Kopklas Meppel Ondersteuning van de schoolloopbaan door middel van een jaar intensief taalonderwijs. Balthazar Gijzen, 2015
“Ik heb mijn kind dit jaar enorm zien groeien, ik ben blij dat haar deze kans is geboden”. Ouder van een Kopklasleerling
Inleiding In dit document wordt een beschrijving gegeven van de kopklas in Meppel. Het heeft als doel weer te geven wat de kracht van de kopklas is. De kopklas is een goed instrument binnen het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid. Met name in het kader van het ondersteunen van de schoolloopbaan kan de kopklas resulteren in een groter aandeel allochtone leerlingen in het havo en vwo. Daarnaast staan in het actieplan de acties die moeten worden ondernomen om het succes van de kopklas te blijven continueren.
2
Inhoudsopgave Inleiding Waarom een kopklas? De doelgroep De doelstelling De resultaten De toelating Aantal leerlingen in de kopklas Lesprogramma Huisvesting Samenwerking Bekostiging Toezicht Aanpak Werving Inspectie en onderwijsachterstandenbeleid Onderwijsprogramma gespecificeerd Taal Rekenen Wereldoriëntatie en kennis van de wereld. Overige vakken Leerlingvolgsysteem Contact met ouders Actieplan kopklas Meppel Bronnen:
2 4 4 4 5 5 5 5 6 6 7 7 7 7 8 9 9 10 10 10 10 11 12 13
3
“Je moet hard werken in de kopklas. Gelukkig raak je daar snel aan gewend.” Mohammed, Oud-leerling.
Waarom een kopklas? Allochtone leerlingen zijn nog steeds ondervertegenwoordigd in het havo en het vwo (Vaessen & Hoogeveen, 2003). Zij starten vaak al met een taalachterstand in het basisonderwijs en vaak lukt het niet om deze achterstand ten opzichte van autochtone leerlingen weg te werken. Ook de leerlingen die op latere leeftijd in Nederland zijn gekomen en daardoor onvoldoende Nederlands hebben geleerd om door te kunnen stromen naar het havo of het vwo. Deze leerlingen hebben wel de capaciteiten om deze vormen van voortgezet onderwijs aan te kunnen, maar voor hen vormt de Nederlandse taal een struikelblok. Daarnaast bestaat er nog een groep autochtone en allochtone kinderen die vanwege de grote taalachterstand onder hun niveau presteren en bij wie het de verwachting is dat ze na een intensieve taaltraining in staat zijn om het reguliere onderwijs met (meer) succes te vervolgen.
De doelgroep De Kopklas is bedoeld voor leerlingen, die bij aanvang niet ouder zijn dan 13 jaar, die door omstandigheden een grote taalachterstand hebben opgelopen in hun Nederlandse taalontwikkeling, bij wie de verwachting is dat zij na een jaar intensief taalonderwijs het vervolgonderwijs met meer succes kunnen vervolgen.
De doelstelling Het doel van de kopklas is het verkleinen van de taalachterstand van de doelgroepleerlingen, zodat zij aan het eind van het kopklasjaar de Nederlandse taal op een zodanig niveau beheersen, dat doorstroming naar het type vervolgonderwijs, dat past bij hun intellectuele mogelijkheden mogelijk is.
4
“Ik kan nu naar een hoger niveau omdat ik beter ben geworden in het Nederlands. Daar ben ik super blij om.” Arthur, leerling.
De resultaten Uit onderzoek (Mulder,2012) naar de landelijke kopklassen blijkt dat de kopklas de investering van 1 jaar extra waard is geweest. Na de kopklas gaan de leerlingen naar hogere schooltypen, stromen ze minder af en/of blijven ze minder zitten dan kinderen met een vergelijkbare sociaal‐etnische achtergrond en een vergelijkbare score op de Cito Eindtoets die géén kopklas hebben gevolgd.
De toelating De leerkracht van groep 8 speelt een sleutelrol in het proces van aanmelding voor toelating tot de kopklas. Deze bepaalt of een leerling gebaat is bij een jaar kopklas. Uitslagen van toetsen worden in de beslissing meegewogen. Idealiter dient een instrument bij leerlingen afgenomen te worden waarbij de taalvaardigheid zo min mogelijk meespeelt en waaruit blijkt dat de leerling de cognitieve mogelijkheden heeft om een hoger niveau te volgen dan blijkt uit de CITO‐toets.
Aantal leerlingen in de kopklas Idealiter zitten er tussen de 10 en 15 leerlingen in de kopklas. Het minimum is 6 leerlingen.
Lesprogramma Het belangrijkste vak in de kopklas is de Nederlandse taal, waarbij het zwaartepunt ligt op de woordenschat en het begrijpend lezen. Spelling, grammatica en technisch lezen krijgen eveneens veel aandacht. Daarnaast krijgen de leerlingen rekenen, Engels, wereldoriëntatie, techniek en bewegingsonderwijs. Deze laatste vakken worden alleen zodanig onderwezen dat het eindniveau van groep 8 in stand wordt gehouden. Binnen het lesprogramma worden de volgende uitgangspunten in acht genomen: Er moet zo min mogelijk sprake zijn van een dubbeling van het programma dat leerlingen daarvoor hebben
5
“Als ik niet naar de kopklas was gegaan dan zat ik nu in een VMBOBasis klas,” Kyrillous, leerling.
gehad. Echter, herhaling van essentiële leerstof is wel noodzakelijk. Tevens is er een goede mix tussen zelfstandig en groepsgewijs werken waarbij 70 tot 80 % van de lestijd wordt gewerkt aan taaldoelen.
Huisvesting De kopklas valt administratief onder OBS de Woldstroom maar is gehuisvest in het gebouw van Stad & Esch. Voor leerlingen en ouders is het belangrijk dat ook zij, net als alle klasgenoten aan het einde van groep acht naar een andere school gaan. Bovendien kunnen leerlingen op deze manier alvast wennen aan de sfeer en gang van zaken in het voortgezet onderwijs en hebben ze niet het idee dat ze zijn blijven zitten (Vaessen & Hoogeveen, 2003).
Samenwerking De kopklas behoort bij het basisonderwijs (een 9e jaar), maar samenwerking met het voortgezet onderwijs wordt erg belangrijk gevonden. Een goede samenwerking moet leiden tot een soepele overgang voor de leerlingen van de kopklas naar het voortgezet onderwijs. De kopklas werkt nauw samen met Stad & Esch. De volgende vakken worden door de leerlingen van de Kopkas gevolgd: •
Bewegingsonderwijs 3 lesuren per week
•
Engels 2 lesuren per week
•
Techniek 2 lesuren per week
De leerlingen van de kopklas nemen deel aan (brugklas)activiteiten zoals schoolfeesten en sportdagen. Bij het uitvallen van een les gegeven door een leerkracht van Stad & Esch, krijgen de leerlingen les in de kopklas.
6
“Ik moest eerst wel wennen aan een klas met alleen maar buitenlandse kinderen. Ik heb wel een leuk jaar gehad ” Lois, leerling.
Bekostiging De Kopklas wordt bekostigd middels subsidie van de gemeente Meppel. Ieder jaar dient er een subsidie aanvraag te worden gedaan.
Toezicht De Kopklas staat onder toezicht van de directie van OBS de Woldstroom. Daarnaast wordt de leerkracht van de kopklas ondersteund door de IB‐er van OBS de Woldstroom.
Aanpak Doordat de kopklas uit een heterogene groep leerlingen bestaat, krijgen de kopklas leerlingen een individuele aanpak op de terreinen waar dit vereist is. De lessen woordenschat en begrijpend lezen worden klassikaal gegeven. Door de interactie breiden de leerlingen hun woordenschat uit en het praten over de leestekst en samen de vragen daarover bespreken, is van groot belang voor het begrip van tekst. Daarentegen is een meer individuele aanpak gewenst voor vakgebieden als technisch lezen, uitspraak, spelling en rekenen, omdat er wat deze leergebieden betreft ook grote verschillen tussen leerlingen zijn (Vaessen & Hoogeveen, 2003).
Werving Het succes van de kopklas staat of valt met de bekendheid ervan onder de basisscholen in het algemeen en de leerkrachten van groep 8 in het bijzonder. In het kader van de gelijkheid van kansen is het belangrijk dat alle basisscholen in de gemeente op de hoogte worden gesteld, dus niet enkel de openbare basisscholen. Potentiële leerlingen van de kopklas zijn immers op alle scholen te vinden. Daarnaast moet ook bewust aandacht worden bestaan aan goede informatievoorziening onder ouders en migrantenorganisaties.
7
“Ik vind het jammer dat ik wegga, ik heb een heel leuk jaar gehad met mijn leraar.” Ahmed, leerling
De informatievoorziening aan basisscholen dient tijdig plaats te vinden en qua tijdsplanning afgestemd te worden op de reguliere procedure voor de overgang van primair naar voortgezet onderwijs. Alleen op deze wijze kan het advies voor de kopklas meegenomen worden in de algemene advisering voor alle groep 8‐leerlingen (Vaessen & Hoogeveen, 2003). Tips voor werving (van der Mee, 2008): •
Begin vroeg in het schooljaar, bijvoorbeeld in oktober.
•
Informeer ouders over de mogelijkheid.
•
Ook het voortgezet onderwijs moet goed geïnformeerd worden, opdat het de kopklas niet als concurrent gaat zien.
Inspectie en onderwijsachterstandenbeleid Over de rol van de inspectie bij het opstarten van de kopklas is nooit goed nagedacht. Ook voor de inspectie zelf is haar rol onduidelijk, hier valt nog het een en ander te winnen. Op het gebied van onderwijsachterstandenbeleid is het opvallend dat er een geringe mate van continuïteit is. Positief is echter wel dat het ministerie van onderwijs de laatste jaren meer onderzoek laat doen naar het effect van onderwijsachterstandenbeleid. Hopelijk komt dit de continuïteit van de kopklas ten goede. (van der Bijl, 2010)
8
“Ik heb meer zelfvertrouwen gekregen.” Lois, leerling.
Onderwijsprogramma gespecificeerd
Taal Woordenschat en woordleerstrategieën
Accent op het aanleren van schooltaalwoorden (of schrijftaal), waar nodig op uitbreiding woorden uit de dagelijks taalgebruik (met name bij neveninstromers) en aanleren strategie om betekenis uit context te halen.
Begrijpend en studerend lezen Accent op het gebruik van strategieën om tekst goed te begrijpen ( bijv. leesdoel bepalen, voorspellen, controleren, samenvatten) Accent op leren onderscheiden soorten (studie)teksten en schematiseren
Spelling
Accent op spelling onveranderlijke woorden en werkwoordspelling in met name individuele aanpak.
Technisch Lezen
Doel is het lezen van teksten op het hoogste niveau van technische leesvaardigheid.
Ontleden
Doel is zinnen kunnen ontleden op het niveau eind groep 8.
Leespromotie
Stimuleren lezen boeken vanwege onder andere vergroten leesvaardigheid, uitbreiden woordenschat en vergroten kennis van de wereld.
Uitspraak, spreek‐ en luistervaardigheid
Zowel individueel als groepsgewijs oefenen.
Stellen en toepassing van taal
Stimuleren door middel van onder andere boekverslagen, boekbesprekingen, maken van werkstukken en kring‐ leergesprekken.
9
“Ik heb vrienden gemaakt in mijn gymklas.” Ioli, leerling
Rekenen Rekenen dient zoveel mogelijk op het eigen niveau van de leerling gegeven te worden. Einddoel is het niveau aan het einde van groep 8.
Wereldoriëntatie en kennis van de wereld. Doel is het op niveau houden van de basiskennis die aan het einde van de basisschool is vereist. Het gaat vooral om het herhalen en zonodig aanleren van de vaktaal met behulp van informatieve teksten. Binnen dit onderdeel is het ook van belang regelmatig stil te staan bij de actualiteit.
Overige vakken Hierbij gaat het bijvoorbeeld om Engels, gymnastiek en techniek.
Leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem in de kopklas heeft een tweeledig doel. Ten eerste het bepalen van het bereikte onderwijsniveau van de leerling aan het begin van de kopklasperiode. Dit met het oog op het volgen van het juiste programma daarna. En ten tweede het bepalen van het beginniveau van de groep leerlingen met het oog op het meten van de effecten van het kopklasjaar. Bij de eerste doelstelling is het van belang (diagnostische) gegevens te verzamelen over technisch lezen, spelling, uitspraak, spreek‐ en schrijfvaardigheid en rekenen. Het niveau in technisch lezen dient bij de start te worden gemeten en zonodig herhaald rond januari. Gekeken moet worden naar leessnelheid en nauwkeurigheid. Bij spelling is het van belang dat vroegtijdig wordt gediagnosticeerd welke spellingcategorieën op welk niveau voor de leerling moeilijkheden opleveren, zodat daarop gericht kan worden geoefend. Wat betreft de spelling van de onveranderlijke woorden moet ernaar worden gestreefd dat het niveau aan het einde van groep 8 in januari is bereikt. Voor de 10
“De kopklas biedt een specifieke doelgroep een enorme kans!” Balthazar, leerkracht.
werkwoordspelling is dat aan het einde van het kopklasjaar. Met name neveninstromers kunnen uitspraakproblemen hebben. Signalering daarvan is van belang voor een gerichte individuele aanpak. Ditzelfde geldt voor spreekvaardigheid. Grammaticale problemen op de terreinen woordbouw en zinsbouw kunnen leiden tot gebrekkig mondeling en schriftelijk taalgebruik. Noodzakelijk is een analyse van mondeling en schriftelijk taalgebruik aan het begin van het kopklasjaar. Wat betreft rekenen is een diagnosticering van belang om te onderzoeken met welke onderdelen van rekenen leerlingen p roblemen hebben zodat een gerichte individuele aanpak mogelijk is. Om in het kader van de tweede doelstelling van het leerlingvolgsysteem het niveau van de klas te bepalen is het van belang signaleringstoetsen af te nemen aan het begin en aan het einde van de kopklasperiode. Dit geldt voor woordenschat en begrijpend lezen, de gebieden waar in het kopklasjaar prioriteit aan wordt gegeven. Indien rond februari de Cito‐eindtoets wordt afgenomen kunnen de resultaten hiervan ook worden gezien in het licht van de effectmeting van het kopklasjaar (Vaessen & Hoogeveen, 2003).
Contact met ouders De betrokkenheid van ouders bij de kopklas is in zijn algemeenheid relatief groot. Ouders moeten immers expliciet instemmen met de deelname van hun kind aan de kopklas, wat automatisch betekent dat zij kiezen voor een jaar extra in de schoolloopbaan van hun kind. Dit alles vanuit de overtuiging dat de kopklas uiteindelijk de schoolcarrière van hun kind ten goede zal komen. Een intakegesprek met ouders kan de motivatie duidelijker in beeld brengen. Daarnaast vinden er 4 keer per jaar 10‐minuten gesprekken plaats. De betrokkenheid en motivatie van ouders is belangrijk voor het uiteindelijke succes van de kopklas voor de betreffende leerling (Vaessen & Hoogeveen, 2003)
11
“Elke dag kijken en praten we over het nieuws. Ik weet meer dan mijn moeder.” Jacob, leerling
Actieplan kopklas Meppel Om het succes van de kopklas te continueren is het noodzakelijk dat er binnen de gemeente Meppel meer rugbaarheid wordt gegeven aan het bestaan van de kopklas. Dat kan bewerkstelligd worden door: • Benaderen leerkrachten groep 8 van alle basisscholen (incl. christelijk onderwijs). • Benaderen directie van alle basisscholen in Meppel. • Banaderen van de middelbare scholen in Meppel. • Benaderen van GGZ instellingen. (Geestelijke gezondheid zorg) • Banaderen CJG (Centrum Jeugd en Gezin) • Benaderen COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) • Benaderen VWN (Vluchtelingenwerk Nederland) • Benaderen Stichting Nidos • Benaderen Gemeenten ((beleidsmedewerkers))binnen een straal van 25 kilometer rondom Meppel) • Benaderen Medewerkers gemeenten die in aanraking komen met Neven‐ onderinstromers • Benaderen RVC ( regionale verwijzings commissie)
12
Bronnen: Vaessen, K & Hoogeveen, K. (2003) De kracht van de kopklas, het bestrijden en voorkomen van onderwijsachterstanden. Utrecht: Sardes Mee, G. van der (2008) De succesformule van de kopklas. Het onderwijsblad nr 16, 20 september 2008 Bijl, P. van der (2010) Schakelklassen: ongevraagd, wel succesvol Didactief nr5/mei 2010 Mulder, L. & Hoeven, A. van der (2007) De opbrengsten van de pilot‐schakelklassen. Nijmegen/Amsterdam: SCO‐Kohnstamm Instituut
13