Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002
Het is de taak van het NIVRA een baken te zijn voor het beroep
Inhoudsopgave
Piet Hoogendoorn
3
voorzitter Koninklijk NIVRA
Gert Smit
7
algemeen-directeur Koninklijk NIVRA
Verslag van activiteiten
11
Kerncijfers beroepsorganisatie
21
Verkorte jaarrekening
22
Piet Hoogendoorn, voorzitter Koninklijk NIVRA
Controlerend accountant moet meer oog hebben voor integriteit management Een onafhankelijke externe toezichthouder met tanden, zoals de Autoriteit Financiële Markten, kan voor het NIVRA niet snel genoeg komen. De beroepsorganisatie zorgt zelf voor onafhankelijkheidsregels en verscherpte collegiale toetsing. “En je zou je voor kunnen stellen dat de controlerend accountant meer aandacht besteedt aan de integriteit van het management van een onderneming”, zegt NIVRA-voorzitter Piet Hoogendoorn. Voor het accountantsberoep stond het afgelopen boekjaar in het teken van de grote financiële schandalen en de vraagtekens die tijdens de parlementaire enquête bouwnijverheid rezen over de rol van de accountant. Piet Hoogendoorn: “De laatste jaren is het werk van de accountant diepgaand ter discussie komen te staan. Men is er lange tijd van uitgegaan dat de accountant goed werk levert, maar Enron en WorldCom brachten een hele discussie over het accountantsberoep op gang. Waar ging het bij deze schandalen over? Over jaarverslaggeving, de ethiek van het (top)management, over corporate governance. Maar bij de rol van de accountant in dit geheel zijn absoluut ook vragen te stellen. Het lijkt soms dat de accountants nog het meest in de schijnwerpers zijn gekomen. Wie had ooit verwacht dat een wereldwijde accountantsorganisatie geheel van de kaart zou verdwijnen? In Nederland is lang gezegd: schandalen gebeuren in de Verenigde Staten, kan het hier ook gebeuren? Nadat ook hier het beursklimaat verslechterde en de koersen daalden en ook in ondernemingsland enkele cases ontstonden, zijn in de loop van het afgelopen boekjaar vragen naar boven gekomen over de rol van de accountant. De gevoelens die onderhuids leefden, kregen het meest nadrukkelijk vorm in de parlementaire enquête bouwnijverheid.” Parlementaire enquête “De openbare verhoren van de parlementaire enquête zijn een soort tv-journalistiek waaraan accountants in Nederland helemaal niet gewend zijn. Accountants zijn opgevoed met geheimhouding en met het idee dat je alleen over je cliënten
spreekt als je van die geheimhouding bent ontslagen. In de enquête hebben de accountants mede daardoor niet helemaal duidelijk kunnen maken wat het maatschappelijk verkeer nu eigenlijk van hen kan verwachten. De enquête heeft ook de vraag opgeworpen hoe het nu eigenlijk zit met de accountantscontrole als de integriteit van het management ter discussie staat. Kun je dan als accountant nog wel een rol vervullen? Moet een accountant bij de controle niet meer aandacht besteden aan de integriteit van het management bij een onderneming? Ik zou mij kunnen voorstellen dat normering op dit punt binnen de onderneming een grotere rol gaat spelen bij de controle. Dat de controlerend accountant kijkt of de onderneming een stelsel heeft voor de handhaving van normen en waarden. Waar staat de onderneming voor? Worden die regels nageleefd? Zitten de normen en waarden in de haarvaten van de onderneming en is het een onderdeel van het managementproces? De enquête heeft verder duidelijk gemaakt dat je als accountant in de huidige controleaanpak moeilijk je werk kan doen als de onderneming niet de juiste informatie verstrekt. Bovendien moet je je afvragen: wat kunnen wij nu leren van de dingen die mogelijk verkeerd geweest zijn? Om die reden heeft het NIVRA een onderzoek ingesteld naar de rol van de accountant bij fraude en naar de werking van de frauderichtlijn, die accountants voorschrijft fraude te melden als het management de voorgelegde onregelmatigheden niet herstelt. Dit onderzoek is begin volgend jaar gereed, omdat wij de bevindingen uit het rapport van de parlementaire enquêtecommissie bouwnijverheid daarin willen verwerken. Door de enquête is ook de aloude verwachtingskloof weer in de schijnwerpers komen te staan. Veel mensen gaan er nog van uit dat er geen overtreding van wettelijke regels voorkomt in ondernemingen waar een accountant over de vloer komt. Kortom, er blijft huiswerk. Als beroep moeten we de geleerde lessen uit de ontwikkelingen van het afgelopen jaar integreren in ons werk en blijft er een grote taak op het gebied van communicatie met de buitenwereld over de functie en reikwijdte van accountantswerkzaamheden.”
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 3
Forensische accountants In de parlementaire enquête, en al eerder in de zaak-Peper, is de forensisch accountant veelvuldig ter sprake gekomen. Ook hier heerst onbegrip over de rol van de accountant. “De forensisch accountant is nog te veel een black box voor het maatschappelijk verkeer. Is hij nu een gespecialiseerde accountant? Of is het een speurneus die optreedt in het verlengde van de recherche? Volgens het NIVRA het eerste. Maar wij moeten veel beter duidelijk maken wat de forensisch accountant wel en niet doet, wat zijn technieken en methoden zijn, hoe het zit met zijn onafhankelijkheid en rol ten opzichte van een opdrachtgever en hoe hij omgaat met de belanghebbenden en het principe van hoor en wederhoor. Het is ook de vraag of het begrip ‘forensisch’ de lading nog wel dekt. Forensisch betekent immers ‘gerechtelijk’, terwijl de forensisch accountant lang niet altijd voor justitie werkt. Het NIVRA-bestuur is bezig de black box te openen voor de buitenwereld. Ik verwacht dat wij begin volgend jaar met een stuk komen waarin staat wat je van een forensisch accountant mag verwachten en op welke manier hij zijn opdrachten vervult.” Onafhankelijkheidsregels en accountantswetgeving De winst van de affaires en de parlementaire enquête is volgens Hoogendoorn dat de discussie over corporate governance is opgebloeid. In de Aanbeveling van de Europese Commissie over de onafhankelijkheid van de met wettelijke controle belaste accountant in de Europese Unie staat onder meer dat het Audit Committee, een selectie uit het toezichthoudend orgaan van de onderneming, de accountant moet benoemen en dat de controlerend accountant rapporteert aan dit orgaan. De ondernemingsleiding moet de accountant informatie verschaffen en wanneer hij dat niet goed doet, moet de accountant zich wenden tot het Audit Committee. De Aanbeveling bepaalt verder bijvoorbeeld dat de verantwoordelijkheden voor de controle en overige dienstverlening door een accountantskantoor moeten worden gescheiden om mogelijke belangenver-
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 4
strengeling te voorkomen. Bovendien moet de vennoot van het accountantskantoor die verantwoordelijk is voor de controle van de desbetreffende cliënt na zeven jaar plaatsmaken voor een kantoorgenoot. In tegenstelling tot Europese richtlijnen zijn de bepalingen van de Aanbeveling niet bindend. Het NIVRA en de beroepsorganisatie van Accountants-Administratieconsulenten, de NOvAA, hebben kort na de publicatie van de Aanbeveling besloten de bepalingen per 1 januari 2003 om te zetten in dwingende voorschriften voor de Nederlandse accountants. “De regels versterken de corporate governance in de onderneming en de positie van de controlerend accountant. Er is meer evenwicht tussen het toezicht en het management. Dat is de winst die wij dankzij de discussies boeken. Maar wat ons bij de affaires ook parten speelt, is dat het jaarrekeningenrecht niet in alle landen hetzelfde is. Daardoor lijken er grote verschillen te bestaan in de resultaten. Het is daarom goed dat in de EU in 2005 International Accounting Standards worden ingevoerd. Het is de vraag of accountants in de Verenigde Staten deze verslaggevingsnormen ook zullen gaan hanteren. Zij vinden hun US GAAP, hun algemeen aanvaarde verslaggevingsprincipes, de beste regels ter wereld. Die regels vormen samen een dik kookboek. Het gevaar van zoveel gedetailleerde regels is echter dat accountants niet meer nadenken of er uiteindelijk een getrouw beeld ontstaat, maar zich teveel richten op de gedetailleerde regelgeving zelf.” Ook de Nederlandse wetgever moet niet te veel willen regelen, vindt Hoogendoorn. “Aan het begin van de jaren negentig is besloten de accountantswetgeving na zes jaar te evalueren. In het najaar van 2000 kwam organisatieadviesbureau Berenschot met het evaluatierapport. Daaruit bleek dat er eigenlijk niet zo veel aan de hand is en dat er maar een paar dingen moeten worden verbeterd, bijvoorbeeld het invoeren van onafhankelijk extern toezicht. Die aanbeveling is overigens mede in het rapport opgenomen omdat wij daar als NIVRA al voor pleiten in onze beleidsnota ‘Kwaliteit en Transparantie’. Wij zijn voor een onafhankelijke externe toezichthouder met
tanden, die op eigen initiatief onderzoeken kan instellen. Dat is dus iets anders dan een externe toezichthouder die door de beroepsorganisatie is opgericht en waarvan ook de leden door de beroepsorganisatie zijn benoemd. Het NIVRA heeft er bij de minister van Economische Zaken op aangedrongen te zorgen voor snelle invoering van extern toezicht en steun te geven aan onze onafhankelijkheidsregels. De EU heeft al regels opgesteld in de Aanbeveling over de onafhankelijkheid en ook de Verenigde Staten heeft onlangs nieuwe onafhankelijkheidsregels uitgevaardigd. Als ieder Europees land nu eigen regels gaat invoeren, die weer afwijken van de aanbeveling van de EU, ontstaan er grote verschillen. Dan heeft de EU vervolgens minstens vier jaar nodig om die verschillen te harmoniseren. De Amerikaanse wetgever kan – zo blijkt – veel sneller werken, zodat Europa het risico loopt te worden overruled door de Verenigde Staten. Daarom is eenheid van regelgeving in Europa zo belangrijk. Accountantscontroles zijn in toenemende mate een internationaal product. En de wetgever moet zorgen voor helderheid. Als publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie kan het NIVRA betrekkelijk snel verordeningen uitvaardigen voor alle accountants. Om slagvaardig te kunnen optreden, willen wij graag dat de overheid ons als publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie blijft gebruiken.” Collegiale toetsing Het NIVRA heeft sinds 1997 een stelsel van collegiale toetsing. De collegiale toetsing komt erop neer dat een delegatie van onafhankelijke registeraccountants periodiek alle accountantskantoren bezoekt en beziet of de kantoororganisatie voldoet aan alle kwaliteitsnormen. Tot nu toe kunnen accountantskantoren door een delegatie van beide beroepsorganisaties worden bezocht wanneer er zowel RA’s als AA’s werken. Het NIVRA en de NOvAA werken nu samen aan erkenning van elkaars toetsingssysteem om doublures te voorkomen. Van 1997 tot 2001 zijn bijna alle accountantskantoren collegiaal getoetst door het NIVRA, voorzover zij tenminste niet zijn aangesloten bij de koepelorganisatie Samenwerkende Register-
accountants en Accountants-Administratieconsulenten die onder supervisie van het NIVRA toeziet op de kwaliteitsbeheersing bij haar leden. Bij meer dan de helft van de kantoren die de toetsers van het NIVRA bezochten, voldoet het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing niet aan de eisen, terwijl dat stelsel bij een derde van de kantoren vatbaar is voor verbetering. “De problemen zitten vooral bij de kleine accountantskantoren. Een neveneffect van de collegiale toetsing is nogal eens dat accountants die niet aan de norm voldoen, besluiten te stoppen, hun praktijk af te bouwen tot een minimum, of te verkopen, dan wel te fuseren met een ander kantoor, of zich aan te sluiten bij bijvoorbeeld de SRA. Voor kleine kantoren hebben wij de Cursus Kwaliteitsverbetering ontwikkeld en, in samenwerking met de SRA, het Handboek voor de kleine accountantspraktijk. De kantoren die niet aan de eisen voldoen, worden geholpen en krijgen een hertoetsing. Als het dan nog niet in orde is kan het College Collegiale Toetsing aan het NIVRA-bestuur vragen de zaak aan te kaarten bij de tuchtrechter. Dat duurt echter allemaal te lang. Als een accountant herhaaldelijk niet voldoet aan de kwaliteitseisen van zijn eigen beroepsorganisatie moet je meteen kunnen ingrijpen en bijvoorbeeld een boete kunnen opleggen of hem – in ernstige gevallen – schrappen uit het accountantsregister. De huidige wettelijke regeling biedt ons daar echter geen ruimte voor. Dit is een van de aandachtspunten in het overleg met Economische Zaken bij de totstandkoming van de nieuwe accountantswetgeving.” De collegiale toetsing blijft beperkt tot onderzoek naar de kwaliteitsbeheersingssystemen. Er wordt niet gekeken hoe een accountant met een bepaalde cliënt omgaat. Zou het, als wij nu kijken naar de affaires en het gedeukte vertrouwen in de accountant, geen aanbeveling verdienen om ook de dossiers door externe onderzoekers te laten bekijken? “Collegiale toetsing is geen garantie dat er niets misgaat. Het College Collegiale Toetsing zou in de toekomst kunnen rapporteren aan de externe toezichthouder. En die toezichthouder krijgt van de wetgever waarschijnlijk wel de bevoegdheid om dossiers te onderzoeken.”
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 5
Gert Smit, algemeen-directeur Koninklijk NIVRA
Meer aandacht voor de wereld achter de cijfers 538, 911, 3510... achter deze cijfers gaat niet alleen de wereld van de accountant schuil, maar ook de samenwerking van het NIVRA met de NOvAA, die in de loop van het afgelopen boekjaar opbloeide. Er zit meer achter de magische cijfercombinaties 538 en 3510, zo maken NIVRA en NOvAA in reclamespots en met posters duidelijk. Scholieren weten dat deze getallen staan voor een populaire radiozender respectievelijk een zeer gewild type mobiele telefoon. Net zoals accountants weten wat er allemaal schuil kan gaan achter cijfers. De reclamespots en posters maken deel uit van de arbeidsmarktcampagne waarmee NIVRA en NOvAA de interesse van de jeugd voor het accountantsberoep proberen te wekken. Het is niet het enige project dat NIVRA en NOvAA samen doen. Gert Smit: “Begin 2002 hebben het NIVRA en de NOvAA een convenant gesloten. Daarin is met name afgesproken dat wij gezamenlijk gesprekken voeren met de vertegenwoordigers van politieke partijen en met het ministerie van Economische Zaken over de evaluatie van de accountantswetgeving. Dat hebben wij ook gedaan en veel meer dan dat. Wij hebben samengewerkt aan de nieuwe onafhankelijkheidsregels, die met ingang van 2003 verplicht zijn voor alle accountants. In juni heeft de NOvAA een studiemiddag georganiseerd over de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties, waar ook registeraccountants welkom waren. De studiemiddag is druk bezocht en er waren evenveel RA’s als AA’s. In augustus 2002 hebben wij een gezamenlijke nieuwsbrief uitgegeven voor externe relaties. Verder hebben wij waarnemers bij elkaars vaktechnische commissies en werken wij samen aan de herziening van de gedrags- en beroepsregels, die op internationale leest worden geschoeid. Ook werken wij aan de erkenning van elkaars systemen van collegiale toetsing, zodat accountantskantoren niet toetsers van beide beroepsorganisaties over de vloer krijgen. Verder werken wij samen aan de nieuwe editie van de bundel controlerichtlijnen, de zogenoemde RAC-bundel. Dat de NOvAA meedoet aan
die bundel is goed voor de ontwikkeling van het totale accountantsberoep. Het NIVRA en de NOvAA blijven echter twee verschillende organisaties met een verschillende cultuur. We kunnen dus niet alles samen doen en zullen het ook niet altijd met elkaar eens kunnen zijn.” Communicatie In het jaarverslag 2000-2001 zei de toenmalige algemeen-directeur Ab Mik dat het doel van ‘transparanter, eigentijdser en meer interactieve communicatie’ ondanks grote stappen vooruit nog niet helemaal was bereikt. In het afgelopen boekjaar is er op vele fronten vooruitgang geboekt, zij het dat op enkele punten wellicht nog verbetering mogelijk is. “Wij zijn op 1 september 2001 begonnen met ‘de Accountant’-nieuwe stijl. De bedoeling was het blad toegankelijker en journalistieker te maken door meer korte artikelen te plaatsen, afwisselende journalistieke stijlen te hanteren en de lange vaktechnische artikelen voortaan te publiceren op de website in plaats van in ‘de Accountant’. In februari hebben wij het gebruik van en de waardering voor ‘de Accountant‘ laten onderzoeken bij 431 accountants en financieel managers die lid zijn van het NIVRA. Praktisch alle abonnees lezen het blad en de restyling wordt op alle fronten positief gewaardeerd, waarbij de vormgeving eruit springt. In ‘de Accountant’ krijgt de cursusinformatie uit VERA Actueel een aparte plaats. Wij informeren de leden over vaktechnische cursussen door de cursuswijzer van de VERA mee te sturen met ‘de Accountant’. Verder proberen wij samen met de VERA de website te gaan gebruiken voor e-learning. Hoewel de website nog in ontwikkeling is, hebben de leden ook hiervoor veel waardering. Sinds september 2001 is het aantal bezoeken gestegen van 13.000 tot 29.000 per maand. Vrijwel alle publicaties van het NIVRA zijn nu gratis via het internet te krijgen. Ook publiceren wij zo veel mogelijk interessante informatie uit andere bronnen op de website. Dat zijn berichten uit verschillende dagbladen, maar ook de complete inhoud van vakartikelen, waarvan de samenvatting
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 7
bijvoorbeeld in ‘de Accountant’ heeft gestaan, met links naar relevante brondocumenten. Sinds de zomer van 2002 hebben wij een e-zine, waarmee wij ruim 1.600 abonnees informeren over nieuwe ontwikkelingen in het accountantsberoep. Via de hyperlinks in het e-zine kunnen de abonnees met een muisklik naar de nieuwe informatie die wij op de website hebben gezet. Ook de eerste reacties op het e-zine zijn positief. Goede communicatie met de leden is ook belangrijk om hen meer te betrekken bij de besluitvorming. De Ledenvergadering is het hoogste orgaan van het NIVRA en daar worden vaak belangrijke besluiten genomen. Maar van de 13.000 leden komen er doorgaans niet meer dan 150 naar een vergadering. Daarom hebben wij besloten de Ledenvergadering te combineren met de Accountantsdag. In 2001 is een bijzondere Ledenvergadering gecombineerd met de Accountantsdag die over ICT ging en dit heeft een positieve invloed gehad op het bezoekersaantal. Daarom is besloten om ook de reguliere Ledenvergadering van 2002 te houden in combinatie met de Accountantsdag. Om de betrokkenheid bij de besluitvorming verder te verbeteren, kijken wij ook of het mogelijk is de regels zo aan te passen dat leden meer inbreng kunnen hebben zonder de Ledenvergadering te bezoeken.” In 2002 is gebleken dat de communicatie met het grote publiek aandacht behoeft. “De parlementaire enquête bouwnijverheid heeft duidelijk gemaakt dat wij moeten uitleggen wat men wel en niet van een controlerend accountant mag verwachten. Daarnaast moeten wij namens het beroep een discussie voeren met relevante partijen in het maatschappelijk verkeer over wat de rol van de controlerend accountant moet zijn, want daar wordt nu verschillend over gedacht. Voor de communicatie met externe doelgroepen kent het NIVRA sinds twee jaar de nieuwsbrief RA View. Met deze nieuwsbrief geven wij de overheid, de politiek, aanpalende beroepsorganisaties, stakeholders op de financiële markt en andere relaties in kort bestek inzicht in de actuele ontwikkelingen in het beroep en binnen de beroepsorganisatie.”
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 8
Stroomlijning commissies “Het voortbestaan van onze beroepsorganisatie is voor een groot deel afhankelijk van de enorme inzet van alle vrijwilligers. Als zij voor alles wat zij doen een nota konden sturen, zou de begroting van het NIVRA met € 8 miljoen moeten worden verhoogd. Zij doen hun werk in ongeveer twintig vaktechnische commissies, terwijl een deel van hen het NIVRA vertegenwoordigt in internationale organisaties en commissies. Deze vrijwilligers krijgen ondersteuning van het bureau van het NIVRA, maar zij opereren tamelijk los van elkaar. Het NIVRA wil hun werkzaamheden beter zichtbaar maken en de wisselwerking met andere commissies en met het bestuur bevorderen. Wij werken daarom aan de stroomlijning van de commissiestructuur. Het NIVRA moet verantwoording afleggen aan zijn leden en aan de buitenwereld en het beroep op een positieve manier in het nieuws brengen. Tot nu toe is de enorme inzet van de vrijwilligers één van de grootste geheimen van het NIVRA.”
Verslag van activiteiten
Inleiding Binnen het accountantsberoep zijn nationaal en internationaal verschillende organisaties en organen actief. In Nederland wordt het werk van het NIVRA in vele gevallen uitgevoerd door tal van vaktechnische commissies. Deze commissies bestaan uit NIVRA-leden met een specifieke deskundigheid en brengen gevraagd en ongevraagd advies uit aan het bestuur over vaktechnische vraagstukken. In Europees verband is het accountantsberoep georganiseerd in de Fédération des Experts Comptables Europeéns. De FEE is het platform voor discussies over het beroep op Europees niveau en vormt de belangrijkste gesprekspartner op het gebied van accountancy voor de Europese Commissie. Wereldwijd is het accountantsberoep georganiseerd in de International Federation of Accountants. Doelstelling van IFAC is het ontwikkelen van het beroep en het harmoniseren van de internationale regelgeving. Binnen IFAC wordt internationaal beleid voorbereid met betrekking tot het accountantsberoep. Dit beleid wordt in de regel overgenomen door de aangesloten nationale beroepsorganisaties. Daarnaast is IFAC het platform voor internationale discussies op zowel ethisch als vaktechnisch gebied. Zowel FEE als IFAC kennen verschillende subcommissies, waarin ook het NIVRA participeert.
Nationaal Onafhankelijkheid De Nederlandse beroepsorganisaties van accountants zullen begin 2003 nieuwe regels voor de onafhankelijkheid van accountants invoeren. De in samenwerking met de NOvAA ontworpen regelgeving is in belangrijke mate gebaseerd op een in 2002 door de EU uitgebrachte aanbeveling over onafhankelijkheid. De regels omvatten maatregelen ten aanzien van een breed scala van onafhankelijkheidsaspecten, zoals persoonlijke onafhankelijkheid,
vaststelling van het honorarium, interne roulatie van controlepartners en conflicterende combinaties van controle en overige dienstverlening. Voor controles met een groot publiek belang (public interest entities) zullen striktere regels gelden dan voor overige controleopdrachten. Met het invoeren van deze nieuwe regels worden op een belangrijk punt in de gevoerde maatschappelijke discussie over het fungeren van accountants ingrijpende maatregelen van kracht. Collegiale Toetsing Het College Collegiale Toetsing heeft in de periode april 2001 - april 2002 205 dossiers behandeld, waarvan er 146 tot een oordeel en rapportage over het getoetste kantoor hebben geleid. Het grote aantal kleine kantoren dat sinds de start van de collegiale toetsing niet voldoet aan de eraan te stellen eisen is aanleiding geweest de ondersteuning van de in deze kantoren werkzame RA’s nader te bezien. In overleg met het College heeft de platformcommissie MKB van het NIVRA twee nieuwe kwaliteitsondersteunende producten ontwikkeld: 1. de Cursus Kwaliteitsverbetering van de kleine accountantspraktijk; 2. het Handboek voor de kleine accountantspraktijk. Voorts is een specifiek op kwaliteitsbeheersing gerichte helpdesk geformeerd, die is samengesteld uit door het College geaccrediteerde ervaren toetsers waarop een beroep kan worden gedaan door kantoren die externe deskundigheid zoeken voor de verbetering van hun interne stelsel van kwaliteitsbeheersing. In de toekomst zal deze helpdesk een verplichte rol gaan spelen in het verbetertraject voor kantoren waarvan het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing bij toetsing niet voldoet aan de eisen. Het College heeft veel tijd besteed aan de uitwerking van noodzakelijke aanpassingen van het stelsel van collegiale toetsing op grond van
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 11
de Aanbeveling van de Europese Commissie, het IFAC en de ervaringen uit de praktijk. De toetsing richt zich zowel op vaktechnische aspecten als op de naleving van de beroepsethiek. NIVRA en NOvAA werken samen aan de erkenning van elkaars toetsingssysteem (accreditatieregeling), om te voorkomen dat gemengde RA- en AA-praktijken dubbel worden getoetst. MKB Om de bekendheid met de producten en diensten van de platformcommissie MKB onder leden te vergroten is een folder verspreid, waarin de producten en diensten zijn opgenomen. In het boekjaar is de nadruk gelegd op voorlichting over ICT. In samenwerking met het ICT Knowledge Centre van het NIVRA wordt gewerkt aan de totstandkoming van de praktijkhandreiking Veilig Internetten (in het kader van het overheidsproject Surf op Safe). Voorts is er een enquête ontwikkeld, waarmee de waardering voor de bestaande producten en diensten zal worden gemeten en zal worden gevraagd aan welke nieuwe producten en diensten behoefte bestaat. Zesmaal per jaar verschijnt de externe nieuwsbrief MKB RAdar en op de website van het NIVRA wordt veel aandacht besteed aan MKBinformatie. Controlevraagstukken In maart 2002 is de Commissie Controlevraagstukken en -Richtlijnen voor het eerst overgegaan tot een tussentijdse publicatie van de Richtlijnen voor de Accountantscontrole, waarin richtlijn 100 ‘Assurance-opdrachten’ en ontwerprichtlijn 860 ‘de betrokkenheid van de accountant bij inbrengtransacties’ zijn opgenomen. Normaliter worden de Richtlijnen voor de Accountantscontrole om de twee jaar gepubliceerd, maar gezien het belang van deze richtlijnen is voor een tussentijdse publicatie gekozen.
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 12
Richtlijn 100 is een vertaling van ISAE 100 Assurance Engagements en biedt een algemeen kader voor assurance-opdrachten die gericht zijn op het verschaffen van een hoge mate van zekerheid. In een later stadium zal de richtlijn worden uitgebreid met een hoofdstuk dat ingaat op assurance-opdrachten gericht op een beperkte mate van zekerheid. Richtlijn 100 is het antwoord van het accountantsberoep op de groeiende behoefte aan het toevoegen van geloofwaardigheid aan niet-financiële informatie en andere financiële informatie dan de jaarrekening. Voorbeelden zijn: milieu- en maatschappelijke verslaggeving, corporate governancesystemen, naleving van wet- en regelgeving. Ontwerprichtlijn 860 is een specifiek Nederlandse richtlijn en beoogt een praktische handleiding te bieden voor de accountant die te maken krijgt met inbrengtransacties - de transacties waarbij aandelen door een naamloze of besloten vennootschap worden uitgegeven, waarbij op de aandelen wordt gestort anders dan in geld (in natura) - en de in dit kader uit te voeren werkzaamheden en te vervaardigen rapportages. Ook is dit verslagjaar het project Dossiervorming afgerond, waarbij is ingegaan op de vraag wat minimaal in het dossier van de controlerend accountant dient te worden vastgelegd en hoe moet worden omgegaan met de nieuwe normen aangaande elektronische dossiervorming. Het project heeft geleid tot een aanvulling op RAC 230 Dossiervorming (te publiceren in de volgende editie van de Richtlijnen voor de Accountantscontrole). Corporate Governance In het rapport Corporate Governance van de Commissie Peters werden aanbevelingen gedaan aan ondernemers om te komen tot ‘behoorlijk bestuur’, waarbij in enkele van deze aanbevelingen werd ingegaan op het internebeheersingssysteem van een onderneming. Hoe internebeheersingssystemen moeten worden beoordeeld ligt buiten het bereik van het eindrapport van de Commissie Peters.
Het NIVRA heeft daartoe in december 1998 het Analyse- en Beoordelingsinstrument Interne Beheersing ontwikkeld, dat te gebruiken is voor het bepalen van de sterke en zwakke punten van het internebeheersingssysteem. Er bestaat veel interesse voor ABIB, maar nog niet veel bedrijven zijn overgegaan tot implementatie. Daarom is dit verslagjaar gewerkt aan de verdere verbetering van ABIB en is aan de hand van de resultaten van een enquête een handreiking voor implementatie en gebruik van ABIB opgesteld. In het instrument zijn ter illustratie voorbeelden opgenomen en in de handreiking worden ideeën en oplossingen aangedragen om de implementatie van ABIB te vergemakkelijken. Deze documenten zijn inmiddels op de NIVRAsite geplaatst en gratis te downloaden. Maatschappelijke verslaggeving en controle De Commissie Controlevraagstukken en -Richtlijnen heeft dit jaar het project ‘Maatschappelijke verslaggeving en controle’ opgepakt met als doel accountants te informeren over de ontwikkelingen met betrekking tot maatschappelijke verslaggeving en het geven van zekerheid hierover. In het studierapport: ‘Maatschappelijke verslaggeving en assuranceopdrachten’, dat zal worden uitgebracht tijdens de Accountantsdag 2002, wordt ingegaan op de inhoud van de huidige maatschappelijke verslagen, op de problemen die zich voordoen bij het verschaffen van zekerheid hierover en op de vraag in hoeverre de bestaande controlerichtlijnen houvast geven voor accountants en in welke gevallen gebruikgemaakt kan worden van ‘best practice’. Wet Melding Ongebruikelijke Transacties Op korte termijn zal de reikwijdte van de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties en de Wet Identificatie bij Dienstverlening worden aangepast. Hiermee wordt in Nederland uitvoering gegeven aan de EU-richtlijn ter voorkoming van witwaspraktijken. Door de wetswijziging wordt een aantal beroepsgroepen buiten de financiële wereld in enge zin onder deze meldplicht
gebracht waaronder accountants. NIVRA en NOvAA hebben in het afgelopen jaar gezamenlijk en met andere organisaties voor vrijeberoepsbeoefenaren frequent overleg gevoerd met het ministerie van Justitie en met de Raad van State over de inhoud van de wetsvoorstellen. Deze zullen waarschijnlijk begin 2003 van kracht worden. Door het ministerie van Financiën is een brochure in voorbereiding voor alle beroepsgroepen die met de antiwitwaswetgeving te maken krijgen. De brochure is door NIVRA en NOvAA van commentaar voorzien. Daarnaast bereiden NIVRA en NOvAA een begeleidend schrijven voor waarin wordt aangegeven hoe de accountant in de praktijk moet omgaan met de MOT-wetgeving. ICT De Accountantsdag 2001 stond opnieuw in het teken van ICT. De deelnemers hadden naast een plenair programma de keuze uit zes parallelsessies over onder meer de privacyproblematiek, Internet & Assurance, XBRL en ICT & Recht. Er zijn twee praktijkhandreikingen in voorbereiding over het gebruik van e-mail door accountants en hoe in de beroepspraktijk om te gaan met de digitale handtekening. NIVRA en NOREA , organisatie van IT-auditors, hebben overeenstemming bereikt over verdergaande samenwerking met het oog op de ontwikkelingen op het terrein van audit en assurance. Door de toegenomen complexiteit en verwevenheid van organisaties en processen en inzet van ICT is een samenwerking tussen verschillende disciplines vereist. Dit geldt niet alleen voor vragen in het kader van corporate governance (beheersingsvraagstuk), maar ook voor de controle van de jaarrekening van organisaties die gebruikmaken van informatietechnologie. Onder invloed en druk van de markt, overheden en toezichthouders is de ontwikkeling rond
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 13
‘continuous business reporting‘ in een stroomversnelling gekomen. Denk hierbij aan het op periodieke basis verstrekken van (niet-)financiële informatie via internet. EXtensible Business Reporting Language wordt hierbij gebruikt als hulpmiddel om gegevens op eenvoudige wijze langs elektronische weg te selecteren, uit te wisselen, te analyseren en te bewerken. Betrokkenheid van accountants bij deze ontwikkeling is van groot belang vanwege de verantwoordelijkheid als controleur van de jaarrekening en de rol als assurance provider. Het NIVRA heeft in dit kader bijgedragen aan de oprichting van XBRL-Nederland, een samenwerkingsverband van twintig organisaties, gericht op het ondersteunen en coördineren van activiteiten met betrekking tot XBRL in Nederland. Verslaggeving De Commissie Jaarverslaggeving houdt zich in brede zin bezig met jaarverslaggeving in Nederland en daarbuiten. De werkzaamheden vinden in nauw overleg plaats met de Raad voor de Jaarverslaggeving die de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving publiceert. Het NIVRA is een van de participanten in de Raad. In het boekjaar zijn de ontwikkelingen met betrekking tot verslaggeving in een stroomversnelling gekomen met name door de goedkeuring van de Europese richtlijn die beursgenoteerde ondernemingen vanaf 2005 verplicht de International Accounting Standards toe te passen in hun jaarrekening. De Nederlandse overheid heeft een wetsvoorstel ingediend dat de toepassing van IAS voor andere rechtspersonen toestaat, het wetsvoorstel zou het tevens mogelijk maken om de IAS al voor de jaarrekening van 2002 toe te passen. Het is echter afhankelijk van de Kamer-behandeling of dit daadwerkelijk zal gebeuren. Het NIVRA is betrokken bij de vertaling van deze verslaggevingsregels in het Nederlands. Met de invoering van de IAS wordt een verdere stap gezet in de richting van internationale harmonisatie van de verslaggeving. In het boekjaar zijn de publicaties van de International Accounting Standards Board en de
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 14
interpretaties van de IAS beoordeeld en becommentarieerd. Ook het wetsvoorstel voor toepassing van IAS voor Nederlandse rechtspersonen is beoordeeld en becommentarieerd. In het boekjaar zijn verschillende nieuwe ontwerprichtlijnen verschenen, zoals de (ontwerp)richtlijnen over eigen vermogen, het jaarverslag, intercompany-winsten en organisaties zonder winststreven. Het afgelopen jaar is door het NIVRA ‘Het Jaar 2000 verslagen’ uitgegeven, een verslag van het jaarlijks terugkerend onderzoek naar de praktijk van de jaarverslaggeving door Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Financiële instellingen Werkgroep ‘Blauwdruk’ Door de Sectorcommissie Verzekeringsmaatschappijen en Pensioenfondsen, de Sectorcommissie Banken, Beleggings- en Effecteninstellingen en de CCR is de werkgroep ‘Blauwdruk’ opgericht. Deze werkgroep houdt zich bezig met het formuleren van uitgangspunten voor de rol en verantwoordelijkheid van de certificerend accountant in relatie tot het toezicht in de financiële sector. Dit is van belang aangezien de toezichthouders de certificerend accountant een steeds grotere rol opleggen bij de naleving van de toezichtswetten. Dit brengt een aantal complexe vraagstukken met zich mee, maar ook het risico dat in het ‘maatschappelijk verkeer’ onduidelijkheid ontstaat over de rol van de certificerende accountant in de sectoren waarin tevens één of meer toezichthouders een functie vervullen. Banken, Beleggings- en Effecteninstellingen In het boekjaar heeft een evaluatie plaatsgevonden van de Regeling Organisatie en Beheersing die richtlijnen en aanbevelingen geeft voor de organisatie en beheersing van bedrijfsprocessen bij banken vanaf 1 april 2002. Hierbij is gekeken naar de gevolgen voor de werkzaamheden van de externe accountant. Hierover is de Audit Alert ‘Werkzaamheden accountant in het kader van de ROB’ gepubliceerd. In een seminar georganiseerd door De Nederlandsche Bank met
inbreng van de SBBE is ingegaan op de gevolgen voor het bankwezen en de accountant. Het Basle Committee, het Europese centrale overleg tussen toezichthouders op banken, ontwikkelt regelgeving die van invloed kan zijn op de werkzaamheden van de accountant werkzaam in de financiële sector (met name bij banken, beleggingsinstellingen en effecteninstellingen). De SBBE houdt de regelgeving bij en stelt vast wat de gevolgen zijn voor de Nederlandse accountant en stelt de leden hiervan op de hoogte. Indien de externe accountant als compliance officer optreedt ten behoeve van een complianceregeling van een cliënt, dan dient hij of zij aan bepaalde criteria te voldoen om deze opdracht zonder onacceptabele risico’s voor zijn onafhankelijkheid te kunnen uitvoeren. De SBBE heeft geïnventariseerd onder welke omstandigheden het optreden als compliance officer al dan niet geoorloofd is. Daarbij komen onder meer aan de orde: een definitie van compliance, inzicht in wat een accountant in de praktijk aan compliance doet en onder welke voorwaarden een opdracht tot het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden wel of niet kan worden geaccepteerd. De SBBE heeft geregeld beleidsmatig overleg met de desbetreffende externe partijen (De Nederlandsche Bank, Autoriteit Financiële Markten, Euronext en de Nederlandse Vereniging van Banken) om informatie uit te wisselen en invloed uit te oefenen op de besluitvorming. Verzekeringsmaatschappijen en Pensioenfondsen De Ziekenfondsraad wil de rechtmatigheidscontrole bij ziekenfondsen laten uitvoeren door de externe accountant van de ziekenfondsen. Hiervoor zijn vanaf 1998 verschillende pilots uitgevoerd. In 2000-2001 is het conceptprotocol rechtmatigheidsonderzoek verder ontwikkeld. Een discussiepunt is nog de reikwijdte van het onderzoek dat door de accountant moet worden uitgevoerd. De verdere implementatie van het controleprotocol wordt door de Sectorcommissie Verzekeringsmaatschappijen en Pensioenfondsen gevolgd. Door actieve participatie bij de totstandkoming van het protocol is de SVP betrokken bij het eindproduct.
Door de Stichting Uitvoering Omslagregelingen is in 1999 een protocol opgesteld voor de controle van zorgverzekeraars door de externe accountant. Door overleg van de SVP met SUO zijn de jaren 1999 en 2000 als overgangsjaren beschouwd, omdat het niet haalbaar bleek het protocol op tijd in te voeren. Ook daarna is de SVP een sturende rol blijven vervullen in het overleg over het protocol. Door de IASB worden richtlijnen inzake verzekeringscontracten ontwikkeld. De SVP, die door haar voorzitter in de IAS Steering Group is vertegenwoordigd, volgt de ontwikkelingen op de voet en zal hier via het NIVRA op aanhaken. De Pensioen- en Verzekeringskamer heeft vanuit haar toezichthoudende functie de actuariële principes voor verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen aangepast aan marktontwikkelingen. Inmiddels heeft de PVK de ‘Uitgangspuntennotitie voor nieuwe actuariële principes’ en ‘Actuariële en Bedrijfseconomische principes Schadeverzekeringen’ ter consultatie aan het NIVRA verzonden. De actuariële principes voor Levensverzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen zullen nog volgen. Voor het ziektekostenbedrijf gelden bijzondere instructies voor het berekenen van de technische voorziening (Actuariële Voorziening Ziektekosten). Deze instructies zijn in de praktijk zeer moeilijk te hanteren. De PVK zal het gebruik van het formularium evalueren en wellicht aanpassen, en de SVP participeert in het overleg hierover. De SVP heeft geregeld beleidsmatig overleg met alle betrokken externe partijen (Pensioen- en Verzekeringskamer, College voor Zorgverzekeringen, Stichting Uitvoering Omslagregelingen, Verbond van Verzekeraars, Vereniging Bedrijfspensioenfondsen, Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen, ministerie van Financiën en Justitie en het ministerie van Sociale Zaken en Welzijn) om informatie uit te wisselen en invloed uit te oefenen op de besluitvorming.
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 15
Educatie De Commissie Voortgezette Educatie Registeraccountants heeft in het verslagjaar een bijdrage geleverd aan de wijziging van de ‘Nadere Voorschriften inzake Permanente Educatie’. Daarbij is aansluiting gezocht bij de internationale IFAC-richtlijn. Om het belang van permanente educatie voor een goede beroepsuitoefening te benadrukken is in de nieuwe Nadere Voorschriften bijzondere aandacht besteed aan registratie en de controle hierop. De Commissie Beroeps- en Opleidingsprofiel heeft in het verslagjaar haar eindrapport gepresenteerd. Dit rapport dient mede als basis voor de opleidingsinstituten om hun cursusprogramma’s zodanig in te richten dat wordt voldaan aan de eisen zoals opgenomen in het beroepsen opleidingsprofiel. Voor wat betreft de ontwikkelingen in het HBOonderwijs is momenteel de overgang van kennisgericht naar competentiegericht onderwijs een punt van discussie binnen de beroepsorganisatie en met de HBO-Raad. De VERA heeft in het afgelopen boekjaar vele seminars georganiseerd die aansluiten op de ontwikkelingen in het accountantsberoep. Vele kantoren maakten gebruik van inhouse-cursussen (met name de zogenaamde Summercourse) via de VERA. De VERA organiseerde vele congressen, onder andere een fiscaal jubileumcongres ‘De schuivende grens tussen eigen en vreemd vermogen’ en een congres ‘Creative accounting en fraudulent reporting’. Naar aanleiding van laatstgenoemd congres verscheen een boek, daarnaast publiceerde VERA: ‘Dertig over financiële verslaggeving in internationaal perspectief’. Stagebestuur De praktijkstage is in het afgelopen jaar regelmatig onderwerp van discussie geweest. Vanuit de Vereniging van Accountancy Studenten is er kritiek geleverd op de in haar ogen zware stageverplichting. Het stagebestuur is echter gebonden aan wettelijke verplichtingen met
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 16
betrekking tot de inhoud van de stage. In 2003 zal door de VAS opnieuw een enquête worden uitgevoerd onder de studenten. Stichting NIVRA-Nyenrode Het NIVRA heeft haar onderwijstaken met ingang van 1 september 2001 ondergebracht in de Stichting NIVRA-Nyenrode. Via de Raad van Toezicht, waar het NIVRA drie van de vijf vertegenwoordigers levert, houdt het NIVRA de ontwikkelingen in de gaten. Discussies worden gevoerd over de Bachelor-Master-structuur en allerlei operationele zaken. Common content In het Common Content-programma werkt het NIVRA samen met zeven beroepsorganisaties uit Duitsland, Engeland en Wales, Frankrijk, Ierland, Italië en Schotland aan een gezamenlijke basisopleiding voor ‘entry level professional accountants’. Volgens de Europese wetgeving moeten lidstaten wederzijds elkaars diploma’s erkennen. Er zijn echter grote verschillen in de basisopleiding. Door een gemeenschappelijke, internationale basisopleiding te ontwikkelen wordt gepoogd deze verschillen te elimineren. Begin 2003 zal het concept van deze regeling uitkomen. De verschillen in regelgeving op het gebied van onderwijs en examens is een remmende factor in het synchronisatieproces. Overheidsaccountancy In juni 2002 verscheen het rapport ‘Overheid en accountant, samen zeker op weg in de 21e eeuw’ van de Commissie Overheidsaccountancy. In deze toekomstverkenning wordt een beeld geschetst van de overheid in de 21e eeuw en van de functie van de accountant binnen de overheid. Het rapport geeft inzicht in de actuele ontwikkelingen die van invloed zijn op de relatie tussen overheid en accountant. De toekomstverkenning zal worden gebruikt als vertrekpunt voor een brede discussie met desbetreffende doelgroepen over de relatie overheid-accountant. Daarnaast vond een enquête plaats over dit onderwerp onder een brede groep stakeholders, de resultaten van deze enquête zullen gebruikt worden bij de opzet van een congres dat in het voorjaar 2003 zal worden georganiseerd.
Internationaal IFAC Board De Board heeft de oprichting van een Forum of Firms ondersteund, waarin accountantskantoren die internationale opdrachten vervullen zijn verenigd. De Forum of Firms is gericht op de kwaliteitsbevordering van het uitvoeren van deze internationale opdrachten. Leden van de Forum of Firms zullen zich vrijwillig onderwerpen aan internationale peer reviews. In de tweede plaats is veel aandacht gegeven aan de beroering in het beroep in verband met de recente schandalen. De Board heeft een onafhankelijke commissie ingesteld die moet adviseren hoe hiermee moet worden omgegaan. Op korte termijn hoopt de Board een advies te ontvangen. IFAC Public Sector committee In het IFAC Public Sector Committee wordt reeds gedurende een aantal jaren gewerkt aan het ontwikkelen van International Public Sector Accounting Standards. Het project is zo veelomvattend dat het PSC zich alleen met dit project bezighoudt. Grote internationale organisaties als IMF, Worldbank, UNDP en ADB zijn sponsor van het standards project. Inmiddels is in dit project de eerste fase vrijwel afgesloten, waarin 21 standards zijn ontwikkeld voor accrual accounting (baten- en lastenstelsel) en één standard voor cash accounting (kasverplichtingenstelsel). In de tweede fase die in 2002 is begonnen, zal een aantal overheidsspecifieke standards worden ontwikkeld en zal veel aandacht worden besteed aan promotie-activiteiten teneinde overheden te bewegen de IPSAS te implementeren. IFAC Ethics Committee NIVRA levert als deel van de Belgisch-Nederlandse delegatie in de Ethics Committee van de IFAC een actieve bijdrage aan de formulering en actualisering van de internationale richtlijnen met betrekking tot de beroepsethiek. Deze richtlijnen zijn neergelegd in de IFAC Code of Ethics for Professional Accountants. Deze dient als model
voor nationale regelgeving van de bij de IFAC aangesloten beroepsorganisaties van accountants. In november 2001 werd een volledig nieuw hoofdstuk over de onafhankelijkheid in deze code opgenomen. De daarbij gevolgde benadering komt in grote lijn overeen met de recente aanbevelingen uitgegeven door de Europese Commissie. In het verslagjaar is de Commissie begonnen met een volledige revisie van de code volgens de ‘principle-based’-benadering die ook gekozen is voor het nieuwe hoofdstuk over onafhankelijkheid. De ‘principle-based’-benadering staat tegenover de Amerikaanse ‘rules based’-aanpak, waarbij alles in aparte regels is vastgelegd. FEE COUNCIL De Fédération des Experts Comptables Européens is de organisatie, waarin de beroepsverenigingen van statutaire accountants zich Europees hebben verenigd. Als zodanig is deze organisatie de natuurlijke gesprekspartner van de Europese Commissie. De werkzaamheden van FEE vinden grotendeels plaats in Working Parties. De FEE Council heeft zich het afgelopen jaar beziggehouden met de voorbereiding van de implementatie van de International Accounting Standards. In het afgelopen jaar werd de regelgeving verder ingevuld met vormgeving van een enforcement-mechanisme, dat moet waarborgen dat de regelgeving in de lidstaten van de Europese Unie op uniforme wijze wordt toegepast. Sustainability Working Party van de Fédération des Experts Comptables Européens De werkgroep is in het verslagjaar in het bijzonder bezig geweest met de assurance (verificatie) van duurzaamheidsverslagen en met de rol van de accountant bij milieuverslaggeving met betrekking tot het reduceren van de uitstoot van klimaatgassen. Er is een paper uitgebracht over de controle van duurzaamheidsverslagen. In dit type verslagen wordt door bedrijven en andere organisaties verantwoording afgelegd over hun betrokken-
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 17
heid bij maatschappelijke vraagstukken zoals milieuvervuiling, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, sociale rechtvaardigheid en de bijdrage aan de welvaart. Tal van belanghebbenden verlangen een open en eerlijk verslag. Gespecialiseerde accountants werken samen met andere deskundigen in teamverband aan de verbetering van deze verslagen door middel van advies en controle. Omdat deze controle sterk afwijkt van de controle van de jaarrekening wordt een aantal nieuwe vaktechnische vraagstukken voorgelegd. In het najaar van 2002 zal de discussie worden afgerond met een tweede publicatie. Een bijzonder vorm van milieuverslaggeving zal ontstaan bij de introductie van verhandelbare emissierechten en andere financiële instrumenten die zijn gericht op het reduceren van de uitstoot van klimaatgassen (waaronder CO2) en verzurende stoffen (SO2 en NOx). Vanwege de grote financiële gevolgen is het noodzakelijk hierop externe controle uit te oefenen. Dit zal ook doorwerken in de jaarrekening van de desbetreffende ondernemingen en de accountantscontrole daarvan. De werkgroep heeft in het verslagjaar een Fact Sheet gepubliceerd over de rol van accountants bij de controle van de uitstoot van broeikasgassen. Geconcludeerd is dat deze controle niet kan worden uitgevoerd zonder accountants. Inmiddels is een uitgebreid onderzoek gestart dat zal uitmonden in een Paper begin 2003.
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 18
De FEE Small and Medium Enterprises Steering Group De FEE SME Steering Group tracht met een nieuw business plan een natuurlijk aanspreekpunt te worden en zodoende de belangen van het MKB in Europa te behartigen. In het boekjaar publiceerde de Steering Group het rapport ‘Business Valuation - A Guide for Small and Medium Enterprises’. Tevens heeft de commissie een rapport gepubliceerd onder de titel ‘How to Prepare for a Succesful Sale of a Family Business’. Ook is een begin gemaakt aan een overzicht van alle relevante MKB-publicaties van de aangesloten leden.
Kerncijfers beroepsorganisatie
Aantal leden 31/08/2002
13.201
Samenstelling ledenbestand per 31 augustus 2002
Openbaar accountant Overheidsaccountant Interne accountant Financieel economisch management Onderwijs
Aantal 4.376 1.265 531 4.921 54
% Totaal actief 39,3 11,3 4,8 44,1 0,5
Totaal actief Niet actief Totaal
Aantal 11.147 2.054 13.201
% Totaal 84,4 15,6 100,0
M V
11.834 1.367
89,6 10,4
Herkomst van de ingeschreven leden 2001/2002 NIVRA/Nyenrode Erasmus Universiteit Rotterdam Vrije Universiteit Amsterdam Universiteit van Amsterdam Universiteit van Tilburg Rijksuniversiteit Groningen Universiteit Maastricht Overig Totaal
67 14 12 9 9 7 2 5 125
Openbare accountantskantoren per 31 augustus 2002
1 2 3/5 6/10 11/20 21/50 51/100 101 Totaal
RA RA’s RA’s RA’s RA’s RA’s RA’s RA’s of meer
Aantal kantoren 563 121 109 25 16 6 3 5 848
Aantal RA’s 563 242 399 199 222 144 169 2.165 4.103
% RA’s 13,7 5,9 9,7 4,9 5,4 3,5 4,1 52,8 100,0
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 21
Verkorte jaarrekening
STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Totaal Orde Baten Direct toegerekende lasten Intrest/overige Bureaukosten Resultaat
Beroepsorganisatie Baten Direct toegerekende lasten Intrest/overige Bureaukosten Resultaat
VERA Baten Direct toegerekende lasten Intrest/overige Bureaukosten Resultaat
2001/2002 Herziene begroting in € 1.000
2001/2002 Rekening
2002/2003 Begroting
2003/2004 Begroting
in € 1.000
2002/2003 Herziene begroting in € 1.000
in € 1.000
7.987 -4.089 3.898 352 -4.577 -327
7.766 -3.905 3.861 407 -5.058 -790
8.799 -4.488 4.311 352 -4.808 -145
8.355 -4.520 3.835 415 -5.185 -935
9.755 -4.475 5.280 415 -5.695 0
6.342 -2.875 3.467 318 -4.112 -327
6.041 -2.648 3.393 355 -4.544 -796
7.136 -3.274 3.862 318 -4.325 -145
6.605 -3.265 3.340 380 -4.655 -935
7.795 -3.195 4.600 380 -5.140 -160
1.645 -1.214 431 34 -465 0
1.725 -1.257 468 52 -514 6
1.663 -1.214 449 34 -483 0
1.750 -1.255 495 35 -530 0
1.960 -1.280 680 35 -555 160
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 22
in € 1.000
Toelichting
Rekening 2001/2002 Het hogere nadelig resultaat is enerzijds veroorzaakt door lagere contributie-opbrengsten (155) als gevolg van een lagere instroom van nieuwe leden (500 begroot en 125 werkelijk) en anderzijds door hogere personeelskosten (330) in verband met extra inzet van personeel op basis van detachering en uitzendbasis voor projecten in het kader van de accountantswetgeving, CCT en WBP (Wet Bescherming Persoonsgegevens). Herziene begroting 2002/2003 Het begrote tekort ad 935 is 790 hoger dan de begroting 2002/2003. De lagere instroom van nieuwe leden heeft zijn effect op de inkomsten uit contributies en deze zijn derhalve met 460 neerwaarts bijgesteld. Om meer pro-actief te kunnen reageren op ontwikkelingen in het accountantsberoep is besloten tot een versterking van het bureau Vaktechniek en een duidelijker profilering van het beroep. In de herziene begroting zijn daartoe extra budgetten opgenomen van 225 voor bureau Vaktechniek en 75 voor communicatie.
Contributie De contributies zijn sedert 1980/1981 ongewijzigd gebleven, echter met uitzondering van de contributie voor de openbare accountants (categorie A), welke met ingang van 1998/1999 met € 113,45 werd verlaagd. Met ingang van 2002/2003 zijn de contributies met negen procent verhoogd. Deze verhoging leidt niet tot een sluitende begroting. Het bestuur stelt voor om de contributies met ingang van 2003/2004 (1 september 2003) als volgt vast te stellen in casu te verhogen: - herstel van de verhouding tussen de contributie-categorieën A, B en C op 4 : 2 : 1 met categorie C als basis (€ 260,-); - vervolgens alle contributies te verhogen met tien procent. Deze aanpassing van de contributies in combinatie met onderzoek naar mogelijkheden tot opbrengstverhogingen enerzijds en een strenge budgetbewaking en beoordeling van alle verplichtingen en uitgaven in het kader van doelmatigheid anderzijds moet leiden tot een sluitende begroting 2003/2004.
Begroting 2003/2004 Ook voor 2003/2004 wordt verwacht dat de instroom van nieuwe leden nog vertraagd zal plaatsvinden. In de begroting 2003/2004 is rekening gehouden met het in 2002/2003 ingezette beleid om tot een meer pro-actieve beroepsorganisatie te geraken. De begroting voorziet derhalve naast de trendmatige kostenstijgingen in kostenstijgingen die verband houden met het ingezette beleid (350 bureau Vaktechniek en 100 voor communicatie).
Koninklijk NIVRA Jaarverslag 2001-2002 | 23
Colofon © 2002 Koninklijk NIVRA Amsterdam Overname van (gedeelten van) de tekst is toegestaan met bronvermelding. Het verslag van activiteiten heeft betrekking op het boekjaar 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002 Eindredactie: Afdeling Communicatie, Koninklijk NIVRA Ontwerp: Studio Putto, De Rijp Samenstelling bestuur: P. Hoogendoorn RA, voorzitter drs. G.H. Koolman RA, vice-voorzitter dr. P.A.M. Diekman RA drs. R.G. Bosman RA J. C. den Houting RA L.A.M. van den Nieuwenhuijzen RA drs. J.C. Toet RA prof. J. Waardenburg RA mr.drs. L.J. Wortel RA mevrouw mr.drs. E. Boom, secretaris bestuur Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants A.J. Ernststraat 55 Postbus 7984 1008 AD Amsterdam telefoon 020-301 03 01 fax 020-301 03 02 e-mail:
[email protected] www.nivra.nl
Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants A.J. Ernststraat 55, 1083 GR Amsterdam Postbus 7984, 1008 AD Amsterdam telefoon 020-301 03 01 fax 020-301 03 02 e-mail
[email protected] www.nivra.nl