KPOPORTAAL KPO Portaal is een uitgave van de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Roosendaal
IN BEWEGING KPO scholen in beweging ‘Een bewogen idee’: leraar wint innovatieprijs KPO start zomerschool Studenten Master SEN houden KPO in beweging
Nr. 4 - Februari 2010
2
KPOPORTAAL
Februari 2010
Bestuur in beweging Het thema van deze KPO-portaal is bewegen. Bewegen betekent eigenlijk van positie veranderen. KPO is een organisatie in beweging en is het afgelopen jaar van positie veranderd, zeker op bestuurlijk gebied. Na een jarenlange voorbereiding, de eerste gesprekken vonden plaats in mei 2003, werd op 1 januari 2009
gestart met het bestuursmodel College van Bestuur en Raad van Toezicht. Het College van Bestuur vormt het bevoegde gezag en bestuurt de organisatie. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de kwaliteit van het besturen en keurt onder andere de door het bestuur vastgestelde jaarrekening en begroting goed. Het bestuur van vóór 1 januari 2009 wilde, met de keuze van dit bestuursmodel, komen tot een betere afstemming van verantwoordelijkheden en het elkaar beter informeren over de wijze waarop die verantwoordelijkheden zijn opgepakt en worden uitgevoerd. Naast de keuze voor een ander bestuursmodel is tevens overgegaan tot de aanpassing van de managementkolom. De verdeling van de organisatie
in clusters met aan het hoofd de clusterdirecteur is verlaten. De locatiedirecteuren worden integraal directeur en dragen de verantwoordelijkheid voor het onderwijs op de school, het personeelsbeleid, het beheer en de strategische beleidsvoering. Zij worden bij de uitvoering van hun werk ondersteund door het stafbureau. Over de behaalde resultaten op genoemde gebieden informeren zij het bestuur. Met deze herschikking van verantwoordelijkheden is de organisatie ‘platter’ geworden. Het zoeken naar de goede invulling van de nieuwe taken is in volle gang. Alle medewerkers van onze organisatie staan samen met hun leidinggevenden garant voor het welslagen van deze reorganisatie. Zij blijven koersen op de resultaatgerichtheid die KPO
voorstaat. Daar willen we samen trots op zijn. We leveren kwaliteit en dat willen we weten. Maar vooral ‘dat willen we laten weten’. Goede communicatie met de ouders van de leerlingen, de medewerkers en de samenwerkende partners is van essentieel belang om op een transparante wijze verantwoording af te kunnen leggen over de resultaten die worden behaald en over de richting die wij met ons onderwijs op willen. De in een krantenartikel van april 2008 gemaakte opmerking dat KPO is te vergelijken met een trein die gestaag verder gaat met de nodige zorg voor de juiste koers en snelheid, is nog steeds van toepassing. Een aantal projecten wordt voorbereid en uitgevoerd. Ter illustratie wordt hiervan een selectie
genoemd: tweetalig onderwijs, de uitbreiding van het aantal brede scholen, de Opleidingsschool, de start met de talentenschool, de introductie van de Leonardoschool voor hoogbegaafde kinderen, De Zomerschool, het thema techniek en wetenschap, de ontwikkeling van een KPO kenniscentrum, het expertisecentrum verbonden aan de De Sponder, het project Passend Onderwijs en dergelijke. De redactie van KPO-portaal wil haar lezers informeren over de ontwikkelingen die zich binnen de organisatie voordoen en de wijze waarop wij in beweging zijn en dat ook graag willen blijven. Ik wens u veel leesplezier. Ad Stadhouders, voorzitter College van Bestuur
Opleiden In De School met GOED geaccrediteerd
Opleiden doen we samen Na drie intensieve voorbereidingsjaren is in de eerste week van juli vanuit het ministerie het bericht gekomen dat door de Nederlandse Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) het project ‘Opleiden In De School’ dat door KPO-Roosendaal samen met de PABO te Breda wordt uitgevoerd met ‘goed’ is beoordeeld. Hiermee erkent de NVAO de kwaliteit van de samenwerking tussen de PABO en KPO en het feit dat zij in gezamenlijkheid zorgen voor een uitstekende opleiding voor leerkrachten basisonderwijs. De PABO Breda en KPO Roosendaal zijn nu een door de minister geaccrediteerd en erkend opleidingsinstituut. KPO richt zich vooral op het praktijkgedeelte van de opleiding. Om daar samen met de pabo goed leiding aan te geven is er door KPO een projectbureau opgericht van waaruit studenten, coaches en mentoren worden ondersteund en begeleid. Het uiteindelijke resultaat moet zijn dat er goed geschoolde leerkrachten de opleiding verlaten. Het onderwijs staat of valt nu eenmaal met de kwaliteit van de juf of meneer die voor de klas staat. KPO is zich daarvan bewust en voelt zich mede verantwoordelijk voor een adequate scholing van haar medewerkers. De NVAO is van mening dat KPO deze verantwoordelijk in de afgelopen jaren op een goede wijze heeft opgepakt en wil
dit middels de accreditatie van KPO als Opleidingsschool tot uitdrukking brengen. De accreditatie van KPO is voor de minister aanleiding om gedurende zes jaar een jaarlijkse subsidie toe te kennen van e 300.000,–. Opleiden In De School wordt door het college van bestuur gezien als een positieve ontwikkeling en een extra impuls voor de organisatie en spreekt hiervoor dan ook haar waardering uit. Evenals het College van Burgemeester en Wethouders, dat KPO hartelijk heeft gefeliciteerd met de benoeming tot Opleidingsschool in het kader van het programma ‘Krachtig Meesterschap’. Eenmaal goed aan de start verschijnen, betekent niet dat we de scholing achter ons kunnen laten; integendeel. Leerkrachten wordt nadrukkelijk gevraagd zich te blijven scholen om zo die goed gekwalificeerde leerkracht te blijven. Deze behoefte aan blijvende scholing komt binnen KPO onder andere tot uitdrukking in het feit dat sinds 1 september 2008 53 leerkrachten een Masteropleiding volgen om zo kinderen nog beter te kunnen begeleiden. In juni 2010 studeren deze leerkrachten af als Master in Special Educational Needs. Dan zal op iedere KPO school minstens één, maar vaker meer dan één ‘master’ werkzaam zijn. Het gaat dan om Intern Begeleiders, Gedragsspecialisten en Gespecialiseerde leer-
krachten. Op deze wijze proberen wij als organisatie een passend antwoord te vinden op passend onderwijs. Het gaat niet zozeer om allerlei netwerken, structuren en dergelijke, maar om de kwaliteit en de toerusting van de leerkracht. Het onderwijs aan en de begeleiding van de kinderen gebeurt toch voornamelijk in de klas door die goed opgeleide juf of meneer. Zij moeten het onderwijs passend maken. Na de afronding van de eerste
Marleen van Peer, Patricia Vissenberg en Ineke Hoppenbrouwers
Masteropleiding die in samenwerking met de Fontys Hogeschool en Avans Hogeschool in Roosendaal wordt georganiseerd, zal bij voldoende animo in augustus 2010
worden gestart met de Master ‘Leren en Innoveren’. Ad Stadhouders, voorzitter College van Bestuur
Leren en Innoveren De Master Leren en Innoveren is bedoeld voor leraren die een voortrekkersrol willen vervullen in de verbetering en vernieuwing van het onderwijs en daarbij een inspiratiebron willen zijn voor hun collega’s. Het opleidingsprogramma is gericht op de zittende leraar met enkele jaren werkervaring, die expertleraar wil worden in het primair onderwijs. Het gaat dan ook om een opleiding waarbij de nieuwste inzichten op het gebied van vernieuwen worden samengebracht binnen de context van de eigen werkomgeving.
De opleiding is erop gericht de professionaliteit van de leraar te verhogen, zodat hij of zij in staat is om onderwijsvernieuwingen (op kleine en/of grotere schaal) kritisch te begeleiden en deze te onderscheiden van trends, mythes en modes op onderwijskundig terrein. Daar leraren meer dan voorheen grote inspanningen dienen te leveren om in te spelen op maatschappelijke veranderingen, wordt deze Masteropleiding gezien als een belangrijke meerwaarde voor de professionele ontwikkeling van leraren en daarmee ook voor de ontwikkeling van de school.
Om deze reden stelt KPO hen in de gelegenheid tot het volgen van de Master Leren en Innoveren. Er wordt naar gestreefd de colleges te laten plaatsvinden in Roosendaal. Voor de bekostiging van de opleiding kan gebruik worden gemaakt van de lerarenbeurs. In het begin van het nieuwe jaar zal een informatiebijeenkomst worden georganiseerd. Voor meer informatie over de Master kan men terecht bij Greetje van den Heiligenberg: g.v.d.heiligenberg@ kporoosendaal.nl Greetje van den Heiligenberg, onderwijskundig beleidsmede-werker
KPOPORTAAL
Februari 2010
3
Studenten Master SEN houden KPO in beweging Veel collega’s die momenteel werkzaam zijn bij KPO zijn opgevoed en opgeleid vanuit het gedachtegoed van de drie R’s: Rust, Reinheid en Regelmaat. Een term als Reinheid kom je nagenoeg niet meer tegen, maar het idee achter dit gedachtegoed is nog steeds zichtbaar op de werkvloer van het basisonderwijs. Dit houdt alles behalve in dat het onderwijs een starre, ingedutte tak van sport is. Onderwijs staat middenin de maatschappij en maakt daar expliciet deel van uit. Elke school dient in staat te zijn om leerlingen adequaat op te vangen, wat betekent dat het onderwijs op adaptieve wijze inspeelt op de behoeften van de leerlingen die zich binnen de dynamiek van de maatschappij staande moeten zien te houden.
De leerlingenpopulatie van scholen wordt steeds meer heterogeen van aard en vraagt van de leerkrachten in hun aanpak een zekere mate van differentiatie. De drie R’s vormen een prima uitgangspunt, maar er is meer nodig om elke leerling voldoende te bieden. De leerkracht dient de diversiteit aan pedagogische, didactische, sociaal-emotionele en motorische behoeften te onderkennen en hierop in te spelen. Een onderwijskundige innovatie als Passend Onderwijs maakt dat ook duidelijk. In haar laatste brief aan de Tweede Kamer van oktober 2009 schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma onder andere: ‘Cruciaal is dat de leraar in de klas voldoende is toegerust op het verzorgen van onderwijs aan leerlingen met verschillende capaciteiten en zorgbehoeften en de communicatie met ouders hierover. Het vergroten van de deskundigheid van leraren speelt daarin een belangrijke rol.’ Kortom, het onderwijs is volop in beweging en dit betekent dat er een groot beroep wordt gedaan op de kennis en deskundigheid van leerkrachten. Een groep van zo’n 53 leerkrachten van KPO is dan ook zelf in beweging gekomen. Zij zijn vorig jaar gestart met de Master SEN (Special Educational Needs) en zitten nu in het tweede jaar van de opleiding. Dit betekent dat zij inmiddels toe zijn aan het schrijven van een afstudeerwerkstuk, in de vorm van een praktijkonderzoek dat is gericht op een bepaalde verlegenheidssituatie binnen de klas of school waar zij zelf werkzaam zijn. Op deze wijze wordt ernaar gestreefd een win-win situatie te realiseren: zowel winst voor de persoonlijke professionele ontwikkeling, als winst voor de ontwikkeling van de school. Het onderzoek dient een mogelijke verandering te bewerkstelligen en daarmee een bijdrage te leveren aan de verbetering van de onderwijskwaliteit en de realisatie van Passend Onderwijs. Het onderzoek dient er tevens op te zijn gericht collega’s, het team, of wellicht het hele bestuur in beweging
te brengen. Een beweging die leidt tot nóg beter onderwijs voor de leerlingen die aan ons zijn toevertrouwd. Om een indruk te geven van de onderwerpen die binnen de afstudeeronderzoeken aan de orde komen, is een viertal collega’s gevraagd in het kort de inhoud en de waarde van hun onderzoek weer te geven. IRMA VAN DER POST; LEERKRACHT DE VLINDERTUIN Een hyperactief kind met ADHD, of... een energiek en uitbundig kind. Een brutaal kind met een grote mond, of... een verbaal sterk kind dat goed voor zichzelf op kan komen. Een kind met een gedragsprobleem, of... een kind dat er elke dag voor zorgt dat ik het beste uit mezelf haal door een beroep te doen op mijn creativiteit. Deze kinderen zorgen ervoor dat in mijn werk geen dag hetzelfde is, kortom dat ik in beweging blijf. Elk kind heeft zijn sterke punten en talenten. Soms moet je wat meer moeite doen om deze talenten te achterhalen. De opleiding Master SEN met de specialisatie gedragsspecialist helpt mij om mijn blik te verruimen. Door mijn kennis van de problematiek die achter het gedrag van een kind schuil kan gaan te vergroten, leer ik om vanuit het kind te kijken. Dit stelt mij in staat om samen met het kind het onderwijs hierop aan te passen. Voor mijn afstuderen ga ik het gedrag van een groep ‘pientere’ kleuters volgen. Sommigen van deze kleuters vinden het moeilijk zich te uiten, anderen zoeken geen uitdaging of ontwikkelen zich heel éénzijdig. Op basis van een extra aanbod van uitdagende activiteiten welke zijn gekoppeld aan de meervoudige intelligentie ga ik onderzoeken of dit effect heeft op het gedrag en zo ja, welke effecten dit zijn. Binnen de opleiding voor gedragsspecialist maak je kennis met materialen en leermiddelen die ingezet kunnen worden voor kinderen met gedragsproblemen. Tevens leer je
hoe je in relatie tot gedragsproblemen gebruik kunt maken van drama en de natuur. Binnen de opleiding is er bovendien veel aandacht voor het overdragen van kennis op collega’s. Hierbij gaat het vooral om het helpen van mensen bij het aanboren van kennis en krachtbronnen die zij zelf in huis hebben. Ofwel ‘wanneer zij dreigen vast te lopen, samen te onderzoeken wat nodig is om weer in beweging te komen’. CLAUDIA VERDAAS, LEERKRACHT JEROEN BOSCH Dit schooljaar sta ik in groep 6, verzorg ik de sova-training en ben ik de cultuurcoördinator van onze school. Ik ben graag letterlijk, maar ook figuurlijk in beweging. Ik houd van uitdagingen en vind het fijn als ik het beste uit mezelf kan halen. In onze dagelijkse praktijk hebben we steeds vaker te maken met kinderen met gedragsproblemen of gedragsstoornissen. Toen vanuit KPO de mogelijkheid werd geboden om een Master SEN opleiding te volgen, heb ik me dan ook opgegeven voor de opleiding tot gedragsspecialist. Het interessante van deze opleiding vind ik dat de focus enerzijds ligt op het begeleiden van leerlingen met gedragsproblemen en dat er anderzijds veel aandacht wordt besteed aan jouw rol als coach voor collega’s die worstelen met leerlingen met gedragsproblemen. Binnen de opleiding vormt oplossingsgericht werken het uitgangspunt. In het kort komt dit erop neer dat de eigenaar van een probleem wordt gezien als degene die over de oplossing beschikt. De kwaliteiten en krachtbronnen van deze persoon worden benadrukt en aangewend om zo tot mogelijke oplossingen te komen. Het is dus de bedoeling dat je de ander in beweging zet. Door deze opleiding vergroot ik mijn kennis en zie ik door het opzetten van verschillende ‘brillen’ meer mogelijkheden om oplossingen te vinden voor gedragsproblemen. Het volgen van de master is erg intensief, maar de positieve beweging die erdoor wordt veroorzaakt maakt
het voor mij de investering qua tijd en inzet zeker waard. NICOLE DE ROO, LEERKRACHT DE BLOKWEI KPO blijft in beweging en investeert in haar mensen. Daarvan is deze studie het bewijs. Leerkrachten konden uit een aantal studies kiezen en mijn voorkeur ging uit naar gedragspecialisme. Gedrag kom je namelijk altijd en overal tegen en zeker als leerkracht heb je hier veel mee te maken. Binnen deze studie hebben we vooral geleerd om gedrag te benaderen vanuit de oplossingsgerichte gedachte. Deze gedachte gaat ervan uit dat als een kind een ‘probleem’ heeft, hij of zij tevens de drager van de oplossing voor dat probleem is. Mijn afstudeeronderzoek zal in het teken staan van pesten, een speerpunt van mijn school en tevens van KPO. Ik ga onderzoeken op welke wijze we pesten vanuit de oplossingsgerichte benadering zo goed mogelijk kunnen aanpakken. Er zijn nog niet veel scholen die vanuit deze gedachte werken, dus hier ligt een enorme uitdaging! JACQUELINE FRANKEN-ROEDELOF, LEERKRACHT DE LINDE Vorig schooljaar ben ik gestart met de opleiding Master SEN Interne Begeleiding (IB). Studeren vergt energie, motivatie, inzet en vooral ook tijd. Gelukkig levert het ook heel wat op: ontwikkeling, verandering, bewustwording en vooral veel beweging. Als het om gedragsproblemen gaat, ervaren leerkrachten regelmatig handelingsverlegenheid. Wat zegt dit over het leerling-gedrag en wat heeft dit kind nodig in deze situatie? Wat zegt dit over mijn leerkrachtgedrag en wat kan ik doen voor dit
kind in deze situatie? Bovendien de vraag: Wat is mijn rol van IB-er hierin? We zijn ons ervan bewust dat een probleem vraagt om een oplossing op een zo kort mogelijke termijn. Wanneer het gaat om de zorg voor hun kind is de betrokkenheid van ouders of verzorgers van essentieel belang. In de praktijk streven we er dan ook naar het onderwijs zo goed als mogelijk af te stemmen op de behoeften en de mogelijkheden van het kind, waarbij tevens dient te worden ingespeeld op de begeleidingsbehoeften van de leraar en de wensen en behoeften van ouders. Mede door politieke ontwikkelingen op weg naar ‘Passend Onderwijs’ en door de huidige schoolontwikkelingen (werken met handelingsgerichte procesdiagnostiek) heb ik er voor gekozen om de volgende Lees verder op pagina 4
Colofon Nr. 4 - Februari 2010 REDACTIE-ADRES Stichting Katholiek Primair Onderwijs Roosendaal Rector Hellemonsstraat 1b Postbus 1754, 4700 BT Roosendaal Tel. (0165) 56 77 61 www.kporoosendaal.nl REDACTIE Greetje van den Heiligenberg
[email protected] Kees Boeren
[email protected] ILLUSTRATIE VOORPAGINA Joeke Beenhakker en Breg Hanssen PRODUCTIE EN VORMGEVING Kreateam Communicatie bv
4 KPOPORTAAL VERVOLG VAN PAGINA 3
vraag te onderzoeken: Hoe kan ik in de rol van intern begeleider een zo optimaal mogelijke begeleiding bieden in de cyclus van handelingsgericht werken? Dit komt erop neer dat ik in beeld ga brengen welke coachende activiteiten van de IB’er gewenst en effectief zijn.
Februari 2010
Twee weken vol uitdagende leeractiviteiten
De Zomerschool Deze zomer start KPO binnen het kader van onderwijstijdverlenging met een bijzonder initiatief: ‘De Zomerschool’. In de wijken Lang-
Samen met kinderen, leerkrachten, ouders en begeleiders hoop ik de handen ineen te kunnen slaan. Door te denken in kansen, datgene te doen dat werkt, te durven transformeren en enthousiasme vast te houden, wil ik zoveel mogelijk aansluiten bij de begeleiding die daarvoor nodig is.
donk, Kortendijk en Kroeven krijgen leerlingen van de drie basisscholen Cortendijck, Vondel en Het Talent de kans om in de zomervakantie kosteloos deel te nemen aan één of twee ‘talentweken’, welke plaatsvinden op de drie scholen tijdens de eerste en de laatste week van de vakantie.
Is KPO klaar voor Passend Onderwijs of voor het onderwijs van de toekomst? In het onderwijs is men eigenlijk nooit klaar. Oude waarden zoals het gedachtegoed van de drie R’s kunnen nog steeds hun diensten bewijzen en handvatten zijn voor de aanpak van elke dag. Belangrijk is echter wel steeds in beweging te blijven, de focus te houden op de toekomst en kritisch te kijken naar het eigen functioneren. Doen wat werkt en stoppen met wat niet werkt. Elkaar in beweging houden op weg naar een nog beter onderwijsaanbod. Aan de deelnemers van de Master SEN trajecten zal het zeker niet liggen.
Er wordt een speciaal programma ontwikkeld waarin de verschillende talenten van kinderen centraal staan. Binnen een uitdagend en gevarieerd aanbod van leeractiviteiten is het bevorderen van de reken- en
schoolweken krijgen de kinderen
zodat ook in de aankomende jaren
Wethouders heeft bovendien haar
taalontwikkeling het uitgangspunt.
te maken met een wisselende
leerlingen kunnen profiteren van
adhesie betuigd en steunt het pro-
Er zal aandacht worden besteed aan
groep van leraren uit het primair en
extra onderwijstijd.
ject van harte. De uitgangspunten
thema’s als techniek, ICT, kunst-
voortgezet onderwijs en waar-
verkenning, sport en het zal zelfs
schijnlijk ook andere gastdocenten.
De Zomerschool wordt aangemoe-
de gemeentelijke beleidsdoelstel-
mogelijk zijn om kennis te maken
Door tijdens de zomervakantie
digd door het ministerie op basis
lingen binnen het kader van on-
met een vreemde taal. Daarnaast
extra onderwijstijd te realiseren op
van een subsidieregeling die in het
derwijsachterstandenbeleid en het
wordt voor de bovenbouwleerlingen
basis van uitdagende en gevari-
voorjaar van 2009 van kracht is
creëren van doorgaande leerlijnen.
aandacht besteed aan de overgang
eerde leeractiviteiten, streeft KPO
gegaan. Samenwerkingsverbanden
naar het voortgezet onderwijs. Zij
er in samenwerking met anderen
van basisscholen, scholen voor
Meer informatie over De Zomerschool
kunnen tijdens deze weken al even
naar het leerplezier en de leerop-
voortgezet onderwijs en een ge-
is te vinden op: www.zomerschool.kporoosendaal.nl
van de zomerschool sluiten aan bij
proeven aan bepaalde vakken,
brengsten van kinderen positief te
meente konden subsidie aanvragen
Jeff Bertens,
er worden activiteiten verzorgd
beïnvloeden en de overgang naar
om vier jaar lang de onderwijstijd
opleidingscoördinator Master SEN
door docenten van VO-scholen en
het voortgezet onderwijs te versoe-
van leerlingen te verlengen. Hiertoe
Greetje van den Heiligenberg,
er zullen een aantal activiteiten
pelen. De opzet en de opbrengsten
worden in het land verschillende
onderwijskundig beleidsmedewerker
plaatsvinden op een middelbare
van het programma zullen na afloop
initiatieven tot stand gebracht.
school. Anders dan tijdens reguliere
diepgaand worden geëvalueerd,
Het College van Burgemeester en
Centrum Onderwijsontwikkeling, Avans Hogeschool
Ware Covey happening in Utrecht Stephen R. Covey is auteur van het best verkochte managementboek ‘De zeven eigenschappen van effectief leiderschap’ en de meest gevraagde managementspreker van dit moment. Deze specialist op het gebied van management kwam net uit Moskou en was op doorreis naar Londen en Manchester. Steeds één week voordrachten, waarna drie weken rust volgen. Op uitnodiging van onder andere Edux Onderwijsadviseurs was de Amerikaanse managementgoeroe samen met zijn zoon op 13 oktober live aanwezig in het Beatrix theater te Utrecht. ’s Middags vond er voor de onderwijsmensen op uitnodiging van Edux nog een aparte sessie plaats. Een vol theater met mensen uit verschillende sectoren en een man van 73 jaar op het toneel. Zie hier het decor waarin Stephan Covey zijn denkbeelden, met natuurlijk een flink Amerikaans sausje, de zaal bijna drie uur wist te boeien met zijn ideeën en denkbeelden over effectief leiderschap. Zijn algemeen uitgangspunt: maak een eind aan ineffectief gedrag thuis en op het werk, reorganiseer uw leven en neem opnieuw de leiding. Stel
vooral doelen. Het onderwijs heeft leiderschap nodig! Vertrouwen Vertrouwen is de basis in de samenwerking waar alles om draait. Zonder wederzijds vertrouwen in samenwerking met anderen boekt u geen resultaat. Sterke leiders beschikken over persoonlijke effectiviteit en zij kunnen leerkrachten en leerlingen stimuleren om hun zelfsturend vermogen te versterken. Proactiviteit, een doel voor ogen stellen, leren luisteren en begrijpen, win-win situaties creëren en dat continu scherp
houden. Dit is volgens Covey de sleutel naar succes in alle geledingen van uw organisatie. De kracht van Covey is gelegen in de beknoptheid waarin hij dingen weergeeft. In feite gaat het over zaken die we al lang weten: doelen stellen (begin met het einde voor ogen), de tijd goed indelen efficiency, en delegeren zien als een kwestie van effectiviteit. Door verantwoordelijkheden over te dragen aan capabele en ervaren mensen kun jij je aandacht op andere belangrijke zaken richten. Vertrouwen
is de hoogste vorm van menselijke motivatie. Dit haalt het beste in een mens naar boven. Ontwikkeling en training blijft echter essentieel. Samen met Diana Prop en Liesbeth Hack hebben we deze goed georganiseerde dag als bijzonder ervaren. Wanneer je in staat bent een zaal van 900 mensen 2,5 uur geboeid te laten luisteren, lachen en hen te adviseren, beschik je over een bijzonder talent. In de middag richtte Covey zich specifiek op het onderwijs. Klassensituaties in de Verenigde Staten (in beeld gebracht
De zeven eigenschappen van Covey
door middel van powerpointbeelden) ondersteunden zijn verhaal. De denkbeelden van Covey zijn tot in het primair onderwijs doorgevoerd in de Verenigde Staten, met uiteraard een gedegen portie chauvinisme. Een ding is wel zeker, zijn theorieën zijn op elk niveau door te voeren. Hans Verbraak, directeur SBO de Sponder
KPOPORTAAL
Februari 2010
5
Een bewogen idee
Jos Rommens ontving een prijs om zijn idee uit te voeren Veel vernieuwingen in het onderwijsveld worden van bovenaf opgelegd. Dit kan soms problemen geven bij de uitvoering ervan omdat de vernieuwing niet altijd voldoende draagvlak heeft. Het SBO en Stichting Nederland Kennisland hebben daarom een project opgestart om ideeën vanuit het
Patricia Vissenberg in actie met SVIB
veld te ontwikkelen: ‘Onderwijs
Ook Opleiden in de School is in beweging
Leren van kijken naar jezelf
Pioniers’. Een aantal schoolbesturen in Nederland is voor deelname aan dit project benaderd, zo ook KPO. Vier van onze scholen (Heilig Hart, Theresia, De Appel en Jeroen Bosch) zijn vervolgens uitgenodigd
Jos Rommens na zijn presentatie in Den Haag
SVIB (Schoolvideo-interactiebegeleiding) vormt een wezenlijk onderdeel
voor een introductie, waarbij al veel
en tips om de ideeën tot uitvoering
werkelijk het geval is. Dus ook hier
van de begeleiding van de LIO (vierdejaars student, leraar in opleiding) en
ideeën op tafel kwamen. Leuke en
te brengen en draagvlak te creëren.
ligt nog een belangrijke opdracht.
incidenteel ook van de startende leerkrachten. Deze werkwijze is gericht
goede ideeën, die zeker de moeite
Bovendien werd er gewerkt aan
Bij het onderzoek en het voeren
op het versterken van het pedagogisch handelen van de leerkracht, die
waard zouden zijn om nader uitge-
onze vaardigheden om een presen-
van gesprekken is het me duidelijk
de vaardigheid in het leiding geven aan en de interactie met de groep wil
werkt te worden. Helaas werden ze
tatie te houden.
geworden dat een goede onderlinge
vergroten. SVIB is met name gericht op interactie, een belangrijk aspect van
niet ingediend. Jammer eigenlijk,
Op woensdag 17 juni was de slot-
sfeer binnen het team, een goede
het pedagogisch klimaat in de groep. Een goede interactie tussen leerkracht
want achteraf gezien hadden ze
manifestatie in Den Haag, waarop
verdeling van het takenpakket,
en leerling en leerlingen onderling is echter geen garantie voor goed onder-
zeker een kans van slagen gehad.
vijftien pioniers hun ideeën konden
keuzemogelijkheden in de taken
wijs. Naast aandacht voor interactie is er bij SVIB dan ook aandacht voor
Zelf kwam ik een aantal weken na
presenteren. Een deskundige jury
en een begripvolle directie, zeer
het geven van instructie en klassenmanagement.
deze kennismakingsbijeenkomst op
bestaande uit een aantal vooraan-
motivatiebevorderend werken. Mijn
het volgende idee:
staande mensen uit het onderwijs-
volgende stap bestaat uit het orga-
bepaald waarop een tweede op-
‘Hoe kunnen we oudere leerkrach-
veld heeft de ideeën beoordeeld op
niseren van een bijeenkomst voor
creet in?
name wordt gemaakt om het effect
ten tot aan hun pensioen gemoti-
inhoud, presentatie en toepasbaar-
de oudere leerkracht, met als doel
• De leerkracht heeft een hulpvraag
van de begeleiding te bekijken.
veerd hun baan laten uitvoeren?’
heid. Een project over de inrichting
meer duidelijkheid te verkrijgen in
• Na de tweede opname wordt in
Dit idee is gehonoreerd met maar
van een schoolplein om het buiten-
wat er voor senioren nodig is om
een gesprek bepaald of de bege-
liefst 5.000 euro om het verder uit
spelen beter te organiseren werd
gemotiveerd het pensioen te halen.
leiding een vervolg zal hebben.
te werken. Drie ateliermiddagen in
als winnaar aangewezen. De jury
Hierbij is het mijn insteek om vanuit
gaan met het impulsieve gedrag
Amsterdam en coaching volgden.
sprak zich uit over de efficiëntie en
een positieve gedachte naar de toe-
van een leerling?’, ‘Hoe zorg ik
De meeste leerkrachten die met
Hierin kregen de pioniers informatie
was van oordeel dat dit idee makke-
komst te kijken. De bijeenkomst zal
ervoor dat mijn instructie aansluit
SVIB gewerkt hebben, ervaren het
lijk toepasbaar is op iedere school.
dan ook de volgende naam krijgen:
bij het niveau van de leerlingen?’
kijken naar zichzelf als positief en
en ‘Hoe zorg ik voor rustige les-
waardevol voor hun ontwikkeling.
overgangen?’
De werkpunten zijn geen adviezen
Wat houdt het SVIB-traject con-
op het gebied van interactie, instructie of klassenmanagement, zoals bijvoorbeeld ‘Hoe kan ik om-
• In een eerste gesprek stellen leerkracht en begeleider samen vast waaruit het probleem bestaat. Vervolgens spreken ze af in welke situatie de begeleider de filmopnames komt maken.
ten uit welke zij samen bekijken en bespreken. Het uitgangspunt is niet: ‘Wat doet de leerkracht fout?’ maar juist ‘Wat werkt er goed en hoe zou je dat kunnen uitbouwen?‘ • Aan het einde van het gesprek spreken de leerkracht en de begeleider de werkpunten af. Deze punten hebben altijd betrekking op de hulpvraag. Er wordt een
Onderwijs Pioniers
Bij de uitvoering van mijn idee ben ik in de verkenningsfase in eerste
Terugkijkend op het project Onder-
instantie aan de slag gegaan met
wijspioniers, wil ik graag opmerken
het voeren van gesprekken met
dat het voor mij leuk en leerzaam is
met de begeleider leidt tot inzicht
Onderwijs Pioniers is een
oudere leerkrachten. Ik ontdekte al
geweest. Vooral het contact met an-
in de problematiek en de mogelijke
stimuleringsprogramma voor
snel dat er veel herkenning bestaat.
dere mensen uit het onderwijsveld
veranderingen in gedrag en/of
leraren die denken dat hun da-
Vanzelfsprekend zijn de problemen
en hun nieuwe ideeën is erg waar-
aanpak van de leerkracht.
gelijkse werkomgeving anders
waarmee de oudere leerkracht te
devol. Je ervaart steeds weer dat
kan en zelfs vinden dat het
maken heeft echter zeer persoonlijk
anderen tegen dezelfde problemen
Niet alleen de LIO-studenten en de
anders moet. Geen vage lang-
en divers. Uit onderzoek is onder
aanlopen en dat oplossingen hier-
leerkrachten zijn in ontwikkeling,
slepende debatten en lange
andere gebleken dat er een gemis
voor ook door mensen uit het veld
ook wij als begeleiders blijven in
termijnoplossingen deze keer
aan erkenning bestaat en dat het
bedacht kunnen worden. Indien
beweging. Recent hebben wij dan
maar concrete actie, direct op
ontbreekt aan goede informatie-
er volgend schooljaar een nieuwe
ook deelgenomen aan een SVIB-
school. Onderwijs Pioniers
voorziening over de bestaande
editie van Onderwijs Pioniers volgt,
studiedag met als thema: ‘Volgend
biedt leraren ruimte, tijd, geld,
mogelijkheden voor ouderen. Dit
dan zou ik iedereen aanraden zijn
in beweging’. Tijdens deze studie-
en professionele begeleiding
zijn zaken die in de toekomst zeker
of haar ideeën in te sturen. De
dag hebben we ons verder verdiept
om een goed idee te ontwik-
aangepakt kunnen worden.
beste ideeën ontstaan immers vaak
in de nieuwe ontwikkelingen op het
kelen. Een idee dat bijdraagt
KPO is zelf ook al bezig met een
op de werkvloer!
gebied van SVIB, waarmee wij met-
aan het functioneren van de
levensfasebewust personeelsbeleid,
tertijd aan de slag hopen te kunnen
school als geheel en aan het
waarbij een optimale inzet van per-
Jos Rommens,
gaan.
werkproces van de leraar in het
soneel en het benutten van ieders
leerkracht Jeroen Bosch
bijzonder.
kwaliteiten centraal staan.
www.onderwijspioniers.nl
Echter zal het nog wel even duren
van de begeleider, maar eigen keuzes van de leerkracht. Het gesprek
• Zowel de SVIB-begeleider als de leerkracht kiezen enkele fragmen-
‘Het talent van de oudere docent’.
periode afgesproken waarin de leerkracht de werkpunten ten uit-
Ineke Hoppenbrouwers, Patricia
voer brengt en het moment wordt
Vissenberg en Marleen van Peer
voordat dit in de praktijk ook daad-
6 KPOPORTAAL
Februari 2010
Een kilometer is toch dertig decimeter?
Studenten doen onderzoek binnen het onderzoekslab ‘Een kilometer is toch dertig centimeter?’ Leerlingen die dit soort opmerkingen maken zijn de meeste leerkrachten niet vreemd. Gedurende drie jaar PABO hebben wij vaak genoeg te maken met dit soort uitspraken. Rekenen is voor veel kinderen nog steeds een soort goochelen met getallen. De juf of meneer vertelt de stappen en de leerlingen voeren deze uit zonder betekenis te geven aan de inhoud hiervan. Dit betekent dat er geen verband wordt gelegd met de leefwereld van het kind. De onderzoekende leerling is een
Van, voor, door en met de kinderen
kind dat wordt uitgedaagd door de
geef je kracht aan onderwijs.
leerkracht en de lesstof. Een kind dat bovendien de vrijheid krijgt om
Door de Josephschool zijn wij
op ontdekkingsreis te gaan. We
verwelkomd als LIO-stagiaires en
rennen rondjes school, zitten op
het team wil met ons de uitdaging
Met behulp van nieuwe digitale
pelijk onderzoek) streven wij ernaar
waarin vooral ruimte is voor eigen
vellen papier, liggen languit in het
aangaan passend onderwijs te ont-
modellen die ons geboden worden
om als onderzoekende leerkrachten
initiatief, improvisatie en experiment.
klaslokaal en meten in konten.
werpen op het gebied van rekenen
door de Technische Universiteit
voor leerlingen een rijke leeromge-
De kinderen zijn tijdens de rekenles
en wiskunde op basis van de inzet
Eindhoven en ‘evidence based’
ving te creeëren. Dit doen we door
Dinja Coenradi en Ilona Goedhart,
uitgedaagd de ruimte te kwalifice-
van wetenschap en techniek.
werken (gebaseerd op wetenschap-
middel van een uitdagende didactiek,
studenten Avans PABO Breda
“Betere leerprestaties worden bereikt door interactief probleemgeorienteerd onderwijs”, zegt Frans van Mulken, docent Pabo Breda
ren met zelfbedachte maateenheden, waarbij lichaamsmaten vanuit de geschiedenis het uitgangspunt vormden. De ‘vierkante kont’ was duidelijk de favoriet. Daarnaast hebben zij ontdekt dat een eetlepel 60 neuzen is en het lokaal zo’n 120 kubieke Karim. Men zal wel denken, wat voor vreemde juffen zijn dat? Maar al
PABO Avans Breda start TOP Class voor excellente studenten
deze lesactiviteiten die op het eerste gezicht wat vreemd lijken,
Avans Hogeschool wil graag samenwerken met scholen in de regio. Het doel is het door haar academies verzorgde
In het vierde studiejaar gaan de stu-
helpen kinderen begripsvorming
onderwijs te verbeteren, een inspirerende werkomgeving voor haar medewerkers te zijn en de opgeleide afgestu-
denten als LIO-er aan de slag in een
te ontwikkelen voor rekenen en
deerden te helpen in hun verdere ontwikkeling. De PABO Breda heeft daarom een overeenkomst gesloten met KPO
REC3- of REC4-school en voeren zij
wiskunde. Belangrijk hierbij zijn
Roosendaal, INOS en Driespan om een zogenaamde TOP Class gedragsspecialist te starten.
een onderzoek naar schoolontwik-
kritische analyse, discussie en
keling uit.
argumentatie, waardoor leerlingen
Dit traject is vooral gericht op het
niet in het aanbieden van deze
aan te gaan. De ‘TOP’ van de TOP
reflecteren op het eigen leerproces.
werken in het speciaal onderwijs,
competenties.
Class houdt immers in dat de stu-
Josette Baartmans,
met name de scholen REC clusters
dent vanaf het tweede jaar één dag
Avans gedetacheerde en ambulant
3 – 4. Binnen het KPO is dat De
Vorig jaar september is een project-
in de week extra lessen volgt,
begeleider De Kameleon
NIEUWE ONDERWIJSIDEEËN
Kameleon. Maar ook in het regu-
groep gestart met het opstellen van
bovenop het reguliere programma
ONTWIKKELEN EN UITPRO-
liere onderwijs is er steeds meer
een concreet projectplan voor de
(het 120% principe). Hier is boven-
REC 3 scholen verzorgen het onderwijs
BEREN
vraag naar leerkrachten die ge-
TOP Class. De projectgroep bestaat
dien een stage in het speciaal
aan en de begeleiding van leerlingen
specialiseerd zijn in gedrag. In het
uit twee docenten van de PABO en
onderwijs aan gekoppeld.
met verstandelijke (ZML) en/of lichame-
Het doen van onderzoek als op-
collegejaar 2009-2010 is de eerste
drie vertegenwoordigers van de res-
Aangezien het hier gaat om excel-
lijke beperkingen (LG/MG), leerlingen
leidingsdidactisch instrument
groep PABO-studenten geselecteerd
pectievelijke stichtingen. De leden
lente studenten, mogen zij dan
die langdurig ziek zijn (LZ) en/of leerlin-
om een betere leraar te worden
en begonnen met het volgen van de
van de projectgroep hebben een
ook als potentiële toppers worden
gen met epilepsie.
heeft in het huidig pabocurricu-
lessen.
opdracht van vier jaar waar het de
beschouwd die we graag binnen
ontwikkeling én uitvoering van deze
onze organisatie verwelkomen.
lum een vervolg gekregen in de
nieuwe opleiding betreft.
REC 4-scholen verzorgen het onderwijs
vorm van het zogeheten ‘onder-
Naar verwachting zullen binnen
zoekslab’. Een tweetal onder-
nu en enkele jaren veel leraren
In PABO-3 volgen de TOP Class
met ernstige gedragsproblemen en/of
zoekende aanstaande leraren
en onderwijsondersteuners het
In het eerste studiejaar vindt de
studenten in het eerste semester
psychiatrische problemen. Onder cluster
vormt een leergemeenschap
onderwijs verlaten. Werken in het
oriëntatie op de beroepspraktijk
wederom één dag in de week
4 vallen de scholen voor ZMOK (zeer
met leerkrachten van een KPO
(speciaal) onderwijs in groepen
plaats en vindt uiteraard de selectie
extra lessen bovenop het reguliere
moeilijk opvoedbare kinderen), LZK
school en een opleidingsdocent
waar kinderen zitten met gedrags-
plaats op basis van een assess-
programma, terwijl in het tweede
(langdurig zieke kinderen zonder een
van Avans, die gezamenlijk
problemen, vraagt om aanvullende
ment. Studenten die in de TOP
semester de minor centraal staat.
lichamelijke handicap), alsmede scholen
optrekken om nieuwe onder-
competenties van de leerkracht die
Class willen instromen moeten in
Bovendien vindt een stage plaats
die verbonden zijn aan de pedologische
wijsideeën te ontwikkelen en
meer zijn gericht op verbreding en
het bezit zijn van een propedeuse-
op een reguliere basisschool, in
instituten (PI) en aan gesloten jeugdin-
uit te proberen.
verdieping. Vooralsnog voorziet de
certificaat en dienen zeer gemoti-
een groep waar leerlingen zijn met
richtingen (justitie en jeugdzorg+).
PABO binnen de reguliere opleiding
veerd te zijn om deze plusopleiding
gedragsproblemen.
aan en de begeleiding van leerlingen
KPOPORTAAL
Februari 2010
7
Studiereis naar Canada
Leren van een ander onderwijssysteem Samen met onze directeur Jac de Hoon en de onderwijskundig beleidsmedewerker van KPO waren wij in de week van 14 tot en met 21 november in Canada. Met een gemêleerde groep van medewerkers van het REC West Brabant, leerkrachten, directeuren, beleidsmedewerkers, managers en adviseurs uit het hele land zijn wij naar Toronto gegaan, om te bekijken hoe men daar passend onderwijs in de praktijk brengt en op welke wijze wordt aangestuurd op verandering en verbetering. Passend onderwijs is een onderwijsvorm waarin iedereen (ongeacht beperkingen) betrokken wordt. Alle leerlingen worden voorzien van onderwijs dat past bij hun behoeften. In Toronto zijn de scholen hier al jaren mee bezig. Na een lange vliegreis, waarin we onze reisgenoten al wat beter leerden kennen, kwamen we ’s avonds in ons hotel aan. Hier zouden we de meeste tijd van ons verblijf in Canada doorbrengen. In dit hotel wordt jaarlijks een bijzondere onderwijsconferentie georganiseerd: ‘The Quest Conference’. Van over de hele wereld komen er mensen om aan deze conferentie deel te nemen.
uidaging om kinderen een geborgen gevoel te geven binnen onze maatschappij.”
Esther Baaijens, Jack de Hoon, Judith Berkelmans en Suezann Dings
town Toronto gegaan. Hier zetelt het Ontario Teachers Council, een organisatie die de kwaliteit van het leraarschap waarborgt. Daarnaast is de Council ook bevoegd om klachten over leerkrachten te behandelen en af te werken (inclusief complete rechtszaal). Hier hebben we vooral gehoord welke eisen er binnen de regio aan leerkrachten worden gesteld. Later op de middag hebben we kennis gemaakt met het hoofd van het bestuur van het York Region District School Board (zoiets als KPO binnen Roosendaal, maar dan vele malen groter). Hier hebben we vooral veel uitleg gekregen over de visie en de handelswijze van de scholen die binnen dit bestuur vallen.
De tweede dag zijn we op bezoek geweest bij een aantal scholen. Dit zijn reguliere basisscholen die zich specialiseren in leerlingen met autisme, laag functionerende kinderen of leerlingen met een lichamelijke beperking. Op deze school zitten dus reguliere basisschoolleerlingen gecombineerd met ‘speciale’ leerlingen. De speciale leerlingen nemen (voor zover ze dit kunnen) zo veel mogelijk deel aan het reguliere onderwijs. Dit betekent veel complexiteit op organisatorisch gebied, maar het was erg interessant om te zien dat dit systeem lijkt te werken. Op de derde dag werd de Questconferentie geopend en waren er workshops. ’s Middags hadden we
Wonderful! De eerste dag zijn we naar down-
INCLUSIEF ONDERWIJS THE QUEST The Quest conferentie is een groots bijeenkomen van mensen uit alle lagen van het onderwijs en deskundigen op het gebied van leren en innovatie. Dit jaar stond in het thema van ‘Sustaining student improvement’. Naast interessante lezingen van onder andere de minister van Onderwijs en een aantal vooraanstaande deskundigen op het gebied van leiding geven aan veranderingsprocessen binnen scholen, Michael Fullan en Douglas Reeves, waren tal van workshops georganiseerd. Hierdoor werd een stevige link gelegd tussen theorie en praktijk. Naast het congresprogramma werden wij door de organisatie in de gelegenheid gesteld ontmoetingen en ontbijtsessies in kleine kring bij te wonen Dit gaf ons de mogelijkheid de sprekers vragen te stellen en het gesprek met hen aan te gaan.
In de provincie Ontario is sprake van een vergaande vorm van inclusief onderwijs. Dit betekent dat er geen scholen voor Speciaal Onderwijs bestaan. Op basis van het recht van ieder kind op onderwijs in een reguliere setting, het zogenaamde ‘Salamanca akkoord’, is gekozen voor een inclusief onderwijssysteem. Daarnaast speelt het geografisch belang (de regio is zeer uitgestrekt, de afstand tussen scholen is aanzienlijk) hierbij een grote rol. Na een jarenlang veranderingsproces
is men erin geslaagd een situatie te creëren waarin leerlingen met speciale zorgbehoeften zo veel als mogelijk deelnemen aan reguliere lesactiviteiten. Hierbij gaat men uit van de gedachte dat kinderen en leerkrachten van elkaar leren ‘reversed learning’. In de praktijk vergt dit nogal wat faciliteiten, in sommige gevallen blijkt zelfs één-op-één begeleiding noodzakelijk. Een directe vertaling naar het Nederlandse systeem blijkt dan ook moeilijk te maken.
een interview met Michael Fullan. Hij is de wetenschapper die in Toronto de beweging naar Passend Onderwijs in gang heeft gezet. Nu treedt hij vooral op als adviseur voor besturen en overheden. Zo heeft ook onze staatssecretaris van onderwijs Michael Fullan ingehuurd om haar te adviseren. Op de vierde dag stonden wederom een aantal lezingen op het programma en in de middag was er tijd om Toronto te verkennen. Vrijdag, de laatste dag, zijn we nog een keer op schoolbezoek geweest. Deze keer ook naar een middelbare school. Hier hebben we vooral bekeken hoe leerlingen met een beperking zoveel mogelijk worden gestimuleerd in hun leerbehoeften. Tevens hebben we twee stageplaatsen bezocht waar we de kans kregen om met stagiaires en leidinggevenden te spreken. ’s Middags was het al weer tijd voor de lange reis terug naar huis... Al met al was het een hele inspirerende reis en we zijn blij dat we de kans hebben gekregen om mee te gaan. “De reis naar Canada was speciaal. De ervaring die we hebben opgedaan stelt ons voor de
Wist je dat... ... Canadezen heel positief zijn en dit ook uiten naar elkaar? ... Daarom ook alles ‘amazing’ en ‘wonderful’ vinden? ... De Canadezen dachten dat onze directeur Jac ook een Canadees was? ... Er in Toronto ongeveer 12 miljoen mensen wonen? ... De schoolkeuze in Canada niet vrij is, maar wordt bepaald op basis van de woonplek van kinderen? Suezann Dings, Judith Berkelmans en Esther Baaijens, ZMLK de Kameleon
Six Secrets of Change, M. Fullan
DOELEN Binnen het Canadese onderwijssysteem is goed zichtbaar dat wordt gewerkt vanuit doelen. Jaarlijks wordt door het bestuur vastgesteld op welke (drie) doelen de focus ligt, welke door de werknemers worden beschouwd als een vaststaand gegeven. Iedere leraar en iedere directeur heeft deze doelen helder voor ogen. Dit resulteert in duidelijke verwachtingen, waardoor ontwikkeling op een diepergaand niveau binnen de scholen tot stand kan
Klaslokaal in Toronto
Organisatiecultuur Het bestuur dat wij bezocht hebben heeft een sterke ‘support culture’, oftewel: een steuncultuur. Er wordt vanuit gegaan dat iedereen kan leren, van Minister tot leerling. Iedereen kan hulp vragen en krijgt deze ook. Dit is in de praktijk goed zichtbaar en het gaf ons een zeer voldaan gevoel om dit te zien. Nu is het dan ook aan ons zelf om dit uit te dragen en elkaar te steunen en te helpen.
komen: de invulling van het ‘wat’ door te focussen op het ‘hoe’. Op basis van onderwijsopbrengsten wordt ernaar gestreefd een continu proces van verbetering te realiseren. Doelen en data (de leerresultaten van leerlingen) vormen structureel onderdeel van gesprek en worden zichtbaar gemaakt in de school: op de muur van de teamkamer staan doelen beschreven en zijn data gepresenteerd.
8 KPOPORTAAL
Februari 2010
Functiemix
Oudersenaat
In de startblokken
Met het Convenant Leerkracht investeert de regering de komende jaren in het leraarschap. In dit Convenant is afgesproken dat scholen extra geld krijgen om leraren in hogere salarisschalen te benoemen: de versterking van de functiemix. De komende jaren kunnen leraren in het primair en voortgezet onderwijs promotie maken naar een hogere functie. Hierbij gaat het om de professionalisering van de leerkracht, waardoor de onderwijsresultaten, met name op het gebied van zorg, taal en rekenen, nog verder kunnen worden verbeterd. Het bieden van meer kansen bieden aan excellente leerlingen is hierbij tevens onderwerp van gesprek. Criteria om in aanmerking te komen voor een hogere salarisschaal zijn onder andere: ◗ een aantoonbaar HBO+ werken denkniveau; ◗ minimaal 50% lesgevende taken ◗ (mede)verantwoordelijkheid; dragen voor het onderwijskundig beleid van de school. Het volgen van scholing alléén betekent niet automatisch een benoeming in een hogere functie. De leerkracht moet dus een duidelijke specifieke meerwaarde hebben voor de school en de kwaliteit van het onderwijs. Het ligt dan ook in de rede dat schoolbesturen sollicitatieprocedures gaan hanteren om door-
stroming naar hogere functies zo objectief mogelijk te laten verlopen. Het ministerie van OC&W heeft bepaald dat de ‘versterking functie-mix’ gefaseerd zal worden ingevoerd. Concreet betekent dit dat in augustus 2010 8% van de leraren bij KPO dient te zijn benoemd in een hogere (LB) functie. Uiteindelijk moet in 2014 40% van de leraren benoemd zijn in een hogere (LB) functie en 2% in een LC functie. De functiemix gaat over functiedifferentiatie, hetgeen neerkomt op een spreiding van (nieuwe) functies binnen de organisatie. Hierbij kan worden gedacht aan onderwijsvoorbereidings- en ontwikkeltaken en verantwoordelijkheden, zoals bijvoorbeeld het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe methoden en het verrichten van onderzoek naar de opbrengsten van de onderwijspraktijk. In Nederland geven besturen van schoolorganisaties de functiemix inhoudelijk vorm. KPO ziet het als essentiële waarde om een breed draagvlak te hebben onder het personeel. Om die reden is een werkgroep samengesteld, be-
De werkgroep functiemix
staande uit verschillende geledingen waaronder: vier directieleden, vier leerkrachten en één GMR-lid. Deze werkgroep wordt aangestuurd door de projectleider Kees Boeren. De werkgroep houdt zich onder meer bezig met het bestuderen en vergelijken van de functies, het opzetten van de sollicitatie-/selectieprocedure, communicatie met de medewerkers en de advisering tot de daadwerkelijke uitvoering van de functiemix. Meer informatie is te vinden op de site: www.functiemix.minocw.nl De werkgroep houdt u op de hoogte van de voortgang en de invoering van de functiemix.
In beweging! Dat geldt zeker voor KPO en daarmee ook voor de Oudersenaat. Een nieuwe organisatiestructuur, nieuwe én bestaande projecten houden KPO in beweging en bieden volop kansen om de kwaliteit van het onderwijs verder te verbeteren. Vorig schooljaar heeft de Oudersenaat veel energie gestoken in haar rol en positie binnen de nieuwe organisatiestructuur. Dit is inmiddels in de statuten en een nieuw reglement goed geregeld. De Oudersenaat staat nu in de startblokken om met ‘Passend Onderwijs’ en ‘pestgedrag’ aan de slag te gaan. We hebben deze twee onderwerpen, die in het programma- en projectmanagement van KPO staan, als speerpunt gekozen. Waarom? Het (overheids)beleid rond ‘Passend Onderwijs’ is volop in beweging. De Oudersenaat wil weten wat dit voor de KPO-scholen betekent en
wil hierover meepraten. Daarnaast sluit het onderwerp goed aan bij ‘leerlingenzorg’, een thema waar wij al geruime tijd mee bezig zijn. Ook ‘pestgedrag’ heeft onze volle aandacht. Uit de laatste oudertevredenheidsenquête blijkt dat veel ouders zich hier zorgen over maken en niet altijd tevreden zijn over de manier waarop scholen omgaan met pestgedrag. Als betrokken ouders en denktank van het College van Bestuur zullen we over dit onderwerp meepraten en adviseren. En daar kunnen we ook úw mening goed bij gebruiken! Dit schooljaar zijn er gelukkig nieuwe mensen bij de Oudersenaat gekomen, maar nieuwe leden zijn altijd van harte welkom. Hoe meer leden, hoe beter wij ons werk kunnen doen. Bent u nieuwsgierig geworden en wilt u meer weten over de Oudersenaat? Of staat u al in de startblokken om opbouwend en kritisch mee te denken over KPO-beleidszaken? Neem dan contact op via
[email protected]. Doen! Namens de Oudersenaat Tino de Jong, voorzitter
De werkgroep functiemix
SPR over het proces van afstemmen van peuterspeelzaalwerk bij de onderbouw van het basisonderwijs
Vooruit, achteruit of stilstaand ... welke beweging maken we samen? Organisaties als die van ons zijn altijd in beweging. De normjaartaak van onderwijsmensen is bijna alleen maar gevuld met bewegingen welke ten goede komen aan de doelgroep: de kinderen... Maar een relevante vraag die daarbij echter gesteld kan worden is de vraag zoals in de aanhef vermeld. Kortom, niet elke beweging is de juiste! Doktoren en fysiotherapeuten kunnen daarover meespreken, een ‘hamstringblessure’ is sporter en niet-sporter niet vreemd... In juli van dit jaar zijn de stichtingen KPO, OBO en SPR (Stichting Peuterspeelzalen Roosendaal) een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Het doel is er onder andere op gericht meer afstemming te krijgen tussen peuterspeelzaalwerk en het werken in de onderbouw van de basisschool. Een traject dat zich al eerder heeft ‘voortbewogen’, maar waar nog meer beweging in dient te komen indien we deze beweging niet willen kwalificeren als ‘van stilstaand naar achteruit-
gaand’. Naast het feit dat de SPR bestuurlijk is gereorganiseerd, de stichting heeft per 1 augustus 2009 een Raad van Toezicht en een Raad van Bestuur, is er ook inhoudelijk een nieuwe en duidelijke(re) keuze gemaakt. Aanhechting van 2 tot 4jarige kinderen bij de scholen wordt voor de komende drie à vier jaar het doel. Uiteraard gaan we met deze vernieuwing, die dient te leiden tot een nieuwe beweging (‘op naar educatieve centra!’), omzichtig om. Dit betekent alvorens het
proces wordt opgestart eerst goed opwarmen en onder begeleiding strekoefeningen doen. Blessures van allerlei aard moeten zo worden voorkomen, want uiteindelijk vallen of staan nieuwe bewegingen en interventies bij een systematische en goed opgebouwde invoering. Oppassen voor valkuilen dus, vooraf de trainingsschema’s goed doornemen en tijdig de verantwoordelijke mensen aanspreken om te zien of eenieder in conditie blijft door zich aan de schema’s te houden.
Wanneer we allemaal de afgesproken dingen doen kan er een stap verder worden gezet, oefening baart immers kunst! Het ultieme doel van SPR, de gemeente en de onderwijswereld komt dan steeds beter binnen bereik. In samenwerking met kinderopvangorganisaties kan tot slot het dagarrangement, waarin het educatieve aanbod op de eerste plaats komt en de opvang op de tweede, ter tafel komen. Kinderen van alle leeftijden krijgen de gelegenheid de gehele dag ‘op school’ door te brengen: voorschools, tussenschools en naschools. Hierdoor worden ouders in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan het arbeidsproces. Nieuwe bewegingen dus voor opvoeders en kinderen,
maar pas nadat wij echt bewogen hebben. Geen trainers naar huis, geen mensen langs de zijlijn, maar samen op de sportvloer en veel oefenen! De echte sport bewijst dat bewegen sterk maakt, goed is voor de gezondheid en mensen verbindt. Een voorzichtige opbouw, op deskundige wijze gecommuniceerd en onder het motto ‘afspraak is afspraak’, maken dat bewegen verantwoord wordt en dat (hersenstring)blessures tot een minimum beperkt blijven. Zet ’m op! Ko van Aalst, directeur Stichting Peuterspeelzalen Roosendaal
KPOPORTAAL
Februari 2010
9
GGD West-Brabant
Intensieve cursus binnen het kader van tweetalig onderwijs
Leerkrachten geschoold over de seksuele ontwikkeling van kinderen
Ondergedompeld in Engeland
In het schooljaar 2008/2009 hebben Ine Dijkmans en Yvette Broeren vanuit de GGD West-Brabant op verzoek van KPO alle leerkrachten van de groepen 1 t/m 4 van het (speciaal) basisonderwijs geschoold in de seksuele ontwikkeling en het gedrag dat daarbij hoort bij kinderen tot 12 jaar. Hierbij was speciale aandacht voor het jonge kind. Op basis van praktijkvoorbeelden wordt duidelijk dat veel seksueel gedrag een uiting is van de normale ontwikkeling van kinderen, maar toch emotionele reacties bij volwassenen kan oproepen. Leerkrachten krijgen tijdens de scholing handvatten aangereikt om hiermee om te kunnen gaan. Tevens wordt besproken wat de leerkracht kan doen bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op school. Natuurlijk is hierbij aandacht voor de inzet van de vertrouwenspersoon en advies vanuit de GGD.
De scholing is geëvalueerd op basis van door de deelnemers ingevulde evaluatieformulieren. De evaluatie was goed op alle punten, het gemiddelde rapportcijfer dat de deelnemers gaven met betrekking tot wat ze geleerd hadden was een 7,8. In de maanden januari t/m juni 2010 zullen ook de leerkrachten van de groepen 5 t/m 8 geschoold worden. Weliswaar specifiek gericht op de leeftijdscategorie van de kinderen in deze groepen. Ine Dijkmans, GVO-functionaris GGD Yvette Broeren, gedragswetenschapper GGD
Met een gezellige High Tea is Lavoor op 25 september officieel van start gegaan met VVTO: vroeg vreemdetalenonderwijs. Dit houdt dit in dat op termijn in alle groepen van Lavoor structureel aandacht zal worden besteed aan de Engelse taal. In het voorbereidingstraject van een dergelijk project speelt de opleiding van de leerkrachten natuurlijk een grote rol. In dit kader mochten enkele leerkrachten twee weken naar Engeland om zich bij te laten scholen. Wij waren de gelukkigen die enkele weken voor het einde van het schooljaar de cursus ‘Methodology and Language for Primary Teachers’ mochten volgen. De cursus werd gegeven door het Pilgrim’s Institute, dat gebruik maakt van de faciliteiten van de University of Kent in Canterbury. In een kleine internationale groep hebben we een intensief programma gevolgd waarbij alle facetten van het vreemdetalenonderwijs aan jonge kinderen aan bod kwamen. Naast de verplichte onderdelen waren er in de namiddag en ‘s avonds
extra lezingen en workshops over onderwijsgerelateerde onderwerpen. Gelukkig was hier en daar ook mogelijkheid tot ontspanning door middel van activiteiten die gericht waren op het kennismaken met de Engelse cultuur, variërend van een stadswandeling door Canterbury tot het bijwonen van een openluchtuitvoering van Shakespeare’s Midsummernight’s Dream. Ook een bezoek aan een Engelse basisschool werd op ons verzoek aan het programma toegevoegd. In het vrije weekend mocht een bezoek aan Londen natuurlijk niet ontbreken. Heeft deze cursus gebracht wat we ervan hadden verwacht? Ons Engels bleek helemaal niet zo slecht te zijn vergeleken met onze Europese collega’s. Twee weken onderdompeling in de taal bleek veel verloren gewaande middelbareschoolkennis weer boven te halen. Ook onze achtergrond als ‘allround’ basisschoolleerkrachten was een voordeel. Veel werkvormen waren voor ons een stuk minder nieuw dan voor onze medecursisten, voornamelijk
Rens Dam en Saskia Raats met twee andere cursisten
bestaande uit vakleerkrachten. De accenten die in de cursus werden gelegd op thema’s als meervoudige intelligentie en verschillende leerstijlen, de inspirerende cursusleiders en de interessante (en erg gezellige) contacten met collega’s uit verschillende landen, maakten de cursus meer dan de moeite waard. De collega’s die enigszins jaloers spraken over onze ‘vakantie’ hebben gelijk gekregen. In die zin dat we na twee weken verfrist, enthousiast en vol nieuwe ideeën terug op Lavoor verschenen. Saskia Raats, Rens Dam, leerkrachten BS Lavoor Voor geïnteresseerden: http://teachers.pilgrims.co.uk/teachers/
Vroeg Vreemde Talen Onderwijs
Engels op Lavoor In bijna alle Europese landen is Engels op de basisschool ingevoerd. De lidstaten van de EU voeren hiermee het ‘Verdrag van Barcelona’ uit. Daarin is afgesproken om zo vroeg mogelijk één of meerdere vreemde talen in het basisonderwijs aan te bieden. Eén van de redenen om dit al bij jonge kinderen te doen is het feit dat zij het vermogen hebben om spelenderwijs talen te leren. Uit wetenschappelijk onderzoek en vele praktijkervaringen blijkt telkens weer dat het vermogen om ‘spontaan’ taal te leren juist bij jonge kinderen uitzonderlijk goed ontwikkeld is. Of het nu gaat om woordjes, het gebruik van onderliggende taalregels, of de uitspraak: jonge kinderen maken zich de talen eigen die ze om zich heen horen. Op de basisschool behoort Engels In het Basis Onderwijs (EIBO) tot de kerndoelen. Sinds 1985 is dit een verplicht vak en wordt het officieel pas vanaf groep 7 aangeboden. In heel Europa maakt het onderwijs in vreemde talen en met name in Engels een enorme groei door. Mede door de internationalisering vinden wij het belangrijk kinderen goed onderwijs te bieden in vreemde talen. Veel meer dan vroeger komen kinderen in aanraking met andere talen. Het voortgezet onderwijs anticipeert al geruime tijd op deze ontwikkeling met afdelingen waar versterkt talenonderwijs (vto) of tweetalig onderwijs (tto) wordt aangeboden. Dit schooljaar zijn we op locatie Morelberg met VVTO-Engels van start gegaan. Daarnaast worden
gedurende het schooljaar drie themaweken Engels georganiseerd waaraan alle groepen op alle drie de locaties deelnemen. Bij het aanbieden van de Engelse taal gaan we uit van de verschillende leerfases van kinderen en sluiten we aan bij hun belevingswereld. Door op systematische wijze een vreemde taal aan te bieden, leren zij niet alleen een nieuwe taal. Impliciet werken zij tevens aan een betere algemene taalbeheersing, waardoor ook de Nederlandse taalontwikkeling positief wordt gestimuleerd. De kinderen leren de Engelse taal niet als een apart vak, maar het wordt geïntegreerd aangeboden in een voor hen bekende schoolsituatie, op basis van vertrouwde onderwerpen. Zo wordt bij kleuters bijvoorbeeld een liedje in het
Engels gezongen en bij de hogere groepen wordt een tekenles in het Engels gegeven. Deze wijze van integreren van taal en inhoud wordt CLIL genoemd: Content and Language Integrated Learning.
* Groep 1-2: dagelijks een activiteit door de leerkracht in het Engels. Onze native speaker, Moira O’Hare, traint wekelijks Engelse spreeken luistervaardigheid tijdens een kringactiviteit.
Het team van Lavoor zit in een ontwikkelingsfase die elk jaar weer bijstelling behoeft. Het is een proces van drie tot vier jaar, waarbij de vaardigheden van leerlingen en leerkrachten steeds verder toenemen. Bij dit proces en de scholing van de leerkrachten worden we ondersteund door de specialisten van ‘Early Bird’. We hebben een meerjarenplanning gemaakt om de invoering van VVTOEngels uiteindelijk op heel Lavoor en in alle groepen te laten plaatsvinden. Hiertoe voor 2012 de volgende doelen nagestreefd:
* Groep 3-4: warm houden (omdat hier aanvankelijk lees en spellingproces wordt opgestart) van de opgedane kennis in groep 1-2. Dit gebeurt doordat de leerkracht wekelijks een kleine activiteit in het Engels aanbiedt en de native speaker die wekelijks de spreek- en luistervaardigheid traint tijdens een creatieve activiteit. * Groep 5-8: De leerkracht geeft één uur per week les uit de methode voor Engels en geeft daarnaast minstens één uur les in het Engels (bijvoorbeeld biologie of een expressievak).
De eerste themaweek is inmiddels achter de rug en dit was een groot succes. Een hele week stond de school in het teken van Engeland. Deze week werd geopend door de leerkrachten met een medley van allerlei Engelse liedjes en afgesloten met een high tea, waar natuurlijk ook de ouders voor uitgenodigd waren. Daarnaast hebben de kinderen van de groepen 7 en 8 een rugbyclinic gevolgd. Dit schooljaar volgen nog twee themaweken, welke in het teken zullen staan van de Engelssprekende landen Amerika en Australië. At Lavoor, you’ll learn more! Marie-Louise Huigen en Colinda Rijpers, directie Lavoor
10 KPOPORTAAL
Februari 2010
De Appel trots op certificering ‘Investors in People’ In september 2009 heeft er op De Appel binnen het kader van personeelsmanagement een reassessment (door TÜV Nederland) plaatsgevonden. Op basis van de uitkomst mag de school zich de komende drie jaar wederom ‘Investors in People’ noemen. Dit personeelsmanagementsysteem werkt niet alleen inspirerend, maar vooral ook motiverend. Door een duidelijke managementstructuur en het (terug)geven van de eigen verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan de leraren, raken zij nog meer betrokken bij de ontwikkeling van de school. Hierdoor komen organisatieontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling dichter bijeen en versterken zij elkaar zelfs.
Op deze wijze ontstaat een inspirerende en motiverende cultuur, waarin teamgeest, sfeer op school en professionaliteit centraal staan. Bovendien wordt er gewerkt op basis van een duidelijke missie en visie. Binnen deze cultuur is ruimte om van elkaar en met elkaar te leren. Er is sprake van bewustwording met betrekking tot de mogelijkheden en de kwaliteiten van het team en succeservaringen worden met elkaar gedeeld. Dit vormt de professionele basis om te komen tot kwalitatief goed onderwijs. De afgelopen jaren is er op De Appel hard gewerkt aan verdere inhoudelijke verbetering van het onderwijs. Ontwikkelingen op het gebied van woordenschatonderwijs,
coöperatief leren, resultaatgericht werken, veiligheid en passend onderwijs dienen het onderwijs in de nabije toekomst op een nog hoger niveau brengen. Hierbij is het van belang dat deze ontwikkelingen regelmatig worden getoetst en dat daar waar nodig het één en ander wordt bijgesteld. Dit gebeurt op basis van interne kwaliteitstoetsen (KIKkaarten®), en daarnaast laten we tevens externe instanties (naast de onderwijsinspectie) kijken naar de kwaliteit van ons onderwijs. Op deze manier krijgen we een onafhankelijk beeld van de interne kwaliteit; waar zijn we goed in en waar liggen onze ontwikkelpunten (kansen). Dit heeft certificering
opgeleverd op het gebied van Piramideonderwijs, Investors In People, BrabantsVerkeersLabel, BAVI-onderwijs en lees- en dyslexieonderwijs. Uiteraard is certificering geen doel op zich, maar een erkenning voor de wijze waarop wij op De Appel inhoud geven aan ons onderwijs. Onderwijs waarmee we kinderen
datgene geven waar zij recht op hebben: inspirerend onderwijs, verzorgd door professionals. Leerlingen, leerkrachten en ouders waren in beweging, zijn in beweging en bewegen zich voort. Rini Damen. directeur De Appel
Basisschool Berkenveld is volop IN BEWEGING! Een school in beweging, waar goed onderwijs hand in hand gaat met sportiviteit, gezelligheid en veiligheid. Wij zijn een school ‘in beweging’, omdat wij openstaan voor veranderingen, een eigentijds gezicht hebben en vinden dat werken aan kwaliteit nooit ophoudt. We richten ons op een maatschappij die voortdurend aan verandering onderhevig is. Daarom is ook ons onderwijs constant in beweging. We proberen vernieuwing te realiseren, zonder uit het oog te verliezen dat goede zaken behouden dienen te blijven. Op vier aspecten volop in beweging… ◗ Gebouw: de bouw van een nieuw sportcomplex vindt plaats achter onze school. ◗ Team: Als team proberen wij zoveel mogelijk samen met elkaar te werken en elkaar te ondersteunen door middel van intervisie (bespreken van problemen met elkaar) en collegiale consultatie (leerkrachten kijken bij elkaar in de klas op basis van een hulpvraag). ◗ Leerling: onze leerlingen starten al in de kleutergroep met het leesproces door middel van activiteiten rondom beginnende geletterdheid. ◗ Ons onderwijs: middels het BAS project willen wij toewerken naar meer adaptief onderwijs. Daarnaast werken wij samen met de Kobergroep voor de tussenschoolse- en buitenschoolse opvang. Karin Ossenblok, directeur Berkenveld
De meerwaarde van kinderopvang ligt voor ouders met name in het feit dat zij zich met werk en/of studie kunnen bezighouden op het moment dat hun kind een kindercentrum of gastouder bezoekt. Ook voor kinderen is er een enorme meerwaarde. De kinderopvang biedt hen tal van ontwikkelingsmogelijkheden en -materialen, die thuis niet zo snel voor de hand liggen. Vooral in het contact met leeftijdsgenootjes kunnen kinderen plezier maken en samen spelen, maar ook leren om samen ruzie te maken en weer tot een oplossing te komen. Ook het contact met andere volwassenen (de professionele groepsleiding) biedt leermogelijkheden. Deze groepsleiding kan daarnaast voor u als ouder een welkome gesprekspartner vormen over de ontwikkeling van uw kind in het bijzonder en over opvoeden in het algemeen. Ria Oude-Kempers, unitmanager Wouw e.o.kindercentrum Dommel en bso Woudatuin
Collegiale consultatie: steeds weer spannend. Mensen die een kijkje komen nemen in de groep. Zelfs voor het bezoek van een collega voel ik me opgelaten. Het perfecte wil ik laten zien. En natuurlijk lukt dit niet, ik ben en blijf een mens. Gelukkig blijft er een goed gevoel achter en bedenk ik steeds achteraf dat ik me weer druk maakte voor niets. Dit is al een belangrijk leerpunt. De meerwaarde voor mij, als onderbouwcoördinator, is dat ik tijd krijg om een kijkje te nemen in de groep van een collega en dat ik tijd krijg om rustig van gedachten te wisselen. Ik begrijp nu beter waar mijn collega over praat, omdat ik de praktijk heb gezien. Indien mogelijk draag ik ideeën aan om de doorgaande lijn te verbeteren. Mijn collega voelt zich gesteund als ik met haar de observatie bespreek en ze gaat met enthousiasme verder in de klas. Maar bovenal, mijn bewondering groeit als ik mijn collega bezig zie. Petje af! Maryos van Eekelen, onderbouwcoördinator
De herkenning bij het zien van een letter van hun eigen naam, het maken van een woord mét of zonder plaatje, en het vullen van de lettermuur; beginnende geletterdheid is volop in beweging in groep 1-2. Telkens weer verwonderd over hoe je met woorden kunt spelen door ze te rijmen, verdelen in lettergrepen en nog veel meer. Het gebruik van de methodes Schatkist, Fonemisch Bewustzijn, Toetslijn Beginnende Geletterdheid en de eigen inbreng van de kinderen, zijn hierbij de inspiratiebron voor de leerkracht. Anja Kustermans, leerkracht groep 1-2
Op Berkenveld wordt alweer enige tijd gewerkt aan kwaliteitsverbetering van verschillende facetten binnen de school. Deze verbetering betreft zowel de inrichting van de klaslokalen en de school in zijn totaliteit, als ook de manier van lesgeven (methodes en lesopbouw) en leerlingenbenadering/begeleiding. Middels het BAS-project (Bouwen aan een Adaptieve School) willen wij toewerken naar meer adaptief (passend) onderwijs, waarbij zoveel mogelijk wordt ingespeeld op de behoeftes van de individuele leerling. Het BAS-project biedt ons als school de gelegenheid en de handvatten om op een planmatige wijze te werken aan de kwaliteitsverbetering van†ons onderwijs, waardoor al onze leerlingen zich veilig voelen, meetellen en daardoor ook met plezier naar school komen. Martha Buermans, Intern Begeleider
KPOPORTAAL 11
Februari 2010
Overwegingen over De Saffier met lezen in beweging met De Blokwei in beweging behulp van het LEESCIRCUIT Een aantal teamleden spreken zich uit over ‘De Blokwei in beweging’. Hanneke Dujardin We richten ons op de individuele kwaliteiten op het gebied van leren en samenwerken in tweetallen en in groepen. Inhoudelijk verdiepen we ons beter in de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen, de concentratie en het gedrag. Met behulp van het BAS-project is de school opgeruimd en overzichtelijk, zo ook het leerlingenarchief en de klassenmappen. De leerlingen hebben een duidelijk beeld van het verloop van de dag en ze weten hoe ze elkaar kunnen helpen. Daarnaast komen de mogelijkheden om de lessen digitaal te ondersteunen dichterbij. Kortom, er is al veel gebeurd en er gaat nog veel gebeuren! Frans van Zundert Beweging, verandering en vernieuwing. Van traditioneel klassikaal onderwijs naar individueel leren. Leerlingen motiveren om zelf te leren, dat is een grote uitdaging in het onderwijs. Leerlingen moeten voor zichzelf leren, niet voor een ander. Het is een belangrijke taak van de leerkracht om ervoor te zorgen dat de leeromgeving boeiend en uitdagend is, zodat de leerling gemotiveerd is om te leren. Diane van Mosselveld Nieuwe werkplek, nieuwe collega’s, 25 nieuwe gezichtjes, andere zienswijzen, visies en inzichten. Kortom beweging genoeg op professioneel, maar ook op persoonlijk vlak. De Blokwei in beweging. Binnen de drukte van de binnenstad een oase van rust. Maar zeker nooit saai! Adriënne te Veele Vrouwen doen vaak aan BBB, wij op De Blokwei ook: Blokwei + Bas = Beweging! Pierre van Overveld ‘Mobiliteit in de organisatie’ daar wil KPO voor staan dus nemen medewerkers dit in overweging. Het gevolg is dat collega’s nu komen en gaan. Ook het Blokwei-team is behoorlijk in beweging. Kitty Kuijstermans De Blokwei in beweging: op De Blokwei ben je altijd druk bezig. De Blokwei staat nooit stil. Zo blijf je wel in beweging. Nicole de Roo We bewegen ons om te bewegen naar zeer goed kwalitatief onderwijs waarin het kind centraal staat.
Jessica Peeters B Blokwei in beweging L Leerkracht ‘loopt’ door de klas, beweegt zich voort tussen de kinderen en is niet langer meer enkel het middelpunt voor de klas O Onderwijs verandert en groeit; een nieuw schoolconcept BAS. Belangrijk is om samen verantwoorde keuzes te maken in deze groei en verandering. K Kinderen, zij vormen de basis; een wervelwind van kleuren, plezier en frisse inzichten op het schoolplein. W Wij, het teamgebeuren. Samen staan we sterk. Collega’s bewegen voort, nieuwe mensen komen binnen, anderen verlaten na jaren dienstverband de school. E Ervaring en enthousiasme, oud en jong vullen elkaar aan op de Blokwei. Een beweging die in stand gehouden moet worden. I In beweging, dat is de Blokwei!
De Saffier is een BAS-school met twee belangrijke pijlers. Eén van de pijlers is gericht op sociale ontwikkeling met behulp van de KANJERmethode en de tweede pijler is gericht op leesontwikkeling.
Hiermee willen we bereiken, dat alle kinderen nieuwsgierig worden naar boeken. Doel is om elk kind in beweging te krijgen,dat iedereen enthousiaster wordt en met plezier of met nóg meer plezier gaat lezen.
Deze twee pijlers houdt de school de komende vier jaar in beweging. Om dit te bereiken is het van groot belang de leerkracht in beweging te krijgen en in beweging te houden. De leerkracht is de spil, de as van het circuit. Enthousiasme, kennis en vaardigheden zijn hiervoor de basisvoorwaarden. Hoe beweeg je kinderen tot lezen? Het ene kind is een ‘boekenwurm’ en leest uit zichzelf, het andere kind komt juist maar moeizaam tot lezen. Wij hebben gekozen om het BAVIlezen in een nieuw jasje te steken.
Onze doelstellingen hierbij zijn: 1. Het bevorderen van de leesbeleving door het aanbieden van verschillende soorten boeken: prentenboeken, stripboeken, informatieboeken, kindertijdschriften, luisterboeken, sprookjesboeken, themaboeken en dergelijke. 2. Leesinstructie voor zwakke lezers: estafette (15 min) voor groep 5 en 6 op drie dagen, de vierde dag mogen de kinderen kiezen uit de draaischijf. Ook kunnen we zo het voor-koor-door lezen (15
Dat onze inspanningen beloond worden laat het oudertevredenhe idsonderzoek van vorig jaar zien: 95% van de ouders voelt zich veilig en 96% van de ouders ziet hun kind met plezier naar school gaan. Openheid en ouderbetrokkenheid staan hoog in ons vaandel. We staan open voor opbouwende kritiek van buiten en juichen een actieve inbreng van ouders bij de organisatie van bijzondere activiteiten toe. In onze visie staan de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijk-
Liesbeth Hack, directeur De Saffier
Cateringproject op De Kameleon
Met het Bolle Buikje volop in beweging Het Bolle Buikje is een cateringproject dat op De Kameleon wordt uitgevoerd door de leerlingen van de hoogste groepen in het VSO (Voortgezet Speciaal Onderwijs). Bij de opening van het nieuwe schoolgebouw aan de Gerard ter Borchstraat, opende zich de mogelijkheid om de keuken voor meer doelen in te zetten dan alleen voor kooklessen.
De Stappen volop in beweging De Stappen is een gezellige en actieve school met een warm pedagogisch klimaat. We willen een school zijn waar het onderwijs van goede kwaliteit is. Naast een zo compleet mogelijk onderwijsaanbod besteedt het team extra aandacht aan het creëren van een sfeer waardoor leerlingen en ouders zich welkom en veilig voelen.
minuten) inzetten. 3. Ontwikkelen van fantasie: wisselende opdrachten, waardoor de kinderen zich steeds op een andere manier met lezen en boeken bezighouden. 4. Bevorderen van leespromotie: het bespreken en beschrijven van leesactiviteiten en het ontwikkelen van leesvoorkeuren.
heid van de leerlingen centraal. Er wordt dan ook dagelijks aan gewerkt om de mate van zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van de leerlingen geleidelijk te vergroten. In dit traject laten we ons begeleiden door een onderwijsadviesbureau. Niet alleen onderwijsinhoudelijk, maar ook qua omvang is De Stappen volop in beweging. Voor het vijfde achtereenvolgende jaar is het leerlingenaantal toegenomen. Dit schooljaar is de school daarom met drie lokalen uitgebreid. Louis Verstraaten, directeur De Stappen
De keuken werd dan ook van leerplaats een werkplaats, waar horecawerkzaamheden worden nagebootst. Samen met de leerlingen wordt wekelijks een lunchgerecht uitgezocht dat tegen een kleine vergoeding op donderdag wordt geserveerd voor de medewerkers. Alles wat hierbij komt kijken voeren de leerlingen zelf uit. Het posten van bestelbriefjes, het halen van de boodschappen, het bereiden van de gerechten, het uitserveren van de gerechten en natuurlijk het opruimen. Er wordt gewerkt vanuit de interesse van de leerling voor het keukenwerk, maar nog belangrijker is dat veel van de doelen die binnen het
VSO centraal staan aan bod komen. Taal, rekenen, sociale vaardigheden, samenwerken, veiligheid en hygiëne maken bijvoorbeeld allemaal onderdeel uit van de activiteiten. Het Bolle Buikje is een simulatie van de werkelijkheid waarbij de leerlingen niet alleen werken aan diverse onderwijsdoelen, maar tevens wordt hen op deze manier de liefde voor de natuur en haar producten bijgebracht . Een paar keer per jaar mogen de leerlingen datgene wat ze geleerd hebben in de praktijk brengen voor ouders, stagebegeleiders en andere genodigden. Zij verzorgen dan een diner of een buffet. De belangstelling van de leerlingen is zo groot dat het dringen is om mee te doen. Dit betekent dat er ieder jaar dertig leerlingen actief deelnemen aan dit project. Eddy Haers, leerkracht De Kameleon
12 KPOPORTAAL
Februari 2010
Meervoudige intelligentie en Coöperatief leren: een goede combinatie
Het bijzondere onderwijsconcept van Het Talent Na de zomervakantie is het team van Het Talent vol frisse moed van start gegaan met het in praktijk brengen van een nieuw onderwijsconcept: ‘Meervoudige Intelligentie’. Een nieuw begin, zowel voor de leraren als voor de leerlingen. Al snel kwam ik erachter dat Davinio uit groep 7 erg ‘bewegings-knap’ is en dat Ahmed wel heel ‘muziekknap’ blijkt te zijn. Dit biedt perspectieven in de wijze waarop de leerstof kan worden aangeboden. Een rap schrijven over een geschiedenisles bijvoorbeeld, of de provincies van Nederland uitbeelden in de gymzaal. Waar ligt nu de hoofdstad? Vader Jacob op de piano aanleren en samen het bos in om bomen, vruchten en zaden te onderzoeken.
Een voorbeeld van een vertrouwensoefening. Elkaar beter leren kennen in de eerste weken van het schooljaar...
Meervoudige Intelligentie (M.I.), een nieuw concept in Roosendaal en een vorm van onderwijs die slechts op enkele scholen in het land wordt aangeboden. Maar wat betekent dit in de praktijk? Meervoudige Intelligentie is een aanpak die erop is gericht het onderwijs te laten aansluiten bij de sterke intelligentie van leerlingen. Hierbij wordt ernaar gestreefd alle intelligenties verder te ontwikkelen en wordt speciale aandacht besteed aan het respecteren en waarderen van de onderlinge verschillen. Zowel op cognitief, als op sociaalemotioneel vlak. M.I. is een theorie van de Amerikaanse psycholoog Howard Gardner. Volgens hem bestaan er grote verschillen tussen de leerlingen, wat betekent dat er niet één manier
van knap zijn is. Het gaat er niet om hoe knap je bent, maar om de vraag ‘hoe ben je knap?’ Die verschillende talenten zijn uitgewerkt in acht intelligenties: Mensen-knap, Beeld-knap, Muziek-knap, Ik-knap, Woord-knap, Bewegings-knap, Natuur-knap en Reken-knap. Voor het team biedt dit ontwikkeltraject veel uitdaging. Binnen de school worden de kenmerken van het concept steeds beter zichtbaar. Op het moment staan de intelligenties ‘natuur-knap’ en ‘bewegingsknap’ centraal, welke onder andere zijn terug te vinden in de hal van de school. In grote wissellijsten hangen foto’s van Steve Irwin en Cristiano Ronaldo, welke worden aangevuld met foto’s van de kinderen die deze intelligenties ambiëren. Bij voorkeur foto’s in actie natuurlijk!
Op woensdag 4 november bezochten de leraren van het Talent basisschool de Wichelroede in Udenhout. Dit is een school waar de uitgangspunten van Meervoudige Intelligentie al vijftien jaar worden uitgedragen. Over ‘in beweging’ gesproken... Een eyeopener voor ons, die ons doet nadenken over de vraag op welke wijze we M.I. binnen onze school willen manifesteren en uitdragen naar buiten toe. Het bezoek heeft ons allen geïnspireerd en aangezet tot het samen uitwerken van nieuwe ideeën. De verschillende werkvormen die volgens de werkwijze van M.I. worden gehanteerd zijn goed te combineren met coöperatief leren, met name vanwege het feit dat samenwerken centraal staat: kinderen leren van en mét elkaar. Daarnaast doet M.I. een beroep op de zelfstandigheid van de kinderen. De werkvormen zijn heel praktisch en visueel van aard en worden uitgevoerd in kleine groepjes of in tweetallen. De leerkracht begeleidt het proces en stuurt het aan. Maaike van der Gaag, leerkracht basisschool het Talent
Dit schooljaar is basisschool Het Talent geopend. De school die voorheen Binnen de Donken heette heeft een nieuwe start gemaakt met een nieuw team, een ander concept en een vooruitstrevende visie waarin onderstaande doelen worden nagestreefd: 1. Talentontwikkeling. Op het Talent worden talenten al vroeg ontdekt, verkend, ontwikkeld en gevolgd. Het onderwijsconcept is gericht op de principes van Meervoudige Intelligentie. 2. De school is open van 07.00 uur tot 19.00 uur, het hele jaar rond. 3. Inzet op de basisvaardigheden en hoge onderwijsopbrengsten. 4. Integratie met zorg en kinderopvang. De school heeft een buurtfunctie en instellingen zoals de peuterspeelzaal, voor-, tussen- en naschoolse opvang zijn gerealiseerd in de school. 5. Wijkfunctie. De ouders zijn sterk betrokken bij de school, ook hun talenten worden benut.
De Sponder beweegt, ook in de avonduren Een groot aantal collega’s neemt tijdens deze herfst en winterperiode deel aan nascholingscursussen De aandachtige blik van de leerkrachten van de Sponder zegt genoeg: er is een boeiende spreker aan het woord. Enthousiast en gedreven legt de heer Louis Merkelbach uit hoe te handelen met kinderen die bijvoorbeeld een p-dyslexie hebben en wat er gebeurt in de hersenen als een kind een letter ziet en deze probeert te verklanken. Gedurende zes dinsdagavonden volgen een 35-tal Spondermensen een cursus met ‘dyslexie’ als onderwerp. De bekende en alom gewaardeerde Louis Merkelbach, zijn echtgenote Ingrid en zijn medewerker de heer Ad Theuns inspireerden leerkrachten, onderwijsassistenten, logopedistes en orthopedagogen op zodanige wijze dat er vaak vergeten werd te pauzeren. Alle deelnemers
zelf beschadigd te raken? Hoe kun je een opkomende woedeaanval van een kind pareren en lukt het hem of haar weer tot bedaren te brengen?
zaten op het puntje van hun stoel bijna ademloos te luisteren. De vele wijsheden en adviezen zullen uiteindelijk hun weg vinden in de individuele- en groepshandelingsplannen. Een tweede cursus had als thema: ‘Ouders die emotioneel worden in een gesprek’. Reageer jij als leerkracht professioneel, of ga je mee in hun emotie? Luister je wel goed naar de boodschap? Wat is jouw rol, ben je in een gesprek een haan, een kip of een kuikentje? José Raves, werkzaam bij Edux, boeide tijdens een aantal avonden een groot deel van het Sponderteam met haar snelle antwoorden en gaf menige voorzetjes tot nadenken. De derde cursus die na de Kerstvakantie van start zal gaan en waarvan de verwachtingen hoog gespannen zijn, is gericht op het thema ‘Omgaan met dreigend en
Cursusavond
destructief gedrag (DDG) van kinderen richting elkaar en gericht op leerkrachten.’ Deze cursus zal voor de helft uit theoretische vorming bestaan en na de pauze zullen de
deelnemers zich verplaatsen naar de gymzaal voor het tweede deel dat zal zijn gericht op vechtende kinderen: Hoe haal je vechtende kinderen uit elkaar zonder daarbij
Naast de genoemde cursussen volgt een aantal collega’s de opleiding Master SEN. Bovendien is er binnen het team een digicoach in opleiding en zijn er collega’s die een EHBO cursus volgen. Voor studiedagen in het land schrijven zich altijd meer mensen in dan er mogen deelnemen. Kortom, omdat de verschillende problematieken op het gebied van kinderen en ouders toenemen is een vernieuwde aanpak noodzakelijk. Het Sponderteam, dat zich kenmerkt als boordevol energie en enthousiasme, toont zich graag bereid mee te bewegen op deze golf van verandering. Marianne Dekkers, hoofd Onderwijs en Begeleiding SBO de Sponder
KPOPORTAAL 13
Februari 2010
Virtual Action Learning op de Jeroen Bosch
Kanjeren op basisschool Klaverweide
Als er op één ontwikkeling binnen
Uit de ouderenquête van onze school is gebleken dat ouders de knusse en
het onderwijs het thema beweging van toepassing is, dan is het wel ICT. Op de Jeroen Bosch hebben we twee jaar geleden gekozen om het ICT gebruik nog verder te ontwikkelen, en volledig te integreren in ons onderwijs. Op schoolniveau is een werkgroep hier dan ook actief mee bezig en samen met het team zijn er al de nodige ontwikkelingen gerealiseerd. Zo is er op onze school geen krijtbord meer te vinden. Digi-borden zijn versneld ingevoerd, niet alleen in de groepen 3 tot en met 8 maar zelfs in de kleutergroepen. In alle groepen zijn minimaal vier computers aanwezig, die een structurele plaats in het dagelijkse onderwijsaanbod innemen. Een ontwikkeling die hiernaast loopt is ‘Virtual Action Learning’, afgekort VAL-junior. Dit betekent
dat kinderen met behulp van een digitale leeromgeving met elkaar in gesprek gaan over hun leeropdrachten. VAL-junior is ontwikkeld door bureau CITOWOZ te Breda en Edux onderwijsadviseurs zorgt voor de invoering op schoolniveau. Omdat het gaat om een nieuwe manier van (samen)werken tussen kinderen, is er op dit moment nog sprake van een pilot. Op slechts een paar scholen in West-Brabant wordt op deze wijze gewerkt. Op de Jeroen Bosch is gekozen om ‘de plusgroep’ met dit project kennis te laten maken. In de plusgroep werken meerbegaafde leerlingen samen aan een gezamenlijke opdracht. In het geval van VALjunior werken deze kinderen eerst met elkaar samen tijdens de ‘plusgroepmiddag’ en bespreken zij gezamenlijk hun leeropdrachten. Na deze bijeenkomst werken ze in de klas achter de computer binnen een digitale leeromgeving verder aan hun werkzaamheden, waarbij ze elkaars werk en vorderingen
veilige sfeer op onze school erg belangrijk vinden. Om dat te borgen zijn wij, als team van basisschool Klaverweide, dit schooljaar begonnen aan de ‘Kanjertraining’.
kunnen zien. Dit stelt hen in staat elkaar tips en hulp te bieden bij het afwerken van de opdrachten. Op deze wijze werken zij ‘op afstand’ toch samen aan opdrachten. Na afloop van deze pilot met een virtuele leeromgeving willen we de mogelijkheden bekijken om dit systeem een plaats te kunnen geven in de gehele school. Robert-Jan Koevoets, directeur Jeroen Bosch
Bouwen aan Groepsklimaat op de St. Theresia, De Linde en de Heilig Hartschool Betrokkenheid van leerlingen leidt tot een beter leerproces en als ze dan echt allemaal actief met leren bezig zijn, is het een plezier om onderwijs te geven. Door gericht te werken met vormen van interactie en gestructureerde samenwerking tussen de leerlingen is het mogelijk om die betrokkenheid in grote mate te creeëren. Op de St.Theresia, De Linde en de Heilig Hartschool zijn we al een paar jaar bezig met dit proces door het invoeren van Structureel Coöperatief Leren. Dit betekent dat we coöperatieve werkvormen toepassen binnen onze bestaande methodes en projecten en merken dat we de hierin gestelde doelen op een prettigere en effectievere manier bereiken. Samenwerking ontstaat niet zomaar door een groep leerlingen bij elkaar te zetten. Gestructureerde samenwerking is de basis van coöperatief leren en dient aan de volgende vier basisprincipes te voldoen: 1. de deelname van elke leerling is ongeveer gelijk 2. de individuele prestatie moet aantoonbaar zijn 3. de leerlingen hebben elkaar nodig 4. iedereen is tegelijkertijd actief Deze punten dien je als leerkracht steeds te bewerkstelligen en aan-
toonbaar te maken. Samenwerking lukt het beste wanneer de sfeer in de groep en de onderlinge relaties goed zijn. Daarom besteden we de komende periode op de drie scholen vooral veel aandacht aan activiteiten die de sfeer binnen het team (groepje van drie of vier leerlingen) en de groep als geheel positief beïnvloeden. Hiervoor gaan we ons met name richten op didactische werkvormen die voortkomen uit de domeinen van Teambouwers en Klasbouwers. Door de inzet van Teambouwers bereiken we de volgende effecten: 1. elkaar beter (echt) leren kennen 2. teamgeest ontwikkelen 3. onderlinge steun geven 4. verschillen waarderen 5. samen weten we meer dan alleen Deze effecten zorgen ervoor dat de leerlingen merken dat samenwerken leidt tot een hogere productiviteit. Leerlingen kunnen voortbouwen op elkaars ideeën en zij delen oplossingen met andere teams, waardoor
ze leren dat niemand in zijn eentje slimmer is dan iedereen bij elkaar. Teamwerk is een goede voorbereiding op een wereld die steeds meer gekarakteriseerd wordt door het werken in teams, netwerken en onderlinge afhankelijkheid. Als mensen gezamenlijke doelen nastreven, is er niet langer sprake van ‘ik’ tegen ‘hen’, maar er ontstaat een ‘wij-gevoel’. Daarnaast zijn teambouwers leuke en inspirerende activiteiten. Als de energie in de groep daalt, dan is het tijd voor een Teambouwer: vijf minuutjes tussendoor. Op basis van de toepassing van Klasbouwers willen we een sociaal en veilig klimaat in de groep versterken. De leerlingen krijgen de gelegenheid om elkaar op een positieve manier te leren kennen en samen te werken met hun groepsgenoten. De kenmerken van Klasbouwers zijn dat de kinderen actief bezig zijn (weg van de stoel), de activiteiten altijd worden uitgevoerd
De Kanjertraining is een sociale vaardigheidstraining die schoolbreed kan worden ingezet. De training wordt opgehangen aan vier verschillende kleuren petjes en dieren. De witte pet is een tijger; de tijger gedraagt zich als een Kanjer. Een kind dat assertief maar niet agressief is en zich in allerlei situaties goed weet te handhaven. De zwarte pet is een pestvogel; de pestvogel vindt zichzelf geweldig, alle anderen deugen niet en hij bepaalt zelf wel wat hij doet. De rode pet is een aapje; Het aapje probeert contact te krijgen door met de pestvogel mee te doen en overal een grapje van te maken. Het aapje neemt niets en niemand serieus. En de gele pet is een konijn; Het konijn denkt dat hij minder waard is dan anderen, is vaak bang en kan last hebben van faalangst. Om stigmatiseren te voorkomen benadrukken we dat je gedrag van een bepaalde kleur kunt vertonen, maar dat je geen kleur bent. Ieder-
met de gehele groep en bovendien geen betrekking hebben op de leerstof (alle kinderen ongeacht hun capaciteiten kunnen hieraan deelnemen). Wanneer leerlingen elkaar als persoon goed leren kennen is de kans groot dat ze elkaar ook zullen respecteren. Daardoor voelen ze zich beter begrepen en zijn zij makkelijker in staat om vriendschappen te ontwikkelen. Klasbouwers zorgen voor een niet-bedreigende sfeer, zodat er op een effectieve manier geleerd kan worden. Als er op deze wijze op een verantwoorde manier wordt voldaan aan aandacht en interactie, zullen leerlingen bovendien veel minder de neiging hebben om de orde in de groep te verstoren. Als leerlingen ontdekken dat twee mensen meer weten dan één, en wanneer ze over de vaardigheden beschikken om op een effectieve manier samen te overleggen, kunnen ze veel meer bereiken en leren ze elkaar ook echt te waarderen. Tevens ontwikkelen ze door deze manier van werken een positief zelfbeeld. Ze respecteren elkaar en hun ideeën worden gewaardeerd.
Vertrouwensoefening tijdens de eerste studiedag. Het team draagt directeur Ad Paantjens op handen.
een heeft de keuze om ook een andere kleur te vertonen. Tijdens de studiedagen wordt theorie behandeld, maar ook praktijkoefeningen maken een groot deel van de teamtraining uit. Er wordt veel gebruik gemaakt van vertrouwensoefeningen en interventie met de collega’s. Dit zorgt ervoor dat je nauw met elkaar samenwerkt en elkaar beter leert kennen. Kortom: veel positieve punten waar het team van basisschool Klaverweide verder mee aan de slag kan! Ingeborg Kannekens-Veen, leerkracht de Klaverweide
Dit is een voorbeeld van de Klasbouwer: Wie ben ik?
De leerlingen merken dat ze dingen gemeen hebben en ontwikkelen een gevoel van solidariteit met hun groepsgenoten. Op die manier hebben ze het gevoel ergens bij te horen. Wij hopen als team, door te investeren in deze werkvormen, bij te dragen aan een goed pedagogisch en sociaal klimaat waarbij het plezier om te leren en het respect voor elkaar voorop staan. Chris Loos, directeur De Linde Stef van Roemburg, directeur Heilig Hart en St.Theresia
14 KPOPORTAAL
Februari 2010
De Watermolen is gestart met Techniek Torens In oktober is De Watermolen gestart met de Techniek Torens. Prima reden voor een gesprek met de leerlingen, leerkrachten en ouders. Wat zijn Techniek Torens? Juf Ineke, techniekcoördinator: “De Techniek Torens zijn drie opvallende en vrolijk gekleurde kasten in de vorm van Middeleeuwse kasteeltorens, waarin alle materialen, leskisten en lesbeschrijvingen zijn opgeborgen voor ten minste 80 technieklessen voor groep 1 tot en met groep 8 van de basisschool. Alle thema’s en domeinen zoals constructie, transport, productie, communicatie, elektrotechniek, chemie, duurzame energie, worden in doorlopende leerlijnen behandeld. Het is vooral veel ‘zelf doen’ voor de kinderen. Elke groep komt vijf keer per jaar aan de beurt en maakt twee leskisten per keer. Gelukkig zijn veel van de ouders net zo enthousiast als de leerlingen en de collega’s en beschikken we over voldoende ouders en grootvaders die ons op maandagmiddag komen helpen.” Hoe vinden de kinderen het? Juf Ineke: “Ik zie vooral erg enthousiaste kinderen. Alle groepen zijn al met de Techniek Torens aan de slag geweest.” Hieronder een aantal reacties van de kinderen. Imad: “We moesten een grijper
maken van legoblokken, en dan probeerden we legoblokjes met de grijper te pakken. Het was wel heel moeilijk want de juf of een mama vertelde ons niet hoe het moest, we moesten alles uit een boekje halen, waar het in stapjes stond uitgelegd.” Valerie: “Wij moesten een hoorspel maken. Ieder kind kreeg een geluidsvoorwerp en dan werd er een verhaal voorgelezen en opgenomen met een cassetterecorder. We moesten dan op tijd ons geluid laten horen. Maar eerst moest de batterij in de cassetterecorder. Ik wist helemaal niet dat een batterij een –kant en een +kant heeft. Nu weet ik ook hoe een cassetterecorder werkt.” Goof: “We hebben eerst in een groepje naar foto’s van hutten gekeken. Daarna hebben we zelf een hut gemaakt van takken (pitriet) en wol. Echt heel leuk!” Aliou: “Wij ontdekten dat een ‘automachine’ sneller is dan onze handen. We moesten 40 dominoblokken zo snel als we konden in een rij zetten. De machine was meestal sneller dan wij.” Wat vinden de leerkrachten ervan? Juf Veronique: “In het begin is het wel moeilijk om in te schatten hoe lang de kinderen bezig zijn met
een opdracht en er moet best wel wat worden uitgezocht. Maar als je dan ziet welke leuke dingen de kinderen doen die in een gewone klassensituatie niet mogelijk zijn, dan is dat geweldig. De kinderen hebben helemaal niet in de gaten dat ze aan het leren zijn, omdat de opdrachten op een speelse wijze worden aangeboden.” Wat vraagt het van de hulpouders en hulpopa’s? Een aantal hulpouders/opa’s reageren: “Het is leuk om te zien dat de kinderen genieten en trots zijn op wat ze gemaakt hebben. Ze willen dit vooral ook aan alle anderen laten zien.” “In deze startfase is het voor alle
partijen nog wel uitzoeken en loop je tegen kleine zaken aan zoals: hoe lang duurt een activiteit? Hoe lang kun je de aandacht van de kinderen vasthouden? Sommige opdrachten zijn ook minder leuk/ uitdagend dan andere, hoe houd je de kinderen dan toch gemotiveerd? Maar dit zijn slechts kinderziektes. Zodra kinderen, de leerkrachten en wij er voldoende van weten, zal dit vanzelf nog beter gaan.” Wie graag eens komt kijken naar de Techniek Torens is altijd welkom op de Watermolen! Evelien Danneels, directeur De Watermolen
Basisschool de Vlindertuin... vooruit! ‘Opzij, opzij, opzij...’. In de afgelopen jaren is de kwaliteit van het onderwijs op de Vlindertuin enorm gestegen. Dit succes dienen we op de eerste plaats toe te schrijven aan de teamleden, die het concept ‘Vlindertuinleren’ op een uitstekende professionele wijze vormgeven. Het concept houdt rekening met- en speelt in op de grote verschillen tussen de kinderen qua aanleg, tempo en temperament. De Vlindertuin moet en kán daar antwoord op geven. Geen enkel kind komt iets tekort, we hebben daar tijd voor tijdens het verwerken van de weektaak. Ook het feit dat we onderdeel uitmaken van de Brede School Zwanehof betekent dat we voortdurend in beweging zijn en blijven door de intensieve organisatorische en inhoudelijke samenwerking met de kernpartners. Dat is een verrijking. Soms moeten we even ‘opzij’, maar we gaan vooral samen ‘vooruit’. Binnen de integrale werkgroepen rondom de thema’s ‘Gezond Leven’, ‘Taalontwikkeling’, ‘Mediawijsheid’, ‘Cultuureducatie’ en ‘Sociaal Emotionele ontwikkeling’, maar ook tijdens overlegsituaties, bij het maken van de plannen en de uitvoering en evaluatie ervan word je scherp gehouden: we zijn als partners gericht op vooruitgaan...
‘Maak plaats, maak plaats, maak plaats...’. De samenwerking met meerdere partners en de prachtige accommodatie bieden ruimte voor het creëren van een breed aanbod van activiteiten. Hierbij koppelen we de ‘in’schoolse activiteiten zoveel mogelijk aan de ‘buiten’schoolse activiteiten. Zo ontstaan er (nieuwe) samenwerkingsverbanden en netwerken zoals bijvoorbeeld met Creative Consultancy en het Sportbureau. We streven ernaar nog meer ‘plaats’ te krijgen, zodat er een steeds breder aanbod kan worden gevormd. Hiertoe hebben echter wel de middelen nodig, hierin ligt een uitdaging. De school wil graag ‘plaats’ maken om nog meer vorm te geven aan de wijkfunctie van de Brede School:
streven naar cohesie en samenwerking. Kwalitatief hoogwaardige, gezamenlijke activiteiten organiseren voor álle, vooral ook de nieuwe, bewoners. Er moet een gezamenlijke visie ontwikkeld worden waarin antwoord wordt gegeven op de vraag: ‘Hoe ziet de gewenste wijk eruit?’ Dat heeft haast. ‘We hebben ongelofelijke haa...’. Nee! Geen ‘haast’ in de zin dat het allemaal effe-snel moet gebeuren. Dat leidt tot oppervlakkigheid en weinig continuïteit. We steken juist in op kwaliteit van aanbod en activiteiten. We zijn en blijven als school immers verantwoordelijk voor de voortgang (in de leerstof ) en de ontwikkeling van het kind. Dit betekent tussentijdse reflectie,
verantwoorde keuzes maken en zorgen voor een goede overdracht naar elkaar en naar buiten toe. Dat vraagt tijd. Wel ‘haast’ in de verhoging van het effect van ons onderwijs. Het project Opbrengst Gericht Werken (OGW) is versneld ingezet en we verwachten daar veel van. De Vlindertuin, we hebben ongelofelijke... ambities! Jack Musters, directeur De Vlindertuin
Fatima BAS Kanjer
Twee speerpunten die mooi bij elkaar aansluiten Het team van de Fatimaschool is volop in beweging; BAS (Bouwen aan een Adaptieve School), BOS (Buitenspelen Op School), Kanjer (sociaal emotionele omgang), cultuur, taal, nieuwe rapporten, allemaal zaken waar onze tijd en aandacht specifiek naar uit gaat. Twee van onze speerpunten blijken mooi in elkaar te passen en hebben al een hoop in beweging gezet op onze school. Als eerste nieuwe BAS-cel hebben we dit schooljaar gekozen voor groepsvorming en dat blijkt uitstekend samen te gaan met de Kanjertraining waar we als team mee gestart zijn. Soms lopen deze ontwikkelingen zelfs zo soepel in elkaar over dat we als team even niet weten of we nu bezig zijn met BAS of met Kanjer in de klassen. Met elkaar, op schoolniveau, en met de kinderen in de klassensituatie, werken we aan een groepsklimaat waarin we samen onze regels maken en elkaar daar ook op aan mogen en kunnen spreken (BAS-cel groepsvorming). Elkaar (leren) aanspreken op je gedrag is op dan ook zo’n item uit de Kanjertraining dat daar perfect op aansluit. Doordat je er met het hele team mee bezig bent worden alle kinderen op school op dezelfde manier benaderd, waardoor veel duidelijkheid wordt geboden. Het resultaat: we merken steeds meer dat onze kinderen goed in hun vel zitten en zowel ons als elkaar op een correcte wijze kunnen en durven aanspreken op de manier waarop we met elkaar omgaan. En... enthousiaste leerkrachten die zich volop richten op het creëren van een groepssfeer waarin onze leerlingen op alle gebieden optimaal kunnen functioneren. Wil Voorbraak, directeur Fatima
KPOPORTAAL 15
Februari 2010
De Joseph basisschool
Een school met kwaliteit Het is inmiddels bekend dat in Roosendaal het aantal geboortes per jaar behoorlijk terugloopt. Dit heeft tot gevolg dat het aantal leerlingen dat de Roosendaalse scholen bezoekt onder druk komt te staan, zo ook op de Joseph basisschool. Wat betekent dit voor de kwaliteit van het onderwijs? Op de Joseph Basisschool hebben we hier zelf oplossingen voor gecreeerd, onder het motto: ‘klein is ook fijn!’ Met het belang van het kind als uitgangspunt speelt hierbij een vijftal zaken een belangrijke rol. De Joseph basisschool streeft de volgende doelen na: 1. Onze primaire taak: Wij zorgen er als kleine school voor dat de leeropbrengsten op peil zijn en blijven, daar ontleent de school tenslotte haar primaire bestaan aan. Via een duidelijke rapportage maken we de leeropbrengsten kenbaar aan onze klanten: de ouders van onze kinderen. 2. Kansen die voorbij komen aangrijpen: De Joseph basisschool pakt haar kansen. Twee leegstaande ruimtes worden verhuurd aan de B5- en de B6groepen van de Kameleon. Samen met het personeel van de Kameleon zijn we aan het verkennen waar en hoe we regulier onderwijs en REC onderwijs kunnen combineren. We onderzoeken op welke wijze en op welke gebieden we samen kunnen optrekken, om van elkaar te leren en winwinsituaties voor de kinderen van beide scholen te realiseren. 3. De doelgroep vergroten: In 2010 gaan we onderdak bieden aan peuterspeelzaal Kabouterland. Vanaf dat moment willen we samen vormgeven aan onderwijs van 2- tot 12-jarigen. Op deze manier kunnen we in het belang van alle kinderen in deze leeftijdsgroep van elkaar leren en profiteren van elkaars expertise. 4. Een kleine school, een veilige school: In een kleine school is het gemakkelijker om overzicht te hebben en te houden. Zo zijn bijvoorbeeld zaken als toezicht houden eenvoudiger te regelen. Tezamen met onze Kanjermethode, waarin onze leef- en omgangsregels staan vastgelegd, zorgt dit voor een open en veilige omgeving voor kinderen, leerkrachten en ouders. We steken veel tijd en energie in onze zorg voor een goede sfeer en een goede omgang met elkaar. 5. Een kleiner wordend team, maar met meer mensen: De school
krimpt in, waardoor het aantal leerkrachten afneemt. De hoeveelheid werk blijft echter hetzelfde. Desondanks hebben leerkrachten voldoende tijd voor hun lesgevende taken, de kinderen dus! Veel van het werk kan worden gedeeld met mensen van de peuterspeelzaal en de Kameleon, zijnde onze inwonende maar ook participerende inwoners. Tevens zetten we de deuren wijd op voor studenten van de PABO, welke worden gezien als onze toekomstige collega’s. Ditzelfde geldt voor studenten van het ROC, alwaar een opleiding voor onderwijsassistent wordt verzorgd. Studenten brengen ‘een frisse wind’ in de school, verrichten veel en goed werk en houden het huidige leerkrachtenkorps scherp in denken en doen. Daarnaast betrekken we zeer nadruk-
kelijk de ouders bij onze schoolorganisatie. Dit doen we door hen verantwoordelijkheid te geven en hen te voorzien van de benodigde ruimte om die verantwoordelijkheid in te vullen. De ouders mogen het nodige van de school verwachten, echter: de Josephschool verwacht ook het nodige van de ouders. De Joseph basisschool is in beweging en participeert vanuit drie kerncompetenties op de maatschappelijke ontwikkelingen: resultaatgerichtheid, klantgerichtheid en samenwerkingsgerichtheid. De Joseph is een school die deze drie zaken hoog in het vaandel heeft staan, kortom: De Joseph basisschool, zéker de moeite waard! Theo Matthijssen, directeur De Joseph basisschool
Basisschool Vondel beweegt zich fit! Basisschool Vondel is dit schooljaar letterlijk ‘in beweging’. Op 2 november zijn we gestart met het project ‘Lekker Fit!’. Dit is een lespakket over voldoende beweging en gezonde voeding. Iedereen weet dat bewegen goed is, regelmatig bewegen en gezonde voeding kan onder meer het risico op overgewicht en hart- en vaatziekten verlagen. Bovendien verbetert bewegen de lichamelijke en geestelijke fitheid. Met ‘Lekker fit!’ willen wij de leerlingen bewust maken van het belang van gezonde voeding en voldoende beweging. Tijdens het eerste blok krijgen de kinderen lessen over hun lichaam, waarbij ze onder andere leren waarom het van belang is om dagelijks te bewegen. Via het Sportbureau Roosendaal is er met diverse sportverenigingen
contact gelegd en om de kinderen enthousiast te maken voor sport, worden diverse clinics gegeven. Het sportbureau ondersteunt tevens de afname van de ‘fittesten’. Later in het schooljaar besteden we aandacht aan voeding en het maken van gezonde keuzes. Hierbij zal de GGD enkele gastlessen verzorgen. Niet alleen de leerlingen en de leerkrachten zijn volop in beweging, ook de ouders worden actief bij het project betrokken. Bij elk blok krijgen de kinderen een werkboekje met een thuisopdracht mee naar huis. Het doel van de opdrachten is om zowel de leerlingen als de ouders te stimuleren om na te denken over gezonde voeding en meer bewegen, zodat zij zich beter bewust worden van de keuzes die ze maken. Hannah de Haan, leerkracht Vondel
De Cortendijck in beweging Staatssecretaris Dijksma wil dat alle scholen in beweging komen en aan de slag gaan met hun taal- en reken-onderwijs. Op basisschool De Cortendijck staat het uitgangspunt dat alle kinderen recht hebben op gelijke kansen centraal. We richten ons dan ook op de vraag op welke wijze we gelijke kansen voor alle kinderen mogelijk kunnen maken. Hierbij denken we zeker niet alleen aan de kinderen met leerachterstanden en leermoeilijkheden. Nu pas in beweging komen zou wel wat aan de late kant zijn. Basisschool De Cortendijck is in staat, door constant in beweging te zijn en te blijven, rekening te houden met de wensen en eisen die kinderen aan het onderwijs stellen. Er is bewust gekozen voor kleine groepen in de onderbouw, omdat we ervan uitgaan dat gelijke kansen voor kinderen het beste gecreëerd kunnen worden op een zo jong mogelijke leeftijd. In deze groepen is een doorlopende leerlijn gegarandeerd, waarbij is gekozen voor de Piramide.
Deze leerlijn begint al op de Roosendaalse peuterspeelzalen en loopt bij ons door tot in groep drie. Piramide is een educatieve methode die jonge kinderen op een speelse manier stimuleert in hun ontwikkeling. Er wordt gewerkt vanuit projectthema’s, waarbij de activiteiten zijn gericht op acht ontwikkelingsgebieden. De kleine groepsgrootte stelt de leerkrachten in staat om optimale aandacht te geven aan de kinderen en hun ouders en verzorgers. De resultaten van de leerlingen tonen
dan ook aan dat de aanpak op De Cortendijck het gewenste effect oplevert. Niet alleen de school en de leerkrachten zijn in beweging, ook ouders en vrijwilligers zijn actief in de school en zorgen ervoor dat De Cortendijck bruist. Een recent voorbeeld is de Kinderboekenweek 2009. De school was een week
lang aangekleed als een restaurant waar jonge chef-koks een maaltijd verzorgden voor kinderen uit andere groepen. Op deze manier werden de leerlingen uitgedaagd en in de gelegenheid gesteld verschillende talenten te benutten. Ad Huigen, directeur De Cortendijck
16 KPOPORTAAL
Februari 2010
De Heiberg ontwikkelt Op De Heiberg is de laatste jaren hard gewerkt aan de inrichting van het onderwijs. De teamscholing was erop gericht om de leerkrachten te scholen op het gebied van zelfstandig werken in de groep, werken met de instructietafel en samenwerkend leren. De inhoud van deze cursussen geeft de leerkrachten meer handvatten om de kinderen op hun eigen niveau aan te spreken en te helpen. Bij het zoeken naar een vervolg kwamen we als team al snel uit bij het werken met weektaken. Momenteel worden de takenkaarten in elke groep van de school gebruikt. Het geeft de leerlingen meer mogelijkheden om hun activiteiten zelf te plannen en uit te voeren. Ook de kleuters verwerken hun weektaken zelfstandig. Natuurlijk moet de weektakenkaart nog een definitieve vorm krijgen en moeten we nog ervaren welke taken wel en
niet geschikt zijn om hierin op te nemen, maar de start is inmiddels in alle groepen gemaakt. Natuurlijk kijken we al weer vooruit naar mogelijkheden om ons als school verder te ontwikkelen, we blijven tenslotte in beweging. In dat kader gaan we ons in februari oriënteren op BAS, het Bouwen aan de Adaptieve School. Voor ons zou dit een natuurlijk vervolg kunnen zijn op de ontwikkelingen die we als school doormaken. Zoals een
foto tijdens het ontwikkelen langzaam duidelijker en scherper wordt, zo wordt onze visie op onderwijs steeds duidelijker zichtbaar in de school. René Hoppenbrouwers, directeur De Heiberg
Op 10 april 2008 schonk het bestuur van KPO ter ere van het 10-jarig bestaan haar scholen één of meerdere digitale schoolborden. Sindsdien is er veel beweging (misschien ook wel beroering) ontstaan in het vervangen van de krijtjesborden door digitale borden. Echter nog veel meer beweging is er gekomen in het gebruik van de schoolborden door de leerlingen en de leerkrachten.
Iedere leerling een eigen weektaak met WeekTaakMaker Adaptief onderwijs, individuele leerlijnen. Gemakkelijk gezegd... maar hoe gedaan? Op veel scholen worden voorzichtige stappen richting de ontwikkeling van eigen leerlijnen gezet, maar het eerste struikelblok is vaak de praktische organisatie. Hoe kom je als leraar tegemoet aan de wensen en behoeften van iedere individuele leerling, zonder daarbij het overzicht over de groep te verliezen? Ruim een jaar geleden ben ik daarom begonnen met het ontwikkelen van het computerprogramma ‘WeekTaakMaker’. Een programma dat leerkrachten in staat stelt een adaptieve weektaak te maken zonder daarbij het overzicht te verliezen en tevens tijd te besparen. Op de Theresiaschool krijgen de leerlingen iedere week een ‘weektaak’ aangeboden met daarop verplichte taken en keuzetaken voor de komende week. Omdat de niveauverschillen in mijn groep groot waren, vond ik dat iedere leerling opdrachten op zijn eigen niveau moest kunnen maken. Daartoe paste ik elke weektaak in Word aan. De ene leerling kreeg wat meer, een ander wat minder en sommige leerlingen kregen wat extra hulp en waar mogelijk een extra opdracht. Het idee was goed, maar de uitvoering minder. De eerste drie taken klopten nog, maar daarna slopen er toch fouten in het gehanteerde systeem. Leerlingen die regulier werk moesten maken, maakten minder, extra hulp stond bij de verkeerde leerling en na een uur werken wist ik ook zelf niet meer wie welke taken moest maken. In de zomer van 2008 ben ik dan ook gestart met het ontwikkelen van WeekTaakMaker. Op het
moment dat ik na de vakantie mijn eerste weektaak hiermee maakte, wist ik dat ik op de goede weg zat: binnen een kwartier had ik een weektaak op maat gerealiseerd en wist ik precies wat alle leerlingen gingen doen. Geen fouten, goed overzicht en vooral leerlingen die zich prettig voelden bij hetgeen ze moesten doen. Wat was begonnen als een klein project begon flink te groeien en met de aansluiting van een tweede school in het systeem groeide de eerste versie uit zijn jas. In de kerstvakantie werd het programma opnieuw geschreven en voorzien van talloze nieuwe functies. Hierdoor werd het mogelijk om het programma aan te passen aan de wensen van elke afzonderlijke school en de leerlijnen van individuele leerlingen in kaart te brengen. Inmiddels wordt WeekTaakMaker ingezet op vijf scholen binnen KPO en binnenkort starten pilots op andere scholen. Het succes van WeekTaakMaker zit hem vermoedelijk in de eenvoud. Iedere leerkracht, ict-minded of niet, kan ermee werken. Misschien nog wel belangrijker: leerkrachten gaan als vanzelf de weektaken afstemmen op het niveau van de
Borden in beweging
individuele leerling, waardoor het zelfstandig werken een flinke impuls krijgt. Doordat meerdere collega’s, ook buiten mijn eigen school, werken met het programma word ik gevoed met ideeën, ervaringen en bevindingen. Dit probeer ik te vertalen naar het programma, waardoor het steeds beter wordt en in ontwikkeling blijft. De positieve feedback van scholen geeft mij elke keer weer nieuwe motivatie om door te gaan en nieuwe dingen te ontwikkelen. Door het kijkje in de keuken van andere scholen wordt mijn beeld van de mogelijkheden binnen adaptief onderwijs steeds groter. Ervaringen en ideeën neem ik (soms onbewust) mee naar de praktijk op mijn eigen school. Daarmee is de cirkel rond: de oplossing voor het probleem om adaptieve weektaken te organiseren op mijn school, levert nieuwe ideeën en inzichten op voor het onderwijs op diezelfde school, waardoor het onderwijs aldaar weer een flinke impuls krijgt. Jeroen Hollander, leerkracht Theresiaschool
De leerlingen kunnen nu veel zelfstandiger alleen of in groepjes met het bord werken. Het is een genot om de snoetjes van de leergierige kinderen die aan het digitale bord mogen werken te zien. Spontaan en intuïtief verwerven en verwerken zij grote hoeveelheden informatie. Een spreekbeurt is nog nooit zo leuk geweest als nu men die met het digibord mag presenteren. Wetenschappelijk onderzoek heeft bovendien uitgewezen dat onder andere de beginnende geletterdheid en het aanvankelijk lezen kunnen worden verbeterd door het gebruik van digitaal leermateriaal. En wat is er mooier dan een digitaal prentenboek introduceren op het digibord? Hiervoor is op internet volop materiaal te vinden, bijvoorbeeld op de websites www.bereslim.nl en www.levendeboeken.nl
De inzet van nieuwe technologie vraagt om professionele ontwikkeling van leraren. Zij worden door de digicoaches dan ook gestimuleerd om op basis van een kijkwijzer bij collega’s in de klas te kijken naar de toepassing van het bord. Op deze manier ontdekken zij de mogelijkheden en de meerwaarde die de digiborden te bieden hebben en wordt volledige integratie nagestreefd. Er zit nog veel beweging in de ontwikkeling van de digitale borden. De verbetering van de techniek en de kwaliteit van het onderwijs gaan daarbij hand in hand. Toine Mol, bovenschoolse digicoach/ beleidsmedewerker ICT
De G(emeenschappelijke) M(edezeggenschaps) R(aad) In onze vorige bijdrage aan KPO Portaal zijn we vanuit het thema ‘Inspiratie’ ingegaan op de samen-stelling, de taak en de inhoud van de GMR. Deze keer staat ‘In beweging’ centraal, waarbij we op basis van een aantal kernwoorden weergeven wat dit thema voor de GMR betekent. Een organisatie in beweging heeft als doel om er beter van te worden. Door deze beweging vindt vooruitgang plaats, wat echter kan leiden tot een veranderende positie voor de GMR. Om deze ‘ontwikkeling’ van een veranderende organisatie bij te houden volgen de GMR-leden scholing, zowel individueel als in
groepsverband. Vanwege de wisselingen die binnen de GMR op gezette tijden plaatsvinden, hebben we altijd te maken met ‘verandering’. ‘Vernieuwing’ laat zich momenteel het beste illustreren door het steeds meer verspreiden van GMR stukken via de digitale snelweg, in plaats van het rondbrengen van gevulde enveloppen met de fiets. Uit de waardering die blijkt voor de werkzaamheden van de GMR halen we onze voldoening en de ‘energie’ om hier vooral mee door te gaan. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad KPO Roosendaal