.QRZLQJPH .QRZLQJ\RX 2QGHU]RHNQDDUGHPDUNHWLQJHQ&50WRHSDVVLQJHQ YDQ1HGHUODQGVH3RSSRGLD
7LQHNHYDQGHU%HHN
Knowing me, knowing you Onderzoek naar de marketing- en CRM-toepassingen van Nederlandse Poppodia
Eindexamenscriptie
van der Beek, (C) Tineke Student aan NHTV, Internationale Hogeschool Breda Opleiding HTRO- hoger toeristisch recreatief onderwijs Management Uitgaand Toerisme; Commerciële Economie Mei, 2004
INHOUDSOPGAVE _____________________________________________ Hoofdstuk 1: Inleiding
11
1.1: Aanleiding
11
1.2: Doelstelling en probleemstelling
12
1.3: Onderzoeksvragen
12
Hoofdstuk 2: Onderzoeksopzet
13
2.1: Type onderzoek
13
2.2: Populatie en steekproef
13
2.3: Dataverzameling
14
2.3.1 : Methode van dataverzameling
14
2.3.2: Verantwoording vragenlijst
15
2.3.3: Verantwoording uitvoering
15
2.4: Dataverwerking
16
2.5: Analyse gegevens
17
2.6: Onderzoekspopulatie
17
Hoofdstuk 3: De subsector poppodia in beeld gebracht
19
3.1: Historische achtergrond poppodia
19
3.2: Aanbod poppodia
20
3.2.1: Muzieksoorten
20
3.2.2: Concerten en party’s
20
3.2.3: Overige (podium) kunstdisciplines
20
3.2.4: Niet-culturele programmering
21
3.3: Accommodatie
21
3.4: Organisatie
21
3.5: Financiën
22
3.6: Overkoepelende instellingen
23
3.7: Ticketservice
23
3.8: Trends en ontwikkelingen
23
3.8.1: De vraag
23
3.8.2: Het aanbod
24
3.8.3: Regelgeving
24
3.8.4: Cultuurnota 2005-2008
25
Hoofdstuk 4: Marketing
26
4.1: Wat is marketing?
26
4.2: Fasen binnen het marketingproces
27
4.3: Het scannen van de omgeving en de marktkansen (stap 1 en 3)
28
4.3.1: Micro-omgeving
28
4.3.2: Macro-omgeving
30
4.4: Doelgroepstrategie (stap 4)
31
4.4.1: Segmentatie
31
4.4.2: Doelgroepbepaling
32
4.4.3: Positionering en het behalen van concurrentievoordeel
33
4.5: Implementatie (stap 5)
33
4.5.1: Product
33
4.5.2: Prijs
34
4.5.3: Plaats (distributie)
34
4.5.4: Promotie (communicatie)
35
4.5.5: Personeel
35
4.6: Evaluatie (stap 6)
Hoofdstuk 5: Customer Relationship Management
35
36
5.1: De relatie tussen marketing en CRM
36
5.2: Klantkennis
38
5.3: Typen klantgegevens
38
5.4: Wat te doen met klantgegevens?
39
5.5: Aanpassen van het product of de dienst aan de individuele klant
40
5.6: Aanpassen van de communicatie aan de individuele klant
40
5.7: Informatietechnologie en Mass-Customization
41
5.8: Klantwaarden
42
5.9: Bedrijfscultuur
43
Hoofdstuk 6: Marketingtoepassingen poppodia
44
6.1: Beperkingen onderzoek
44
6.2: Analyse
45
6.2.1: Kwantitatieve gegevens
45
6.2.2: Kwalitatieve gegevens
45
6.3: Strategie
47
6.3.1: Kwantitatieve gegevens
47
6.3.2: Kwalitatieve gegevens
48
6.4: Implementatie
49
6.4.1: Kwantitatieve gegevens
49
6.4.2: Kwalitatieve gegevens
49
6.5: Spiderplot
Hoofdstuk 7: CRM-toepassingen poppodia 7.1: Analyse
52
53 53
7.1.1: Kwantitatieve gegevens
53
7.1.2: Kwalitatieve gegevens
54
7.2: Strategie
55
7.2.1: Kwantitatieve gegevens
56
7.2.2: Kwalitatieve gegevens
57
7.3: Implementatie:
58
7.3.1: Kwantitatieve gegevens
58
7.3.2: Kwalitatieve gegevens
60
7.4: Organisatie
62
7.4.1: Kwantitatieve gegevens
62
7.4.2: Kwalitatieve gegevens
63
7.5: Spiderplot
Hoofdstuk 8: Analyse op basis van gemiddelde score per podium
63
64
8.1: Gemiddelde score-analyse marketing
64
8.2: Gemiddelde score-analyse CRM
65
8.3: Toelichting gemiddelde score-analyses marketing en CRM
65
Hoofdstuk 9: Conclusies 9.1: Beantwoording onderzoeksvraag 6
66 66
9.1.1: Analyse
66
9.1.2: Strategie
66
9.1.3: Implementatie
67
9.2: Beantwoording onderzoeksvraag 7
67
9.2.1: Analyse
67
9.2.2: Strategie
67
9.2.3: Implementatie
67
9.2.4: Organisatie
68
Hoofdstuk 10: Aanbevelingen
69
10.1: Marketing aanbevelingen
69
10.1.1: Analyse
69
10.1.2: Strategie
70
10.1.3: Implementatie
70
10.1.4: Schematisch overzicht te ondernemen stappen marketing
71
10.2: CRM aanbevelingen
71
10.2.1: Analyse
71
10.2.2: Strategie
73
10.2.3: Implementatie
73
10.2.4: Organisatie
74
10.2.5: Schematisch overzicht te ondernemen stappen CRM
74
Bronnenlijst Bijlagen Bijlage I: Tabellen bij hoofdstuk 2 Bijlage II: Tabellen bij hoofdstuk 6 Bijlage III: Tabellen bij hoofdstuk 7 Bijlage IV: Overzicht onderzoekspopulatie Bijlage V: Brieven voor interviews en enquêtes Bijlage VI: Waardes spiderplot Bijlage VII: Enquête
76
SAMENVATTING _____________________________________________ Aanleiding
1. Hoe ziet de subsector poppodia er uit?
Hoewel over Customer Relationship Manage-
2. Welke
ment (CRM) vele artikelen verschenen zijn, is er weinig geschreven over de toepassing van deze bedrijfsstrategie in de vrijetijdssector. Dit is de reden dat de NHTV Internationale Hogeschool Breda, opdracht heeft gegeven voor een onderzoek naar het gebruik van CRM door organisaties in de vrijetijdssector. De vrijetijdssector is vervolgens in tien subsectoren onderverdeeld, waarvan poppodia de subsector vormen waarover dit rapport handelt.
marketingtoepassingen
kunnen
onderscheiden worden? 3. Wat is de relatie tussen CRM en marketing? 4. Welke CRM-toepassingen kunnen onderscheiden worden? 5. Op welke wijze kan CRM succesvol worden toegepast? 6. Welke
marketingtoepassingen
hanteren
poppodia? 7. Welke CRM-toepassingen hanteren poppodia?
Doelstelling en onderzoeksvragen De doelstelling van dit onderzoek luidt als
Onderzoeksopzet
volgt:
Binnen dit onderzoek is een afbakening gemaakt door slechts die podia te onderzoeken
Het in kaart brengen van de marketing- en
die zijn aangesloten bij de Vereniging van
CRM- toepassingen van poppodia, ten einde
Nederlandse Poppodia (VNP).
aanbevelingen te formuleren waarmee de podia elementen van CRM kunnen gaan toepassen of
De onderzoeksvragen één tot en met vijf zijn
hun huidige CRM-toepassing kunnen verbete-
beantwoord met behulp van literatuurstudie en
ren.
interviews met experts op het gebied van marketing en CRM. De vragen zes en zeven zijn
De centrale vraag van dit onderzoek is:
beantwoord door kwantitatief onderzoek in de vorm van enquêtes en kwalitatief onderzoek in
Welke elementen van marketing en CRM pas-
de vorm van interviews.
sen Nederlandse poppodia toe? De subsector poppodia De centrale vraag is uitgesplitst in de volgende
Een poppodium is een muzikaal en cultureel
onderzoeksvragen:
centrum, waarbinnen veel aandacht wordt besteed aan afwijkende kunststromingen. Poppodia krijgen steeds meer te maken met eisen van
zowel de overheid als klanten, om te professi-
slechts enkele podia klantgroepen op basis van
onaliseren.
deze gegevens, waardoor aanbod, communicatie, distributie en prijs aan de klantgroepen
Marketing en CRM
kunnen worden aangepast.
De marketingtoepassingen die organisaties kunnen hanteren zijn onder te verdelen in een
Aanbevelingen
analyse van de micro- en macro-omgeving,
De podia wordt aanbevolen duidelijk te om-
strategiebepaling en implementatie. De relatie
schrijven hoe de doelgroepen eruit zien en op
tussen marketing en CRM ligt in het gegeven
welke wijze de klanten uit deze doelgroepen
dat moderne marketing een voorname rol
(voor herhalingsbezoeken) naar het podium
speelt binnen CRM. De CRM-toepassingen
dienen te worden getrokken. Door het registre-
kunnen worden onderverdeeld in analyse, stra-
ren van klantgegevens met behulp van internet,
tegie, implementatie en organisatie. Hierbij
e-mail en een klantenkaart, kunnen klantgroe-
draait alles om het opbouwen van een relatie
pen worden onderscheiden. Met de kennis
met klanten, waardoor de winst op lange-
omtrent de klantgroepen kan bepaald worden
termijn toeneemt. Deze relatie is met name
welk aanbod, welke communicatie, distributie
gebaseerd op klantkennis.
en prijs het beste aansluiten bij de klantgroepen waardoor de winst op langetermijn zal
Marketingtoepassingen van poppodia Uit enquêtes en interviews is gebleken dat de meerderheid van de podia hun micro- en macro-omgeving
niet
structureel
analyseren.
Veelal is er geen marketingplan aanwezig waarin doelgroepen zijn omschreven en waarin een strategie is uitgezet. De meerderheid van de podia maakt gevoelsmatig onderscheid tussen verschillende doelgroepen op basis van muziekgenres. Met name de communicatie wordt hieraan aangepast. CRM-toepassingen van poppodia De meerderheid van de onderzochte podia beschikt over NAW-gegevens, e-mailadressen en gegevens over voorkeuren en interesses van klanten. Slechts enkele podia beschikken over telefoonnummers, aankoop- en betalingsgegevens. Ondanks deze klantkennis onderscheiden
toenemen.
LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN _____________________________________________ Hoofdstuk 2: Tabellen Tabel 2.1: Verdeling A-, B- en C-podia Tabel 2.2: Verdeling podia in onderzoek en aangesloten bij VNP Tabel 2.3: Frequentietabel FTE’s Tabel: 2.4: Omzetcijfers
Hoofdstuk 3: Tabellen Tabel 4.1: Fasen van het marketingproces
Hoofdstuk 5: Tabellen: Tabel 5.1: Marketing van 1950 tot heden Figuren Figuur 5.1: Waarde optimalisatiemodel Figuur 5.2: Non-lineaire relatie tussen tevredenheid en customer loyalty Figuur 5.3: Van massamarketing naar 1-op-1 marketing Figuur 5.3: Finanial value of an audiencemember Figuur 5.5: De klantpiramide
Hoofdstuk 6 Tabellen: Tabel 6.1: Frequentietabel marketingplan Tabel 6.2: Onderscheiden en omschrijven doelgroepen Tabel 6.3: Afstemmen aanbod op doelgroepen Tabel 6.4: Afstemmen prijs op doelgroepen
Grafieken: Grafiek 6.1: Onderzoek Grafiek 6.2: Onderscheid tussen bestaande en nieuwe klanten
Hoofdstuk 7 Tabellen: Tabel 7.1: Beschikking over NAW-gegevens Tabel 7.2: Beschikking over E-mailadressen Tabel 7.3: Beschikking over persoonlijke interessen en voorkeuren Tabel 7.4: Cross-selling Tabel 7.5: Aantal medewerkers dat van mening is dat een duurzame relatie zich op lange termijn laat vertalen in een hogere winst Grafieken: Grafiek 7.1: Onderscheiden klantgroepen op basis van klantgegevens Grafiek 7.2: Aanschafmogelijkheden toegangsbewijzen
Hoofdstuk 8 Figuren: Figuur 8.1: Gemiddelde score-analyse marketing Figuur 8.2: Gemiddelde score-analyse CRM
Hoofdstuk 10 Figuren: Figuur 10.1: Klantpiramide aanbevelingen
VOORWOORD _____________________________________________ Eind oktober kwam Pieter de Rooij tijdens een
Ook heb ik een erg leuke en leerzame tijd ge-
werkcollege van het vak Customer Relations-
had met de negen medestudenten die betrokken
hip Management (CRM), met het voorstel om
waren bij dit onderzoek. Ik wil Minke, Kim,
met tien studenten in het kader van afstudeer-
Adri, Esther, Ruerd, Robin, Shirly, Anouk en
projecten een onderzoek te doen naar de toe-
Yvonne dan ook bedanken voor hun support en
passingen van marketing en CRM in de vrije-
gezelligheid. Tevens een woord van dank aan
tijdssector. Toen hij mij voorstelde om de sub-
de opdrachtgever en tijdelijke begeleider Pieter
sector poppodia te onderzoeken, herinnerde ik
de Rooij en aan Gustaaf Vocking, officiële
mij de geweldige avonden die ik regelmatig
begeleider van dit afstudeerproject. Hun in-
beleef in poppodia als 013, Mezz en De Effe-
breng heeft ervoor gezorgd dat ik dit project
naar. Desalniettemin waren de eerste gedach-
met een tevreden gevoel heb kunnen afronden.
ten die bij mij opkwamen: “is er wel wat te onderzoeken bij die poppodia?”.
Tevens wil ik Loes Wagemakers, Letty Ranshuysen, Marcia van de Wildenberg, Stephan
Na enige gesprekken heb ik toch besloten mijn
Linnenbank, Jos van der Horst en Mitchell
afstudeerscriptie te schrijven over de marke-
Droog hartelijk bedanken voor het delen van
ting- en CRM-toepassingen van poppodia.
hun kennis over poppodia, onderzoek, CRM en
Terugkijkend op een periode van twintig we-
marketing. En natuurlijk ook een oprecht
ken kan ik concluderen dat dit een juiste keuze
woord van dank aan de poppodia die hebben
is geweest. Mijn gedachten over het amateu-
meegewerkt aan dit onderzoek!
risme van de podia waren zeker niet terecht.
Tineke van der Beek Breda, 2004
HOOFDSTUK 1 INLEIDING _____________________________________________ Het rapport dat voor u ligt is een afstudeer-
dan ook de reden dat de NHTV Internationale
scriptie van de NHTV Internationale Hoge-
Hogeschool Breda, een hogeschool met jaren-
school Breda. Naast een afstudeerfunctie heeft
lange ervaring in de vrijetijdssector, opdracht
dit rapport tevens een belangrijke functie voor
heeft gegeven voor een onderzoek naar het
het vrijetijdswerkveld. Dit hoofdstuk beschrijft
gebruik van CRM door organisaties in de vrije-
de meerwaarde die dit rapport heeft en welke
tijdssector.
hoofdvraag dit rapport beantwoordt. Met dit onderzoek wil de NHTV haar kennis 1.1
Aanleiding
vergroten om zo haar band met het (in-
Het jaar 2003 was een slecht jaar voor de eco-
ter)nationale werkveld verstevigen. Tevens
nomie. Nederland bevond zich begin mei 2003
worden de resultaten van dit onderzoek ge-
formeel in een economische recessie. (Alge-
bruikt, om de lesstof omtrent marketinggerela-
meen Dagblad, 2003) Artikelen als “Duizend
teerde vakken up to date te houden.
arbeidsplaatsen weg in één week” (De Volkskrant, 2003) en “DNB: Nederlandse economie
Daar de vrijetijdssector erg omvangrijk is, is
krimpt dit jaar” (Werkportaal, 2003) sierden de
ervoor gekozen om binnen dit onderzoek ver-
voorpagina’s van kranten. Anno 2004 merken
schillende subsectoren te onderscheiden. Dit
veel organisaties de gevolgen hiervan en zoe-
deelonderzoek brengt de toepassing van CRM
ken naar een manier om hun omzet zo min
door de subsector poppodia in kaart. Omdat
mogelijk te laten dalen. Een groot aantal mar-
CRM nauw samenhangt met moderne marke-
keteers zegt de oplossing te hebben gevonden.
ting, worden naast CRM toepassingen
Customer Relationship Management oftewel
marketingtoepassingen van poppodia geanaly-
CRM, zou dé bedrijfsstrategie zijn om de re-
seerd. Hierbij worden met name marketingtoe-
cessie te overleven. Een groot aantal bedrijven
passingen die zijn gerelateerd aan CRM, in
heeft inmiddels ervaring met CRM. Uit het
kaart gebracht.
ook
grote aanbod van artikelen dat over CRM is verschenen, blijkt dat over de resultaten nog wordt getwist. Hoewel over CRM reeds vele artikelen verschenen zijn, is er nog maar weinig geschreven over de toepassing van deze bedrijfsstrategie in de vrijetijdssector. Dit is
11
1.2
Doelstelling en probleemstelling
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zijn aanbevelingen geformuleerd. Deze aanbevelingen kunnen voor podia als handvat dienen
6. Welke
marketingtoepassingen
hanteren
poppodia? 7. Welke CRM-toepassingen hanteren poppodia?
bij het invoeren dan wel optimaliseren van marketing- en CRM-toepassingen. De doelstel-
Om duidelijkheid te creëren omtrent het begrip
ling van het onderzoek luidt dan ook als volgt:
poppodia, is in hoofdstuk drie beschreven hoe de subsector poppodia er uit ziet. Deze be-
Het in kaart brengen van de marketing- en
schrijving is tot stand gekomen door desk-
CRM-toepassingen van poppodia, ten einde
research. Voorafgaand aan het onderzoeken
aanbevelingen te formuleren, waarmee de po-
van de marketing- en CRM-toepassingen van
dia elementen van CRM kunnen gaan toepas-
poppodia, is in hoofdstuk vier en vijf door
sen of hun huidige CRM- toepassing kunnen
middel van desk-researsch in kaart gebracht
verbeteren.
welke toepassingen mogelijk zijn. Tevens is beschreven op welke wijze CRM succesvol kan worden toegepast. Deze beschrijving is
De centrale vraag van dit onderzoek is:
gebaseerd op een combinatie van deskWelke elementen van marketing en CRM pas-
research en fieldresearch. Naast een literatuur-
sen Nederlandse poppodia toe?
studie is gesproken met deskundigen op het gebied van marketing en CRM. De relatie tus-
1.3
Onderzoeksvragen
sen marketing en CRM is beschreven ter ver-
Om de door de NHTV gewenste resultaten te
antwoording van de keuze om zowel marke-
verkrijgen, dienen de volgende onderzoeksvra-
ting- als CRM- toepassingen te onderzoeken.
gen te worden beantwoord:
De onderzoeksvragen zes en zeven zijn beantwoord door enquêtes en interviews, welke
1. Hoe ziet de subsector poppodia er uit?
terug te vinden zijn in de hoofdstukken zes en
2. Welke
zeven. De aanbevelingen van hoofdstuk tien
marketingtoepassingen
kunnen
onderscheiden worden? 3. Wat is de relatie tussen CRM en marketing? 4. Welke CRM-toepassingen kunnen onder-
zijn gebaseerd op het desk- en fieldresearch. Aan deskundigen is voorgelegd wat de mogelijkheden en beperkingen zijn voor poppodia bij het toepassen van CRM.
scheiden worden? 5. Op welke wijze kan CRM succesvol worden toegepast?
12
HOOFDSTUK 2 ONDERZOEKSOPZET _____________________________________________ Dit rapport geeft antwoord op de centrale
2.2
Populatie en steekproef
vraag die geformuleerd is door de NHTV, In-
De theoretische populatie van dit onderzoek
ternationale Hogeschool Breda. In dit hoofd-
bestaat uit alle Nederlandse poppodia. De ope-
stuk wordt beschreven op welke wijze dit ant-
rationele populatie bestaat uit een afbakening
woord tot stand is gekomen.
van de theoretische populatie. (Baarda & de Goede, 2001) Binnen dit onderzoek is een
2.1
Type onderzoek
afbakening gemaakt door die poppodia te on-
Onderzoeken kunnen kwalitatief of kwantita-
derzoeken, die zijn aangesloten bij de Vereni-
tief van aard zijn. (Delnooz, 1996) In kwalita-
ging van Nederlandse Poppodia (VNP). Aan
tief onderzoek staat het begrijpen van mense-
het lidmaatschap van de VNP zijn eisen ver-
lijk gedrag centraal. Omdat motieven voor dit
bonden: het regelmatig programmeren van
gedrag niet (alleen) aan de hand van cijfers zijn
popmuziek en het onderhouden van een subsi-
te achterhalen, worden cijfers buiten beschou-
dierelatie met gemeenten. (van der Blij, 1996)
wing gelaten. Bij kwantitatief onderzoek wor-
In de praktijd blijkt dat de VNP met name een
den de onderzoekseenheden beschreven aan de
bepaalde mate van professionaliteit vereist van
hand van cijfers. (Ranshuysen, 1999) Tevens
de poppodia. (interview Wagemakers, 2004)
kunnen veronderstelling over de samenhang
Met deze eis worden amateuristische poppodia,
tussen achtergrondfactoren van de onderzoeks-
met naar verwachting weinig tot geen marke-
eenheden (onafhankelijke variabelen) en hun
ting- en CRM-toepassingen, uitgesloten van dit
antwoorden (afhankelijke variabelen), getoetst
onderzoek. Tevens is deze beperking tijd- en
worden op hun algemene geldigheid. Dit on-
geldbesparend voor dit onderzoek. De VNP
derzoek is gebaseerd op zowel kwantitatieve
beschikt over een lijst van leden met bijbeho-
als kwalitatieve gegevens. De kwantitatieve
rende contactgegevens. Deze lijst vormt het
gegevens geven inzicht in de omstandigheden
frame van dit onderzoek. Een frame is een
in de branche. De kwalitatieve gegevens nuan-
bestand van alle onderzoekseenheden van de
ceren deze en leveren motiveringen van deze
operationele populatie. (Baarda & de Goede,
gegevens. Aan de hand van de kwantitatieve
2001) De lijst zorgt voor tijdbesparing daar
gegevens is gezocht naar samenhang tussen
overige podia moeilijk in kaart te brengen zijn.
afhankelijke en onafhankelijke variabelen.
Hiervoor zouden alle Nederlandse plaatsen
Tevens zijn hiermee verklaringen gezocht voor
moeten worden nagegaan op de beschikking
bepaalde verschijnselen.
over een poppodium.
13
De operationele populatie bestaat uit 64 podia.
2.3
Dataverzameling
Hierbinnen kan een verdeling worden gemaakt
In deze paragraaf wordt beschreven op welke
naar grootte. De A-podia hebben een bezoe-
wijze de gegevens van het onderzoek verza-
kerscapaciteit van minimaal 700 personen. De
meld zijn.
B-podia hebben een bezoekerscapaciteit tussen de 400 en 700 personen. De C-podia hebben
2.3.1
Methode van dataverzameling
een bezoekerscapaciteit kleiner dan 400.
De onderzoeksvragen één tot en met vijf zijn beantwoord door middel van literatuurstudie.
De verdeling tussen A-, B- en C-podia ziet er
Eveneens is gesproken met experts op het ge-
als volgt uit:
bied van marketing en CRM binnen de nonprofit- en cultuursector. De kwantitatieve data
Aantal A-podia 12
voor de beantwoording van de onderzoeksvra-
B-podia 27 C-podia 25
gen zes en zeven, zijn gedeeltelijk verzameld Tabel 2.1 Verdeling A-, B- en C-podia (VNP, 2004)
door middel van een online enquête. De onderzoekseenheden ontvingen een e-mail met daar-
Daar het onderzoeken van 64 podia binnen de
in een link naar de online enquête. Deze en-
gestelde tijd en het gestelde budget haalbaar
quête is ‘verborgen’ op de site van de NHTV,
was, hoefde er voor dit onderzoek geen steek-
Internationale Hogeschool Breda. Dat wil zeg-
proef getrokken te worden. Alle podia zijn
gen dat de enquête niet beschikbaar is voor
benaderd met de vraag of zij mee wilden wer-
anderen dan de onderzoekseenheden. Er is
ken aan het onderzoek. Bij een onderzoek met
gekozen voor een online enquête, daar dit de
een steekproef dient men rekening te houden
drempel tot invullen voor onderzoekseenheden
met een zekere non-respons. Ook bij dit onder-
verlaagt. De respondent dient slechts op de link
zoek is non-respons opgetreden. Daar de gehe-
te klikken, de enquête in te vullen en vervol-
le operationele populatie in het onderzoek is
gens op verzenden te klikken. Tevens is de
betrokken, was het niet mogelijk om in te spe-
online enquête tijd en geld besparend. Er hoe-
len op de non-respons. Er konden immers niet
ven geen verzendkosten te worden gemaakt en
meer onderzoekseenheden benaderd worden.
het verzamelen van de data wordt automatisch
Door het aantrekkelijk maken van de enquête
gedaan door de computer. De kwalitatieve data
en het verlagen van de drempel tot retourne-
zijn verzameld door middel van interviews.
ring, is getracht de respons te verhogen. Te-
Deze interviews werden geleid aan de hand
vens is de respons gestimuleerd door het belo-
van de enquête. Deze diende tevens om tijdens
nen van respondenten met een samenvatting
het interview kwantitatieve gegevens te ver-
van het onderzoeksrapport.
zamelen. Tijdens de interviews werd aan de respondent gevraagd de enquête in te vullen en vervolgens bijbehorende motivering hiervan
14
kenbaar te maken. Door de structurele verza-
de term klantmanagement in plaats van CRM,
meling van data aan de hand van de enquête, is
daar experts adviseerden deze term niet te ge-
toeval en onnauwkeurigheid vermeden. (Baar-
bruiken in de culturele non-profit sector. (in-
de & de Goede, 2001) Er bestaat een kans dat
terview Linnenbank, 2004) De term CRM
respondenten van de online enquête deze an-
wordt veelal gerelateerd aan een commercieel
ders ingevuld hebben dan respondenten van
denkgoed. De meerderheid van de poppodia
interviews, daar tijdens interviews de moge-
kan zich echter niet vinden in deze denkwijze.
lijkheid bestond om toelichting op vragen te
In het onderdeel over bedrijfsstrategie wordt
verkrijgen. De interviews zijn met een memo-
gevraagd welke bedrijfsstrategie het meest past
recorder opgenomen en vervolgens uitgewerkt.
bij de organisatie. Dit is een controle of datgene wat organisaties zeggen te doen, overeen-
2.3.2
Verantwoording vragenlijst
komt met de daden. In het laatste deel van de
De vragenlijst of enquête diende antwoord te
enquête wordt respondenten de mogelijkheid
geven op de in hoofdstuk één geformuleerde
geboden om eventuele op- en/of aanmerkingen
onderzoeksvragen. Aan de hand van literatuur-
weer te geven. Bij vragen met een sterk theore-
studie zijn de onderzoeksvragen opgesplitst in
tisch karakter, bestaat de mogelijkheid voor
onderwerpen. Vervolgens zijn bij de verschil-
respondenten om uitleg te krijgen. Hiervoor
lende onderwerpen concrete vragen opgesteld.
dient op een
geklikt te worden. Ver-
volgens verschijnt een uitleg over het begrip. De vragenlijst is opgebouwd uit de volgende
De vragen in de enquête zijn per subonderwerp
onderdelen:
geordend. Slechts de algemene gegevens van
•
Algemene gegevens organisatie
de organisatie zijn opgesplitst in twee delen
•
Marketing
van de enquête. Om het vertrouwen van de
•
Klantmanagement
respondent te wekken, start de enquête met
•
Bedrijfsstrategie
makkelijke en weinig privacygevoelige vragen.
De algemene gegevens van de organisatie heb-
De enquête sluit af met vragen omtrent omzet
ben betrekking op het aantal medewerkers, de
en marketingbudget.
omzetcategorie en het marketingbudget. De vragen die betrekking hebben op het marke-
2.3.3
tingbeleid van poppodia zijn gebaseerd op het
Ter aankondiging van de enquête zijn introduc-
marketingplan, onderzoek en doelgroepen. Het
tie e-mails verzonden. Deze e-mails zijn per-
merendeel van de vragen is in te delen bij
soonlijk gericht aan de verantwoordelijke voor
klantmanagement. Hierbij wordt behandeld
marketing of publiciteit van desbetreffend
welke klantgegevens aanwezig zijn, op welke
poppodium. In de e-mail is vermeld:
wijze klantgroepen onderscheiden worden, wat
•
Wat de aanleiding van het onderzoek is
met deze klantgroepen gedaan wordt en hoe de bedrijfscultuur er uit ziet. Er is gekozen voor
Verantwoording uitvoering
•
Wie de opdrachtgever is
15
• • •
• •
Waarom de respondent is uitgekozen
publiciteitverantwoordelijke. Wanneer direct
om mee te werken aan het onderzoek
doorverbonden werd naar deze persoon is tele-
Wat het nut van meewerken voor de
fonisch om medewerking gevraagd. In andere
respondent is
gevallen is per e-mail een introductiebrief ver-
De mate van vertrouwelijkheid waar-
stuurd. Deze introductiebrief bestond uit de-
mee omgegaan wordt met onderzoeks-
zelfde onderwerpen als de introductiebrief van
gegevens
de enquête, maar was toegespitst op een moge-
Op welke wijze de enquête ingevuld
lijk interview. Een week na het versturen van
kan worden
de introductiebrief zijn de podia nagebeld.
Waar respondenten terecht kunnen
Hierbij is gevraagd naar hun reactie en hun
voor vragen of opmerkingen
bereidheid tot medewerking. Indien deze be-
In de e-mail is een link opgenomen naar de
reidheid positief was, werd een afspraak ge-
enquête. Met één druk op de knop komen res-
pland. Tijdens dit telefoongesprek is de res-
pondenten bij de enquête terecht. Deze kan
pondent tevens gevraagd of er bezwaar bestond
vervolgens ingevuld worden door antwoorden
tegen het opnemen van het gesprek. Tijdens de
aan te klikken. Tevens zijn enkele open vragen
interviews werd de enquête stapsgewijs door-
opgenomen. Deze kunnen in de velden inge-
genomen. Bij elke vraag is gevraagd naar mo-
typt worden. Anderhalve week na het versturen
tivering van het antwoord. Er is getracht een
van de enquête werd een herinnerings e-mail
relatief gelijke verdeling van A-, B- en C-podia
verstuurd. In deze e-mail zijn nogmaals de-
in het onderzoek te betrekken. Hierbij is reke-
zelfde instructies gegevens en is het nut van
ning gehouden met de vertegenwoordiging van
meewerken voor de respondent extra bena-
de verschillende grootte podia bij de VNP.
drukt. De e-mails zijn halverwege de ochtend
Voor de interviews zijn met name grote en
op een doordeweekse dag verzonden. Dit om-
middelgrote podia benaderd. Hierbij is van de
dat er vanuit gegaan werd dat een groot aantal
veronderstelling uitgegaan dat deze podia mar-
marketing- of publiciteitverantwoordelijken op
keting- en CRM-toepassingen op een hoger
dat moment aan het werk is. Er is voor geko-
niveau hanteren. De grote en middelgrote po-
zen om de enquête en introductiebrief elektro-
dia zouden meer relevante informatie kunnen
nisch te versturen. Door de eenvoudigheid tot
opleveren voor een helder beeld en tevens voor
directe respons, werd de drempel om mee te
de aanbevelingen, dan de kleine podia die naar
werken aan het onderzoek verlaagd. Tevens
verwachting marketing- en CRM-toepassingen
blijkt uit de websites van een groot aantal pop-
op een relatief lager niveau hanteren.
podia, dat elektronisch contact geprefereerd wordt. Om medewerking te verkrijgen voor
2.4
Data verwerking
interviews, is telefonisch contact opgenomen
De retour ontvangen enquêtes en de enquêtes
met poppodia. Hierbij is gevraagd naar de
die ingevuld zijn tijdens de interviews, zijn
naam en het e-mailadres van de marketing- of
verwerkt in het onderzoeksprogramma SPSS.
16
Onjuiste data zijn gecorrigeerd. Hierbij is na-
sterk zijn vertegenwoordigd in het onderzoek.
gegaan of er codes zijn ingevoerd die niet kun-
De kleine podia zijn daarentegen sterk onder-
nen voorkomen. Vervolgens zijn de open vra-
vertegenwoordigd.
gen gecategoriseerd. Dit is gedaan door de antwoorden op deze open vragen onder te verdelen in categorieën. Door het opstellen van een codeboek, zijn alle mogelijke antwoorden
A-podia B-podia C-podia
In onderzoek 7 11 4
Aangesloten bij VNP 12 27 25
voorzien van een code, waardoor het mogelijk
Tabel 2.2 Verdeling podia in onderzoek en aangesloten bij VNP; naar podiumgrootte
werd om statistische berekeningen uit te voe-
De operationele populatie bestaat uit 64 podia.
ren.
Van de A-podia heeft 58% medewerking verleend. Bij de B-podia bedraagt dit percentage
2.5
Analyse gegevens
41. Van de C-podia is slechts 16% vertegen-
De analyse van de onderzoeksdata in SPSS is
woordigd in het onderzoek. Een mogelijke
gebaseerd op frequentie- en kruistabellen. De
verklaring hiervoor is dat C-podia over weinig
frequentietabellen geven een beeld van de hui-
medewerkers beschikken. Medewerking aan
dige toepassing van marketing en CRM door
dit onderzoek zou teveel tijd kosten waardoor
poppodia. Door middel van kruistabellen kan
de dagelijkse werkzaamheden niet af zouden
inzicht verkregen worden in samenhang tussen
komen. Deze verklaring is meerdere malen
algemene kenmerken van de organisatie en de
naar voren gekomen uit reacties op e-mails en
toepassing van marketing en CRM. (Stumpel
telefoongesprekken. Voorafgaand aan het on-
& Broekhof, 2002) Aan de hand van kwalita-
derzoek is bepaald dat twaalf podia betrokken
tieve gegevens zijn conclusies geformuleerd.
moesten worden bij het kwalitatieve onder-
Deze zijn vervolgens bekrachtigd of verwor-
zoek. De overige podia dienden benaderd te
pen en becommentarieerd door de kwalitatieve
worden voor enquêtes. Er zijn veertien podia
gegevens, die verkregen zijn uit interviews.
benaderd met de vraag om mee te werken aan
Als samenvatting van de analyse zijn zoge-
een interview. Twaalf van deze podia hebben
naamde spiderplots opgesteld. Deze geven een
hiermee ingestemd. In tegenstelling tot de hoge
totaalbeeld van de toestand in de subsector
respons op de interviews, hebben slechts tien
poppodia en van de toestand bij de verschil-
van de vijftig podia die benaderd zijn om een
lende podia die te onderscheiden zijn naar
enquête in te vullen hun medewerking ver-
grootte.
leend.
2.6
Onderzoekspopulatie
Tabel 2.2 geeft een beeld van de verdeling van A-, B- en C-podia die medewerking hebben verleend aan dit onderzoek. Uit deze tabel is af te lezen dat met name de middelgrote podia
17
Onderstaande tabel laat het aantal medewerkers in Fulltime Equivalent (FTE) zien binnen de A-, B- en C-podia.
A-podia B-podia C-podia
1-10 FTE’s 1 5 3
11-20 FTE’s
21-30 FTE’s
31-40 FTE’s
41 of meer FTE’s
2 3 0
0 2 0
2 0 0
2 0 0
Tabel 2.3 Frequentietabel FTE’s naar podiumgrootte In aantallen; N =20
Het gemiddelde aantal FTE’s bij de C-podia
De omzetcijfers van de A-podia liggen duide-
bedraagt 3,5. Bij de B-podia bedraagt dit ge-
lijk hoger dan die van de B- en C-podia. Tabel
middelde 12,5 en bij A-podia 37,5.
2.4 laat dit zien. Hierbij dient opgemerkt te worden dat twee podia niet bereid waren om-
Het aantal medewerkers dat zich bezig houdt met marketingactiviteiten is sterk afhankelijk van de podiumgrootte. Bij de meerderheid van de A-podia ligt het
< 500.000 A-podia; N =6 B-podia; N =10 C-podia; N =4 Totaal; N =20
1 4 3 8
aantal marketingmedewerkers in Full Time
zetgegevens openbaar te maken. 500.000 – 1.000.000 1 3 1 5
1.000.000 2.500.000 0 3 0 3
2.500.000 – 5.000.000 2 0 0 2
5.000.000 – 10.000.000 2 0 0 2
Tabel 2.4 Omzetcijfers naar podiumgrootte In aantallen; N =20
Equivalent boven de 2,9. Bij de B-podia liggen
Het marketingbudget ligt bij vier van de zes A-
de meeste FTE’s tussen de 1 en 2. Bij de C-
podia tussen de 50.000 en 250.000 euro. Bij de
podia is het maximale aantal marketingmede-
B- en C-podia ligt dit budget tussen de 0 en
werkers in FTE’s 1,2. (Zie bijlage Ia)
50.000 euro. (Zie bijlage Ib)
18
HOOFDSTUK 3 DE SUBSECTOR POPPODIA IN BEELD GEBRACHT _____________________________________________ De volgende paragrafen zijn met name geba-
van de straat gehouden.De ' rare'muziek die bij
seerd op een onderzoek dat is uitgevoerd door
deze jongeren hoorde werd terug gebracht naar
Bureau Martine van der Blij. (van der Blij,
een centrale locatie. Hierdoor zouden anderen
1996) Dit bureau heeft onderzocht wat de
er niet mee in aanraking komen en tevens kre-
stand van zaken was bij poppodia ,in het bij-
gen oude nutteloos geworden panden een
zonder naar organisatie, aanbod en publiek.
maatschappelijke functie.
Het onderzoek is uitgevoerd in 1996. Door verkenning van overige informatiebronnen omtrent poppodia zoals websites, brochures en scripties is dit verouderde onderzoek up-todate gemaakt. 3.1
Historische achtergrond poppodia
Door de tijd heen hebben verschillende groe-
De geschiedenis van poppodia kent zijn oor-
pen tegendraadse jongeren de verschillende
sprong begin jaren zeventig. Het is de tijd van
poppodia bezocht. Het begon eind jaren zestig
de flowerpower, de hippiecultuur en de seksue-
met de hemelbestormende provo' s, de wereld-
le revolutie. Met name jongeren hechtten veel
verbeterende socio' s uit de jaren zeventig en de
waarde aan deze nieuwe levenswijze. Dit in
radicaalgeprofileerde krakers van de jaren ' 80.
tegenstelling tot overheden en traditionele
Overheden en traditionele burgerij meenden
burgerij. Zij zagen de ' losgeslagen jongeren'als
dat de poppodia alleen een plaats waren waar
een bedreiging van de maatschappij. De popu-
tijdelijk losgeslagen jongeren zich konden
laire rock en roll muziek -oftewel popmuziek-
vermaken en zo geen bedreiging
die samenging met de nieuwe levensstijl, werd
voor bevolking. Voor de jongeren zelf bete-
door deze behoudenden als losgeslagen en
kenden de podia veel meer. Niet alleen waren
waardeloos beschouwd. Om ervoor te zorgen
de podia een plaats waar muziek kon worden
dat de ' verwilderde jeugd'zo weinig mogelijk
gespeeld en beluisterd, tevens dienden de po-
onrust kon aanbrengen voor de overige bevol-
dia als een plaats waar jongeren met een soort-
king, vond de overheid met het oprichten van
gelijke levensvisie ideeën konden uitwisselen.
poppodia een oplossing. De jongeren werden
Naast muziek speelde ook politiek en kunst
vormden
19
een belangrijke rol. In de loop der jaren is er
omvat niet Westerse muziek. Deze muziek is
meer vrijheid ontstaan waardoor ' tegendraadse'
geïnspireerd
jongeren niet langer als een bedreiging worden
(www.muziekweb.nl, 2003) De vijfde catego-
gezien. Momenteel is er voldoende ruimte om
rie is jazz en klassiek. Met klassieke muziek
afwijkende opvattingen te uiten. Hierdoor is de
wordt de moderne klassieke muziek bedoeld.
functie van poppodia teruggedrongen tot mu-
Als laatste kan de categorie overige worden
zikaal en cultureel centrum, waar overigens
onderscheiden. Binnen deze categorie valt met
nog wel veel aandacht wordt besteed aan af-
name de Nederlandstalige populaire hitmuziek.
door
vreemde
culturen.
wijkende kunststromingen. 3.2.2 3.2
Aanbod poppodia
Concerten en party’s
Terwijl het traditionele aanbod van poppodia
Naast het aanbieden van een breed aanbod van
alleen in de vorm van concerten ten gehore
popmuziek, hebben de poppodia anno 2004
werd gebracht is vrij recentelijk een nieuwe
een veel ruimere programmering. Deze para-
vorm van aanbod ontstaan, te weten de dance-
graaf beschrijft waaruit het aanbod van een
party’ s. Een danceparty is een avond waarop
groot aantal podia bestaat.
een DJ of verschillende DJ’ s de muziek verzorgen. Er is dus geen sprake van de traditio-
3.2.1
Muzieksoorten
nele band die de muziek produceert. Een DJ
Terwijl poppodia eind jaren ' 60 zijn gestart met
maakt gebruik van door anderen geproduceer-
uitsluitend rockmuziek, is het aanbod in de
de muziek. De functie van een DJ is het zo
loop de tijd drastisch veranderd. Momenteel
mooi mogelijk aan elkaar draaien van deze
zijn zes categorieën muziekaanbod te onder-
muziek. In 2002 bestond 37% van de activitei-
scheiden. De eerste categorie is de traditionele
ten van de bij de VNP aangesloten poppodia
rockprogrammering. Deze omvat het oor-
uit popmuziek. Dance maakte 30% uit van de
spronkelijke aanbod van poppodia te weten:
totale activiteiten. Naar bezoekersaantallen
rock, metal, punk, ska, new-wave en bleus. De
gekeken trekken dance en pop een nagenoeg
categorie niet-traditionele programmering om-
gelijk aantal bezoekers. (VNP, 2004)
vat oudere muziekstijlen die traditioneel gezien niet behoren tot het vaste aanbod van poppo-
3.2.3
dia: country, soul, funk en coverbands. De
Naast muzikale programmering bestond het
categorie nieuwe programmering breidt zich
aanbod van poppodia in 2002 voor 9% uit an-
voortdurend uit en bestaat uit muziekstijlen die
dere (podium)kunstdisciplines. Dit aanbod
recentelijk zijn ontwikkeld. Het aanbod in deze
bestaat uit: film, theater, tentoonstellingen,
categorie bestaat momenteel uit: house, hip-
dans, cabaret en literaire avonden. Tevens valt
hop,
en
het aanbod van workshops op het gebied van
drum&bass. De vierde te onderscheiden cate-
kunst onder deze categorie. Bij de invoering
jazzdance,
crossover,
jungle
Overige (podium)kunstdisciplines
gorie is wereldmuziek populair. Deze categorie
20
van de tweede fase in het voortgezet onderwijs
naam te herkennen, zoals bij de Melkweg
is ook het vak Culturele
(vroeger een melkfabriek), het Burgerweeshuis
en Kunstzinnige
(een weeshuis) en deBoerderij (een boerderij).
Vorming (CKV) ingevoerd.
Slechts 12% van de gebouwen waarin poppo-
Het doel van dit vak is dat
dia zijn gehuisvest, is ook daadwerkelijk als
scholieren kennis maken met verschillende
podium voor popmuziek gebouwd. Dit zijn
kunst vormen. (www.cultuurnetwerk.nl, 2003)
allen panden voor relatief jonge poppodia.
Aan scholieren en docenten worden jaarlijkse enkele CKV-bonnen ter beschikking gesteld, waarmee zij gratis toegang krijgen tot een culturele instellingen. Een groot aantal poppodia accepteert de CKV-bonnen en tracht zich in haar programmering op scholieren te richten. Nieuwbouw Patronaat Haarlem
3.2.4
Niet-culturele programmering
De meeste poppodia bezitten twee zalen waar
Hoewel het hoofdaanbod van poppodia bestaat
programmering kan plaatsvinden. Naast deze
uit culturele programmering, is er ook een
zalen beschikt een groot aantal podia ook over
beperkt aanbod van niet-culturele programme-
een café. Ongeveer driekwart van de podia is
ring. Hierbij kan gedacht worden aan: congres-
in het bezit van gemeenten. De overige podia
sen, symposia, modeshows, studentenfeesten,
zijn eigendom van de organisatie zelf of in het
gayleather party’ s en homohuwelijken. In 2002
bezit van een stichting.
maakte deze niet-culturele programmering 24% deel uit van de activiteiten van de bij de
3.4
Organisatie
VNP aangesloten poppodia.
Poppodia die zijn aangesloten bij de Vereniging van Nederlandse Poppodia, hebben als
3.3
Accommodatie
hoofddoel niet primair het maken van winst
Van de poppodia die zijn aangesloten bij de
maar het verzorgen van een cultureel aanbod,
VNP is 38% opgericht voor 1985. Het meren-
meer specifiek een popmuziekaanbod. Dit doel
deel van deze podia is nog gehuisvest in het
komt tot uiting in de organisatievorm van pop-
pand waar de oprichting plaats vond. De pop-
podia, want bijna alle poppodia zijn stichtin-
podia zijn over het algemeen gehuisvest in
gen. Enkele podia zijn verenigingen en slechts
accommodaties die niet bestemd waren om
twee podia zijn een combinatie van een stich-
dienst te doen als poppodium. De panden
ting en een BV. Omdat voor stichtingen niet
waarin een groot aantal podia zijn onderge-
wettelijk is bepaald hoe zij bestuurd moeten
bracht, hebben vaak een overbodige functie
worden, lopen de organisatiestructuren sterk
gekregen. Bij een groot aantal podia is de oor-
uiteen. Een groot aantal podia hanteert een
spronkelijke functie van het pand nog in de
Raad van Toezichtmodel. Dit wil zeggen dat
21
het bestuur als enige functie heeft het houden
(FAPK) verstrekt in opdracht van het Ministe-
van toezicht en het sturen van de organisatie.
rie van OcenW subsidies voor activiteiten op
Bij een groot aantal kleine podia houdt het
het gebied van amateurkunst en de professio-
bestuur zich ook bezig met dagelijkse werk-
nele podiumkunsten. Jaarlijks worden zo' n
zaamheden. Vaak houden deze dagelijkse
tweeduizend aanvragen ingediend, die worden
werkzaamheden het leidinggeven aan project-
beoordeeld door commissies van deskundigen.
groepen in. Bij enkele kleine podia komt het
(www.fapk.nl, 2004) Ook ‘het Podiumplan’
voor dat het bestuur tijdens de programma’ s in
van het Nationaal Popinstituut en ‘Programme-
de horeca werkzaam is.
ringimpuls’ van de Vereniging Nederlandse Poppodia en het Nationaal Popinstituut, zorgen
Het personeel van poppodia bestaat voor meer
voor een bijdrage aan de subsidies. Naast de
dan 30% uit vrijwilligers. Deze vrijwilligers
grote landelijke subsidieverstrekkers, kennen
zijn met name werkzaam in de horeca. Onge-
veel poppodia locale subsidieverstrekkers. In
veer 15% van de betaalde werknemers heeft
Noord-Brabant verstrekt de overkoepelende
een ID-baan. Dit betekent dat de podia subsidie
organisatie Brabant Pop verschillende typen
krijgen om deze werknemer in dienst te nemen.
subsidies. Zo is er bijvoorbeeld een subsidie
De bedoeling van de ID-baan is dat doorge-
voor nieuwe talenten en voor eenmalige pro-
stroomd
jecten. De overige inkomsten worden met na-
wordt
naar
een
gewone
baan.
(www.texel.nl, 2004)
me gegenereerd door entreegelden bij concerten en party’ s. Ook de horeca levert een groot
3.5
Financiën
deel van de inkomsten op. (www.npi.nl, 2004)
Omdat bijna alle podia in de vorm van een
De gemiddelde entreeprijs bedroeg in 2002
stichting zijn ondergebracht en zij activiteiten
8,59 euro inclusief BTW. Per bezoeker waren
op het gebied van amateurkunst en de profes-
de gemiddelde inkomsten 18,41 euro en be-
sionele podiumkunsten uitvoeren, ontvangen
droeg de subsidie 7,11 euro. De concertkosten,
zij jaarlijks subsidie. Gemiddeld 25% van de
inkoop horeca en publiciteitskosten maakten in
inkomsten van de podia bestaat uit subsidies.
2002 twee-vijfde deel uit van de kosten. De
Hierbij ontvangen enkele podia aanzienlijk
personeelskosten vormden iets minder dan
meer of minder subsidie. De omvang van de
twee vijfde van de koten, wat voor een groot
subsidiebedragen is sterk afhankelijk van de
deel vaste kosten zijn. Naast huisvesting en
gemeente waaronder het poppodium valt.
organisatie hebben podia ook kosten van on-
Eveneens speelt de deskundigheid van de in-
derhoud en afschrijving van licht- en geluids-
diener van de subsidieaanvraag een rol. (inter-
techniek. Gemiddeld kost een activiteit 6.700
view van de Wildenberg, 2004) Een deel van
euro, waarvan 2.800 euro directe kosten zijn en
deze subsidie wordt toegekend door het fonds
2.500 euro personeelskosten. (VNP, 2004)
voor Amateurkunst en Podiumkunsten. Het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten
22
3.6
Overkoepelende instellingen
cultuur, sport en recreatie distribueert in bin-
De belangrijkste overkoepelende organisatie
nen- en buitenland. De voornaamste distribu-
voor poppodia is de Vereniging van Neder-
tiekanalen zijn postkantoren, Geld Wissel
landse Poppodia (VNP). De VNP is belangen-
Kantoren en VVV’ s. Bij deze punten kunnen
behartiger voor poppodia en popfestivals en
toegangsbewijzen direct worden gekocht. Te-
houdt de ontwikkelingen die van belang zijn
vens biedt Ticketservice de mogelijkheid om
voor deze partijen nauwlettend in de gaten.
toegangsbewijzen telefonisch te reserveren of
Indien nodig maakt de VNP zich hard voor de
via internet. De toegangsbewijzen kunnen dan
belangen van haar leden. De VNP stimuleert
bij de distributiekanalen worden afgehaald of
en verzorgt (onderlinge) kennisuitwisseling
per
voor een door haar leden. Door tevens onder-
(www.ticketservice.nl, 2004)
post
worden
thuisgestuurd.
steuning aan te bieden aan de poppodia en popfestivals, tracht de VNP de branche te pro-
3.8
Trends en ontwikkelingen
fessionaliseren. (www.vnp.nl, 2004) Tevens
Er zijn tal van trends en ontwikkelingen te
zijn provinciale en regionale overkoepelende
onderscheiden die van belang zijn voor poppo-
instellingen te onderscheiden. Een voorbeeld
dia. De voornaamste worden in deze paragraaf
hiervan is Brabant Pop. Brabant Pop is een
genoemd.
provinciale organisatie die zich inzet voor de ondersteuning en de promotie van de Brabant-
3.8.1
se popmuziek. (www.brabantpop.nl, 2004) Een
Het publiek van poppodia is steeds veeleisen-
tweede organisatie in Brabant is UitinBra-
der geworden. Waar men vroeger genoegen
bant.nl, een overkoepelende instelling die is
nam met een oud en vervallen pand, wordt nu
opgericht om nieuw publiek te werven voor
geëist dat het pand er modern en comfortabel
culturele en vrijetijdsinstellingen met behulp
uitziet. De eisen op het gebied van faciliteiten
van moderne techniek, een sterk merk en ui-
zijn snel toegenomen.Men wil snelle afhande-
terst publieksgerichte strategie. De consument
ling bij entree, garderobe, horeca en toiletten.
bepaalt wat hij/zij onder uitgaan verstaat en
Airconditioning is een vereiste. Bezoekers
wat zijn behoeftes en interesses zijn. Aanbie-
beschikken thuis over moderne muziekinstalla-
ders in de vrijetijdsmarkt bereiken meer pu-
ties en verwachten van poppodia installaties
bliek wanneer zij hun marketing op deze inte-
van dezelfde of zelfs betere kwaliteit. (Het
resses afstemmen. (www.uitinbrabant.nl, 2004)
Burgerweeshuis, 2004)
3.7
De omvang van het publiek is in de loop der
Ticketservice
De vraag
Een groot aantal poppodia laat de voorver-
tijd sterk toegenomen. Door het ontstaan van
koop van toegangsbewijzen via Ticketservice
vele nieuwe popmuziekstromingen is de diver-
verlopen. Ticketservice is een organisatie die
siteit van het publiek sterk uitgebreid. Liefheb-
tegen betaling toegangsbewijzen voor muziek,
bers van ‘oudere’ popmuziek blijven onderdeel
23
uitmaken van het publiek van poppodia, maar
een duidelijke afweging. Wat is de capaciteit
dit publiek wordt steeds uitgebreid met lief-
(opbrengst), staat en uitstraling van de zaal,
hebbers van nieuwe stromingen binnen de
organisatie en publieksfaciliteiten? Maar ook
popmuziek. Hoewel bij popcultuur veelal ge-
de kwaliteit van licht, geluidsapparatuur en
dacht wordt aan een jongerencultuur, ligt de
bedienend personeel spelen een steeds belang-
leeftijdsgrens van podiumbezoekers rond de 60
rijkere rol. (Het Burgerweeshuis, 2004)
jaar. Dit is te verklaren door het feit dat de eerste popidolen nu ook een leeftijd van boven
3.8.3
Regelgeving
de zestig hebben bereikt. Uit onderzoek is ook
De Vereniging van Nederlandse Poppodia
gebleken dat de in de jeugd gevormde muziek-
houdt ontwikkelingen bij op het gebied van
smaak blijvend is. De doelgroep van popmu-
regelgevingen betreffende poppodia. De vol-
ziek neemt dus in absolute zin toe. (Het Bur-
gende drie trends en ontwikkelingen hebben
gerweeshuis, 2004)
betrekking op regelgeving voor poppodia. (www.vnp.nl)
De Telgraaf meldde dat de inzakkende economie in 2002 weinig invloed heeft gehad op de
Tabakswet
vertoning van en het bezoek aan podiumkun-
Per 1 januari 2004 mag overal waar wordt
sten. Het aantal bezoekers voor podiumvoor-
gewerkt, niet meer worden gerookt. Voor ho-
stellingen daalde over 2002 met 3% ten op-
recagelegenheden is een uitzondering gemaakt
zichte van 2001, maar de kosten per uitvoering
tot 1 januari 2005. Poppodia vallen momenteel
namen toe tot het bedrag van bijna
onder horecagelegenheden dus dit betekent dat
16.300
gemiddeld. (De Telgraaf, 2004)
er tot 2005 gerookt mag worden binnen de poppodia. Na 1 januari 2005 dient er een op-
3.8.2
Het aanbod
Er komen wereldwijd en landelijk gezien
lossing te worden gezocht voor het rokende podiumpubliek.
steeds minder data beschikbaar voor liveoptredens. Buitenlandse bands touren steeds
Sponsoring en alcohol
korter omdat het bijzonder arbeidsintensief en
Er is een wetsontwerp ingediend dat sponso-
vermoeiend is, maar ook omdat het relatief
ring door alcoholproducenten onder meer ver-
matig verdient. Het promoten van de cd, van
biedt bij evenementen waarbij minderjarigen
origine de reden om langs het clubcircuit rond
deel uitmaken van het publiek. Hierdoor valt
te touren, gaat sneller en goedkoper via een
een grote financier van activiteiten weg.
videoclip of internet. (Het Burgerweeshuis, 2004) De eisen van de bands worden steeds hoger en de producties omvangrijker. Een band maakt
24
Veiligheidsbeleid
gen van de subsidies moet verantwoording
Sinds de legionella affaire op de West Friese
worden afgelegd. De instellingen zullen wor-
Flora, de vuurwerkramp in Enschede en de
den gehouden aan wat zij in de beleidsplannen
cafébrand in Volendam, zijn gemeenten de
in het vooruitzicht hebben gesteld. Als beloften
regels ten aanzien van veiligheid aan het aan-
niet worden nagekomen, kan dit leiden tot
scherpen. Zowel op het gebied van brandvei-
sancties. Rekenschap is niet alleen van belang
ligheid, hygiëne, publieksveiligheid als calami-
voor een goede verantwoording van gemeen-
teiten. Dit uit zich in een groot aantal wetten
schapsgeld, het levert ook gegevens op waar-
die niet altijd van toepassing lijken op poppo-
mee het gevoerde beleid op doeltreffendheid
dia, maar waar deze zich wel aan dienen te
kan worden beoordeeld” . (www.minocw.nl,
houden. Dit zorgt voor hoge kosten en belem-
2004) Om de grote verantwoordelijkheid van
meringen bij de organisatie van verschillende
het ontvangen van subsidies te kunnen dragen,
programma’ s.
meent de staatssecretaris dat culturele instellingen dienen te professionaliseren. Hierbij
3.8.4
Cultuurnota 2005-2008
Een andere ontwikkeling die financiële gevol-
dienen brancheverenigingen een grotere rol te gaan spelen.
gen heeft voor de poppodia is het voornemen van het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap om forse bezuinigingen door te voeren in de periode 2005-2008. In de uitgangspunten brief schrijft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Medy C. van der Laan: “ De komende periode komt ook het cultuurbeleid in financieel opzicht in moeilijk vaarwater terecht. De inspanningen van het kabinet om betere condities te scheppen voor economische groei en welvaart vereisen bezuinigingen die ook de culturele sector niet ongemoeid zullen laten. In het Hoofdlijnenakkoord is voor Cultuur een bezuinigingstaakstelling opgenomen van 1,2 miljoen euro voor 2004 en 19 miljoen vanaf 2005” . (www.minocw.nl, 2004). Hoewel bezuinigingen worden aangekondigd zullen de regels voor cultuursubsidies worden verminderd hierdoor dient de bureaucratie omtrent subsidieverstrekking af te nemen. “ Over de bestedin-
25
HOOFDSTUK 4 MARKETING _____________________________________________
Dit onderzoek dient inzicht te geven in het
non-profit als culturele organisaties vallen,
gebruik van Customer Relationship Manage-
geeft een combinatie van beide typen literatuur
ment door poppodia. Customer Relationship
een helder overzicht van de verschillende mo-
Management is een bedrijfsstrategie die veel
gelijke marketingtoepassingen die poppodia
overeenkomsten vertoont met (moderne) mar-
kunnen hanteren.
keting. Daar verondersteld wordt dat niet alle poppodia hun organisatiebeleid baseren op
4.1
Wat is marketing?
Customer Relationship Management, zal te-
Alle auteurs van marketingboeken zijn het
vens onderzocht worden welke elementen van
erover eens dat ruil van waarden tussen twee
marketing poppodia toepassen. Over het begrip
partijen de basis vormt van marketing. Door
marketing zijn tal van boeken geschreven.
deze ruil worden de behoeften van beide par-
Tevens is een grote hoeveelheid aan literatuur
tijen bevredigd. Hierbij dient opgemerkt te
omtrent marketing in een bepaalde sector of
worden dat één van de twee partijen een orga-
bedrijfstak verschenen. Over het marketingbe-
nisatie dient te zijn. Hiermee wordt sociale ruil
leid van poppodia zijn echter geen onderzoe-
tussen personen onderling buitengesloten. Te-
ken gepubliceerd. Voordat onderzocht kan
vens wordt binnen marketing de ruil tussen
worden hoe het marketingbeleid van poppodia
kapitaalverschaffers of werknemers en de or-
er uit ziet en in welke mate zij Customer Rela-
ganisatie buitengesloten. Terwijl de eerste
tionship Management toepassen, dient een
partij binnen marketing dus altijd een organisa-
eenduidig beeld geschetst te worden van de
tie dient te zijn, kan de tweede partij, de be-
verschillende mogelijkheden die poppodia
langhebbende, bestaan uit afnemers, interme-
hebben om marketing te bedrijven. Dit hoofd-
diairs, leveranciers, sponsors en subsidiever-
stuk zal inzicht verschaffen in de verschillende
schaffers. De volgende definitie van Boorsma
fasen die men binnen het marketingproces
(1998) omschrijft het voorgaande:
onderscheid en de verschillende mogelijke invullingen hiervan. Naast algemene marke-
‘Marketing betreft de activiteiten die een orga-
tingliteratuur, wordt in dit hoofdstuk ook lite-
nisatie richt op beïnvloeding van de interactie
ratuur omtrent marketing van culturele organi-
met een of meer belangengroepen om de ruil
saties besproken. Deze literatuur beschrijft
van waarden met een of meer doelgroepen
overeenkomsten met en verschillen tussen
(afnemers, intermediairs, leveranciers, spon-
marketing voor profit-organisaties en marke-
sors en subsidieverschaffers) te bevorderen’ .
ting voor non-profit organisaties met een cultu-
(Boorsma, 1998)
reel aanbod. Daar poppodia onder zowel de
26
Strikt genomen doen alle organisaties aan mar-
In een kritische noot op bovenstaande stappen
keting: de doelgroep bekend maken met het
van het marketingproces, stelt Kolb dat de stap
aanbod, dat aanbod verspreiden en de prijs
van het bepalen van de missie van de organisa-
ervan bepalen.
tie vaak weg valt bij culturele organisaties. De missie, die de visie en waarden van een organi-
Toch zou er in de culturele sector nogal wat
satie omschrijft, is de reden van het bestaan
weerstand bestaan tegen marketing. Onder-
van een culturele organisatie. Terwijl het scan-
staand citaat laat dat zien:
nen van de omgeving van de organisatie zinvol is voor profit-organisaties die behoeften moe-
‘Een goede voorstelling (…) is de beste marke-
ten waarnemen om daar vervolgens op in te
ting die je kan verrichten. (…) ik vind dat al-
kunnen spelen, schrijft Kolb dat culturele or-
lemaal weggegooid geld, ik pleit er voortdu-
ganisaties menen dat het aanbieden van cultuur
rend voor om dat geld aan de producties te
belangrijker is dan het inspelen op (tijdelijke)
besteden’ . (Titus Muizelaar, toneelacteur en
behoeften van de markt. Dit is meteen ook het
regisseur in een interview)
belangrijkste verschil tussen organisaties in de profit sector en organisaties in de culturele
Dit onderzoek zal aantonen in welke mate
non-profit sector. Terwijl de eersten de moge-
bovenstaand citaat opgaat voor de Nederlandse
lijkheid hebben om hun aanbod volledig aan te
poppodia.
passen aan de wensen en behoeften van de markt, is dit voor culturele non-profit organisa-
4.2
Fasen binnen het marketingproces
ties niet in dezelfde mate mogelijk. Een cultu-
Binnen het marketingproces worden door alle
reel aanbod wordt door overheden als noodza-
marketeers verschillende fasen onderscheiden.
kelijk en ‘opvoedend’ geacht. Maar een groot
Kotler (2003) onderscheid de drie fasen van
deel van de bevolking heeft geen behoefte aan
analyse, strategiebepaling en implementatie.
dit aanbod. Wanneer volledig ingespeeld zou
Kolb (2000) vult deze aan tot zes stappen
worden op de wensen en behoeften van de
waarin ook de stappen van Kotler zijn opge-
markt zou een groot deel van het culturele
nomen: Step
Purpose
1. Environmental scanning
Looking outward to collect and analyse information about the world surrounding the organisation.
2. Developing an organisational Looking inward to abilities and values of the organisation. mission 3. Market opportunity analysis
Analysing what the population wants the organisation to provide.
4. Target market strategy
Determining which groups in the population the organisation can best serve and how to reach them.
5. Implementation strategy
Finding the resources and assigning the responsibilities to implement the strategy.
6. Evaluation
Assessing the success of the strategy.
27
Tabel 4.1 Fasen van het marketingproces (Kolb, 2000)
aanbod niet op aangeboden kunnen en hoeven
geving van de consument of door het bestaan
te worden. De volgenden paragrafen omschrij-
van een verschil tussen werkelijke en wenselij-
ven de invulling van de vijf door Kolb gefor-
ke situatie. De consument gaat vervolgens
muleerde stappen van het marketingproces.
informatie zoeken over het product of de dienst waarmee hij zijn behoefte kan bevredigen. Na
4.3
Het scannen van de omgeving en de
deze informatieverzameling worden alle alter-
marktkansen (Stap 1 en 3)
natieve overwogen waarna het beste alternatief
Bij het opstellen van de marketingstrategie is
leidt tot de aankoopbeslissing. Na de aankoop
het noodzakelijk dat kennis bestaat over de
gaat de consument bij zichzelf na of het aange-
micro omgeving van de organisatie welke be-
kochte heeft voldaan aan de verwachtingen.
staat uit afnemers, het publiek, de marketingkanalen, de leveranciers en de concurrentie.
Binnen de fasen in het koopbeslissingsproces
Tevens speelt de macro omgeving waarin de
spelen consumenteneigenschappen een belang-
organisatie werkzaam is, een belangrijke rol in
rijke rol. De persoonlijke omstandigheden van
het tot stand komen van de marketingstrategie
een consument bepalen welke behoeften er
en de uiteindelijke implementatie hiervan.
bestaan en op welke manier deze behoeften
Zoals gezegd analyseren profit organisaties
bevredigd worden. Onder persoonlijke om-
hun omgeving om vervolgens de organisatie-
standigheden worden demografische kenmer-
missie vast te stellen, terwijl de missie van
ken, levensstijl en situationele factoren ver-
non-profit organisaties al vast staat. Toch zou
staan. Tevens spelen psychologische factoren
dit geen reden mogen zijn om geen analyse te
een voorname rol te weten: behoeften en mo-
maken van de omgeving. Met deze analyse kan
tieven, perceptie, leerprocessen, persoonlijk-
immers de missie binnen toelaatbare mate
heid en attitudes. Als laatste zijn ook sociale
worden aangepast aan de wensen en behoeften
factoren van invloed op het koopbeslissings-
van de doelgroep.
proces. Deze factoren zijn extern van aard en worden gevormd door de omgeving waarin de
4.3.1
Micro-omgeving
consument zich begeeft. Hierbij kan gedacht
Afnemers
worden aan cultuur, sociale klasse, referentie-
De keuze van een consument om al dan niet
groepen en gezinsinvloeden. (Verhage, 2001)
een product of dienst van de aanbieder af te nemen, oftewel het koopbeslissingsproces, kan
Publiek
onderverdeeld worden in de vijf volgende fa-
Het publiek van een organisatie bestaat uit
sen (Verhage, 2001): Het koopbeslissingspro-
personen, bedrijven of andere organisaties die
ces start met het erkennen van een probleem of
belang hebben bij de wijze waarop de organi-
behoefte. Deze erkenning kan tot stand komen
satie haar doelstellingen verwezenlijkt en
door marketinginspanningen van (andere) or-
daarop ook invloed uitoefenen. (Verhage,
ganisaties, aankopen van personen in de om-
2001) De meest voorkomende publieksgroepen
28
zijn financiële instellingen, media, overheid,
Leveranciers
vrijwilligers en belangengroepen. Het is be-
De leveranciers van organisaties zijn bedrijven
langrijk dat men inzicht heeft in het publiek en
en individuen die de organisatie – en misschien
met name in de waardering van de verschillen-
ook de concurrenten- voorzien van middelen
de publieksgroepen voor de organisatie. Indien
en materialen die het nodig heeft om de pro-
nodig kan men deze waardering trachten op te
ducten en diensten te produceren. (Kotler,
waarderen.
2003) De organisatie is in een bepaalde mate afhankelijk van hen.
Marketingkanalen Voor veel organisaties is het tijdrovend en
Concurrentie
kostenintensief om zelf hun product of dienst
Bij het opstellen van een marketingbeleid is
op de markt te brengen. Zij zetten daarom een
het zinvol om te kijken naar organisaties die
distributiekanaal op. Kotler (2003) geeft de
soortgelijke wensen en behoeften van consu-
volgende definitie voor een distributiekanaal:
menten vervullen: de concurrenten. (Verhage,
een groep onderling afhankelijke organisaties
2001) Organisaties trachten hun doel op ver-
die ten doel heeft een product of dienst bij de
schillende wijzen te bereiken. Hierdoor ont-
consument of de industriële gebruiker te bren-
staan vier verschillende vormen van concur-
gen. Naast de fysieke overdracht van een pro-
rentie, te weten:
duct of dienst kan een distributiekanaal ook
•
merkenconcurrentie
andere functies vervullen. Zo kan een lid van
•
productconcurrentie
het distributiekanaal informatie verstrekken
•
generieke concurrentie
aan de organisatie, met betrekking tot factoren
•
behoeften concurrentie
in de marketingomgeving die men voor de
Merkenconcurrentie ontstaat met name in een
planning en het bevorderen van de ruil nodig
markt waarin organisaties sterk identieke pro-
heeft. Voor de promotie kan een externe orga-
ducten of diensten aanbieden. Hetgeen waar-
nisatie aangetrokken welke overtuigende be-
mee organisaties zich in deze markt kunnen
richten over het aanbod kan ontwikkelen en
onderscheiden, is het merk of ook wel het ima-
verspreiden. Voor het zoeken van geschikte
go dat men aan een product of dienst hangt.
klanten en het onderhouden van contact met
(Hollensen, 2001) Wanneer we over product-
deze klanten, kan tevens een externe organisa-
concurrentie spreken, wordt hiermee bedoeld
tie ingeschakeld worden. Bij veel organisaties
de concurrentie tussen organisaties met een
in de dienstensector wordt de fysieke over-
soortgelijk aanbod waarin technisch gezien
dracht van een entreebewijs vaak overgelaten
differentiatie bestaat. We spreken van generie-
aan een externe organisatie. De dienst op zich-
ke concurrentie wanneer een organisatie in
zelf wordt daarentegen door de organisatie zelf
dezelfde behoeften van de consument voorziet.
geleverd.
Behoefteconcurrentie gaat hierin nog verder. Organisaties concurreren dan op de keuzen van
29
consumenten waaraan zij geld gaan besteden.
Technologische omgeving Technologie omvat de toepassing van kennis
4.3.2
macro-omgeving
en nieuwe methoden om problemen op te los-
Politiek juridische omgeving
sen en bepaalde taken efficiënter uit te voeren.
Elke organisatie is gebonden aan een groot
Technologische ontwikkelingen zijn van be-
aantal wetten en regels opgesteld door lande-
lang bij het bepalen van de omvang van de
lijke overheden, gemeenten, provincies of in-
vraag en bij het efficiënter maken van het pro-
ternationale overheden. Hiervan dient zij goed
ductieproces. De vraag voor een bepaald aan-
op de hoogte te zijn daar deze regels vaak een
bod kan afnemen wanneer een substitutieaan-
beperking voor het marketingbeleid vormen.
bod ontstaat door technologische ontwikkelin-
Tevens kunnen deze wetten en regels als hou-
gen. Omgedraaid kan de vraag ook toenemen
vast dienen. Concurrenten, leveranciers en
wanneer het productieproces goedkoper ge-
andere partijen dienen zich immers ook aan
maakt kan worden door technologische ont-
deze wetten en regels te houden. (Verhage,
wikkelingen. De kostprijs van het aanbod zal
2001)
hierdoor dalen waardoor het aanbod voor bepaalde groepen meer toegankelijk wordt. (Ver-
Economische omgeving
hage, 2001)
Voor organisaties is het van groot belang om te weten hoe de economische situatie van de
Natuurlijke omgeving
markt waarop zij opereert er uit ziet. Met name
Wanneer een organisatie een product of dienst
koopbereidheid, het consumptief krediet en de
genereert, beïnvloed zij ten allen tijden in grote
bestedingen van de consument zijn van belang.
dan wel kleine mate de natuurlijke omgeving.
Wanneer hierover gegevens beschikbaar zijn,
Deze beïnvloeding kan direct plaats vinden bij
is een belangrijk element dat nodig is voor het
de productie van het aanbod. Er kan bijvoor-
bepalen van de marktgrootte aanwezig. (Ver-
beeld schadelijke uitstoot plaatsvinden bij pro-
hage, 2001)
ductie. Tevens beïnvloed een bepaald aantal decibel geluid de natuurlijke omgeving. Een
Demografische omgeving
product of dienst kan tevens indirect de natuur-
Bij het bepalen van de marktgrootte is inzicht
lijke omgeving beïnvloeden. Hierbij kan ge-
in de demografisch omgeving tevens een be-
dacht worden aan verstoring van het ecosys-
langrijk onderdeel. De omvang en samenstel-
teem op lange termijn door bijvoorbeeld rei-
ling van de markt wordt onder andere bepaald
zen. (Verhage, 2001) Om schadelijke gevolgen
door gegevens over: leeftijdsverdeling, aantal
te beperken hebben verschillende overheden
huishoudens, grootte huishoudens, inkomens-
wetten opgesteld. Tevens bestaan er tal van
verdeling
instanties die zich hard maken voor bescher-
2001)
en
opleidingsniveau.
(Verhage,
ming van het milieu. Hun maatregelen zijn al dan niet dwingend van aard. (www.nhtv.nl)
30
Sociaal culturele omgeving
aanbod zo goed mogelijk aan te passen aan de
De normen en waarden die in de markt van een
wensen en behoeften van de doelgroep(en), is
organisatie heersen, bepalen voor een groot
het nodig om de traditionele muren tussen
deel de mogelijkheden voor de organisatie.
inkoopafdeling en marketingafdeling binnen de
Primaire culturele waarden zijn sterk gewor-
culturele non-profit organisatie af te breken.
teld en moeilijk te beïnvloeden. Primaire cultu-
Een gedegen samenwerking is noodzakelijk
rele waarden zijn onder andere houdingen ten
om een eigen product of dienst aan te bieden
opzichte van: godsdienst, huwelijk, seksuali-
wat voldoet aan wensen en behoeften van de
teit, kinderen en werkmoraal. Secundaire
doelgroep(en). (Kolb, 2000) Hoewel een groot
waarden daarentegen kunnen snel veranderen.
aantal culturele non-profit organisaties tot
Deze komen bijvoorbeeld tot uiting in voe-
voorkort geen moeite deed om de kosten die zij
dings- en eetpatronen, vrijetijdsbesteding en
maakte te dekken daar zij financieel rond
kleedgewoonten. Primaire culturele waarden
kwam door subsidies, is nu een tijdperk aange-
kunnen voor een organisatie randvoorwaarden
broken waarin subsidies afnemen en tegelijker-
betekenen. De organisatie dient rekening te
tijd ook hogere eisen aan subsidies worden
houden met deze waarden, ze zullen immers
gesteld. (Kolb, 2000) Het is dus zinvol voor
niet snel veranderen. Secundaire waarden kun-
deze organisaties om het aanbod zo goed mo-
nen door de organisatie beïnvloed worden. Een
gelijk af te stemmen om zo een hogere omzet
organisatie kan als trendsetter optreden en
te genereren. Hiermee creëert men een hogere
nieuwe waarden introduceren. Tevens kan een
kans op voortbestaan van de organisatie.
organisatie adequaat inspelen op ontwikkelingen in secundaire waarden. (Verhage, 2001)
4.4
Doelgroepstrategie (Stap 4)
Wanneer de omgeving van de organisatie geWanneer de organisatie inzicht heeft in haar
analyseerd is, dient een methode te worden
omgeving en de marktkansen kan zij een pro-
gekozen waarmee men het aanbod op de markt
duct of dienst aanbieden dat tegemoet komt
gaat zetten. Hierbij spelen segmentatie, doel-
aan de wensen en behoeften van haar klanten
groepbepaling en positionering een belangrijke
en tevens rekening houdt met andere (belang-
rol.
hebbende) partijen. Dit betekent overigens niet dat de wensen en capaciteiten van de organisa-
4.4.1
Segmentatie
tie onbelangrijk zijn en geen invloed uitoefe-
Wanneer een organisatie een bepaalde vraag-
nen op het aanbod. De kern van marketing
markt voor haar aanbod heeft vastgesteld, dient
voor de culturele non-profit organisatie ligt in
zij de keuze te maken uit drie verschillende
het feit dat zij producten en diensten kan aan-
type marktbenadering te weten: massamarke-
bieden die voldoen aan de wensen en behoef-
ting, segmentatiemarketing en 1 op 1 marke-
ten van haar doelgroep(en) binnen haar eigen
ting. Bij massa marketing beschouwd men de
capaciteiten en wensen. (Kolb, 2000) Om het
markt als een geheel. Hierin zijn uit efficien-
31
cyoverwegingen geen aparte groepen te onder-
geaardheid, geslacht, gezinsgrootte, gezinsle-
scheiden. Bij massa marketing richt de organi-
venscyclus, inkomen, beroep, opleiding, religie
satie zich op kenmerken die consumenten ge-
en nationaliteit. Bij geodemografie wordt on-
meen hebben. Op deze kenmerken wordt de
derzoek gedaan naar de relaties tussen geogra-
marketing afgestemd. Men richt zich op de
fische locatie en demografie. Psychografische
consumenten die in de meerderheid zijn. Het
segmentatie splitst de markt in verschillende
product, de prijs, de distributie en de promotie
groepen op grond van sociale klasse, levens-
wordt op hun wensen en behoeften afgestemd.
stijl of persoonlijkheid. (Kotler, 2003) Aan de
(Verhage, 2001). Wanneer een organisatie
hand van deze segmentatie kan nagegaan wor-
binnen de markt meerder groepen consumen-
den of er verschillen bestaan tussen de seg-
ten onderscheidt en hier de marketing op aan-
menten en het consumptiegedrag en de respons
past, is sprake van segmentatie marketing.
op marketinginstrumenten, de zogenaamde
Binnen de markt wordt gezocht naar groepen
gedragssegmentatie. Naast deze zogenaamde
of segmenten met overeenkomstige kenmer-
a-priorisegmentatie kan een organisatie klanten
ken. De marketingmix wordt op de kenmerken
achteraf segmenteren aan de hand van hun
van deze groepen aangepast. De meest speci-
transacties. Van de klanten die zich in deze
fieke manier van marketingtoepassing is 1-to-1
transactiesegmenten bevinden worden geogra-
marketing. Hiervan is sprake als voor elke
fie, demografie, geodemografie, psychografie
individuele consument een eigen marketingmix
van beschreven. (Boorsma, 1998) Om klanten
wordt toegepast. Customer Relationship Ma-
achteraf te kunnen segmenteren, is het noodza-
nagement is gebaseerd maatwerk voor elke
kelijk dat gegevens van deze klanten worden
individuele klant. Deze marketingtoepassing is
bijgehouden. Dit is een van de kernactiviteiten
echter erg kostbaar. Met de opkomst van ICT
van Customer Relationship Management, ook
is het echter mogelijk om voor grote hoeveel-
dit is beschreven in hoofdstuk 5.
heden individuele klanten een aparte marketingmix te implementeren. (Knox e.a., 2003)
4.4.2
Doelgroepbepaling
Meer hierover in hoofdstuk 5.
Wanneer een organisatie heeft gekozen om verschillende segmenten in de markt te onder-
De markt kan gesegmenteerd worden aan de
scheiden, dient de doelgroep gekozen te wor-
hand van de volgende criteria: geografie, de-
den. De doelgroep bestaat uit één of meerdere
mografie, geodemografie, psychografie en
segmenten en wordt gekozen op basis van
gedrag. Geografische segmentatie is het op-
verschillende factoren als grootte, groeipoten-
splitsen van de markt in verschillende geogra-
tieel en bereikbaarheid. Tevens dient rekening
fisch bepaalde eenheden, zoals naties, deelsta-
te worden gehouden met de concurrenten die
ten, regio’ s, provincies, steden of wijken. De-
deze doelgroep bedienen. Naast externe facto-
mografische segmentatie onderscheid de markt
ren waarmee rekening gehouden dient te wor-
op basis van onder andere leeftijd, seksuele
den, spelen ook interne factoren een rol. Zo
32
dienen segmenten te passen bij de doelstellin-
klanten gekeken. Naast een duidelijke keuze
gen en competenties van de organisatie. Een
voor een van genoemde strategieën kan een
organisatie kan ervoor kiezen om zich op een
organisatie ook een combinatie van strategieën
specifiek marktsegment te richten. Het aanbod
inzetten om te komen tot concurrentievoordeel.
wordt dan ook aangepast aan de wensen en
(Peelen, 2003
behoeften van dit specifieke segment. Deze strategie wordt ook wel geconcentreerde mar-
4.5
Implementatie (Stap 5)
keting genoemd. De organisatie kan er ook
Op het moment dat organisaties een helder
voor kiezen om zich om meerdere segmenten
beeld hebben van hun doelgroep, dient bepaald
te richten. Per segment wordt een passende
te worden hoe de invulling van het aanbod er
marketingmix geïmplementeerd. Er is sprake
precies uit moet om zo goed mogelijk in de
van gedifferentieerde marketing.
wensen en behoeften van de doelgroep te kunnen voorzien. Hierbij dient tevens rekening
4.4.3
Positionering en het behalen van
gehouden te worden met de missie van de or-
concurrentievoordeel
ganisatie. Er zal naar gestreefd worden om de
Wanneer een organisatie de doelgroep bepaald
wensen en behoeften van beide partijen te
heeft, dient een strategie bepaald te worden
maximaliseren. Het aanbod kan onderverdeeld
waarmee men zich wil positioneren in de
worden in het product, de prijs, de plaats en de
markt. Hierbij speelt met name de concurrentie
promotie. Naast deze traditionele onderverde-
een belangrijke rol. Door middel van positio-
ling kan een vijfde p onderscheiden worden.
nering wordt getracht om concurrentievoordeel
De p van personeel. Daar het personeel van
te behalen. De aanbieder dient zich dan ook te
culturele non-profit organisaties een belangrij-
differentiëren van de concurrent. Deze diffe-
ke spil vormt in het tot stand komen van het
rentiatie kan gebaseerd worden op het product
totaalaanbod, wordt ook deze p besproken.
of de dienst, de service, het personeel en het imago. Treacy en Wiersema onderscheiden
4.5.1
Product
drie strategieën waarmee concurrentievoordeel
Een product kan onderverdeeld worden in vier
behaald kan worden. Operationale excellence
niveaus te weten: core product, facilitating
is een strategie waarbij organisaties proberen
product, supporting product en augmented
een combinatie van prijs, kwaliteit en koopge-
product. (Kotler, 1999) Het core product be-
mak te vinden die geen van de concurrenten
staat uit hetgeen de klant koopt. Wanneer we
kan evenaren. Bij productleadership wil men
over een poppodium spreken is het core pro-
de klant verbazen, grenzen verleggen en het
duct de voorstelling die door het podium ge-
onbekende ontdekken. Bij customer intimacy
programmeerd wordt. Het facilitating product
trachten organisatie een relatie op te bouwen
bestaat uit de diensten of goederen die aanwe-
met de klant. Er wordt niet zozeer naar de
zig dienen te zijn om gebruik te kunnen maken
markt, maar naar de individuele wensen van
van het core product. Bij een poppodium be-
33
staat het facilitating product onder andere uit
dan ook gebaseerd worden op een zo hoog
de versterkingsinstallatie en de sanitaire voor-
mogelijk bezoekersaantal en niet op het ren-
zieningen. Het supporting product bestaat uit
dement dat dit bezoekersaantal met zich mee-
extra’ s die het core product meerwaarde geven
brengt. Naast prijs in de vorm van geld, kan bij
en waardoor de organisatie zich van de concur-
de prijs van een dienst ook gedacht worden aan
rent kan onderscheiden. Bij een poppodium
de tijd en moeite die men moet opofferen om
zou dit een bijzonder horeca aanbod kunnen
gebruik te maken van de dienst. Elementen als
zijn. Het augmented product wordt gevormd
gastvrijheid, bereikbaarheid en toegankelijk-
door de toegankelijkheid, de atmosfeer, de
heid bepalen mede de bereidheid van de con-
interactie van de klant met de aanbieder, de
sument om gebruik te maken van het aanbod.
deelname van de klant en de interactie met klanten onderling.
4.5.3
Plaats (distributie)
De derde ‘p’ plaats staat voor de plaats waar 4.5.2
Prijs
het aanbod verkrijgbaar is. In de culturele non-
De prijs van een product of dienst is de waar-
profit sector is de plaats de locatie waar het
de, doorgaans in geld uitgedrukt, die bij de ruil
cultuuraanbod te beleven is. (Kolb, 2000) Op
door de aanbieder wordt verkregen. (Broere &
de plaats in de meest strikte vorm van het
Heuvel, 1994) Organisaties kunnen hun prijs
woord, kan de organisatie vaak weinig invloed
op verschillende wijzen vaststellen. De vraag-
uitoefen. De organisatie zelf kan slechts in
georiënteerde prijsvaststelling is gebaseerd op
beperkte mate invloed uitoefen op parkeerge-
de prijs waarbij de omzet maximaal zal zijn.
legenheid, bewegwijzering en openbaarver-
Deze wijze van prijsvaststelling is vaak geba-
voersverbindingen. (Broere & Heuvel, 1994)
seerd op inschattingen. Vooraf weet men im-
Op de verspreiding van de entreebewijzen die
mers nooit precies het bezoekersaantal bij een
toegang geven tot de beleving van het cultuur-
bepaalde prijs. De kostengeoriënteerde prijs-
aanbod, kan de organisatie echter meer invloed
vaststelling is gebaseerd op de kosten die de
uitoefenen. Naast directe distributie die plaats-
organisatie maakt en de opslag die de organisa-
vindt door de aanbieder zelf, maken veel orga-
tie wenst. In de culturele non-profit sector
nisaties gebruik van intermediairs voor het
komt het vaak voor dat hier subsidies en spon-
verkopen van toegangsbewijzen. Er is dan
sorbedragen vanaf getrokken worden. Zoals de
sprake van indirecte-distributie. Bij poppodia
naam al aangeeft is de concurrentiegeoriën-
is Ticketservice een belangrijke intermediair.
teerde prijsvaststelling gebaseerd op de prijs
De intensiteit en bereikbaarheid van de distri-
van de concurrent. Bij de missiegeoriënteerde
butie is bepalend voor de toegankelijkheid van
prijsvaststelling wordt de prijs gebaseerd op
de organisatie.
hetgeen de organisatie wil bereiken. Bij culturele non-profit organisaties spelen bezoekersaantallen vaak een voorname rol. De prijs zal
34
4.5.4
Promotie (communicatie)
4.5.5
Personeel
De laatste van de vier p’ s is de p van promotie.
Het personeel van een culturele non-profit
Deze benaming sluit echter andere manieren
organisatie kan de dienst en het product maken
om het aanbod onder de aandacht van de doel-
of breken. Wanneer de overige vier p’ s van de
groep te brengen uit. Communicatie is een
marketingmix aan de verwachtingen van de
betere formulering voor wat binnen marketing
consument voldoen maar de laatste p niet, kan
bedoeld wordt met promotie, namelijk de in-
dit ervoor zorgen dat het aanbod uiteindelijk
formatie-uitwisseling met personen, groepen
toch niet aan de wensen en behoeften van de
personen en organisaties. (Broere & Heuvel,
consument heeft voldaan. Het is dan ook be-
1994) Communicatie als instrument binnen de
langrijk dat er binnen de organisatie ‘a sense of
marketingmix bestaat uit elementen die in ver-
mission’ heerst. (Peelen, 2003) Het personeel
schillende combinaties met elkaar gebruikt
dient er alles aan te doen om de missie van de
kunnen worden. Deze combinaties vormen de
organisatie te bereiken.
communicatiemix, welke bestaat uit: reclame, sales promotion, direct mail, persoonlijke ver-
4.6
koop, publiciteit en public relations. Reclame
De evaluatie van het marketingbeleid geeft
is elke vorm van niet-persoonlijke presentatie
aanknopingspunten voor het aanbrengen van
en promotie van producten of ideeën, waarvoor
veranderingen in planning en uitvoering.
wordt betaald door een herkenbare afzender,
(Broere & Heuvel, 1994) De analyse fase van
gericht op een relatief grote groep afnemers.
het marketingproces dient bij de evaluatie te
(Broere & Heuvel, 1994) Sales promotion is
worden onderzocht op veranderingen. Vervol-
een
de
gens dient de strategie en implementatie onder
prijs/waardeverhouding die erop gericht is de
de loep te worden genomen. Hebben deze er-
afzet over een korte periode te stimuleren.
voor gezorgd dat de doelstellingen zijn be-
Direct mail bestaat uit het digitaal of per post
haald? Zo nee, wat is daarvan de oorzaak?
tijdelijke
verbetering
van
Evaluatie (Stap 6)
verzenden van informatie of promotiemateriaal aan afnemers en potentiële afnemers. Bij persoonlijke verkoop wordt getracht door persoonlijk contact het gedrag van de doelgroep te beïnvloeden. Publiciteit is een gratis vorm van communicatie via publieksmedia. Public relations is het stelselmatig bevorderen van wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroepen. (Broere & Heuvel, 1994)
35
HOOFDSTUK 5 CUSTOMER RELATIONSHIP MANAGEMENT _____________________________________________ Door een uitgebreide literatuurstudie vooraf-
5.1
gaand aan het schrijven van dit hoofdstuk, is
In hoofdstuk vier is beschreven welke elemen-
duidelijk geworden dat er veel verschillende
ten een rol spelen binnen marketing. Uit de
meningen bestaan over wat Customer Relati-
geformuleerde definitie kwam naar voren dat
onship Management inhoudt. Naast het bestaan
de aandacht met name is gericht op het bevor-
van deze verschillende meningen, spreken ook
deren van het ruilproces. Door de relatie met
onderzoeksresultaten elkaar vaak tegen. In dit
de klant, stijgen de opbrengsten van de organi-
hoofdstuk is CRM beschreven door meningen
satie op lange termijn. Deze nieuwe marke-
weer te geven van verschillende deskundigen.
tingconceptie wordt ook wel aangeduid met de
Deze meningen vullen elkaar aan, waardoor
term ‘relatiemarketing’ . Het volgende over-
een zo compleet mogelijk beeld is ontstaan
zicht laat de verschillende marketingconcepties
over wat CRM omvat.
zien van de periode 1950 tot heden.
Periode
De relatie tussen marketing en CRM
Marketingconceptie
Overheersende marketingoriëntatie
Klassieke marketingconceptie
Oriëntatie op transacties en productkenmerken
Geïntegreerde marketingconceptie
en productwaarden (merken) (intern gericht)
Maatschappelijke marketingconceptie
Oriëntatie op doelgroepen en andere belangen-
(globaal) 1950-1970 1970-1983
groepen 1983-1994
Marktgedreven (doelgroepen)
Oriëntatie op doelgroepen en individueel gerichte communicatie
1994-1997?
Individuele klantrelaties (klant onderdeel van Klantgerichte oriëntatie met ‘services’ en modudoelgroep met generieke wensen)
1997-?
laire producten
Gebaseerd op individuele klantwensen en Klantgericht oriëntatie gericht op individuele klantbehoeften
wensen/klantparticipatie en interactie
Tabel 5.1 Marketing van 1950 tot heden (Hoogendoorn, 1999)
36
De blauw gedrukte tekst geeft de nieuwe
Peelen (2003) noemt CRM een bedrijfsstrate-
marketingconceptie weer, welke is gebaseerd
gie. Hij stelt eveneens dat CRM de gehele
op de klantrelatie. In hoofdstuk 4 is marketing
organisatie raakt: “ de marketing, IT, service,
omschreven als ‘een tal van activiteiten gericht
logistiek, financiën, productie en ontwikkelin-
op het realiseren van transacties’ . Dit gebeurt
gen, HR, het management et cetera.” De be-
door het onderscheiden van verschillende
naming managementproces van Verhoef en
doelgroepen en het aanpassen van met name de
Langerak is minder breed dan de benaming
communicatie op deze doelgroepen. Marketing
van Peelen die CRM ziet als bedrijfsstrategie.
omvat echter meer dan deze beschrijving. Er is
Verhoef en Langerak doelen met name op de
voor gekozen om de nieuwe marketingconcep-
klantgerichte besturing van de organisatie.
ties niet in hoofdstuk 4 te vermelden, daar deze
Peelen betrekt echter alle werknemers bij
een belangrijk deel uit maken van Customer
CRM. Hij geeft dan ook de volgende definitie:
Relationship Management. Deze concepties zullen aan bod komen in dit hoofdstuk.
“ CRM is een bedrijfsstrategie die erop is gericht duurzame, wederzijds profijtelijke indivi-
Verhoef en Langerak van de Erasmus Univer-
duele klant-leverancierrelaties te ontwikkelen
siteit te Rotterdam, geven de volgende definitie
en die gebaseerd is op een ICT-infrastructuur
van CRM:
die goed gedefinieerde en beheerste processen ‘enabled’ en bekwaam personeel in de gele-
“ CRM is het managementproces dat gefocust
genheid stelt optimaal te functioneren” .
is op het ontwikkelen en onderhouden van relaties met individuele klanten op zo’ n manier
In de volgende paragrafen wordt beschreven
dat waarde wordt gecreëerd voor zowel de
op welke manier de lange termijn relatie met
klant als de onderneming. Klantendatabases,
de klant bereikt kan worden en wat het nut van
statistische decision support tools en interac-
deze relatie uiteindelijk is.
tieve communicatietechnieken faciliteren dit managementproces. Zoals uit deze definitie blijkt is CRM een managementproces. Om klantrelaties te realiseren is meer nodig dan marketing. “ De hele organisatie dient gedreven te worden door het verlangen waarde voor klanten te creëren, met bijbehorende commitment van de top, een geschikte organisatiestructuur en een cultuur in het bedrijf waarin alles om de klant draait.” (Verhoef & Langerak, 20003)
37
5.2
klantkennis
gemaakt. Indirect zorgen tevreden klanten voor
CRM is een middel waarmee organisaties hun
gratis reclame wanneer zijn anderen over de
winst op lange-termijn kunnen laten toenemen.
organisatie vertellen. Maar met de tevreden-
De winst van een organisatie kan toenemen
heid van klanten is de loyaliteit van klanten en
door:
daarmee ook de relatie, nog niet geheel ge-
1. nieuwe klanten te werven
waarborgd. Tevens meent van Tricht (2002)
2. de winstgevendheid van bestaande
dat naast tevredenheid, het vertrouwen van de
klanten te vergroten
klanten in de organisatie, de kwaliteit van de
3. 3de levensduur van klanten (voor de
alternatieven en de investering in de relatie,
organisatie) vergroten (van Tricht,
factoren zijn die de loyaliteit beïnvloeden. Een
2002)
onderzoek van Intersumma onder Nederlandse bedrijven heeft deze factoren bevestigd door aan te tonen dat tevreden klanten niet altijd loyaal zijn en ontevreden klanten niet altijd disloyaal zijn. (Fetter-Grotendorst, 2001) Verhoef en Langerak (2003) stellen dat het verband tussen tevredenheid en loyaliteit niet Figuur 5.1 Waarde optimalisatie model (van Leeuwen, 2003)
Het doel van CRM is het opbouwen van lange-
lineair is. Slechts extreme (on)tevredenheid hangt samen met trouw. Figuur 5.2 laat dit zien.
termijn relaties met geselecteerde (waardevol-
loyaliteit
le) klanten. (Shawky & Slot, 2000) Door deze relaties wordt de winstgevendheid (2) en levensduur (3) van klanten gestimuleerd. Tevens zorgen de relaties met bestaande klanten indirect voor nieuwe klanten (1). Om een relatie op te bouwen met klanten, dient
Tevredenheid Figuur 5.2 non-lineaire relatie tussen tevredenheid en customer loyalty
een organisatie haar klanten te kennen. (Peelen, 2000) Door deze kennis kan het aanbod van de organisatie aangepast worden aan de wensen en behoeften van de klant, waardoor
5.3
Typen klantgegevens
de klanttevredenheid toe zal nemen. Van
Davis en Manrodt (1996) onderscheiden vijf
Tricht (2002) stelt dat klanten die tevreden zijn
typen klantgegevens:
meer afnemen en dat zij minder prijsgevoelig
1. Beschrijvende data. Hieronder vallen ge-
zijn. Tevens hoeven voor deze klanten minder
gevens als naam, adres, woonplaats, ver-
operationele- en acquisitiekosten te worden
jaardagen en aantal gezinsleden.
38
2. Status data. Dit zijn gegevens omtrent reserveringen, rekeningen en orders.
organisatie wordt bepaald door verwachtingen van de klant over de toekomst. De organisatie
3. Speciale wensen of voorkeuren. Deze ge-
dient er met behulp van de klantgegevens voor
gevens maken het mogelijk het aanbod aan
te zorgen dat zij de klant steeds een stapje voor
te passen aan de wensen en behoeften van
is. Dat wil zeggen dat zij wensen en behoeften
de klant.
van de klant dient te signaleren voor de klant
4. Historische data. Deze gegevens geven de
deze zelf expliciet aangeeft. Dit kan gereali-
geschiedenis van de relatie tussen de klant
seerd worden door het analyseren van eigen en
en de organisatie weer. Aan de hand van
externe klantgegevens. Wanneer een klant past
deze data kan de klantwaarde berekend
in een bepaald klantprofiel kan het consumen-
worden.
tengedrag voorspeld worden. (Pine II &
5. Relatie-specifieke data. Dit zijn gegevens over de communicatie met de klant.
Gilmore, 2001) De kwaliteit van alternatieven is tevens een factor die van invloed is op de
Naast het zelf verzamelen en bijhouden van
loyaliteit. Wanneer het totale aanbod van de
deze gegevens, kunnen organisaties gegevens
organisatie optimaal is, zorgt dit ervoor dat het
kopen of lenen van andere organisaties. De
aanbod van de concurrent van mindere kwali-
gegevens worden opgeslagen in een database
teit kan zijn in de ogen van de klant. Deze zal
waardoor er analyses mee uitgevoerd kunnen
hierdoor minder snel wisselen van leverancier.
worden.
Ook is de investering in de relatie van invloed op de loyaliteit. Hoe meer investeringen, hoe
5.4
Wat te doen met de klantgegevens?
groter het commitment in de relatie. Door loya-
Wanneer een organisatie over bovenstaande
liteitsprogramma’ s kan een organisatie de in-
klantgegevens beschikt, betekent dit nog niet
vestering van een klant beïnvloeden. Een
dat er een relatie met de klant tot stand ge-
voorbeeld hiervan is de spaarzegel. Wanneer
bracht is. Hiervoor is het nodig dat de factoren
een klant zegels van de organisatie spaart, stopt
die van invloed zijn op de loyaliteit (zie para-
hij hier tijd in.Er moet immers geplakt worden.
graaf 2.3) positief beïnvloed worden. Tevre-
Wanneer het spaarboekje halfvol is zal de klant
denheid kan gecreëerd worden wanneer het
niet snel een soortgelijk aanbod bij de concur-
aanbod (product, service en dienstverlening)
rent afnemen. Het geld en de tijd die in het
gelijk is aan de wensen en verwachtingen van
halfvolle spaarboekje zitten, wil hij graag te-
de klant. (van Tricht, 2002) Beter is het wan-
rugverdienen door het boekje vol te plakken en
neer meer dan voldaan wordt aan deze wensen
in te leveren.
en verwachtingen. Dit omdat veel klanten het woord tevredenheid niet gebruiken om een positief gevoel uit te drukken, maar om de afwezigheid van een negatief gevoel weer te geven. (McCarthy, 1997) Het vertrouwen in de
39
5.5
Aanpassen van het product of de
plaats van een klant automatisch gereserveerd
dienst aan de individuele klant
worden. Wanneer de organisatie over veel
Zoals in hoofdstuk 4 is beschreven worden er
klantkennis beschikt, is zij op de hoogte van
binnen marketing drie marktbenadering onder-
wensen en behoeften die zij in eerste instantie
scheiden. Dit zijn massamarketing, segmenta-
niet zelf kan vervullen, maar die wel te maken
tiemarketing en 1-op-1 marketing.
hebben met het core product. Een voorbeeld
aaaaaaaaa aaaaaaaaa aaaaaaaa Massamarketing
aaa
bbbb
cccc
dddd
ab c d e f g h i j klmnopqrs tuvwxyza 1-op-1 marketing
Segmentatiemarketing
Figuur 5.3 Van Massamarketing naar 1-op-1 marketing (bewerking van Verhage, 2001)
De 1-op-1 marktbenadering ligt ten grondslag
van deze enhanced need set is de behoefte van
aan CRM. Door klantkennis kunnen het pro-
de klant aan een cd van de optredende artiest.
duct of de dienst en de communicatie, aan de
De organisatie kan hierop inspelen door het in
wensen en behoeften van de klant worden aan-
samenwerking met de artiest, aanbieden van
gepast. Een product of dienst kan onderver-
cd’ s na afloop van het optreden. Het is van
deeld worden in drie verschillende delen: het
belang dat organisaties nagaan welke deel van
core product, de product-service bundel en de
hun product of dienst aangepast kan worden
enhanced need set (Peppers & Rogers, 1997)
aan de individuele klant en welke veranderin-
Het core product is het fysieke product of de
gen in de organisatie hiervoor nodig zijn.
dienst zonder extra’ s. De product-service
Wanneer het product of de dienst per klant
bundle bestaat uit de diensten en extra’ s. De
verschilt, kan eveneens differentiatie aange-
enhanced need set omvat de wensen van de
bracht worden in de prijs. De prijs kan geba-
klant die gerelateerd zijn aan het core product,
seerd worden op wat de klant bereid is te beta-
maar er niet direct mee te maken hebben.
len of op de kosten van het aangepaste product.
Wanneer het core product wordt aangepast aan
Hierbij is het belangrijk dat rekening wordt
de individuele klant, dient het product in losse
gehouden met de acceptatie van klanten van dit
componenten leverbaar te zijn. (Janssen, 1998)
gedifferentieerde dan wel discriminerende
Gekeken naar het aanbod van culturele organi-
prijsbeleid. (Peelen, 2003)
saties is dit niet mogelijk. Het core product bestaat immers uit het optreden dat gegeven
5.6
Aanpassen van de communicatie aan
wordt. Alle klanten consumeren het product
de individuele klant
tegelijkertijd. De product-service bundle kan
Communicatie vormt de basis voor een goede
bij culturele organisaties worden aangepast aan
relatie. (Shawky & Slot, 2000) De communica-
individuele klantwensen. Zo kan de favoriete
tie tussen klant en leverancier kan via verschil-
40
lende kanalen verlopen. Bij de keuze van het
ken ervoor dat grote hoeveelheden klantgege-
kanaal spelen persoonlijke voorkeur, het tijd-
vens kunnen worden opgeslagen, geanalyseerd
stip van de dag, de locatie, de stemming en de
en met één druk op de knop kunnen worden
reden tot communiceren een rol. De communi-
geraadpleegd. Ten tweede is een groot netwerk
catie is optimaal aangepast wanneer klanten
van interactieve communicatiemiddelen ont-
via alle mogelijke kanalen kunnen communice-
staan, waardoor op een eenvoudige en goedko-
ren op het tijdstip dat zij prefereren. Hierbij is
pe wijze met de klant kan worden gecommuni-
het van belang dat de klant in het kanaal her-
ceerd. Ten derde kunnen met behulp van IT
kend wordt, zodat deze niet telkens opnieuw
producten en diensten worden aangepast aan
wensen en voorkeuren hoeft op te geven. (van
specifieke klantwensen. Dit gebeurt door mass-
Tricht, 2002) Naast de verschillende kanalen
customization, oftewel het leveren van compo-
via welke klanten contact op kunnen nemen
nenten waarmee een individueel eindproduct
met de organisatie, dienen ook de kanalen via
kan worden samengesteld. (Peelen, 2003) Zo-
welke de organisatie de klant benadert, geïndi-
als in paragraaf 4.5.1 besproken is, kan het
vidualiseerd te worden. Hierbij speelt niet al-
aanbod op verschillende niveaus worden aan-
leen het kanaal een rol, maar ook de wijze van
gepast aan de klantwensen. Met behulp van IT
overbrenging van de boodschap. Deze kan
worden binnen de database verschillende
bijvoorbeeld aangepast worden aan het jargon
klantgroepen
van de klant.
ontstaan door eerst te zoeken naar verschillen-
onderscheiden.
Klantgroepen
de tussen klanten en dan pas de klanten die 5.7
Informatietechnologie
en
Mass-
Customization
overeenkomen bij elkaar te brengen. (van Leeuwen, 2003)
In het voorgaande is gesproken over het aanpassen van het aanbod aan de wensen en be-
Klantengroepen kunnen op basis van verschil-
hoeften van de individuele klant, door het bij-
lende factoren samengesteld worden:
houden van klantgegevens in een database.
•
klantwaarde
Wanneer dit aanbod werkelijk zou worden
•
klantbehoeften
aangepast aan de wensen en behoeften van
•
relatiebereidheid
elke aparte klant, zouden de opbrengsten niet
•
een combinatie van boven-
opwegen tegen de kosten. Met behulp van
staande drie factoren
informatietechnologie (IT) kan een winstge-
Zoals bovenstaande opsomming laat zien, spe-
vende 1-op-1 relatie worden opgebouwd. Pep-
len niet alleen de klantbehoeften een rol bij het
pers en Rogers (1997) stellen dat er drie be-
vormen van klantgroepen. Klantwaarde en
langrijke ontwikkelingen in de IT zijn waar te
relatiebereidheid zijn tevens belangrijke facto-
nemen die zorgen voor de mogelijkheid om
ren waardop een organisatie haar strategie kan
een winstgevende relatie te realiseren. Ten
baseren. De volgende paragraaf gaat dieper in
eerste zorgen ver gevorderde databasetechnie-
op klantwaarden.
41
5.8
Klantwaarden
ganisatie. Het klantaandeel is het percentage
De huidige klantwaarde geeft aan hoeveel een
van de totale bestedingen aan producten in de
klant op dat moment financieel waard is voor
van toepassing zijnde productcategorie, die de
de organisatie, wanneer zijn huidige aankoop-
klant bij de organisatie doet. Dixon merkt ove-
gedrag zich onder normale omstandigheden
rigens wel op dat rekening dient te worden
blijft voortzetten. (van Leeuwen, 2003)
gehouden met inflatie en ontwikkelingen in het
De huidige klantwaarde kan beïnvloed
gedrag van de klant.
worden door marketingacties of door het opbouwen van een klantrelatie. Bij een inschatting van het effect van de marketingacties kan ingeschat worden hoe de financiële waarde van de klant zich in de toekomst ontwikkelt tot de potentiële klantwaarde. CRM-kenners adviseren vervolgens om die klanten met zowel een te lage huidige
Figuur 5.4 Financial value of an audience member (Dixon, 2003)
als potentiële klantwaarde, af te stoten. De
Aan de hand van de financiële waarde van de
waarde is te laag, wanneer de kosten niet op
klanten, kan een klantpiramide opgesteld wor-
wegen tegen de inkomsten van de klant. In de
den. Deze piramide geeft inzicht in het percen-
culturele sector is deze aanpak minder van
tage klanten dat zorgt voor een bepaald percen-
belang. Een culturele organisatie zal over het
tage van de winst. De percentages die in figuur
algemeen geen klanten wegsturen omdat deze
5.5 vermeld worden zijn slechts indicaties. De
niet winstgevend zouden zijn. Wel kunnen
precieze percentages zijn sterk afhankelijk van
culturele organisaties hun klanten indelen op
het organisatietype.
financiële waarde. Op basis van deze financiële waarde kunnen vervolgens beslissingen genomen omtrent marketingacties. David Dixon (2003), consultant voor culturele organisaties, stelt dat de financiële waarde van een klant bepaald kan worden aan de hand van figuur 5.6. Dit model houdt echter alleen rekening met de uitgaven van klanten. Van Leeu-
Figuur 5.5 De Klantpiramide (Peelen, 2003)
wen (2003) stelt dat naast de uitgaven, ook de retentie en het klantaandeel onderdeel uit maken van de financiële waarde. De retentie is het aantal keren dat de klant terugkeert bij de or-
42
5.9
Bedrijfscultuur
marketing de organisatie of het aanbod dient te
Peelen (2000) stelt dat CRM verder reikt dan
beheersen. Maar het betekent dat er soms een
marketing en ICT. “ Haar realisatie raakt elke
compromis gesloten moet worden tussen de
vezel van de organisatie en vraagt om een lan-
wensen van de klanten en de artistieke doel-
ge adem” . Ook McCarthy (1997) meent dat
stelling van de organisatie. Doordat een vaak
een lange adem nodig is bij het realiseren van
een groot deel van het personeel van culturele
klantrelaties. De relatie kan niet bereikt wor-
organisaties bestaat uit vrijwilligers, is het
den met een ad-hoc aanpak en het is ook niet
moeilijk om personeel met financiële middelen
voldoende om de aandacht te richten op een of
te motiveren. Dit kan resulteren in niet-
twee afdelingen. McCarthy stelt “ Iedereen –
klantgerichte werknemers. Een grote inzet bij
iedereen!- moet onderdeel zijn van de oplos-
de werkzaamheden wordt immers niet beloond.
sing, zo niet, dan zijn ze onderdeel van het
(Kolb, 2000)
probleem” . Het doel van de organisatie dient te zijn gericht op het bestaan voor de afnemer. Hierbij is het noodzakelijk dat de organisatie zich bewust is van de eigen identiteit, het imago en de groep waarmee men een relatie wenst. Hiervoor dienen alle medewerkers zich te verplaatsen in de relaties. (Peelen, 2003) Lotgerink (2000) stelt dat medewerkers en managers zich bewust moeten zijn van de noodzaak om door middel van voortdurende ontwikkeling van hun competenties, bij te dragen aan de competenties van de organisatie, om steeds meer waarde te leveren voor haar klanten. McCarthy (1997) verwoordt dit als volgt: “ als u wilt dat uw klanten loyaal zijn moet u uw personeel het juiste gedrag inprenten, zodat ze bereid zijn zich in te zetten, niet hier en daar in uw organisatie, maar overal”. Binnen culturele organisaties houdt de marketingafdeling zich vaak afzijdig van de ontwikkeling van het culturele programma. Hierdoor kan het aanbod niet beïnvloed worden door eisen van de marketingafdeling. Door veranderingen in subsidie-eisen is samenwerking noodzakelijk geworden. (Kolb, 2000) Dit betekent niet dat
43
HOOFDSTUK 6 MARKETINGTOEPASSINGEN POPPODIA _____________________________________________ Dit hoofdstuk geeft inzicht in de marketingtoe-
6.1
Beperkingen onderzoek
passingen van Nederlandse poppodia. In de
Het aantal poppodia dat heeft meegewerkt aan
enquête zijn negen vragen over het marketing-
dit onderzoek bedraagt tweeëntwintig. Dit is
beleid van poppodia opgenomen. Deze vragen
bijna 35% van de operationele populatie.
kunnen onderverdeeld worden in de categorie-
Wanneer een steekproef zou zijn getrokken
en:
zou deze uit ten minste 55 poppodia dienen te •
Analyse
bestaan. (Ranshuysen, 1999) Bij medewerking
•
Strategie
van 55 podia zou met 95% zekerheid gesteld
•
Implementatie
kunnen worden dat de antwoorden niet meer
Aan de hand van frequentietabellen wordt per
dan 5% afwijken van de werkelijkheid. Even-
categorie beschreven op welke wijze poppodia
eens zouden kruistabellen kunnen worden ge-
hun marketingbeleid invullen. Met behulp van
maakt welke verbanden weergeven die voor
kruistabellen zijn verbanden gezocht tussen
95% betrouwbaar zijn. Daar het aantal onder-
verschillende antwoorden en organisatie ken-
zochte eenheden in dit onderzoek minder dan
merken. Aan de hand van de kwantitatieve
55 bedraagt, is dit onderzoek niet representa-
gegevens zijn conclusies opgesteld. Deze wor-
tief voor de gehele operationele populatie, of
den onderbouwd of verworpen en vervolgens
ook wel de poppodia die zijn aangesloten bij
becommentarieerd door de kwalitatieve gege-
de VNP. De percentages die in dit hoofdstuk
vens die verkregen zijn uit interviews. Een
genoemd worden zijn van toepassing op de
samenvatting van het totaal van de kwantita-
tweeëntwintig onderzochte poppodia. Deze
tieve gegevens, wordt gegeven door een zoge-
percentages kunnen niet overgenomen worden
naamd spiderplot. Dit spiderplot geeft inzicht
wanneer de gehele subsector wordt bedoeld.
in het niveau waarop de A-, B- en C-podia zich
Dit onderzoek schetst een beeld van de situatie
bevinden. Dit niveau wordt bepaald aan de
in de subsector poppodia. Met name de kwali-
hand van een theoretisch nul- maximumpunt
tatieve gegevens zijn van groot belang bij het
dat gebaseerd is op de hoofdstukken 4 en 5. In
tot stand komen van dit beeld. Bij het verzame-
hoofdstuk 7 wordt een beeld geschetst van de
len van de kwalitatieve gegevens is vaak door-
CRM-activiteiten van poppodia. Naast een
gevraagd en zijn voorbeelden gegeven. Hier-
analyse van de onderzoeksgegevens, worden in
door kunnen de antwoorden van respondenten
paragraaf 6.1 de beperkingen van het onder-
van de online enquête afwijken van de ant-
zoek besproken.
woorden van geïnterviewden. Dit eventuele
44
verschil wordt beschreven in de paragrafen die
wordt in de tabellen en grafieken in het vervolg
direct volgen na de kwantitatieve analyse.
van dit hoofdstuk en in hoofdstuk 7 in de legenda vermeld. (Zie bijlage IIa t/m d)
6.2
Analyse
In deze paragraaf wordt besproken op welke
Aan de hand van bovenstaande kwantitatieve
wijze poppodia de analytische fase van hun
gegevens kan de volgende conclusie worden
marketingbeleid invullen.
getrokken:
6.2.1
Het al dan niet doen van onderzoek is afhanke-
Kwantitatieve gegevens
Onderstaande grafiek laat zien welke percenta-
lijk van de podiumgrootte.
ges van de A-, B- en C-podia onderzoek doen naar de tevredenheid van klanten, nieuwe
6.2.2
Kwalitatieve gegevens
markten en doelgroepen, concurrentie en het
Een aantal van de geïnterviewde podia die
effect van marketingacties.
onderzoek doen, laat dit onderzoek uitvoeren door een stagiair. Tevens wordt door een groot aantal podia gebruik gemaakt van externe
100
A-podia; N=7
80
B-podia; N=11
60
C-podia; N=4 Totaal; N =22
40 20 0
Klanttevredenheid
Nieuwe markten en doelgroepen
Concurrentie
Marketingresultaten
Grafiek 6.1 Onderzoek In procenten van vertegenwoordiging podiumtype in onderzoekspopulatie; N =22
Uit deze grafiek blijkt dat geen van de C-podia
onderzoeken. Dit zijn veelal onderzoeken die
onderzoek doet naar concurrentie en naar de
gedaan zijn door gemeenten, hogescholen of
effecten van marketingacties. Van het totaal
de Vereniging van Nederlandse Poppodia.
aantal onderzochte podia doet de meerderheid
Kleine podia verzamelen een groot aantal ge-
onderzoek naar klanttevredenheid. De helft van
gevens door te praten met klanten en andere
de podia onderzoekt marketingresultaten. De
informatiebronnen. Hoewel deze gegevens
minderheid van de totale podia onderzoekt
zeer waardevol (kunnen) zijn, zijn deze gege-
nieuwe markten en doelgroepen en concurren-
vens vaak niet representatief voor het gehele
tie. Bij onderstaande tabel dient opgemerkt te
publiek of de gehele markt. Grotere podia on-
worden dat de ongelijke grootte van de groe-
derzoeken de klanttevredenheid door enquêtes
pen A-, B- en C-podia kan leiden tot een verte-
te houden onder het publiek. Een geïnterview-
kend beeld. Het aantal podia dat vertegen-
de vertelde: “ Met enquêtes wordt aan mensen
woordigd is in de groepen A-, B- en C-podia,
gevraagd wat ze vinden van de klantvriende-
45
lijkheid, het aanbod, de voorzieningen, het
terhalen via welke kanalen klanten aan infor-
personeel, waar ze info vandaal halen en wat
matie zijn gekomen. Een aantal podia gebruikt
ze graag zouden willen zien. Meestal krijg je
hiervoor antwoordcoupons die korting geven
dan onbetaalbare bands voorgeschoteld” .
op een bepaalde voorstelling. Slechts enkele
Toch is een aantal podia bang dat klanten geïr-
podia noteren van ‘deurkopers’ via welke ka-
riteerd raken door het grote aantal vragen dat
nalen zij informatie hebben verkregen. Tevens
zij maandelijks moeten beantwoorden bij ver-
wordt bij een aantal podia bij informatieaan-
schillende organisaties. Om meer te weten te
vraag naar deze gegevens gevraagd. Veel bij
komen over potentiële klanten worden regel-
Ticketservice aangesloten podia achterhalen
matig
uitge-
voorverkoopcijfers om de publiciteit bij te
voerd door externe organisaties. Met name dit
sturen. Een aantal podia verkrijgt kostbare
type onderzoek wordt veelal verricht door ge-
informatie door contact te onderhouden met
meenten. Gemeenten doen ook regelmatig
platenzaken of platenlabels. Hierbij gaat het
onderzoek naar de vrijetijdsbesteding. Eén
met name om onderzoek naar nieuwe markten
podia gaf aan dat dergelijk onderzoek heeft
en doelgroepen en concurrentie. Een groot
aangetoond, dat naast het podium andere orga-
aantal van de geïnterviewde podia zegt bij te
nisaties ook baat hebben bij podiumbezoek.
houden hoe het aanbod van de concurrentie er
Een concertbezoek aan desbetreffend podium
uit ziet, door het bekijken van websites en
gaat vaak gepaard met horeca- en winkelbe-
programmaboekjes. Hetgeen wat onder con-
zoek. Één van de respondenten vertelde het
currentie wordt verstaan blijkt erg divers. Een
volgende over onderzoek naar nieuwe markten
aantal podia zegt concurrentie te ervaren van
en doelgroepen: “Nieuwe markten en doel-
poppodia in de omgeving. Dit is met name het
groepen, dat houd je gewoon zelf heel erg bij.
geval bij podia in de randstad. Deze podia
De pest met gesubsidieerde organisaties als
menen dat het publiek specifiek op het alterna-
wij zijn, is dat dingen de tijd nodig hebben.
tieve cultuuraanbod van poppodia afkomt. Bij
Maar voordat het publiek op de hoogte is van
podia buiten de randstad worden veelal andere
een bepaald aanbod, zijn wij alweer terugge-
uitgaansgelegenheden als concurrentie be-
floten door de gemeente omdat het in eerste
schouwd. Zij menen dat het publiek kiest voor
instantie te weinig geld in het laatje brengt” .
het leukste aanbod in de regio op desbetreffen-
naamsbekendheidonderzoeken
de avond. Één van de geïnterviewde stelde: Het merendeel van de geïnterviewde podia gaf
“Concurrentieonderzoek is niet nodig. We
aan moeite te hebben met het meten van resul-
trekken ons niks aan van wat de overige hore-
taten van marketingacties. Een groot aantal
ca doet. Die hebben een totaal andere doel-
grote en middelgrote podia laat de voorver-
groep” . Een aantal podia stelt vast dat consu-
koop via Ticketservice verlopen. Door de tus-
menten steeds meer “ omnivoren” worden op
senkomst van een externe organisatie bij de
het gebied van muziek. Hierdoor bezoeken zij
verkoop van tickets, is het moeilijk om te ach-
met hetzelfde gemak een houseparty als een
46
rockavond. Dit betekent voor de podia dat zij
formuleert een kwart van deze podia wel mar-
in mindere mate kunnen vasthouden aan doel-
ketingdoelstellingen. (Zie bijlage IIe t/m g)
groepen. Onderstaande tabel laat zien welk percentage 6.3
Strategie
van de verschillende podia, doelgroepen on-
In deze paragraaf wordt een beeld geschetst
derscheidt en de kenmerken van deze doel-
van de marketingstrategie van poppodia.
groepen omschrijft. Van de podia die verschillende doelgroepen onderscheiden, heeft bijna
6.3.1
Kwantitatieve gegevens
de helft deze doelgroepen omschreven.
Bijna driekwart van de onderzochte podia beschikt niet over een geschreven marketingplan. Wanneer het aantal aan dit onderzoek meewerkende A-, B- en C-podia evenredig zou zijn met de bij de VNP aangesloten poppodia, zou dit percentage nog lager zijn. Er zijn immers
Onderscheiden doelgroepen 7 10 2 19
A-podia; N =7 B-podia; N =11 C-podia; N =4 Totaal; N =22
Omschrijven doel-groepen 4 4 1 9
Tabel 6.2 Onderscheiden en omschrijven doelgroepen naar podiumgrootte In aantallen; N =22
relatief weinig C-podia in dit onderzoek verte-
De meerderheid van de onderzochte podia zegt
genwoordigd. Hoewel bij een groot aantal
onderscheid te maken met de benadering naar
organisaties
ontbreekt,
nieuwe en bestaande klanten. Bij de A- en B-
worden er bij een ruime meerderheid marke-
podia liggen de percentages ruim boven de
tingdoelstellingen geformuleerd. Deze marke-
50%. Bij de C-podia zegt een kwart onder-
tingdoelstellingen worden bijna altijd geher-
scheid te maken. (Zie bijlage IIh)
een
marketingplan
formuleerd wanneer blijkt dat deze eenvoudig of juist moeilijk haalbaar zijn. Formuleren marketingdoel-stellingen 14 Ja 8 Nee Totaal 22
Herformuleren marketingdoelstellingen 13 9 22
Geschreven marketingplan 7 15 22
Tabel 6.1 Frequentietabel marketingplan In aantallen; N =22 Grafiek 6.2 Onderscheid tussen bestaande en nieuwe klanten naar podiumgrootte In procenten van vertegenwoordiging podiumtype in onderzoekspopulatie
Wanneer de antwoorden op de vragen omtrent de strategiebepaling gekruist worden met kenmerken van de organisatie blijkt dat geen van
70
de C-podia beschikt over een geschreven mar-
50
ketingplan. Van de A-podia beschikt ruim de
30
B-podia; N =11 C-podia; N =4
40
helft over een marketingplan. Bij de B-podia
20
ligt dit percentage op een kwart. Hoewel de C-
0
podia niet over een marketingplan beschikken
A-podia; N =7
60
Totaal; N =22
10 Onderscheid bestaande/nieuwe klanten
47
Uit bovenstaande gegevens kan de volgende
stellingen worden veelal per voorstelling ge-
conclusie worden getrokken:
formuleerd. De kosten van een voorstelling worden bekeken waarna de te behalen inkom-
Uit het ontbreken van een marketingplan bij de
sten worden vastgesteld. Bij een aantal organi-
meerderheid van de podia, blijkt dat veel podia
saties is het behalen van winst op alle voorstel-
geen duidelijk beeld hebben van de marketing-
lingen niet nodig, daar er naast risicovoorstel-
strategie voor de aankomende periode.
lingen regelmatig winstgevende voorstellingen worden georganiseerd. Deze dekken de even-
6.3.2
Kwalitatieve gegevens
tuele verliezen van risicovoorstellingen. Een
Een aantal van de podia die niet over een ge-
groot aantal podia gaf aan dat 70’ s en 80’ s
schreven marketingplan beschikken, benadruk-
party’ s bijna altijd winstgevend zijn. Hier te-
te tijdens de interviews dat ondanks het ont-
genover kunnen bijvoorbeeld onbekende ar-
breken van een marketingplan er wel wordt
tiesten van het genre wereldmuziek worden
nagedacht over de te voeren marketingstrate-
geprogrammeerd. Aan subsidies van gemeente,
gie. Er wordt vaak geen marketingplan ge-
provincie en landelijke overheid zijn slechts
schreven omdat de kennis en tijd hiervoor ont-
globale voorwaarden verbonden. Er hoeft
breekt. Één van de geïnterviewde antwoordde
zelden aan eisen omtrent bezoekersaantallen of
het volgende op de vraag of er een marketing-
omzetcijfers te worden voldaan. Wanneer dit
plan aanwezig is: “ Nee, we doen het meer op
wel het geval is zijn de consequenties van het
inzicht en ervaring. We hebben ook maar een
niet voldoen aan deze voorwaarden weinig
beperkt aantal financiële middelen waarmee
ingrijpend. Dit is dan ook de reden dat er wei-
we marketingacties kunnen voeren. We kunnen
nig aandacht wordt geschonken aan langter-
wel leuk een marketingplan hebben maar als
mijn doelstellingen. Bij de meeste podia is het
we geen geld hebben om het waar te maken
een kwestie van ‘elke jaar het hoofd boven
houdt het op” . Een andere respondent vertelde:
water houden’ .
“We zijn natuurlijk maar heel klein en behoorlijk onprofessioneel. We doen eigenlijk maar een beetje” . Deze uitspraken zijn met name van toepassing op de kleine podia. Zoals in hoofdstuk 2 is beschreven beschikken de Cpodia over een klein aantal FTE’ s waardoor tijd schaars is. Er zijn echter ook C-podia die wel professioneel te werk gaan. De popmuziekwereld is aan veel veranderingen onderhevig waardoor het vaststellen van een langetermijnstrategie door zowel grote als kleine podia moeilijk en overbodig wordt gevonden. Doel-
48
6.4
Implementatie
Driekwart van de C-podia stemt de distributie
Deze paragraaf laat zien in welke mate de po-
meestal of in het geheel niet af op de doelgroe-
dia hun marketingstrategie implementeren.
pen. De overige podia zeggen dit soms wel en soms niet te doen. Naar het totaal beeld geke-
6.4.1
ken kan geconcludeerd worden dat een grote
Kwantitatieve gegevens
Tabel 6.3 laat zien in welke mate de verschil-
meerderheid van alle podia de distributie wel
lende podia hun aanbod afstemmen op wat zij
eens afstemt op de doelgroepen. (Zie bijlage
weten over hun doelgroepen.
IIj)
A-podia; N =7 B-podia; N =11 C-podia; N =4 Totaal; N =22
Ja, altijd 2 3 1 6
Ja, meestal 3 3 3 9
Soms wel/soms niet 1 4 0 5
Tabel 6.3 Afstemming aanbod op doelgroepen naar podiumgrootte In aantallen; N =22
Nee, nooit 1 1 0 2
Onderstaande tabel geeft inzicht in de mate waarin verschillende podia de prijs afstemmen op doelgroepen.
A-podia; N =7 B-podia; N =11 C-podia; N =4 Totaal; N =22
Ja, altijd 1 4 1 6
Ja, meestal 3 2 2 7
Soms wel/soms niet 2 2 0 4
Nee, meestal niet 0 2 1 3
Nee, nooit 1 1 0 2
Tabel 6.4 Afstemming prijs op doelgroepen naar podiumgrootte In aantallen; N =22
De communicatie wordt door alle podia afge-
Uit de kwantitatieve gegevens betreffende de
stemd op de doelgroepen. Bijna alle A-podia
marketingimplementatie kan de volgende con-
zeggen dit altijd te doen. Van de B-podia zegt
clusie worden geformuleerd.
één van de elf het soms wel en soms niet te doen. De overige B-podia zeggen altijd of
Het merendeel van de podia onderscheidt ver-
meestal de communicatie af te stemmen op de
schillende doelgroepen, maar heeft de kenmer-
doelgroepen. Bij de C-podia zegt de helft altijd
ken van deze doelgroepen niet in kaart ge-
de communicatie af te stemmen en de andere
bracht waardoor het moeilijk lijkt om aanbod,
helft zegt dit meestal te doen. (Zie bijlage IIi)
communicatie, distributie en prijs af te stemmen. Toch worden aanbod, communicatie,
De distributie wordt met name door de A-
distributie en prijs door de meerderheid van de
podia op de doelgroepen afgestemd. Geen van
podia afgestemd op verschillende doelgroepen.
deze podia stelt dit nooit te doen. Toch geeft de meerderheid van de A-podia aan de distributie
6.4.2
Kwalitatieve gegevens
niet altijd af te stemmen. Ook bij de B-podia
Bijna alle geïnterviewde podia onderscheiden
geeft de meerderheid aan de distributie af te
doelgroepen. Deze doelgroepen worden met
stemmen. Één podium zegt dit nooit te doen.
name op muziekgenre gebaseerd. Tevens ma-
49
ken bijna alle podia een duidelijk onderscheid
voorkeuren van doelgroepen, zou dit onder-
tussen bezoekers van concerten en dance-
scheidende vermogen teniet worden gedaan.
avonden. Hierbij stelt men dat op dance-
Bij doorvragen blijkt echter dat bij de pro-
avonden veelal dezelfde klanten aanwezig zijn,
grammering wel degelijk rekening wordt ge-
terwijl het publiek van een concert sterk wis-
houden met de wensen van de doelgroepen. Dit
selt. Zowel concerten als dance-avonden om-
uit zich met name in de goedlopende 70’ s en
vatten een groot aantal muziekgenres. De
80’ s party’ s die vaak worden geprogrammeerd.
doelgroepen die zijn verbonden aan de ver-
Door de veel voorkomende subsidie eis ‘het
schillende muziekgenres zijn vaak niet om-
aanbieden van een diverse programmering’
schreven omdat hierover geen twijfel zou kun-
wordt eveneens rekening gehouden met de
nen bestaan. De kenmerken van de doelgroe-
verschillende wensen en behoeften die leven
pen vloeien logischerwijs voort uit het mu-
bij de doelgroepen. Een respondent vertelde:
ziekgenre. De plaats waarop men de doelgroep
“Je ziet dat bij bepaalde muziekgenres het
kan bereiken, de wijze waarop en het tijdstip
publiek veel ouder is. Daar moet je ook reke-
waarop worden over het algemeen als logisch
ning mee houden. Met hoe je mensen aan-
ervaren. Een respondent vertelde: “Als je bij-
spreekt maar ook hoe vol je de zaal maakt.
voorbeeld punk hebt of metal, dat zijn van
Bijvoorbeeld bij Direct, dat was uitverkocht
oudsher groepen die je makkelijk onderscheidt.
maar daar hadden nog best mensen bij gekund.
Je ziet het zelfs al aan hun kleding vaak” . Een
En bij Baobab, dat is wereldmuziek, dat was
aantal podia maakt voor de specifieke invulling
ook uitverkocht en toen kregen we te horen dat
hiervan gebruik van personen uit ‘de scène’.
het te druk was. Net zoveel mensen maar een
Deze personen zijn bekend met de kenmerken
andere beleving” Hoewel bij de programme-
en gewoonten van de doelgroep en vormen dus
ring niet altijd rekening kan worden gehouden
een belangrijke informatiebron.
met de wensen en behoeften van doelgroepen in verband met beperkte financiële middelen,
Een groot aantal geïnterviewde podia meende
wordt de communicatie bijna altijd afgestemd.
in eerste instantie dat het aanbod niet wordt
De reden hiervoor blijkt de eenvoud te zijn.
afgestemd op de doelgroepen. De reden hier-
Promotiemateriaal kan vrij eenvoudig en
voor zou zijn dat men niet wil meegaan met de
goedkoop aangepast worden aan het program-
wensen van de massa. Poppodia staan immers
ma terwijl het programmeren van bij de doel-
voor een alternatief aanbod. De programmeur
groep passende voorstellingen vaak te duur
bepaalt het programma en hierbij speelt per-
voor het podium is. Een aantal van de kleine
soonlijke voorkeur een niet te onderkennen rol.
podia beschikt als promotiemateriaal slechts
Enkele podia zijn van mening dat de pro-
over een maandprogramma. Omdat hierin het
grammeur het podium maakt wat het is. Hier-
aanbod voor alle doelgroepen is opgenomen, is
door menen zij zich te onderscheiden van con-
het onmogelijk om de communicatie af te
currentie. Door in te spelen op wensen en
stemmen. Een groot aantal podia laat de voor-
50
verkoop enkel via Ticketservice verlopen. Hierdoor kan de distributie niet afgestemd worden. Enkele andere podia die eveneens bij Ticketservice zijn aangesloten breiden de distributiepunten voorafgaand aan bijzondere voorstellingen uit. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelgroep. De kosten voor externe voorverkoopadressen zijn voor kleine podia vaak te hoog. Hierdoor zijn zij gebonden aan de eigen locatie. Het afstemmen van de prijs waardoor de winst gemaximaliseerd kan worden, wordt door een aantal podia als onrechtvaardig beschouwd. Met name kleine podia hebben weinig commerciële ambities waardoor voor alle klanten de minimumprijs wordt gehanteerd.
51
6.5
Spiderplot
Uit het spiderplot is af te lezen dat de gemid-
In het onderstaande spiderplot is te zien op
delde scores van de podia ongeveer rond de
welke niveau de A-, B- en C-podia marketing-
helft van de te behalen maximale scores liggen.
toepassingen hanteren. Eveneens is te zien wat
De scores van A- en B-podia liggen dicht bij
het gemiddelde niveau is van alle podia teza-
elkaar. Analytisch en strategisch scoren de A-
men. De scores zijn gemiddelden van een aan-
podia iets hoger, maar bij implementatie liggen
tal vragen bij analyse, strategie en implementa-
de scores van de B-podia hoger. De C-podia
tie. Hierbij is rekening gehouden met de rele-
scoren ten opzichte van de A- en B-podia ana-
vantie van de verschillende vragen, welke is
lytisch en strategisch aanzienlijk lager. Het feit
gebaseerd op literatuurstudie. Deze relevantie
dat C-podia qua implementatie hoger scoren
komt tot uitdrukking in de wegingfactor die
dan A-podia, kan wellicht worden verklaard
aan elke vraag is toegekend. (Zie bijlage VI)
door een verkeerde interpretatie van vragen in
Het middelpunt van het spiderplot is het theo-
de enquête. De meerderheid van de C-podia
retische 0-punt. Dat wil zeggen dat theoretisch
heeft geen duidelijk beeld van de doelgroepen
gezien niets aan marketing gedaan wordt. De
maar uit de score op implementatie blijkt dat
uiteinden van de assen geven het maximale
alle podia zeggen het aanbod en de communi-
punt weer. In dit geval wordt het marketingbe-
catie af te stemmen op doelgroepen.
leid theoretisch gezien optimaal ingevuld. De as is verdeeld in vier punten. Het maximumpunt heeft waarde vier. In de legenda is af te lezen welke lijn en bijbehorende waarden bij welke groep poppodia behoort.
analyse
4
0 implementatie
strategie
A-podia
(A=2,14; S=2,97; I=2,37)
B-podia
(A=1,82; S=2,15; I=2,84)
C-podia
(A= 0,75; S=1,00; I=2,63)
Gemiddeld
(A=1,72; S=2,27; I=2,65)
52
HOOFDSTUK 7 CRM-TOEPASSINGEN POPPODIA _____________________________________________ In dit hoofdstuk wordt de toepassing van CRM
vraagde podia de beschikking over telefoon-
door poppodia wederom beschreven aan de
nummers De meerderheid van de B-podia is in
hand van frequentie- en kruistabellen, conclu-
het bezit van telefoonnummers van een gedeel-
sies en een discussies rondom deze conclusies.
te van de klanten. De C-podia beschikken over
Een samenvatting wordt gegeven door het
geen enkel telefoonnummer. De aankoop- en
zogenaamde spiderplot. De CRM-toepassingen
betalings- gegevens van bezoekers zijn bij
zijn weer onderverdeeld in de categorieën ana-
slechts een klein aantal van de poppodia aan-
lyse, strategie en implementatie. Tevens is de
wezig. Bij negentien van de tweeëntwintig
categorie organisatie opgenomen. Ook bij deze
onderzochte podia zijn deze gegevens in het
analyse dient rekening gehouden te worden
geheel niet aanwezig. (Zie bijlage IIIa t/m c)
met het feit dat het onderzoek niet representa-
A-podia;
B-podia;
C-podia;
N =7
N =11
N =4
N =22
Ja, van ong. de helft 1
2
0
3
Ja, van minderheid
3
5
1
9
Nee, niet aanwezig
3
4
3
10
Totaal
7
11
4
22
tief is voor alle bij het VNP aangesloten poppodia. 7.1
Analyse
In deze paragraaf wordt beschreven over welke
Totaal;
Tabel 7.1 Beschikking NAW-gegevens naar grootte podium In aantallen; N =22
klantgegevens poppodia beschikken.
A-podia; B-podia; C-podia;
Totaal;
N =7
N =22
N =11
N =4
Ja, van meerderheid 0
3
0
3
Ja, van ong. de helft
3
3
0
6
klantgegevens waarover de A-, B- en C-podia
Ja, van minderheid
4
5
2
11
beschikken. Ongeveer de helft van de podia
Nee, niet aanwezig
0
0
2
2
Totaal
7
11
4
22
7.1.1
Kwantitatieve gegevens
De tabellen hiernaast hebben betrekking op de
beschikt over NAW-gegevens en persoonlijke
Tabel 7.2 Beschikking e-mailadressen naar grootte podium In aantallen; N =22
interesses en voorkeuren van klanten. De meerderheid van de podia beschikt over e-
A-podia; B-podia; C-podia;
Totaal;
mailadressen. In de enquête is tevens gevraagd
N =7
N =11
N =4
N =22
Ja, van meerderheid 0
2
0
2
Ja, van ong. De helft 1
3
0
4
aankoopgegevens en betalingsgegevens van
Ja, van minderheid
2
0
5
klanten. Het merendeel van alle podia beschikt
Nee, niet aanwezig
3
4
4
11
Totaal
7
11
4
22
naar de beschikking over telefoonnummers,
over geen enkel telefoonnummer van klanten. Van de A-podia heeft één van de zeven onder-
3
Tabel 7.3 Beschikking persoonlijke interessen en voorkeuren klanten naar podiumgrootte; In aantallen; N =22
53
Naar aanleiding van bovenstaande antwoorden
nut van het bijhouden van klantgegevens voor
is de podia gevraagd of de gegevens worden
zijn podium niet inziet stelde: “ Ik zie het nut
opgeslagen in een database die voor alle me-
daar niet zo van in. Dat wordt een beetje het
dewerkers beschikbaar is en die regelmatig
Bonuskaart effect. Dat gaat mij een beetje te
wordt onderhouden. Hieruit is gebleken dat het
ver voor een poppodium” . Een klein aantal
merendeel van de podia dat over klantgegevens
podia vindt het zonde om niet alle informatie
beschikt deze gegevens in een database op-
naar alle klanten te sturen. Deze podia menen
slaat. De database is bij ongeveer de helft van
dat muziekvoorkeur niet duidelijk is in te delen
deze podia voor alle medewerkers beschikbaar.
en dat hierdoor klanten misgelopen zouden
Eveneens wordt deze database door de meer-
kunnen worden.“ Mensen houden gewoon van
derheid van de podia altijd of meestal goed
veel verschillende muzieksoorten en daardoor
onderhouden. Dit betekent dat de database up-
kun je mensen niet in een hokje stoppen” . Met
to-date wordt gehouden. (Zie bijlage IIId t/m f)
name NAW-gegevens en e-mailadressen worden als belangrijk ervaren door de meerderheid
Aan de hand van bovenstaande kwantitatieve
van de podia, omdat hiermee klanten bereikt
gegevens kan de volgende conclusie worden
kunnen worden. Eveneens wordt veel waarde
geformuleerd:
gehecht aan voorkeuren en interessen van klanten. Hiermee kan gerichte gecommuniceerd
Het verzamelen van klantgegevens is een te
worden. De podia die reeds beschikken over
grote opgave voor veel poppodia of wordt niet
klantgegevens, hebben in sommige gevallen
als zinvol beschouwd. Wanneer klantgegevens
een klantenkaart of e-mail nieuwsbrief. Vier
worden verzameld richt men zich met name op
van de geïnterviewde podia beschikken over
interesses en voorkeuren, NAW-gegevens en
een klantenkaart waarmee klanten korting krij-
e-mailadressen.
gen of voorrang krijgen bij de voorverkoop. Door de gegevens die op deze klantenkaart
7.1.2
Kwalitatieve gegevens
opgeslagen zijn, kan makkelijk met de klanten
Hoewel het merendeel van de podia over wei-
gecommuniceerd worden. De klantenkaart is in
nig klantgegevens beschikt, wordt het nut hier-
de meeste gevallen slechts een indicatie dat de
van wel door de meerderheid ingezien. Een
klant recht heeft op korting of voorrang.
marketingmedewerker van een poppodium met
Transactiegegevens worden bij slechts één
ambities op het gebied van CRM vertelde:
podium gekoppeld aan de klantenkaart. De
“ We hebben ervoor gekozen om een CRM-
klantenkaart kan meestal voor een klein bedrag
systeem aan te kopen doordat je er makkelijker
worden aangeschaft. De e-mail nieuwsbrieven
personeel mee kunt vervangen zegmaar. Al de
worden wekelijks of maandelijks naar alle
kennis zit in dat systeem, en niet meer in het
klanten die zich hiervoor hebben ingeschreven
hoofd van iemand die over een paar jaar weg
verzonden. In de nieuwsbrief wordt het nieuwe
is” . Een van de weinig respondenten die het
programma aangekondigd en bij sommige
54
podia zijn prijsvragen opgenomen in de
met het ontwikkelen van een online verkoop-
nieuwsbrief. Enkele podia stellen klanten die
systeem. Doordat hierbij meteen betaald moet
zich voor de nieuwsbrief willen inschrijven een
worden, komt het podium in het bezit van
groot aantal vragen. Bij andere podia kan men
NAW-gegevens, aankoop- en transactiegege-
zich inschrijven door slechts het e-mailadres
vens. Het is vervolgens een kleine stap om
op te geven. Een aantal podia met reserve-
naar gegevens omtrent voorkeuren en interes-
ringssysteem geeft aan dat zij op de hoogte is
sen te vragen. Hoewel de wil om klantgege-
van interessen en voorkeuren op het moment
vens te verzamelen bij veel podia aanwezig is,
dat reserveringsgegevens beschikbaar zijn. Een
speelt tijd- en geldgebrek een grote rol. Het
groot aantal kleine en middelgrote podia be-
merendeel van de podia beschikt niet over de
schikt over een reserveringssysteem waarmee
financiële middelen om een systeem aan te
klanten toegangsbewijzen kunnen reserveren
kopen of zelf te ontwikkelen. Eveneens is er te
en voorafgaand aan de voorstelling kunnen
weinig tijd beschikbaar om deze gegevens
ophalen en betalen. De gereserveerde voorstel-
consequent in te voeren en te analyseren. Een
ling valt onder een bepaalde categorie welke
aantal podia gaf aan dat samenwerking tussen
vervolgens wordt beschouwd als favoriet van
meerdere podia wellicht een mogelijkheid is
de klant. De meerderheid van de podia stuurt
om klantgegevens te verzamelen. Op die ma-
maandelijks een e-mail nieuwsbrief of pro-
nier kunnen tijd en kosten verdeeld worden.
gramma naar klanten. Wanneer klanten zich
Een respondent vertelde: “ Ik denk dat we, als
hiervoor opgeven wordt naar een aantal klant-
internet een nog grotere vlucht neemt en dan
gegevens gevraagd. Aankoopgegevens en beta-
ook verkopen via internet kunnen gaan, dat we
lingsgegevens worden door de meerderheid
dan makkelijk zelf een eigen verkoopnetwerk
van de podia minder belangrijk gevonden.
kunnen opzetten. Daar ben ik nu mee bezig om
Eveneens ervaart men deze gegevens als moei-
samen met andere poppodia in Nederland zo’n
lijk te verzamelen. De podia die de verkoop
systeem op poten te zetten. Als we dan zo’n
van toegangsbewijzen uitbesteden, zouden de
eigen systeem hebben kunnen we alles regi-
intermediairs deze gegevens moeten laten regi-
streren. Dan heb je de NAW-gegevens en
streren. Wanneer podia (een deel van) de ver-
daaraan gekoppeld zijn aankoopgedrag en
koop zelf doen, verwacht men een probleem
natuurlijk interesses en voorkeuren. Maar dat
bij het ontstaan van lange wachtrijen wanneer
is nog wel een toekomstplan” .
van alle bezoekers gegevens geregistreerd zouden moeten worden.
7.2
Strategie
De volgende paragraaf schets een beeld van de Een groot aantal podia denkt momenteel na
strategie die poppodia opstellen aan de hand
over een manier waarop klantgegevens verza-
van de beschikbare klantgegevens.
meld kunnen worden. Internet speelt hierbij een belangrijke rol. Een aantal podia is bezig
55
7.2.1
Kwantitatieve gegevens
meeste onderscheid. Circa de helft van deze
Een belangrijk onderdeel van de CRM-
podia zegt bestaande en potentiële klanten
strategie is het inspelen op de onderscheiden
anders te behandelen. Bij de A- en C-podia ligt
klantgroepen. Onderstaande grafiek laat zien
dit aantal op ongeveer een kwart. (Zie bijlage
welk percentage van de A-, B- en C-podia
IIIm)
klantgroepen onderscheidt op basis van recentheid van het bezoek, aantal bezoeken, financië-
De minderheid van de podia heeft bedrijfsdoel-
le waarde van de bezoeken, demografische
stellingen die gericht zijn op de langetermijn.
gegevens en voorkeuren en interessen. (Zie
De A-podia zijn ongeveer gelijk verdeeld. Iets
bijlage IIIg t/m k)
minder dan de helft van deze podia heeft langetermijn doelstellingen. Bij de B-podia ligt dit
Grafiek 7.1 Onderscheiden klantgroepen op basis van klantgegevens naar podiumgrootte In procenten van vertegenwoordiging podiumtype in onderzoekspopulatie; N =22
40 35 30 25 20 15 10 5 0
A-podia; N =7 B-podia; N =11 C-podia; N =4 Totaal; N =22
recentheid bezoek
aantal bezoeken
financiële waarde
demografische gegevens
voorkeuren/ interessen
Bij deze grafiek valt op dat met name gegevens
percentage iets hoger dan een kwart. Van de C-
omtrent voorkeuren en interessen bij de ver-
podia heeft een kwart langetermijn doelstellin-
schillende podia worden gebruikt om klant-
gen. (Zie bijlage IIIn)
groepen samen te stellen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de percentages van deze
De volgende tabel laat zien welke aantallen
grafiek niet boven de 40% uitkomen. Uit tabel
van de A-, B- en C-podia cross-selling toepast.
7.3 kwam naar voren dat de helft van de on-
Hieronder wordt verstaan het pro-actief verko-
derzochte podia over interesse en voorkeuren
pen van een ander product of dienst dan het
van klanten beschikt. Vier van deze elf podia
reeds verkocht product.
stelt aan de hand van deze gegevens klantgroepen samen. (Zie bijlage IIIl) Het merendeel van de podia gaf aan geen onderscheid te maken tussen bestaande klanten
Ja Nee
A-podia; N =7 5 2
B-podia; N =11 5 6
C-podia; N =4 2 2
Totaal; N =22 12 10
Tabel 7.4 Cross-selling naar podiumgrootte In aantallen; N =22
en potentiële klanten. De B-podia maken het
56
De volgende conclusie is getrokken uit boven-
“ Het onderscheiden van klantgroepen op basis
staande gegevens:
van financiële waarde is voor mij heel ver weg. Maar het zou wel een mooie manier van klan-
Een aantal podia onderscheid klantgroepen,
ten binden zijn” . Het onderscheiden van klant-
maar een deel van de commerciële gedachte
groepen op basis van financiële waarde wordt
achter deze klantgroepen wordt niet geaccep-
als ‘doortrapt’ ervaren door een aantal respon-
teerd.
denten. Anderen stellen: “ We gaan geen onderscheid maken tussen mensen die al eerder
7.2.2
Kwalitatieve gegevens
zijn geweest en mensen die voor het eerst ko-
Enkele podia gaven tijdens de interviews aan
men. Klanten zijn klanten” . Een klein aantal
dat zij klantgegevens als waardevol beschou-
respondenten is van mening dat het geven van
wen voor marketingacties. Met name mailings
voordelen aan trouwe klanten het ‘wij-gevoel’
kunnen aangepast worden aan interessen en
kan stimuleren. Maar toch menen zij dat voor-
voorkeuren van klantgroepen. Hierbij wordt
zichtig dient te worden omgegaan met discri-
veel gebruik gemaakt van elektronische mai-
minatie.
lings, daar deze relatief goedkoop zijn in vergelijking met mailings die per post worden
Het merendeel van de podia voert wel eens een
verstuurd. Enkele podia zijn klantgegevens
cross-sell activiteit uit. Tijdens de interviews
gaan verzamelen om te voorkomen dat marke-
bleek dat hieronder met name wordt verstaan
tinginformatie verloren zou gaan. Veelal heb-
het uitdelen van flyers voor andere type voor-
ben marketingmedewerkers een beeld van de
stellingen tijdens een voostelling. In enkele
verschillende klantgroepen, maar deze infor-
gevallen stimuleert men klanten om een voor-
matie is niet vastgelegd. Met het verdwijnen
stelling uit een ander genre te bezoeken, door
van de marketingmedewerker gaat dus ook
kortingskaartjes of vrijkaartjes weg te geven.
kostbare informatie verloren. Tevens geeft een
Enkele podia verloten of geven regelmatig
aantal podia aan dat zij duidelijkheid wil krij-
vrijkaarten voor een onbekende voorstelling
gen over vermoedens omtrent het publiek.
weg. Hiermee wordt getracht bezoekers kennis te laten maken met een ander genre. Met CKV-
Zodra tijdens de interviews gevraagd werd
projecten trachten de meeste podia scholieren
naar het onderscheiden van klantgroepen op
kennis te laten maken met het podium. Toch
basis van financiële waarde van klanten,
stelt een geïnterviewde: “ Ik zie nu nog niet echt
meende de meerderheid van de respondenten
dat de CKV-projecten nut hebben. Het aantal
stellig dat dit niet van toepassing is op poppo-
bonnen dat ingeleverd wordt is echt nog heel
dia. De marketingmedewerkers gaan er veelal
laag. Dat hang natuurlijk ook samen met de
vanuit dat zij geen commerciële instelling zijn
stimulering vanuit de scholen. Maar ja, ze zijn
en dat zij alle klanten dus gelijkwaardig dienen
toch meer met film en theater bezig. Landelijk
te behandelen. Toch stelde één geïnterviewde:
is CKV heel weinig met popmuziek bezig” . Een
57
enkel podium voert regelmatig een yield-
De podia die klantgroepen onderscheiden op
management strategie. Hierbij wordt de prijs
basis van recentheid van het bezoek, aantal
verlaagd op het moment dat de zaal op de dag
bezoeken, financiële waarde van de bezoeken,
van de voorstelling nog niet uitverkocht is. Op
demografische gegevens en voorkeuren en
deze wijze wordt geprobeerd de opbrengsten te
interessen, stemmen de communicatie altijd,
maximaliseren, maar tevens wordt getracht
meestal en soms wel en soms niet af op deze
mensen die de oorspronkelijke toegangsprijs
klantgroepen. Wanneer het gaat om het af-
niet willen betalen kennis te laten maken met
stemmen van het aanbod aan de onderscheiden
het genre van de voorstelling. Andere podia
klantgroepen zeggen vijf van de zeven podia
hebben echter een afspraak met de artiest(en)
met klantgroepen dit te doen. Één podium
over de entreeprijs. Tevens menen zij dat “ je
stemt het aanbod meestal niet af en één podium
een artiest niet in de uitverkoop kunt doen” .
stemt het aanbod in het geheel niet af op de
Dit zou de artiest beledigen. Naast het doen
klantgroepen. (Zie bijlage IIIq)
aan interne cross-selling, werken veel podia samen met andere culturele instellingen als
De meerderheid van het totaal van de A-, B- en
theaters en bioscopen. Hierbij geeft het toe-
C-podia past multi-channeling toe. Hieronder
gangskaartje van de ene organisatie korting of
wordt verstaan het gebruiken van diverse kana-
gratis toegang bij de andere organisatie.
len om met bezoekers te communiceren. Alle C-podia zeggen multi-channeling toe te passen.
7.3
Implementatie
Deze uitkomst gaat niet samen met grafiek 6.1,
In deze paragraaf wordt beschreven in welke
waarin af te lezen is dat geen van de C-podia
mate en op welke wijze poppodia gebruik ma-
onderzoek doet naar de resultaten van marke-
ken van de beschikbare klantgegevens.
tingacties. Hieruit kan worden opgemaakt dat geen inzicht bestaat in de effectiviteit van mar-
7.3.1
Kwantitatieve gegevens
ketingkanalen. De mogelijkheid bestaat dat de
Aan de poppodia is gevraagd of zij de datum,
respondenten deze vraag op een andere wijze
inhoud en het communicatiekanaal bijhouden
hebben geïnterpreteerd hebben dan de bedoe-
wanneer klanten contact met hen opnemen. De
ling was. Tevens zou het kunnen dat op een
grote meerderheid van de podia houdt deze
andere wijze is onderzocht welke marketing-
gegevens niet bij. De weinig podia die deze
kanalen effectief zijn. (Zie bijlage IIIr)
gegevens bijhouden zijn zowel A- als B- en Cpodia. Tevens is gevraagd naar het bijhouden
Twee vragen in de enquête handelen over het
van datum, inhoud en communicatiekanaal
onderscheiden van klanten op basis van de
wanneer de podia contact opnemen met de
financiële waarde, oftewel RFM-waarde (Re-
klanten. Deze gegevens worden eveneens door
cency, Frequency en Monetary value). Hierbij
een slechts een klein aantal podia bijgehouden.
is gevraagd of er voor bezoekers met een hoge
(Zie bijlage IIIo en p)
RFM-waarde meer en betere contactmogelijk-
58
heden bestaan. Tevens is gevraagd of deze
Daar
de
implementatie
van
CRM
zeer
bezoekers een meer persoonlijke benadering
omvangrijk is, kunnen drie conclusies worden
krijgen. Geen van de podia zegt betere con-
getrokken.
tactmogelijkheden te onderscheiden voor klanten met een hoge RFM-waarde. Slechts één
I.
podium benadert klanten met een hoge RFM-
Contactgegevens worden door de podia als onbelangrijk beschouwd.
waarde meer persoonlijk. De overige podia
II.
zeggen dit niet te doen. (Zie bijlage IIIs)
Poppodia maken veel gebruik van internet bij hun communicatie en verkoop.
Bijna alle podia zijn vierentwintig uur per dag
III.
De wijze waarop klanten in het bezit
en zeven dagen in de week bereikbaar voor
kunnen komen van toegangsbewijzen
klanten. Tevens hebben bijna alle podia con-
hangt samen met de podiumgrootte.
tacten met klanten die niet gericht zijn op het bewerkstelligen van transacties. E-mails worden door de grote meerderheid van de podia altijd of meestal binnen twee werkdagen beantwoord. (Zie bijlage IIIt en u) Grafiek 7.2 laat zien via welke kanalen en bij welk percentage van de A-, B- en C-podia toegangsbewijzen aangeschaft kunnen worden. Uit deze grafiek blijkt dat de A-podia en Bpodia de toegangsbewijzen met name via intermediairs en aan de deur verkopen. De Cpodia verkopen met name telefonisch, via de eigen website en aan de deur. (Zie bijlage IIIv) 100
A-podia; N =7 B-podia; N =11 C-podia; N =4 Totaal; N =22
80 60 40
Website andere organisatie
Intermediair
Aan deur
Schriftelijk
E-mail
Eigen website
0
Telefoon
20
Grafiek 7.2 Aanschafmogelijkheden toegangsbewijzen naar podiumgrootte In procenten van vertegenwoordiging podiumtype in onderzoekspopulatie; N =22
59
7.3.2
Kwalitatieve gegevens
communicatie van podium naar klant wordt
Conclusie I; Contactgegevens worden door de
door een aantal podia bijgehouden. Bij de ove-
podia als onbelangrijk beschouwd
rige podia worden datum en inhoud van het
Het merendeel van de podia ziet geen nut in
bericht niet genoteerd.
het registreren van gegevens omtrent klantcontacten. Een geïnterviewde met grote CRM-
Conclusie II; Poppodia maken veel gebruik
ambities vertelde:“ Ik vraag me af wat het nut
van internet bij hun communicatie en verkoop
van het registreren van datum en inhoud is.
Alle poppodia die betrokken zijn geweest bij
Kijk, als je steeds dezelfde e-mailtjes krijgt met
dit onderzoek hebben een eigen website. De
dezelfde inhoud, dezelfde klacht of hetzelfde
inhoud van deze website varieert sterk. Bij een
compliment, dan weet je wel wat er speelt on-
aantal podia zijn slechts contactgegevens en
geveer. Maar dat is meer een gevoel wat je dan
het programma te vinden. Bij andere podia kan
krijgt. Maar om dat echt gestructureerd bij te
tevens ingeschreven worden voor nieuwsbrie-
gaan houden en daar ook analyses op uit te
ven, is een forum aanwezig en zijn recensies
gaan voeren, daar hebben we de personele
en foto’ s van voorstellingen te vinden. Door
capaciteit niet voor” . Een aantal podia noteert
het creëren van een online ontmoetingsplaats
bij informatie aanvragen van klanten de wijze
voor bezoekers tracht een aantal podia de bin-
waarop de klant op de hoogte is gekomen van
ding met het podium te versterken. Het meren-
het aanbod. Eveneens worden bij een groot
deel van de podia heeft ambities om in de toe-
aantal podia klachten geregistreerd waarop
komst de communicatie met klanten geheel
regelmatig ingespeeld wordt. Een aantal podia
digitaal te laten verlopen. Een belangrijke re-
heeft een forum op de website waar reacties
den hiervan is dat digitale communicatie rela-
van bezoekers te vinden zijn. Deze reacties
tief goedkoop is in vergelijking met schriftelij-
worden regelmatig gelezen. Bij opvallende
ke communicatie. Eveneens signaleert men dat
reacties wordt gekeken hoe hierop ingespeeld
de doelgroep veel gebruik maakt van nieuwe
kan worden. Dit is eveneens het geval bij e-
media. Naast internet en e-mail gaan sms-
mails. Wanneer meerdere e-mails binnenko-
berichten een steeds voornamere rol te spelen.
men met eenzelfde soort reactie of vraag, wor-
Wanneer een klant is aangemeld voor deze
den deze meegenomen bij beslissingen. De
dienst ontvangt hij/zij bijvoorbeeld een bericht
meerderheid van de podia geeft aan weinig tot
wanneer de voorverkoop van een voorstelling
geen individueel contact met klanten te heb-
in zijn/haar voorkeursgenre is gestart. De klant
ben. Klanten nemen zelden contact op met
betaalt ongeveer 50 eurocent per ontvangen
podia. Wanneer dit wel het geval is gaat het
bericht. Een respondent vertelde: “ De interesse
met name om vragen omtrent openingstijden
voor sms-berichten hangt samen met de mu-
en reserveringen. Het bijhouden van deze ge-
ziekvoorkeur. Hardrockers hoef je niet lastig te
gevens wordt door de meerderheid van de po-
vallen met smsjes. R&B-liefhebbers waarderen
dia als tijdrovend en nutteloos ervaren. De
het daarentegen enorm’. Hoewel de ambities
60
om aan verkoop via internet te gaan doen bij
gaan doen. Ticketservice is gewoon heel duur.
het merendeel van de podia duidelijk aanwezig
Nu worden de meeste kaartjes wel door Ticket-
zijn, dienen er nog grote stappen te worden
service verkocht maar we krijgen veel reacties
ondernomen. Het systeem waarmee online
dat de service kosten zo hoog zijn. De klant
toegangskaarten kunnen worden gekocht dient
betaalt eigenlijk voor Ticketservice als bedrijf.
bij de meerderheid van de podia nog ontwik-
Wij mogen van Ticketservice zelf ook geen
keld te worden. Eveneens heeft men angst dat
voorverkoop doen. Dat stellen zij als eis. Alle
een deel van de doelgroep zal worden buiten-
podia moeten daar eigenlijk gezamenlijk tegen
gesloten doordat deze niet over internet be-
in opstand komen. Zij hebben nu monopolie
schikt. Concrete cijfers heeft de meerderheid
zegmaar. In je eentje doe je daar niets tegen” .
van de podia hier echter niet over.
De podia dienen zelf eveneens een bijdrage aan Ticketservice te betalen. Omdat de kleine
Conclusie III; De wijze waarop klanten in het
podia de verkoop van toegangskaarten zelf
bezit kunnen komen van toegangsbewijzen
aankunnen, kiezen zij er bewust voor om de
hangt samen met de podiumgrootte.
kosten laag te houden door zich niet aan te
In grafiek 7.2 is duidelijk af te lezen dat de
sluiten bij Ticketservice. Tevens hebben zij
grote en middelgrote podia met name gebruik
niet de ambitie om klanten van buiten de regio
maken van intermediairs bij de verkoop van
aan te trekken. Naast Ticketservice als inter-
toegangsbewijzen. De kleine podia laten de
mediair verkoopt het merendeel van de podia
verkoop vooral via de eigen website en telefo-
toegangskaarten bij platenzaken, kledingwin-
nisch verlopen. Tijdens de interviews is duide-
kels of andere winkeliers en horeca. Bij een
lijk geworden dat hiervoor een logische reden
aantal podia zijn deze voorverkoopadressen
bestaat. De grote en middelgrote podia hebben
altijd gelijk. Andere podia passen de voorver-
hogere bezoekersaantallen en beschikken over
koopadressen aan, aan het genre waaronder de
meer financiële middelen dan kleine podia.
voorstelling valt. Zo worden toegangskaarten
Door de hoge bezoekersaantallen kost het veel
voor bijvoorbeeld metal voorstelling vaak bij
tijd om de verkoop intern te laten verlopen.
platenzaken van dit genre verkocht en bij kle-
Door aansluiting bij Ticketservice wordt veel
ding winkels als ‘Black Widow’ . Grote en
tijd bespaard. Tevens is de reikwijdte van Tic-
middelgrote podia verkopen relatief vaker
ketservice internationaal. Hierdoor wordt het
toegangskaarten aan de deur dan kleine podia.
bezoek van klanten buiten de regio gestimu-
Uit interviews blijkt dat bij de grote en mid-
leerd. Een nadeel van Ticketservice is echter
delgrote podia dagelijks werknemers aanwezig
dat de klant servicekosten dient te betalen.
zijn. Er wordt overdag op kantoor in het ge-
Hierdoor wordt de entreeprijs verhoogd en
bouw van het podium gewerkt. Voor klanten is
wordt de drempel tot bezoek voor klanten ho-
het dan mogelijk om toegangskaarten te kopen.
ger. Een respondent vertelde: “ De kaartver-
Kleine podia beschikken echter over minder
koop willen we toch ook weer wat meer zelf
FTE’ s waardoor niet dagelijks werknemers in
61
het podium aanwezig zijn. Verkoop overdag is
De meerderheid van de podia zegt het gedeel-
dan ook niet mogelijk. Wel maken veel kleine
telijk of totaal eens te zijn met de stelling dat
podia gebruik van een reserveringssysteem.
het personeel bewust werkt aan en verdieping
Kaarten kunnen dan via e-mail, telefonisch of
van de klantrelatie. Geen van de podia is het
op internet gereserveerd worden. De podia
hier in het geheel niet mee eens. Een derde van
hebben een goed inzicht in het percentage no-
de podia is het noch eens noch oneens met
show waarmee vervolgens rekening wordt
deze stelling.
gehouden bij de verkoop. Eveneens geven met name kleine podia aan dat klanten netjes af-
Bij de meerderheid van de podia vindt perso-
melden wanneer de reservering niet meer hoeft
neelsbeoordeling plaats. Bij circa de helft van
door te gaan. Bij grote en middelgrote podia
deze podia is een belangrijk aspect van deze
zijn de bezoekersaantallen echt dermate hoog,
beoordeling de klantgerichtheid. De overige
dat het overzicht verloren wordt wanneer re-
podia geven aan het hier noch mee oneens
serveringen gemaakt zouden kunnen worden.
noch mee eens, of gedeeltelijk mee oneens te
Daarom kiest een groot aantal van deze podia
zijn. (Zie bijlage IIIw)
er bewust voor om klanten niet de mogelijkheid te bieden om kaarten te reserveren. Grote
Op de vraag of er binnen de organisatie een
en middelgrote podia beschikken veelal over
klantgerichte cultuur heerst antwoordden ze-
een café bij het podium. Hier worden overdag
ventien van de tweeëntwintig podia het daar
eveneens toegangskaarten verkocht.
gedeeltelijk of volledig mee eens te zijn. De overige podia zijn het hier gedeeltelijk mee
7.4
Organisatie
oneens of noch mee eens noch mee oneens.
In deze paragraaf wordt een beeld geschetst
(Zie bijlage IIIx)
van de klantgerichtheid van de organisatie. De volgende conclusie kan worden getrokken 7.4.1
Kwantitatieve gegevens
uit de kwantitatieve gegevens:
De respondenten is gevraagd of alle medewerkers van hun podium van mening zijn dat een
Hoewel de meerderheid van de podia zegt dat
duurzame klantrelatie zich op langere termijn
binnen de organisatie een klantgerichte cultuur
laat vertalen in een toename van de winst. De
heerst, blijkt de implementatie niet op alle
volgende tabel laat de antwoorden zien.
vlakken klantgericht te zijn.
gedeeltelijk mee eens A-podia; N =7 2 B-podia; N =11 1 C-podia; N =4 1 4 Totaal; N =22
Noch mee oneens noch mee eens 2 0 1 3
Gedeeltelijk mee eens 0 7 1 8
Mee eens
Totaal
3 3 1 7
7 11 4 22
Tabel 7.5 Aantal medewerkers dat van mening is dat een duurzame klantrelatie zich op lange termijn laat vertalen in een hogere winst In aantallen; N =22
62
7.4.2
Kwalitatieve gegevens
Een aantal van de geïnterviewde marketing-
Uit de kwantitatieve gegevens is duidelijk af te
medewerkers gaf aan dat de samenwerking
leiden dat de meerderheid van de podia meent
tussen marketingmedewerkers en program-
klantgericht te zijn, maar dat de implementatie
meurs soms moeizaam verloopt. De marke-
hier niet op aan sluit. Uit de interviews bleek
tingmedewerkers trachten zo klantgericht mo-
dat alle podia ernaar streven om klantgericht te
gelijk werken, terwijl de programmeurs vaak
werken. Met name het kantoorpersoneel heeft
afgaan op de mate waarin een bepaalde voor-
deze ambities.De respondenten geven echter
stelling cultureel verantwoord is.
aan dat klantgericht werken moeilijk te realiseren is in een organisatie met veel vrijwilligers.
7.5
Spiderplot
Aan deze werknemers kunnen geen hoge eisen
Onderstaande spiderplot laat zien op welk ni-
worden gesteld omdat zij anders snel zullen
veau de A-, B- en C-podia zich bevinden op
bedanken voor hun functie. Een aantal grote
het gebied van CRM. Het middelpunt van het
podia heeft er dan ook bewust voor gekozen
plot geeft het 0-punt weer. De uiteinden van de
om alle werknemers te betalen. Het merendeel
assen geven het maximumpunt weer.
van de podia geeft aan dat regelmatig een personeelsbeoordeling plaatsvindt. Hierbij wordt
Uit het spiderplot is goed af te lezen dat de B-
met name gekeken naar het behalen van vooraf
podia hoger scoren dan gemiddeld. De C-podia
gestelde bezoekersaantallen. Klantgerichtheid
scoren met name op het analytische deel aan-
acht men hiervan een onderdeel. Wanneer op
zienlijk lager dan de overige podia, terwijl zijn
een niet klantgerichte manier wordt gewerkt,
qua implementatie hoger scoren. Dit verschil
zal dit te zien zijn in de bezoekersaantallen.
zou tot stand kunnen zijn gekomen door on-
Maar wanneer de bezoekersaantallen naar
juiste interpretatie van vragen door de C-podia.
verwachting zijn, wordt er bij de meerderheid niet meer gekeken of er op een klantgerichte manier wordt gewerkt.
analyse 4
organisatie
0
strategie
A-podia B-podia C-podia Gemiddeld
(A=1,08; S=0,86; I=1,80; O=2,57) (A=1,57; S=1,27; I=1,81; O=2,85) (A= 0,25; S=0,90; I=2,08; O=2,42) (A=1,17; S=1,07; I=1,85; O=2,68)
implementatie
63
HOOFDSTUK 8 ANALYSE OP BASIS VAN GEMIDDELDE SCORE PER PODIUM _____________________________________________ Aan de hand van de kwantitatieve gegevens
Deze weging is gelijk aan de weging waarmee
van dit onderzoek, kan een analyse op basis
de spiderplots tot stand zijn gekomen. De we-
van de gemiddelde score per podium opgesteld
ging is gebaseerd op theorie omtrent marketing
worden. Deze analyse geeft inzicht in de ge-
en CRM. 4
en CRM-toepassingen ten opzichte van andere
3,5
podia. Met behulp van deze analyse kunnen de
3
individuele podia hun concurrentiepositie vaststellen.
Score
middelde score van een podium op marketing-
12 7 13
10
2,5 2
1
1,5
2 3
6
4
8
9
11
16 14
5 15
1
8.1
17
19 20 18
0 0
ting
5
10
15
20
Figuur 8.1 Gemiddelde score-analyse marketing
le respondenten hebben behaald voor hun marketingactiviteiten. De scores zijn gemiddelden
Aan de hand van de individuele scores kunnen
van de antwoorden die de individuele podia
verschillende groepen worden samengesteld.
hebben gegeven. Hierbij zijn verschillende
De scores van de podia binnen deze groepen
vragen zwaarder of lichter meegewogen.
dienen zo homogeen mogelijk te zijn. De scores van de verschillende groepen dienen echter zo heterogeen mogelijk te zijn. Op basis van bovenstaande criteria zijn de volgende groepen tot stand gekomen:
Respondentnummer
15 18-5-3 1-17-4-8
2
3
25
Respondentnummer
Figuur 8.1 laat zien welke scores de individue-
1
22
0,5
Gemiddelde score-analyse marke-
Groepsnummer
21
4
5
6
7
8
2-6-20-14-11-19-22-9
21-10
16-13
7
12
64
8.2
Gemiddelde score-analyse CRM
maar tegelijkertijd weinig aan afstemming op
Het volgende overzicht is tot stand gekomen
de doelgroepen. Een andere groep scoort wel-
uit de gemiddelde scores voor CRM van de
licht even hoog doordat bij podia binnen deze
individuele podia.
groep wel sprake is van afstemming op de doelgroepen, terwijl er weinig aan onderzoek
3 2,5
6
7
wordt gedaan. Wanneer tijd beschikbaar zou
Score
2
zijn om een analyse uit te voeren op basis van
18 19 5
1,5
1 2 3 4
1
11 12 13
8 9 10
20 21 22
16 14
de factoranalyse, zou een beeld geschetst kun-
15
0,5
nen worden van de reden waarom bepaalde
17
podia lager dan wel hoger scoren, dan andere
0 0
5
10
15
20
25
podia. Aan de hand van dit beeld zouden concrete aanbevelingen
Respondentnummer
geformuleerd
kunnen
worden. De podia die lager scoren kunnen
Figuur 8.2 Gemiddelde score-analyse CRM
immers leren van de goed scorende podia. Een Aan de hand van deze gemiddelde score-
belangrijke opmerking bij de deze analyse is
analyse kunnen de volgende groepen opgesteld
echter dat geen rekening gehouden wordt met
worden:
kwalitatieve gegevens.
Groepsnummer
1
2
3
4
Respondentnummer 17 14-10 15 2-4-1
8.3
Toelichting
gemiddelde
scores-
5
6
7
8
9
10 11
3-9-20
16-22-8-21 11-12-5 13 18-19 6
7
Zoals eerder is beschreven bleek uit interviews
analyses marketing en CRM
dat het regelmatig voorkomt dat kwantitatieve
Uit de figuren 8.1 en 8.2 is af te lezen dat de
gegevens niet overeenkomen met wat podia in
groepen gevormd zijn door respondenten die
werkelijkheid doen. Dit verschil is grotendeels
met hun scores dicht bij elkaar liggen. Hoewel
veroorzaakt door onjuiste interpretatie van
het uit de figuren niet direct af te lezen is, ver-
vragen. Het zou dan ook niet juist zijn aanbe-
schillen de exacte scores van de groepen echter
velingen slechts te baseren op basis van ge-
zo veel mogelijk. Vanwege tijdgebrek is het
middelde scores. Deze scores zijn in de uitvoe-
niet mogelijk om een volledige analyse uit te
rige analyses in de hoofdstukken 6 en 7 im-
voeren aan de hand van deze segmentatie. Er is
mers bekrachtigd, genuanceerd en bediscussi-
globaal gekeken welke factor(en) de verschil-
eerd aan de hand van kwalitatieve gegevens.
len verklaren. Deze verschillen zijn echter niet duidelijk aan te geven doordat de scores gemiddelden zijn van meerdere vragen. Het komt dus bijvoorbeeld voor dat een groep hoog scoort doordat zij wel veel aan onderzoek doet
65
HOOFDSTUK 9 CONCLUSIES _____________________________________________ In dit hoofdstuk zijn de voornaamste conclu-
doet wel eens onderzoek, maar niet met een
sies opgenomen die naar voren komen uit de
bepaalde regelmaat. Vaak worden deze onder-
marketing en CRM-analyses. Deze conclusies
zoeken uitgevoerd door stagiairs. Andere podia
geven antwoord op de in hoofdstuk 1 geformu-
maken gebruik van externe onderzoeken, uit-
leerde onderzoeksvragen welke als volgt lui-
gevoerd door gemeenten, hogescholen of de
den:
VNP. De voornaamste reden voor het ontbreken van structurele onderzoeken, is tijd- en
• •
Onderzoeksvraag 6: Welke marketing-
geldgebrek. Eveneens meent een aantal podia
toepassingen hanteren poppodia?
dat klanten geïrriteerd raken wanneer hen vra-
Onderzoeksvraag 7: Welke CRM-
gen gesteld worden.
toepassingen hanteren poppodia? 9.1.2 9.1
Beantwoording onderzoeksvraag 6
Strategie
De meerderheid van de onderzochte podia
In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op
beschikt niet over een marketingplan waarin de
onderzoeksvraag 6 welke handelt over de mar-
beleidsstrategie is omschreven. Als reden hier-
ketingtoepassingen van poppodia. In de litera-
voor wordt eveneens tijd- en kennisgebrek
tuur wordt binnen marketing onderscheid ge-
genoemd. Wel omschrijft de meerderheid van
maakt tussen analyse, strategie en implementa-
de podia doelstellingen. Deze doelstellingen
tie. Ook bij het in kaart brengen van de marke-
worden met name per voorstelling geformu-
tingtoepassingen van poppodia is gebruik ge-
leerd. Het merendeel van de podia onder-
maakt van deze drie onderdelen van marketing.
scheidt verschillende doelgroepen. Deze doelgroepen zijn vooral gebaseerd op muziekgenre.
9.1.1
Analyse
De meerderheid van de podia die doelgroepen
Aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve
onderscheiden, zegt een duidelijk beeld van de
gegevens omtrent het analytische deel van
doelgroepen te hebben. Bij een aantal podia is
marketing, kan geconcludeerd worden dat de
dit beeld gebaseerd op onderzoek, bij de meer-
meerderheid van de podia niet structureel on-
derheid is het beeld gebaseerd op gevoel.
derzoek uitvoert naar klanttevredenheid, nieu-
Slechts de helft van deze podia omschrijft deze
we markten en doelgroepen, concurrentie en de
doelgroepen.
resultaten van marketingacties. Een klein aantal podia doet dit wel. Een groot aantal podia
66
9.1.3
Implementatie
van klanten. Slechts enkele podia beschikken
Het merendeel van de onderzochte podia past
over telefoonnummers, aankoop- en betalings-
het aanbod, de communicatie, de distributie en
gegevens. Het merendeel van de podia meent
de prijs aan op verschillende doelgroepen. Uit
dat met name NAW-gegevens, e-mailadressen
interviews en uit de vraag of de doelgroepen
en gegevens over voorkeuren en interesses
omschreven zijn blijkt echter dat dit aanpassen
zinvol zijn om bij te houden. Aankoop- en
met name een gevoelskwestie is. Men gaat
betalingsgegevens worden door bijna alle po-
ervan uit dat bepaalde kenmerken typerend zijn
dia als moeilijk te verzamelen ervaren. De
voor bepaalde doelgroepen, zonder dat hier
gegevens waarover de podia beschikken, wor-
onderzoek naar is gedaan. Eveneens blijkt uit
den bijna altijd in een goed onderhouden data-
interviews een weerstand tegen het volgen van
base opgeslagen. Deze database is bij het me-
wensen en behoeften van doelgroepen uit
rendeel van de podia slechts toegankelijk voor
commercieel oogpunt. De podia benadrukten
marketingmedewerkers en directie. Reden
dat zij culturele non-profit organisaties zijn en
hiervoor is dat de podia veelal een groot aantal
een ‘opvoedend karakter’ hebben. Zij willen
vrijwilligers in dienst hebben die contact heb-
graag zelf bepalen welk aanbod artistiek ver-
ben met klanten. Men gaat ervan uit dat vrij-
antwoord is. Toch blijkt uit het regelmatig
willigers niets hebben aan de gegevens uit de
programmeren van druk bezochte voorstellin-
database, mede doordat de klantcontacten met
gen dat podia inspelen op wensen en behoeften
name vriendschappelijk verlopen en weinig
vanuit de doelgroepen.
commerciële aspecten bevatten.
9.2
9.2.2
Beantwoording onderzoeksvraag 7
Strategie
In deze paragraaf worden de conclusies be-
Slechts een kleine minderheid van de podia
sproken die antwoord geven op onderzoeks-
onderscheidt klantgroepen op basis van recent-
vraag 7 omtrent de CRM-toepassingen van
heid van het bezoek, aantal bezoeken, financië-
poppodia. Evenals bij het onderdeel marketing,
le waarde van de bezoeken, demografische
kan binnen CRM onderscheid gemaakt worden
gegevens en voorkeuren en interessen. Even-
tussen analyse, strategie en implementatie.
eens maakt slechts een klein aantal podia on-
Tevens speelt de organisatie een rol binnen
derscheid tussen bestaande en potentiële klan-
CRM. De analyse van de CRM-toepassingen
ten. Ongeveer de helft van de podia onder-
van poppodia is dan ook gebaseerd op deze
neemt cross-sell activiteiten.
vier onderdelen. 9.2.3 9.2.1
Analyse
Implementatie
De meerderheid van de onderzochte podia
De meerderheid van de onderzochte podia
beschikt niet over gegevens omtrent klantcon-
beschikt over NAW-gegevens, e-mailadressen
tacten. Internet speelt een belangrijke rol bij de
en gegevens omtrent voorkeuren en interesses
podia wat betreft communicatie. Alle onder-
67
zochte podia beschikken over een eigen website en een groot aantal podia verstuurt elektronische nieuwsbrieven. Met name de grote en middelgrote podia laten de verkoop via intermediairs verlopen. Ticketservice is hierbij de meest voorkomende intermediair. Bij de kleine podia kunnen toegangskaarten met name telefonisch worden gereserveerd. 9.2.4
Organisatie
De meerderheid van de organisaties streeft naar een klantgerichte cultuur maar doordat veel vrijwilligers bij de podia werkzaam zijn is dit moeilijk te realiseren.
68
HOOFDSTUK 10 AANBEVELINGEN _____________________________________________ Aan de hand van de conclusies per categorie
is niet aangeven voor wie deze bedoeld zijn,
zijn
De
daar geen duidelijk onderscheid is te maken
op
welke typen podia nog in de beginfase van
literatuurstudie welke is omschreven in de
marketing en CRM verkeren en welke podia
hoofdstukken drie, vier en vijf. Eveneens
reeds ver gevorderd zijn. Toch zullen voor alle
hebben vijf interviews met deskundigen op het
podia meerdere aanbevelingen van toepassing
gebied van marketing en CRM binnen de non-
zijn. De podia kunnen zelf concluderen of een
profit,
aanbeveling reeds door hun is toegepast. De
aanbevelingen
aanbevelingen
geformuleerd.
zijn
vrijetijds-
gebaseerd
en
cultuursector
marketing- en CRM-aanbevelingen worden
plaatsgevonden: •
•
•
• •
Deze
Jos van der Horst, directeur Quanta
afgesloten met een samenvatting van de te
NpM, marketingadviesbureau voor
ondernemen
non-profit organisaties
overzicht.
stappen in
een
schematisch
Letty Ranshuysen, eigenaresse onderzoeksbureau in de culturele
10.1
sector
In
Marcia van de Wildenberg,
geformuleerd aan de hand van de conclusies
medewerkster Signo & S,
omtrent
adviesbureau voor de culturele sector
poppodia. In hoofdstuk zeven is de relatie
Mitchel Droog, marketingmedewerker
tussen marketing en CRM beschreven. Hieruit
Uit in Brabant
is duidelijk geworden dat een goede toepassing
Stephan Linnenbank,
van CRM, waardoor de winst op lange termijn
marketingconsultant Paul Postma
stijgt, niet zonder een juiste invulling van de
Marketing Consultancy
marketingtoepassingen kan.
interviews hebben
een
Marketing aanbevelingen deze
paragraaf de
zijn
aanbevelingen
marketingtoepassingen
van
belangrijke
bijdrage geleverd aan het tot stand komen van
10.1.1 Analyse
de aanbevelingen. Enkele aanbevelingen zijn
De podia wordt geadviseerd minimaal één keer
slechts van toepassing op de lager scorende
per twee jaar onderzoek te verrichten naar
poppodia. Deze aanbevelingen zijn gedeeltelijk
klanttevredenheid en nieuwe markten en
gebaseerd
CRM-
doelgroepen. De concurrentie en de resultaten
toepassingen van (op bepaalde onderdelen)
van marketingacties dienen constant te worden
hoger scorende poppodia. Bij de aanbevelingen
bijgehouden. Met behulp van deze kennis
op
marketing-
en
69
kunnen
het
aanbod,
de
communicatie,
vallen
met
vragen.
Deze
manier
van
distributie en prijs aan de verschillende
informatieverzameling
doelgroepen aangepast worden. Hieronder is
klanttevredenheid is niet representatief voor
beschreven
niet
het gehele publiek, maar kan toch een redelijk
noodzakelijk door de podia zelf hoeven te
goed beeld verschaffen van de afgelopen
worden
voorstelling.
dat
deze
uitgevoerd.
onderzoeken
Veelal
kan
gebruik
omtrent
gemaakt worden van onderzoeken die zijn uitgevoerd door gemeenten, hogescholen of
Nieuwe markten en doelgroepen
andere instellingen.
De podia die geen onderzoek doen naar nieuwe markten en doelgroepen wordt geadviseerd
Klanttevredenheid
statistieken bij te houden van gemeenten
Het meten van de klanttevredenheid kan
waaronder het poppodium valt. Jaarlijks
gedaan
verschillende
worden veel onderzoeken uitgevoerd door en
voorstellingen een publieksenquête te houden.
in opdracht van gemeenten. Deze statistieken
Deze enquête kan opgezet en uitgevoerd
geven inzicht in de bevolkingsopbouw en
worden door een stagiair. Stagiairs van
bijvoorbeeld uitgaansgedrag. Eveneens kan
economische
gesproken
worden
door
bij
opleidingen
hebben
veelal
worden
met
platenzaken,
onderwijs genoten omtrent het meten van
Ticketservice en MOJO welke inzicht hebben
klanttevredenheid.
in
Eveneens
worden
zij
opkomende Ook
en
reeds
klanten
populaire
begeleid vanuit hun onderwijsinstelling, wat de
muziekgenres.
kwaliteit van het onderzoek over het algemeen
belangrijke
zeer aanvaardbaar maakt. Om de respons van
aangeven wat zij missen bij het podium.
informatiebron.
vormen Zij
een
kunnen
het onderzoek te vergroten kunnen kleine beloningen kortingskaartjes
zoals
drankbonnen
De concurrentie kan onderzocht worden door
weggegeven worden. Kortingskaartjes kunnen
een concurrentie-analyse op te stellen of te
het
tot
laten uitvoeren door een stagiair. Eveneens is
herhalingsbezoek. Wanneer podia de indruk
het aan te bevelen programma’ s en activiteiten
hebben dat een enquête irritatie opwekt bij
van
klanten, kan ervoor gekozen worden om enkele
regelmatig bij te houden. Wanneer in de regio
medewerkers na afloop van een voorstelling in
van een poppodia meerdere podia gevestigd
de garderobe te laten plaatsnemen. Op het
zijn, dient te worden nagegaan of op dezelfde
moment dat bezoekers een luidruchtige zaal
avond een soortgelijke voorstelling op het
verlaten wordt op luide toon gesproken over de
programma staat bij een andere podium.
eveneens
de
Concurrentie
respondenten
publiek
aan
en
stimuleren
nabijgelegen
uitgaansgelegenheden
eerste indrukken van de voorstelling. Dit is dan ook een moment waarop kostbare informatie verkregen kan worden zonder klanten lastig te
69
Resultaten marketingacties
doelgroepen zijn en op welke wijze met de
De resultaten van marketingacties kunnen op
doelgroepen gecommuniceerd kan worden.
verschillende wijzen worden nagegaan. Zo
Naast voordelen bij subsidieaanvragen biedt de
kunnen antwoordcoupons worden verspreid,
omschrijving
waarmee de respons zeer nauwkeurig kan
doelgroepen in een marketingplan houvast bij
worden gemeten. Omdat deze acties niet altijd
marketingacties. Het afgaan op gevoel wordt
(financieel) haalbaar zijn voor de meerderheid
vervangen
van
onderzoeken. Wanneer podia over te weinig
de
podia,
soortgelijke
dienen
statistieken
voorstellingen
zonder
van de
FTE’ s
van
door
en
de
beleidsstrategie
gedegen
kennis
motivaties
beschikken
om
en
en een
marketingactie te worden vergeleken met de
marketingplan te schrijven, kan hiervoor ook
voorstelling waarvoor een marketingactie is
weer een stagiair worden aangetrokken. Een
opgezet. Deze vergelijking is weliswaar geen
voorwaarde hierbij is dat voldoende overleg
wetenschappelijk
met
verantwoord
onderzoek,
de
stagiair
plaatsvindt
doelstellingen
geschetst
mogelijkheden die aanwezig zijn om deze
het
resultaat
van
de
het
podium
en
de
maar ook hiermee wordt een duidelijk beeld van
van
waarin
de
doelstellingen te behalen duidelijk worden
marketingactie.
gemaakt. 10.1.2 Strategie In de uitgangspuntenbrief voor de cultuurnota
10.1.3 Implementatie
van 2005-2008 schrijft staatssecretaris van der
Aan de hand van het marketingplan kunnen
Laan dat cultuurinstellingen beleidsplannen
concrete acties worden opgezet die aansluiten
moeten indienen voor het verkrijgen van
bij
subsidies. Instellingen worden beoordeeld op
doelgroepen. Door deze aanpassing zal de
het
(zie
klanttevredenheid van de klanten toenemen,
paragraaf 3.8.4) Hoewel de subsidies van het
waardoor zij het podium nog een keer of nog
ministerie
en
vaker zullen gaan bezoeken. Door te spreken
Wetenschappen veelal van toepassing zijn op
met bezoekers die binnen een bepaalde
grotere podia, is het voor alle podia zinvol om
doelgroep vallen, kan achterhaald worden welk
een duidelijke beleidsstrategie op te stellen.
aanbod, welke communicatie, welke distributie
Ook andere subsidieverstrekkers zullen moeten
en welke prijs goed aansluiten bij de
bezuinigingen als gevolg van de economische
doelgroepen.
nakomen
van
van
het
beleidsplan.
Onderwijs,
Cultuur
de
wensen
en
behoeften
van
de
recessie en zullen eveneens een duidelijk plan eisen voordat subsidie verstrekt wordt. In een
Aanbod
marketingplan dient te worden aangegeven hoe
Hoewel de voorstelling op zich niet altijd
de
volledig
geformuleerde
doelstellingen
moeten
kan
worden
aangepast
aan
de
worden behaald. Eveneens dient hierin te
doelgroep in verband met de financiële
worden beschreven wat de kenmerken van de
middelen, kunnen bijvoorbeeld de aankleding
70
van de zaal en het aanbod van de horeca
wetenschappelijk verantwoord omdat externe
worden aangepast. Ook kan bijvoorbeeld
invloeden buiten beschouwing worden gelaten.
worden nagegaan of het rendabel is om cd’ s te
Toch kunnen deze elasticiteiten een duidelijk
verkopen van de optredende artiest(en).
beeld
geven
van
de
optimale
prijs/bezoekersaantallen verhouding. Communicatie De communicatie kan goed worden afgestemd
10.1.4 Schematisch
wanneer gebruik wordt gemaakt van internet
ondernemen stappen marketing
en e-mail. Op de website kunnen klanten
1. Onderzoeken klanttevredenheid en nieuwe
aangeven van welke muziekgenres ze op de
markten en doelgroepen.
hoogte willen worden gehouden, de frequentie
2. Concurrentie in kaart brengen.
hiervan en de wijze waarop. Door te spreken
3. Omschrijven doelgroepen.
met
4. Omschrijven doelstellingen en op welke
bezoekers
uit
de
doelgroep
kan
overzicht
te
achterhaald worden welk jargon past bij de
wijze deze behaald moeten worden.
doelgroep.
5. Aanpassen van aanbod, communicatie, distributie en prijs aan doelgroepen.
Distributie
6. Meten van resultaten van marketingacties.
De voorverkoop dient zo te worden opgezet
7. Bijstellen marketing aan de hand van
dat het zeer eenvoudig wordt voor potentiële
analyse marketingacties.
klanten
om
een
toegangsbewijs
aan
te
schaffen. Voor podia die niet bij Ticketservice
10.2 CRM aanbevelingen
zijn aangesloten betekent dit dat achterhaald
In deze paragraaf is omschreven op welke
moet worden op welke plaatsen de doelgroep
wijze poppodia (beter) gebruik kunnen maken
vaak komt, zodat ook hier toegangsbewijzen
van de mogelijkheden van CRM.
kunnen worden verkocht. 10.2.1 Analyse Prijs
Hetgeen door middel van CRM bereikt dient te
De prijs van een voorstelling dient te worden
worden, is het zo goed mogelijk aanpassen van
afgestemd op de doelgroepen. Onderzocht
het aanbod, de communicatie, de distributie en
moet
de
worden
hoe
koopkrachtig
de
prijs
aan
de
klanten
klanttevredenheid
maximum prijzen zijn die zij willen betalen
klanttevredenheid zorgt ervoor dat klanten
voor een voorstelling. Vervolgens dient men
loyaal worden aan het podium waardoor zij
bij soortgelijke voorstellingen andere prijzen te
(vaker) terug zullen komen. Om dit te bereiken
hanteren.
de
is het noodzakelijk dat doelgroepen verder
prijselasticiteit
uitgesplitst worden naar klantgroepen. Om
bepaald worden. Deze elasticiteit is niet
deze klantgroepen te kunnen vormen, dienen
bezoekersaantallen
de
hand
kan
de
van
neemt.
Een
de
verschillende doelgroepen zijn en wat de
Aan
toe
waardoor
hoge
71
de podia informatie te verzamelen over de
gegevens verzameld kunnen worden. In een
klanten en potentiële klanten. De klantgroepen
reserverings- of kassasysteem dient te worden
dienen
bijgehouden welke klant welke voorstelling
te
bestaan
uit
klanten
met
bezoekt. Een klantenkaart kan hierbij een
gemeenschappelijke kenmerken.
hulpmiddel
zijn.
Alle
transactiegegevens
Daar de podia hebben aangegeven dat internet
worden opgeslagen op de kaart waaraan NAW-
een belangrijke rol speelt en in de toekomst
gegevens en e-mailadressen zijn gekoppeld.
naar verwachting een nog grotere rol gaat
Verschillende organisaties hebben al een
spelen, dienen e-mailadressen van klanten en
dergelijk systeem ontwikkeld. Dit systeem kan
potentiële klanten verzameld te worden. Door
worden aangekocht en aangepast aan de
middel van een inschrijvingslijst kunnen
specifieke wensen van de verschillende podia.
klanten voor, tijdens of na een voorstelling hun
Door met meerdere podia een reserverings- of
e-mailadres kenbaar maken. Hierbij dient
kassasysteem op te zetten kunnen kosten
duidelijk te worden gemaakt wat de voordelen
gedeeld worden. Eveneens kan men profiteren
voor de klant zijn bij het geven van zijn/haar e-
van
mailadres.
Voorverkoopkaarten dienen via internet of
de
kennis
van
andere
podia.
telefonisch te worden verkocht. De website Naast het e-mailadres dient naar NAW-
moet gekoppeld worden aan het reserverings-
gegevens te worden gevraagd. Eveneens kan
of kassasysteem. Wanneer inzicht bestaat in de
worden gevraagd in welke muziekgenres de
kenmerken
klant
van
adressen worden aangekocht van personen met
muziekvoorkeur kunnen klantgroepen worden
dezelfde kenmerken. Op deze wijze kunnen
samengesteld.
deze
potentiële klanten worden benaderd. Eveneens
klantgroepen dient een gerichte communicatie
dienen e-mailadressen van bezoekers van de
te worden opgezet. Na verloop van tijd kan
website verzameld te worden. Hetzelfde geldt
men de klant steeds een vraag stellen in de e-
voor personen die telefonisch informatie
mail die verstuurd wordt. Door het stellen van
aanvragen.
geïnteresseerd Aan
is. de
Op hand
basis van
van
de
klantgroepen
kunnen
slechts één vraag per keer kan veel informatie verzameld worden over de klant zonder
Omdat het verzamelen van klantgegevens voor
irritatie op te wekken. Voorafgaand aan het
de meerderheid van de podia de eerste stap
stellen van een vraag dient te worden bepaald
naar CRM is, wordt hieronder in twee
wat met de informatie gedaan kan worden.
stappenplannen
samengevat
wat
in
deze
paragraaf beschreven is. Het eerste stappenplan Omdat transactiegegevens kostbare informatie
is van toepassing op podia die (nog) niet over
op kunnen leveren omtrent uitgaansgedrag en
de mogelijkheden beschikken om online
financiële waarde van klanten, dienen de podia
toegangsbewijzen te reserveren of kopen. Het
te gaan werken aan een manier waarop deze
72
tweede plan is gericht op de aanschaf van een
gegevens en e-mailadressen worden
dergelijk systeem.
verzameld. 6. Registreren van transactiegegevens op
Verzamelen
klantgegevens
klantenkaart of klantenkaartnummer
zonder
bij online reservering of aankoop.
reserverings-of kassasysteem. 1. Door middel van inschrijflijst voor,
7. Aan de hand van kenmerken van
tijdens of na voorstelling verzamelen
klantgroepen kopen van adressen van
van e-mailadressen, NAW-gegevens
potentiële
en muziekvoorkeuren.
kenmerken.
2. Gerichte
e-mails
verzenden
met
zelfde
aan 10.2.2 Strategie
bezoekers. 3. Bedenken
klanten
met
welke
gegevens
Wanneer klantgegevens verzameld zijn dienen
aanbod, communicatie, distributie en
klantgroepen te worden samengesteld. Per
prijs beter aangepast kunnen worden.
klantgroep dient vervolgens door het stellen
4. In e-mails stellen van vragen voor benodigde informatie.
van vragen aan klanten achterhaald te worden bij
welk
aanbod,
welke
communicatie,
5. Aan de hand van kenmerken van
distributie en prijs de bezoekersaantallen zo
klantgroepen kopen van adressen van
hoog mogelijk zijn. Deze vragen dienen ook
potentiële
weer stap voor stap gesteld te worden. De klant
klanten
met
zelfde
kenmerken.
hoeft dan niet in één keer een groot aantal vragen te beantwoorden. Eveneens dienen
Verzamelen van klantgegevens met behulp van
klantgroepen te worden samengesteld op basis
reserverings- of kassasysteem
van financiële waarde van de klanten.
1. Vaststellen over welke gegevens men wil beschikken en wat men hiermee
10.2.3 Implementatie
wil doen.
Wanneer inzicht bestaat in de financiële
2. Zoeken naar eventuele partner of
waarde van klanten, kan onderscheid gemaakt
systeem mee aan te kopen of te
worden in de benadering van deze klanten.
ontwikkelen.
Klanten met een hoge financiële waarde
3. Aankopen indien
van
nodig
geschikt (tijdelijk)
systeem,
kunnen bijvoorbeeld beloond worden met
personeel
voorrang bij de voorverkoop en meet & greet
aantrekken met kennis van systeem. 4. Aanpassen
van
website
mogelijkheden. Bij een meet & greet actie aan
reserverings- of kassasysteem. 5. Uitgeven
of
klantenkaarten
verkopen waarbij
kunnen bezoekers kennis maken met artiesten. Klanten met een lage financiële waarde kunnen
van
aangespoord worden om het podium vaker te
NAW-
bezoeken door het geven van kortingen. Eveneens kunnen bezoekers van populaire
73
voorstellingen worden aangespoord om meer
betaalde
specifieke voorstellingen te bezoeken. Dit kan
regelmatig beoordeeld te worden op hun
gedaan
klantgerichtheid. Hierbij spelen met name
worden
door
kortingskaartjes
of
vrijkaarten weg te geven.
werknemers
dienen
eveneens
klanttevredenheidsonderzoeken
een
belangrijke rol. De tevredenheid van de klant Één van de geïnterviewde podia gaf aan op de
weerspiegelt
dag van de voorstelling de toegangsprijs te
functioneren
verlagen wanneer de zaal niet uitverkocht is.
Bezoekerscijfers dienen niet zonder meer aan
Hoewel
hogere
de prestaties van medewerkers te worden
zaalbezetting kan worden bewerkstelligd, dient
toegewezen. Eerst moet onderzocht worden of
men hier voorzichtig mee om te gaan. Wanneer
externe factoren van invloed zijn op deze
podia veelvuldig de toegangsprijs verlagen,
meevallende of tegenvallende resultaten.
op
deze
manier
een
voor
een
groot
van
deel
het
werknemers.
gaan klanten hier rekening mee houden. Het gevolg hiervan is dat aankopen worden
10.2.5 Schematisch
overzicht
te
uitgesteld en dat de opbrengst daalt door de
ondernemen stappen CRM
lagere toegangsprijs. Zoals in paragraaf 10.1.3
1. Verzamelen klantgegevens (zie stappenplan
is beschreven is het beter om prijselasticiteiten
10.2.1)
vast te stellen waarmee de optimale prijs kan
2. Vormen van klantgroepen aan de hand van
worden vastgesteld.
NAW-gegevens,
e-mailadressen,
muziekvoorkeuren en transactiegegevens. 10.2.4 Organisatie
3. Bepalen van bijpassend aanbod, bijpassende
Voor de meerderheid van de podia is het niet
communicatie,
mogelijk om alle medewerkers te betalen.
klantgroepen.
Hoewel de vrijwilligers vaak voor hun plezier
4. Trachten klanten meer financiële waarde te
bij de organisatie werken, is het noodzakelijk
laten vertegenwoordigen door hen aan te
dat wordt toegezien op de vriendelijkheid
sporen meer voorstellingen bij te wonen. (zie
waarmee zij klanten helpen. In het merendeel
figuur 10.1; klantpiramide)
van de gevallen zal dit voldoen aan de eisen
5. Vrijwilligers bekend maken met nut van
van een klantvriendelijke organisatie. Wanneer
klantgericht werken en belonen bij goede
een medewerker klanten niet structureel op een
prestaties.
vriendelijke manier helpt, dient hierover
6. Vaste medewerkers beoordelen onder andere
gesproken te worden. Het is belangrijk dat
op basis van klanttevredenheidsonderzoek.
distributie
en
prijs
bij
vrijwilligers het nut van een klantgerichte werkwijze
wordt
duidelijk
gemaakt.
Vrijwillige medewerkers dienen regelmatig beloond te worden waardoor de bereidheid tot klantgericht werken, toe zal nemen. De
74
Onderstaande klantpiramide laat zien hoe klanten kunnen worden ingedeeld op basis van financiële waarde en naar muziekgenre. De meerderheid van de podia zullen meer dan de drie in deze piramide genoemde muziekgenres onderscheiden Deze piramide laat zien dat de topklanten bestaan uit bezoekers die meerdere genres voorstellingen bezoeken. Door gebruik te maken van klantgegevens kunnen klanten gepusht worden meerdere en andere typen voorstellingen te bezoeken.
Regelmatige bezoekers concerten en dance voorstellingen van verschillende genres Bezoekers die 2 of meer keren een concert of dance voorstelling hebben bezocht van een soortgelijk genre Eenmalige bezoekers concert of dance Potentiële klanten
Muziekgenre I
Muziekgenre II
Muziekgenre III Figuur 10.1 Klantpiramide aanbevelingen
75
BRONNENLIJST _____________________________________________ Literatuur •
Baarda, D.B., M.P.M. de Goede, Basisboek Methoden en Technieken, Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek, Stenfert Kroese, Groningen, 2001
•
Blij, M. van der, Van Uitschot naar Boegbeeld, Een sectoranalyse van de Nederlandse Poppodia, Bureau Martine van der Blij, Amsterdam, 1996
•
Boorsma, M.A., Marketing van theater en andere kunsten : vergroting van publieksdeelname in theorie en praktijk, Boekmanstichting, Amsterdam, 1998
•
Broere, F.P., J. Heuvel, Marketing voor non-profit organisaties, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1994
•
Davis, F.W., K.B. Manrodt, Customer-Responsive Management: The Flexible Advantage, Blackwell Publishers Inc., Oxford, 1996
•
Delnooz, P.V.A., Onderzoekspraktijken, Boom, Amsterdam, 1996
•
Hollensen, S. Global Marketing, a market-responsive approach, Prentice Hall, 2001, 2e editie
•
Hoogendoorn, M.G., A framework for Customer Management assessment, Katholieke Universiteit Brabant, Tilburg, 1999
•
Janssen, N., De 1:1 organisatie; Wat zijn de eigenschappen van de klantgedreven onderneming?, Katholieke Universiteit Brabant, Tilburg, 1998
•
Knox, S., S. Maklan, A. Payne, J. Peppard, L. Ryals, Customer Relationship Management, Perspectives from the Marketplace, Butterworth-Heinemann, 2003
•
Kolb, B.M., Marketing Cultural Organisations, New Strategies for Attrackting Audiences to Classical Music, Dance, Museums, Theatre and Opera, Oak Tree Press, Dublin, 2000
•
Kotler, Ph., J. Bowen, J. Makens, Marketing for Hospitality and Tourism, Prentice hall, 1999
•
Kotler, Ph., Principes van marketing, Prentice Hall, 2003
•
Leeuwen, van, S., CRM in de praktijk; Het succesvol invoeren van een klantgerichte bedrijfsstrategie, Academic Service, Schoonhoven, 2003
•
McCarthy, D., De loyaliteitslink, Hoe loyale medewerkers loyale klanten creëren, John Wiley & Sons, Inc., 1997
•
Peelen, P., Customer Relationship Management, Prentice Hall, 2003
•
Peppers, D., M. Rogers, Enterprise One-to-One: Tools for Building Unbreakable Customer Relationships in the Interactive Age, Currency/Doubleday, New York, 1997
•
Pine II, B.J., J.H. Gilmore, De beleveniseconomie, Werk is theater en elke onderneming creert zijn eigen podium, Academic Service, Schoonhoven, 2001
76
•
Tricht, van, E., De essentie van Customer Relationship Management, Praktische leerervaringen uit de wereld van CRM, F&G Publishing, Amersfoort, 2002
•
Verhage, B., Grondslagen van de marketing, Stenfert Kroese, Groningen, 2001
•
VNP, In-sight facts & figures, Vereniging Nederlandse Poppodia, Amsterdam, 2004
•
Ranshuysen, L., Handleiding publieksonderzoek voor podia en musea, Boekmanstudies, Amsterdam, 1999
•
Stumpel, H.A.M., M.A. Broekhoff, Werken met SPSS: van data naar informatie; toetsen en analyses, Wolters Noordhoff, Groningen, 2002
Artikelen tijdschriften & kranten •
Algemeen Dagblad, Trefpunt, Recessie in Europa, 22 mei 2003
•
De Volkskrant, Duizend arbeidsplaatsen weg in één week, Economie, 13 september 2003
•
De Telegraaf, Ondanks recessie nog volop naar het theater, Binnenland, 19 maart, 2004
•
Fetter-Grotendorst, I, Loyaal of tevreden?, Customer Base, nummer 6, 2001
•
Het Burgerweeshuis Poppodium, Van OJC naar Deventer Poptempel, Een blik op het verleden en oog voor de toekomst, 2003
•
Lotgerink, T.E.P., De klantgerichte organisatie doorgelicht (2), Customer Base, nummer 2, 2000
•
Peelen, E., CRM reikt verder dan marketing en ICT, Customer Base, nummer 1, 2000
•
Shawky, A., D. Slot, CRM als transformatieproces, Customer Base, nummer 4, 2000
•
Verhoef, P.C., F. Langerak, Tien CRM-misverstanden uit de weg geruimd, Customer Base Jaarboek, 2003
Websites •
Dixon, D., The Financial Value of an Audience Member, powerpoint presentatie, www.cultuurnet.be, Edingburgh, 2004
•
NHTV Elo, Cursus Product Gerichte Milieuzorg, VRO, Breda, 2004 (alleen toegankelijk voor bevoegden via intranet NHTV, Internationale Hogeschool Breda)
•
www.brabantpop.nl/informatie, 2004
•
www.cultuurnetwerk.nl/onderwijs/overzicht.htm, 2004
•
www.fapk.nl, 2004
•
www.minocw.nl/cultuurnota/doc/uitgangspuntenbrief_cultuurbeleid_2005-2008.pdf, 2004
•
www.muziekweb.nl/thema/wereldmuziek, 2004
•
www.npi.nl, 2004
•
www.uitinbrabant.nl/zakelijk/overons, 2004
77
•
www.texel.nl, 2004
•
www.vnp.nl, 2004
•
www.ticketservice.nl, 2004
•
www.werkportaal.nl/actualiteit/719.htm, 2004
Overige bronnen •
Droog, M., Uit in Brabant, interview, Eindhoven, 2004
•
Horst, van der, J. Quanta NpM, interview, Culemborg, 2004
•
Linnenbank, S., Paul Postma Marketing Consultancy, telefonisch interview, 2004
•
Ranshuysen, L., onderzoeksbureau in de culturele sector, interview, Rotterdam, 2004
•
Wagemakers, L. Vereniging van Nederlandse Poppodia, telefonisch interview, 2004
•
Wildenberg, van de, M., Signo & S, interview, Breda, 2004
78
%LMODJHQELM
.QRZLQJPH .QRZLQJ\RX 2QGHU]RHNQDDUGHPDUNHWLQJHQ&50WRHSDVVLQJHQ YDQ1HGHUODQGVH3RSSRGLD
7LQHNHYDQGHU%HHN
BIJLAGE I _______________________________________________ Tabel Ia: Aantal marketingmedewerkers in FTE’s naar podiumgrootte; N =22
grootte podium * aantal medewerkers marketing Crosstabulation ,3
grootte A-podiumCount podium % within grootte podium
Total
,5
aantal medewerkers marketing 1,2 1,5 1,8 2,0
1,0 2 28,6%
2,9
3,0
1 14,3%
3 42,9%
7,0
Total 1 7 14,3% 100,0%
% within aantal 33,3% 100,0% 50,0% 100,0% 31,8% medewerkers marketing B-podiumCount 2 3 1 1 1 3 11 % within grootte podium 18,2% 27,3% 9,1% 9,1% 9,1% 27,3% 100,0% % within aantal 66,7% 50,0% 100,0% 100,0% 100,0% 50,0% 50,0% medewerkers marketing C-podiumCount 1 1 1 1 4 % within grootte podium 25,0% 25,0% 25,0% 25,0% 100,0% % within aantal 100,0% 33,3% 16,7% 100,0% 18,2% medewerkers marketing Count 1 3 6 1 1 1 1 1 6 1 22 % within grootte podium 4,5% 13,6% 27,3% 4,5% 4,5% 4,5% 4,5% 4,5% 27,3% 4,5% 100,0% % within aantal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% medewerkers marketing
Tabel Ib: Marketingbudget naar podiumgrootte; N =20 grootte podium * marketingbudget Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within marketingbudget Count % within grootte podium % within marketingbudget Count % within grootte podium % within marketingbudget Count % within grootte podium % within marketingbudget
< 15.000 2 33,3% 25,0% 4 40,0% 50,0% 2 50,0% 25,0% 8 40,0% 100,0%
marketingbudget 15.000 50.000 50.000 100.000 1 16,7% 100,0% 6 60,0% 75,0% 2 50,0% 25,0% 8 1 40,0% 5,0% 100,0% 100,0%
100.000 250.000 3 50,0% 100,0%
3 15,0% 100,0%
Total 6 100,0% 30,0% 10 100,0% 50,0% 4 100,0% 20,0% 20 100,0% 100,0%
BIJLAGE II _____________________________________________ Tabel IIa: Onderzoek naar klanttevredenheid naar podiumgrootte; N =22 grootte podium * onderzoek naar klanttevredenheid Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within onderzoek naar klanttevredenheid Count % within grootte podium % within onderzoek naar klanttevredenheid Count % within grootte podium % within onderzoek naar klanttevredenheid Count % within grootte podium % within onderzoek naar klanttevredenheid
onderzoek naar klanttevredenheid ja nee 4 3 57,1% 42,9%
Total 7 100,0%
26,7%
42,9%
31,8%
9 81,8%
2 18,2%
11 100,0%
60,0%
28,6%
50,0%
2 50,0%
2 50,0%
4 100,0%
13,3%
28,6%
18,2%
15 68,2%
7 31,8%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIb: Onderzoek naar nieuwe markten en doelgroepen naar podiumgrootte; N =22 grootte podium * onderzoek naar nieuwe markten/doelgroepen Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within onderzoek naar nieuwe markten/doelgroepen Count % within grootte podium % within onderzoek naar nieuwe markten/doelgroepen Count % within grootte podium % within onderzoek naar nieuwe markten/doelgroepen Count % within grootte podium % within onderzoek naar nieuwe markten/doelgroepen
onderzoek naar nieuwe markten/doelgroepen ja nee 4 3 57,1% 42,9%
Total 7 100,0%
57,1%
20,0%
31,8%
2 18,2%
9 81,8%
11 100,0%
28,6%
60,0%
50,0%
1 25,0%
3 75,0%
4 100,0%
14,3%
20,0%
18,2%
7 31,8%
15 68,2%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIc: Onderzoek naar concurrentie naar podiumgrootte; N =22 grootte podium * onderzoek naar concurrentie Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within onderzoek naar concurrentie Count % within grootte podium % within onderzoek naar concurrentie Count % within grootte podium % within onderzoek naar concurrentie Count % within grootte podium % within onderzoek naar concurrentie
onderzoek naar concurrentie ja nee 3 4 42,9% 57,1%
Total 7 100,0%
60,0%
23,5%
31,8%
2 18,2%
9 81,8%
11 100,0%
40,0%
52,9%
50,0%
4 100,0%
4 100,0%
23,5%
18,2%
5 22,7%
17 77,3%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IId: Onderzoek naar resultaten van marketingacties naar podiumgrootte; N =22 grootte podium * analyse van marketingresultaten Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within analyse van marketingresultaten Count % within grootte podium % within analyse van marketingresultaten Count % within grootte podium % within analyse van marketingresultaten Count % within grootte podium % within analyse van marketingresultaten
analyse van marketingresultaten ja nee 4 3 57,1% 42,9%
Total 7 100,0%
36,4%
27,3%
31,8%
7 63,6%
4 36,4%
11 100,0%
63,6%
36,4%
50,0%
4 100,0%
4 100,0%
36,4%
18,2%
11 50,0%
11 50,0%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIe: Formuleren marketingdoelstellingen naar podiumgrootte; N =22 grootte podium * formuleren marketingdoelstellingen Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within formuleren marketingdoelstellingen Count % within grootte podium % within formuleren marketingdoelstellingen Count % within grootte podium % within formuleren marketingdoelstellingen Count % within grootte podium % within formuleren marketingdoelstellingen
formuleren marketingdoelstellinge n ja nee 7 100,0% 50,0%
Total 7 100,0% 31,8%
6 54,5%
5 45,5%
11 100,0%
42,9%
62,5%
50,0%
1 25,0%
3 75,0%
4 100,0%
7,1%
37,5%
18,2%
14 63,6%
8 36,4%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIf: Herformuleren marketingdoelstellingen naar podiumgrootte; N =22 grootte podium * herformuleren marketingdoelstellingen Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within herformuleren marketingdoelstellingen Count % within grootte podium % within herformuleren marketingdoelstellingen Count % within grootte podium % within herformuleren marketingdoelstellingen Count % within grootte podium % within herformuleren marketingdoelstellingen
herformuleren marketingdoelstellinge n ja nee 7 100,0% 53,8%
Total 7 100,0% 31,8%
5 45,5%
6 54,5%
11 100,0%
38,5%
66,7%
50,0%
1 25,0%
3 75,0%
4 100,0%
7,7%
33,3%
18,2%
13 59,1%
9 40,9%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIg: Beschikking over geschreven marketingplan naar podiumgrootte; N =22 grootte podium * geschreven marketingplan Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within geschreven marketingplan Count % within grootte podium % within geschreven marketingplan Count % within grootte podium % within geschreven marketingplan Count % within grootte podium % within geschreven marketingplan
geschreven marketingplan ja nee 4 3 57,1% 42,9%
Total 7 100,0%
57,1%
20,0%
31,8%
3 27,3%
8 72,7%
11 100,0%
42,9%
53,3%
50,0%
4 100,0%
4 100,0%
26,7%
18,2%
7 31,8%
15 68,2%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIh: Onderscheid maken in benadering van bestaande en nieuwe klanten; N =22 grootte podium * benadering onderscheid bestaande/ nieuwe klanten Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within benadering onderscheid bestaande/ nieuwe klanten Count % within grootte podium % within benadering onderscheid bestaande/ nieuwe klanten Count % within grootte podium % within benadering onderscheid bestaande/ nieuwe klanten Count % within grootte podium % within benadering onderscheid bestaande/ nieuwe klanten
benadering onderscheid bestaande/ nieuwe klanten ja nee 4 3 57,1% 42,9%
Total 7 100,0%
33,3%
30,0%
31,8%
7 63,6%
4 36,4%
11 100,0%
58,3%
40,0%
50,0%
1 25,0%
3 75,0%
4 100,0%
8,3%
30,0%
18,2%
12 54,5%
10 45,5%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIi: Afstemmen communicatie op doelgroepen; N =22 grootte podium * afstemmen communicatie op doelgroep Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within afstemmen communicatie op doelgroep Count % within grootte podium % within afstemmen communicatie op doelgroep Count % within grootte podium % within afstemmen communicatie op doelgroep Count % within grootte podium % within afstemmen communicatie op doelgroep
afstemmen communicatie op doelgroep soms wel, ja altijd ja meestal soms niet 6 1 85,7% 14,3%
Total 7 100,0%
54,5%
10,0%
31,8%
3 27,3%
7 63,6%
1 9,1%
11 100,0%
27,3%
70,0%
100,0%
50,0%
2 50,0%
2 50,0%
4 100,0%
18,2%
20,0%
18,2%
11 50,0%
10 45,5%
1 4,5%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIj: Afstemmen distributie op doelgroepen; N =22
grootte podium * afstemmen distributie op doelgroep Crosstabulation
grootte podium
Total
ja altijd A-podium Count 1 % within grootte podium 16,7% % within afstemmen 25,0% distributie op doelgroep B-podium Count 3 % within grootte podium 27,3% % within afstemmen 75,0% distributie op doelgroep C-podium Count % within grootte podium % within afstemmen distributie op doelgroep Count 4 % within grootte podium 19,0% % within afstemmen 100,0% distributie op doelgroep
afstemmen distributie op doelgroep soms wel, nee meestal niet ja meestal soms niet nee nooit 1 4 16,7% 66,7%
Total 6 100,0%
25,0%
44,4%
28,6%
3 27,3%
4 36,4%
1 9,1%
11 100,0%
75,0%
44,4%
50,0%
52,4%
1 25,0%
2 50,0%
1 25,0%
4 100,0%
11,1%
100,0%
50,0%
19,0%
4 19,0%
9 42,9%
2 9,5%
2 9,5%
21 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
BIJLAGE III _____________________________________________ Tabel IIIa: Beschikking over telefoonnummers naar podiumgrootte; N =22 grootte podium * telefoonnummer aanwezig Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within telefoonnummer aanwezig Count % within grootte podium % within telefoonnummer aanwezig Count % within grootte podium % within telefoonnummer aanwezig Count % within grootte podium % within telefoonnummer aanwezig
ja, van de meerderheid
telefoonnummer aanwezig ja, van ongeveer ja, van de de helft minderheid 1 14,3%
nee, niet aanwezig 6 85,7%
25,0%
Total 7 100,0%
42,9%
31,8%
1 9,1%
3 27,3%
3 27,3%
4 36,4%
11 100,0%
100,0%
75,0%
100,0%
28,6%
50,0%
4 100,0%
4 100,0%
28,6%
18,2%
1 4,5%
4 18,2%
3 13,6%
14 63,6%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIb: Beschikking over aankoopgegevens naar podiumgrootte; N =22 grootte podium * aankoopgegevens aanwezig Crosstabulation aankoopgegevens aanwezig
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within aankoopgegevens aanwezig Count % within grootte podium % within aankoopgegevens aanwezig Count % within grootte podium % within aankoopgegevens aanwezig Count % within grootte podium % within aankoopgegevens aanwezig
ja, van ongeveer de helft
ja, van de minderheid
nee, niet aanwezig
Total
7 100,0%
7 100,0%
36,8%
31,8%
1 9,1%
1 9,1%
9 81,8%
11 100,0%
100,0%
50,0%
47,4%
50,0%
1 25,0%
3 75,0%
4 100,0%
50,0%
15,8%
18,2%
1 4,5%
2 9,1%
19 86,4%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIc: Beschikking over betalingsgegevens naar podiumgrootte; N =21 grootte podium * betalingsgegevens aanwezig Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
betalingsgegevens aanwezig ja, van alle ja, van de nee, niet klanten minderheid aanwezig
Count % within grootte podium % within betalingsgegevens aanwezig Count % within grootte podium % within betalingsgegevens aanwezig Count % within grootte podium % within betalingsgegevens aanwezig Count % within grootte podium % within betalingsgegevens aanwezig
7 100,0%
36,8%
33,3%
1 10,0%
9 90,0%
10 100,0%
100,0%
47,4%
47,6%
1 25,0%
3 75,0%
4 100,0%
100,0%
15,8%
19,0%
1 4,8%
1 4,8%
19 90,5%
21 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIId: Gegevens opgeslagen in centrale database; N =22 gegevens opgeslagen in centrale database
Valid
ja nee niet van toepassing Total
Frequency 15 5 2 22
Percent 68,2 22,7 9,1 100,0
Valid Percent 68,2 22,7 9,1 100,0
Cumulative Percent 68,2 90,9 100,0
Tabel IIIe: Gegevens op elk moment op te vragen; N =22 gegevens op elk moment op te vragen
Valid
ja nee niet van toepassing Total
Frequency 7 13 2 22
Percent 31,8 59,1 9,1 100,0
Valid Percent 31,8 59,1 9,1 100,0
Cumulative Percent 31,8 90,9 100,0
Tabel IIIf: Gegevens worden up-to-date gehouden; N =22 gegevens worden onderhouden
Valid
ja altijd ja meestal soms wel, soms niet nee meestal niet nee nooit niet van toepassing Total
Frequency 8 7 1 2 1 3 22
Percent 36,4 31,8 4,5 9,1 4,5 13,6 100,0
Total
7 100,0%
Valid Percent 36,4 31,8 4,5 9,1 4,5 13,6 100,0
Cumulative Percent 36,4 68,2 72,7 81,8 86,4 100,0
Tabel IIIg: Onderscheiden klantgroepen op basis van recentheid van bezoek; N =22 recentheid van bezoek
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within recentheid van boekingen Count % within grootte podium % within recentheid van boekingen Count % within grootte podium % within recentheid van boekingen Count % within grootte podium % within recentheid van boekingen
ja
nee
niet van toepassing
Total
5 71,4%
2 28,6%
7 100,0%
45,5%
22,2%
31,8%
2 18,2%
4 36,4%
5 45,5%
11 100,0%
100,0%
36,4%
55,6%
50,0%
2 50,0%
2 50,0%
4 100,0%
18,2%
22,2%
18,2%
2 9,1%
11 50,0%
9 40,9%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIh: Onderscheiden klantgroepen op basis van aantal bezoeken; N =22 aantal bezoeken
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within aantal boekingen Count % within grootte podium % within aantal boekingen Count % within grootte podium % within aantal boekingen Count % within grootte podium % within aantal boekingen
ja
nee
niet van toepassing
Total
5 71,4%
2 28,6%
7 100,0%
45,5%
20,0%
31,8%
1 9,1%
4 36,4%
6 54,5%
11 100,0%
100,0%
36,4%
60,0%
50,0%
2 50,0%
2 50,0%
4 100,0%
18,2%
20,0%
18,2%
1 4,5%
11 50,0%
10 45,5%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIi: Onderscheiden klantgroepen op basis van financiële waarde bezoek; N =22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within financiële waarde boekingen Count % within grootte podium % within financiële waarde boekingen Count % within grootte podium % within financiële waarde boekingen Count % within grootte podium % within financiële waarde boekingen
financiële waarde bezoek niet van ja nee toepasing 5 2 71,4% 28,6%
Total 7 100,0%
41,7%
22,2%
31,8%
1 9,1%
5 45,5%
5 45,5%
11 100,0%
100,0%
41,7%
55,6%
50,0%
2 50,0%
2 50,0%
4 100,0%
16,7%
22,2%
18,2%
1 4,5%
12 54,5%
9 40,9%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIj: Onderscheiden klantgroepen op basis van demografische gegevens: N =22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within demografische gegevens Count % within grootte podium % within demografische gegevens Count % within grootte podium % within demografische gegevens Count % within grootte podium % within demografische gegevens
ja
demografische gegevens niet van toepassing nee 5 2 71,4% 28,6%
Total 7 100,0%
45,5%
28,6%
31,8%
4 36,4%
4 36,4%
3 27,3%
11 100,0%
100,0%
36,4%
42,9%
50,0%
2 50,0%
2 50,0%
4 100,0%
18,2%
28,6%
18,2%
4 18,2%
11 50,0%
7 31,8%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIk: Onderscheiden klantgroepen op basis van voorkeuren en interesses: N =22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within voorkeuren/ interessegebieden van klant Count % within grootte podium % within voorkeuren/ interessegebieden van klant Count % within grootte podium % within voorkeuren/ interessegebieden van klant Count % within grootte podium % within voorkeuren/ interessegebieden van klant
voorkeuren/ interessegebieden van klant niet van ja nee toepassing 1 5 1 14,3% 71,4% 14,3%
Total 7 100,0%
16,7%
50,0%
16,7%
31,8%
4 36,4%
4 36,4%
3 27,3%
11 100,0%
66,7%
40,0%
50,0%
50,0%
1 25,0%
1 25,0%
2 50,0%
4 100,0%
16,7%
10,0%
33,3%
18,2%
6 27,3%
10 45,5%
6 27,3%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIl: Aantal podia dat klantgroepen onderscheidt op basis van voorkeuren en interessen naar aantal podia dat beschikt over gegevens omtrent voorkeuren en interesses; N =11
Valid
ja nee niet van toepassing Total
Frequency 4 5 2 11
Percent 36,4 45,5 18,2 100,0
Valid Percent 36,4 45,5 18,2 100,0
Cumulative Percent 36,4 81,8 100,0
Tabel IIIm: Onderscheid met benadering tussen bestaande en potentiële klanten naar podiumgrootte; N =22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within bestaande klanten meer aandacht dan potentiële klanten Count % within grootte podium % within bestaande klanten meer aandacht dan potentiële klanten Count % within grootte podium % within bestaande klanten meer aandacht dan potentiële klanten Count % within grootte podium % within bestaande klanten meer aandacht dan potentiële klanten
bestaande klanten meer aandacht dan potentiële klanten ja nee 2 5 28,6% 71,4%
Total 7 100,0%
25,0%
35,7%
31,8%
5 45,5%
6 54,5%
11 100,0%
62,5%
42,9%
50,0%
1 25,0%
3 75,0%
4 100,0%
12,5%
21,4%
18,2%
8 36,4%
14 63,6%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIn: Bedrijfdoelstellingen lange termijn gericht naar podiumgrootte; N=22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within bedrijfsdoelstellingen lange termijn gericht Count % within grootte podium % within bedrijfsdoelstellingen lange termijn gericht Count % within grootte podium % within bedrijfsdoelstellingen lange termijn gericht Count % within grootte podium % within bedrijfsdoelstellingen lange termijn gericht
bedrijfsdoelstellingen lange termijn gericht ja nee 4 3 57,1% 42,9%
Total 7 100,0%
44,4%
23,1%
31,8%
4 36,4%
7 63,6%
11 100,0%
44,4%
53,8%
50,0%
1 25,0%
3 75,0%
4 100,0%
11,1%
23,1%
18,2%
9 40,9%
13 59,1%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIo: Bijhouden contactgegevens wanneer klant contact met podium opneemt naar podiumgrootte; N =22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within datum bijhouden wanneer klant contact opneemt Count % within grootte podium % within datum bijhouden wanneer klant contact opneemt Count % within grootte podium % within datum bijhouden wanneer klant contact opneemt Count % within grootte podium % within datum bijhouden wanneer klant contact opneemt
datum bijhouden wanneer klant contact opneemt nee meestal niet van ja meestal niet nee nooit toepassing 1 4 2 14,3% 57,1% 28,6%
Total 7 100,0%
33,3%
33,3%
40,0%
31,8%
1 9,1%
1 9,1%
6 54,5%
3 27,3%
11 100,0%
50,0%
33,3%
50,0%
60,0%
50,0%
1 25,0%
1 25,0%
2 50,0%
4 100,0%
50,0%
33,3%
16,7%
18,2%
2 9,1%
3 13,6%
12 54,5%
5 22,7%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
grootte podium * com.kanaal bijhouden wanneer klant contact opneemt Crosstabulation
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within com.kanaal bijhouden wanneer klant contact opneemt Count % within grootte podium % within com.kanaal bijhouden wanneer klant contact opneemt Count % within grootte podium % within com.kanaal bijhouden wanneer klant contact opneemt Count % within grootte podium % within com.kanaal bijhouden wanneer klant contact opneemt
Count % within grootte podium % within inhoud bijhouden wanneer de klant contact opneemt Count % within grootte podium % within inhoud bijhouden wanneer de klant contact opneemt Count % within grootte podium % within inhoud bijhouden wanneer de klant contact opneemt Count % within grootte podium % within inhoud bijhouden wanneer de klant contact opneemt
com.kanaal bijhouden wanneer klant contact opneemt nee meestal niet van ja altijd ja meestal niet nee nooit toepassing 1 4 2 14,3% 57,1% 28,6%
Total 7 100,0%
33,3%
33,3%
40,0%
31,8%
1 9,1%
1 9,1%
6 54,5%
3 27,3%
11 100,0%
100,0%
33,3%
50,0%
60,0%
50,0%
1 25,0%
1 25,0%
2 50,0%
4 100,0%
33,3%
100,0%
16,7%
18,2%
1 4,5%
3 13,6%
1 4,5%
12 54,5%
5 22,7%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
inhoud bijhouden wanneer de klant contact opneemt nee meestal niet van ja meestal niet nee nooit toepassing 1 4 2 14,3% 57,1% 28,6% 50,0%
Total 7 100,0%
33,3%
40,0%
31,8%
2 18,2%
6 54,5%
3 27,3%
11 100,0%
66,7%
50,0%
60,0%
50,0%
1 25,0%
1 25,0%
2 50,0%
4 100,0%
33,3%
50,0%
16,7%
18,2%
3 13,6%
2 9,1%
12 54,5%
5 22,7%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIp: Bijhouden contactgegevens wanneer podium contact opneemt met klant naar podiumgrootte; N =22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within datum bijhouden wanneer wij contact leggen Count % within grootte podium % within datum bijhouden wanneer wij contact leggen Count % within grootte podium % within datum bijhouden wanneer wij contact leggen Count % within grootte podium % within datum bijhouden wanneer wij contact leggen
Count % within grootte podium % within com.kanaal bijhouden wanneer wij contact leggen Count % within grootte podium % within com.kanaal bijhouden wanneer wij contact leggen Count % within grootte podium % within com.kanaal bijhouden wanneer wij contact leggen Count % within grootte podium % within com.kanaal bijhouden wanneer wij contact leggen
datum bijhouden wanneer wij contact leggen nee meestal niet van ja altijd niet nee nooit toepassing 1 4 2 14,3% 57,1% 28,6% 100,0%
Total 7 100,0%
33,3%
40,0%
35,0%
6 66,7%
3 33,3%
9 100,0%
50,0%
60,0%
45,0%
2 50,0%
2 50,0%
4 100,0%
100,0%
16,7%
20,0%
1 5,0%
2 10,0%
12 60,0%
5 25,0%
20 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
com.kanaal bijhouden wanneer wij contact leggen nee, niet van ja altijd meestal niet nee nooit toepassing 1 4 2 14,3% 57,1% 28,6%
Total 7 100,0%
50,0%
40,0%
40,0%
35,0%
1 11,1%
5 55,6%
3 33,3%
9 100,0%
50,0%
50,0%
60,0%
45,0%
3 75,0%
1 25,0%
4 100,0%
100,0%
10,0%
20,0%
2 10,0%
3 15,0%
10 50,0%
5 25,0%
20 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
grootte podium * inhoud bijhouden wanneer wij contact leggen Crosstabulation
1 14,3%
inhoud bijhouden wanneer wij contact leggen soms wel, nee meestal ja meestal soms niet niet nee nooit 4 57,1%
niet van toepassing 2 28,6%
100,0%
40,0%
40,0%
35,0%
1 11,1%
5 55,6%
3 33,3%
9 100,0%
100,0%
50,0%
60,0%
45,0%
ja altijd grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within inhoud bijhouden wanneer wij contact leggen Count % within grootte podium % within inhoud bijhouden wanneer wij contact leggen Count % within grootte podium % within inhoud bijhouden wanneer wij contact leggen Count % within grootte podium % within inhoud bijhouden wanneer wij contact leggen
Total 7 100,0%
1 25,0%
2 50,0%
1 25,0%
4 100,0%
100,0%
100,0%
10,0%
20,0%
1 5,0%
1 5,0%
1 5,0%
2 10,0%
10 50,0%
5 25,0%
20 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIq: Afstemmen communicatie en aanbod op klantgroepen naar aantal podia dat klantgroepen onderscheidt op basis van recentheid van het bezoek, aantal bezoeken, financiële waarde van de bezoeken, demografische gegevens en voorkeuren en interessen; N =7 communcatie afstemmen op behoefte klant
Valid
ja altijd ja meestal soms wel, soms niet Total
Frequency 1 4 2 7
Percent 14,3 57,1 28,6 100,0
Cumulative Percent 14,3 71,4 100,0
Valid Percent 14,3 57,1 28,6 100,0
product aanpassen aan behoeften klantgroepen
Valid
ja meestal soms wel, soms niet nee meestal niet nee nooit Total
Frequency 3 2 1 1 7
Percent 42,9 28,6 14,3 14,3 100,0
Valid Percent 42,9 28,6 14,3 14,3 100,0
Cumulative Percent 42,9 71,4 85,7 100,0
Tabel IIIr: Toepassen van multi-channelling naar podiumgrootte; N =22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within multi channeling Count % within grootte podium % within multi channeling Count % within grootte podium % within multi channeling Count % within grootte podium % within multi channeling
multi channeling ja nee 5 2 71,4% 28,6% 35,7% 25,0% 5 6 45,5% 54,5% 35,7% 75,0% 4 100,0% 28,6% 14 8 63,6% 36,4% 100,0% 100,0%
Total 7 100,0% 31,8% 11 100,0% 50,0% 4 100,0% 18,2% 22 100,0% 100,0%
Tabel IIIs: Het geven van betere contactmogelijkheden en een meer persoonlijke benadering aan klanten met een hoge RFM-waarde naar podiumgrootte; N =22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within klanten met hogere RFM betere contactmogelijkheden Count % within grootte podium % within klanten met hogere RFM betere contactmogelijkheden Count % within grootte podium % within klanten met hogere RFM betere contactmogelijkheden Count % within grootte podium % within klanten met hogere RFM betere contactmogelijkheden
Count % within grootte podium % within klanten met hogere RFM persoonlijke benadering Count % within grootte podium % within klanten met hogere RFM persoonlijke benadering Count % within grootte podium % within klanten met hogere RFM persoonlijke benadering Count % within grootte podium % within klanten met hogere RFM persoonlijke benadering
klanten met hogere RFM betere contactmogelijkheden niet van nee toepassing 6 1 85,7% 14,3%
Total 7 100,0%
35,3%
20,0%
31,8%
8 72,7%
3 27,3%
11 100,0%
47,1%
60,0%
50,0%
3 75,0%
1 25,0%
4 100,0%
17,6%
20,0%
18,2%
17 77,3%
5 22,7%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
klanten met hogere RFM persoonlijke benadering ja nee 3 6 1 85,7% 14,3%
7 100,0%
37,5%
20,0%
31,8%
8 72,7%
3 27,3%
11 100,0%
50,0%
60,0%
50,0%
1 25,0%
2 50,0%
1 25,0%
4 100,0%
100,0%
12,5%
20,0%
18,2%
1 4,5%
16 72,7%
5 22,7%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Total
Tabel IIIt: E-mails worden binnen twee werkdagen beantwoord naar podiumgrootte; N =22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within emails binnen twee werkdagen beantwoorden Count % within grootte podium % within emails binnen twee werkdagen beantwoorden Count % within grootte podium % within emails binnen twee werkdagen beantwoorden Count % within grootte podium % within emails binnen twee werkdagen beantwoorden
emails binnen twee werkdagen beantwoorden soms wel, ja altijd ja meestal soms niet nee nooit 4 3 57,1% 42,9%
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within 24/7 bereikbaar zijn Count % within grootte podium % within 24/7 bereikbaar zijn Count % within grootte podium % within 24/7 bereikbaar zijn Count % within grootte podium % within 24/7 bereikbaar zijn
7 100,0%
57,1%
23,1%
31,8%
3 27,3%
6 54,5%
1 9,1%
1 9,1%
11 100,0%
42,9%
46,2%
100,0%
100,0%
50,0%
4 100,0%
4 100,0%
30,8%
18,2%
7 31,8%
13 59,1%
1 4,5%
1 4,5%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIu: 24 uur per dag bereikbaar naar podiumgrootte; N =22
grootte podium
Total
24/7 bereikbaar zijn ja nee 7 100,0% 33,3%
Total 7 100,0% 31,8%
10 90,9%
1 9,1%
11 100,0%
47,6%
100,0%
50,0%
4 100,0%
4 100,0%
19,0%
18,2%
21 95,5%
1 4,5%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIv: Kanalen via welke toegangsbewijzen aangeschaft kunnen worden; N =22 telefoon grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within telefoon Count % within grootte podium % within telefoon Count % within grootte podium % within telefoon Count % within grootte podium % within telefoon
Count % within grootte podium % within eigen website Count % within grootte podium % within eigen website Count % within grootte podium % within eigen website Count % within grootte podium % within eigen website
ja
nee
2 28,6% 13,3% 10 90,9% 66,7% 3 75,0% 20,0% 15 68,2% 100,0%
5 71,4% 71,4% 1 9,1% 14,3% 1 25,0% 14,3% 7 31,8% 100,0%
eigen website ja nee 1 6 14,3% 85,7% 9,1% 54,5% 7 4 63,6% 36,4% 63,6% 36,4% 3 1 75,0% 25,0% 27,3% 9,1% 11 11 50,0% 50,0% 100,0% 100,0%
Total 7 100,0% 31,8% 11 100,0% 50,0% 4 100,0% 18,2% 22 100,0% 100,0%
Total 7 100,0% 31,8% 11 100,0% 50,0% 4 100,0% 18,2% 22 100,0% 100,0%
e-mail grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within e-mail Count % within grootte podium % within e-mail Count % within grootte podium % within e-mail Count % within grootte podium % within e-mail
Count % within grootte podium % within schriftelijk Count % within grootte podium % within schriftelijk Count % within grootte podium % within schriftelijk Count % within grootte podium % within schriftelijk
ja
nee
5 45,5% 83,3% 1 25,0% 16,7% 6 27,3% 100,0%
ja
7 100,0% 43,8% 6 54,5% 37,5% 3 75,0% 18,8% 16 72,7% 100,0%
schriftelijk nee
3 27,3% 75,0% 1 25,0% 25,0% 4 18,2% 100,0%
7 100,0% 38,9% 8 72,7% 44,4% 3 75,0% 16,7% 18 81,8% 100,0%
Total 7 100,0% 31,8% 11 100,0% 50,0% 4 100,0% 18,2% 22 100,0% 100,0%
Total 7 100,0% 31,8% 11 100,0% 50,0% 4 100,0% 18,2% 22 100,0% 100,0%
aan deur grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within face-to-face Count % within grootte podium % within face-to-face Count % within grootte podium % within face-to-face Count % within grootte podium % within face-to-face
Count % within grootte podium % within intermediair Count % within grootte podium % within intermediair Count % within grootte podium % within intermediair Count % within grootte podium % within intermediair
Count % within grootte podium % within website van andere organisatie Count % within grootte podium % within website van andere organisatie Count % within grootte podium % within website van andere organisatie Count % within grootte podium % within website van andere organisatie
ja 6 85,7% 31,6% 11 100,0% 57,9% 2 50,0% 10,5% 19 86,4% 100,0%
nee
Total
1 14,3% 33,3%
7 100,0% 31,8% 11 100,0% 50,0% 4 100,0% 18,2% 22 100,0% 100,0%
2 50,0% 66,7% 3 13,6% 100,0%
intermediair ja nee 7 100,0% 41,2% 9 2 81,8% 18,2% 52,9% 40,0% 1 3 25,0% 75,0% 5,9% 60,0% 17 5 77,3% 22,7% 100,0% 100,0%
website van andere organisatie ja nee 7 100,0% 53,8%
Total 7 100,0% 31,8% 11 100,0% 50,0% 4 100,0% 18,2% 22 100,0% 100,0%
Total 7 100,0% 31,8%
5 45,5%
6 54,5%
11 100,0%
38,5%
66,7%
50,0%
1 25,0%
3 75,0%
4 100,0%
7,7%
33,3%
18,2%
13 59,1%
9 40,9%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIw: Personeelsbeoordeling op basis van klantgerichtheid naar podiumgrootte; N =20
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within personeelsbeoordeling front-office klantgerichtheid Count % within grootte podium % within personeelsbeoordeling front-office klantgerichtheid Count % within grootte podium % within personeelsbeoordeling front-office klantgerichtheid Count % within grootte podium % within personeelsbeoordeling front-office klantgerichtheid
personeelsbeoordeling o.b.v. klantgerichtheid noch mee oneens noch beetje mee beetje mee eens oneens mee eens mee eens 4 1 2 57,1% 14,3% 28,6%
Total 7 100,0%
66,7%
14,3%
50,0%
35,0%
2 22,2%
2 22,2%
3 33,3%
2 22,2%
9 100,0%
66,7%
33,3%
42,9%
50,0%
45,0%
1 25,0%
3 75,0%
4 100,0%
33,3%
42,9%
20,0%
3 15,0%
6 30,0%
7 35,0%
4 20,0%
20 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Tabel IIIx: Klantgerichte cultuur naar podiumgrootte; N =22
grootte podium
A-podium
B-podium
C-podium
Total
Count % within grootte podium % within klantgerichte cultuur Count % within grootte podium % within klantgerichte cultuur Count % within grootte podium % within klantgerichte cultuur Count % within grootte podium % within klantgerichte cultuur
beetje mee oneens 1 14,3%
klantgerichte cultuur noch mee oneens noch beetje mee eens mee eens 1 1 14,3% 14,3%
mee eens 4 57,1%
7 100,0%
20,0%
33,3%
31,8%
1 9,1%
2 18,2%
8 72,7%
11 100,0%
50,0%
40,0%
66,7%
50,0%
50,0%
33,3%
Total
2 50,0%
2 50,0%
4 100,0%
66,7%
40,0%
18,2%
2 9,1%
3 13,6%
5 22,7%
12 54,5%
22 100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
BIJLAGE IV _____________________________________________ Onderzoekspopulatie •
013 Tilburg
•
Azijnfabriek Roermond
•
Baroeg Rotterdam
•
’ t Beest Goes
•
Burgerweeshuis Deventer
•
Bibelot Dordrecht
•
De Boerderij Zoetermeer
•
De Taverne Bergen (NH)
•
Doornroosje Nijmegen
•
Effenaar Eindhoven
•
Ekko Utrecht
•
Gigant Apeldoorn
•
Goudvishal Arnhem
•
Melkweg Amsterdam
•
Mezz Breda
•
Nighttown Rotterdam
•
P66 Amstelveen
•
Paradiso Amsterdam
•
Patronaat Haarlem
•
Simplon Groningen
•
Speakers Delft
•
Tivoli Utrecht
BIJLAGE V _____________________________________________ Brief bij interviews Geachte heer/mevrouw, De NHTV Internationale Hogeschool Breda, is bezig met een onderzoek naar het marketingbeleid van organisaties in de vrijetijdssector. Hierbij gaat de interesse met name uit naar inspanningen van organisaties om klanten te behouden (klantmanagement). Klantbehoud is met name in economisch krappe tijden, noodzaak voor veel organisaties. Het aantrekken van nieuwe klanten is vaak moeilijk en kostbaar. Het creëren van tevreden klanten is dan ook een goed alternatief. Het doel van de NHTV is om door middel van dit onderzoek haar kennis omtrent dit onderwerp te verbreden, teneinde haar studenten een kwalitatief hoogstaand product te bieden. Daar de vrijetijdssector zowel omvangrijk als divers is, heeft de NHTV de sector opgedeeld in tien subsectoren. Als verantwoordelijke voor de subsector ‘poppodia’ wil ik u vragen mee te werken aan dit onderzoek door middel van een interview. Tijdens dit interview zal uw marketingbeleid besproken worden. Onderwerpen die naar voren zullen komen zijn onder andere: marktanalyse, marketingstrategie en implementatie van de vier p’ s. Aan de hand van een groot aantal interviews met poppodia wordt een resultatenrapport geschreven. U ontvangt dit rapport uiteraard van ons. Het rapport geeft u inzicht in het marketingbeleid van andere organisaties in uw sector. Indien u interesse heeft in het marketingbeleid van andere vrijetijdssectoren, zenden wij u deze eveneens graag toe. Naast resultaten ontvangt u een stappenplan dat als handvat kan dienen om (elementen van) klantmanagement in uw sector te introduceren dan wel optimaliseren. De resultaten van de interviews zullen vertrouwelijk worden behandeld. Dit houdt in dat, indien gewenst, uw gegevens anoniem verwerkt worden. Het resultatenrapport dat wordt toegezonden aan meewerkende organisaties zal geen bedrijfsnamen bevatten. Over enkele dagen neem ik telefonisch contact met u op. Wellicht kunnen we dan een afspraak maken. Wanneer u vragen of opmerkingen heeft kunt u altijd contact met mij opnemen via telefoonnummer 06 14795596 of via e-mail adres
[email protected] Met vriendelijke groet,
Tineke van der Beek NHTV Internationale Hogeschool Breda
Brief bij enquêtes Geachte heer/mevrouw, De NHTV Internationale Hogeschool Breda, is bezig met een onderzoek naar het marketingbeleid van organisaties in de vrijetijdssector. Hierbij gaat de interesse met name uit naar inspanningen van organisaties om klanten te behouden (klantmanagement). Omdat de vrijetijdssector zowel omvangrijk als divers is, heeft de NHTV de sector opgedeeld in tien subsectoren. Als verantwoordelijke voor de subsector ‘poppodia’ wil ik u vragen mee te werken aan dit onderzoek door middel van een digitale enquête. Aan de hand van een groot aantal enquêtes en interviews met poppodia wordt een resultatenrapport geschreven. Bij medewerking aan het onderzoek ontvangt u dit rapport uiteraard van ons. Het rapport geeft u inzicht in de marketinginspanningen van andere organisaties in uw sector. Naast deze resultaten ontvangt u een stappenplan dat als handvat kan dienen om (elementen van) klantmanagement in uw sector te introduceren dan wel optimaliseren. U kunt hiermee onder andere het aantal herhalingsbezoeken sterk laten toenemen. De resultaten van de interviews zullen vertrouwelijk worden behandeld. Dit houdt in dat uw gegevens anoniem verwerkt worden. Het resultatenrapport dat wordt toegezonden aan meewerkende organisaties zal geen bedrijfsnamen bevatten. De enquête is gekoppeld aan de website van de NHTV. Hieronder volgt de link naar de enquête. http://www.nhtv.nl/applications/FormApp/FormView.aspx?INSTANCE=f5fffcf5-40a5-4ecb-86a73d73b22af01c&FormID=cfe7d2fc-d1be-4f19-86a6-4998cecd7a6e Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking. Met vriendelijke groet, Tineke van der Beek NHTV Internationale Hogeschool Breda
Reminder voor enquêtes Geachte heer/mevrouw, Enige tijd geleden heb ik u een e-mail gestuurd met daarin de vraag of u door middel van het invullen van een enquête wilt mee werken aan een onderzoek van de NHTV Internationale Hogeschool Breda naar het marketingbeleid van poppodia. Uit reacties van andere poppodia is gebleken dat sommige vragen van de enquête moeilijk in te vullen zijn, wellicht is dat de reden dat u besloten heeft niet mee te werken aan dit onderzoek. Ik wil u door middel van deze e-mail nogmaals vragen om de enquête in te vullen. Wanneer een vraag niet van toepassing is op uw organisatie, kunt u ‘niet van toepassing’ aanvinken. De reden voor deze schijnbaar ‘overbodige vragen’ is dat de enquête tevens wordt gebruikt voor onderzoek in andere sectoren. Door steeds dezelfde enquête te gebruiken kunnen sectoren met elkaar vergeleken worden en kunnen sectoren wellicht ook van elkaar leren. Aan de hand van een groot aantal enquêtes en interviews met poppodia wordt een resultatenrapport geschreven. Bij medewerking aan het onderzoek ontvangt u dit rapport uiteraard van ons. Het rapport geeft u inzicht in de marketinginspanningen van andere organisaties in uw sector. Naast deze resultaten ontvangt u een stappenplan dat als handvat kan dienen om (elementen van) klantmanagement in uw sector te introduceren dan wel optimaliseren. U kunt hiermee onder andere het aantal herhalingsbezoeken sterk laten toenemen. De resultaten van het onderzoek worden vertrouwelijk behandeld. Dit houdt in dat uw gegevens anoniem verwerkt worden. Het resultatenrapport dat wordt toegezonden aan meewerkende organisaties zal geen bedrijfsnamen bevatten. De enquête is gekoppeld aan de website van de NHTV. Hieronder volgt de link naar de enquête. http://www.nhtv.nl/applications/FormApp/FormView.aspx?INSTANCE=f5fffcf5-40a5-4ecb-86a73d73b22af01c&FormID=cfe7d2fc-d1be-4f19-86a6-4998cecd7a6e Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking. Met vriendelijke groet,
Tineke van der Beek NHTV Internationale Hogeschool Breda
BIJLAGE VI
___________________________________________________________________________ MARKETING Analyse
8. Binnen onze organisatie wordt minimaal 1 keer per 2 jaar onderzoek gedaan/ worden analyses verricht ten aanzien van: Klanttevredenheid Ja 4 Nee 0 Nieuwe markten en doelgroepen (haalbaarheid) Ja 4 Nee 0 Concurrentie Ja 4 Nee 0 De resultaten van marketingacties Ja 4 Nee 0 Score: tel de scores op en deel door 4 (of minder als er een vraag niet ingevuld is)
Strategie
5. Binnen onze organisatie zijn marketingdoelstellingen geformuleerd
Ja Nee 6. Aan de hand van de geëvalueerde marketingactiviteiten worden de Ja marketingdoelstellingen geherformuleerd Nee 7. De organisatie beschikt over een geschreven marketingplan Ja Nee 9. Wij onderscheiden in de markt verschillende homogene groepen Ja Nee 10. De kenmerken van deze afgebakende groepen zijn helder Ja geformuleerd Nee 11. Wij maken met de benadering naar onze doelgroep(en) onderscheid Ja tussen bestaande en nieuwe klanten Nee Score: tel de scores op en deel door 5,25 (of (max.waarde vraag/4) minder als er een vraag niet ingevuld is)
4 0 3 0 4 0 4 0 3 0 3 0
Implementatie
12. Wij stemmen de volgende marketinginstrumenten af op deze doelgroepen Product Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Communicatie Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Distributie Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Prijs Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Score: tel de scores op en deel door 4 (of minder als er een vraag niet ingevuld is)
4 3 2 1 0 4 3 2 1 0 4 3 2 1 0 4 3 2 1 0
CUSTOMER RELATIONSHIP MANAGEMENT Analytische CRM
13a. Zijn NAW-gegevens aanwezig
Ja, van alle klanten Ja, v/d meerderheid Ja, van + helft Ja, v/d minderheid Nee, niet aanwezig 13b. Is telefoonnummer aanwezig Ja, van alle klanten Ja, v/d meerderheid Ja, van + helft Ja, v/d minderheid Nee, niet aanwezig 13c. Is e-mail adres aanwezig Ja, van alle klanten Ja, v/d meerderheid Ja, van + helft Ja, v/d minderheid Nee, niet aanwezig 13d. Zijn aankoopgegevens aanwezig Ja, van alle klanten Ja, v/d meerderheid Ja, van + helft Ja, v/d minderheid Nee, niet aanwezig 13e. Zijn betalingsgegevens aanwezig Ja, van alle klanten Ja, v/d meerderheid Ja, van + helft Ja, v/d minderheid Nee, niet aanwezig 13f. Zijn persoonlijke interesses/voorkeuren aanwezig Ja, van alle klanten Ja, v/d meerderheid Ja, van + helft Ja, v/d minderheid Nee, niet aanwezig 14. Alle klantgegevens worden in 1 centrale database of in een Ja relationele database opgeslagen Nee 15. De gegevens uit onze database zijn voor onze medewerkers, die Ja contact hebben met de bezoeker, op elk moment op te vragen Nee 16a. De gegevens in onze database worden zorgvuldig onderhouden en Ja, altijd zijn dus up-to-date Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Score: tel de scores op en deel door 9 (of minder als er een vraag niet ingevuld is)
Strategische CRM
17. Onze organisatie besteedt het grootste gedeelte van het marketingbudget aan het direct communiceren met bestaande en potentiële bezoekers 18. Wij hebben inzicht in het jaarlijks aantal terugkerende bezoekers 19a. Wij onderscheiden a.h.v. onze database verschillende homogene groepen op basis van recentheid van de transacties 19b. Wij onderscheiden a.h.v. onze database verschillende homogene groepen op basis van aantal transacties 19c. Wij onderscheiden a.h.v. onze database verschillende homogene groepen op basis van financiële waarde van de transacties 19d. Wij onderscheiden a.h.v. onze database verschillende homogene groepen op basis van demografische gegevens
4 3 2 1 0 4 3 2 1 0 4 3 2 1 0 4 3 2 1 0 4 3 2 1 0 4 3 2 1 0 4 0 4 0 4 3 2 1 0
Ja Nee
4 0
Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee
4 0 4 0 4 0 4 0 4 0
19e. Wij onderscheiden a.h.v. onze database verschillende homogene Ja groepen op basis van voorkeuren/interessegebieden van de bezoekers Nee 20. Met het oog op het stand houden van de huidige klantenkring, Ja krijgen bestaande relaties meer aandacht dan potentiële bezoekers Nee 21. Onze bedrijfsdoelstellingen zijn voornamelijk lange termijn gericht. Ja Het resultaat hoeft dus niet alleen op korte termijn zichtbaar te zijn Nee 22. A.h.v. klantgegevens, wordt op pro-actieve wijze getracht een extra Ja ander product en/of dienst te verkopen dan een reeds verkocht product Nee (cross-selling) Score: tel de scores op en deel door 10 (of minder als er een vraag niet ingevuld is)
Operationele CRM
16b1. Elke keer dat een bezoeker contact met ons opneemt, houden wij de datum van het contact bij
16b2. Elke keer dat een bezoeker contact met ons opneemt, houden wij de inhoud van het contact bij
16b3. Elke keer dat een bezoeker contact met ons opneemt, houden wij het communicatiekanaal bij
16c1. Elke keer dat wij in contact treden met de bezoeker, houden wij de datum van contact bij
16c2. Elke keer dat wij in contact treden met de bezoeker, houden wij de inhoud van het contact bij
16c3. Elke keer dat wij in contact treden met de bezoeker, houden wij het communicatiekanaal bij
23a. Wij stemmen onze communicatie af op de behoefte van de bezoeker
23b. Ons product wordt aangepast aan de wensen en behoeften van onze klantgroepen
24. Wij gebruiken diverse kanalen, die uit onderzoek/testen effectief blijken, om met onze bezoeker te communiceren (multi-channeling) 25. Er zijn voldoende positieve contactmomenten tussen de bezoeker en ons waarbij het niet nadrukkelijk om de transactie gaat 26. Voor onze bezoeker is het mogelijk om op ieder moment van de dag informatie in te winnen 27. Voor onze bezoekers met een hoge RFM-waarde zijn er meer en
Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja
4 0 4 0 4 0 4 0
2 1,5 1 0,5 0 2 1,5 1 0,5 0 2 1,5 1 0,5 0 2 1,5 1 0,5 0 2 1,5 1 0,5 0 2 1,5 1 0,5 0 4 3 2 1 0 4 3 2 1 0 4 0 4 0 4 0 3
betere contactmogelijkheden 28. Bezoekers met een hoge RFM-waarde krijgen een meer persoonlijke benadering 29. E-mails worden bij ons binnen 2 werkdagen beantwoord
Nee Ja Nee Ja, altijd Ja, meestal Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit 5 of meer x ja 4 x ja 3 x ja 2 x ja 1 of 0 x ja
30. Het is voor de bezoeker mogelijk om kaartjes aan te schaffen via: - telefoon - eigen website - e-mail - schriftelijk (brief/fax) - face-to-face - intermediair - website van een andere organisatie Score: tel scores op en deel door 11,75 (of (max.waarde vraag/4) minder als er een vraag niet ingevuld is)
Organisatie
31a. Alle medewerkers van onze organisatie zijn van mening dat een duurzame relatie met de bezoeker zich op langere termijn laat vertalen in een toename van de winst/omzet
5 4 3 2 1 31b. Ons personeel werkt bewust aan verbreding en verdieping van de 5 klantrelatie 4 3 2 1 31c. In de personeelsbeoordeling van front office medewerkers speelt 5 de klantgerichtheid een rol 4 3 2 1 31d. Tussen de afdeling marketing en front office medewerkers bestaat 5 een goede samenwerking 4 3 2 1 Score: tel de scores op en deel door 4 (of minder als er een vraag niet ingevuld is)
0 4 0 4 3 2 1 0 4 3 2 1 0
4 3 2 1 0 4 3 2 1 0 4 3 2 1 0 4 3 2 1 0
BIJLAGE VII
ENQUETE MARKETING EN KLANTMANAGEMENT
Deze enquête bestaat uit drie onderdelen. Het eerste gedeelte treft u aan op deze bladzijde en handelt over algemene aspecten van het bedrijf. Ook het tweede gedeelte beslaat tevens slechts één pagina en handelt over enkele marketingaspecten. Het derde gedeelte van deze vragenlijst handelt tenslotte over ‘klantmanagement,’ waar dieper wordt ingegaan op diverse aspecten van uw organisatie.
Naam bedrijf
:
Naam geïnterviewde
:
Functie geïnterviewde : Aantal medewerkers (in FTE’ s) binnen uw organisatie: Aantal medewerkers (in FTE’ s) die zich bezig houden met marketingactiviteiten: Hieronder worden activiteiten verstaan waarmee men zich richt op onderzoek, strategiebepaling en de uitvoering (zoals marketingcommunicatie). Aantal medewerkers (in FTE’ s) die in direct contact staan met de klant: START ENQUETE Bij de onderstaande vragen willen wij nogmaals benadrukken dat deze gegevens uiterst vertrouwelijk worden behandeld en anoniem worden verwerkt. 1.
In welke omzetcategorie kan uw organisatie worden ingedeeld? Het gaat hierbij om de omzet van 2003. θ <
2.
500.000
θ
500.000 tot
θ
1.000.000 tot
1.000.000
θ
2.500.000 tot 5.000.000
θ
5.000.000 tot 10.000.000
θ
2.500.000
>
10.000.000
Wat was het marketingbudget in 2003 (ten behoeve van onderzoek en marketingcommunicatie)? θ < 15.000
θ
100.000 tot 250.000
θ
15.000 tot
30.000
θ
θ
50.000 tot
100.000
θ >
250.000 tot 500.000 500.000
Hieronder volgen enkele stellingen over uw organisatie. U kunt het antwoord aankruisen welke het meest overeenkomt met de situatie binnen uw bedrijf. 3.
Onze organisatie richt zich op: Customer intimacy Het voortdurend aanpassen van aanbod aan de wensen van de klant, op basis van kennis van de individuele klant teneinde een relatie op te bouwen. Product leadership Voortdurende innovatie op basis van creativiteit en het snel commercialiseren van ideeën. Operational excellence Het leveren van betrouwbare producten en diensten tegen scherpe prijzen, op basis van kostenbeheersing en hoge efficiency met zo weinig mogelijk ongemak voor de klant.
mee oneens
mee eens
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
MARKETING Het tweede gedeelte van deze enquête beslaat enkele marketingaspecten. Er komen een aantal vragen aan de orde die betrekking hebben op het marketingbeleid en op de toepassing hiervan. Bij de toepassing wordt er in sommige vragen gesproken van ‘doelgroepen’ . Hieronder worden groepen verstaan die op basis van marktonderzoek te onderscheiden zijn. Ook deze vragen betreffen meerkeuzevragen. U kunt het antwoord aankruisen welke het beste past bij de situatie in uw organisatie. 4.
Binnen onze organisatie zijn marketingdoelstellingen geformuleerd.
θ ja θ nee
5.
Aan de hand van de geëvalueerde marketingactiviteiten worden de marketingdoelstellingen geherformuleerd.
θ ja θ nee
6.
De organisatie beschikt over een geschreven marketingplan.
θ ja θ nee
7.
Binnen onze organisatie wordt minimaal 1 keer per 2 jaar onderzoek gedaan naar/ worden analyses verricht ten aanzien van: ja nee Klanttevredenheid
θ
θ
Nieuwe markten en doelgroepen (haalbaarheid)
θ
θ
Concurrentie
θ
θ
De resultaten van marketingacties
θ
θ
8.
Wij onderscheiden in de markt verschillende homogene groepen.
θ ja θ nee
9.
De kenmerken van deze afgebakende doelgroepen zijn helder geformuleerd
θ ja θ nee
N ee
, no oit
N ee
, me
esta
l nie
t
ms n iet l, so
θ
θ
θ
θ
θ
Wij stemmen onze communicatie af op deze doelgroepen.
θ
θ
θ
θ
θ
Wij stemmen onze distributie af op deze doelgroepen.
θ
θ
θ
θ
θ
Wij stemmen onze prijs af op deze doelgroepen.
θ
θ
θ
θ
θ
Ja ,
Wij stemmen ons product af op deze doelgroepen.
Ja ,
Som
s we
stal m ee
11. Deze vraag heeft betrekking op de afstemming van marketingelementen op de doelgroepen. U kunt per vraag de antwoordcategorie invullen welke het meest overeenkomt met de situatie binnen uw bedrijf.
θ ja θ nee
altij d
10. Wij maken met de benadering naar onze doelgroep(en) onderscheid tussen bestaande en nieuwe klanten.
KLANTMANAGEMENT
Er zijn NAW-gegevens aanwezig van onze klanten.
θ
θ
θ
θ
θ
Het telefoonnummer van onze klanten is aanwezig.
θ
θ
θ
θ
θ
Het e-mailadres van onze klanten is aanwezig.
θ
θ
θ
θ
θ
Aankoopgegevens zijn aanwezig (wat is gekocht?)
θ
θ
θ
θ
θ
Betalingsgegevens zijn aanwezig (hoe is betaald?)
θ
θ
θ
θ
θ
Interesses/voorkeuren van klanten zijn aanwezig
θ
θ
θ
θ
θ
t
Ja,
Som s we
Elke keer dat de klant contact met ons opneemt, houden wij de volgende gegevens bij: - de datum van contact - de inhoud van het contact - het communicatiekanaal (e-mail, telefoon, post etc.)
θ θ θ
θ θ θ
θ θ θ
θ θ θ
θ θ θ
Elke keer dat wij in contact treden met de klant, houden wij de volgende gegevens bij: - de datum van contact - de inhoud van het contact - het communicatiekanaal (e-mail, telefoon, post etc.)
θ θ θ
θ θ θ
θ θ θ
θ θ θ
θ θ θ
De gegevens in onze database worden zorgvuldig onderhouden en zijn dus up-to-date
θ
θ
θ
Nee , me
Ja,
altij d
ms n ie
t
15. Deze vraag heeft betrekking op het bijhouden van gegevens in de database. U kunt per stelling de antwoordcategorie invullen welke het meest overeenkomt met de situatie binnen uw organisatie.
l nie
θ ja θ nee
esta
14. De gegevens uit onze database zijn voor onze medewerkers, die contact hebben met de klant, op elk moment op te vragen.
l, so
θ ja θ nee
mee stal
13. Alle klantgegevens worden in één centrale database of in een relationele database opgeslagen.
Nee , no oit
12. De volgende stellingen hebben betrekking op de verzameling van klantgegevens in een database. U kunt per stelling de antwoordcategorie invullen welke het meest overeenkomt met de situatie binnen uw organisatie.
Ja, va aan n alle k wez lant ig en Ja, van mee de rd klan erheid v ten aan an de Ja, wez van ig cir van de k ca de h la elft aan wez nten ig Ja, va min n de de klan rheid v a ten aan n de Nee w ezig , nie t aa nwe zig
In dit derde en laatste onderdeel van deze enquête besteden we aandacht aan klantmanagement. Het doel van dit gedeelte is het vaststellen van uw relatie met uw klanten. Relatiegegevensbeheer, communicatie en de relatiegerichtheid van de organisatie zijn onderwerpen die in dit onderdeel worden uitgediept. In veel van onderstaande vragen komt de term ‘klantgroep’ naar voren. Hieronder worden groepen verstaan die op basis van analyse van uw database te onderscheiden zijn.
θ
θ
VERVOLG KLANTMANAGEMENT Hieronder vindt u een aantal stellingen welke u met ja of nee kunt beantwoorden. U kunt hierbij gebruik maken van de gegeven antwoordcategorieën. 16. Onze organisatie besteedt het grootste gedeelte van het marketingbudget aan het direct communiceren met bestaande en potentiële klanten d.m.v. brieven, e-mail etc.)
θ ja θ nee
17. Wij hebben inzicht in het jaarlijks aantal terugkerende klanten (retentiegraad)
θ ja θ nee
18. Wij onderscheiden aan de hand van onze database verschillende homogene klantgroepen op basis van: nee
θ θ θ θ θ
θ θ θ θ θ
ms n ie Som s we
altij d
Ja,
Ons product wordt aangepast aan de wensen en behoeften van onze klantgroepen.
Ja,
Wij stemmen onze communicatie af op de behoefte van de klant .
t
22. Deze vraag handelt over het reageren op de behoefte van de klant. U kunt per stelling de antwoordcategorie invullen welke het meest overeenkomt met de situatie binnen uw organisatie.
Nee , no oit
θ ja θ nee
t
21. Aan de hand van klantgegevens, wordt op pro-actieve wijze getracht een extra ander product en/of dienst te verkopen dan een reeds verkocht product (cross-selling).
l nie
θ ja θ nee
esta
20. Onze bedrijfsdoelstellingen zijn voornamelijk lange termijn gericht. Het resultaat hoeft dus niet alleen op korte termijn zichtbaar te zijn.
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
θ
Nee , me
θ ja θ nee
l, so
19. Met het oog op het in stand houden van de huidige klantenkring, krijgen bestaande relaties meer aandacht dan potentiële klanten
mee stal
Recentheid van transacties Aantal transacties Financiële waarde van de transacties Demografische gegevens Voorkeuren/ interessegebieden van de klanten
ja
VERVOLG KLANTMANAGEMENT Deze laatste pagina vragen behandelt nog enkele vragen over klantmanagement. Daarna worden nog enkele vragen over de organisatie gesteld. 23. Wij gebruiken diverse kanalen, die uit onderzoek/testen effectief blijken, om met onze klant te communiceren (multichanneling).
θ ja θ nee
24. Er zijn voldoende positieve contactmomenten tussen de klant en ons waarbij het niet nadrukkelijk om de transactie gaat.
θ ja θ nee
25. Voor onze klant is het mogelijk om op ieder moment van de dag informatie in te winnen.
θ ja θ nee
26. Voor onze klanten met een hoge RFM-waarde* zijn er meer en betere contactmogelijkheden
θ ja θ nee
27. Klanten met een hoge RFM-waarde krijgen een meer persoonlijke benadering
θ ja θ nee
* RFM staat voor Recency, Frequency en Monetairy oftewel recentheid, frequentie en de waarde van aankoopbedragen. Hoe recenter, frequenter de klant boekt en hoe hoger de aankoopbedragen zijn, hoe hoger de RFM-waarde.
28. E-mails worden bij ons binnen 2 werkdagen beantwoord. θ Ja, altijd θ Ja, meestal θ Soms wel, soms niet
θ Nee, meestal niet θ Nee, nooit
29. Het is voor de klant mogelijk om producten via de volgende kanalen aan te schaffen: ja
nee
Telefoon
θ
θ
Eigen website
θ
θ
E-mail
θ
θ
Schriftelijk (brief/fax)
θ
θ
Face-to-face
θ
θ
Intermediair
θ
θ
Website van een andere organisatie
θ
θ
30. Hieronder volgen enkele stellingen over uw organisatie. U kunt het antwoord omcirkelen welke het meest overeenkomt met de situatie binnen uw bedrijf. mee oneens mee eens Alle medewerkers van onze organisatie zijn van mening dat een duurzame relatie met de klant zich op langere termijn laat vertalen in een toename van de winst.
θ
θ
θ
θ
θ
Ons personeel werkt bewust aan verbreding en verdieping van de klantrelatie.
θ
θ
θ
θ
θ
Wij hebben een klantgerichte cultuur
θ
θ
θ
θ
θ
In de personeelsbeoordeling van front-office medewerkers speelt de klantgerichtheid een rol
θ
θ
θ
θ
θ
Tussen de afdeling marketing en front office medewerkers bestaat een goede samenwerking
θ
θ
θ
θ
θ
EINDE ENQUETE, DANK U VOOR UW MEDEWERKING!