JAARVERSLAG 2012
Kort historisch overzicht Tabakstop 2004
Start op 31/5/2004 met telefoonnummer 070/227227
2005
Omschakeling naar gratis telefoonnummer 0800 111 00 op 1/5/2005
Verplichte vermelding op de sigarettenpakjes: KB van 23/9/2005 in Staatsblad op 14/11/2005
2006
Eerste vermeldingen op de sigarettenpakjes vanaf maart 2006
2007
Start uitbreidingsproject Pro-actief in mei 2007
Start uitbreidingsproject online advies via RookStopCoach vanaf november 2007 www.tabakstop.be als aparte site (los van www.kanker.be)
2008
Uitbreiding opvangcapaciteit via RingRing telefoniebeheer en thuiswerk tabakologen
Pretesting + lancering spots Tabakstop
2009
Ondersteuning initiatieven van buitenuit (in elke roker zit een stopper, 24u actie niet roken, …)
Verplichte vermelding op ALLE sigarettenpakjes: MB van 28/5/2009 in Staatsblad op 2/07/2009
2010
Lancering reportages (7 + 3 minuten) met getuigenissen over rookstop en Tabakstop
Eerste vermeldingen op alle sigarettenpakjes vanaf 2 juli 2010
Start uitbreidingsproject chat voor jongeren op 31/5/2010
Start uitbreidingsproject “tegemoetkoming NRT voor kansarme rokers” op 31/5/2010
2011
Verplichte vermelding op alle sigarettenpakjes vanaf 1 januari 2011
Groei telefonische contacten met 66 %
30% van de nieuwe bellers is jonger dan 26 jaar
www.tabakstop.be overschrijdt de kaap van 100.000 unieke bezoekers in één jaar
2012
Minister Onkelinx bezoekt Tabakstop op 4/2, werelddag tegen kanker, en engageert zich om werk te maken van een verplichte vermelding van Tabakstop op roltabak
Nieuwe radio spots op Nederlandstalige zenders; nieuwe TV spot op Franstalige zenders
Vernieuwde website www.tabakstop.be sedert oktober 2012
Sterke groei Pro-actieve begeleidingen
2
Tabakstop 2012: Feiten en cijfers 1. Totaal aantal contacten in 2012
In 2012 vonden 22.943 contacten plaats met de diensten van Tabakstop. Van 2010 tot 2011 steeg het totaal aantal telefonische contacten spectaculair (+66%). Dit hoofdzakelijk ten gevolge van de verplichte vermelding van Tabakstop op alle sigarettenpakjes sinds 1/1/2011. In 2012 konden deze cijfers niet alleen geconsolideerd worden, er was zelfs nog een lichte stijging van 3%.
In bijlage 1 geven we in grafiek een overzicht van de evolutie van maand tot maand tussen januari 2010 en december 2012. Voor het jaar 2012 kunnen we 3 duidelijke pieken vaststellen: -
Een eerste piek rond 4/2/2012, werelddag tegen kanker. Er was toen veel persaandacht voor Tabakstop n.a.v. het bezoek van minister Onkelinx
-
Een tweede piek rond 31/5/2012, werelddag zonder tabak, met tal van acties door Stichting tegen Kanker, maar ook door partnerorganisaties (bv “24 u niet roken” van VIGeZ of “Make every day World No Tobacco Day” van FARES en VRGT)
-
Een derde piek in het najaar n.a.v. de TV- en radiocampagnes van Tabakstop zelf
De diensten van Tabakstop kunnen opgesplitst worden in 6 categorieën (Tabel 1 hieronder en fig. 1 uit bijlage 2)
Tabel 1 Type oproep
2012 n
2011 %
n
2012/2011 %
reactieve oproepen
8.231
36%
8.438
38%
98%
proactief gesprek
3.712
16%
2.714
12%
137%
advies antwoordapparaat
1.892
8%
2.007
9%
94%
online coach
7.223
31%
7.008
32%
103%
e-mail contact
1.064
5%
945
4%
113%
821
4%
1.128
5%
73%
22.943
100%
22.240
100%
103%
64%
14.287
64%
103%
sensibiliseringsmateriaal TOTAAL, incl. iCoach TOTAAL, excl. iCoach
15.720
Telefonische contacten
14.656
15.232
103%
1. Reactieve oproepen (RA) omvatten de telefonische contacten (n = 8.231) waarbij de betrokkene zelf contact opneemt met Tabakstop voor persoonlijk advies en hulp. 2. Proactief gesprek (PA) omvat het aantal telefonische contacten (n = 3.712) in het kader van het counselingprogramma waarin begeleiding wordt geboden aan mensen die wensen te stoppen 3
met roken. Bij proactieve begeleiding worden rokers meermaals gebeld voor stopadvies en ondersteuning op van tevoren vastgestelde tijdstippen. 3. Advies antwoordapparaat (AA) omvat calls naar telefoonnummers op de wachtlijst, waarbij geen persoonlijk contact tot stand kwam en bijgevolg informatie over de dienstverlening van Tabakstop en een verwijzing naar de website van Tabakstop werd ingesproken (n = 1.892). 4. Online begeleiding omvat het aantal nieuwe aanmeldingen (n = 7.223) op de iCoach - een online programma om mensen te helpen met stoppen met roken. 5. E-(mail)-contact omvat de elektronische contacten met tabakologen van Tabakstop (n = 1.064). 6. Sensibiliseringsmateriaal omvat de telefonische contacten (n = 821) waarin mensen zelfhulpmateriaal rond tabakspreventie bestellen (bv. brochure “Stoppen met roken. Het kan!”).
Net als in voorgaande jaren 2010 en 2011 deed een relatief groter aantal mensen een beroep op de meer gespecialiseerde en gepersonaliseerde vormen van begeleiding. Het voorbije jaar is de relatieve toename het sterkst voor het aantal proactieve gesprekken en het aantal e-mailcontacten. Verder schreven zich ook veel meer mensen in voor de online begeleiding. Sinds 2011 gebeurt de online begeleiding niet langer via de RookStopCoach, een exclusief product voor Tabakstop, maar wordt het Europese product voor online begeleiding - de iCoach – ondersteund via de website www.tabakstop.be . Het aantal reactieve oproepen nam lichtjes af. De categorie ‘sensibiliseringsmateriaal’ verloor duidelijk aan populariteit.
2. Reactieve oproepen
Het aantal reactieve oproepen nam in het voorbije jaar lichtjes af (van 8.438 naar 8.231). In het licht van de sterke stijging in het aantal reactieve calls van 4.361 in 2010 tot 8.438 in 2011moeten we o.i. eerder spreken van een consolidatie van deze stijging van voorgaand jaar dan van een daling.
In 2012 werd gedurende 2 maanden gebruik gemaakt van een andere ICT-applicatie om deze reactieve oproepen te registreren. Terwijl de variabelen grotendeels dezelfde blijven, verschillen de antwoordmogelijkheden wel eens. Aangezien de cijfers uit de oorspronkelijk applicatie 7.504 van de 8.231 oproepen (91%) omvatten, mogen we verwachten dat de verdeling voor de geregistreerde oproepen via de oude applicatie representatief zal zijn voor het geheel van de oproepen. In die zin werd geopteerd om met één bestand te werken.
Deze telefonische contacten met tabakologen, waarbij de cliënt zelf het initiatief nam om naar Tabakstop te bellen, kunnen verder opgesplitst worden in 3 categorieën:
4
a) Contacten voor eenmalig advies die onmiddellijk beantwoord worden door een tabakoloog (56% van de reactieve oproepen). b) Contacten voor eenmalig advies door opvolging van de wachtlijst op het antwoordapparaat (30% van de oproepen). Bij deze worden de bellers die hun telefoonnummer nalieten op het antwoordapparaat (omdat de lijn bezet was of omwille van een oproep buiten de permanentieuren) teruggebeld door een tabakoloog van Tabakstop. c) Recall contacten (14% van de oproepen), zijn telefonische gesprekken met personen die meerdere keren Tabakstop contacteerden voor advies.
Voor verdere analyses opteren we er voor om elke oproeper één keer mee te tellen in analyses. In 1
die zin worden de recall contacten buiten beschouwing gelaten. De grafieken zijn bijgevoegd als bijlage 2.
De oproepen kwamen voornamelijk uit het Brussels Hoofdstedelijke Gewest (17%), Henegouwen 2
(15%), Antwerpen (13%) en Luik 13%. Brussel, Henegouwen, Luik en in mindere mate Namen zijn sterker vertegenwoordigd dan we op basis van hun bevolking zouden verwachten. Dit geldt ook voor het Waalse Gewest in zijn geheel. Al de Vlaamse provincies, alsook het Vlaams Gewest in zijn geheel, zijn minder sterk vertegenwoordigd dan we op basis van hun bevolking verwachten (Fig.2).
Er deden meer mannen dan vrouwen een beroep op de reactieve dienst van Tabakstop (M = 56%; V = 44%), wat geldt voor de beide landstalen (Fig.3).
Er waren meer Franstalige dan Nederlandstalige oproepen: 61% versus 39% (Fig.3), terwijl we de omgekeerde verhouding mogen verwachten vanuit de bevolkingsstructuur (respectievelijk 40% tegen 60%). Dit overwicht aan Franstalige zijde is over het hele jaar aanwezig, en wordt nog versterkt aan het einde van het jaar via de televisiespots met gratis zendtijd (dankzij de Fédération Wallonie – Bruxelles) op de Franstalige TV-zenders. Ook aan Nederlandstalige zijde waren er (betalende) mediacampagnes, maar deze bleken minder effectief.
Er werd ook nagegaan via welke weg de oproeper het nummer van Tabakstop had vernomen (Fig.4). Ongeveer de helft van de oproepers kent het nummer via de tabaksverpakking (44% van de Franstaligen en 57% van de Nederlandstaligen). Andere belangrijke kennisbronnen zijn de media.
1
De analyses uit bijlage 2 (van fig. 2 t/m fig.11) gebeurden op 6.422 oproepers. De n-waarde uit de grafiek kan verschillen van 6.422 omdat de onbekenden (antwoordcategorie “onbekend” of missende gegevens) niet mee in rekening werden genomen. 2 De Belgische bevolking bestaat volgens de ADSEI op 1/1/2011 uit 10% personen in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest, 58% personen in het Vlaamse Gewest en 32% personen in het Waalse Gewest. Wanneer we ervan uitgaan dat 10 tot 20% van de Brusselaars Vlaming zijn, mogen we ongeveer 60% Nederlandstalige deelnemers verwachten op basis van de bevolkingsstructuur.
5
Aan Franstalige zijde kende 27% van de cliënten het nummer via TV (5% voor de 3
Nederlandstaligen), wat hoofdzakelijk het gevolg is van de Franstalige televisiecampagne . Aan Vlaamse zijde kende 12% van de bellers het nummer via radio (1% voor de Franstaligen), wat hoofdzakelijk het gevolg is van de Nederlandstalige radiocampagne. Het internet is goed voor 7% van de oproepers (9% bij de Nederlandstaligen en 5% voor de Franstaligen). De doorverwijzing via een gezondheidsprofessional
is
blijkbaar
beter
ingeburgerd
aan
Franstalige
zijde
dan
aan
Nederlandstalige kant (14% tegen 6%). Andere bronnen uit de omgeving zoals mutualiteit, OCMW, familie of vrienden werden in 7% van de gevallen vermeld.
De verdeling van de oproepers over de verschillende leeftijdsgroepen ligt voor de beide landstalen in dezelfde lijn. De kleinste groepen blijven de bellers jonger dan 16 jaar of ouder dan 65 jaar zijn (Fig. 5). Het aantal oproepen binnen de andere leeftijdscategorieën (16-25, 26-35, …tot 55-65 jaar) ligt tussen de 16% en de 20%.
In functie van de leeftijd wijzigt de belangrijkste bron van kennis van het nummer van tabakstop. 22% van de bellers zijn jonger dan 26 jaar. In deze leeftijdsgroep kent 69% het nummer van Tabakstop via zijn pakje. Het aandeel personen dat het nummer kent via het pakje neemt af met de leeftijd. Bij de 55-plussers is dat nog 42%. De media en de gezondheidsprofessionals winnen aan belang met de leeftijd tot de leeftijdsgroep tussen 46 en 55 jaar en blijven dan constant voor de groep van 56 tot 65 jaar (Fig.6).
Bijna alle bellers (95%) zijn rokers die informatie wensen voor zichzelf. In 3% van de gevallen zijn het familieleden van een roker die bellen voor informatie. De meeste bellers roken 11 tot 20 sigaretten (37%) of 21 tot 30 sigaretten (29%). 13% van de bellers rookt maximaal 10 sigaretten en 21% rookt meer dan 30 sigaretten. Verder valt op dat er een andere verdeling is naar taal. Bij de Franstaligen zijn de zware rokers sterker vertegenwoordigd. Bij de Nederlandstaligen zijn de belangrijkste groepen de categorieën tot 20 sigaretten (Fig.7). De meeste bellers hebben reeds meerdere stoppogingen ondernomen (84%). In 6% van de gevallen is het anderzijds hun eerste poging. 9% van de bellers is nog nooit gestopt (Fig.8).
3
Degenen die TV als bron van kennis vermelden, zijn door de spots van Tabakstop op televisie getriggerd geweest om naar de gratis telefoonlijn te telefoneren of ze zagen het nummer op een programma (vb. journaals werelddag tegen kanker 2012). Naast dit onmiddellijke effect van de TV-spot (‘call to action’) op de instroom aan de lijn, leveren de TV-spots of –programma’s uiteraard ook hun bijdrage aan de algemene naamsbekendheid van Tabakstop en aan het ontraden van jongeren om met roken te beginnen. 6
Qua rookprofiel blijkt dat de meeste bellers sigaretten roken: filter 70%, zelf gerolde 15%, beide 6% (Fig.9). De gerolde sigaretten zijn wat populairder bij de Franstalige bellers dan bij de Nederlandstalige. Bij de rokende bellers rolt 24% zijn sigaretten (inclusief canabisrokers). Dit aandeel sluit aan bij de resultaten van de telefonische peiling over het rookgedrag die Tabakstop liet uitvoeren door Dedicated Research van 19 maart tot 15 mei 2012. Uit deze rookenquête bij een steekproef, die nationaal representatief is voor de Belgische bevolking van 15 jaar en ouder, blijkt namelijk dat 25% van de rokers zelfgerolde sigaretten consumeert. Dit is natuurlijk een bijkomend argument om de vermelding van 0800 111 00 en www.tabakstop.be ook te gaan verplichten op de pakjes roltabak. Temeer omdat de kennis via het pakje kleiner is voor de mensen die alleen rollen (34%) dan voor zij die alleen filtersigaretten roken (50%) of minstens af en toe filtersigaretten roken (50%).
De meest voorkomende reden om te bellen naar Tabakstop blijft nog steeds het verkrijgen van algemeen advies in verband met stoppen met roken (78%). Daarnaast zijn er vooral specifiekere vragen naar hulp- en begeleidingsmogelijkheden (12%), farmacologische hulpmiddelen zoals nicotinevervanging (15%) en medicatie (5%) en ontwenningsverschijnselen (7%) (Fig.10).
4
Naast de hulp die geboden kon worden tijdens een eenmalig gesprek met Tabakstop, werd met de meeste rokers ook een bijkomende vorm van hulp en ondersteuning besproken (Fig.11). Wat externe doorverwijzing betreft, werd voornamelijk geadviseerd om contact op te nemen met een tabakoloog (32%) of apotheker (11%). Intern wordt verwezen naar de mogelijkheid om terug reactief te telefoneren (42%), om in proactieve begeleiding te komen (20%), om de online begeleiding te volgen (7%) of om de website te bezoeken (12%).
5
3. Pro-actieve (PA) gesprekken
Het pro-actief counselingprogramma wordt aangeboden sinds mei 2007. De begeleiding gebeurt door een vaste tabakoloog die de roker op afgesproken tijdstippen opbelt ter voorbereiding van de rookstop en ter opvolging van de eerste moeilijke periode. De mediaan van het aantal gesprekken per cliënt ligt op 6. Elke cliënt wordt na 6 maanden en na 1 jaar nog eens teruggebeld om opvolgcijfers te verkrijgen.
4
Personen kunnen om verschillende redenen telefoneren: één oproep heeft dan meerdere redenen. De percentages geven het aandeel van de oproepen waarin een bepaalde reden werd opgegeven. De som van deze percentages over de redenen in Fig. 10 is hierdoor groter dan 100, namelijk 133%. Dit houdt in dat er per oproep gemiddeld 1,33 redenen geregistreerd werd.
5
Personen kunnen naar verschillende instanties verwezen worden: één oproep heeft dan meerdere doorverwijzingen. De percentages geven het aandeel van de oproepen waarin een bepaalde doorverwijzing werd opgegeven. De som 7
Rokers die in een reactief gesprek interesse getoond hebben voor een PA begeleiding, krijgen een korte vragenlijst toegestuurd. De teamcoaches wijzen na ontvangst van de antwoorden op basis van het profiel van de roker één tabakoloog toe als vaste PA begeleider. In 2012 hebben in het kader van de pro-actieve rookstopbegeleiding 3.712 telefoongesprekken plaatsgevonden.
In 2011 waren dit nog 2.714 gesprekken. Dit onderdeel van de dienstverlening door Tabakstop kende dus een groei van 37%.
Er waren iets meer Franstalige (54%) dan Nederlandstalige deelnemers (46%) en vrouwen (59%) deden meer een beroep op deze dienst dan mannen (41%) (Fig.12). Bij de reactieve oproepen was deze verhouding omgekeerd: 56% mannen ten opzichte 44% vrouwen.
In 2012 waren er in vergelijking met de vorige jaren voor het eerst meer PA-inschrijvingen aan Franstalige kant.
De deelnemers aan het pro-actieve programma kwamen in 2012 vooral uit Antwerpen (15%), , Brussel (15%) , Henegouwen (12%) en Luik (12%) (Fig 13).
Verder zijn de deelnemers aan het proactieve programma globaal genomen ouder dan de personen die reactief bellen. In het reactieve programma was 62% van de bellers ouder dan 35 jaar terwijl dit in het proactieve programma 85% was. Het zijn voornamelijk personen tussen 46 en 55 jaar (32%) en 6
tussen 56 en 65 jaar (24%) die een beroep doen op de proactieve dienstverlening (Fig.14) .
Om de effectiviteit van het proactieve begeleidingsprogramma te meten, worden na het beëindigen van de begeleiding follow-up gesprekken gevoerd. Dit gebeurt 6 maanden en 1 jaar na de stopdatum 7
of na het afronden van de begeleiding . Van de 3.712 gesprekken in 2012 waren er 686 follow-up gesprekken.
Sinds de start in mei 2007 kunnen we volgende kernconclusies trekken voor het project “proactieve begeleiding”. •
43% van de deelnemers is langer dan 4 weken gestopt met roken op het einde van de begeleiding.
van deze percentages over de doorverwizingen in Fig. 11 is hierdoor groter dan 100, namelijk 135%. Dit houdt in dat er per oproep gemiddeld 1,35 doorverwijzingen geregistreerd werd. 6
In 2012 zijn er 172 dossiers waarbij de leeftijd onbekend is (30%) door de overschakeling naar een nieuw ITprogramma. 7 Voor de deelnemers die gestopt zijn op het einde van de begeleiding is dit 6 maanden en 1 jaar na de stopdatum. Voor de niet-gestopten aan het einde van de begeleiding 6 maanden en 1 jaar na het stopzetten van de begeleiding.
8
•
Succespercentages op middellange (minstens 6 maanden rookvrij bij eerste follow-up) en lange termijn (minstens 12 maanden rookvrij bij tweede follow-up) bedragen respectievelijk 23% en 21%. Dit komt overeen met gegevens uit de literatuur over successen van rookstophulp en is beduidend meer dan de succespercentages van rokers die stoppen zonder hulp (waarbij de literatuur spreekt van 3% à 5% succes).
•
De meerderheid van de deelnemers gebruikte additioneel aan de proactieve begeleiding een farmacologisch hulpmiddel in de vorm van nicotinevervangende middelen of medicatie (resp. 49% en 15%).
Bijlage 3 geeft meer details over de pro-actieve begeleiding en over het deelproject “tegemoetkoming voor NRT (nicotine replacement therapy)”.
In 2010 werd er van start gegaan met een pilootproject “tegemoetkoming voor NRT”. De bedoeling van dit project is NRT toegankelijker te maken voor kansarme rokers in proactieve begeleiding bij Tabakstop en zo de kans op stoppogingen, therapietrouw en dus slaagkansen te verhogen. De terugbetaling kan maximaal om de 2 jaar aangevraagd worden. Bovendien is er een beperking in de duurtijd met een maximum van 6 weken. De toekenning van de vergoeding wordt door Tabakstop bepaald aan de hand van vaste criteria waaronder: in proactieve begeleiding zijn én rechthebbende zijn op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming (RVV) of financiële steun genieten van het OCMW. De huisarts wordt ingeschakeld om contra-indicaties uit te kunnen sluiten. Bepaalde groepen worden uitgesloten (m.n. zwangere vrouwen, jongeren onder de 18 jaar, mensen met een recente hart- of vaatziekte of zeer hoge bloeddruk) omdat dit meer medische opvolging vergt dan via telefoon kan geboden worden.
De deelnemers aan dit pilootproject hebben tegenover de andere proactieve cliënten uit dezelfde periode (controlegroep) volgende specifieke kenmerken: -
Ze zijn gemiddeld ouder dan de personen die in dezelfde periode een proactieve begeleiding kregen zonder NRT-tegemoetkoming (65% van de NRT-cliënten versus 60% van de cliënten uit controlegroep is minstens 46 jaar);
-
NRT-cliënten hebben een hogere verslavingsgraad. 65 % van de NRT-cliënten tegen 43% van de cliënten uit de controlegroep zit in de categorie van zware rokers, wat wil zeggen dat ze meer dan 20 sigaretten per dag roken. Voor de zeer zware rokers die meer dan 30 sigaretten per dag roken zijn deze percentages respectievelijk 34% en 15%.
-
NRT-cliënten zijn rokers met een grotere kwetsbaarheid door psychische problemen: 70% van de NRT-deelnemers tegen 33% van de controlegroep gaf aan dat ze een voorgeschiedenis
9
hebben van een depressie, een verslaving en/of dat ze behandeld werden voor een andere psychiatrische aandoening; -
NRT-cliënten roken in vergelijking met de controlegroep vaker zelf gerolde sigaretten ( respectievelijk 46% tegen 30%).
De slaagkansen op een succesvolle rookstop worden door al de opgesomde factoren negatief beïnvloed. De NRT-tegemoetkoming is voor deze groep dan ook een positieve stimulans.
De resultaten na 2,5 jaar zijn zeer bemoedigend: 35% van de deelnemers die een beroep konden doen op 6 weken terugbetaling van hun NRT is op het einde van de begeleiding nog gestopt met roken. In de controlegroep is dat 46%. De cliënten uit de NRT-groep deden ongeveer even vaak een stoppoging tijdens de begeleiding dan de cliënten uit de controlegroep, maar ze hervallen wel vaker. Rekening houdend met de hierboven genoemde kenmerken van deze deelnemers (rookprofiel en comorbiditeit) mag het resultaat “dat 35% rokers gestopt zijn” als positief beschouwd worden.
Deelnemers uit de NRT-groep hebben meer gesprekken gehad dan de deelnemers uit de controlegroep. In de NRT-groep heeft aan het einde van de begeleiding 21% van de cliënten meer dan 8 gesprekken gehad. In de controlegroep was dat 14%.
Deelnemers uit de NRT-groep maken ook dubbel zo vaak gebruik van de combinatietherapie (tegelijkertijd pleister en oraal middel) dan de cliënten uit de controlegroep (respectievelijk 38% versus 15%).
Bij de eerste follow-up na 6 maanden is 17% van de NRT-cliënten minstens 6 maanden rookvrij tegenover 26 % in de controlegroep. Bij de tweede follow up na 1 jaar is 16% van de NRT cliënten en 24% van de cliënten uit de controlegroep minstens 1 jaar rookvrij .
8
Het aantal deelnemers dat reeds 1jaar gestopt is, is relatief klein, waardoor de resultaten eerder voorzichtig geïnterpreteerd dienen te worden. Sinds de start van dit project in juni 2010 kregen in totaal 162 rokers een terugbetaling voor de aangekochte NRT-producten. Het totale bedrag voor deze vergoedingen is € 21.522, met een gemiddelde van € 133 per persoon.
8
.Het succespercentage na 1 jaar, berekend op de bereikte personen (dus zonder de niet-bereikten) is 19% voor de NRT-cliënten en 29% voor de cliënten uit de controlegroep. 10
4. E- contact Tabakstop
Naast de telefonische contacten met een tabakoloog van Tabakstop, zijn er contacten via e-mail. Het aantal e-mail contacten evolueert snel over de voorbije jaren: van 361 in 2010 over 688 in 2011 naar 1.064 in 2012. Er waren via e-mail minder Nederlandstalige dan Franstalige contacten (38% versus 62%,) (Fig.15)
Net als bij de telefonische oproepen vroeg men via e-mail vooral naar algemeen advies in verband met stoppen met roken (39%) (Fig. 16).
5. Sensibiliseringsmateriaal
Wie naar Tabakstop belt, kan via het keuzemenu aangeven dat de oproep een bestelling van sensibiliseringsmateriaal betreft. Deze optie wordt alsmaar minder gebruikt. In 2012 betrof het nog 821 aanvragen voor de brochure “Stoppen met roken. Het kan!”. In 2011 waren het er nog 1.128. Deze dalende trend kan verklaard worden door het feit dat Tabakstop meer en meer geraadpleegd wordt voor zijn gespecialiseerde en gepersonaliseerde dienstverlening door tabakologen en door het feit dat de brochure “Stoppen met roken. Het kan!” makkelijk downloadbaar is via de nieuwe site www.tabakstop.be .
6. Online begeleiding – iCoach en nieuwe website Tabakstop
Sinds november 2007 werd door Tabakstop een online programma voor persoonlijke hulp aangeboden: de RookStopCoach. Deze online methode, voornamelijk gebaseerd op motivationele en gedragstherapeutische technieken, was gratis toegankelijk voor de Belgische rokers via de website van Tabakstop. In 2011 kreeg deze methode erkenning op Europees niveau in het kader van de campagne “Ex-smokers zijn niet te stoppen”. Medio 2011 werd de RookStopCoach dan ook vervangen door de nieuw gelanceerde Europese iCoach. Deze iCoach is gericht op een jonger doelpubliek.
In 2012 registreerden 7.223 personen zich als nieuwe gebruiker op de online rookstopbegeleiding. In 2011 waren er 7.008 registraties. Het merendeel van de nieuwe gebruikers registreerde zich via de Nederlandstalige iCoach (56%). De overige gebruikers registreerden zich op de Franstalige iCoach (41%) of op een anderstalige iCoach (4%). De online iCoach blijkt verder iets populairder bij de mannen (52%) dan bij de vrouwen (48%). De gebruiker van deze dienst heeft voornamelijk een 11
diploma hoger onderwijs (54%) of secundair onderwijs (42%) en zelden een diploma lager onderwijs (4%). Online begeleid worden en het online vinden van informatie zit in de lift. Tabakstop heeft in 2012 dan ook een volledig vernieuwde website gelanceerd. Op volgende domeinen werden grondige wijzigingen aangebracht: -
de look § feel (met veel foto’s, icoontjes en enkele webmovies)
-
de navigatie (met duidelijke keuzemenu’s)
-
de leesbaarheid (met eenvoudige begrijpbare teksten)
-
de interactiviteit (met diverse testen en een visuele lichaamsscan)
Uit de google analytics (Fig.17) blijkt dat in 2012 de sites van Tabakstop 109.163 unieke bezoekers hebben gehad en dat deze bezoekers in vergelijking met 2011 meer pagina’s bekeken en langer op de sites bleven.
Conclusie
In 2012 werd 15.720 keer een beroep gedaan op één van de diensten van Tabakstop (waarvan 14.656 telefonische contacten). Inclusief de iCoach, die via Europese subsidies wordt gefinancierd, zou het om 22.943 contacten gaan. De verplichte vermelding van Tabakstop op de sigarettenverpakking en de mediacampagnes spelen een belangrijke rol bij de bekendheid van het gratis telefoonnummer en de website van Tabakstop. De tabaksverpakking wordt door bijna de helft van de bellers als bron van kennis van het nummer 0800 111 00 genoemd. Verder kent 18% van de bellers Tabakstop via TV, 5% via de radio en 7% via het internet.
Er ligt nog een belangrijke groeimarge voor Tabakstop wanneer ook op de roltabak het gratis nummer 0800 111 00 en de website www.tabakstop.be verplicht vermeld zouden worden. In tegenstelling tot dure communicatiecampagnes kost de verplichte vermelding van Takakstop op roltabak niets aan de overheid. Aangezien steeds meer rokers roltabak gaan gebruiken zou deze maatregel een aanzienlijke bijdrage aan de volksgezondheid leveren.
Als we inzoomen op de telefonische contacten, stellen we vast dat de reactieve oproepen lichtjes gedaald zijn (-2%) terwijl de pro-actieve gesprekken met 37 % gestegen zijn. Het jaar 2011 was een jaar van enorme groei wegens de verplichte vermelding op alle sigarettenpakjes. Het was een hele uitdaging om ditzelfde niveau van reactieve oproepen in 2012 te behouden. Dankzij enkele succesvolle PR en communicatiecampagnes is Tabakstop daar evenwel in geslaagd. Sinds de mogelijkheid van een persoonlijke coach (of proactieve begeleiding) beter bekend geraakte via de pers,
12
de communicatiecampagnes en de nieuwe site, kent dit onderdeel van de werking van Tabakstop een opmerkelijke groei.
De nieuwe site, online sinds oktober 2012, is een enorme stap voorwaarts geweest: zowel naar het groot publiek als naar partnerorganisaties. Rond rookstop is www.tabakstop.be dé referentiesite voor het grote publiek. De site bevat een aantal nieuwe online mogelijkheden, zoals bv een online inschrijfformulier voor een persoonlijke coach (of proactieve begeleiding). In Vlaanderen zijn er bovendien duidelijke afspraken gemaakt met het VIGeZ dat in oktober 2012 eveneens een nieuwe site rond rookstop, maar dan voor gezondheidsprofessionals, lanceerde: www.vlaanderenstoptmetroken.be. Beide sites willen elkaar versterken.
Naast de nieuwe site werd er in 2012 geïnvesteerd in communicatiecampagnes. Aan Franstalige kant werd een Californische spot (met aangepaste stemmen) op diverse zenders verspreid. Dankzij een positief advies van de FWB (Fédération Wallonie-Bruxelles) werd de zendtijd gratis aangeboden aan Tabakstop. Aan Nederlandstalige kant werden radiospots aangemaakt die mits betaling van zendtijd in het najaar gelanceerd werden op diverse zenders. Beide campagnes hebben er toe bijgedragen dat na het succes van 2011, door de verplichte vermelding op alle sigarettenpakjes, het niveau van telefonische contacten in 2012 toch op peil is gebleven.
Wie maakt er nu gebruik van de telefonische dienstverlening van Tabakstop?
Bij de reactieve calls is het aandeel van mannelijke bellers duidelijk hoger. Er is nog steeds meer Franstalige instroom op het eerste niveau, de reactieve calls, maar dankzij Vlaamse campagnes (bv. 24u niet roken van VIGeZ of de radiospot op Vlaamse zenders) is er een inhaalbeweging. 22% van de reactieve bellers zijn jonger dan 26 jaar en we stellen vast dat voor deze leeftijdsgroep vooral het nummer op de sigarettenpakjes het kanaal was om kennis te maken met Tabakstop (7/10).
De deelnemers aan het proactieve programma zijn globaal genomen ouder dan personen die reactief bellen. Het geslacht ligt omgekeerd bij de proactieve calls in vergelijking met de reactieve calls, m.n. meer vrouwen dan mannen en dit jaar waren er voor het eerst meer Franstalige dan Nederlandstalige inschrijvingen bij het proactieve programma.
Het project “tegemoetkoming nicotine vervangers (NRT)” voor kansarme rokers in proactieve begeleiding lijkt op basis van de cijfers een belangrijke stimulans tot rookstop voor een groep die het op allerlei vlakken (financieel maar ook psychisch) extra moeilijk heeft. Net voor deze doelgroep is Tabakstop heel belangrijk als laagdrempelig aanbod en ondersteunend kanaal. Face-to-face consultaties bij een tabakoloog (die vaak nog een financiële opleg vereisen bovenop het forfait dat de overheid voorziet)
13
vormen immers een grotere drempel. Dit project wordt dus voortgezet en Tabakstop zal op zoek gaan naar manieren om de administratie rond dit project te vereenvoudigen en de uitbetalingen te versnellen.
Algemeen kunnen we stellen dat een gevarieerd aanbod van diensten, zowel reactief als proactief en zowel telefonisch als online, van belang is om een breed rokerspubliek aan te spreken. Naast de operationele uitbouw met o.a. een competente ploeg van tabakologen, bijgestaan door professionele coaches en een evoluerend ondersteunend ICT-programma, is ook de promotie of verdere bekendmaking van onze dienstverlening een continu aandachtspunt. Stichting tegen Kanker engageert zich volledig om samen met de overheid via Tabakstop een aanzienlijke bijdrage te leveren aan het terugdringen van het aantal rokers in ons land.
14
Bijlage 1 Evolutiegrafiek contacten Tabakstop 2010-2012
Bijlage 2 Grafieken Jaarcijfers Tabakstop 2012
Fig.17 Google analytics websites Tabakstop voor de periode 2011-2012
www.tabakstop.be 4/2/2012, pers en minister Onkelinx bezoeken Tabakstop
31/5/2012, werelddag zonder tabak
www.tabacstop.be 4/2/2012, pers en minister Onkelinx bezoeken Tabakstop
31/5/2012, werelddag zonder tabak
www.tabakstopp.be
26/10/2012, start www.vlaanderenstoptmetroken.be
Bij de start van de nieuwe site www.tabakstop.be werden de Franstalige bezoeken tijdelijk bijgeteld bij de Nederlandstalige bezoeken omdat er geen aparte telcodes voorzien waren.
Bij de start van de nieuwe site www.tabakstop.be waren er tijdelijk geen Duitstalige pagina’s toegankelijk. Op 22/11/2012 werd de url www.tabakstopp.be terug in gebruik genomen.
Tabel: Website(s) Tabakstop 2011/2012 2011 2012 Unique Visitors (NL + FR + D) Pageviews NL* Avg. Visit Duration NL * Bounce Rate homepage NL *
102.014
109.163
231.397 00:02:42 38,30%
353.654 00:03:02 32,75%
2012/2011 +7% + 52.83 % + 12.15 % - 5,5%
*Omwille van de nultelling in oktober-november op de Duitstalige en Franstalige site geven we hier enkel de cijfers van de Nederlandstalige site www.tabakstop.be weer. Dit geeft een zuiverder beeld omdat de maanden met nultelling de cijfers zouden vertekenen. Conclusie over de website Tabakstop: Als we de cijfers van het aantal “unique visitors” van 2012 vergelijken met die van 2011 lijkt het dat we een groei van 7% kenden. Dit getal moet evenwel genuanceerd worden. Vermits met de lancering van de nieuwe site www.tabakstop.be in oktober van platform veranderd werd, zijn de cijfers van het laatste kwartaal 2012 niet meer direct vergelijkbaar met het laatste kwartaal van 2011. Gezien de surfer na 1 oktober 2012 met een compleet nieuwe site, zowel qua structuur als qua inhoud, geconfronteerd werd, vergelijken we voor het laatste kwartaal 2012 en het laatste kwartaal 2011 eigenlijk appelen met peren. Idem dito voor het aantal “pageviews”, de “visit duration” en de “bounce rate”. Ondanks deze nuancering kunnen we wellicht concluderen dat het aantal “pageviews” en de “visit duration” effectief verbeterd zijn. M.a.w. bezoekers bekijken meer pagina’s dan het jaar voordien en blijven ook langer op de site dan het jaar voordien. Ook de “bounce rate” van de homepage, die daalt in 2012 in vergelijking met 2011, is een indicator dat de kwaliteit van de site er op vooruit is gegaan. Immers hoe lager deze “bounce rate”, hoe beter.