Een vlinder onder Klassieke lijnen, moderne materialen De Albatros. Traditionele naam. Klassieke lijnen. Maar: moderne materialen. Het nieuwe schip van Jos Scholten verrast. Zilt wilde er meer van weten. "Ja, nog een beetje... nog iets, stop. Schrijf maar op, blad drie..." Onder de spiegel verdraait een monteur de bladen van de verstelbare schroef en zingt de graden uit. De booteigenaar drukt een kladje tegen de spiegel en noteert van elk blad de spoed. Hij is een lange vent met een Hollandse buitenkop. Als hij zich omdraait lacht hij breed. Blauwe ogen, open gezicht. "Aangenaam, Jos Scholten..."
foto: © Jos Scholtes
10
tekst: Michiel Scholtes
de kotters
11
Jos begeleidt al jaren jachtbouwprojecten, grote nieuwe 'klassiekers', waaronder de schoener Windrose. Echter, hier in de bootlift hangt zijn eigen hagelwitte boot, de Albatros. Niet zo maar een jacht. Vanaf de weg zie je de stoere lijnen van 12 meter volbloed gaffelkotter met houten mast, boegspriet en aangehangen roer. Een iets gekromde steven zonder veel overhang, een lichte zeeg, lage roef, hartvormige spiegel. Het schip zit vol mooie details. Bijvoorbeeld de forse mik op het achterschip, de stootlijst met bronzen plat die de gestrekte lijn accentueert, de arrogante giek die ver over het hek uitsteekt..Blanke lak blinkt op rondhouten en roef. Je zou denken dat de Albatros binnenkort het eeuwfeest viert. Je verwacht zware spanten, een kiel als een slagersbijl en een schuurdeur van een roer. Totdat je zicht krijgt op het bijna ijle potdeksel, het ontbreken van spantkoppen in de zij en op het 21e eeuwse onderwaterschip. Onder de waterlijn is deze boot vlak als een hedendaags snel toerjacht en heeft hij een korte bulbkiel en een vrijhangend spaderoer. Niet zo radicaal modern als het onderwaterschip van de kleine torenkotter Wallynano van Hoek Design, dat is een pure wedstrijd-dagzeiler voor de korte baan. Eerder vergelijkbaar met de 36-voets Tintel van hetzelfde huis. Maar wel de helft minder vol dan Nigel Irens' en Ed Burnett’s 22-tons 40voets woodcore gaffelkotter Westernman. Voor wie het concept niet kent, oorspronkelijk zijn kotters volle diepgaande langkielers met gaffelgrootzeil, fok en kluiver. Ze werkten vroeger in de natte dienstverlening, als terriers bij kustwacht, loodsdienst, marine en in de visserij. De Albatros heeft hun lijnen, maar niets van hun zwaarte. Dit is een vlinder onder de kotters. Een verwarrende ervaring. Klik hier voor de tekening van de Albatros.
12
foto’s: © Ruud Kattenberg
tekst: Michiel Scholtes
De met leer beklede eikenhouten gaffelklauw is bevestigd aan een koolstof gaffel die met een dyneema strop wordt gehesen. Jos Scholtens filosofie en Albatros’ levensverhaal op 25 vierkante centimeters.
13
foto: © Ruud Kattenberg
‘Ik was altijd al gek van Bristol pilotcutters...’
14
tekst: Michiel Scholtes
Niet bang voor extremen "Die schroef moest helemaal versteld worden," wijst Jos. "In de vrijloop rammelde de demperplaat." Hij wijst op de kaalgesleten bulb. "Dat komt van het waddenzand. Ik was op proeftocht, er is nog geen elektra aan boord en ik had geen idee hoeveel water er stond of hoe hard ik ging. Dan maak je de krabben wel eens aan het schrikken." Hij klopt goedkeurend op de romp. "Ik was altijd al gek van Bristol pilotcutters en werkte een tijd bij Pendennis Shipyard in Falmouth aan Falmouth workboats. Prachtige zeilers, denk maar aan de Curlew die zonder motor in het diepe zuiden voer. Zoiets wilde ik ook, maar ik zag op tegen het onderhoud van een oude klassieker. Ik houd van het plaatje, maar niet van het eeuwig restaureren van zo'n boot. Ik wilde een daad stellen, niet bang zijn voor extremen, geen modern tuig. Dus schetste ik een kotter met een groot gaffeltuig. Daarmee ging ik naar ontwerper Kees van Tongeren. Of een korte kiel wel kon met een groot gaffeltuig? 'Nou,' zei van Tongeren, 'een Valk zeilt toch ook al vijftig jaar met een korte kiel'.”
Licht en stijf Van Kees' concept maakte ik een blokmodel. Dat schuurde ik net zolang tot het me beviel. Op basis daarvan bouwde Johan Vels in Medemblik deze woodcore romp van red cedar latten en epoxy. Als je dat dagelijks ziet groeien, is dat erg opwindend. De romp heb ik zelf in vijf jaar afgebouwd. Ik vind het gek dat woodcore niet echt doorbreekt. Het doet veel mensen denken aan een oude BM in een polyester jasje. Toch is het veel duurzamer dan men denkt. Bovendien passen de beperkingen van lattenbouw heel goed bij klassieke modellen. Het materiaal van vroeger stond ook evenmin scherpe hoeken toe. En hout-epoxy blijft heel licht. Nog geen tien ton! En erg stijf. Tien ton haal je ook met vollaminaat polyester van 1 cm dik. Maar deze sandwich romp is 3.5 cm dik, dus veel stijver, want de binnen- en buitenhuid liggen veel verder uit elkaar. Je zou ook in aluminium kunnen bouwen, dat is ook licht. Maar aluminium wordt nooit zo strak als woodcore, dus moet er plamuur op en dat is weer zwaar. Bovendien moet je zo'n romp isoleren, terwijl woodcore van zichzelf isoleert.”
15
“En je kunt de krachten prima kwijt. Kijk, hier op hoogte van de puttings hebben we de romp over een flink oppervlak diep uitgefreesd. Die verdieping hebben we met epoxy volAlbatros’ verrassende onderwaterschip gelamineerd en glad geschuurd. De epoxyplaat die zo is ontstaan, vormt een geheel met de epoxy buitenhuid. Kun je nagaan hoe geweldig dat de krachten op de puttings over heel het laminaat verdeelt. Bovendien zijn alle gaten flink overmaats geboord, vervolgens gevuld met epoxy, waarin weer het boutgat voor de bout is geboord. Zo heb je nooit inwatering en ook daar is er een goede verdeling van krachten. Het hele laminaat dient zelf als contraplaat."
Razendsnel "Albatros is 12.50 meter lang over de stevens en 12.10 meter op de waterlijn. Dat is leuk van zo'n klassieke kotter, je hebt weinig overhangen, je hebt wat je meet. De waterverplaatsing afgezet tegen het zeilplan kom je op ruim 10 m2 per ton. Dat is een machtig tuig. Met licht weer en een knik in de schoot blijk ik razendsnel, sneller dan of net zo snel als de meeste productieboten met dezelfde waterlijn. Alleen ruimwinds zie je dat echte breedkonten wat sneller zijn, die versnellen makkelijker in de vlagen, glijden op elke golf vooruit, terwijl
16
Dyneema verstaging
tekst: Michiel Scholtes
foto’s: © Ruud Kattenberg
ik beperkt word door mijn waterlijnlengte. Maar so what?! Ik moet zeggen, de boot stuurt nog wat rauw. Ik weet wel hoe dat komt. Het roer is nog ondergebalanceerd doordat het roerbeslag te lang is. En daardoor hangt het roerblad te ver achter de roeras. Dat beslag kort ik straks in, wat het roerblad wat dichter naar de as brengt; dan zal het sturen lichter gaan. Bovendien is het schip ontworpen voor de lange kiel. Jawel, wat daar onder de boot hangt is alleen het ballastgedeelte, Het uiteinde van de carbon gaffel de onderste helft van de ontwerpkiel. Daarmee kun je lekker uit de voeten op het Wad. Voor langere zeereizen komt daar nog een meter tussen. Ik moet nog uitproberen hoe dat zeilt.” “Of ik met deze korte kiel niet te veel helling krijg? Helemaal niet. Dat is het mooie van een klassieker in moderne materialen, ik heb bovenin heel veel gewicht bespaard. De masttop is van glasvezel en polyester. Het want - kijk, het topwant is van dyneema - ligt met lussen over de top en rust op klossen. Dus geen zware stalen mastbanden en hanepoten. De gaffel, toch een spier van 6 meter lang, is van koolstof en weegt maar 8.5 kg. De houten mast is hol en weegt maar 180 kg. Dit zeilt als een grote jol." Klik hier en luister naar het gesprek met Jos Scholten
17