I ~' ~~ ~' ~
'1 I l
1" ~
I
~ ~ ~'
Een analyse van `Voor Elkaar in Parkstad'
Susan van Hees,l'' Klasiep Horstman,3 Maria Jansen,l'' Dirk Ruwaards
Om de uitdagingen binnen de ouderenzorg aan te kunnen hebben gemeenten en organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg in Parkstad de handen ineengeslagen. Het stimuleren van burgerschap, eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht staat hierbij centraal. Ouderdom wordt vaak geassocieerd met afhankelijkheid en niet met burgerschap.In dit artikel gaan we na wat bwrgerschap van ouderen betekent voor ouderen zelf en voor bestuurders. Dit is bestudeerd in de context van een zorginnovatie voor ouderen, namelijk de ontwikkeling van een levensloopbestendige buurt in Parkstad. Op basis van de analyse van documenten, interviews, observaties en focusgroepen schetsen we hoe bestuurders vanuit een institutioneelperspectief en ouderen vanuit hun leefwereld betekenis geven aan burgerschap en participatie. De bevindingen laten zien dat de bestuurders en ouderen verschillende talen spreken. Vanuit institutioneel perspectief wordt benadrukt dat ouderen minder hulp kunnen claimen, meer zelfstandig moeten worden en minder rechten kunnen doen gelden. Ouderen zelf vertellen hoe graag ze al zelfstandig en actief zijn, maar ook dat ze vinden dat ze het verdiend hebben om in een lager tempo te leven als ze dat willen.
Trefwoorden: ouderen, burgerschap, participatie, zorginnovatie, samenleving
INLEIDING
Het stimuleren van burgerschap, eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht staat centraal in het huidige politieke landschap in Nederland. Het devies luidt dat burgers een eigen verantwoordelijkheid hebben voor gezondheid en zorg en daarop moeten worden aangesproken. Hierbij ligt de focus op alle burgers. Ook mensen die tot voor kort werden ontzien vanwege bijvoorbeeld een beperking, sociale situatie of leeftijd, zullen worden aangesproken op hun participatievermogen. Om de ontwikkeling in Nederland toe te lichten wordt vaak verwezen naar de volgende zinnen uit de Troonrede (september, 2013): "Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesamenleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger. Gecombineerd tnet de noodzaak om het tekort van de overheid terug te dringen, leidt dit ertoe Department ofHealth Services Research, CAPHRI Schoolfor Public Health and Primary Care, Faculty ofHealth, Medicine and Life Sciences, Maastricht University, Maastricht Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Limburg, GGD Zuid Limburg, Geleen Department ofHealth Ethics and Society, CAPHRI Schoolfor Public Health and Primary Care, Faculty ofHealth, Medicine and Life Sciences, Maastricht University, Maastricht
dat de ldassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving. Uan iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijTcheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving." De ontwilciceling naar een participatiesamenleving is niet nieuw, al in de jaren zeventig wordt gesproken van een participatiemaatschappij.l De invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo)in 2007 is bedoeld om gemeenten eerst te laten Rijken of mensen ondersteuning kunnen vinden in hun eigen netwerk of met behulp van een collectieve voorziening, voordat individuele ondersteuning wordt aangeboden.2 Met het veranderen van verwachtingen die een overheid van burgers heeft, veranderen ook de betekenissen die ouderen en bestuurders geven aan burgerschap, meer specifiek de betekenis die zij geven aan burgerschap van ouderen. Burgerschap is een begrip dat ten grondslag ligt aan de verzorgingsstaat en om dit begrip te begrijpen wordt vaak een onderscheid gemaakt in drie dimensies: juridisch, politiek en sociaal.3 De juridische dimensie is de basis van het burgerschap, met burgerrechten die horen bij het inwoner zijn. De politieke dimensie gaat over politieke inspraak, het stemrecht bijvoorbeeld. Met de invoering van rechten op sociale zekerheid en verzorging is na de
tsg jaargang 93 / zoi5 nummer 5 Betekenissen van burgerschap van ouderen in de participatiesamenleving -pagina i9i / www.tsg.bsl.ni
2013: "Degenen die een be- Tweede Wereldoorlog een n kernpunte roep willen doen op ondersociale dimensie toegesteuning ofzorg worden voegd.3'4 In de praktijk die De betekenissen die oudere burgers in Parkstad aangesproken op wat zij sa0 aan hun burgerschap geven verschillen van de in dit artikel is beschreven, men met hun sociale omgespeelt vooral de sociale dibetekenissen die bestuurders van gemeenten en ving kunnen doen.i15 Newmensie van burgerschap zorg- en welzijnsorganisaties daaraan geven. man en Tonlcens stellen dat een rol. Daarom is de meer Veel bestuurders willen ouderen activeren door acrief burgerschap veranrecente ontwikkeling in de verandering aan. te brengen in een zogenaamde dert van een vraag vanuit de betekenis van burgerschap claimcultuur. Activering tot zelfredzaamheid gaat burger in een besturingshier kort beschreven. in hun ogen niet goed samen met het claimen van strategie.16 Gedurende de tweede zorg of ondersteuning. Dat beleid een grote inm Veel ouderen in Parkstad voelen zich niet helft van de twintigste eeuw vloed heeft op de betekenis verschuift de aandacht gehoord, als het gaat om de manier waarop zij en vormgeving van oudersteeds meer van een `pasbetekenis geven aan burgerschap en actief probedomblijkt onder andere uit sief' burgerschap, naar `acren te blijven. de studie van Bijsterveld:l~ tief' burgerschap. Om volZelfredzaamheid betekent voor veel ouderen dat rond ouderen en "Discussies waardigburger te kunnen zij gebruik kunzaen maken van verworven sociale de lotgevallen van de grenzen zijn, moeten burgers in de rechten, waaronder een beroep kunnen doen op van de ouderdom als publiek gelegenheid zijn om actief professionele ondersteuning. Bestuurders zien sociale categorie, probleem, en politiek mee te doen als zelfredzaamheid vooral als een beroep doen op object van zorg en levensfase zij dit willens De politieke het eigen sociale netwerk. uiteenlopende in reliëf kregen participatiemogelijkheden rechtskarakter het contexten: ontwikkelen zich van een van de verzorgingsstaat, de recht tot `inspraak in berond de erkenning retoriek de emancipatie van vrouwen, sluitvormingsprocedures', via een recht op `coproductie' Nederlandse gezondde van structuur van specialisaties, de en `interactief beleid', tot uiteindelijk een recht op `buren openbare private tussen verhouding de heidszorg en gerinitiatief'.6 Deze nadruk op actief burgerschap wordt dat een zekere voren komt naar werk haar ruimten." Uit ook wel beschreven als een verschuiving van een nadruk ouder worden van betekenis de mate van afliankelijkheid op `formeeP burgerschap, naar een nadruk op een vooral worden ouder rondom studies Uit vaak heeft gekleurd. `moreel' sociaal burgerschap. Binnen deze ontwikkeling tijdens kwetsbaarheid lichamelijke grotere een dat blijkt van het begrip burgerschap gaat het steeds om wanneer je in a element "defining een meer steeds worden het ouder wel en wanneer je niet meetelt als burger, want: `Actief ervervulling en de behoeften waardoor is, life" person's burgerschap wordt vaker aangedragen als oplossing voor enleving de participatiesam In worden.18 van belangrijker grote maatschappelijke vraagstukkeni8 en "de participatiewordt echter de onafl~ankelijkheid van ouderen gevierd. maatschappij doet een groter beroep op actief burgerschap".9 In verschillende onderzoeken is gekeken naar elementen Veronderstelling zou zijn dat door in te spelen op de voor inclusie van ouderen als burgers. Hieruit komen affectieve banden tussen burgers onderling en hun omonder meer vier `fundamenten' van burgerschap naar geving, burgers meer voor elkaar gaan zorgen en minder die een rol spelen in de mate waarop een oudere voren afhankelijk worden van de óverheid.10 Ideeën rondom meetelt:~9 `Independence and mobility; `preservation of participatie veranderen, waarbij een verschuiving is beidentity and dignity; `choice and control' and `ability to schreven van een nadruk op beleidsbéinvloedende (poliparticipate as fully as possible'. In veel studies wordt tieke) participatie naar zelfredzame participatie. Bij zelfzelfstandig wonen als een belangrijk fundament voor redzazne participatie doen burgers activiteiten om zoveel 11 onafhankelijkheid gezien: `being-in-place' of `ageing-inmogelijk zelf "in collectieve behoeften te voorzien". place:2o-zi Een recht om als burger mee te mogen doen verandert Omdat ouderdom vaak wordt geassocieerd met afzo steeds meer in een nadruk op plichten om mee te staat in dit artikel de vraag centraal wat hanlcelijkheid, doen. Daarmee veranderen ook betekenissen van burvan ouderen eigenlijk betekent voor oudeburgerschap gerschap. De overheid richt zich op de-institutionaliseDie vraag hebben we bestudeerd in de bestuurders. en ren ring van ouderen, gehandicapten en mensen met psychizorginnovatie voor ouderen, een publieke van context atrische problemen en streeft naar zelfredzame burgers van een levensloopbestendige ontwilciceling de namelijk die `meedoen naar vermogen'. In overheidsdocumenten van deze zorginnointroductie de Na Parkstad. in buurt is te lezen dat burgers moeten worden aangesproken op vervolgens premethodologie, de we beschrijven vatie hun `eigen kracht', dat burgers (zoveel mogelijk) `zelf12-14 en ouderen bestuurders conte~ deze in hoe we senteren Waar het redzaam' of `samenredzaam' moeten zijn. geven betekenis manieren verschillende op Parkstad in tot voor kort bijvoorbeeld gangbaar was om te spreken burvan betekenissen de we waarbij burgerschap, aan bevan een welverdiend recht op een pensioen na het leefwereld alledaagse eigen hun in ouderen voor gerschap partiin eindigen van een loopbaan, worden ouderen de afzetten tegen de manier waarop bestuurders, waaronder cipatiesamenleving niet uitgesloten van een `eigen verwe hier zowel wethouders als bestuurders en managers de schrijft antwoordelijkheid' en `participatieplicht'. Zo van zorg- en welzijnsorganisaties verstaan, betekenis gein Sport en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn ing -pagina i9z / www.tsg.bsl.n~ tsg jaargang 93 / zoi5 nummer 5 Betekenissen van burgerschap van ouderen in de participatiesamenlev
ven vanuit hun eigen institutionele kader. Bij de definitie van burgerschap gaat het hierbij om de vraag wanneer iemand als burger meetelt. `Voor Elkaar in Parkstad' Parkstad is een regio in het Zuidoosten van Limburg en bestaat uit acht gemeenten die regionaal samenwerken. De regio staat al enige tijd voor problemen als gevolg van een hoge mate van vergrijzing, ontgroening en bevolkingsdaling, in combinatie met voortdurend toenemende zorgkosten." Hierdoor staat een toekomstbestendige ouderenzorg onder druk. In 2011 is het transitietraject `Voor Elkaar in Parkstad' gestart, een transitietraject dat wij onderzoekmatig hebben gevolgd in een procesevaluatie. Ambitie binnen deze transitie was om — in een op dat moment ongebruikelijke gezamenlijkheid — te werken aan deze toekomstbestendigheid. In een wisselende maar continu groeiende samenstelling komt dit netwerk van acht gemeenten, een tiental organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg, een zorgverzekeraar en ouderenvertegenwoordigers bijeen. Zij beogen samen levensloopbestendige buurten te ontwilcicelen. Het begrip levensloopbestendige buurt is een verder nog ongedefinieerd ideaal van een buurt waarin vooral ouderen zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Betrokkenen vanuit gemeenten, wonen, welzijn en zorg maar ook ouderen zelf hebben elk een eigen idee over de betekenis van een levensloopbestendige buurt. In dit artikel gaan wij verder niet specifiek in op de betekenis van levensloopbestendigheid. Wij gaan hier wel specifiek in op de ontwildceling van de betekenis van burgerschap van ouderen voor ouderen en bestuurders, waarbij wij vooral gebruikmaken van de analyse van interviews en observaties die wij binnen de context van `Voor Elkaar in Parkstad' hebben verzameld. Met de aankondiging in 2012 van de decentralisatie van zorg bekostigd vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten(AWBZ)naar de Wmo,is het transitietraject steeds meer synchroon gaan lopen met de landelijke ontwilcicelingen richting een participatiesamenleving. Ook de Parkstadgemeenten zetten steeds breder in op meer eigen verantwoordelijkheid en solidariteit:''3"Wij investeren in de basis: inzet op eigen krachten samenkracht, preventie en het versterken en verbreden van laagdrempelige voorzieningen waardoor het beroep op dure, specialistische ondersteuning beperkt wordt (...)". Dit is van invloed op de koers van het transitietraject, waar in pilots al is ingezet op (zelfredzame) participatie van burgers in de buurt. METHODE
Ons onderzoek betreft een kwalitatieve studie op basis van een procesevaluatie van de zorginnovatie `Voor Elkaar in Parkstad'. Vanaf halverwege 2011 hebben we de transitieprocessen in dit project bestudeerd vanuit de perspectieven van wethouders en ambtenaren, bestuurders en managers van organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg, professionals (waaronder wijkverpleegkundigen, ouderenadviseurs, Wmo-consulenten) en ouderen.'4 Omdat de samenwerking zowel regionaal (tussen gemeenten en organisaties) als lokaal (in de wijk)
wordt vormgegeven, is het traject op beide niveaus intensief gevolgd. Het lokale niveau is gevolgd in de stadsbuurt Heerlerheide en de plattelandsgemeente Onderbanken. Gedurende het onderzoeksproces is een aantal thema's naar boven gekomen die verder zijn uitgediept. In de loop van het onderzoek en bij de analyse van al het onderzoeksmateriaal is burgerschap een belangrijk thema gebleken, waarin de sociale dimensie centraal staat. Uitgangspunt voor deze studie vormt een aantal startdocumenten, waaronder een plan van aanpak en een transitieplan. In de periode vanaf 2011 zijn 73 semigestructureerde diepte-interviews afgenomen, die tussen de 20 minuten en 2,5 uur duurden. We deden 18 interviews met zelfstandig wonende oudere burgers van 75 jaar en ouder (negen echtparen en tien alleenstaanden, een alleenstaande dame is op verzoek samen met een bevriend echtpaar geïnterviewd). In deze interviews stond centraal wat de ouderen zelf belangrijk vinden als het gaat om wonen,leven en ouder worden in hun eigen buurt en daarmee hoe zij dagelijks betekenis geven aan hun eigen burgerschap. Daarbij is bijvoorbeeld gesproken over hoe ouderen hun eigen rol als buurtbewoner, als familielid en binnen de maatschappij zien en hoe zij over de plannen van de (lokale) overheid denken. De overige 55 interviews vonden plaats met wethouders en ambtenaren (n=14), bestuurders en managers van alle vanaf 2012 betrokken organisaties (n=29) en wonen-, zorb en welzijnsprofessionals (n=8) die betrokken zijn in de uitvoering van de transitie. Sommige mensen (n=10) werden meer dan eens geïnterviewd en enkele interviews vonden plaats met twee personen (n=9) tegelijkertijd. In deze interviews is gesproken over het doel en de betekenis van de innovatie aan de hand van een aantal bredere topics, waarbij doorgevraagd is naar topics die de respondenten belangrijk vonden, waaronder participatie en burgerschap van ouderen. Een transcriptie van de geluidsopnamen is gebruikt voor analyse. Daarnaast heeft de hoofdonderzoeker gedurende de onderzoeksperiode 55 formele en informele bijeenkomsten geobserveerd: vergaderingen van stuurgroepen, projectgroepen, werkgroepen, sociale wijkteams en bewonersactiviteiten in de buurt. Met zes zorg- en welzijnsprofessionals is daarnaast een dag of dagdeel meegelopen, huisbezoeken bij ouderen vormden daarbij een belangrijk onderdeel. Zes focusgroepen zijn georganiseerd om reflectie en aanscherping mogelijk te maken op de eerste bevindingen. Hierbij is in een groep met bestuurders en in twee groepen ouderen gereflecteerd op een aantal eerste bevindingen die in dit artikel aan de orde komen. Dit artikel is vooral gebaseerd op bevindingen uit interviews met en observaties van bestuurders en oudere burgers. De overige interviews, observaties en focusgroepen vormen de contest waarbinnen deze zijn geanalyseerd. RESULTATEN
In de praktijk wordt duidelijk hoe betekenissen van burgerschap van ouderen veranderen voor ouderen en bestuurders. Hieronder beschrijven we hoe dit burgerschap in de praktijk van de zorginnovatie `Voor Elkaar in Parkstad' betekenis krijgt. Wanneer is er sprake van bur-
tsg jaargang 93 / zo15 nummer 5 Betekenissen van burgerschap van ouderen in de participatiesamenleving -pagina i93 / www.tsg.bsf.nf
gersthap en in hoeverre speelt de participatietrend hierin een rol? We beschrijven het institutionele perspectief van bestuurders van betrokken gemeenten en organisaties en het perspectief vanuit de leefwereld van ouderen zelf. Institutionele perspectief Bestuurders van gemeenten en van zorg- en welzijnsarganisaties spreken op verschillende manieren over burgerschap van ouderen. In de eerste plaats proberen ze een ander licht te laten schijnen op het tot recent gangbare idee in de maatschappij dat ouderen rechten hebben. Gemeenten en zorgorganisaties beogen een cultuuromslag teweeg te brengen in wat zij een `claimcultuur onder burgers' noemen en ze vinden dat claimende burgers moeten worden `aangesproken' of `verleid' tot meer `eren verantwoordelijkheid'. Claimen wordt hier —door de op dit punt opvallend eensgezinde bestuurders —niet geassocieerd met actief opkomen voor een eigen recht, maar vooral met passief achteroverleunen. Een wethouder omschrijft de transitie als: "...van 11et vraaggerichte claimgedrag naar in feite ondersteuning van (...) de zelfredzaamheid". Andere bestuurders gebruiken soortgelijke bewoordingen in hun beschrijvingen."Maar ik bedoel, we kennen de verhalen allemaal, van de oudere die de collator al gaat halen terwijl die hem nog niet nodig heeft. Hijzet hem op zolder, voor het geval dat die hem nodig heeft." zegt een bestuurder van een organisatie die mensen met een beperking ondersteunt en een wethouder zegt: `Mensen zijn, (...) nogal consumptiefingesteld. Mensen willen graag als de voorzieningen aangeboden worden meedoen. Dat valt over het algemeen wel mee, maar zelf dingen organiseren dat is lastig. Mensen zijn nogal afwachtend gemiddeld genomen. Dat is natuurlijk ook iets vat we moeten proberen op touw te krijgen." Een bestuurder van een zorgorganisatie geeft aan dat de oudere burger als gevolg van deze transitie moet gaan merken: "... dat die niet alleen doo~~ de overheid toenemend aangesproken wordt, op hun eigen verantwoordelijkheid en een aantal dingen zelf te organiseren en dat ook doet. Dus dat zal díe negatief ervaren, want ze vinden het niet prettig om op hun eigen verantivoordelijkheid gewezen te worden". Tegelijkertijd geven de geïnterviewde bestuurders aan dat zij zelf, door het systeem waarin zij functioneren, debet zijn aan de claimcultuur die zij ervaren. Een voorbeeld dat zij noemen is het volop willen benutten van indicaties. Een zorgbestuurder licht toe: "...die weg naar die indicatie die was natuurlijk in de afgelopen jaren ook heel e~ggemakkelijk. En zorgaanbieders mochten ook zelfde herindicaties doen. Ja wat zou jij doen, alsje een bedrijfzou hebben." Een andere bestuurder van een zorgorganisatie vindt dat er te gefragmenteerd wordt gedacht, hij vraagt zich. af: "(...) waarom kan er niet een persoon naar mevrouw Jansen toekomen die zegt, mevrouw Jansen, hoe kan ik u nu zo goed mogelijk ondersteunen in uw zelfstandigheid, vertel mij eens wel)ce dingen kunt u nog zelf. En met welke dingen heeft u problemen." Naast het tegengaan van een claimcultuur, spreken bestuurders van het stimuleren, het activeren en het bereiken van ouderen. "Dat we de klant niet weten te be-
reiken vind ik uiteindelijk nog één (...) Maar vt~eten we de klant ook, weten we de burger ook te mobiliseren om daadwerkelijk..." vraagt een bestuurder van een welzijnsorganisatie. Gemeenten en organisaties in Parkstad verwachten dat burgers niet alleen voor zichzelf en hun eigen familie zorgen, maar ook zichtbaar de handen uit de mouwen steken voor hun buurt. In de woorden van een beleidsadviseur: "We hebben het natuurlijk altijd heel veel over die kwetsbare ouderen maar er zijn natuurlijk oolc heel veel ouderen die nog hartstikke vitaal zijn. Dat die niet alleen de energie in de kleinkinderen stoppen (...) wat natuurlijk ook leuk is en goed. Dat die ook zich medeverantwoordelijk voelen voor het zorgen voor hun leeftijdsgenoten met wie het wat minder goed gaat". Perspectief van ouderen Waar organisaties en gemeenten een vooral van bovenaf aangestuurde cultuuromslag beogen, geven de geïnterviewde ouderen in de onderzochte buurten in Parkstad aan hoe zij zich hun dagelijks leven voorstellen en daarmee betekenis geven aan hun burgerschap. Zij benadrukken daarbij vaak precies datgene wat beleidsmakers ook belangrijk vinden, namelijk dat zij zo onafhankelijk en zelfredzaam mogelijk willen blijven. Zij geven blijk van een `participerende houding' als ze vertellen dat het belangrijk is om `alles zelf te doen' en `zolang mogelijk zelfstandig te zijn'. Identiteitsbehoud lijkt belangrijk voor deze ouderen. Ze geven aan het druk te hebben met allerlei heel `alledaagse' dingen, zoals: `hard werken in huis en tuin', `oppassen op (achter)kleinkinderen', `mantelzorg'(voor kennis of familie), `handwerken'(voor anderen), `vrijwilligerswerk', `burendiensten', `voorbereidingen op toekomst'(waaronder woningaanpassingen), `verenigingsleven'. Dit `iets voor elkaar doen' wordt heel vanzelfsprekend gevonden door de meeste ouderen: "Ja dat is natuurlijk goed als je zelf nog actief bent... en goed Icunt. En dat doe je dan ook automatisch, als je bij mekaar woont en je kunt iemand helpen dan doeje dat ook"(vrouw 81 jaar). Veel van de geïnterviewde ouderen geven dus aan dat zij zelf een grote verantwoordelijkheid voelen om `mee te blijven doen' en dingen `zelf te (blijven) doen'. Zoals een 89-jarige alleenstaande vrouw zegt :"maar je moet ook op jezelf, er komt niemand naar je toe (...) dat doet niemand, je moet uitjezelf moetje dat doen". De ouderen die we interviewden uiten hun verbazing over leeftijdsgenoten die in hun ogen weinig doen: "Er zijn heel veel mensen die gaan vlug negatiefdenken omdat ze zich ook voor niks meer interesseren. Dan kun je ook niet meer positiefdenken (...). Dan lukt je dat natuurlijk niet"(vrouw S1 jaar). In het verlengde van dit streven naar onafhankelijkheid geven ouderen in de interviews aan, anders dan beleidsmakers beogen, dat ze weinig voelen voor het teveel belasten van hun eigen kinderen: "Maar we zien elkaar alleen maar als het nodig is. Ik hoef maar te bellen als het nodig is. Want ze hebben ook een gezin, ze hebben ook hun dingen. En ik zal de laatste zijn om het hun moeilijk te maken."(vrouw, 80 jaar). Ouderen geven aan niet alleen hun kinderen, maar ook anderen in hun omgeving niet onnodig te willen
tsg jaargang 93 / zoi5 nummer 5 Betekenissen van burgerschap van ouderen in de participatiesamenleving •pagina 1g4 / www.tsg.bsLnl
zij zelfredzaamheid belangrijk vinden, maar tegelijkertijd vertellen zij een ander verhaal. Ouderen vertellen namelijkniet dat ze afwachtend en passief zijn, maar dat ze het belangrijk vinden om mee te doen, mee te tellen en om onafllankelijk te zijn. Burgerschap krijgt voor hen betekenis in de eigen omgeving, waarbij het verschil tussen `binnenshuis' en `buitenshuis' actief zijn voor henzelf niet zo belangrijk is. Het aanspreken van het eigen netwerk en `meedoen' door iets voor een ander te doen, is voor velen een vanzelfsprekendheid. Tegelijkertijd lijken ouderen, in de manier waarop zij betekenis geven aan burgerschap, het sociaal burgerschap in een hoog vaandel te hebben staan, met de daarbij behorende sociale rechten. Ouderen vinden dat zij door hun arbeidsverleden rechten hebben verworven en in die context is meedoen nadrukkelijk een verworvenheid en geen verplichting tot enige vorm van participatie. De institutionele wereld lijkt voorbij te gaan aan deze processen van betekenisgevang, waarin ouderen vanuit een intrinsieke motivatie kiezen voor een meer CONCLUSIE EN DISCUSSIE actief burgerschap en ook een recht ervaren op een leven De opkomst van `de participatiesamenleving' en de verdat meer op de binnenwereld gericht is. Met als uitanderingen in het zorglandschap, brengen met zich mee gangspunt dat ouderen vaak afhankelijk en passief zijn dat ook mensen die tot voor kort niet mee hoefden te geworden, kiest de institutionele wereld voor een verdoen, zoals ouderen, nu `naar vermogen' mee moeten plichtende, hiërarchische insteek tot activeren. De instidoen. De betekenis van burgerschap is in de afgelopen tutionele wereld en de wereld van ouderen spreken in decennia steeds meer verschoven van een nadruk op een `Voor Elkaar in Parkstad' een andere taal als het gaat om recht naar een nadruk op een plicht om `mee te doen'. burgerschap. Wat betekent dit voor de betekenissen van burgerschap Dit onderzoek kan bestuurders, beleidsmakers en van ouderen? Hiernaar hebben wij gekeken in ons onzorg- en welzijnsprofessionals, die kampen met vraagderzoek, waarin we de ontwilcicelingen in twee buurten in stukken rondom burgerschap van ouderen, helpen inZuid-Limburg hebben gevolgd, die vooruitlopend op zicht te verwerven in verschillen in betekenis van burveranderingen in het sociaal en zorgdomein, al in 2011 gerschap van ouderen voor ouderen zelf en bestuurders. zijn gestart met een publieke zorginnovatie genaamd Veel ouderen in dit onderzoek voelen zich niet gehoord, `Voor Elkaar in Parkstad'. zij herkennen de oproep tot meedoen niet omdat zij het In onze analyse onderscheiden we aan de ene leant een gevoel hebben al mee te doen. Daarmee is er een afstand institutionele wereld, waarin bestuurders in het construtussen bestuurders en oudere burgers, die haaks lijkt te eren van een participatiesamenleving vormgeven aan bestaan op de idealen die bestuurders uitspreken om burtekenissen van burgerschap van ouderen. Aan de andere gers meer te betrekken. Een dialoog met en tussen bekant zien we een leefwereld van ouderen, waarin ouderen stuurders en ouderen over de betekenissen van particibetekenis geven aan hun leven en aan burgerschap. In de patie, zelfredzaamheid en burgerschap kan mogelijk leiinstitutionele wereld wordt een vaak bevoogdende stijl en den tot meer wederzijds begrip. taal gehanteerd om invulling te geven aan burgerschap. Deze studie beperkt zich tot één specifieke transitie in Met termen als `claimgedrag' en een `consumptieve inZuid-Limburg waarbij specifieke regionale kenmerken stelling' geven bestuurders aan hoe de huidige zorgsituavan invloed zijn: vergrijzing, een relatief lage sociaaltie wordt gezien. Deze situatie is volgens veel bestuurders economische status en groeiende zorgconsumptie. Dat overigens te wijten aan bureaucratisering binnen hun roept de vraag op hoe deze perspectieven zich tot elkaar eigen zorgorganisatie en overheid: doordat vooral zorb verhouden in andere gebieden waar andere kenmerken organisaties bedrijfsmatiger en productiegericht zijn gaan van invloed zijn. De betekenissen die in dit onderzoek werken, is het consumentisme van burgers in de hand binnen het bestuurlijke perspectief en het leefwereldpergewerkt. De visie van veel bestuurders is dat burgers, ook spectief van ouderen worden gegeven aan burgerschap, de in hun ogen passief geworden oudere burgers, nu geverschillen wezenlijk van elltaar. Hoe succesrijk kan een activeerd moeten worden door de institutionele wereld zorginnovatie zijn, als ouderen die de zorginnovatie vorm tot zelfredzaamheid om het consumptiegedrag te veranmoeten geven in praktijk, burgerschap zo anders percideren. In dit perspectief denken bestuurders dat een piëren dan de instituties die de innovaties bedenken voor duurzame ouderenzorg vooral te bereiken is door oudedeze ouderen? De verwachting vanuit het institutionele ren te activeren om ook buitenshuis verantwoordelijkperspectief is dat zorg- en welzijnsprofessionals, zoals buurt. Burgerschap heid te nemen voor mensen uit de wijkverpleegkundigen, ouderenadviseurs en maatschapzelfredzaamheid, krijgt in dit perspectief betekenis als pelijk werkers een belangrijke rol kunnen spelen in deze zichtgezien als het waarbij zelfredzaamheid vaak wordt innovatie en in het veranderen van het perspectief van baar `meedoen' in de buurt. professionals als het ware tussen de waarmee ouderen, ook horen we dat Als we ouderen aan het woord laten,
belasten: "Ik zeg: kan ik nog zelf, waí ik zelfkan moet ikzelf doen"(vrouw 89 jaar). Als de nood aan de man is, zien ouderen het nog steeds als een welverdiend recht om professionele zorg te ontvangen en zelf een invulling te geven aan hun dagelijkse leven. Sommige mensen refereren aan hun bijdragen in het verleden via werk of mantelzorg, hechten er belang aan verdiende rechten te ontvangen: "Ik zeg niet dat ik het slecht heb hoor, helemaal niet hoor, maar het is zo, ik heb er voor gewerkt en daar moeten ze van afblijven"(man, 76 jaar). De politiek schuift volgens sommige ouderen haar verantwoordelijk af naar de burgers: "er wordt wel veel gepraat. (...) maar ik vind het zo die politiek, die praat wel, die praat wel maar ze doen niks. En ze willen dan de verantwoordelijkheid afschuiven op die andere mensen, hier van (de buurt]... maar hunzelf komen alleen maar praten, praten en praten"(vrouw 89 jaar).
tsg jaargang 93 / zoi5 nummer 5 Betekenissen van burgerschap van ouderen in de participatiesamenleving -pagina i95 / www.tsg.bsl.nl
perspectieven in komen te staan. In een vervol~onderzoek zullen we uitgebreider ingaan op de betekenissen van burgerschap, waarbij ook de rol van. deze professionals zal worden belicht.
6. Lenos S, Sturm P, Vis R. Burgerparticipatie in gemeenteland. Quick scan van 34 coalitieakkoorden en raadsprogramma's voor de periode 2006-2010. Amsterdam: IPP, 2006. 7. Houdt F van, Schinkel W. Aspecten van burgerschap. Een historische analyse van de transformaties van het burgerschaps-
DANKWOORD
concept in Nederland. Bents 2009;36(1):50-8. S. Tonkens EH. De bal bij de burger: Burgerschap en publieke moraal in een pluriforme, dynamische samenleving. Amsterdam: Vossiuspers UvA, 2006. 9. Putters K. Rijk geschakeerd: Op weg naar de participatiesamenleving. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau,
Dank aan alle gemeenten, organisaties en burgers in Parkstad die hebben geparticipeerd in dit onderzoek tijdens observaties, interviews en / of focusgroepen. Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door ZonMw, subsidievr. 314070201. ABSTRACT
Notions of citizenship in old age the participatory society: an analysis of `Voor Elkaar in Parkstad' To be able to face the challenges within care for older adults, local governments and organisations in the field of housing, welfare and healthcare in `Parkstad' have decided to join forces. The encotuagement of citizenship, own responsibility and own strength are core elements. Old age is often associated wifih dependenry, not with citizenship. This article investigates the question how notions of citizenship in old age are actually constructed by older adults and by local decision makers and directors. This study took place in the context of a healthcare innovation by older adults and by, namely the development of a lifecycle robust neighbotuhood in Parkstad. The analysis of documents, interviews, observations and focus boups, helps to sketch how directors construct citizenship and participation in an institutional perspective, while older adults use their own daily environment as a perspective. The findings demonstrate how institutions and older adults speak different languages. Within the institutional perspective the emphasis is laid on how older adults should claim less, be more independent and should have fewer entitlements. Older adults talk about how they love to live independent and be active, but also that they have deserved to live their lives at a slower pace, if they would like to. Keywords: older adults, citizenship, participation, care innovation, society IJTERATLILIR 1. Hurenkamp M. Meer samenleving voor minder geld. De participatiesamenleving is geen strovuur maar een veenbrand die teruggaat tot de jaren zeventig. Ging het maar weer eens over `demokratisering'. S&D 2014:70(05):54-3. 2. Tonkens E. The embrace of responsibility Citizenship and governance of social care in the Netherlands. In: Newman J, Tonkens E (eds). Participation, Responsibility and Choice. Summoning the active citizen in Western European Welfare States. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2011:45-65. 3. Marshall TH. Citizenship and social class: And other essays. Cambridge: Cambridge University Press, 1950. 4. Wijdeven T van de, Graaf, L de, Hendriks, F. Actief burgerschap: Lijnen in de literatuur. Tilburg /Den Haag: TSPS/BZK2013, 2013. 5. ICymlidca W, Norman W. Return of the citizen: A survey of recent work on citizenship theory. Ethics 1994:104:352-81.
2014. 10. Kampen T, Oerhoeven I, Uerplanke L. De affectieve burger. Hoe de overheid verleidt en verplicht tot zorgzaamheid. Amsterdam: Van Gennep, 2013 11. Houwelingen P van. Burgermacht op eigen kracht? Een brede verkenning van ontwildcelingen in burgerparticipatie. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2014. 12. Ministerie van BZK. De Doe-democratie. Kabinetsnota ter stimulering van een vitale samenleving. Den Haag: BZK, 2013. 13. Rutte M> Samsom D. Bruggen Slaan. Regeerakkoord WDPvdA. Den Haag: 29 oktober, 2012. 14. Ministerie van VWS. Antwoorden op schriftelijke Kamervragen bij het jaarverslag VWS 2013 TK 33930-XVI-1. Den Haag: VWS,2013. 15. Newman J, Tonkens E. Participation, Responsibility and Choice. Summoning the active citizen in Western European Welfare States. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2011. 16. Ministerie van VWS. Toekomst AWBZ. Brief van de staatssecretaris van WS. TK30597/Nr.296. Den Haag: VWS,2013. 17. Bijsterveld TK. Geen kwestie van leeftijd: Verzorgingsstaat, wetenschap en discussies rond ouderen in Nederland, 19451982. Maastricht: Maastricht University, 1995. 13. Gilleard CJ, Higgs P. Cultures of ageing: Self, citizen, and the body. Harlow: Pearson Education, 2000. 19. Craig G. Citizenship, exclusion and older people. J Soc Pol 2004;33:95-114. 20. Ootes S, Pols AJ, Tonkens EH, Willems DL. Where is the citizen? Comparing civic spaces in long term mental healthcare. Health & Place 2013(22). 2L Sizsmith J, Sixsmith A, Fiinge AM> Naumann D, ICucsera C, Tomsone S,Haak M, Dahlin-IvanoffS, Woolrych R. Healthy ageing and home: The perspectives of very old people in five European countries. Soc Sci Med 2014;106:1-9. 22. Ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg. De derde leeftijdvan Parkstad. Heerlen, 2005. 23. Beleidskader Sociaal Domein. Drie decentralisaties in één: jeugdwet, nieuwe Wmo en participatiewet. Gemeente Heerlen, 2014. 24. Alvesson M, Sk~ldberg K. Refle~ve Methodology. New Vistas for Qualitative Research. London: Sage publications ltd, 2009. CORRESPONDENTIEADRES
Susan van Hees, vakgroep HSR, Universiteit Maastricht, Duboisdomein 30, 6229 GT Maastricht, Postbus 616, 6200 MD,Maastricht, tel. 043-3881691, e-mail:
[email protected]
tsg jaargang 93 / zoi5 nummer 5 Betekenissen van burgerschap van ouderen in de participatiesamenleving
-pagina i96 / www.tsg.bsLnl