“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011
1
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
2
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Inhoud 1.
Achtergrond en onderzoeksvraag .......................................................................................4
2.
Methodologie .......................................................................................................................4
3.
Resultaten ............................................................................................................................5
4.
3.1.
Elektronisch profiel .......................................................................................................6
3.2.
Standaardprofiel...........................................................................................................6
3.3.
Traditioneel profiel........................................................................................................7
3.4.
Profiel met kredietkaart ................................................................................................7
3.5.
Globale kostprijs...........................................................................................................7
Besluit ..................................................................................................................................9
Bijlage: Gebruikersprofielen van een zichtrekening in euro in België voor particulieren met courant betalingsverkeer .......................................................................................................... 10
3
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
1. Achtergrond en onderzoeksvraag Het bancaire landschap in België onderging de voorbije jaren sterke veranderingen. De opdeling en verkoop van activiteiten (al dan niet onder Europese druk), wijzigingen in het aandeelhouderschap, staatsinterventies (en vergoedingen voor deze interventies), stresstesten, het aanleggen van voorzieningen voor of het doorvoeren van afschrijvingen op risicovolle activa, talrijke Europese en Belgische overheidsmaatregelen hebben mee het huidige aanzicht van de bankwereld bepaald. De financieel-economische crisis en (meer recentelijk) de schuldencrisis zijn niet vreemd aan deze ontwikkelingen. Deze en andere ontwikkelingen hebben van de banken aanzienlijke financiële inspanningen gevraagd (herstructureringskosten) en dit op een moment dat de rendabiliteit van de sector onder zware druk kwam te staan. De vrees bestond dat de banken deze kosten disproportioneel zouden doorrekenen aan hun klanten in de vorm van hogere kosten en provisies op onder meer zichtrekeningen1 en courant betalingsverkeer. Dit alles des te meer omdat de vorige jaren SEPA2 en de Belgische wet van 10 december 2009 betreffende de betalingsdiensten3 werden ingevoerd, hetgeen belangrijke (inter)bancaire ICTontwikkelingen vereiste en een uitbreiding 4 van de courante betalingsdiensten. In dit kader onderzocht de FOD Economie het verloop van de kostprijs van een zichtrekening in euro in België met courant betalingsverkeer voor particulieren in de periode 2008 tot 2011 5. De resultaten van dit onderzoek stelden ons in staat het verloop van een gewogen gemiddelde kostprijs van een dergelijke rekening in kaart te brengen.
4
2. Methodologie Febelfin, de Belgische federatie van de financiële sector, en de FOD Economie werkten in gezamenlijk overleg vier representatieve profielen uit voor een particuliere gebruiker van een zichtrekening: een elektronisch profiel, een standaardprofiel, een traditioneel profiel en een profiel met kredietkaart. Al deze profielen hebben de volgende kenmerken gemeen: het gaat om een zichtrekening in euro met een debetkaart (met Maestro-functie). Er worden met de zichtrekening jaarlijks 80 betalingen in euro in de eurozone uitgevoerd evenals 60 Belgische overschrijvingen. Boven-
1
Het gebruik van de term “zichtrekening” moet, in deze nota, steeds begrepen worden in de betekenis van een rekening in euro in België voor particulieren met courant betalingsverkeer. 2
SEPA staat voor Single Euro Payments Area, de eengemaakte Europese betaalruimte. Deze betaalruimte zorgt ervoor dat burgers en bedrijven met dezelfde betaalmiddelen (kaarten, overschrijvingen, domiciliëringen) hun betalingen in euro op uniforme wijze kunnen afhandelen binnen de gehele Europese Economische Ruimte (EER). 3
De wet werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 januari 2010 en werd van kracht op 1 april 2010. 4
De uitbreiding omvatte onder meer een nieuw Europees schema voor overschrijvingen en domicilieringen, de mogelijkheid om gedurende acht weken de terugbetaling van een domiciliëring te vragen en de reductie van de uitvoeringstermijnen.
5
Dit onderzoek zal jaarlijks geactualiseerd worden.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
dien gebeuren er met de kaart 24 geldafhalingen in euro in SEPA en 20 Belgische of Europese domiciliëringen. Verschillen tussen de profielen zijn terug te vinden in de aard van de geldafhaling (aan het loket of aan een geldautomaat van de eigen bank of van een andere bank) en de aard van de overschrijvingen (via elektronische weg, op papier of met een permanente opdracht). Verder onderscheiden deze profielen zich in het al dan niet beschikken over een internetbankabonnement of een kredietkaart. In bijlage is een detailoverzicht per profiel terug te vinden tezamen met het jaarlijkse aantal verrichtingen voor elk betaalmiddel. Het onderzoek naar het kostprijsverloop van een zichtrekening werd uitgevoerd bij een staal van 11 banken 6 die een substantieel gedeelte van de Belgische markt vertegenwoordigen. Deze banken stonden per 1 januari 2011 in voor ongeveer 11,5 miljoen zichtrekeningen in euro voor particulieren. Aan deze banken werd gevraagd om, per profiel, het goedkoopste tarief (alle particulieren kunnen dit verkrijgen) voor een zichtrekening met bijhorende transacties op te geven tezamen met een schatting van het aandeel van elk profiel, het totale aantal zichtrekeningen in euro voor particulieren en de officiële tarievenlijsten (ter staving van het goedkoopste tarief) en dit per 01.01.2008, 01.01.2009, 01.01.2010 en 01.01.2011. Op basis van de bekomen informatie werd een gewogen gemiddelde kostprijs van een zichtrekening berekend, en dit zowel voor ieder afzonderlijk profiel als globaal voor alle profielen tezamen.
5
De weging om te komen tot deze gewogen gemiddelde kostprijs, werd per bank en per profiel uitgewerkt. Om het gewicht van elke bank (nodig voor de berekening van het verloop van zowel de totale kostprijs als van de kostprijs per profiel) te bepalen werd gebruik gemaakt van het totaal aantal zichtrekeningen dat elke bank rapporteerde aan de FOD Economie. Het jaarlijkse gewicht van elk van de vier profielen is gebaseerd op een schatting van het belang van deze profielen, zoals meegedeeld door enkele deelnemende banken. Slechts zeven van de elf deelnemende banken konden deze gegevens effectief bezorgen. Het voor deze banken bekomen rekenkundig gemiddelde gewicht van elk profiel werd vervolgens op de andere vier banken toegepast.
3. Resultaten Per 01.01.2011 hielden de 11 deelnemende banken ongeveer 11,5 miljoen zichtrekeningen aan voor particulieren in euro in België. Dit aantal vertegenwoordigde ongeveer 85 % van het totale aantal zichtrekeningen7 (bij alle banken in België) voor particulieren in euro. De drie grootste maatschappijen in ons onderzoek (op basis van het aantal gerapporteerde zichtrekeningen) waren goed voor meer dan 62 % van het totaal aantal gerapporteerde zichtrekeningen. Bij de bevraging werd ook gepolst naar de kostprijs van de goedkoopste zichtreke-
6
Een twaalfde, initieel deelnemende bank werd finaal niet weerhouden. Deze bank bood, naar achteraf bleek, geen debet- en kredietkaarten aan en voorzag geen mogelijkheid tot geldafhalingen. Met de resultaten van deze maatschappij werd bijgevolg geen rekening gehouden. 7
Volgens informatie van Febelfin (verkregen uit een jaarlijkse enquête) hielden 58 bank-leden 13.484.396 rekeningen in euro aan voor ingezetenen per 31.12.2010.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
ning. Bij twee financiële instellingen ging het aan het einde van de onderzoeksperiode over een andere soort zichtrekening dan bij de aanvang ervan. Tabel 1. Aantal zichtrekeningen in euro voor particulieren Periode Aantal zichtrekeningen Index (2008 = 100)
01.01.2008 10.748.132 100,0
01.01.2009 11.076.009 103,1
01.01.2010 11.319.114 105,3
01.01.2011 11.493.999 106,9
Bron: enquête FOD Economie en Febelfin, eigen berekeningen.
3.1. Elektronisch profiel Het belang van het elektronische profiel nam over de onderzochte periode toe van 24,4 % van het totaal aantal zichtrekeningen in 2008 tot bijna 30 % in 2011. De gewogen gemiddelde kostprijs van een zichtrekening voor dit type van profiel daalde over de beschouwde periode met ongeveer 10 % tot 19,7 euro in 2011. Vier banken boden hun klanten in 2011 een volledig gratis zichtrekening aan, twee andere banken hadden een nagenoeg gratis aanbod 8 (enkel voor bepaalde geldafhalingen moest een beperkt bedrag betaald worden). Het duurste tarief bedroeg 31,2 euro in 2011. Tabel 2. Gewogen gemiddelde kostprijs van een zichtrekening “elektronisch profiel” Periode Aandeel elektronisch profiel Kostprijs per rekening (euro) Index (2008 = 100)
01.01.2008
01.01.2009
01.01.2010
01.01.2011
24,4 %
26,7 %
28,5 %
29,8 %
22,0
20,7
19,6
19,7
100,0
94,3
89,1
89,9
Bron: enquête FOD Economie en Febelfin, eigen berekeningen.
6
3.2. Standaardprofiel In tegenstelling tot particulieren met een elektronisch profiel, verrichten particulieren met een standaardprofiel jaarlijks nog een aantal papieren overschrijvingen (tien) en een aantal geldafhalingen aan het loket (vier). Het aandeel van zichtrekeningen met een standaardprofiel daalde de afgelopen jaren licht: van 25,9 % in 2008 naar 22,1 % in 2011. De gewogen gemiddelde kostprijs bleef de voorbije jaren nagenoeg constant en kwam in 2011 uit op 27,4 euro. Twee banken boden hun klanten met een standaardprofiel over de beschouwde periode een volledig gratis zichtrekening aan, één andere bank hanteerde een nagenoeg gratis aanbod9 (enkel voor bepaalde geldafhalingen moest een beperkt bedrag betaald worden). Het duurste tarief bedroeg 35,4 euro in 2011. Tabel 3. Gewogen gemiddelde kostprijs van een zichtrekening “standaardprofiel” Periode Aandeel standaardprofiel Kostprijs per rekening (euro) Index (2008=100)
01.01.2008
01.01.2009
01.01.2010
01.01.2011
25,9 %
24,5 %
23,5 %
22,1 %
28,0
27,1
27,2
27,4
100,0
96,8
97,1
97,7
Bron: enquête FOD Economie en Febelfin, eigen berekeningen.
8
De kostprijs van deze zichtrekeningen bedraagt 0,40 en 5,60 euro.
9
De kostprijs van deze zichtrekening bedraagt 4,20 euro.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
3.3. Traditioneel profiel Klanten met een eerder traditioneel profiel verrichten relatief gezien jaarlijks nog meer geldafhalingen aan het loket (12) en overschrijvingen op papier (36). Zij beschikken ook niet over een internetbankabonnement. Het traditionele profiel ging er de laatste jaren op achteruit maar heeft desondanks nog een aandeel van ongeveer 30 %. Ondanks een (weliswaar beperkte) daling in kostprijs bleef in 2011 het traditionele profiel 70 % duurder dan het elektronische profiel. Twee banken boden hun klanten met een dergelijk profiel een volledig gratis zichtrekening aan, één andere bank hanteerde een nagenoeg gratis aanbod 10 (enkel voor bepaalde geldafhalingen moest een beperkt bedrag betaald worden). Het duurste tarief voor dit type van particuliere gebruiker bedroeg 51,6 euro in 2011. Tabel 4. Gewogen gemiddelde kostprijs van een zichtrekening “traditioneel profiel” Periode
01.01.2008
Aandeel traditioneel profiel Kostprijs per rekening (euro) Index (2008 = 100)
01.01.2009
01.01.2010
01.01.2011
32,3 %
31,2 %
30,3 %
30,1 %
34,7
34,1
33,9
33,5
100,0
98,2
97,6
96,5
Bron: enquête FOD Economie en Febelfin, eigen berekeningen.
3.4. Profiel met kredietkaart
7
Enkel in dit profiel heeft de particuliere gebruiker een (standaard) kredietkaart in zijn bezit waarmee jaarlijks 30 betalingen uitgevoerd worden. In de beschouwde periode is het relatieve aandeel van dit profiel nagenoeg constant gebleven op 18 %. In 2011 kostte het gemiddeld 40,4 euro om een zichtrekening, inclusief kredietkaart te hebben. Belangrijk om weten is dat twee banken voor dit type profiel een volledig gratis dienstverlening voorzagen, terwijl één bank het nagenoeg gratis aanbood11 (enkel voor bepaalde geldafhalingen moest een beperkt bedrag betaald worden). Het duurste tarief voor dit profiel bedroeg 51 euro in 2011 . Tabel 5. Gewogen gemiddelde kostprijs van een zichtrekening “profiel met kredietkaart” Periode Aandeel profiel met kredietkaart Kostprijs per rekening (euro) Index (2008 = 100)
01.01.2008
01.01.2009
01.01.2010
01.01.2011
17,3 %
17,7 %
17,8 %
18,0 %
41,8
40,3
40,2
40,4
100,0
96,4
96,1
96,8
Bron: enquête FOD Economie en Febelfin, eigen berekeningen.
3.5. Globale kostprijs Op basis van de gewogen gemiddelde kostprijs van een zichtrekening van de vier afzonderlijke profielen hebben wij de gewogen gemiddelde globale kostprijs van een zichtrekening berekend voor alle profielen samen. Deze globale kostprijs is in de periode 2008 tot 2011 licht gedaald van 31,1 euro in 2008 naar 29,3 euro in 2011 (minus 5,8 %). Deze daling deed zich voor bij zes van de onderzochte banken. Drie banken kenden een stijging terwijl bij twee banken de kostprijs onveranderd bleef.
10
De kostprijs van deze zichtrekening bedraagt 2,80 euro.
11
De kostprijs van deze zichtrekening bedraagt 4,90 euro.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Tabel 6. Gewogen gemiddelde globale kostprijs van een zichtrekening Periode Kostprijs per rekening (euro) Index (2008 = 100)
01.01.2008
01.01.2009
01.01.2010
01.01.2011
31,1
29,9
29,4
29,3
100,0
96,2
94,4
94,2
Bron: enquête FOD Economie en Febelfin, eigen berekeningen.
Grafiek 1. Gewogen gemiddelde kostprijsindex van een zichtrekening, globaal en per afzonderlijk profiel (index, 2008 = 100)
8
Bron: enquête FOD Economie en Febelfin, eigen berekeningen.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Grafiek 2. Kostprijs van een zichtrekening in 2011, globaal en per afzonderlijk profiel (in euro)
Bron: enquête FOD Economie en Febelfin, eigen berekeningen.
9
4. Besluit De gewogen gemiddelde kostprijsindex van een zichtrekening in euro met courant betalingsverkeer 12 voor particulieren daalde in de periode 2008 tot 2011 (grafiek 1) en dit zowel voor ieder afzonderlijk profiel van gebruiker als voor alle profielen samen (-5,8 %). In diezelfde periode steeg het indexcijfer der consumptieprijzen met 5,7 %. De kostprijs was gemiddeld het laagste voor een elektronische gebruiker terwijl een gebruiker met kredietkaart gemiddeld het meeste betaalde voor het aanhouden van een dergelijke zichtrekening in 2011 (grafiek 2). Per gehanteerd profiel van gebruiker is telkens een volledig gratis of een nagenoeg gratis alternatief beschikbaar.
12
Dit betalingsverkeer werd gedurende de betrokken periode, in het kader van SEPA, uitgebreid (zie punt 1).
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Bijlage: Gebruikersprofielen van een zichtrekening in euro in België voor particulieren met courant betalingsverkeer 1) Profiel “elektronische gebruiker” (met aantal verrichtingen per jaar) Zichtrekening in euro beheer 1 debetkaart met Maestro met 80 debetkaartbetalingen in euro in SEPA Geldafhalingen in euro in SEPA: 24 waarvan: ATM van eigen bank: 16 (voor banken met relatief weinig of geen ATM’s wordt dit ATM van andere bank) ATM van andere bank: 8 SEPA + Belgische overschrijvingen: 60 waarvan: elektronisch: 36 permanente opdracht: 24 Belgische (DOM80) en Europese (SDD) domiciliëringen: mandaten: 3 invorderingen: 20 Internetbankabonnement 2) Profiel “standaardgebruiker” (met aantal verrichtingen per jaar)
10
Zichtrekening in euro beheer 1 debetkaart met Maestro met 80 debetkaartbetalingen in euro in SEPA Geldafhalingen in euro in SEPA: 24 waarvan: ATM van eigen bank: 14 (voor banken met relatief weinig of geen ATM’s wordt dit ATM van andere bank) ATM van andere bank: 6 loket: 4 SEPA + Belgische overschrijvingen: 60 waarvan: elektronisch: 26 via papier: 10 permanente opdracht: 24 Belgische (DOM80) en Europese (SDD) domiciliëringen: mandaten: 3 invorderingen: 20 Internetbankabonnement 3) Profiel “traditionele gebruiker” (met aantal verrichtingen per jaar) Zichtrekening in euro beheer 1 debetkaart met Maestro met 80 debetkaartbetalingen in euro in SEPA Geldafhalingen in euro in SEPA: 24 waarvan: ATM van eigen bank: 8 (voor banken met relatief weinig of geen ATM’s wordt dit ATM van andere bank) ATM van andere bank: 4 loket: 12 SEPA + Belgische overschrijvingen: 60 waarvan: via papier: 36 permanente opdracht: 24 Belgische (DOM80) en Europese (SDD) domiciliëringen:
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
mandaten: 3 invorderingen: 20
4) Profiel “kredietkaartgebruiker” (met aantal verrichtingen per jaar) Zichtrekening in euro beheer; 1 debetkaart met Maestro met 80 debetkaartbetalingen in euro in SEPA 1 standaard kredietkaart met 30 betalingen in euro in SEPA Geldafhalingen in euro in SEPA: 24 waarvan: ATM van eigen bank: 16 (voor banken met relatief weinig of geen ATM’s wordt dit ATM van andere bank) ATM van andere bank: 7 loket: 1 SEPA + Belgische overschrijvingen: 60 waarvan: elektronisch: 32 via papier: 4 permanente opdracht: 24 Belgische (DOM80) en Europese (SDD) domiciliëringen: mandaten: 3 invorderingen: 20 Internetbankabonnement
11