Klein religieus erfgoed
Sporen van het Rijke Roomse Leven
Erfgoed is datgene wat onze voorouders ons hebben nagelaten en wat wij willen koesteren en beschermen. Bij religieus erfgoed denken wij al snel aan kerken en kloosters. Maar zeker zo belangrijk zijn de kleine monumenten, zoals Heilig Hartbeelden, calvariebergen, Mariakapellen en wegkruisen. Ook de volksdevoties behoren tot ons religieus erfgoed. Hoe gingen mensen dagelijks om met hun geloof: een kaarsje opsteken bij Maria, een schietgebedje opzeggen of bidden voor het eten bijvoorbeeld. Al deze dingen hebben hun sporen achtergelaten in de tijd. Nog steeds is het landschap in Brabant en Limburg sterk katholiek gekleurd. Langs de weg kun je nog vele kleine monumentjes ontdekken. Echter veel van deze monumentjes worden verwaarloosd, omdat niemand er voor zorgt. Ook verdwijnt veel klein religieus erfgoed zonder dat wij het in de gaten hebben. Deze tentoonstelling wil daarom de aandacht vestigen op de kleine religieuze monumenten die onlosmakelijk bij het Brabantse en Limburgse landschap horen.
1
2
Rijke Roomse Leven De calvarieberg op het
De Reformatie en de Tachtigjarige Oorlog hebben hun sporen nagelaten in Nederland. De protestanten kregen het voor het zeggen en de katholieke godsdienst werd verboden. Pas in de achttiende eeuw kwam er meer ruimte voor de openbare katholieke geloofsbeleving. In 1853 werd na ruim twee eeuwen achterstelling van katholieken de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland hersteld. Spoedig bloeide het katholieke geloofsleven op. Als je kijkt naar de geschiedenis van de religieuze monumentjes, dan blijken de meeste te dateren uit de periode 1880-1950. De periode van het Rijke Roomse Leven, de tijd dat het katholicisme het alledaagse leven in Brabant en Limburg doordrenkte.
Generaties katholieken hebben hun zonden opgebiecht aan de biechtvader in de biechtstoel. De biecht is het sacrament van boete en verzoening. De biechtvader legde de biechteling een penitentie (boetedoening
kerkhof in Bakel. De calvarieberg symboliseert de heuvel buiten Jeruzalem waarop Jezus is gekruisigd.
De mensen gingen niet alleen elke zondag naar de kerk, ook thuis stond alles in het teken van de godsdienst. Nederland was verzuild. Dat betekende dat katholieke mensen bij voorkeur lid waren van een katholieke vereniging en hun boodschappen deden bij een katholieke kruidenier. Op de radio luisterden ze alleen naar de KRO en niet naar de protestantse NCRV of de socialistische VARA. Gestemd werd er op de KVP, de Katholieke Volkspartij.
door gebed) op en gaf hem de absolutie (vergiffenis).
Een priester heft de monstrans op, een houder met de hosti, het symbool voor
In de jaren zestig van de vorige eeuw begon het verval. De autoriteit van de kerk werd niet meer klakkeloos geaccepteerd. De gelovigen werden kritischer en veel priesters haakten af. Een scharnierpunt was het bezoek van Paus Johannes Paulus II in 1985. De belangstelling voor zijn komst was mager en vanuit progressief katholieke hoek klonken sceptische geluiden. De kerken liepen leeg.
het lichaam van Christus
Toch is de belangstelling voor het geloof niet verdwenen. Steeds meer mensen zijn zich bewust van de waarde van het religieus erfgoed. In de hedendaagse samenleving is de behoefte aan spiritualiteit groot. Oude religieuze gebruiken worden daarom aangepast om zo hun betekenis te behouden.
Devotie thuis In de katholieke gezinnen speelde de godsdienst een belangrijke rol in het dagelijks leven. Ieder huishouden had meerdere kruisbeelden in huis.
Een kruisbeeld met een gewijd palmtakje
Tot in de jaren zestig werd er thuis veel gebeden. Voor en na elke maaltijd was er een vast gebed. Daarnaast werd er door de volwassenen ‘s morgens en ‘s avonds een gebed opgezegd. Voor kinderen was er voor het slapen gaan een eenvoudig gebedje, vaak geïllustreerd door een stripverhaal dat boven het bed hing. Jong en oud doopten voor het naar bed gaan de vinger van hun rechterhand in het bakje met wijwater en maakten daarmee een kruisteken.
boven de toegangsdeur of boven de schouw zou het huis en zijn bewoners beschermen tegen het kwaad.
Een kaarsje opsteken voor een beeld of prentje van een heilige is nog altijd een bekend ritueel. In de meeste huizen stond vroeger een Mariabeeld. Aan de Moeder van God kon je van alles vragen: steun bij moeilijkheden, genezing van ziekten of hulp bij een proefwerk bijvoorbeeld. Moeder Maria was vooral geliefd bij moeders. In vrijwel alle katholieke huiskamers hing tot voor vijftig jaar geleden een kruisbeeld. Het kruis herinnerde de mensen aan de kruisdood van Jezus, maar ook aan het feit dat God alomtegenwoordig is. Men hing een kruisbeeld met een gewijd palmtakje boven de deur, omdat het huis hierdoor beschermd zou zijn. Bij het kruisbeeld hing vaak ook een rozenkrans. Dit gebedssnoer werd gebruikt voor het rozenkransgebed, waarmee Onzevaders en Weesgegroeten werden gebeden.
In elk huishouden waren ook meerdere wijwaterbakjes Een rozenkrans is een gebedsnoer waarmee het rozenkransgebed wordt gebeden. Dit bestaat uit tien keer het Wees Gegroet afgewisseld door een Onze Vader en dat vijftien maal. De kleinere variant heet het rozenhoedje.
aanwezig. Wijwater is heilig water, dat wil zeggen dat het water door een priester gewijd is. Het wijwaterbakje werd vaak bij de deur gehangen.
3
4 De processiecultuur is een belangrijk onderdeel van het Rijke Roomse Leven. Katholieken wilden hun geloof in alle glorie belijden en zichtbaar uitdragen. Op veel plaatsen werden jaarlijks sacramentsprocessies georganiseerd. Op Sacramentsdag werd het Allerheiligste in een monstrans door een priester onder een baldakijn meegedragen in een processie. Misdienaars, leden van broederschappen, schutterijen, muziekgezelschappen en gelovigen namen deel aan de plechtige religieuze optocht. Een processie verbond de parochiegemeenschap onderling. De gelovigen beleden zichtbaar samen hun geloof. Naast de sacramentsprocessies waren er ook nog andere processies, bijvoorbeeld ter ere van Moeder Maria. Bekend zijn nog steeds de ommegangen in ‘s-Hertogenbosch en Bergen op Zoom, waarbij een Mariabeeld wordt meegedragen. Spectaculair zijn de bloedprocessies in Boxtel en Boxmeer. Ook de Handelse processie en de Heiligdomsvaart in Maastricht trekken nog altijd veel mensen. De Boxmeerse Vaart is een
Processiecultuur
eeuwenoude processie, die jaarlijks veertien dagen na Pinksteren door Boxmeer trekt. Het middelpunt van de stoet is de groep die in een draagkist de reliekschrijn met het Heilig
De Boxmeerse Vaart gaat terug op een ‘bloedwonder’ uit de vijftiende eeuw. Tijdens de Heilige Mis verandert wijn in het bloed van Christus. Voor katholieken is dat meer dan een symbool, het gebeurt ook echt. In de vijftiende eeuw twijfelde een priester hieraan. Toen hij wijn morste op het altaardoek bleek de vlek bloed te zijn. Sindsdien wordt deze doek bewaard in een kostbare reliekhouder en is er een processie rond ontstaan.
Bloed draagt.
Om de zeven jaar wordt in Maastricht de Heiligdomsvaart gehouden. De relieken van Sint Servaas, de heilige van de stad, worden dan in een grote processie aan het volk getoond.
Sinds 1942 wordt er uit dankbaarheid jaarlijks een Maria Ommegang gehouden in Bergen op Zoom, omdat de stad bespaard is gebleven van groot oorlogsleed. In de dankstoet trekken groepen mee, die het leven van Jezus en Maria uitbeelden. Hier zien we de Drie Koningen.
5
Processieparken De Heilige Bloedviering in Boxtel is van vóór 1380. Jaarlijks stroomden tienduizenden pelgrims ter bedevaart naar Boxtel om daar de Heilige Bloeddoeken te vereren. In 1924-1925 werd, om al deze pelgrims te kunnen herbergen, het processiepark met de kruiswegstaties aangelegd.
Bij bedevaartkerken werden processieparken aangelegd om meer ruimte te scheppen voor de devoties van de bedevaartgangers. Een vast thema in zo’n park is het lijden van Christus. Op de processieparken werden kruiswegstaties en een calvarieberg aangelegd. Een kruiswegstatie is een stripverhaal in steen, waarin het lijdensverhaal van Jezus wordt uitgebeeld. Op Goede Vrijdag, in de week voorafgaand aan Pasen, gaan katholieken naar de kerk om de kruisweg te bidden. De priester gaat dan de processie voor en staat stil bij de verschillende momenten in het lijden van Jezus. Dit gebruik was al in zwang bij de eerste christenen in Jeruzalem, die de weg naliepen die Christus ooit gelopen was naar de calvarieberg, waar hij werd gekruisigd. In 1924 kreeg Boxtel een processiepark om de duizenden pelgrims die jaarlijks kwamen plek te bieden. Vrijwel alle boeren hebben bij de aanleg van het park grondwerk verricht. Het park bood ooit plaats aan vierduizend pelgrims. Ook het leven van Maria speelde een rol op veel processieparken. Handel is een belangrijke Mariabedevaartplaats en kreeg in 1902 een processiepark. Er werd rondom het park een buitenring of rozenkransweg aangelegd met vijftien kastjes met taferelen uit het leven van Maria. Ook Ommel kreeg in 1905 een processiepark, Genadeoord genoemd. Naast kapelletjes met voorstellingen van het Mariamirakel werden ook een Lourdesgrot en een calvarieberg aangelegd.
In Ommel bevindt zich het processiepark Genadeoord, dat in 1905 werd gesticht om de verering van Maria kracht bij te zetten.
Handel geldt als het oudste Maria bedevaartsoord van Brabant. Tussen 1906-1919 werden rondom het processiepark twee ringen aangelegd met een kruisweg en een rozenkransweg.
De Broederschap der Handelse Processie organiseert jaarlijks, in het laatste weekend van juni, een veertig kilometer lange voetprocessie van Valkenswaard naar Handel. Aangekomen in Handel steekt men een kaarsje op in de Mariakapel, een plek die al in de vijftiende eeuw beroemd was vanwege het Ossenwonder. Een herder had ooit een Mariabeeldje gevonden, genoeg aanleiding om een Mariakapel te bouwen. Maar toen de materialen aankwamen, liepen de ossen die de kar trokken door, om stil te staan op een plek waar een wonderbaarlijke bron ontsprong met geneeskrachtig water.
6
Kapellen Na de Eerste Wereldoorlog nam de bouw van met name Mariakapelletjes een hoge vlucht. Mede onder invloed van de gebeurtenissen die in Lourdes hadden plaatsgevonden, nam de Mariaverering in ons land sterk toe. Een bijzondere stimulans voor de bouw van Mariakapelletjes gaf het Brabants Studenten Gilde. Het was traditie dat het gilde elk jaar tijdens het zomerkamp in een Brabants dorp een Mariakapel bouwde. Tussen 1933 en 1959 bouwden de studenten drieëntwintig kapellen, die met uitzondering van een kapel opgedragen aan Lambertus, allemaal gewijd zijn aan Maria. Het ontwerp was vaak van architecten als H.W. Valk en J. Bedaux. Bij veel kapelletjes worden nog steeds kaarsjes opgestoken.
De Hasseltse kapel trekt al vier eeuwen lang bedevaartgangers, vooral in de meimaand. In deze kapel, met haar warme uitstraling, komen de mensen graag bidden bij het beeld van Maria. Maria geldt voor veel mensen als een grote steun. Als moeder van God zou ze hulp bieden aan wie dat nodig heeft.
Kapellen zijn er in soorten en maten. Sommige zijn ingemetseld in een muur, andere kapellen staan langs de weg, vaak op een kruispunt van wegen. Naast een beeld van Maria staat er vaak een knielbankje om te bidden. Een kapelletje biedt meer intimiteit dan een kerk en er is daardoor meer ruimte voor een persoonlijk gebed. Een openluchtmis is een trend van de laatste decennia. Bij de kapel van de Heilige Eik in Oirschot wordt elk jaar een mis in de openlucht gehouden. De kapel dateert van 1606, maar werd al in 1649 afgebroken op last van de protestantse overheid. In 1854 werd hij herbouwd op de oude fundamenten. De Heilige Eik heeft nog steeds veel betekenis en wordt dagelijks bezocht door mensen die er rust vinden.
De Mariakapel aan de weg van Moergestel naar Oisterwijk werd in 1939 ingezegend uit dankbaarheid van een rentenier die een auto-ongeluk overleefde. Sinds ongeveer vijf jaar wordt deze kapel ook gebruikt als plek om de as van overledenen uit te strooien.
Volgens de legende van Onze Lieve Vrouw van de Heilige Eik in Oirschot werd er in de zestiende eeuw een beeldje van Maria met kind bij het riviertje de Beerze gevonden. Men bracht het beeldje naar de kerk van Middelbeers, maar daar verdween het meerdere malen. Telkens vond men het beeldje weer terug op zijn oorspronkelijke plaats. Op deze plek heeft men in 1854 een kapel gebouwd op de fundamenten van een oudere kapel.
Maria staat dicht bij de mensen en is daardoor heel erg populair. Maria verhoort onze gebeden en bemiddelt tussen de mensen en God de Vader en de Zoon.
7
Kaarsje opsteken Mensen steken een kaarsje op als ze in In moeilijke momenten zoeken mensen
gedachten bij iemand willen zijn die dat nodig
steun bij Moeder Maria. Vooral moeders
heeft, bijvoorbeeld omdat hij geopereerd wordt of een examen moet doen.
hebben een bijzondere band met haar.
Kapellen gelden als authentieke plekken, waar je terecht kunt voor bijzondere gelegenheden. De Hasseltse Kapel in Tilburg wordt bijvoorbeeld gebruikt als intieme plek om te trouwen. Het bestuur stelt wel als voorwaarde dat het bruidspaar zich verbonden moet voelen met het geloof. In mei – de Mariamaand – is de Hasseltse Kapel een druk bezochte plek om een kaarsje op te steken en een rozenhoedje te bidden. De noveenkaars met de afbeelding van de kapel wordt niet alleen ter plaatse gebrand. Mensen nemen de kaars ook mee naar huis of plaatsen hem op het graf van een overleden geliefde. Het is traditie om de kaarsen te wijden op het feest van Maria Lichtmis. In Maastricht wordt Maria al eeuwen vereerd als Sterre der Zee. Het Mariabeeld dat nu bekendstaat als Sterre der Zee werd rond 1470 aan de Minderbroeders in Maastricht geschonken. Maria wordt afgebeeld als een jonge moeder die ongedwongen haar kind vasthoudt. Het Kind strekt begerig zijn handje uit naar de lelie die Maria in de rechterhand heeft. Het beeld werd een centrum van volksdevotie. Sinds 1837 staat het beeld in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Maastricht. Het beeld is meestal omgeven door bloemen en honderden brandende kaarsen. Dagelijks trekken rond de duizend Maria-vereerders naar de kapel van de Sterre der Zee.
Al sinds de Middeleeuwen komen bedevaartgangers naar Maastricht om in de Kapel Sterre der Zee een kaarsje op te steken en te bidden.
8
Het wegkruis aan de Abcovenseweg in Goirle dateert van 1952 en werd daar neergezet ter gelegenheid van de eerste Heilige Mis die werd opgedragen door Jan Brock, een Al eeuwen herrijzen er spontane monumenten op
jongen uit de buurt. Het lag
plekken langs de weg waar een dramatisch
vroeger op een kruispunt van
ongeluk heeft plaats gehad. Dit kruis in Bemelen
akkers, maar staat nu in het
herinnert aan een moord die in 1407 op deze plek
midden van een woonwijk.
plaatsvond.
Wegkruisen Als er tegenwoordig iemand verongelukt op de snelweg, dan verrijst er al snel een bermmonumentje langs de weg. Dat is bedoeld om de dramatische gebeurtenis te herdenken. Nederland kent inmiddels vele duizenden van dergelijke monumentjes. Minder bekend is dat in de achttiende en negentiende eeuw ook al memoriekruisen de wegen sierden. Vaak waren ze er om te herinneren aan een dodelijk ongeval. Als mensen erlangs kwamen, dan sloegen ze een kruisteken of deden een schietgebedje. Een heel speciale variant zijn de zogenaamde moordkruisen: in het Limburgse Bemelen is er een ingemetseld in de muur van de Van Tienhovenmolen. Het dateert uit 1407. Moordkruisen waren bedoeld om te bidden voor het zielenheil van het slachtoffer. Soms waren ze het gevolg van een rechtelijke uitspraak, waarin de dader werd verplicht een dergelijk kruis neer te zetten als zoen- of vredeoffer. Maar er waren nog meer redenen om een wegkruis op te richten. Het initiatief voor plaatsing ging vaak uit van particulieren, rijke boeren of een buurtschap. De kruisen werden gemaakt van hout, maar ook van gietijzer of steen. Er zijn verschillende soorten kruisen, afhankelijk van het motief voor de plaatsing: een devotiekruis (een plek om te bidden), een geloftekruis (vanwege een verhoord gebed), een missiekruis (geplaatst na een volksmissie) en een hagelkruis (om onweer en hagel af te weren). Ze zijn alle een teken van het geloof van de mensen.
Bij het Engelermeer bij ’s-Hertogenbosch staat een eenvoudig monumentje voor een baby die hier op 4 januari 2007 in een plastic tas is gevonden. De burgemeester gaf het kindje de naam Engel van ’t Meer. Ondanks grootschalig onderzoek is er nooit informatie gevonden over de baby en zijn ouders. Op 16 januari werd het lichaampje begraven op de Bossche begraafplaats Orthen. Daar werd ook een monumentje onthuld dat enkele maanden later werd gestolen en nooit is teruggevonden. Het spontane monumentje bij het meer blijft altijd netjes en er worden geregeld verse bloemen neergelegd.
Het beeld van Willibrordus op de begraafplaats van
9
Bakel. De missionaris is afgebeeld als bisschop en heeft de kerk van Bakel in zijn hand.
Willibrordus heeft overal zogenaamde wonderputten achtergelaten, zoals hier in Alphen. Volgens overlevering zou deze Angelsaksische missionaris, die het christendom in onze gebieden kwam verkondigen, door met zijn staf op de grond te slaan een bron doen ontspringen.
Wonderputten De Willibrordusput in Bakel oogt als een huisje met een onderdoorgang, die zowel aan de voor- als aan de achterzijde is afgesloten met een hek. In een nis boven het hek staat een beeldje van Willibrordus. Deze zogenaamde wonderput zou water met een geneeskrachtige werking bevatten. De Engelse monnik Willibrord staat niet alleen te boek als degene die de Lage Landen heeft gekerstend. Hij werd ook bekend door de vele wonderputten die naar hem genoemd zijn. Door een aantal keren met zijn staf op de grond te slaan, kon hij een bron doen ontspringen. Alleen in Brabant zijn er Willibrordusputten in Alphen, Bakel, Berkel, Deurne, Diessen, Eersel en Oss. Het wonderwater zou mensen genezen van de koorts.
De Willibrordusput in Bakel wordt nog altijd veel bezocht. De heilige zou volgens de legende hier twee keer hebben gepreekt en het doopsel hebben toegediend.
Aan het water uit een Willibrordusput wordt een geneeskrachtige werking toegeschreven. Het zou onder andere helpen tegen koorts.
In de negentiende eeuw was de Willibrordusput in Alphen heel bekend. Aan het begin van de twintigste eeuw raakte de devotie in het slop, om in 1939 weer opgepakt te worden door pastoor Binck. Met behulp van een wichelroedeloper liet hij de oude put opsporen en vervolgens in de oude luister herstellen. Hij liet ook devotieprentjes maken en verkocht flesjes met Willibrorduswater. Binck legde ook de eerste steen voor een Willibrorduskapel, waarin nog lang na de oorlog jaarlijks lof werd gevierd.
Heilig Hartbeelden De Heilig Hartdevotie werd
10
Het opvallendste Heilig Hartbeeld bevindt zich waarschijnlijk in Eindhoven. Het beeld is geplaatst als een soort torenspits bovenop de toren bij de Heilig Hartkerk aldaar. Een standbeeld als torenspits is heel bijzonder. Meestal staan de beelden gewoon op de grond voor de kerk, zoals in Riel en Sint-Oedenrode. Het Heilig Hartbeeld bij de parochiekerk in Liempde moest in 1968 wijken voor een parkeerplaats, maar werd in 1989 in de oude luister hersteld.
populair in de eerste helft van de twintigste eeuw. Veel katholieke gezinnen hadden een Heilig Hartbeeld in huis.
De Heilig Hartdevotie, waarin het erbarmen dat Jezus met ons mensen heeft wordt gesymboliseerd, werd vooral populair in de eerste helft van de twintigste eeuw. Meestal wordt Jezus afgebeeld met een geopende borstkas met daarin een bloedrood hart met een vlam. Het hart staat voor het leven en lijden van Christus en de vlam voor liefde en barmhartigheid. In de provincie Limburg werden bijvoorbeeld meer dan honderd beelden geplaatst. Maar de Heilig Hartbeelden kregen ook een plek thuis, in de mooie kamer, waar ze als het even kon werden ingewijd door een priester. Het hoogfeest van het Heilig Hart wordt gevierd op de derde zondag na Pinksteren en valt meestal in de maand juni. De beelden worden dan extra versierd. Ook de eerste vrijdagen in de maand staan in het teken van de Heilig Hartverering. Tot in de jaren zestig was dit een uitgelezen moment om ter communie te gaan.
Het smetteloze witte Heilig Hartbeeld in Riel is in 1920 bij de kerk geplaatst. De tekst onder het beeld laat de barmhartigheid van Jezus zien: ‘Komt allen tot mij’. Het vlammend hart is bekroond met een kruisje. De stigmata op de handen herinneren aan de kruisdood.
Heilig Hartbeelden werden van allerlei materialen gemaakt en hebben een aansprekende houding. Niemand kon er onverschillig aan voorbijgaan.
Het Heilig Hartbeeld van de Heikesekerk in Tilburg. Het hart staat voor het leven van Christus en de vlam voor liefde. De handen zegenen de voorbijgangers.
11
In de Lourdesgrot in Ommel is Maria gekleed in het wit met een blauwe sjerp en een rozenkrans in haar handen. Wat lager zit Bernadette geknield te bidden. Een Lourdesgrot is een natuurgetrouwe kopie van de grot van Massabielle bij de Franse stad Lourdes. De legende gaat dat Maria in 1858 hier zou zijn verschenen aan Bernadette Soubirous. Het dorp Sint-Willebrord heeft een eigen grot gebouwd.
Valkenburg was in staat om een echte Lourdesgrot in een rots te bouwen. Mensen kunnen hier bidden, een kaarsje opsteken of een openluchtmis bijwonen.
Lourdesgrotten Lourdesgrotten zijn te vinden in heel Europa. Het zijn kopieën van de oorspronkelijke grot in Lourdes, waar Maria ooit verscheen aan het veertienjarige meisje Bernadette Soubirous (18441879). In de jaren na haar heiligverklaring, in 1933, zou Lourdes uitgroeien tot één van de beroemdste bedevaartsoorden in Europa. Niet het minst vanwege de bijzondere kracht van het geneeskrachtige water dat daar uit de bron opborrelt. In Valkenburg staat waarschijnlijk de bekendste Lourdesgrot in Nederland, heel natuurgetrouw uitgehouwen in een echte mergelrots, net als in Lourdes zelf. Al in 1929 werd de eerste processie naar deze grot gehouden. In het Brabantse SintWillebrord is de Lourdesgrot te vinden naast de kerk, die in 1926 werd gebouwd als kopie van de basiliek in Lourdes.
Al in 1885 was er een Lourdesgrot, die in 1926 vervangen werd door een nieuwe grot. Het verhaal gaat dat Pastoor Bastiaansen hoogstpersoonlijk naar Lourdes reisde en een stuk van de oorspronkelijke grot mee naar huis nam. In de Lourdesgrot in Sint-Willebrord is er, net als in Lourdes zelf, alle gelegenheid om te bidden en een kaarsje op te steken. Maria geldt als een belangrijke middelaar tussen de mensen en God. Op haar voorspraak kun je veel bij God gedaan krijgen. Waar Lourdes voor de meeste mensen te ver weg was – het ligt in de Franse Pyreneeën – is het wel zo praktisch om een grot dichterbij huis te hebben. Dergelijke replica’s zijn verder nog te vinden in Liempde, Baarle-Nassau, Zundert en Milheeze.
12
Op Sint Jan, 24 juni midzomer, worden de
Sint Janstrossen
Sint-Janstrossen in Moergestel gezegend door de pastoor. Tegelijkertijd kunnen mensen hun fietsen laten zegenen.
Een gebruik waarbij natuur en geloof bij elkaar komen is het zegenen van de Sint Janstrossen. Rond het feest van Sint-Jan op 24 juni, midzomer, worden veldboeketten die bestaan uit zeven soorten planten gezegend door een priester. De Sint-Janstros wordt bevestigd in of aan het huis en zou bescherming bieden tegen ongeluk. De boeketten moeten bestaan uit Sint-Janskruid (tegen bliksem en brand), korenbloem (onschuld) en notenblad (vruchtbaarheid), aangevuld met bloemen uit de tuin of uit de natuur en Spaans gras. Het zegenen gebeurt met name in de Brabantse Kempen, in parochies die zijn toegewijd aan Johannes de Doper. In Leenderstrijp bij Eindhoven dateert de traditie van het zegenen van de Sint-Janstrossen uit de zeventiende eeuw. Het schuttergilde gaat jaarlijks met versierd paard, vliegend vaandel en slaande trom in optocht naar de Sint Janskapel in het veld. Na afloop neemt iedereen zijn gezegende tros mee naar huis om bij de voordeur of haard te hangen tot hij een jaar later uit elkaar valt. Tegenwoordig vinden op Sint-Jan ook de fiets- en autozegeningen plaats. In de kerk kan alles gezegend worden en een beetje bescherming vanuit de hemel kan in het verkeer tegenwoordig geen kwaad. De Sint-Janskapel in Leenderstrijp wordt voor het eerst genoemd in 1440. De restanten van deze kapel zijn rond 1800 gesloopt. De klokken, die toen in het ven beland zijn, schijnen volgens de verhalen nog af en toe op donkere avonden te luiden. In 1843 werd de huidige kapel op de kapelberg gebouwd. Het Gilde Sint-Jan Baptista verzorgt de kapel en organiseert jaarlijks van hieruit de Sint-Jansprocessie en het zegenen van de Sint-Janstrossen.
Prediker Johannes de Doper werd onthoofd in opdracht van de vrouw van Herodus. Op 24 juni wordt hij herdacht als Sint-Jan.
13
Het geboortehuisje van Peerke Donders is een vrij recente bedevaartplaats. Het huisje is in 1931 nagebouwd op de plaats van het oude huisje. De put is nog origineel
Meteen na zijn dood werd Peerke Donders in Petrus Norbertus Donders, geboren in 1809 en
Nederland aangeroepen
overleden in 1887, is missionaris geweest in
om mensen te genezen.
Suriname. Hij verzorgde daar de mensen die
Het verhaal gaat dat hij
aan lepra leden, een hele besmettelijke en
een kind heeft genezen
onaangename ziekte.
van botkanker. Op dinsdagmiddag wordt al decennialang een smeekuur op het
Aan de noordkant van Tilburg, in de parochie van de Heikant, is een compleet herinneringscomplex gewijd aan de Tilburgse weverszoon Peerke Donders (1809-1887). Het complex omvat een kapel, een park met kruiswegstaties en een replica van het geboortehuis. Peerke Donders zou later in Suriname onsterfelijke roem verwerven door zijn leven in dienst te stellen van het verzorgen van de melaatsen. Voor de Tilburgers, die hem ooit kozen tot Tilburger van de eeuw, is Peerke Donders in al zijn eenvoud en naastenliefde een voorbeeld voor anderen. De priester kent ook een bijzondere verering bij de Surinaamse gemeenschap in Tilburg. Peerke is immers een volksheld in Suriname, waar hij ligt begraven in de linkerzijkapel van de kathedraal in Parimaribo. Peerke Donders werd in 1982 door de Paus zalig verklaard. Momenteel ijvert een werkgroep voor zijn heiligverklaring.
park gehouden.
Peerke Donders Heiligenverering is onlosmakelijk verbonden met het katholicisme, waarbij tegenstanders wel eens smalend spreken van de Roomse Santenkraam. Heiligen wordt verzocht om voorspraak bij God, maar kunnen ook helpen bij genezing en zelfs bij het terugvinden van wat verloren is geraakt. De waterput waar Peerke zelf nog uit geput zou hebben, staat tegenwoordig bekend als wonderput. In de kapel kunnen mensen een kaarsje opsteken en hun intentie achterlaten die ze met hulp van Peerke proberen te bereiken. Tegenwoordig leeft Peerke Donders vooral voort als patroon van de naastenliefde. Jaarlijks worden de Gouden Peerkes uitgereikt voor instellingen en particulieren uit Midden-Brabant die daden van barmhartigheid in praktijk brengen.
14
Levenslooprituelen Het sacrament van het huwelijk komt tot stand door de belofte van trouw tussen man en vrouw. De belofte wordt uitgesproken ten
Tijdens het doopsel wordt een kind aangenomen als lid
overstaan van God en
van de katholieke kerk. Het wordt een ‘kind van God’.
de kerkgemeenschap.
Dopen betekent ‘onderdompelen’.
Rituelen markeren de overgangen in ieders leven met name rondom geboorte, huwelijk en dood. In de katholieke kerk werd deze overgangen op een plechtige manier nadruk gegeven via de doop, de huwelijksinzegening en de begrafenis. Deze levenslooprituelen zijn betrekkelijk privé. Een uitzondering daarop is Allerzielen, het gebruik om op 1-2 november de graven te verzorgen met witte chrysanten en lichtjes te branden op de kerkhoven. Voor Allerzielen worden de graven op de katholieke begraafplaatsen verzorgd.
Met Allerzielen worden de doden in herinnering gehouden, met name degenen die in het jaar daarvoor zijn overleden. Het feest ontstond al in de Middeleeuwen, toen was het nog vooral bedoeld om te bidden voor het zielenheil van de overledenen. De oorsprong van het feest heeft nauw te maken met het geloof in het vagevuur. De ziel van de overledene komt, afhankelijk van hoe men op aarde heeft geleefd, terecht in de hemel, de hel of het vagevuur.
De grafstenen worden gereinigd en men versiert de graven met witte chrysanten.
Vanuit de hel is de hemel onbereikbaar, maar zielen die in het vagevuur zijn beland kunnen na een boeteperiode alsnog een plaatsje bij God veroveren. Nabestaanden kunnen bidden om het verblijf van hun dierbare dode in het vagevuur te bekorten. Tegenwoordig is het een gedenkfeest geworden dat ook door niet-katholieken wordt gevierd, soms onder een andere naam, zoals bijvoorbeeld troostdag. Het is een feest van donker en licht, dat steeds vaker in de vroege avond wordt gevierd. De nabestaanden trekken met lichtjes en fakkels over de begraafplaats en voelen zich heel dichtbij de dierbare overledene.
Katholieke kalenderfeesten
15
Ook in de jaarfeesten is de invloed van het christendom terug te vinden. Sinterklaas is een katholieke bisschop. Met Kerstmis wordt de geboorte van Jezus gevierd en Pasen is het feest van de Opstanding van Jezus uit zijn graf. Ook Hemelvaart en Pinksteren zijn christelijke feesten. Het katholieke feest van Driekoningen op 6 januari wordt nog steeds in Midden-Brabant gevierd, al neemt het aantal driekoningenzangers af. Caspar, Balthasar en Melchior gingen op kraambezoek bij Maria en Jozef toen hun kindje Jezus in een grot was geboren. Als geschenken brachten ze goud, wierook en mirre mee. Sinterklaas is een katholieke heilige, die ook populair is bij kinderen met een ander geloof. Zijn feest is op 6 december, maar wordt vaak op de avond van 5 december gehouden.
Kinderen in MiddenBrabant gaan op 6 januari verkleed als koningen zingend langs de deur om snoep Op de kerstmarkt in Valkenburg staat elk jaar een grote
en geld op te halen.
kerststal. Met kerstmis – 25 december – wordt de geboorte
Het meest gezongen
van Jezus gevierd. Het is echter ook een midwinterfeest.
lied is ‘Driekoningen, driekoningen, geef mij een nieuwe hoed.
Driekoningen sluit de midwinterperiode af. Het was in de zeventiende en achttiende eeuw een speciale dag, die vaak op schilderijen is vastgelegd. Op Driekoningen speelden de volwassenen het driekoningenspel en de kinderen het ‘kaarsjesspringen’. Tegenwoordig bestaat alleen het langs de deuren zingen nog. Op 6 januari trekken kinderen verkleed als koning zingend met een lampion in de hand van deur tot deur. Ze halen snoep of geld op. Tegenwoordig is het geld vaak voor een goed doel bedoeld. Bij Driekoningen hoort oorspronkelijk een driekoningenkoek met daarin twee witte en een zwarte boon verstopt. Degene die de zwarte boon treft, mag de zwarte koning zijn. De eierkoeken die met Driekoningen gegeten worden, herinneren hier nog aan.
Mijn oude is versleten, mijn moeder mag het niet weten, mijn vader heeft het geld al op het rooster neergeteld.’
16
De toekomst van klein religieus erfgoed Veel klein religieus erfgoed is verwaarloosd en vraagt dringend om onderhoud.
In een periode van secularisering en ontkerkelijking hebben vele oude religieuze tradities hun oorspronkelijke waarde verloren. Als wij ze willen behouden, dan zullen wij er op de een of andere manier een eigentijdse invulling aan moeten geven, die past bij onze eigen tijd. Een nieuwe invulling van Allerzielen als een dag van troost en herdenking is hiervan een voorbeeld. Tegelijk is met en door het proces van ontkerkelijking weer veel behoefte aan authentieke plekken, die al gedurende vele eeuwen een bijzondere verering kennen. Oude kapellen en wegkruisen, Lourdesgrotten en calvariebergen, Heilig Hartbeelden en processieparken, ze zijn het waard om te behouden en te gebruiken als startpunt voor nieuwe spirituele rituelen. Asverstrooiing doen de nabestaanden het liefst op een bijzondere plek. Een oude kapel is daar heel geschikt voor. Het maakt dat klein religieus erfgoed ook voor de toekomst zijn waarde kan behouden.
Ook de Sint-Jankathedraal in ’s-Hertogenbosch gaat met zijn tijd mee. Beeldhouwer Toon Mooy heeft bij de restauratie van de kerk een moderne engel geplaatst met een mobiele telefoon. Iedereen kan de engel bellen: 0900-7468526.
Er is veel behoefte aan spiritualiteit. Dat wordt gezocht in de rituelen van verschillende geloven.
17
Het Groene Woud Een priester kan alles zegenen: Sint Janstrossen, fietsen, auto’s, motoren, rollators of huisdieren. In Moergestel kun je op Sint Jan je fiets laten zegenen.
Het mooie, deels zeer landelijke en natuurrijke gebied tussen de steden Tilburg, Eindhoven en ’s-Hertogenbosch werd in 2005 uitgeroepen tot Nationaal Landschap onder de naam Het Groene Woud. De kleinschaligheid en de grote variatie in het landschap maken het gebied bijzonder. Voor de grote steden is het gebied een ruime achtertuin. Het beeld van Maria werd ter ere van het 40-jarig priesterfeest van dr. P.C. Brouwer in 1937 geplaatst in Tilburg. Brouwer was een voorvechter van de culturele emancipatie van Noord-Brabant. Veel oudere Tilburgers groeten Maria als ze langs het beeld komen.
Het gebied, in het hart van de provincie Noord-Brabant, kent een rijk rooms verleden. De torens van de parochiekerken horen bij het landschap. We zien hier verder een opvallende grote concentratie van wegkruizen, heiligenbeelden, kapelletjes, kloosters en fraaie begraafplaatsen. Ze zijn niet alleen sporen van het Rijke Rooms Leven, ook nu nog spelen ze een rol als spirituele plekken. Voor veel inwoners van het gebied heeft dit erfgoed grote betekenis.
Op verschillende plaatsen in Het Groene Woud is het Driekoningenzingen op 6 januari nog volksgebruik. Verkleed als de drie koningen, Caspar, Bathasar en Melchior, trekken kinderen met een lampion van deur tot deur, zingen een Driekoningenlied en hopen snoep of geld op te halen.
De spiritualiteit en de geloofsbeleving zijn in de loop der tijd veranderd. Oude religieuze gebruiken worden aangepast aan de tijd en krijgen soms een nieuwe betekenis. Het Groene Woud kent een rijk gevarieerd religieus immaterieel erfgoed. ‘Nieuwe heiligen’, zoals Peerke Donders en Pater Damiaan worden op eigentijdse wijze herdacht. Allerzielen krijgt een nieuwe invulling als lichtjesavond. Er worden nieuwe kapelletjes gebouwd, die dienst doen om te trouwen of om de as van een overledene te verstrooien. Processies weten met een nieuw elan veel jongeren te trekken.
18 Ook in een moderne stad als Eindhoven worden sommige religieuze tradities in ere gehouden. In de Paterskerk wordt Nicolaas van Tolentijn aangeroepen tegen ziekten van mens en vee. De devotie werd in 1891 door de Augustijnen ingevoerd. Aanvankelijk kwam op de feestdag van de heilige – 10 september – vooral de boerenbevolking naar de kerk om de vieringen bij te wonen en na afloop een gewijd broodje te ontvangen. Aan die broodjes worden bijzondere, genezende krachten toegeschreven. Op zijn sterfbed moest Nicolaas van Tolentijn van Moeder Maria aan zijn buurvrouw een brood vragen en ervan eten. Hij gehoorzaamde en genas onmiddellijk. Nog altijd komen er mensen uit de omgeving van Eindhoven op de feestdag van de heilige naar de viering in de kerk. Na afloop ontvangen ze een gewijd broodje.
Nicolaas van Tolentijn stierf in 1305 in Tolino. Hij werd bij leven al als heilige gezien. Twintig jaar na zijn dood werden al ruim 300 wonderen aan hem toegeschreven. In de Paterkerk in Eindhoven wordt Nicolaas van Tolentijn nog steeds vereerd.
Warmte en licht in Eindhoven In het kader van ‘Aller-
Op Allerzielen, 2 november, herdenkt men alle overledenen. De gebruiken rondom Allerzielen spreken ook steeds meer niet-katholieken aan. Op de algemene begraafplaats De Oude Toren in Eindhoven worden bijzondere bijeenkomsten georganiseerd. Op 2 november 2012 was door kunstenaar Michel Kuipers vóór de toren op de begraafplaats een installatie gemaakt waarbij honderd handen een offerlichtje droegen. Bezoekers konden er hun eigen lichtje opsteken. Met gedichten, muziek, verhalen en kunst konden bezoekers de overledenen herdenken.
zielen en de kunst van herdenken’ worden op de begraafplaats De Oude Toren lichtje gebrand op keramische handjes.
19
De Hasseltse kapel lag vroeger aan de rand van Tilburg. Nu ligt het midden in een woonwijk. De kapel en de rustieke omgeving nodigen nog altijd Het huidige Mariabeeld staat sinds 1796 in de Hasseltse kapel. De bede-
uit voor bezinning
vaartpraktijk dateert uit de negentiende eeuw. De vele ex-voto’s die in de
en gebed.
kapel hangen, zijn het bewijs van een zeer levendige devotie tot Maria. Nog steeds wordt Maria om steun
Mariaverering in Tilburg
gevraagd.
Tilburg telt nog altijd een aanzienlijk aantal parochies en kerkgebouwen. Het oudste religieuze monument van de stad is de kapel van Onze Lieve Vrouw Visitatie, de Hasseltse kapel genoemd. De kapel dateert van iets vóór 1536. Ze is prachtig gelegen in een woonwijk in Tilburg Noord. De kapel was vroeger van de buurt en wordt nu beheerd door een stichting. Er is veel mogelijk in de kapel. Voor bijzondere vieringen, zoals een huwelijk, een gouden bruiloft en andere jubilea wordt de locatie dikwijls gebruikt. Maar er worden ook vaak concerten gegeven.
De sfeer in de kapel is heel bijzonder. Je voelt hier de devotie voor Maria. Er staat een schitterend gepolychromeerd houten Mariabeeld met barokke stijlkenmerken. Rondom de Mariafeesten zijn er altijd bijzondere vieringen. Wie op een donkere avond in oktober heeft meegelopen in een drukke lichtjesprocessie naar de kapel vergeet dat niet snel. In de stoet wordt dan het eeuwenoude beeld van Maria met kind meegevoerd. Het gilde zorgt voor een doordringend tromgeluid. De processiegangers worden door klokgelui bij de kapel welkom geheten. In de meimaand wordt de kapel veel door pelgrims bezocht. Op geregelde tijden wordt dan de rozenkrans gebeden en buiten staan er kraampjes die snoep en Mariabeeldjes verkopen.
20
Eigentijds Rooms in ’s-Hertogenbosch De Sint-Janskerk is veel meer dan een schitterend stenen monument uit de Middeleeuwen. In het religieus leven van veel mensen uit ’s-Hertogenbosch en omgeving neemt ze een belangrijke plaats in.
De Vereniging Stille Omgang wil de oude
De kathedraal van Sint Jan en stad ’s-Hertogenbosch zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ook niet-katholieken lopen deze kerk uit de veertiende eeuw graag binnen. Menig Bosschenaar heeft een warm hart voor Onze Lieve Vrouw van ’s-Hertogenbosch. In de meimaand wordt het Mariabeeld geplaatst in de noordelijke zijbeuk van de kerk. Vanuit verschillende parochies in Noord-Brabant trekken in deze maand groepen bedevaartgangers naar de Sint Jan.
bidweg in het centrum van ’s-Hertogenbosch markeren met afbeeldingen van Maria.
Vanaf 1391 worden er ommegangen met het beeld van de Zoete Lieve Vrouw door het centrum van Den Bosch gehouden. Na de invoering van het protestantisme in 1629 kon er geen Plechtige Omgang meer gehouden worden en moet het beeld elders ondergebracht worden. In de negentiende eeuw kwam het weer terug. Vanwege het processieverbod kon er slechts een ‘Stille Omgang’ worden gehouden. Later werd het beeld weer meegevoerd in een Plechtige Omgang.
De jaarlijkse bedevaart van KBO-Brabant naar de Zoete Lieve Vrouw is altijd druk bezocht. In oktober 2012 waren er ruim 400 deelnemers. De ‘Mariale’ zanghulde is altijd indrukwekkend.
In 1978 werd de Vereniging Stille Omgang opgericht die het lopen van de omgang, als eenvoudige bidtocht, in de periode van 7 tot 15 juli individueel of in groepsverband stimuleert en begeleidt. De weg loopt dwars door de oudste gedeelten van de stad. De bidweg wordt blijvend gemarkeerd door het plaatsen van afbeeldingen van Maria bij panden langs de route. Op Moederdag als de grote Plechtige Omgang wordt gehouden en tijdens de Stille Omgang in juli wordt er gezorgd voor bloemen bij de beeltenissen.
21
Inspirerende omgeving in Oirschot De sfeervolle Stabat Materconcerten in de kerk van Oirschot kunnen gezien worden als een katholiek antwoord op de protestantse Passiontraditie.
In het rustieke centrum van Oirschot vinden we de oude gotische Sint-Petruskerk. In deze grote monumentale kerk vinden jaarlijks in de paastijd uitvoeringen plaats van het Stabat Mater. Voor muziekliefhebbers en gelovigen vormen de lijdenshymnes ter ere van de Mater dolorasa, de Moeder van smarten die onder het kruis stond en treurde om de dood van haar zoon Jezus, een bijzondere opmaat tot het feest van Pasen. De tekst dateert uit 1254. Vele beroemde componisten hebben er muziek op geschreven. Er worden Stabat Maters gebracht in oude toonzettingen van bijvoorbeeld Josquin Desprez, maar er zijn ook nieuwe versies te beluisteren. De Stabat Mater-concerten trekken bezoekers uit het hele land. Dat komt niet alleen, omdat de organisatie de hoogste kwaliteit van de uitvoerenden nastreeft én realiseert, maar zeker ook vanwege de inspirerende omgeving. De kerk zelf baadt in het licht of wordt bescheiden belicht als de uitvoering dat vraagt. Deze Stabat Matertraditie, die dateert van 1998, is de enige ter wereld.
De Sint-Petruskerk van Oirschot is een van de weinige nog bestaande dorpskerken van Noord-Brabant in Kempense gotiek. Ze kwam in 1515 gereed en heeft nog steeds een belangrijke religieuze functie.
22
Levensverhalen in Vught
Seminaristen, dus geen professionele bouwvakkers, hebben dit kapelletje met veel liefde voor Maria gebouwd met stenen die overbleven uit de restauratie van de Sint-Janskerk in ’s-Hertogenbosch.
Het beeld van Maria met kind
In de gemeente Vught, onder de rook van ’s-Hertogenbosch, werd in 1901 het landgoed Sparrendaal in gebruik genomen door de Congregatie van het Onbevlekte Hart van Maria, beter bekend als de Missionarissen van Scheut. De missionarissen trokken naar heel veel landen op alle continenten. Hun levensverhalen zijn heel verschillend. Bij gebrek aan referentiekader konden ze hun verhaal soms moeilijk aan elkaar kwijt. De missionarissen hebben niettemin een bijzondere gezamenlijke geschiedenis. In 2008 vertrok de laatste pater naar een verzorgingstehuis en kwam het klooster ‘Nieuw Sparrendaal’ leeg te staan.
straalt een grote eenvoud en ongekunsteldheid uit.
De kapel nodigt uit tot bezinning en gebed.
Hun kloostercomplex moest plaats maken voor enkele landhuizen. De kloostertuin achter ‘Oud Sparrendaal’ kreeg een nieuwe functie. Er werd een ‘kloosterpad’ aangelegd met onder andere een Mariakapelletje. Dit kapelletje, eigenlijk een folly, is gebouwd met een deel van oude stenen van de Sint-Janskathedraal die resteerden na de restauratie van de kathedraal. Bij de folly ligt een map met het levensverhaal van een pater. Verteld wordt hoe hij tot het geloof kwam en er later veel moeite mee had. Passanten worden uitgenodigd kennis te nemen van het verhaal.
De Sint-Petruskerk domineert het centrum
23
van Boxtel. Meteen na de erkenning van het Heilig Bloedwonder in 1380 trok de kerk veel bedevaartgangers en werd daarom vergroot.
De staties in het processiepark dateren uit 1925. Ze zijn dringend aan restauratie toe.
Oude tradities krijgen nieuwe waarde in Boxtel In het hart van Het Groene Woud trekt ieder jaar op de eerste zondag na Pinksteren de Heilig Bloedprocessie door de straten van Boxtel. De traditie gaat, met onderbrekingen, terug tot de Middeleeuwen en leeft nog sterk. In 1380 zou priester Eligius van den Aker geconsacreerde wijn hebben gemorst op twee altaardoeken. Het bloed van Christus liet zich niet meer wegwassen. Kern van de kleurrijke stoet vormt de reliek met een restant van één van de doeken. Een nieuwer fenomeen is de opvoering van een Heilig Bloedspel waarin een centrale rol is weggelegd voor Eligius van den Aker. Alleen hij heeft kennis van het Bloedmirakel. Door het wonder bekend te maken kan hij de vrede tussen de heren van Boxtel en Herlaer veilig stellen, maar hij durft het niet en de strijd laait weer op. De opzet van de processie, zoals die nu door de straten van Boxtel trekt, dateert van 1949. De huldestoet bestaat uit vijf delen. De openingsgroep bestaat uit tamboers en vendeliers. Direct daarna volgt de bijbelse groep met onder meer Adam en Eva en Kaïn en Abel. Dan komt de liturgische groep die hulde brengt aan het Heilig Sacrament. Het vierde deel bestaat uit de historische groep waarin het verhaal rond Eligius van den Aker wordt verbeeld. De Mariagroep sluit de huldestoet af. Achter deze stoet volgt de Sacramentsprocessie waarin de geestelijkheid, muziekkorpsen, gilden en de burgerlijke autoriteiten meelopen.
De Heilig Bloedprocessie is meer dan een religieus gebeuren. Het is een schouwspel. Tamboers, vendeliers, liturgische, bijbelse en historische groepen nemen deel in fraaie kledij.
Voorbeelden van sober en heilig leven in Olland
Het Damiaancentrum is een sociaal centrum
De Karthuizerhoeve ‘Het Groot Duijfhuys’ te Liempde was ooit één
dat openstaat voor iedereen.
van de bezittingen van de Karthuizers die in het Dommeldal leefden.
Huub Thorissen maakte het beeld van de Karthuizer die waakt.
Vrijwilligers in de weer in het kader van het koffieproject. Voor het Damiaancentrum zijn praktische acties en directe hulp aan armen belangrijk.
24
In Olland is een paar jaar geleden door oud-leerlingen van een voormalig klein-seminarie een Damiaancentrum opgericht. Damiaan was een priester uit Vlaanderen die werkte onder de lepralijders op Hawaï. In 1889 stierf hijzelf aan lepra. Door zijn voorbeeldige leven inspireerde hij veel jongens om missionaris te worden. Damiaan is in 2009 door de paus heilig verklaard. Het centrum wordt gevormd door een groep vrijwilligers die zich inzet voor de meest kwetsbare en kansarme mensen in de samenleving. Er worden themawandelingen en inspiratiedagen georganiseerd. Er worden praktische projecten uitgevoerd om bijvoorbeeld mensen kleding en voedsel te geven. Het centrum is onlangs verhuisd naar enkele bijgebouwen van een zorginstelling voor verslaafden in Sint-Oedenrode, het ‘klooster van de Damianen’ genoemd. In 1465 werd er in Olland aan de Dommel het karthuizerklooster Sinte Sophia van Constantinopel gesticht. De kloosterlingen leidden een leven van gebed en meditatie. De Stichting Karthuizerklooster wil de raadselen rond het al eeuwen geleden verdwenen klooster van de zeer strenge orde onthullen en de relicten van de karthuizers in het landschap beter leesbaar maken. Er kunnen ‘karthuizerwandelingen’ gemaakt worden. Op een grote kei bij een stilteplaats staat een gedicht van Pien Storm: ‘zwijgzaam nabij vloeit tijdloos de stroom – hier kluisden Kartuizers een wijle, in sobere stilte en innig bezinnen dichter tot God – verlangen in bede na bede beleden omademde eenheid in eindeloos licht’.
25
De neogotische Sint-Servatiuskerk uit 1839 staat in het centrum van Schijndel en heeft een mooi oud kerkhof.
Bezinning in Schijndel Het grote kerkhof van Schijndel is een waar monument voor de overledenen. Zoals op iedere
De parochie van Sint Servatius in Schijndel telt vier kerken. De kerk van de Heilige Servatius vinden we in het centrum van het dorp. Bij deze kerk hoort het mooie oude grote kerkhof aan de Rietbeemdweg. Er zijn ongeveer 1650 grafstenen in allerlei formaten en stijlen. Ze houden de herinnering levend aan de overledenen.
katholieke begraafplaats vinden we op de centrale plaats een groot kruisbeeld.
Als iemand die je dierbaar is overlijdt, kost het tijd dit onomkeerbare gegeven een plaats te geven in je verdere leven. De oude rouwrituelen in kerkelijk verband, met onder andere missen voor de overledenen, spreken veel mensen niet meer zo aan. Ze hebben behoefte aan een plek voor bezinning nabij het graf van de overledene of bij de urn met de as. Op het kerkhof in Schijndel is een meditatieplaats aangelegd waar men na een bezoek aan het graf van een dierbare al dan niet met anderen kan mediteren of praten. Ook elders op het kerkhof zijn bankjes geplaatst. Veel mensen gaan op de verjaardag en de overlijdensdag van de gestorvene en op Allerzielen naar het kerkkof. Ze maken steeds meer gebruik van de bankjes om op hun eigen manier de dierbare te gedenken.
Op de begraafplaats is volop gelegenheid om rustig te zitten, te mediteren en met gedachten bij de overledenen te zijn.
26
Ontmoeten in Sint-Michielsgestel
In de bouwstijl van het seminarie Beekvliet zien we de trots van de katholieken ten tijde van het Rijke Roomse Leven terug.
Bij Sint-Michielsgestel denken veel oudere katholieken nog aan het kleinseminarie Beekvliet. Deze school was als internaat het eerste deel van de priesteropleiding van het bisdom ’s-Hertogenbosch. Na het volgen van deze opleiding kon men naar het grootseminarie. Duizenden priesters en enkele bisschoppen hebben op Beekvliet gestudeerd. Vanwege de terugloop van studenten moest het seminarie in 1972 worden gesloten. De school bleef als gymnasium bestaan en herinnert nog aan het Rijke Roomse Leven.
Het Christoffelbeeld werd het symbool van een hechte parochiegemeenschap in een woonwijk uit de jaren zestig.
Van ontkerkelijking was in Sint-Michielsgestel in de jaren zestig van de vorige eeuw nog weinig merkbaar. In een nieuwbouwwijk werd toen nog een kerk voor de nieuwe, moderne Christofoorparochie gebouwd. In 2000 moest de parochie fuseren met de Michaëlparochie en enkele jaren later werd de kerk gesloopt. Het beeld van Christoffel, de beschermheilige van de parochie, kon ternauwernood behouden blijven.
De ‘Christoforen’ van het eerste uur hadden moeite met de sloop van hun parochiekerk. Zij hebben het beeld in 2012 geplaatst op de plek van de gesloopte kerk. Het is nu een zichtbare herinnering aan het hart van wat eens een bloeiende parochie was. Sinds enkele jaren ontmoeten leden van de voormalige parochie elkaar iedere twee maanden in een gemeenschapshuis tijdens een avondvullende bijeenkomst in het kader van ‘ontmoeten en bezinnen’. Het gebouw is gesloopt maar het geloof, zij het anders dan vroeger, is gebleven. De eerste steen voor de nieuwe Christofoorkerk werd in 1963 gelegd. Na veertig jaar moest de kerk tegen de vlakte.
Recent herstel van
27
tradities in Gemonde Aan de Lambertusprocessie doen twee gilden, een harmonie en bruidjes mee en natuurlijk de gelovige gemeenschap van de kerk.
Spiksplinternieuw is de kapel van Ons Lief Vrouwke van Het Groene Woud. De inwijding gebeurde in stijl in aanwezigheid van de burgemeester. De initiatiefnemer Bert Schellekens had de kapel prachtig versierd met bloemen en brandende kaarsen. De hele buurt kan trots zijn op de nieuwe plek voor devotie.
Dichtbij Sint-Michielsgestel lig Gemonde. Sinds 2008 wordt hier op de zondag die het dichts bij 17 september ligt weer de Sint Lambertusprocessie gehouden. Vrijwel het hele kerkdorp doet mee. De dag begint met een samenkomst bij de Sint Lambertuskerk. De stoet trekt door prachtige natuur naar de Sint Lambertuskapel. Daarna gaat de stoet terug naar de kerk om daar de eucharistieviering met gildeneer bij te wonen. Na de viering worden er vanuit de kerktoren voor vrouwen en meisjes gele en rode rozen naar beneden gegooid. Voor de Gemondse jeugd worden er ’s avonds dropveters vanuit de toren gegooid. Met dank aan Sint Lambertus worden ze enthousiast verzameld. Op 15 augustus 2012, op Maria Hemelvaart, werd op pontificale en feestelijke wijze in Gemonde een nieuwe Mariakapel ingewijd door bisschop Hurkmans. Deze kapel, met de naam Ons Lief Vrouwke van Het Groene Woud, is op particulier initiatief tot stand gekomen. Het is een klein, maar zeer ‘skon kepelleke’. Na een Heilige Mis met drie heren in de parochiekerk van Gemonde trok er een stoet naar de kapel. Bij de kapel werden enkele Marialiederen gezongen. Ons Lief Vrouwke van Het Groene Woud is zeker vereerd ‘mi d’r neij kepelleke’.
De tentoonstelling Klein immaterieel religieus erfgoed is gemaakt door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed. Dit geschiedt in het kader van een deelproject van het Streekhuis Het Groene Woud & Meierij, namelijk van het Interreg-project ‘Sociale Innovatie Instandhouding Klein Religieus Erfgoed’. In het Interreg-project werken 26 partners samen uit de Nederlandse provincies Noord-Brabant en Limburg en de Vlaamse provincies Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen en Antwerpen. Het voornaamste doel van het project is het tot stand brengen van een nieuwe samenwerkingsstructuur bij de instandhouding van klein religieus erfgoed. Andere doelen zijn kennisontwikkeling, kennisoverdracht en toeristische ontsluiting van het klein religieus erfgoed.
Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed, F.C. Dondersstraat 1, 3572 JA Utrecht www.volkscultuur.nl Tekst: Ineke Strouken, Jos Wassink, Albert van der Zeijden en Bureau Erasmus (Eric Kolen en Lily Hollanders) Foto’s: Bureau Erasmus/Eric Kolen, Ton Fischer, Jos Wassink, Ad Kuppens, Hans Lakwijk, Nationale Beeldbank, Jan Stads, Albert Stolwijk/Nieuwsblad Brabant Centrum Boxtel, Stichting Stabat Mater Oirschot, Heilig Bloedstichting Boxtel