Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Inhoudelijk dossier 1.
Historisch overzicht
De woning aan de Kapucijnenvoer 22 in Leuven werd gebouwd in 1895-1896 in opdracht van Camille Goffaerts (1863-1914), naar een ontwerp van architect Joris Helleputte (18521925) (fig. 1, 2, 3). De bouwaanvraag werd ingediend op 28 februari 1895, de vergunning volgde op 21 maart 1895. Uit briefwisseling tussen bouwheer en architect blijkt dat de woning werd voltooid halverwege 1896. Over de bouwheer is weinig bekend. Uit het onderzoek verricht voor de monografie over Joris Helleputte (1998) blijkt dat opdrachtgever en architect elkaar persoonlijk kenden. Helleputte beval Goffaerts in februari 1889 aan als lid van de Leuvense Gilde van Ambachten en Neringen. Goffaerts werd erelid en voorzitter van de in 1891 binnen de Gilde opgerichte Sint-Lucas Kunstgilde. Omstreeks 1891-1892 verschijnt Goffaerts als medewerker van de Leuvense beeldhouwer en gildebroeder Benoit Van Uytvanck (18571927). Vermoedelijk was Goffaerts geen beeldhouwer maar leidde hij de administratie van het beeldhouwersatelier van Van Uytvanck. Als dusdanig kent men de naam van Goffaerts samen met Van Uytvanck voor meubilair in de parochiekerken van Pepinster, Lovenjoel (Bierbeek) en Turnhout (Heilig Hartkerk). Van Uytvanck bewoonde het huis aan de Kapucijnenvoer 26, een ontwerp van Helleputte in samenwerking met zijn toenmalige leerling Joseph François Piscador (1866-1928). Een plattegrond uit 1929 opgemaakt voor Victor Parrein, de nieuwe eigenaar van de woning Goffaerts (zie verder), toont tussen beide huizen het atelier van Van Uytvanck (fig. 4). De woning Goffaerts bewaarde tot begin 2015 haar oorspronkelijke neogotische inrichting. Het interieur bekend uit zwart-wit foto’s genomen tussen 1939-1958 en kleurenfoto’s van het Leuvens Historisch Genootschap (LHG) uit 2014 (fig. 5, 6). De rijke aankleding omvatte vloeren in parket, terrazzo en granito, lambriseringen met briefpaneel, deuren en vleugeldeuren, neogotische schouwen en balkenzolderingen. Blikvanger was de centrale traphal, verlicht door vier hoge vensters met figuratief brandglas (fig. 13, vertrek 4). Op de trappalen van de monumentale bordestrap prijkten verfijnde houten sculpturen. De poten van de houten leeuwenfiguur op de onderste trappaal omklemden een neogotische kandelaar. Een foto van de traphal uit 1939-1958 toont de oorspronkelijke afwerking van de wanden met architectuurpolychromie. Op de zuidwand van de tuinkamer op de gelijkvloerse verdieping (fig. 13, vertrek 6) was een kamerbrede muurschildering aangebracht met de wapenschilden van de zeven geslachten, de rederijkerskamers en de schuttersgilden van Leuven. In de hoek van dit vertrek stond een kleine wandkast, versierd met blind maaswerk in houtsnijwerk.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
1
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Vermoedelijk waren verschillende van deze interieurelementen ontworpen door Helleputte. Het is immers bekend dat hij niet alleen de architectuur van zijn gebouwen ontwierp maar ook vloeren, schouwen, ramen, trappen en meubilair uittekende. Daarnaast zijn er argumenten om aan te nemen dat Benoit Van Uytvanck meewerkte aan de interieurinrichting. Hoewel Van Uytvanck bekend is voor zijn werken in religieuze context (kerkmeubilair, heiligenbeelden) vervaardigde hij ook sculptuur voor profane interieurs. De (onvolledige) lijst van werken door Benoit Van Uytvanck (Leuven, Museum M, archief Van Uytvanck) maakt melding van balustraden, trappen, schouwen en lambriseringen in huizen en kastelen. Het is evenmin uitgesloten dat decoratieschilder Oscar Algoet (1862-1937), ook een lid van de Leuvense kunstgilde, betrokken was in de inrichting van de woning Goffaerts, met name voor de muurschilderingen. In 1929 blijkt de woning van de intussen overleden Goffaerts eigendom van Victor Parrein (1885-1966), voorzitter (1925-1936) van de Boerenbond. Parrein was er in 1922 als ingenieur in dienst getreden. Het huis aan de Kapucijnenvoer 22 bleef via zijn nieuwe bewoner dus verbonden met de katholieke zuil. Albert van Huffel (1877-1935), architect van de basiliek van Koekelberg, voegde in 1929 tegen de zuidgevel van de woning een lage aanbouw toe met garage, ‘kleedkamer’ en ‘schotelhuis’. In hetzelfde jaar werd het vroegere atelier van Van Uytvanck, intussen gevestigd in de Maria Theresiastraat, afgebroken en werd op de perceelscheiding tussen de woonhuizen Van Uytvanck en Goffaerts een tuinmuur opgetrokken. De woning Goffaerts werd in 1939 aangekocht door de zusters van Liefde van Jezus en Maria van Gent. Sinds 1928-1929 waren de zusters in Leuven gevestigd voor de uitbouw van de verpleegsteropleiding. In 1932-1934 werd tegenover de woning Goffaerts de verpleegsterschool gebouwd. De woning Goffaerts werd door de zusters van Liefde gebruikt voor de docentenopleiding van de verpleegsterschool. Aan de achtergevel van de woning werd in 1958 een veranda aangebouwd. Binnenin bleven de indeling en het neogotische interieur nagenoeg onaangeroerd. De voornaamste ingrepen waren de inbreng van een lift centraal in de woning en de opdeling van de zolder in studentenkamers. Begin 2015 werd een groot deel van het neogotische interieur verwijderd. Sommige delen van de oorspronkelijke inrichting bleven echter bewaard, net als de binnenindeling van de woning.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
2
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
2. Beschrijving Ligging De woning Goffaerts is gelegen in de Kapucijnenvoer, net buiten de eerste stadsomwalling van Leuven, nabij de voormalige gasthuissite. De woning is aan de straat ingeplant op een L-vormig perceel met beboomde tuin en een allicht uit de jaren 1950 daterende tuinaanleg (fig. 2). De voorgevel aan de Kapucijnenvoer kijkt uit op de verpleegsterschool uit 1932. In het noorden paalt het pand aan de tuin van de als monument beschermde woning Biezenstraat 1 (M.B. 08.03.1995) en de woning van architect Ange de Bruyn, Biezenstraat 3 (M.B. 04.04.1944). Exterieur De woning Goffaerts is een ruim burgerhuis van twee bouwlagen hoog, in halfopen bebouwing met beboomde tuin (fig. 7). Het bouwvolume combineert diephuis en breedhuis met lagere volumes onder lessenaarsdak aan de straatzijde en plat dak aan de tuinzijde. De asymmetrische straatgevel aan de oostzijde omvat een lijstgevel met voordeur en kloostervensters en een trapgevel met kruisvensters onder blinde Tudorbogen. Lijst- en trapgevel worden verenigd door een natuurstenen plint met getraliede kelderopeningen. De voordeur van de woning met verglaasd bovenlicht is gevat in een geprofileerde negblokomlijsting. Een geprofileerde kroonlijst in natuursteen sluit de lijstgevel af. De geveltop van de trapgevel wordt ingenomen door drie smalle gekoppelde vensteropeningen met Tudorboogjes en, bovenaan, een tweelicht. Aan de bouw van het huis herinnert het chronogram ‘AO 1895’ in gesmoorde bakstenen. De zuidgevel van de woning wordt beheerst door de trapgevel met flankerende schoorsteen en vijf treden die de overgang vormen naar de lijstgevel aan de straatzijde. Vier smalle vensteropeningen met Tudorbogen en klimmende dorpels duiden de plaats aan van de traphal aan de binnenzijde. Daarboven bevinden zich drie gekoppelde vensteropeningen in blinde boogvelden. Op vier vensteropeningen naast de trapgevel na is het overige deel van de zuidgevel blind. Onder de houten kroonlijst loopt een bakstenen tandfries. Tegen de zuidgevel bevindt zich de aan de art deco en het modernisme refererende aanbouw van architect van Huffel uit 1929 (fig. 8). Vooraan reikt de aanbouw onder plat dak niet hoger dan de tuinmuur, voorbij de traphal telt hij twee bouwlagen. Gebouwd in donkerbruine baksteen wordt de aanbouw gekenmerkt door een getrapte betonnen kroonlijst en hoekvensters en een erker op driehoekig grondplan.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
3
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
De getoogde garagepoort in baksteen met natuurstenen negblokken en decoratief muuranker behoort tot de bouwsubstantie uit 1895-1896 (fig. 7). Oorspronkelijk de tuinpoort van de woning Goffaerts werd deze door architect van Huffel als garagepoort geïntegreerd in de zuidelijke aanbouw, met bakstenen verhoging onder natuurstenen dekplaten. Tot dezelfde bouwfase behoort de getoogde doorgang naast de garagepoort. De bakstenen tuinmuur op een plint van gesmoorde bakstenen dateert misschien nog uit het einde van de 19de eeuw. De huidige tuinpoort is evenwel jonger. De tegen het buurhuis (Kapucijnenvoer 24) aangebouwde autogarage is van recente datum. De tuingevel van de woning Goffaerts – dit is aan de westzijde - omvat aan de rechterzijde een puntgevel met kruisvensters en geveltop met houten kroonlijst (fig. 9). Links bevindt zich de in 1958 aangebouwde veranda, een eenlaagse, deels verglaasde bakstenen constructie onder plat dak. Boven de veranda behoren de kruisvensters tot het oorspronkelijke ontwerp van de woning uit 1895. De noordgevel van de woning Goffaerts is een blinde muur in egaal baksteenmetselwerk (wachtgevel?). Bovenaan, onder de kroonlijst, is een klein metselteken aangebracht. Het complexe dakenspel van de woning bestaat uit twee haaks op de straat georiënteerde zadeldaken, verbonden door het evenwijdig met de straat geplaatste zadeldak achter de trapgevel van de zuidgevel. Het volume met lijstgevel aan de straatgevel wordt overdekt door een lessenaarsdak, het volume boven de veranda aan de tuinzijde door een plat dak. Zadel- en lessenaarsdaken hebben een leien dakbedekking. Op het zadeldak evenwijdig met de straat prijkt een dakkapel met houten windbord in drielobvorm. De dakkapel wordt bekroond door een loden piron (fig. 10). Diverse materialen verlevendigen het rode baksteenmetselwerk van de straatgevel en de zuidgevel (fig. 11). Banden van bleke Gobertangesteen tussen gesmoorde grijze baksteen verlenen het exterieur een horizontale geleding. Blauwe hardsteen is aangewend voor de plint, de negblokken en de omlijsting van de voordeur, de stijlen, dorpels en lateien van de vensters, de geprofileerde schouderstukken van de trapgevels en de zadeldakjes van de treden van de trapgevels. De timpanen van de kruisvensters in de oostelijke trapgevel zijn ingelegd met zwarte en gele baksteenkoppen volgens dambordpatroon. Grijze bakstenen markeren de overspanningen van de vensteropeningen. Decoratief uitgewerkte muurankers sieren de trapgevels van de straatgevel en zuidgevel. Als minder representatieve gevels zijn de tuingevel en de noordgevel uitgevoerd in egaal baksteenmetselwerk, zonder het rijke materiaalgebruik van de straatgevel en de zuidgevel. De voordeur en de vensters van de straatgevel bewaren het oorspronkelijke schrijnwerk (fig. 12). Oorspronkelijk zijn ook het hang- en sluitwerk van de voordeur en de tralies van de kelderopeningen.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
4
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Interieur De woning Goffaerts is volledig onderkelderd. De bepleisterde bakstenen keldermuren worden overdekt door troggewelven en vlakke plafonds, die laatste mogelijk een latere aanpassing. Aan de tuinzijde bevindt zich een gedicht keldergat. Op enkele latere aanpassingen na is de oorspronkelijke indeling van de gelijkvloerse en eerste verdieping bewaard gebleven (fig. 13, 14). De vertrekken op de gelijkvloerse en eerste verdieping zijn geschikt rond de centrale traphal en de oost-west georiënteerde gang in het zuidelijke volume van de woning. De neogotische schouwen in verschillende vertrekken op de gelijkvloerse en eerste verdieping werden begin 2015 moedwillig verwijderd.
Gelijkvloerse verdieping In het tochtportaal aan de straatzijde overbrugt een trap van vier treden het niveauverschil tussen de straat en de hoger gelegen begane grond van de woning (fig. 13, vertrek 2). Voorbij de trap betreedt men aan de linkerzijde een kleine kamer, verlicht door smalle kloostervensters en met de resten van een kleine schouw in de zuidwesthoek (fig. 13, vertrek 1). De centrale traphal wordt verlicht door vier hoge vensters met Tudorbogen (fig. 13, vertrek 4). De leuning van de indrukwekkende bordestrap is verdwenen maar de bewaarde houten trappalen met verfijnd houtsnijwerk geven nog steeds blijk van de hoge kwaliteit van uitvoering. Vanuit de traphal betreedt men via een doorgang met Tudorboog het eerste van de drie grote kamers (fig. 13, vertrekken 3, 5 en 6) in het noordelijke volume van de woning. In de plattegrond van 1929 worden deze vertrekken aangeduid als het salon (straatzijde), de eetplaats en de veranda (tuinkamer), die laatste niet te verwarren met de in 1958 aangebouwde veranda. In 1929 werd de doorgang van de tuinkamer uit 1895-1896 naar de middengang vergroot tot kamerbreedte. De muurschildering erboven bleef bewaard - zij werd pas in 2015 verwijderd. Aangebouwd tegen de tuinkamer uit 1895-1896 bevindt zich de lumineuze veranda uit 1958 (fig. 13, vertrek 7). Door de aanbouw van deze veranda werd de deuropening van de middengang naar de tuin opgeheven. Het verlaagde plafond in kunststof van de veranda is van recente datum. Van de recent verwijderde monumentale neogotische schouwen in het salon en de eetplaats (fig. 13, vertrekken 3 en 5) zijn de schouwboezems en betegelde haardvloeren bewaard. De zuidoosthoek van de eetplaats wordt ingenomen door een lift, hier geplaatst toen de zusters van Liefde eigenaar waren van de woning.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
5
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Achter de traphal bevindt zich een smalle bordestrap, wellicht een diensttrap, en twee kleine vertrekken. In het vertrek aan de tuinzijde zijn tegen de zuidwand de resten zichtbaar van een schouw (fig. 13, vertrek 9). Ondanks de sloop van het interieur begin 2015 zijn nog verschillende delen van de oorspronkelijke neogotische inrichting bewaard. De vertrekken worden overdekt door de oorspronkelijke balkenzolderingen. De kraagstenen, balksleutels en beplanking zijn verdwenen, maar de originele polychromie van de moer- en kinderbalken is wellicht nog aanwezig onder de recent aangebrachte bruine verflaag. Eveneens origineel zijn de vloeren van de vertrekken, in granito, terrazzo, parket (in het salon aan de straatzijde) en mozaïek (tochtportaal en traphal). De mozaïekvloer in de traphal is rondom versierd met een band van florale motieven. Centraal bevindt zich een medaillon met draak. De lambrisering met briefpaneel onderaan de grote bordestrap is oorspronkelijk. De kleine diensttrap is integraal bewaard, met inbegrip van de leuning en haar kleurige afwerking. De ramen van het salon aan de straatzijde bewaren het oorspronkelijke hang- en sluitwerk. Steekproeven hebben aangetoond dat in de traphal en het tochtportaal de oorspronkelijke neogotische architectuurpolychromie bewaard is onder de huidige afwerking. Een foto van de traphal uit 1939-1958 toont deze neogotische afwerking (fig. 6). Tot ongeveer anderhalve meter hoogte waren de wanden versierd met een geschilderd textielpatroon. Daarboven was een voegenschildering aangebracht. De afschuiningen van de deuropeningen waren beschilderd met een keperfries. Resten van de oorspronkelijke neogotische architectuurpolychromie zijn ook bewaard op de schouwboezem van de eetplaats (rozetten in sjabloonschildering). Wellicht is de originele voegenschildering nog bewaard onder de huidige afwerking van de schouwboezem. Dit is waarschijnlijk ook het geval voor de schouwboezem van het salon aan straatzijde. Tot de oorspronkelijke afwerking van het interieur behoort ook de okerkleurige sjabloonschildering op de zuidwand van de middengang, nabij de gedichte doorgang naar de tuin. Het afhellende verloop van de sjabloonschildering wijst op de vroegere aanwezigheid van een trap naar de lager gelegen tuin. Op de wanden van de tuinkamer uit 1895-1896, boven de in 2015 verwijderde lambrisering, bleven resten bewaard van de oorspronkelijke donkergroene verflaag.
Eerste verdieping De indeling van de eerste verdieping is nagenoeg dezelfde als op de gelijkvloerse verdieping: drie grote vertrekken in het noordelijke volume van de woning en kleinere ruimten voor en achter de traphal in het zuidelijke volume. Deze oorspronkelijke indeling is nauwelijks gewijzigd. Achter de diensttrap werd in 1929 een badkamer ingebracht (fig. 14, vertrek 7). In het noordelijke volume verhindert een brede kast de
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
6
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
doorgang tussen de kamer aan de straatzijde (fig. 14, vertrek 2) en de centrale kamer, met liftschacht in de zuidoosthoek (fig. 14, vertrek 5). De vensters in de noordmuur van het vertrek aan de tuinzijde zijn verborgen achter een valse wand (fig. 14, vertrek 6). De vertrekken op de eerste verdieping worden nog steeds overdekt door de oorspronkelijke balkenzolderingen. De kraagstenen, balksleutels en beplanking zijn verdwenen, maar de originele polychromie van de moer- en kinderbalken is wellicht nog aanwezig onder de recent aangebrachte bruine verflaag. Van de schouw in het centrale vertrek van het noordelijke volume (fig. 14, vertrek 5) resteert de schouwboezem en de bichrome betegeling van de haardvloer. Bovenaan de schouwboezem is een gepolychromeerde kraagsteen van de verdwenen overhuiving bewaard. Mogelijk is onder de huidige afwerking van de schouwboezem de oorspronkelijke architectuurpolychromie nog aanwezig. De ramen van het vertrek aan de straatzijde bezitten het originele hang- en sluitwerk. De in 1929 ingebrachte badkamer achter de diensttrap bewaart de oorspronkelijke betegeling van de wanden (met vaste zeephouders) en sanitaire installaties. De afwerking van de wanden in de badkamer, met de band in zwart-wit mozaïek, is dezelfde als in de zuidelijke aanbouw van architect van Huffel uit 1929.
Zolder en dakkap Na de aankoop van de woning door de zusters van Liefde in 1939 werd de zolder opgedeeld in studentenkamers. Op enkele plaatsen zijn resten van oude wandafwerking bewaard, onder de vorm van behangpapier en textielbehang, die laatste mogelijke nog de oorspronkelijke afwerking uit het einde van de 19de eeuw. De dakkap van de woning Goffaerts, een gordingenkap met nokgording op makelaars, is origineel.
De noordelijke aanbouw uit 1929 Vooraan (straatzijde) in de aanbouw van architect van Huffel uit 1929 bevindt zich de autogarage. Aan de rechterzijde ziet men de buitenmuur van de woning uit 1895-1896, met natuurstenen afzaat en de uitsprong van de schouw in vertrek 1 van de gelijkvloerse verdieping. De vertrekken achter de garage bewaren de oorspronkelijke afwerking van de wanden met witte tegels en een band in zwart-wit mozaïek.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
7
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Tuin Het perceel met de tuin bewaart de oorspronkelijke configuratie zoals afgebeeld op de vermelde plattegrond van de woningen Goffaerts en Van Uytvanck uit 1929 (fig. 3). Het meest waardevolle deel bevindt zich in het westen, achter de woning en het verdwenen atelier van Benoit Van Uytvanck. Deze zone, op de plattegrond uit 1929 aangeduid als ‘jardin’, bewaart de uit de jaren 1950 daterende aanleg met padenstructuur en rozenboog. Er bevinden zich resten van een oude beplanting met karakteristieke vegetaties en merkwaardige bomen, waaronder een monumentale witte paardenkastanje, een esdoorn, een blauwe atlasceder, taxus, hulst en grootbladige buxus. In de kruidlaag komt voorjaarsflora voor. Het bijgebouw met wasplaats en stal in het noordwesten van de tuin, afgebeeld op de plattegrond van 1929, is verdwenen. Ten zuiden van de aanbouw van Van Huffel en op de plaats van het verdwenen atelier van Van Uytvanck strekt zich een binnenplaats uit, aangeduid als ‘cour’ op de plattegrond uit 1929. Tegen de tuinmuur staat een gekandelaarde linde. De gelijkvloerse verdieping van de onderkelderde woning ligt iets hoger dan de tuin (ongeveer 80 cm, volgens het ontwerp van de veranda uit 1958). Ook in het ontwerp van Helleputte uit 1895 wijzen de treden van de doorgangen in de achtergevel op de lagere ligging van de tuin ten opzichte van het huis.
3. Bouwfysische toestand Behoudens verborgen gebreken verkeert de woning in een goede bouwfysische staat. Ter hoogte van de plint, links in de voorgevel, tekent zich een grote vochtvlek af, vermoedelijk ten gevolge van een lekkende hemelwaterafvoer (fig. 11).
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
8
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
4. Evaluatie De woning Goffaerts is een van de laatste realisaties van architect Joris Helleputte. Het leven en werk van Helleputte zijn uitgebreid bestudeerd. Na ingenieursstudies aan de Gentse Rijksuniversiteit werd Helleputte in 1874 hoogleraar aan de ingenieursopleiding van de Katholieke Universiteit Leuven. Via de katholieke studentenbeweging maakte Helleputte kennis met de neogotiek van de Sint-Lucasscholen en haar bezieler, JeanBaptiste Bethune (1821-1894). Het architecturale œuvre van Helleputte is dan ook geënt op de archeologische neogotiek van de Sint-Lucasscholen, maar met een integratie van moderne materialen en technieken die de ingenieur achter de architect onthullen. Als een van de belangrijkste vertegenwoordigers in België van de ‘ingenieuze neogotiek’ was Helleputte hoofdzakelijk actief van 1874 tot 1896, toen zijn politieke engagement de overhand nam. De realisaties van Helleputte in Leuven zijn talrijk. Verschillende beschermde gebouwen naar zijn ontwerp bevinden zich in de Minderbroedersstraat, vlakbij de woning Goffaerts: het Justus Lipsiuscollege uit 1877-1879 (Minderbroedersstraat 15), het anatomisch theater van het Vesaliusinstituut uit 1876-1877 (Minderbroedersstraat 12), de neogotische vleugel van het Instituut van de Goede Herder uit 1882 (Minderbroedersstraat 21) en de neogotische vleugel van het Sint-Pieterscollege uit 1892 (Minderbroedersstraat 13). Voor de bouw van het Justus Lipsiuscollege richtte Helleputte in 1878 een Leuvense beroepsvereniging voor het bouwbedrijf op, de vermelde Gilde der Ambachten en Neringen. Gemodelleerd naar het voorbeeld van de middeleeuwse ambachtsgilde vatte Helleputte de Leuvense Gilde op als een solidaire organisatie van de beroepsgroepen in het bouwbedrijf. De Gilde verenigde niet alleen bouwlieden maar ook handelaars en “burgers die geen ambacht of nering beoefenen”. Tot de leden behoorden onder meer beeldhouwer Benoit Van Uytvanck en, als zakelijk leider van het atelier van die laatste, Camille Goffaerts. In 1896 verliet Helleputte de architectenpraktijk om zich te wijden aan zijn politieke loopbaan. Sinds 1889 was Helleputte katholiek volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Maaseik. Tussen 1907 en het einde van de Eerste Wereldoorlog was Helleputte herhaaldelijk minister voor technische bevoegdheden: posterijen, spoorwegen en telegrafie (1908-1910), landbouw (1907-1908, 1910-1911 en 1912-1918) en openbare Werken (1910-1911, 1912-1918). Helleputte was in 1890 oprichter van de Boerenbond waarvan hij tot 1925 ook voorzitter was. In de woning Goffaerts realiseerde Helleputte een stedelijke burgerwoning met tuin in een vormentaal die verwijst naar de laatgotische burgerlijke bouwkunst in Vlaanderen. De trapgevels, kloostervensters, kruisvensters onder Tudorbogen, spaarvelden en het baksteenmetselwerk met natuurstenen accenten verwijzen naar profane architectuur van omstreeks 1500. De ingenieuze vereniging van diephuis en breedhuis, het complexe
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
9
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
dakenspel, de vensters van de traphal en de hoge voordeur zijn eigentijdse toetsen die het pand aanduiden als een 19de-eeuwse creatie. De straatgevel en de zuidgevel van de woning Goffaerts werden door Helleputte opgevat als een gezamenlijke compositie, verenigd door de lijst- en trapgevel van het lage volume met de voordeur. Centraal element in de zuidgevel zijn de vier vensters van de traphal die de binnenindeling van de woning veruitwendigen. Het open zicht op de straat- en de zuidgevel vanuit de Kapucijnenvoer draagt onmiskenbaar bij tot het monumentale karakter van de woning. De plattegrond van de woningen Goffaerts en Van Uytvanck uit 1929, met weergave van het atelier van Van Uytvanck een eind achter de rooilijn, toont aan dat dit perspectief behoort tot de originele opzet van de woning Goffaerts zoals ontworpen door Helleputte. Omwille van de resten van het oorspronkelijke neogotische interieur is de woning Goffaerts behalve een architecturale ook een artistieke creatie. Het interieur werd ontworpen in functie van het architectuurontwerp, wellicht ten dele door Helleputte zelf. De wijnranken van het medaillon van de mozaïekvloer in de traphal kunnen worden vergeleken met Helleputtes ontwerp van een mozaïekvloer in de verdwenen woning de Wouters de Bouchout in Leuven (1881-1882). De woning Goffaerts verenigt aldus een architecturaal ontwerp van Joris Helleputte, prominent vertegenwoordiger van de neogotiek in Vlaanderen op het einde van de 19de eeuw, met een hoogstaande neogotische interieurinrichting door, wellicht, leden van de door Helleputte opgerichte Leuvense Gilde van Ambachten en Neringen. De woning Goffaerts bewaart de oorspronkelijke inplanting van het huis in een tuin. De configuratie beantwoordt nog aan de oorspronkelijke toestand, met het eigenlijke tuingedeelte in het westen, achter de woning en het verdwenen atelier van Benoit Van Uytvanck, en een binnenkoer naast de zuidgevel van de woning. Het westelijke tuingedeelte bevat een waardevolle beplanting in een aanleg met tuinpaden uit de jaren 1950.
4.1.
Evaluatie van de erfgoedwaarden
Historische waarde De woning Goffaerts is door zijn bewoners en architect nauw verbonden met de katholieke beweging omstreeks 1900 in Vlaanderen en Leuven in het bijzonder. Architect van de woning was Joris Helleputte, vooraanstaand katholiek politicus en oprichter van de Boerenbond, waarvan voorzitter Victor Parrein tijdens het Interbellum eigenaar en bewoner was van de woning Goffaerts. Het huis is in dit opzicht een representatief voorbeeld van de architecturale productie binnen de katholieke zuil in Vlaanderen op het einde van de 19de eeuw.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
10
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
De laatste eigenaars van de woning waren (sinds 1939) de zusters van Liefde, die aan de overzijde van de Kapucijnenvoer waren gehuisvest in de verpleegsterschool. De woning Goffaerts heeft dan ook een historische band met de ziekenhuissite in Leuven, waar zich onder meer het beschermde anatomisch theater bevindt, een iconisch ontwerp van Joris Helleputte. Architecturale waarde De woning Goffaerts bezit een architectuurhistorische waarde als een herkenbaar herkenbaar en representatief voorbeeld van een vrijstaand stedelijk burgerhuis met tuin uit het einde van de 19de eeuw. De woning verenigt diephuis met breedhuis onder een complexe dakstructuur (leien). Het exterieur wordt getypeerd door trapgevels, hoge schoorstenen, klooster- en kruisvensters, bolkozijnen en baksteenmetselwerk met sierbanden in natuursteen en gesmoorde baksteen. Hardstenen bouwelementen vervolledigen het gevarieerde materiaalgebruik. Het schrijnwerk van deuren en ramen is oorspronkelijk, evenals het decoratief uitgewerkte smeedwerk van de kelderopeningen en de voordeur. De dakkapel aan de straatzijde bewaart de originele uitvoering met windborden in drielobmotief. Gebouwd in een neogotisch geïnspireerd materiaalgebruik (zichtbaar baksteenmetselwerk) en vormentaal (trapgevels, klooster- en kruisvensters, Tudorbogen, geprofileerde schouderstukken, blinde boogvelden) is de woning Goffaerts representatief voor het profane œuvre van architect Joris Helleputte, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de door de Sint-Lucasscholen geïnspireerde neogotiek in België op het einde van de 19de eeuw. De woning Goffaerts behoort tot een reeks toonaangevende gebouwen van Helleputte in de directe omgeving, zoals het anatomisch theater en het Justus Lipsiuscollege in de Minderbroedersstraat. In de wederzijdse afstemming van exterieur op interieur, zoals veruitwendigd in de vensters van de traphal in de zuidgevel, bezit de woning Goffaerts een belangrijke ensemblewaarde. ensemblewaarde Deze wordt versterkt door de inplanting van de woning. De configuratie met een tweedeling tussen de beboomde tuin aan de achterzijde van de woning en het onbebouwde terrein of ‘koer’ ten zuiden van de woning is deel van de oorspronkelijke aanleg. De in 1929 gerealiseerde uitbreiding aan de zuidzijde van de woning werd met respect voor het neogotische ensemble ontworpen door Albert van Huffel (1877-1935) en vormt, met vage referenties naar de art deco en het modernisme, een bescheiden toevoeging aan het geheel, uitwendig duidelijk afleesbaar en inwendig pretentieloos in het interieur geïntegreerd. Hetzelfde geldt voor de in de jaren 1950 toegevoegde veranda achter de oorspronkelijke tuinkamer. Artistieke waarde De woning Goffaerts bewaart resten van de oorspronkelijke interieurinrichting uit 18951896, een neogotisch geheel afgestemd op de architectuur van de woning. De resten van deze inrichting omvatten mozaïek- en terrazzovloeren, balkenzolderingen, decoratieve
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
11
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
muurschilderingen (onder een recentere afwerkingslaag) in de traphal en het tochtportaal, op de schouwboezems van het salon en de eetkamer en op de zuidelijke wand van de tuinkamer. Ook de monumentale bordestrap met trappalen, de sobere gepolychromeerde diensttrap en het smeedijzeren hang- en sluitwerk van de ramen bleef bewaard. De integratie van sculptuur en wandschilderingen, allicht van de hand van respectievelijk beeldhouwer Benoit Van Uytvanck - waarmee bouwheer Goffaerts op dat moment was geassocieerd - en decoratieschilder Oscar Algoet (1862-1936), maakt van het interieur van de woning Goffaerts een representatieve getuige van de neogotische kunstproductie in Leuven in de omgeving van architect Helleputte. Als dusdanig is de binneninrichting van de woning Goffaerts een zeldzaam voorbeeld van een neogotisch interieur in de profane context van een stedelijke burgerwoning. Ontworpen in samenhang met de woning bezit de neogotische architectuur en dito inrichting ook een evidente ensemblewaarde. ensemblewaarde Esthetische waarde De door Helleputte geconcipieerde totaalcompositie van straatgevel en zuidgevel vormt een opvallend visueel geheel. Dit verleent aan de woning Goffaerts een prominente contextwaarde in het straatbeeld van de Kapucijnenvoer. De veruitwendiging van de traphal in de vier vensters van de zuidgevel maakt deel uit van dit straatbeeld.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
12
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
5. Motivering van het type bescherming Er wordt voorgesteld om de woning Goffaerts (perceel 524v2) en de bijhorende tuin (perceel 526p) te beschermen als monument, omwille van de historische samenhang van de woning met de tuin.
6. Motivering van de afbakening De bescherming omvat de percelen 524v2 (woning) en 526p (tuin). Deze afbakening laat toe om de oorspronkelijke configuratie met een beboomde tuin aan de achterzijde van de woning (in het westen) te behouden. De opname in de bescherming van het terrein ten zuiden van de woning laat toe om het zicht te bewaren op de zuidelijke trapgevel van de woning, een perspectief dat behoort tot de oorspronkelijke aanleg.
7. Juridische toestand Inventaris van het bouwkundig erfgoed: vastgesteld relict (ID 42250) Gewestplanbestemming: woongebied.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
13
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
8. Beheersvisie 8.1.
Beheersdoelstellingen
De bescherming van de woning Goffaerts beoogt het behoud van het gebouwd erfgoed: de neogotische architectuur - de typologie van de halfopen bebouwing, het volume, de neogotische vormentaal en dito interieurafwerking - en de uitbreiding van architect van Huffel uit 1929. Dit veronderstelt het behoud van de vloeren, oorspronkelijke vensters, hang- en sluitwerk, schouwboezems, trappen, moer- en kinderbalken en oorspronkelijke afwerkingslagen, ook indien verborgen achter secundaire afwerkingen. De erfgoedwaarden van het geheel zouden versterkt worden door het herstel van de neogotische interieurschilderingen en de reconstructie van de balustrade van de monumentale bordestrap. De tuin blijft behouden als tuin. Dit veronderstelt een deskundig onderhoud van de boom-, struik- en kruidlaag die de tuin vorm geeft, en behoud van de tuinmuur en de monumentale bomen. Ook de typologie van de half vrijstaande woning, de intrinsieke verbondenheid tussen de woning en de omliggende stadstuin, en het vrije zicht op woning en tuin vanuit de straat - als esthetische baken in de Kapucijnenvoer - dienen bewaard. 8.2.
Bijzondere voorschriften
De nog aanwezige neogotische interieurelementen en -schilderingen – al dan niet bedekt door een recentere afwerkingslaag – blijven behouden. Ze dienen beveiligd tegen brand, waterschade, houtworm-, schimmel-, zwam- en vochtaantasting en tegen moedwillige of toevallige beschadiging. Het uitvoeren van werken of werkzaamheden die het uitzicht of de indeling van het interieur wijzigen, zijn toelatingsplichtig, evenals het plaatsen of vernieuwen van technische voorzieningen. De ommuurde stadstuin met waardevolle bomen blijft behouden als tuin en garandeert het voortbestaan van de typologie van de half-vrijstaande woning, de intrinsieke band tussen woning en tuin en het vrije zicht op de zuidgevel.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
14
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
8.3.
Toelatingsplichtige handelingen
Voor de percelen opgenomen in de bescherming: - Het plaatsen, slopen, verbouwen of heropbouwen van een constructie. -
Het verwijderen, vervangen, wijzigen of verstevigen van constructieve elementen.
-
Het verwijderen, vervangen of wijzigen van historische materialen en het toepassen van behandelingen met als doel de historische materialen te reinigen, te herstellen, te verduurzamen of te beschermen tegen verweer en aantasting.
-
Het uitvoeren van de volgende werken aan het dak en de buitenmuren van constructies: o Het verwijderen, vervangen of wijzigen van dakbedekking en gootconstructies. o Het verwijderen van voegen en het hervoegen. o Het aanbrengen, verwijderen, vervangen of wijzigen van de kleur, textuur of samenstelling van de afwerkingslagen. o Het aanbrengen, verwijderen, vervangen of wijzigen van buitenschrijnwerken, deuren, ramen, luiken, poorten, inclusief de al dan niet figuratieve beglazing, beslag, hang- en sluitwerk. o Het aanbrengen, verwijderen, vervangen of wijzigen van aard- en nagelvaste elementen, smeedijzer en beeldhouwwerk, nieuwe toevoegingen. o Het aanbrengen, vervangen of wijzigen publiciteitsinrichtingen of uithangborden.
van
opschriften,
Voor het interieur van de woning Goffaerts: - Het uitvoeren van destructief materiaaltechnisch onderzoek. - Het uitvoeren van structurele werken en het toevoegen van nieuwe structuren. -
-
-
-
Het verwijderen, vervangen of wijzigen van historische materialen en het toepassen van behandelingen met als doel de historische materialen te reinigen, te herstellen, te verduurzamen of te beschermen tegen verweer en aantasting. Het verwijderen, vervangen of wijzigen van plafonds, gewelven, vloeren, trappen, binnenschrijnwerken, inclusief de al dan niet figuratieve beglazing, lambrisering, beslag, hang- en sluitwerk, en van de waardevolle interieurdecoratie. Het bepleisteren van niet-bepleisterde elementen of het bepleisteren met een andere samenstelling of textuur, alsook het ontpleisteren van bepleisterde elementen. Het beschilderen van ongeschilderde elementen of het schilderen in andere kleuren of kleurschakeringen of met een andere verfsoort dan de aanwezige.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
15
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Voor de tuin van de woning Goffaerts: - Het uitvoeren van de volgende omgevingswerken: o Het plaatsen of wijzigen van onder- en bovengrondse nutsvoorzieningen en leidingen. o Het plaatsen of wijzigen van afsluitingen. o Het aanleggen, structureel en fundamenteel wijzigen of verwijderen van verhardingen en paden. o Het vellen of beschadigen van bomen en struiken , en elke handeling die een wijziging van de groeiplaats en groeivorm van de bomen en de struiken tot gevolg kan hebben. o Het aanleggen van sport- en spelinfrastructuur of parkeerplaatsen. o Het structureel en fundamenteel wijzigen van de tuinaanleg. o Het wijzigen van het (micro)reliëf.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
16
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
9. Bibliografie Onuitgegeven bronnen MUSEUM M LEUVEN, archief Van Uytvanck. STADSARCHIEF LEUVEN, Modern Archief, Bouwvergunningen: 56.794 (21/03/1895), 60.846 (22/07/1898), 89.390 (8/11/1929), 89.406 (15/11/1929), 114.064/3506 (29/01/1958).
Werken BERGMANS Anna 2004: “Wilt gij wel zijn wilt gij rusten, zoek het niet op vreemde kusten”. De woning met atelier van Oscar Algoet (1862-1937), decoratieschilder in Leuven, M&L. Monumenten & Landschappen 23.1, 4-34. DE KEYSER Bart 1997: De ingenieuze neogotiek. Techniek & kunst. 1852-1925, Leuven. MAES Krista (red.) 1998: Joris Helleputte. Architect en politicus 1852/1925, KADOC Artes 1, Leuven. VAN MOLLE Leen 1990: Ieder voor allen. De Belgische Boerenbond 1890-1990, KADOC Studies 9, Leuven. VERMEIREN Rie 1997: Joris Helleputte en de Leuvense neogotische tentoonstellingscatalogus Stedelijk Museum Vander Kelen-Mertens, Leuven.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
ateliers,
17
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
10. Figuren
Fig. 1 Plattegrond van de gelijkvloerse verdieping van de woning Goffaerts (Joris Helleputte, 1895) (Stadsarchief Leuven, Modern Archief, 56794).
Fig. 2 Situatieplan met (1) perceel met de woning Goffaerts en tuin (Kapucijnenvoer 22), (2) voormalige woning van Benoit Van Uytvanck (Kapucijnenvoer 26), (3) verpleegsterschool en (4) woning van Ange De Bruyn (Biezenstraat 1-3) (AGIV).
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
18
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Fig. 3 Straatbeeld van de Kapucijnenvoer met centraal de woning Goffaerts. Toestand 18 februari 2015 (Onroerend Erfgoed).
Fig. 4 Situatieplan uit 1929 met de woningen Goffaerts (rechts) en Van Uytvanck (links), en het atelier van Benoit Van Uytvanck tussen beide woningen (Stadsarchief Leuven, Modern Archief, 89390). De zone achter de woning Goffaerts en het atelier van Van Uytvanck wordt op het plan aangeduid als tuin (‘jardin’). Rechts boven, in het oosten van de tuin, staat een gebouwtje met washuis (‘buanderie’) en stal (‘écurie’) waarbij een vogelkooi (‘volière’) aansluit.
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
19
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Fig. 5 Binnenzicht in de traphal. Toestand voor 1 april 2015 (Leuvens Historisch Genootschap)
Fig. 6 Foto van de traphal (1939-1958) met de oorspronkelijke neogotische architectuurpolychromie, heden nog bewaard onder een recentere afwerkingslaag (Leuvens Historisch Genootschap).
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
20
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Fig. 7 Zuid- en straatgevel van de woning Goffaerts. Toestand 18 februari 2015 (Onroerend Erfgoed).
Fig. 8 Zuidelijke aanbouw van architect Albert van Huffel uit 1929. Toestand 4 juni 2015 (Onroerend Erfgoed).
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
21
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Fig. 9 Zicht op de tuingevel van de woning Goffaerts. Op de voorgrond links, de veranda uit 1958. Toestand 4 juni 2015 (Onroerend Erfgoed).
Fig. 10 Dakkapel met windbord in drielobmotief en loden piron. Toestand 18 februari 2015 (Onroerend Erfgoed).
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
Fig. 11 Straatgevel met hardstenen plint, baksteenmetselwerk en sierbanden in Gobertangesteen en gesmoorde baksteen. Toestand 18 februari 2015 (Onroerend Erfgoed).
22
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Fig. 12 Detail van de voordeur met smeedwerk. Toestand 18 februari 2015 (Onroerend Erfgoed).
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
23
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Fig. 13 Plattegrond van de gelijkvloerse verdieping. Toestand 4 juni 2015 (Onroerend Erfgoed).
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
24
Vlaams-Brabant, Leuven, Kapucijnenvoer 22 – woning Goffaerts
Fig. 14 Plattegrond van de eerste verdieping. Toestand 4 juni 2015 (Onroerend Erfgoed).
Woning Goffaerts - Inhoudelijk dossier
25