige nuances in feite gemeen hebben. Hoffmann wees op factoren die de instabiliteit van het mondiale bestel verhogen: de zich verbredende kloof tussen arme en rijke Ianden en die tussen de kosmopolitische elite en de werkende bevolking; een kapitalisme dat niet in staat blijkt speculatieve zeepbellen te voorkomen en de econornie onafhankelijk te maken van de grill en van het bankwezen en dat zich bovendien heeft verbreid naar Ianden waar een rechtsstaat goeddeels ontbreekt en corruptie hoogtij viert. Zijn belangrijkste aanwijzing voor het beteugelen van deze gevaarlijke gang ontwikkelingen luidde: 'De wereld heeft behoefte aan een netwerk van instellingen die toezicht houden op de handhaving van internationale afspraken inzake billijkheid en bescherming en deze zonodig kun-
nen afdwingen .' 1 Het is een denkbeeld dat op de internationale politieke agenda staat sinds het in 1 9 1 9, enkele maanden na de beeindiging van de Eerste Wereldoorlog op initiatief van de Amerikaanse president Wilson, tot oprichting kwam van de Volkenbond. Een denkbeeld dat in ons land altijd velen heeft aangesproken en nog altijd is terug te vinden in de programma's van de Nederlandse politieke partijen en regeringen, inrniddels vooral gericht op de rol van de Verenigde Naties. De orde van Versailles Remco van Diepens studie van de geschiedenis van de Volkenbond en de Nederlandse buitenlandse politiek in de periode tussen de wereldoorlogen brengt een aantal belangrijke en verhelderende correcties aan op gangbare beelden van deze volkerenorganisatie en het regeringsbeleid tijdens het Interbellum. Enkele thema's die hij erin heeft aangesneden zijn van grote actuele betekenis gebleven. Voor de Volkenbond bleek indertijd slechts een rol weggelegd als overlegorgaan, aanvulling op de traditionele diplomatic, en allerminst als alternatief ervoor. Na een informatief en grondig gemotiveerd betoog besluit Van Diepen: 'De Volkenbond stoelde op irreele ideeen over de ware aard van de internationale betrekkingen. [ ... ] Als er al sprake is van een 'algemeen belang', dan tonen de gebeurtenissen van de jaren twintig en dertig aan dat de meeste staten slechts in beperkte mate bereid zijn hun nationale belangen hieraan op te offeren. De renaissance spirituelle die nodig zou zijn
geweest om de Volkenbond te Iaten functioneren zoals door Wilson was bedoeld bleef na 191 9 achterwege. Tot dusverre heeft deze oms lag zich ook nog niet voltrokken en het lijkt er evenmin op dat dit in de nabije toekomst alsnog zal gebeuren.' Hij acht het een illusie dat de Verenigde N aties wei aan de indertijd zo hooggespannen verwachtingen over de mogelijkheden van de Volkenbond zullen kunnen beantwoorden. Hoewel, anders dan bij de Volkenbond, aile grote, invloedrijke staten in de wereld er dee! van uitmaken en enkele door een permanente zetel in de Veiligheidsraad terecht een zwaarder kaliber is toegemeten, meent Van Diepen dat 'de gedachte dat de v N tot een verbeterde versie van de Volkenbond kunnen worden omgevormd helemaal naar het rijk der fabelen client te worden verwezen.' Er is een rode draad zichtbaar in Van Diepens geschiedenis van de Volkenbond. Van Diepen meent dat tactloos en egocentrisch optreden van Wilson er de oorzaak van was, dat het Congres in Washington zijn voorstel tot aanslui ting bij de Volkenbond afwees en dit onder andere ertoe heeft geleid dat 'de Volkenbond niet in staat was een oplossing te bieden voor het centrale internationale vraagstuk dat zich na 1919 manifesteerde: het verzoenen van de begrijpelijke veiligheidsverlangens van Frankrijk met de noodzaak Duitsland in de Europese orde te herintegreren.' De Yolkenbond was van begin af aan in twee kampen verdeeld. 'Enerzijds was er een groep, bestaande uit Frankrijk en zijn bondgenoten, die van de Volkenbond
des ste' derden een de' Eur gen zou mO'
her een ten had en gen kur intc pia• her ger lid we daa spe I de; tig gn vet We de era
'di te} V01
on co wa tin nic de de va:
Va ve
s &.o 6 loot
B 0 1 te ~oor 1919
1eeft volnop ~ alsteen >wei nnen ~ lijk
ullen
:wei, , aile n de 1n en zetel t een eten, : geerbebond •heledient arin an de n.eent h op•rzaak Wasnsluites en ft ge~et in 1ieden ionale maniM de erlannood·opese begin deeld. p, belbondnbond
de schildwacht van de (na de Eerste Wereldoorlog in Versailles ondertekende) vredesverdragen wilden maken. Daartegenover stond een groep staten die geloofden dat de vredesverdragen geen stabiele Europese orde in het Ieven hadden geroepen. Volgens deze groep [... ] zou de Volkenbond juist een rol moeten spelen bij de vreedzame herziening van die verdragen. Met een garantie van de Verenigde Staten en Groot-Brittannie op zak had Frankrijk een constructiever en tegemoetkomender beleid jegens de voormalige Centralen kunnen voeren. Er had misschien internationaal overleg kunnen plaatsvinden over de vreedzame herziening van de vredesverdragen; zouden de Verenigde Staten lid van de Volkenbond zijn geweest, dan had deze organisatie • daarbij een nuttige rol kunnen spelen.' De belangrijke uitkomst van deze situatie in de jaren twintig: 'De (nationaal-socialistische) groeperingen in Duitsland die hun verzet tegen de Republiek van Weimar baseerden op het feit dat de regering van (sociaal-democraat) Philipp Scheidemann het 'dictaat' van Versailles had ondertekend, zou dan het gras voor de voeten zijn weggemaaid. [.. .] De ondergang van de Volkenbond als collectieve veiligheidsorganisatie was het gevolg van de ineenstorting van de orde van Versailles, niet de oorzaak. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was niet de consequentie van het "falen" van de Volkenbond.' Nuchter en pragmatisch Van Diepen herinnert eraan dat velen in Nederland tot ver na de
E K E N
machtsovername van de Duitse nazis erop vertrouwden dat Hitler-Duitsland welwillend zou zijn, mits zijn gerechtvaardigde eisen maar zouden worden ingewilligd . Hij kwalificeert de visie van de Nederlandse regering op de Volkenbond in die jaren als 'nuchter, praktisch en pragmatisch [... ]eerder voorzichtig en conservatief dan idealistisch of legalistisch [... ] (De ministers) Van Karnebeek en Struycken legden er de nadruk op, dat er pas een begin kon worden gemaakt met de vorming van een internationale rechtsorde indien er eerst een stabiele politieke orde in Europa zou zijn gevestigd.' Men ginger van uit dat ons land bij 'een aanval van een continentale grootmacht altijd op hul p van de andere twee grote West-Europese mogendheden zou kunnen rekenen. Deze rol van Nederland als baron de balance, en niet het lidmaatschap van de Volkenbond, vormde in de ogen van Van Karnebeek en Struycken de voornaamste waarborg voor de Nederlandse veiligheid.' Het was vooral Van Karnebeek die streefde naar de relntegratie van Duitsland in de Europese orde en naar in ieder geval een gedeeltelijk herstel van de macht van dat land. Pas als het machtsevenwicht tussen Frankrijk en Duitsland enigszins zou zijn hersteld en Duitsland tot de Volkenbond zou zijn toegetreden, zou er een voorzichtig begin kunnen worden gemaakt met de verdere juridische ontwikkeling van de volkerenorganisatie. Dergelijke observaties van Van Diepen roepen bij een terugblik op de gehele twintigste eeuw overigens een sterk dejd vu-gevoel op:
het bevorderen van de re-integratie van de grote buur Duitsland in vreedzame Europese verhoudingen is een fundamenteel gegeven in de Nederlandse buitenlandse politiek in de gehele twintigste eeuw, niet alleen na afloop van de Eerste maar ook na de Tweede Wereldoorlog. Nude Koude Oorlog en de deling van Duitsland zijn beeindigd en Europa opnieuw naar een evenwichtig statenstelsel zoekt, wordt dit beleid voortgezet, in een overigens tegenover het nieuwe, democratische Duitsland welwillender West-Europa. Nederland voor 'appeasement' De aanval van het fascistische Italic op Ethiopie in 1 9 3S bracht een primeur in de wereldgeschiedenis: voor het eerst werden door een internationale organisatie sancties afgekondigd tegen . een agressor. Men meende dat als Italie zijn gang zou kunnen gaan Duitsland en Japan een vrijbrief kregen om zich van de koloniale gebieden van de kleine Europese mogendheden meester te maken. In linkse kringen zag men in een geslaagde actie van de Volkenbond een waarschuwing aan het adres van Hitler. Maar de voorstanders kwamen uiteindelijk van een koude kermis thuis. 'In Britse en Franse ogen was Italic een nuttige bondgenoot tegen Duitsland. De grote Westerse democratieen zagcn er dan ook weinig in Italic tegen zich in het harnas te jagen,' stelt Van Diepen. Het falen van de sanctiepolitiek van de Volkenbond leidde er toe dat de rol van devolkerenorganisatie op politiek gebied in feite nagenoeg was uitgespeeld. Een ernstiger probleem, vee!
s &..o 6 2oo'
B 0
dichter bij huis, vormden de revanchepolitiek en oorlogsvoorbereiding van het Hitler-regime. Maar, stelt Van Diepen vast, 'aangezien de grate democratische mogendheden niet in staat of bereid waren een gemeenschappelijk front tegen Duitsland te vormen, zat er voor Nederland weinig anders op dan zich enerzijds zo goed en zo kwaad als dat ging te bewapenen, anderzijds te proberen buiten het internationale gewoel te blijven.' In de tweede helft van de jaren dertig had ook de vrees voor Japanse agressie tegen NederlandsIndie verregaande gevolgen voor het Nederlandse beleid. Herintegratie van Duitsland in de Europese orde leek urgent geworden. Wanneer in Europa oorlog uitbrak, zou Japan daar gebruik van kunnen maken. Premier Colijn, schrijft Van Diepen, 'besefte in de lente van 1 9 36 wei dat de N ederlandse positie in zowel Europa als Azie zwakker was geworden. Hij achtte de Japanse dreiging echter grater dan de Duitse. [.. . ] Onder Ieiding van Colijn zou de Nederlandse regering zich na het einde van de ltaliaans-Ethiopische oarlog met meer overtuiging dan ooit achter de Britse appeasement-politiek scharen.' Een politiek waarin op de Duitse expansie werd geantwoord met tegemoetkoming en compromis. Van Diepen wijst er meermalen terecht op dat deN ederlandse politiek in het interbellum aansloot op de Britse. Zijn betoog zou gediend zijn geweest met wat uitgewerkter schetsen van de visie op de Volkenbond in de Britse buitenlandse politiek, die indertijd sterker moet zijn ingegeven ge-
E K E N
weest door overwegingen inzake koloniale belangen dan door de vraag hoe het binnenlandse regime in Duitsland was ingericht en wat Hitlers ambities ten opzichte van de buurlanden waren. Politieke wil Bij de aanpak van de grate internationale politieke problemen blijft de erkenning van de soevereiniteit van de staten cruciaal en bepalen de economische en rnilitaire krachtsverhoudingen, de politieke wil, de talenten van de regeerders en de situatie aan hun thuisfront, de uitkomsten . Dit geldt voor de mogendheden die doorslaggevende keuzes maken op het hoofdtoneel in de wereld politiek maar ook voor wie zelden verder komen dan de coulissen of een zijtoneel. De kern en de actualiteit van het betoog van Van Diepen over de ervaring met de Volkenbond is dat 'in feite geen enkele volkerenorganisatie in staat is orde in de internationale chaos te scheppen' en ook nu - nu het idealisme dat tot de oprichting van de Volkenbond leidde zich manifesteert in a! te hoge verwachtingen omtrent de rol van de Verenigde Naties - 'in feite geen enkele staat werkelijk bereid is de nationale veiligheid geheel en a! toe te vertrouwen aan de macht van de "internationale gemeenschap"'. Het blijkt niet aileen op wereldschaal, het blijkt ook waar het gaat om het bepalen van de politieke wil van de kleinere 'internationale gemeenschap' die Europese Unie heet. Pleidooien voor ingrijpende wijzigingen van het VN-Handvest op grand van de 'nieuwe realiteiten' en de 'nieuwe uitdagingen'
ten behoeve van vrede en veiligheid, internationale economische en sociale hervormingen met het oog op beter Beheer van de Aarde en de Toekomst van de Mensheid, rekening houdend met de rechten van de mens, de zorg voor natuur en milieu, de noodzaak van normen en waarden etc. 2 , prikkelen wellicht nu en dan tot een zinvolle kritische heroverweging van toekomstplannen en -verwachtingen. Zolang er echter niet de vraag aan wordt gekoppeld hoe de benodigde politieke wil, van de afzonderlijke staten dan wei van de 'internationale gemeenschap', kan worden gemobiliseerd, blijft het bij een vrijblijvend theoretiseren dat nooit enig praktisch effect zal sorteren. Amerikaanse heaemonie George W Bush werd tot president van de vs gekozen met de steun van een stroming in de Amerikaanse politiek die, zich baserend op de economische, militaire en technologische suprematie van cUt land jegens de rest van de wereid - het Amerikaanse erfdeel in de nalatenschap van de Koude Oorlog met de Sovjet-Unie- een openlijke, mondiale, meer of minder 'welwillende', Amerikaanse hegemonie nastreeft. Recente confrontaties met communistisch China hebben in menig politiek commentaar de vraag opgeroepen of ons in de eerste helft van de eenentwintigste eeuw een tweede Koude Oorlog staat te wachten, dit keer om de macht in de Pacific end daaraan grenzende del en van Azie. Voorlopig is een dergelijke conclusie te voorbarig. De huidige situatie in de Pacific regia is niet te
verg van gen· met rijk• oor• koe lead the cou are Chi ulti the sin~
plo: win dor dov I in d ken gev eDi
Ian'
s &_o
6
2oo1
BOEKEN !veilignische let het Aarde ~sheid,
echten natuur In norkkelen involle m toetingen. aag aan beno. afzon:de 'in1', kan 'ijft het !tiseren feet zal
I
~ presi'met de leAmeh basenilitaire atie van . de we·fdeel in Koude ie - een ·ofminrikaanse Recente mistisch politiek eroepen : van de 1 tweede vachten, e Pacific lei en van
ijkeconIidige siis niet te
vergelijken met die in het Europa van de twintigste eeuw en het tegenwoordige China nauwelijks met de Sovjet-Unie. Een belangrijke Australische waarnemer beoordeelde de spanningen met een koele blik en schreef: 'China's leaders are under no illusion that the greatest challenge to the country's stability and prosperity are internal rather than external. China's position in the world will ultimately be determined by how the government deals with pressing domestic issues like unemployment, pollution and the growing pressure for political freedom, not by its capacity to stare down the United States.' 3 Hoe het ook zij, er tekent zich in de Pacific nog geen rol van betekenis af voor Europa en in elk geval geen enkele ruimte voor enig zelfstandig optreden van ons land. Van Diepen schrijft dat zelfs
in de jaren dertig, toen Nederland het gezag uitoefende in het rijke, strategisch belangrijke Indonesie, Nederland 'niet vee! meer dan een figurant op het internationale tonee!' was. Zijn boek bevat geen aanwijzingen dat er nadien voor ons land ooit meer bleef weggelegd. Van Diepens studie laat zien hoe betrekkelijk en gering de betekenis van idealistisch streven naar verbeteringen in teksten van diverse universele verklaringen en verdragen, handvesten en rechtsbeginselen is. Ze laat de vraag open in hoeverre Nederland uit de geschiedenis van de Volkenbond daadwerkelijk lessen heeft getrokken voor haar optreden in de Verenigde Naties en voor haar opstelling bij de versterking van de Europese Unie, zonder welke ons land in grote internationale kwesties weinig tot niets kan uitrichten
en er voor ons inderdaad niet meer is weggelegd dan de rol van een niet meetellend laat staan meesprekend acteur. Met zijn Voor Volkenbond en vrede. Nederland en het streven naar een nieuwe wereldorde 1919-1946 heeft Van Diepen wei Iaten zien dat hij voor de gewenste vervolgonderzoeken de aangewezen man zou kunnen zijn. GER VERRIPS
Schrijver 1. Stanley Hoffmann: 'Amerika heeft het niet aileen voor het zeggen ' , NRC 18 februari 2ooo. 2. Nico Schrijver: ' De Verenigde Naties na honderd jaar', in: lntern ationale Spectator, januari 2ooo. 3. Alan Dupont is directeur van het Asia-Pacific Security Program at Australian National University 's Strategic and Defense Studies Center. Zijn beschouwing, ' US ;md China Have Drawn Ne Lines in the Sand', stond in de International Herald Tribune van 14- 1 s april 2oo 1 .
s &..o 6 2oo 1
Nieuwe wss-publicatie
Multiple Third Ways De Derde Weg is, zonder twijfel, het gemeenschappelijk referentiepunt geworden van de Europese sociaal-democratie. Het is het label waaronder de ideologische en programmatische vernieuwing van de sociaal-democratie kan worden begrepen. Het Derde Wegconcept heeft een vrijwel precedentloos transnationaal debat losgemaakt over de waarden van centrumlinkse poHtiek en over hoe te reageren op een wereld in fundamentele verandering. Men kan zelfs poneren, dat het Derde Weg discours een paradigmawisseling in de sociaal-democratie representeert, vergelijkbaar met het marxisme, 'Bad Godesberg' of het Keynesianism. De achtergrond van deze omslag wordt gevormd door een fundamentele transformatie van de economie, de sociologie en de cu ltuur van de Westerse democratien in de afgelopen decennia. Dit heeft, in de eerste plaats, geleid tot een convergentie in termen van de hervorming van de verzorgingsstaat. Elke Europese sociaaldemocratische partij is volop bezig met moderrusering en herontwerp van het verzorgingsstaatmodel. Van een 'enkelvoudige' Derde Weg kan ruerbij trouwens niet worden gesproken. De reactie op en aanpassing aan gemeenschappelijke wtdagingen en externe spanningen door het bonte gezelschap Europese sociaal-democraten varieert aanzienlijk, mede afhankelijk van uiteenlopende nationale tradities, verzorgingsstaatsregimes en partijpolitieke stelsels.
Het nieuwe Derde Weg-paradigma vertegenwoordigt een delicate balans tussen eenheid en verscheidenheid, convergentie en divergentie. De Europese sociaal-democratie is en blijft een verhaal van 'Multiple Third Ways'. Onder geHjknamigc titel bracht het Forum Scholars for European Social Democracy - een netwerk van denktanks en politieke instituten, verbonden met sociaaldemocratische partijen in tal van landen van Europa - zojuist haar nieuwe hoek wt. Multiple Third Ways. European Social Democracy facing the Twin Revolution if Globalisation and the Knowledge Society, onder redactie van Rene Cuperus, Karl Duffek & Johannes Kandel, bundelt visies en commentaren van uiteenlopende wetenschappers en politici wt diverse Europese landen op het gedachtengoed van de Derde Weg. Het biedt, in het bijzonder, een fraaie documentatie van de ontvangst van New Labour en de Derde Weg op het Europese continent. Met bijdragen van ondermeer: Wolfgang Thierse, Fritz Scharpf, Roger Liddle, Mario Telo, Alain Bergouruoux, Wolfgang Merkel, Gabriel Colome, Heinz Fischer, Charlotte Svensson, Rene Cuperus en Thomas Meyer. R. Cuperus, K. Duffek & J. Kandel (red). Multiple Third Ways. European Social Democracy facing the Twin Revolution if Globalisation and the Knowledge Society ISBN 90-7257s-7o-9~Engelstalig, 256 p. Te bestellen door overmaking van f 39,- op postbankrekening 3479700, o.v.v PvdA-boeken en brochures, bestelnr. 774· Tevens verkrijgbaar in de academische boekhandel.
1
Ren Maa Paul Mar Coe Mar Bart Riel
1
Thij Broo Gre Reil Jet I Jacc Hu~
Frar Anr
Wil
Wia Post 100 (o2o Fax E-m
Inte
De 1 Gra naa1 disk
COLOFON
!n-
den ttie. ; een
v - een 1.ktanks ituten, sociaal•artijen 1 van t haar
ays. the Twin :the r, onder
"le
i>uffek &
1,
Redactie Rene Cuperus, eindredacteur Maarten Hajer Paul Kalma, secretaris Marijke Linthorst Coen Teulings Margo Trappenburg Bart Tromp Richard 't Hart (Boeken) Redactieraad Thijs Woltgens, Y.Oorzitter Broer Akkerboom Greetje van den Bergh Rein Bloem Jet Bussemaker Jacobus Delwaide Hugo Keuzenkamp Frans Leijnse Anna Vos Willem Witteveen
1
an uitenilitici uit e landen 1ngoed veg. Het zonder, mentatie :t van 1 de het 111ent. ·an rpf, ioux, sen
Multiple
1 the Twin ~
Societ;y
•p
oeken en >aar in
Uitaever Uitgeverij Boom, Prinsengracht 747- 7 s 1, 1 o I 7 J x Amsterdam Internet: http: II www. uitgeverijboom. nl Abonnementen
Voor abonnementen of een kennismakingsnummer, bel: (o522) 237555·
De abonnementsprijs bedraagt 1 I 2o,- per jaar, voor instellingen en buitenlandse abonnementen I 7 ,so. Een studenten/aio/oio of JS- abonnement kost 17 s,- . Losse nummers 1 Is,- . Een nieuw abonnement kan op elk gewenst moment ingaan. Opzeggen kan tot een maand voor het einde van de jaargang.
12
Abonnementenadministratie Boom Distributiecentrum Postbus 4oo 7940 AK Meppel Tel. (os22) 237SH fax (os22) 253864
Redactieadres Wiardi Beckman Stichting Postbus 1 3 I o I ooo BH Amsterdam
Ontwerp Typography & Other Serious Matters, Rotterdam
(o2o)SSI2IH Fax (o2o) s SI 22
Lay-out Jos B. Koene, Amsterdam
so
E-mail:
[email protected] Internet: http ://www. wbst.nl De redactie verwelkomt bijdragen. Graag kopij in woRD of w P toezenden per email naar s&d@pvda .nl, of per post vergezeld van een diskette.
© 2 oo I, Uitgeverij Boom, Amsterdam
Niets uit dit tijdschrift mag worden vermenigvuldigd en/ of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
' De beschamende constante in de geschiedenis van de w A o is dat de inkomenswaarborg iedere keer onder druk komt als preventie en re1ntegratie falen. ' - D. Wolfson CEen grate, goeddeels niet te reguleren toestroom
van migranten kan niet alleen lei den tot sociale instabiliteit, maar ondermijnt wellicht op termijn ook het maatschappelijk draagvlak voor de opvang van vluchtelingen. ' - B. Middel &_N. Albayrak CPolitiek wordt niet langer opgevat als een fraaie
kringloop waarin wensen werkelijkheid worden, maar veeleer als een infernale cirkel die persoonlijke frustraties verwerkt tot publiek ongenoegen. ' - M. Elchardus CHet risico is nu dat de PvdA de 'erfenis van Paars' in
zijn:..geheel aan de andere erfgenaam, de vvn, laat; daarmee de suggestie wekkend alsof de peri ode-Kok een soort tijdelijke flauwte van de PvdA is geweest. Over kortz:tchtigheid gesproken.' - R. Cuperus
ISSN 0037-8135
Boom Tijdschriften ~v~erbond Groep ultgeven voor vat.: en w•tenschap
M
s JA