‘Kleinkinderen: onbeschrijfelijke liefde’ Evaluatierapport
‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’
Evaluatierapport
‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’ Hengelo, oktober 2013
4
Aanleiding voor het project Bij gezinnen van allochtone afkomst hebben grootmoeders vaak veel invloed op de opvoeding van de kleinkinderen. Dit komt o.a. omdat veel grootmoeders regelmatig als oppas voor de kleinkinderen zorgen, omdat beide ouders werken. Ook is het in hun cultuur normaal om als grootmoeder invloed uit te oefenen op de opvoeding van de kleinkinderen. In veel traditionele allochtone gezinnen is het nog vaak gebruikelijk dat de opvoeding in handen ligt van de vrouwen. Dit kan dus betekenen dat een grootmoeder of tante in de buurt, meer betrokken is bij de opvoeding dan de vader. Problematiek •
• • • •
•
Grootouders en ouders hebben niet altijd dezelfde ideeën over opvoeding. Ouders zijn vaak afhankelijk van hun ouders, meestal de grootmoeders, die op de kleinkinderen passen als zij werken. Uit dankbaarheid en respect voor hun ouders is het moeilijk hun stijl van opvoeden te bespreken met hun eigen moeder of schoonmoeder. Er worden geen goede of duidelijke afspraken gemaakt over wat men van elkaar verwacht. Vooral moeders durven hun moeders of schoonmoeders niet tegen te spreken. Grootouders kunnen in het bijzijn van de kleinkinderen het gezag van de ouders ondermijnen. Grootouders geven regelmatig aan dat ze meer ervaring hebben met opvoeden. In de praktijk blijkt het dan vaker om verzorging van kinderen te gaan dan om opvoeding van kinderen. Er is sociale druk vanuit de omgeving op de ouders. Ze moeten zich aan de groepsnorm houden.
Doelstelling • • •
Grootouders inzicht bieden in hun rol als medeopvoeder en hun invloed op de opvoeding van hun kleinkinderen. Bespreekbaar maken van de verschillende opvoedstijlen. Grootouders handvatten bieden, waardoor zij op een positieve manier hun rol als medeopvoeder kunnen versterken.
Werving De werving gebeurt in samenwerking met SCALA welzijnswerk.
Evaluatierapport
‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’
5
6
Aanpak Werving In 2012 is de werving gedaan via het wereldvrouwencentrum Roza. Roza is een onderdeel van SCALA welzijnswerk. De consulent van Loes, de informatie en adviesfunctie van het Centrum Jeugd en Gezin, heeft samen met de SCALA medewerkster de bestaande groepen allochtone grootmoeders in de wijken benaderd en het project geïntroduceerd. Hieruit zijn twee nieuwe groepen geworven die hebben deelgenomen aan het project. In de andere vijf groepen is er voor gekozen om het programma voor de hele groep uit te voeren tijdens hun vaste KTO (koffie/thee ochtend/middag). Deze 5 groepen hadden elk een vaste kern van 10 vrouwen. Daarnaast namen de vrouwen soms ook gasten mee. Er hebben groepen Turkse grootouders en groepen Suryoye grootouders deelgenomen. In totaal namen 104 grootouders deel, waarvan 98 grootmoeders en 6 grootvaders. De leeftijd van de grootouders lag tussen de 46 – 75 jaar. Locatie activiteit Voor de grootouders was het belangrijk dat de activiteit plaats vond in locaties waar zij vaak komen. Afstand en een vertrouwde omgeving waren daarbij belangrijke factoren. Daarom is gekozen voor een kerk en een wijkcentrum. Activiteit De activiteit bestond uit 4 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur. De voertaal was Turks en Nederlands/Aramees (met behulp van een Aramese tolk uit de eigen gemeenschap). Een loesconsulent, van Turkse afkomst, organiseerde de activiteit en voerde deze uit.
Evaluatierapport
‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’
7
8
Bijeenkomst 1 De bijeenkomst bestond uit : • Kennismaking. • Toelichting op het totale programma. • Informatie over Loes-Centrum Jeugd en Gezin. • Informatie over Triple P, Positief Pedagogisch Programma. • De relatie tot de kleinkinderen. • De eigen opvoeding. Informatie over Loes-Centrum Jeugd en Gezin en Triple P De grootouders werden geïnformeerd over Loes-Centrum Jeugd en Gezin en over Triple P, de gebruikte methodiek. Met behulp van de video van Triple P in het Turks, Nederlands en Arabisch namen de grootouders kennis van deze methodiek. De vijf basisprincipes van Triple P zijn uitgelegd aan de hand van herkenbare voorbeelden als aanvulling op de informatie op de dvd Wegwijzer voor iedere ouder. De relatie tot de kleinkinderen De relatie grootouders-kleinkinderen is aan de orde gesteld. De volgende vragen zijn besproken: • Hoeveel kleinkinderen heeft u? • Hoe vaak heeft u contact met uw kleinkinderen? • Bent u een vaste oppas grootouder of past u af en toe op? • Wat betekent grootouder zijn voor u? Wat roept dit als eerste bij u op? Sommige grootmoeders hebben een vaste oppas dag, andere grootmoeders passen op als hierom gevraagd wordt. Grootvaders helpen de grootmoeders indien nodig. Deze hulp bestaat uit de kleinkinderen naar school brengen of met hen spelen. Grootvaders voeren geen verzorgende taken uit. Op de vraag wat grootouder zijn voor hen betekent kwamen de volgende uitspraken naar voren: • ‘Onbeschrijfelijke liefde.’ • ‘Kleinkinderen zijn voor mij ontspanning. • ‘Kleinkinderen zijn de vruchten van mijn vrucht.’ (Turkse uitdrukking) • ‘Lammetje van mijn lammetje.’ (Turkse uitdrukking: ‘Kuzumun Kuzusu’) • ‘Mijn kleinkind is voor mij het binnenste van een walnoot.’ Dat is het lekkerste gedeelte van de walnoot vertelde de grootmoeder. • ‘De zin van mijn leven.’ Daarnaast gaven grootouders aan dat zij schuldgevoelens hebben als zij tijd en aandacht voor hun kleinkinderen hebben. Dit komt omdat zij zelf weinig tot geen tijd voor hun eigen kinderen hadden.
De eigen opvoeding Aan de groepen werd de vraag gesteld: • ‘Waar denkt u aan als u aan uw eigen jeugd en opvoeding denkt?’ De grootouders konden een kaart met een afbeelding kiezen die bij hen associaties opriep met hun eigen jeugd en opvoeding.
Evaluatierapport
‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’
9
Een grootmoeder kiest een kaart met een jongetje en meisje erop. Ze vertelt: ‘Dit doet me denken aan het feit dat ik niet naar school mocht en ik mij stiekem een keer heb laten inschrijven. Alleen jongens mochten bij ons naar school. Toen ik thuis kwam werd ik door mijn ouders geslagen. Ik heb mijzelf lezen en schrijven geleerd met behulp van boeken van mijn broer.’ Een andere grootmoeder vertelt dat ze leuke herinneringen heeft aan haar jeugd. ‘Ik speelde veel buiten en hielp mijn ouders op het land. We hadden altijd familie om ons heen. Van de ene kant was dat mooi omdat je aandacht kreeg, maar aan de andere kant was het ook lastig omdat ieder familielid zich met jou bemoeide.’
Een grootmoeder kiest een kaart met een meisje erop met danskleding aan. De grootmoeder vertelt dat haar vroegere juf op school haar gevraagd had om mee te doen met een zangwedstrijd, omdat ze goed kon zingen. Ze won de wedstrijd en kwam met een geldprijs thuis. ‘Mijn moeder was erg boos en gaf me voor het eerst een klap in mijn gezicht en smeet het geld weg.’ Mijn moeder zei: ‘Meisjes mogen niet zingen. Wil je een slechte naam? Wat zullen anderen hier wel niet van denken?’ ‘Na jaren, nu in Hengelo, ben ik gevraagd om deel te nemen aan een Turks koor. Denk je dat ik dat durf?’
10
Bijeenkomst 2 In bijeenkomst twee is gesproken over waarden en normen. De volgende vragen kwamen aan de orde: • Wat zijn volgens u de belangrijkste waarden en normen die u van uw ouders en • familie hebt meegekregen? • Denkt u dat u die ook heeft overgedragen aan uw kinderen? Is dat gelukt? • Waarom wel, waarom niet? • Ziet u deze waarden en normen ook in de Nederlandse samenleving? Enkele waarden en normen die het meest genoemd zijn in de groepen: Turkse grootouders: Waarden: Normen: eerlijkheid; gehoorzamen aan ouders/familie; eer van de familie; ouders niet tegenspreken; respect voor ouders/ouderen; voorschriften kleding; gastvrijheid; meisjes niet naar school; religieuze feestdagen vieren; niet bij anderen eten; delen met anderen; beperkte vriendschappen; fatsoen. zonder toestemming niet naar buiten. De deelnemers waren het niet altijd met elkaar eens. Dit heeft te maken met onderlinge cultuurverschillen. Van invloed is of men uit de stad of uit een dorp kwam en hoe groot de sociale controle daar was. De Turkse grootouders vonden over het algemeen dat zij deze normen en waarden ook overgedragen hebben aan hun kinderen. Wel gaven zij aan dat ze dit pas vaak zagen als hun kinderen al zelfstandig woonden. Regels waar ze zelf niet achter stonden, wilden ze ook niet opleggen aan hun kinderen. In de Nederlandse samenleving zien zij gedeeltelijk de normen en waarden die zij belangrijk vinden terug. Zij zien ook verschillende opvattingen. De grootouders merken op dat de omgang tussen ouders en kinderen is veranderd tijdens hun verblijf in de Nederlandse samenleving. Tegenwoordig nemen kinderen/jongeren niet zomaar alles aan wat ouders/ouderen zeggen. Suryoye grootouders: Waarden: respect; religie; eer van de familie; eerlijkheid; familieband belangrijk.
Normen: gehoorzamen aan ouders/familie; religieuze en culturele regels naleven ; voorschriften voor kleding.
De Suryoye grootouders zeggen dat zij deze waarden en normen aan hun kinderen hebben doorgegeven, maar dat hun kinderen toch vrijer zijn onder invloed van de Nederlandse samenleving. De Turkse en Suryoye grootouders die weinig contact hebben met Nederlandse gezinnen denken negatiever over de normen en waarden die Nederlandse gezinnen hanteren, dan grootouders met meer contact. Bij de Suryoye grootouders leeft de angst dat hun kinderen en kleinkinderen negatief beïnvloed worden door de buitenwereld: de Nederlandse samenleving.
Evaluatierapport
‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’
11
Bijeenkomst 3 De volgende onderwerpen zijn behandeld: • Opvoeding van de kleinkinderen. • Verschillen tussen opvoeding van eigen kinderen en opvoeding van kleinkinderen. • Bewustwording van verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende culturen. • Welke invloed heeft u op de opvoeding van de kleinkinderen. Over het algemeen zijn de grootouders tevreden over de wijze waarop hun kinderen de kleinkinderen opvoeden. Zij zien dat hun kinderen meer betrokken zijn bij hun kinderen; ze maken meer tijd vrij voor hun kinderen. De ouders gaan nu samen spelen en sporten met hun kinderen en maken uitstapjes. De Turkse grootouders vertelden dat zij zoveel mogelijk geld wilden verdienen, zodat zij weer naar Turkije terug konden. Daarom gaven ze geen geld uit om leuke activiteiten met hun kinderen te ondernemen. De grootouders vinden dat hun kinderen bewuster en consequenter opvoeden. ‘Wij hadden geen vaste bedtijd voor onze kinderen of een vaste tijd voor de maaltijden. Als je kind honger had dan gaf je eten.’ De grootouders vinden dat dit laatste zo hoort en hebben er veel moeite mee dat kinderen beperkt worden in hun eetgedrag. Dat ze bijvoorbeeld niet steeds iets te eten krijgen als ze erom vragen en niet steeds tussendoortjes krijgen. Hun eigen kinderen maken zich geen zorgen als hun kind een keer niet wil eten. Veel grootouders begrijpen dit niet. Andere verschillen die zij constateren zijn: • Kleinkinderen nemen meer deel aan de Nederlandse samenleving. • Kleinkinderen hebben minder aandacht voor anderen. • Kleinkinderen zijn (te) veel met hun computer bezig. • Kleinkinderen hebben meer dan ze nodig hebben zoals (te) veel speelgoed, vaak een eigen laptop enz. De Turkse grootouders kampen met een schuldgevoel. Zij wisten niets over opvoeden en niets over de ontwikkeling van kinderen. ‘Wij dachten dat we het goed deden door onze kinderen goed te verzorgen.’ Een grootvader zei: ‘Met de kennis van nu, zou ik het heel anders gedaan hebben.’ De Turkse grootouders vinden dat ze hun eigen kinderen tekort hebben gedaan, met name op het gebied van de ontwikkeling van hun kinderen. Bij de Suryoye grootouders wordt schuldgevoel niet genoemd. Zei zeggen: ‘Zo was het toen en zo is het nu.’ Ze vonden de opvoeding toen te streng en nu te vrij. Welke invloed heeft u op de opvoeding van uw kleinkinderen? De grootouders gaven in eerste instantie aan dat zij geen invloed hadden op de opvoeding van hun kleinkinderen. Maar door met voorbeelden de vraag te verduidelijken kwam er een discussie op gang. Vervolgens werd aan de hand van stellingen over dit onderwerp gediscussieerd. Drie stellingen nemen we als voorbeeld om de invloed van de grootouders op de opvoeding van hun kleinkinderen nader toe te lichten.
12
Stelling I ‘Ik ben het niet eens met de opvoedregels van mijn dochter en schoonzoon. Als mijn kleinkind bij mij is pas ik mijn regels toe.’ Een deel van de grootouders was het met de stelling eens. Zij vonden dat de ouders die regels zelf thuis maar moesten toepassen. Andere grootouders probeerden wel de opvoedregels van hun kinderen te handteren. Turkse grootouders gaven aan dat ze eerder opvoedregels van hun kinderen overnemen, als blijkt dat hun kinderen duidelijk weten hoe zij hun kinderen willen opvoeden en dit ook duidelijk kunnen maken aan de grootouders. Wanneer grootouders zien dat hun (aangetrouwde) kinderen weinig kennis hebben van opvoeden of hier onzeker in zijn dan nemen de grootmoeders de rol van opvoeder regelmatig over. Dit doen ze op basis van hun ervaringen. Aan de ene kant vertellen de Turkse grootouders dat zij hun kinderen hebben verzorgd in plaats van opgevoed. Aan de andere kant willen ze aan hun eigen kinderen laten zien dat ze wel ervaring hebben in het opvoeden. Dit levert tegenstrijdige beelden op. De Suryoye grootouders passen vaker hun eigen opvoedregels toe en zijn angstiger voor beïnvloeding door de buitenwereld. Stelling II Uw dochter en kleindochter zijn op visite bij u. Uw kleindochter, Meryam van 2 jaar, krijgt straf van haar moeder en moet in de keuken blijven totdat haar moeder haar roept. Meryam huilt, houdt haar armen in de lucht, kijkt naar u en roept om hulp. Wat doet u? Hierover liepen de meningen uiteen. Sommige grootouders zeiden dat ze hun kleinkind uit de keuken zouden ophalen, omdat ze het voor het kleinkind zielig vonden. Andere grootouders accepteren de regels van hun dochter, ook al vinden ze dat moeilijk. Sommige grootouders gaven aan dat hun eigen schoonouders destijds hun regels niet accepteerden. Zij vonden dit niet prettig en willen dit hun eigen kinderen niet aandoen. Stelling III U bent bij uw zoon tijdens het eten. Uw kleinzoon Eray van 7 doet vervelend tijdens het eten. Hij wil niet eten en zegt dat hij het niet lust. Van zijn moeder moet hij het wel eten. Wat doet u? De grootouders zeiden dat ze niets zouden doen, omdat ze in het huis van hun zoon zijn. Ze vinden dit wel heel moeilijk. Als dit bij hen thuis zou gebeuren, zouden veel grootmoeders iets anders voor hun kleinkind maken.
Evaluatierapport
‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’
13
Bij elke stelling is besproken wat hun reactie betekent voor hun eigen kind en voor het kleinkind. Aan de orde kwamen vragen als wat leert uw kleinkind van uw reactie. Tijdens deze bespreking werden grootouders er zich van bewust welke invloed hun reactie kan hebben op hun kind en kleinkind. Aan de hand van voorbeelden zijn veel onderwerpen besproken zoals: • Waarom is het belangrijk dat u uw kind opvoed tot een zelfstandige persoon? • Waarom bespreekt u een meningsverschil over de opvoeding van uw kleinkind niet in aanwezigheid van het kleinkind? • Waarom vindt u het moeilijk om nee te zeggen tegen uw kleinkind? • Welke verschillen zitten er tussen de opvoeding van jongens en meisje en waarom?
14
Bijeenkomst 4 Bijeenkomst 4 stond vooral in het teken van contact met het kleinkind. Wat gaat goed in het contact met uw kleinkinderen? Wat vindt u moeilijk in het contact met uw kleinkinderen? Daarna is geïnventariseerd of de grootouders behoefte hebben aan specifieke thema’s die met opvoeding te maken hebben. Tijdens de vierde bijeenkomst vertelden enkele grootouders dat ze de afgelopen week veel bewuster gereageerd hadden op bijv. ongewenst gedrag van hun kleinkind. Zij waren gewend om op elk gedrag van hun kleinkind te reageren. Nu hadden ze tijdens de bijeenkomsten bijvoorbeeld geleerd dat negeren op ongewenst gedrag als schreeuwen, huilen, zeuren ook een goede manier kan zijn om dit gedrag te stoppen. Op de vraag wat er goed gaat in het contact met het kleinkind kwamen de volgende reacties: • Spelen met het kleinkind zoals: puzzelen, verstoppertje spelen. • Voorlezen. • Samen iets doen zoals: deeg maken, mantı maken, een cake bakken, een film kijken, versjes uit de Koran lezen en leren. Grootouders merken op dat ze meer tijd hebben voor hun kleinkind dan dat ze voor hun eigen kinderen hadden. Ze vinden het leuk om hun kleinkinderen te verwennen als zij bij hen komen. Dit gebeurt zeker als grootouders de kleinkinderen niet vaak zien. Dan worden de kleinkinderen als prinsesjes of prinsjes behandeld. Op de vraag wat de grootouders moeilijk vinden in het contact met hun kleinkinderen geven ze aan niet goed te weten hoe ze om moeten gaan met onder andere: • Kleinkinderen die niet goed luisteren. • Koppigheid van peuter kleinkind. • Druk gedrag van de kleinkinderen. • Eetpatronen van de kleinkinderen. Al genoemd is dat grootouders geen vaste eettijden hadden en hun kinderen eten gaven als ze daarom vroegen. • Weerwoord van kleinkinderen. De Suryoye grootouders vertelt dat ze ook moeite hebben met de veranderende rolpatronen tussen mannen en vrouwen. De grootouders vertellen dat ze nu vinden dat ze hun eigen kinderen wel heel afhankelijk hebben groot gebracht. ‘Alles hebben we onze kinderen kant en klaar voorgeschoteld. We hebben hen geen zelfstandigheid bijgebracht. We hebben ze altijd klein gehouden.’ Aan het eind van deze bijeenkomst is geïnventariseerd aan welke thema’s rondom opvoeding de grootouders behoefte hebben. De Turkse grootouders hebben behoefte aan de volgende thema’s: • eten, eetpatronen, gezonde voeding; • regels en grenzen stellen; • luisteren; • bevorderen van zelfstandigheid bij kleinkinderen. De Suryoye grootouders hebben behoefte aan het volgende thema: • Hoe ga je om met drukke kinderen?
Evaluatierapport
‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’
15
Conclusies en resultaten Conclusie: Turkse grootouders De ouders en familie van de grootouders waren niet met opvoeding bezig, maar met verzorging van de kinderen. Ook de grootouders vinden dat ze zich bezig gehouden hebben met verzorging en niet met opvoeden. Daarnaast had de schoonmoeder van de grootouders veel invloed. Vaak woonde men bij de schoonouders in huis. De verzorging/opvoeding van hun kinderen werd hen regelmatig door de schoonouders uit handen genomen. De onderlinge verschillen tussen de Turkse grootouders zijn groot. Van invloed is of men uit de stad of van het platteland komt, maar ook of men uit west, oost, zuid, midden of noord Turkije komt. Elk gebied kent zijn eigen subculturen, waar de grootouders zich aan moesten houden. Grootmoeders die afkomstig zijn uit een dorp: • mochten niet naar school; • kenden grote verschillen in de opvoeding tussen meisjes en jongens; • moesten aan meerdere mensen(familie)verantwoording afleggen; • kenden andere(strengere)tradities. Grootmoeders die uit een grotere plaats afkomstig zijn: • hebben vaak basisonderwijs gehad; • hebben meer vrijheden gehad in de omgang met anderen; • kenden wat soepeler regels. Voor veel grootouders, met name voor de grootmoeders, gold dat buitenshuis werken, huishoudelijke taken, koken, ontvangen van familie en gasten vóór de verzorging van hun kinderen ging. Mannen mochten zich niet bemoeien met de verzorging van hun kinderen. Grootouders zeggen dat ze niet wisten wat een kind buiten de verzorging om nodig had. Kennis van de ontwikkelingsfasen van een kind hadden ze niet. ‘Had ik de kennis van nu vroeger maar gehad’, zei een grootouder. De Turkse grootouders hebben een schuldgevoel tegenover hun kinderen. Zij vinden dat ze te weinig tijd voor hun kinderen hadden en hen niet hebben opgevoed. Door dit schuldgevoel verwennen zij nu vaak hun kleinkinderen. Grootouders die de Nederlandse samenleving beter kennen, staan meer open voor verandering. Deze grootouders zien ook dat in Nederland de opvoeding van kinderen niet uniform is. Elk gezin heeft een eigen stijl van opvoeden en eigen waarden en normen. Ook al zijn de waarden en normen niet uniform in Nederland, toch zien zij dat er een verschil is met hun waarden en normen. Zij vinden dat opvoeden in Nederland moeilijk is. Waarden en normen die zij hanteren zien zij voor een groot deel niet terug in de Nederlandse samenleving. Hun waarden en normen zijn meer bepaald door de cultuur waarvan zij deel uitmaken en die zij zelf niet willen of kunnen veranderen. Dit heeft te maken met de druk en de sociale controle van de gemeenschap. Bovendien zijn zij zelf niet alleen door hun ouders opgevoed maar door de familie. Bij de opvoeding van hun kinderen in Nederland hadden veel grootouders geen hulp van de familieleden, want die woonden veelal in Turkije. De grootouders die destijds hun familie of schoonfamilie in de buurt hadden, schakelden de (schoon)familie alleen in als oppas of bij de verzorging van de kinderen. Van bewuste opvoeding was geen sprake. Bovendien had men ook weinig informatie over de Nederlandse samenleving. Het enige wat ze van buiten zagen was dat men hier veel vrijer was en dat het verschil tussen man en vrouw veel kleiner leek. Men was om die reden ook bang voor de invloeden van buiten. De Nederlandse samenleving zag men als een bedreiging. Dit was ook de reden dat zij hun kinderen met strengere regels opvoedden in vergelijking met de kinderen van de familie in het thuisland.
16
Conservatieve grootouders die weinig tot geen contact hebben met Nederlandse gezinnen staan minder open voor verandering. Vaak komt dit door de sociale controle in de eigen gemeenschap. Resultaat: Als een zoon of dochter duidelijk ideeën heeft over de opvoeden, dan vinden de grootouders dat ze dit moeten accepteren. Een grootmoeder zei: ‘Als mijn kleinkind in bed huilt, verscheurt dat mijn hart, maar ik haal haar er niet uit, omdat ik weet dat mijn (schoon)dochter dit niet wil hebben.’ De grootouders zeggen dat ze zich meer bewust zijn van hun handelen richting kleinkinderen. Een grootmoeder vertelde: ‘Ik heb altijd onderscheid gemaakt tussen mijn kleinzoon en mijn kleindochter. De kleinzoon kreeg de meeste aandacht, meeste cadeaus omdat hij een jongen is. Ik heb hem dus erg verwend. Ik kan geen reden aangeven, maar denk dat ik dit vroeger gezien heb bij mijn familie. Ik denk nu veel beter na voordat ik handel. Ik probeer het nu anders te doen en de aandacht gelijk te verdelen.’ Andere grootouders zeggen dat ze niet meer over de opvoeding discussiëren waar de kleinkinderen bij zijn. En dat ze niet meer in het bijzijn van de kleinkinderen de ouders ondermijnen. ‘ Luister maar niet naar mama, van oma krijg je wel een snoepje.’ De meeste grootouders vinden het leuk om tijd aan hun kleinkinderen te besteden: zoals samen een spelletje doen, voorlezen, koken of bakken. Sommige grootouders vertellen ook te leren van hun kinderen als het om de opvoeding van hun kleinkinderen gaat. ‘Onze kinderen verzorgen niet alleen hun kinderen, maar voeden ze ook op. Zij weten waar hun kinderen behoefte aan hebben. Zij nemen hun kinderen mee naar allerlei activiteiten buitenshuis en buiten school.’ Een grootouder vertelt dat haar zoon ook veel doet in de opvoeding met name de verzorging van zijn kind. Dit vond ze mooi om te zien. In haar tijd was dit ondenkbaar. De grootouders vertellen dat ze nu vinden dat ze hun eigen kinderen wel heel afhankelijk hebben grootgebracht. ‘Alles hebben we onze kinderen kant en klaar voorgeschoteld. We hebben ze geen zelfstandigheid bijgebracht.’ Zij willen hierover graag verder praten en handvatten krijgen om de zelfstandigheid bij hun kleinkinderen te vergroten. Dit zal gebeuren met behulp van de Triple P lezing ‘Zelfvertrouwen en sociale vaardigheden stimuleren bij kinderen.’ Daarnaast hebben de Turkse grootouders behoefte aan de volgende thema’s: • eten, eetpatronen, gezonde voeding; • regels en grenzen stellen; • luisteren. Een aantal thema’s wordt hen aangeboden. ‘Verandering is niet makkelijk: We zetten stapje voor stapje.’
Evaluatierapport
‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’
17
Conclusies: Suryoye grootmoeders De Suryoye grootmoeders hebben bijna allemaal een zware jeugd gehad: ze moesten meewerken met hun ouders. Vooral bij de grootmoeders was van persoonlijke ontplooiing of opleiding geen sprake. Er bestond een groot verschil tussen de opvoeding van jongens en meisjes. De meeste Suryoye grootmoeders zijn tussen hun 13e en 15e jaar getrouwd. Daarnaast zijn ze vaak binnen de familie getrouwd. Bij Suryoye grootmoeders zien we weinig verschil in beleving van de eigen jeugd. Van deze groep komen de meesten van het platteland. Of men in Syrië of Turkije was opgegroeid was niet van invloed. ‘Het leek wel of ze elkaars leven hadden geleefd.’ De grootmoeders gaven aan dat ze zich continue moesten aanpassen aan de familieregels. Eerst waren dat de regels van hun vader, later de regels van hun man. Toch hebben ze nu moeite met de veranderende rolpatronen tussen mannen en vrouwen. Ze vinden het bijvoorbeeld moeilijk als hun zonen ook verzorgende taken verrichten zoals het verschonen van een luier. Deze grootmoeders vinden dat mannen en vrouwen verschillende taken hebben en dat dit zo moet blijven. De sociale controle bij de Suryoye groep is groot. Dat ze vaak ook nog familie zijn speelt daarbij ook mee. Ook religie speelt een hele grote rol in hun leven. Zij vinden het moeilijk om veranderingen door te voeren. Ze vinden de beïnvloeding vanuit andere culturen, waaronder de in hun ogen vrije Nederlandse cultuur, niet positief. De grootouders zijn onder andere bang voor verlies van eer en drugsgebruik onder hun kleinkinderen. Net als de Turkse grootouders hebben de Suryoye grootmoeders niet bewust tijd vrij gemaakt voor hun kinderen. Deze grootmoeders waren immers zelf nog kind toen ze moeder werden en hadden als vrouw nog veel andere verplichtingen in hun familieleven. Suryoye grootmoeders hebben geen schuldgevoel over de opvoeding van hun kinderen. ‘Zo ging het toen.’ Sommige gaven zelfs aan dat zij het beter hebben gedaan als het gaat over het doorgeven van de familie waarden en –normen. Ze vinden de opvoeding van vroeger te streng en die van nu (in Nederland) te vrij. Zij zouden graag een middenweg zien. Resultaten: Suryoye grootouders De oudere grootmoeders, 65+, zijn star en blijven bij hun eigen opvattingen en vinden dat hun kleinkinderen te vrij worden opgevoed. De jongere grootmoeders hebben meer begrip voor de opvoedstijl van hun kinderen. Colofon Het project ‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’ is uitgevoerd door Loes-Centrum Jeugd en Gezin in opdracht van de gemeente Hengelo. Semra Yelkenci Annet van den Brink
Hengelo, oktober 2013
18
Evaluatierapport
‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’
19
Colofon Het project ‘Allochtone grootouders in hun rol als medeopvoeder’ is uitgevoerd door Loes-Centrum Jeugd en Gezin in opdracht van de gemeente Hengelo. Semra Yelkenci Annet van den Brink Hengelo, oktober 2013