botten & gewrichten Als bewegen pijnlijk wordt
Heup- & Knieprothese Betere materialen, moderne operatietechnieken en een goed gestructureerde revalidatie zorgen samen voor een snel herstel. Bovendien gaat de huidige generatie protheses al behoorlijk lang mee.
Voetchirurgie Bij voetpijnen of standafwijkingen van de voet gaan voetchirurgen tegenwoordig sneller over tot ‘preventieve’ voetchirurgie. De chirurg corrigeert de stand van een voetbeentje om verdere slijtage van de voetgewrichtjes tegen te gaan.
Lees blz. 3
Lees blz. 7
september 2008
Osteoporose Genen, de leeftijd, en hormonen spelen een rol in de ontwikkeling van osteoporose of botontkalking. Maar ook voeding en beweging. En aan die laatste factoren kun je zelf iets doen!
Lees blz. 8
Osteoporose behandelen Mensen met bewezen osteoporose hebben nood aan een osteoporosebehandeling om hen te beschermen tegen (volgende) breuken. Deze behandelingen bestaan. Niet afhaken is de boodschap.
Lees blz. 11 Sebastian Kaulitzki / iStockphoto
advertentie
een krant geproduceerd door mediaplanet
| botten & gewrichten
Dr. J. Van Dooren Voorzitter Belgische Vereniging voor Orthopedie en Traumatologie Orthopedisch chirurg Sint-Augustinus Wilrijk AZ Sint Jozef Malle
I
n dit dossier van “Botten en Gewrichten” komt vooral de stem van de orthopedische chirurg aan bod. Toch moeten we beklemtonen dat bot- en gewrichtsaandoeningen vanuit verschillende standpunten kunnen benaderd worden en dat ook de huisartsen, de specialisten in de reumatologie en de specialisten in de fysische geneeskunde een belangrijke rol spelen in de behandeling van deze pathologie. Als voorzitter van de Belgische Vereniging voor Orthopedie en Traumatologie (BVOT) wil ik hierbij uitleggen wat onze plaats in de geneeskunde is. Orthopedische chirurgen houden zich bezig met de diagnosestelling en de behandeling van de aandoeningen van het bewegingsstelsel. Dat gaat dan bijvoorbeeld over aangeboren afwijkingen, groeiziekten, ongevallen, tumoren, ontstekingen en slijtageverschijnselen. De aanpak kan conservatief zijn met medicatie, gipsbehandeling, kinesitherapie, steunzo-
MEDIAPLANET PRODUCEERT, FINANCIERT EN ONTWIKKELT THEMAKRANTEN IN PERS, ONLINE EN VIA BROADCASTING. www.mediaplanet.com
len, preventie van osteoporose, enz. Het meest tot de verbeelding sprekende aspect van ons beroep is echter de chirurgische aanpak en hierin is de laatste 20 jaar ook een spectaculaire evolutie waar te nemen. In de eerste plaats zijn de diagnostische technieken flink geëvolueerd: in de medische beeldvorming is de klassieke radiologie uitgebreid met echografie, CT scan, NMR, petscan en scintigrafie. De anesthesie laat toe om uitgebreide heelkundige interventies uit te voeren met zeer beperkte risico’s. Algemene verdoving is eerder uitzondering dan de regel sinds de locoregionale technieken (bv. de ruggenprik) gemeengoed zijn geworden. De vroegere langdurige postoperatieve rustperiodes werden vervangen door een onmiddellijke actieve revalidatie met een snelle reintegratie in het dagelijkse leven en in het beroepsleven. Last but not least zijn de chirurgische mogelijkheden spectaculair uitgebreid: de integriteit van het menselijk lichaam wordt zoveel mogelijk gespaard (bot, kraakbeen, pezen, spieren, …), de technieken werden verfijnd en de implantaten laten een veel langere levensduur toe. Dit weerspiegelt zich in de resultaten van bijvoorbeeld complexe breuken en in de kwaliteit van heup- en knieprothesen. De “bompa” van 30 jaar geleden was oud en versleten. Hij verwachtte niet veel meer van het leven en de maatschappij verwachtte ook niet veel meer van hem. Hij werd rustig gekoesterd in familieverband. De “opa” van vandaag is actief. Hij reist, is sportief en verwacht terecht nog heel wat comfortabele jaren. Eén van de vele pijlers die dit mogelijk maken is de moderne orthopedie. Dit wil helemaal niet zeggen dat we nu op onze lauweren kunnen rusten. De goede opleiding van onze jonge artsen en toekomstige orthopedisten, de ontwikkeling van wetenschappelijk onderzoek, de samenwerking met de universiteiten en de interactie met de medische industrie moeten de garantie bieden dat we ook in de toekomst de best mogelijke zorg aan iedereen tegen een maatschappelijk betaalbare prijs kunnen bieden. Dr. J. Van Dooren
Botten en gewrichten zijn de hoofdrolspelers in het bewegingsapparaat. We hebben ze nodig om vloeiend en zonder pijn te bewegen. Als de gezondheid van botten en/of gewrichten in het gedrang komt, laat dat zich snel voelen. Maar wat kan er zoal fout lopen? Wat is er aan te doen? En kunnen we aandoeningen van botten en gewrichten voorkomen? In dit dossier lichten we een tipje van de sluier op en staan we even stil bij enkele frequent voorkomende bot- en gewrichtsaandoeningen. Soms zijn de klachten banaal. In andere gevallen helemaal niet. Gelukkig gaan wetenschap en geneeskunde er voortdurend op vooruit en nemen de behandelingsmogelijkheden steeds toe. Veel leesgenot!
T
INHOUD
q
Steeds meer heupen en knieën
p3
Een nieuwe heup, een nieuwe knie, voor wie
p3
Leven met een gewrichtsprothese p3 Joint care
p4
Spiersparend snijden
p5
Kunstgewrichten gaan steeds langer mee
p6
Voetchirurgen werken vandaag meer preventief
p7
t k z r d w a p g
Bewegingsadvies bij osteoporose p8 Wat weet je over broze botten
p9
Osteoporose voorkomen
p10
Osteoporose kun je goed behandelen
p11 T
botten & gewrichten – PUBLICATIES MEDIAPLANET PUBLISHING HOUSE Project Manager: Julie Enderlé Mediaplanet +32 2 421 18 23 Graphic Design: Elise Toussaint Redactie: Heidi Van de Keere Pictures: www.istockphoto.com Print: Corelio Mediaplanet is de leidinggevende Europese uitgever van themakranten in pers, online en via broadcasting. Als u zelf een idee heeft over een onderwerp, of misschien wel een heel thema, aarzelt u dan niet om contact met ons op te nemen. Mediaplanet Publishing House, Country Director, Aurore Preszow, Phone: +32 2 421 18 20, www.mediaplanet.com Gedistribueerd met Het Nieuwsblad op 17 september 2008
P
a e b p g o z t H D
botten & gewrichten |
Steeds meer heupen en knieën Jaar na jaar neemt het aantal ingrepen voor heup- en knieprothese toe. Ook in ons land. Dit is een overzicht van het aantal ingrepen België waarvoor het Riziv tussenkomst verleende.
TOTAL RIZIV 2007
TOTAL RIZIV 2006
TOTAL RIZIV 2005
TOTAL RIZIV 2004
TOTAL RIZIV 2003
TOTAL RIZIV 2002
Heupstelen
23.421
22.564
20.882
20.936
20.665
19.797
Knieprothesen
16.648
15.946
15.167
14.147
12.721
11.818
Bron: RIZIV
Een nieuwe heup, een nieuwe knie: voor wie? De prothesechirurgie zit in de lift. Jaar na jaar worden meer gewrichtsprotheses geplaatst. Vooral heupen en knieën. Wie komt in aanmerking? Tekst: Heidi Van de Keere
q De
grootste groep van patiënten die een heup- of knieprothese nodig heeft, zijn mensen met ‘slijtagereuma’ (artrose). Artrose tast de kraakbeenlaag op het gewrichtsoppervlak progressief aan. Dat gaat gepaard met pijn en stramheid bij beweging en uiteindelijk ook bij
rust. Wanneer het gewricht dusdanig door artrose is aangetast en medicatie of andere niet-chirurgische technieken de klachten niet meer kunnen opvangen, kan een prothese overwogen worden. Artrose kan een gevolg zijn van het ouder worden. Ze kan ook al op jongere leeftijd optreden na intensieve overbelasting van een bepaald gewricht,
bijvoorbeeld beroepshalve, of door intensieve sportbeoefening. q Gewrichtsprothesen kunnen ook noodzakelijk zijn bij patiënten wier gewrichten zodanig aangetast zijn door ontstekingsreuma (artritis, bijvoorbeeld reumatoïde artritis, ziekte van Bechterew, artritis bij kinderen). Veelal zijn dat nog jonge mensen. Gelukkig is
de medicamenteuze behandeling van ontstekingsreuma er de voorbije jaren fel op vooruitgegaan. Bij een goed behandelde patiënt krijgt de ziekte vandaag dus veel minder kans om tot belangrijke gewrichtsvervorming te leiden. q Een derde groep van patiënten die vooral in aanmerking komt voor een heupprothese zijn vaak oudere patiën-
ten met een gebroken heup (heupfractuur) als gevolg van botontkalking (osteoporose). Bij deze mensen kun je de ingreep niet op voorhand plannen en duurt de revalidatie in het ziekenhuis vaak langer. Een groot deel van deze mensen gaat na de ingreep niet direct naar huis maar wordt vaak nog opgevangen in een revalidatiecentrum.
Leven met een gewrichtsprothese Wie een nieuwe heup of knie krijgt, ervaart dat meestal als een bijzonder groot comfort. Bewegen kan weer zonder pijn. De dagdagelijkse activiteiten zijn niet langer een opgave. Zelfs aan sport doen, wordt opnieuw mogelijk.
Tekst: Heidi Van de Keere
P
atiënten die nog fit en gezond zijn ervaren gewrichtsprothese meestal als een hele verademing. Na een goede revalidatie lukt bewegen opnieuw zonder pijn. Mensen met een kunstgewricht krijgen zelfs de raad om in beweging te blijven, zonder het kunstgewricht echter te overbelasten. Huis en tuin De dagdagelijkse activiteiten
zijn opnieuw mogelijk. Mits enige voorzichtigheid stellen zelfs poetsen of tuinieren geen problemen. Dit zijn enkele tips: q Stap nooit op een krukje maar gebruik steeds een stevig en stabiel trapladdertje met brede treden om iets in de hoogte te nemen of om de ramen te zemen. q Gebruik een trekker en stofzuiger met lange steel. q Bevestig klein tuingerief aan een lange steel
q Vermijd
werken waarbij je steeds door de knieën moet buigen. Ook sport wordt opnieuw mogelijk ! Met een heup- of knieprothese kun je ook de meeste sporten opnieuw beoefenen. Vooral fietsen, zwemmen en wandelen (met stevige wandelschoenen en eventueel met wandelstok) worden aanbevolen. Ze houden je in beweging en zijn niet overbelastend voor het knie- of heupgewricht.
Bowling en petanque mogen evenmin problemen stellen. Joggen en tennis worden gewoonlijk afgeraden omdat de prothese tijdens het lopen en springen te veel schokken moet opvangen. Skiën wordt afgeraden omwille van de grotere valkans en de soms zware belasting van het gewricht. Resurfacing-heupprothese (zie elders in dit dossier), die vaak bij jonge mensen wordt toegepast, maakt ook intensief sporten vaak weer mogelijk.
| botten & gewrichten
Joint Care: goed informeren, samen revalideren
Met een nieuwe heup of knie kun je in veel gevallen al na vijf tot zeven dagen terug naar huis. Dat geldt zeker voor de geplande ingrepen. Goed informeren van de patiënt en op een gestructureerde manier revalideren helpen het herstel bevorderen. Dat is wat Joint Care®T nastreeft. Het is een internationaal ontwikkeld concept dat intussen ook bij ons in heel wat ziekenhuizen wordt toegepast. Tekst: Heidi Van de Keere
“Patiënten die komen voor een heup- of knieprothese zijn over het algemeen niet ziek. Het zijn gezonde mensen die een vervanging nodig hebben van een ziek gewricht”, zegt Dr. Wim Van Nieuwenhuyse, orthopedisch chirurg in het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis (ASZ) Aalst. “Het is goed dat mensen dat beseffen. Het maakt ze minder angstig en het laat toe om ze actiever te betrekken bij heel het gebeuren. Precies omdat ze niet ziek zijn, kunnen ze na 5-7 dagen perfect naar huis om daar verder te revalideren”. Dr. Van Nieuwenhuyse wijst er echter op dat dit alleen haalbaar is door op een goed gestructureerde manier te werken. En dat brengt ons meteen bij het concept van Joint Care®. Care staat voor ‘zorg’. Joint betekent ‘gewricht’ maar ook ‘gezamenlijk’. Samen zorgen voor het gewricht, wil het dus letterlijk zeggen. En dat is ook waar Joint Care®voor staat. Het concept, dat internationaal werd ontwikkeld, wordt intussen toegepast in heel wat centra in binnen- en buitenland. Een belangrijk aspect van Joint Care® is dat de patiënt en zijn onmiddellijke omgeving heel nauw en actief bij de ingreep worden be-
iStockphoto
trokken. “Een tiental dagen voor de ingreep nodigen we de patiënt en een familielid uit naar een informatiebijeenkomst”, vertelt Wim Van Nieuwenhuyse uit ASZ Aalst waar ze intussen al enkele jaren vertrouwd zijn met het concept. “De chirurg en de anesthesist leggen uit hoe de ingreep precies zal verlopen. De hoofdverpleegkundige vertelt iets over de dagindeling tijdens het ziekenhuisverblijf. De kinesist overloopt hoe de revalidatie in het ziekenhuis precies zal verlopen en leert de patiënt al vooraf met krukken te lopen. De ergotherapeut legt uit welke eenvoudige aanpassingen in huis nuttig kunnen zijn. Er komt ook iemand langs van de sociale dienst. We leggen de patiënt ook uit wat eventuele verwikkelingen kunnen zijn, hoe we die trachten te voorkomen, en wat mogelijke alarmtekens zijn.” Na de infosessie krijgen de patiënten een brochure mee naar huis waarin alles nog eens goed is uitgelegd. Ze krijgen ook een uitgebreide vragenlijst mee die ze samen met de huisarts kunnen invullen en meebrengen bij opname. “Patiënten zijn over het algemeen erg tevreden over deze infonamiddagen. Zo weten ze precies wat hen te wachten staat. En het is
belangrijk dat ook de familie dat goed weet. Op die manier kunnen ze de patiënt maximaal ondersteunen en stimuleren tijdens de revalidatie”, benadrukt Dr. Van Nieuwenhuyse. Dr. Hendrik Delport orthopedisch chirurg in het AZ Sint Nikolaas, Sint Niklaas, waar ze intussen tien jaar ervaring hebben met Joint Care®, deelt die mening volkomen. Groepsgebeuren Ook het aspect ‘gezamelijk’ is van belang. De patiënten komen in groep samen naar de infosessie, worden zoveel mogelijk op dezelfde dag geopereerd, en revalideren nadien samen in het ziekenhuis. Ze volgen hetzelfde schema, oefenen samen in de fysiozaal, eten samen, kijken samen televisie in een aparte living. Ze brengen dus een groot deel van de dag samen door tijdens hun verblijf in het ziekenhuis. “Dat ‘groepswerk’ is erg motiverend”, zegt Dr. Delport. “Patiënten helpen en stimuleren elkaar. Het effect is duidelijk.
Lisa F. Young / iStockphoto
deze lotgenoten tijdens deze gemeenschappelijke revalidatie ook een hechte band smeden die vaak jaren blijft bestaan.” Maar het aspect ‘gezamenlijk’ slaat ook op de zorgverleners. “Toepassen van een goed gestructureerd concept
Dat ‘groepswerk’ is erg motiverend. “ Patiënten helpen en stimuleren elkaar. Het effect is duidelijk „ Het helpt patiënten sneller revalideren in het ziekenhuis zodat ze vaak na een week naar huis kunnen. Regelmatig zien we bovendien dat
als Joint Care® vergt van de zorgverleners een goede samenwerking, optimaal teamwork waarbij chirurgen, anesthesisten, verpleegkundigen,
kinesisten, ergotherapeuten maar ook de mensen van het secretariaat nauw met elkaar samenwerken en op één lijn staan”, aldus nog Dr. Van Nieuwenhuyse. Last but not least zijn ook de huisarts en de thuisverpleging een belangrijke schakel in het gebeuren. “Als patiënten al na een vijftal dagen naar huis gaan, komt een deel van de nazorg die vroeger in het ziekenhuis gebeurde, terecht op de schouders van de huisarts en de thuisverpleging. Een goede samenwerking met hen is dus eveneens bijzonder belangrijk”, aldus nog Dr. Van Nieuwenhuyse.
Na één week thuis is niet voor iedereen haalbaar Het Joint Care® programma richt zich tot de patiënten met een geplande prothesechirurgie. Dat is de grootste groep. Daarnaast is er een groep patiënten die een heupprothese nodig heeft omwille van een gebroken heup, in veel gevallen als gevolg van osteoporose. Vaak zijn dat oudere patiënten bij wie de revalidatie meer tijd in beslag neemt. Zij blijven gewoonlijk langer in het ziekenhuis en een aantal van hen revalideert nadien verder in een revalidatiecentrum. Die langere revalidatie kan eveneens nodig zijn in geval van een op voorhand geplande ingreep. Ook voor die groep zal het ziekenhuis uiteraard de nodige inspanningen doen om mee te zoeken naar de meest geschikte revalidatiemogelijkheden.
botten & gewrichten |
Spiersparend snijden Wie een nieuwe heup of knie krijgt, heeft meer nodig dan degelijke informatie en een gestructureerd revalidatieschema om snel en goed te herstellen. Het spreekt voor zich dat ook de ingreep zelf met de meeste zorg dient te gebeuren. Ook op dat vlak beweegt er heel wat. Het verkleinen van de insneden en spiersparend snijden zijn belangrijke evoluties. Tekst: Heidi Van de Keere
laurent nicolaon / iStockphoto
“Wie vroeger een heup- of knieprothese kreeg, had een litteken van 20 cm lang, en doorgesneden spieren. Van deze patiënten kon je moeilijk verwachten dat ze al na enkele dagen het ziekenhuis zouden verlaten”, zegt Dr. Erik De Witte, heupchirurg in het ASZ Aalst. “Om het herstel te bespoedigen, zijn we in de heupchirurgie, maar ook in de kniechirurgie, de insneden systematisch gaan verkleinen.” In vaktermen spreken ze over advertentie
minimale invasieve chirurgie. Het is iets wat overigens wereldwijd gebeurt en ook voor andere chirurgische ingrepen. In het ASZ Aalst zijn ze in deze evolutie nog een stapje verder gegaan. “Voor de heupprothese hebben we samen met enkele andere centra in de wereld een techniek ontwikkeld waarbij we spiersparend snijden”, legt Dr. De Witte uit. “We maken insneden vooraan in de heup, op een plaats waar we geen spieren raken
(Muscle sparing hip surgery). Op die manier beperken we het chirurgisch letsel, is er minder bloedverlies en minder pijn na de ingreep. Dat leidt tot een sneller en beter herstel. De patiënt is sneller mobiel en zal duidelijk minder hinken. Op termijn leidt dat tot minder verlies van spiermassa (spieratrofie).” Internationaal referentiecentrum Het ASZ Aalst is intussen goed bedreven in deze techniek van spiersparende heupchirurgie en werd uitgeroepen tot één van de internationale referentiecentra in dat domein. Het houdt in dat chirurgen uit binnen- en buitenland de techniek bij ons komen leren. Ze komen bij ons enkele ingrepen bijwonen. Nadien volgen er zogenaamde ‘kadaverworkshops’ waarbij de techniek op lijken wordt ingeoefend. Tot slot gaat een chirurg die de techniek goed beheerst zijn collega die de techniek in een ander ziekenhuis opstart, assisteren.
Tips voor tijdens en na de revalidatie q Een toiletverhoger of verhoger voor stoel of bed vergemakkelijkt het zitten of recht komen q In bad kunnen een badplank of badzitje hulp bieden q Leg een antislipmat op de bodem van het bad q Een badborstel of –spons vergemakkelijkt het wassen van de voeten q Met een kous- of pantyaantrekker lukt het om kousen aan te trekken zonder zich te bukken q Elastische schoenveters maken van een veterschoen een instapschoen q Draag schoenen met antisliplaag q Gebruik een boodschappenwagentje of koffer op wieltjes
| botten & gewrichten
Kunstgewrichten gaan steeds langer mee
De heupprotheses die tegenwoordig worden geplaatst, gaan wellicht meer dan 20 jaar mee. Ook de knieprotheses zouden langer dan 15 jaar goed moeten zijn. Verschillende factoren bepalen mee de overlevingsduur van een prothese. In ieder geval evenaren de huidige kunstgewrichten de natuurlijke gewrichten goed. En de materialen waaruit ze worden vervaardigd zijn erg slijtvast. Tekst: Heidi Van de Keere
Dr. Van Nieuwenhuyse De heup Het heupgewricht vormt de verbinding tussen het bekken en het dijbeen. Heupkop (bovenkant dijbeen) en pan (het bekken) vormen samen een kogelgewricht dat een grote beweeglijkheid toelaat in verschillende richtingen. Het oppervlak van het intacte heupgewricht is bedekt met een gladde kraakbeenlaag
De klassieke “ totale heupprothese
bestaat uit twee delen: één deel vervangt de bekkenpan. Het andere deel bestaat uit een steel en een kop die in de bekkenpan past
„
die een schokdempend effect heeft en vlot en pijnloos bewegen mogelijk maakt. De klassieke totale heupprothese bestaat uit twee delen: één deel vervangt de bekkenpan. Het andere deel bestaat uit een steel en een kop die in de bekkenpan past. Steel en kop zijn vervaardigd uit keramiek of metaal. De pan bestaat uit metaal en heeft een binnenbekleding van kunststof (polyethyleen), keramiek of metaal. Soms wordt er geen steel in
het dijbeen geplaatst maar beperkt de chirurg zich tot het aanbrengen van een nieuwe bekleding op de dijbeenkop en de bekkenpan (resurfacement heupprothese, zie elders in dit dossier). De knie Het kniegewricht, op de plaats waar dij- en scheenbeen samenkomen, is een erg complex gewricht. Behalve buig- en strekbewegingen, laat het ook draaien glijbewegingen toe. Een intact gewricht vertoont gladde kraakbeenoppervlakken. Ze zijn belangrijk voor een normale en pijnvrije be-
Knieprotheses “ worden vervaardigd uit kunststof (polyethyleen) en legeringen van metaal. Deze stoffen worden goed verdragen door het lichaam en zijn duurzaam
„
weeglijkheid en belasting. Een knieprothese vervangt de beschadigde delen van de knie. Het kunstgewricht zal de normale knie zo goed mogelijk nabootsen. Het bestaat uit twee delen: één deel bedekt de onderkant van het dijbeen, het andere de bovenkant van het scheenbeen. Knieprotheses worden vervaardigd uit kunststof (polyethyleen) en legeringen van metaal. Deze stoffen worden goed verdragen door het lichaam en zijn duurzaam. Materialen worden slijtvaster Het plaatsen van een gewrichtsprothese is vandaag de dag geen uitzonderlijke ingreep meer. Chirurgen hebben de voorbije decennia op dat vlak heel wat ervaring opgedaan. Bovendien worden de materialen
T
Sebastian Kaulitzki / iStockphoto
waaruit de prothesen zijn vervaardigd steeds beter. Zowel de metaallegeringen, het polyethyleen en de keramiek die vandaag worden gebruikt, zijn erg slijtvast. “Probleem met keramiek is dat het niet onbreekbaar is”. Metaal daarentegen breekt niet en is eveneens erg hard. Mogelijk probleem hier is het optreden van metaalallergie, en de vrijstelling van metaalionen – vooral kobalt en chroom – in het lichaam. “Vooral bij patiënten aan de nierdialyse of bij jonge vrouwen die nog kinderen kunnen baren is voorzichtigheid gewezen”, zegt Dr. De Witte. “Toch stelt recent onderzoek eerder gerust. Bij baby’s van moeders bij wie voor de zwangerschap een metaalop-metaalprothese werd geplaatst werden geen verhoogde kobalt- en chroomconcentraties gemeten in het bloed. De placenta houdt de ionen blijkbaar tegen.” 15 tot 20 jaar! Dankzij de betere materialen gaan de huidige protheses langer mee. Hierdoor nemen de mogelijkheden toe om ze al op een jongere leeftijd te plaatsen. Wie
vandaag een kunstheup krijgt, heeft een goede kans dat ze langer dan 20 jaar meegaat. Onderzoek toont immers aan dat na 30 jaar nog 90% van de heupprothesen intact is. De huidige generatie knieprothesen zal
Dankzij de “ betere materialen gaan
de huidige protheses langer mee. Hierdoor nemen de mogelijkheden toe om ze al op een jongere leeftijd te plaatsen
„
waarschijnlijk langer dan 15 jaar meegaan. Behalve de kwaliteit van de gebruikte materialen wordt de levensduur van een prothese ook bepaald door de manier waarop ze wordt
Onderzoek “ toont immers aan dat na
30 jaar nog 90% van de heupprothesen intact is. De huidige generatie knieprothesen zal waarschijnlijk langer dan 15 jaar meegaan
„
geplaatst, de intensiteit van het gebruik, eventuele overbelasting… Wanneer een prothese op jongere leeftijd wordt geplaatst, bij personen die nog erg actief zijn, zal het kunstgewricht meer belast worden en mogelijk sneller slijtage vertonen dan bij oudere patiënten die minder bewegen. Bij jongere personen is de kans dan ook groter dat de prothese ooit moet vervangen worden. Steeds kleiner Maar ook op dat vlak nemen de mogelijkheden toe. Kunstheupen of -knieën leunen steeds beter aan bij de anatomische vorm van het natuurlijke gewricht en zijn bovendien al een stuk kleiner geworden dan de eerste generatie gewrichtsprotheses. “Dat maakt dat je minder bot moet opofferen bij het plaatsen van de prothese”, zegt Dr. Van Nieuwenhuyse. “Zo blijft er meer bot beschikbaar wat interessant is als een vervanging van de prothese (revisie) op termijn toch nodig zou blijken.” Dat is dus goed nieuws voor patiënten die al op relatief jonge leeftijd nood hebben aan een gewrichtsprothese.
botten & gewrichten |
Voetchirurgen werken vandaag meer ‘preventief’ Bij voetpijnen of standafwijkingen van de voet ruimen steunzolen en orthopedische schoenen tegenwoordig sneller plaats voor ‘preventieve’ voetchirurgie. Hierbij corrigeert de chirurg de stand van een voetbeentje om verdere slijtage van de voetgewrichtjes tegen te gaan. Ook de mogelijkheden om pezen te herstellen zijn aanzienlijk toegenomen. Geen levensreddende ingrepen maar ze bieden de patiënt vooral veel comfort.
Tekst: Heidi Van de Keere
Prof. Peter Burssens, orthopedisch chirurg in AZ Maria Middelares (Gent) “De voetchirurgie heeft de voorbije jaren een belangrijke evolutie doorgemaalt”, zegt Prof. Peter Burssens, orthopedisch chirurg in AZ Maria Middelares (Gent). “Vroeger was het de gewoonte om patiënten met voetpijnen of standafwijkingen van de voet zo lang mogelijk conservatief te behandelen. Dat wil zeggen met steunzolen of orthopedische schoenen. Op het moment dat de situatie
De voetchirurgie “ heeft de voorbije jaren een belangrijke evolutie doorgemaalt „ zodanig geëvolueerd was, konden we als chirurg niets anders doen dan een pijnlijk gewricht vastzetten. Artrodese heet het in vakjargon.” Zijn er tekenen van artrose? Tegenwoordig werken voetchirurgen veel meer ‘preventief’. Prof. Burssens: “Met preventieve chirurgie bedoelen we dat we de gewrichten zo veel mogelijk trachten te bewaren. Als een patiënt aanklopt omwille van voetpijn of standafwijkingen van de voet, gaan we eerst na
of de gewrichten nog intact zijn, of ze met andere woorden nog geen tekenen vertonen van artrose.” Zijn die tekenen er niet, dan blijft een conservatieve behandeling volgens Peter Burssens de beste keuze. “We schrijven in dat geval vooral steunzolen voor. Orthopedische schoenen worden omwille van esthetische bezwaren minder en minder aanvaard.” Wijst de röntgenfoto daarentegen wel op tekenen van overbelasting van de voetgewrichtjes, en artrose –kraakbeenvernauwingen of botuitsteeksels ( osteofytvorming) – dan zijn chi-
Met “ preventieve chirurgie
bedoelen we dat we de gewrichten zo veel mogelijk trachten te bewaren
„
rurgen tegenwoordig sneller geneigd om over te gaan tot chirurgie (correctieve osteotomie). “Dat wil zeggen dat we de stand van een voetbeentje wijzigen naar de juiste positie”, legt Prof. Burssens uit.
Hallux valgus en andere Schoolvoorbeeld is scheefstand van de grote teen (hallux valgus). “In dat geval gaan we één van de voetbeentjes – de eerste metatarsaal – veranderen van stand om de verhoudingen in het gewricht te herstellen. Op die manier kunnen we verdere kraakbeendegeneratie of slijtage tegengaan.” Een ander voorbeeld is scheefstand van de achtervoet, van het hielbeen, als gevolg van bepaalde peesaandoeningen. “Ook hier zijn we sneller dan vroeger geneigd om de stand van het hielbeen chirurgisch te corrigeren. Dat resulteert in meer bescherming van de pezen. Bovendien brengen we op die manier ook de gewrichten van de middenvoet opnieuw in een betere positie waardoor ze beter worden beschermd tegen verdere slijtage.” Ingreep brengt veel meer comfort “Patiënten bij wie we dergelijke ingrepen uitvoeren, zijn gemiddeld 60 jaar oud”, zegt Peter Burssens. Vandaag de dag is dat nog relatief jong. “En de huidige generatie 50-plussers wil nog een actief leven leiden, wil kunnen wandelen, aan sport doen, gaat ook jonger gekleed en
wil leuke schoenen dragen… Dat alles draagt bij tot de evolutie naar meer correcties ter hoogte van de voet. Danzij dat soort ingrepen blijven mensen mobieler, kun je ze veel meer comfort bieden.” Tegelijk is ook het aanbod
Op die manier is de patiënt de eerste nacht na de operatie pijnvrij. Wel moeten patiënten er rekening mee houden dat de volledige genezingsduur na een voetoperatie aanzienlijk langer is dan na andere gewrichtsoperaties.”
We beschikken over veel meer schroefjes, “ plaatjes, braces … dan een tiental jaar geleden. Dat maakt het mogelijk om de ingrepen en de nabehandelingen vlotter te laten verlopen „ aan medisch materiaal sterk geëvolueerd. “We beschikken over veel meer schroefjes, plaatjes, braces … dan een tiental jaar geleden. Dat maakt het mogelijk om de ingrepen en de nabehandelingen vlotter te laten verlopen.” Langdurige immobilisatie (door een gips) na de ingreep wordt hierdoor overbodig. “Verbeterde operatietechnieken, en manieren om het bot steviger te fixeren zorgen ervoor dat de voet na de ingreep sneller opnieuw mag bewegen en belast worden. Dat resulteert bovendien in minder verwikkelingen nadien” Prof. Burssens wijst er nog op dat ook de anesthesietechnieken sterk geëvolueerd zijn. “Tegenwoordig doen we deze ingrepen gewoonlijk onder locoregionale verdoving.
Meer mogelijkheden om pezen te herstellen Een tweede belangrijke evolutie in het domein van de voetchirurgie, heeft betrekking op peesaandoeningen, zoals achillespeesproblemen. “Niet alleen de achillespees maar ook andere pezen en spieren die het voetgewelf in stand houden, kunnen overbelast geraken”, vertelt Prof. Burssens. Het feit dat oudere patiënten meer en meer aan sport doen draagt hier zeker toe bij. “Bij patiënten met deze klachten kan een lokale injectie met bloedplaatjes ter hoogte van de pees verbetering bieden. Daarnaast beschikken we ook over steeds betere materialen en technieken om pezen te herstellen, bijvoorbeeld om ze beter te fixeren na afscheuring van het bot.”
Liever geen plastische voetchirurgie! Prof. Burssens acht zich tot slot gelukkig dat Europa nog niet klaar is voor plastische voetingrepen, met andere woorden voor het esthetisch herstel van de voet. Ingrepen die in de Verenigde Staten wel al gebeuren. “Je kan deze schoonheidsingrepen niet vergelijken met bijvoorbeeld esthetische gelaatschirurgie.”, benadrukt hij. “Een gelaat geneest veel sneller dan een voet. Een ingreep aan een hand zal bijvoorbeeld ook sneller genezen dan een voet. Een voet zal veel langer zwelling vertonen” Volgens Peter Burssens heeft dat onder meer te maken met het feit dat onze voeten het laagste punt van het lichaam zijn en altijd beneden staan of omlaag hangen. “Zo’n esthetische voetcorrectie zou een lang herstel vergen, met een aanzienlijk lange afwezigheid op het werk. Goed dat die trend in Europa nog niet is doorgebroken”, besluit Prof. Burssens.
| botten & gewrichten
Bewegingsadvies bij osteoporose
Regelmatig bewegen heeft een gunstige invloed op de algemene conditie en gezondheid. Dat staat onomstotelijk vast. Bewegen is ook belangrijk om een stevig bot op te bouwen en om verzwakking van de botten af te remmen Tekst: Heidi Van de Keere
bijvoorbeeld ‘s ochtends 10 minuten gymnastiek, ‘s middags een kwartiertje wandelen en dan nog eens vijf minuutjes fietsen. Af en toe een rustdag inbouwen kan zeker geen kwaad maar houd er de regelmaat in. Iedere dag een half uur bewegen heeft meer effect dan éénmaal per week drie uur stappen. Kies vooral voor activiteiten die je leuk vindt. Anders houd je het niet vol. Advies van de arts Wie veel last heeft van osteoporose of andere gezond-
V
erzwakking van de botten is eigen aan het verouderingsproces. En aan de leeftijd kunnen we niet zomaar iets
Lichaamsbe“ weging is bovendien nuttig om de spieren goed te onderhouden„ te belasten, blijven ze immers langer sterk. Ze passen zich namelijk aan aan de het werk dat ze moeten verrichten. Lichaamsbeweging is boven-
Op basis van informatie van Mensana vzw, Medical Center for Sports, Business and Related Research www.mensana.be
Michael Krinke / iStockphoto
dien nuttig om de spieren goed te onderhouden. En dat komt de lenigheid en behendigheid ten goede. Ook dat is interessant in de context
kunnen we het verzwakkingsproces “van Toch de botten afremmen door regelmatig te bewegen. Door de botten regelmatig te belasten, blijven ze immers langer sterk „ veranderen. Toch kunnen we het verzwakkingsproces van de botten afremmen door regelmatig te bewegen. Door de botten regelmatig
heidsklachten en toch wilT bewegen, kan het best advies vragen aan zijn huisarts. Hij of zij kan bekijken welke activiteiten het meest aangewezen zijn en hoe je een schema kunt opbouwen. Wie tot nog toe weinig bewoog en daar toch verandering in wenst te brengen, of wie veel intensiever wil gaan bewegen, vraagt ook het best advies aan zijn arts.
van osteoporose. Wie lenig en behendig is, valt immers minder snel en zal dus minder snel breuken oplopen. Welke lichaamsbeweging? Activiteiten die de botten belasten, zijn dus aanbevolen. Wandelen, fietsen, fitness en tennis horen bijvoorbeeld in dat rijtje thuis. Maar ook tuinieren en zelfs de bewegingen eigen aan de dagdagelijkse activiteiten in het huishouden zijn nuttig. Sportactiviteiten waarbij vooral de romp en de armen worden gebruikt, zoals zwemmen, roeien, golf, zijn een goede aanvulling op
wandelen en fietsen waarbij vooral de benen worden belast. Vlieg er niet in. Begin rustig! Beweeg regelmatig. En doe het rustig. Loop in ieder geval niet te hard van stapel na een lange periode van weinig lichaamsbeweging. Bouw het schema rustig op. Begin met vijf minuten per dag en doe daar iedere dag een paar minuutjes bij. Streef naar minimaal een half uur per dag. Dat kan gerust verdeeld worden,
iStockphoto
Tips om verantwoord te bewegen q Kies een bewegingsactiviteit die bij je past, die je leuk vindt (zoniet haak je te snel af) q Af en toe een rustdag mag maar beweeg toch zoveel mogelijk dagen van de week q Samen met anderen bewegen is leuk en motiverend q Begin niet op eigen houtje intensief te sporten: vraag steeds advies aan je arts q Bouw duur, intensiteit en frequentie geleidelijk aan op q Houd je rug recht bij tillen en neerleggen q Vermijd ook oefeningen met vooroverbuigen: ze zijn zwaar belastend voor de rug q Wie osteoporose heeft, kiest beter voor wandelen en vermijd springen q Kies voor schoeisel met geode zolen
botten & gewrichten |
Wat weet je over broze botten? De term osteoporose is intussen goed ingeburgerd. Maar wat is die aandoening precies? Wie loopt het grootste risico? En waarom moeten we er alert voor zijn?
Tekst: Heidi Van de Keere
Stefan Goemaere, reumatoloog, UZGent
O
steoporose is een aandoening van het skelet die wordt gekenmerkt door een lage botmassa. Door de versnelde afbraak van botweefsel worden de botten broos en verhoogt de kans op breuken. Genen, leeftijd, hormonen… maar ook voeding en beweging “De twee belangrijke oorzaken van osteoporose zijn een zwakke botopbouw en een verhoogd botverlies”, zegt Dr. Stefan Goemaere (reumatoloog, UZ Gent). “Een zwakke botopbouw wordt voor het grootste
meer bot op dan het er afbreekt. Tot die leeftijd worden de botten dus zwaarder en sterker om rond de leeftijd van 30 een maximale piekbotmassa te bereiken. Vanaf dan krijgt de botafbraak de bovenhand op de botaanmaak en neemt de botdichtheid geleidelijk aan af. Bij vrouwen treedt bovendien een versneld botverlies op na de menopauze. Dat heeft te maken met de verminderde vrijstelling van het vrouwelijk hormoon oestrogeen, dat een rol speelt in de botaanmaak. “Bij vrouwen neemt de botmassa op de heup vanaf de menopauze met ongeveer 0,5% per jaar af”, zegt Stefan Goemaere. “Bij mannen gebeurt dat vanaf de leeftijd van 60 tot 70 jaar.” Daarnaast kunnen nog verschillende andere factoren bijdragen tot de ontwikkeling van osteoporose, reeds op jongere leeftijd. Dr. Goemaere: “In die groep onderscheiden we een aantal specifieke ziektetoestanden en ook bepaalde geneesmiddelen die
“
Een zwakke botopbouw wordt voor het grootste deel erfelijk bepaald. En daaraan kunnen we niets veranderen. Maar ook een minder optimale voeding en weinig beweging – ook en vooral tijdens de kinderjaren – kunnen een rol spelen. Aan die laatste factoren kan wel worden gewerkt
deel erfelijk bepaald. En daaraan kunnen we niets veranderen”, legt hij uit. “Maar ook een minder optimale voeding en weinig beweging – ook en vooral tijdens de kinderjaren – kunnen een rol spelen. Aan die laatste factoren kan wel worden gewerkt.” Ook een verhoogd botverlies is volgens de Genste reumatoloog voor een deel erfelijk bepaald. “De ene verliest nu eenmaal meer bot dan de andere.” Nog een factor die meespeelt in het botverlies, en waar we al evenmin iets kunnen aan veranderen, is de leeftijd. Tot rond het dertigste levensjaar bouwt het lichaam
„
de botopbouw/-afbraak beïnvloeden. Schoolvoorbeeld zijn de cortisoneproducten.” Vanaf de menopauze loopt de prevalentie van osteoporose bij vrouwen op van 5% kort na de menopauze tot meer dan 30% bij de 80-plussers. Breuken zijn niet onschuldig. Vermijd ze! Osteoporose op zich gaat niet gepaard met klachten. Om die reden spreken we wel eens over ‘de stille ziekte’. Het grote risico is de verhoogde kans voor botbreuken (fracturen). En dat risico is niet min. Eén op drie vrouwen na de menopauze zal ooit een osteoporotische breuk oplopen. Bij
mannen is dat één op vijf tot één op acht. In principe kunnen alle beenderen van het skelet worden aangetast. Breuken ter hoogte van de pols, de ruggenwervels en de heup komen echter het meest voor. Mensen met broze botten kunnen reeds bij een lichte val of bij een verkeerde beweging een breuk oplopen.
Eén opnadriede “vrouwen
menopauze zal ooit een osteoporotische breuk oplopen. Bij mannen is dat één op vijf tot één op acht
„
De botbreuken, en de pijn en ongemakken die ze met zich brengen, zijn de meest gevreesde gevolgen van osteoporose. Zeker op oudere leeftijd zijn botbreuken niet zonder gevaren: het bot geneest minder snel. Vaak leiden ze tot minder zelfstandigheid en minder levenskwaliteit. Heupfracturen hebben de zwaarste gevolgen. Eén jaar na het optreden van een heupfractuur is 80% van de ouderen nog niet volledig hersteld en belemmerd in de dagelijkse activiteiten. Bij een vierde van de vrouwen die worden opgenomen in een rusthuis ligt een gebroken heup aan de basis. Vier op tien vrouwen hebben na een heupfractuur hulp nodig bij het stappen. Bovendien zijn heupfracturen verantwoordelijk voor een verhoogde sterfte. Wie loopt het grootste risico? Het risico voor breuken kan worden bepaald aan de hand van een botdichtheidsmeting (botdensitometrie). Andere factoren die dat risico mee beïnvloeden zijn de leeftijd (hoge leefijd) en het lichaamsgewicht (fragiele personen). En wie vroeger al een botbreuk had, of wiens moeder of vader ooit met een breuk werd
geconfronteerd, loopt ook meer risico. Cortisonegebruik is eveneens een risicofactor. En hetzelfde geldt voor roken en alcoholgebruik (vanaf drie eenheden per dag). De behandeling Als de arts vermoedt dat je osteoporose hebt, zal hij aan de hand van een aantal klinische risicofactoren (leeftijd, gewicht, rookgedrag, cortisone gebruik, vroegere beenderbreuk, familiaal voorkomen van osteoporose…), aangevuld met een botdensiteitsmeting, je risico voor breuken inschatten. Op basis hiervan kan hij beslissen of medicatie al dan niet aangewezen is, en welke medicatie de voorkeur geniet. “Een aantal geneesmiddelen worden pas terugbetaald van advertentie
zodra er aan bepaalde criteria is voldaan”, zegt Stefan Goemaere. “Een uitzondering vormen evenwel de generische middelen die intussen beschikbaar zijn en waarvoor geen specifieke terugbetalingscriteria bestaan. Dat houdt een risico in dat deze middelen veel te vaak worden voorgeschreven, ook aan mensen die ze niet echt nodig hebben. Dat is economisch onverantwoord”, benadrukt Stefan Goemaere. “Het is veel beter om de groep die werkelijk osteoporose heeft en een duidelijk verhoogde kans op breuken goed te selecteren en om de behandeling voor die groep voor te behouden.” Zie ook: www.osteoporoseinfo.be
10 | botten & gewrichten
Oseoporose voorkomen: gezond eten en leven
De aanleg voor osteoporose wordt voor een deel erfelijk bepaald. Ook de leeftijd speelt een belangrijke rol waaraan weinig te veranderen valt. Toch kun je ook zelf iets doen: gezond eten en goed bewegen van jongs af aan helpt om een stevig botkapitaal aan te leggen en om de afbraak ervan te beperken. Tekst: Heidi Van de Keere
D
e actieve voedingsdriehoek vormt de basis van een gezonde voeding, ook van een botvriendelijke voeding. De voedingsdriehoek geeft een idee over wat we dagelijks moeten eten en hoeveel we moeten bewegen om gezond te blijven. Evenwicht, variatie en gematigdheid zijn hierin drie belangrijke sleutelwoorden. Evenwicht houdt in dat je de verschillende groepen van de voedingsdriehoek in de juiste verhouding gebruikt: hoe groter de laag, hoe meer je ervan mag eten. Variatie be-
Evenwicht, “ variatie en gematigdheid zijn hierin drie belangrijke sleutelwoorden „ tekent dat je binnen eenzelfde laag voldoende varieert: eet bijvoorbeeld niet alleen appels en bloemkool maar kies voor een uitgebreid pallet van fruit en groenten. Elk voedingsmiddel brengt immers andere voedingsstoffen aan. Wees tot slot gematigd: respecteer de aanbevelingen binnen elke groep. Overmaat is nooit goed. Calcium en vitamine D Behalve deze algemene voedingstips, zijn er een aantal
We denken in de eerste plaats aan calcium, de belangrijkste bouwstof van de botten. Een goede calciuminname tijdens de kinderjaren is noodzakelijk voor de aanleg van een goede botmassa. De opbouw van de botmassa gebeurt tijdens de kinderjaren en houdt aan tot de leeftijd van 25 jaar. Nadien blijft een voldoende calciuminname belangrijk. Het lichaam gebruikt dit mineraal immers ook voor tal van andere functies. Als er te weinig calcium via de voeding wordt aangevoerd, onttrekt het lichaam calcium aan de botten voor de andere vitale lichaamsfuncties. De belangrijkste leveranciers van calcium zijn ongetwijfeld de zuivelproducten (melk, kaas, yoghurt…). Ook ingeblikte vis met graten (bijvoorb e e l d sardienen of
rijk bij personen met osteoporose. Door hun broze botten lopen ze meer risico om bij een val een botbreuk op te lopen. Vitamine D is een vetoplosbaar vitamine. We halen het vooral uit vette vis (sardienen, tonijn, zalm, haring…). Ook plantaardige margarines en minarines, eierdooier, lever en wilde paddelstoelen zijn behoorlijk goede leveranciers van vitamine D. Toch is de voeding op zich ge-
woonlijk ontoereikend omT voldoende vitamine D in te nemen. Gelukkig kunnen we dit vitamine zelf aanmaken via de huid door blootstelling aan zonnestralen. B De huidige richtlijnen schrij-w ven voor ouderen vanaf dem leeftijd van 60 jaar en vrou-m wen vanaf de menopauzek 10µg of 400 IE vitamine D perz dag voor. Eet hiertoe minstenso éénmaal per week vette vis enn breng dagelijks 10 tot 15 mi-a nuten door in de buitenlucht. e Wees matig met… e Calcium en vitamine D zijnI interessante voedingsstoffeno in de preventie van osteopo-o rose. Een aantal voedings-w middelen hebben daarentegen een averechts effect. Koffie,p alcohol, zout en dierlijke ei-v witten, bijvoorbeeld, belettene de opname van calcium in det darm en kunnen op die ma-n nier osteoporose bevorderen.e Eet daarom niet meer danh 100 g vlees of vleesproducten per dag en drink maximaal twee alcoholconsumpties per dag. Wees tot slot zuinig met zout.
A
Op basis van info verstrekt door de Osteoporose Liga OLLO
zalm) brengt calcium aan. Broccoli, spinazie en chinese kool zijn voorbeelden van calciumrijke groenten.
Een goede calciuminname tijdens de “ kinderjaren is noodzakelijk voor de aanleg van
een goede botmassa. De opbouw van de botmassa gebeurt tijdens de kinderjaren en houdt aan tot de leeftijd van 25 jaar. Nadien blijft een voldoende calciuminname belangrijk specifieke voedingsstoffen die een belangrijke rol spelen in de preventie en behandeling van osteoporose.
tabel hiernaast geeft een overzicht van de calci- umbehoeften in functie van de leeftijd. Hieraan kun je voldoen door drie tot vier melkproducten en één tot twee sneden kaas te g e -
„
Vijgen en calciumrijke noten (amandel en hazelnoot) zijn eveneens interessante calciumleveranciers. De
bruiken, en door regelmatig calciumrijke groenten en noten op het menu te voorzien. Vitamine D Onder de vitamines is vooral vitamine D belangrijk in de context van osteoporose. Vitamine D speelt een essentiële rol in de opname van calcium in de darm. Bij een tekort aan vitamine D neemt de darm onvoldoende calcium op uit de voeding. Vitamine D heeft bovendien een spierversterkend effect wat de valkans doet afnemen. Niet onbelang-
De calciumbehoefte in functie van de leeftijd Leeftijd
Aanbevolen calciuminname (mg/dag)
Kinderen (1-10 jaar)
800-1.200
Tieners en jong-volwassenen (11-24 jaar)
1.200-1.500
Volwassen mannen en vrouwen
1.000
Oudere mannen (65plussers)
1.500
Oudere vrouwen (50plussers)
1.500
Bron: National Institutes of Health (VS), 1994
botten & gewrichten | 11
Osteoporose kun je goed behandelen. Doe het!
Personen met bewezen osteoporose hebben nood aan een osteoporosebehandeling. De combinatie van calcium, vitamine D en specifieke osteoporosemedicatie zal hen beschermen tegen (nieuwe) breuken. « Groot probleem is dat mensen afhaken omdat ze het effect niet voelen. Dat moeten we te allen prijze vermijden. » Tekst: Heidi Van de Keere
A
an het woord is Prof. Steven Boonen (Centrum voor Metabole Botziekten, KULeuven). “Als we spreken over osteoporose moeten we een onderscheid maken tussen twee belangrijke groepen” zegt hij. “Enerzijds zijn er de personen die osteoporose hebben maar nog niets hebben gebroken, anderzijds de mensen met een breuk ten gevolgen van een banale val.” In de eerste groep is de kans op breuken in de toekomst onaanvaardbaar hoog omwille van een slechte botkwaliteit. Of iemand osteoporose heeft of niet kun je vaststellen aan de hand van een botmeting. “Deze botmeting duurt slechts enkele minuten, is volledig risicoloos en pijnloos, en de patiënt hoeft niet uit de kleren”, legt
Prof. Boonen uit. “Het grote voordeel van een botmeting is dat het onderzoek toelaat om de ziekte vast te stellen nog voor de eerste breuk. Voorwaarde is wel dat het onderzoek gebeurt aan de hand van een DEXA-toestel dat de botkwaliteit meet ter hoogte van de wervelzuil en heup.” De toestelletjes die de botkwaliteit meten ter hoogte van de voet, op basis van ultrasone golven, laten volgens Steven Boonen niet toe om een diagnose te stellen. “Eventueel kun je ze wel gebruiken om het bewustzijn rond osteoporose wat aan te wakkeren.” Valgebonden breuk “Een tweede groep patiënten zijn mensen die een valgebonden breuk hebben opgelopen”, zegt Prof. Boonen. “Als een vrouw na de menopauze een breuk oploopt door een val, is dat altijd te
wijten aan osteoporose. Een normaal volwassen skelet is voldoende sterk om bij een val een breuk te vermijden. Je moet er dus van uitgaan dat een valgebonden breuk een osteoporotische breuk is. Behandelen om nieuwe breuken te vermijden is dan absoluut nodig.” Calcium, vitamine D en medicatie Voor beide groepen is volgens Prof. Boonen duidelijk aangetoond dat medicatie beschermt tegen een nieuwe breuk. In de eerste plaats is de inname van calcium en vitamine D belangrijk. “Maar aanpassing van de voeding zal bijna nooit volstaan. Bij osteoporosepatiënten is de behoefte zo groot dat supplementen bijna altijd nodig zijn.” Studies hebben echter aangetoond dat calcium- en vitamine D-supplementen,
advertentie
Novartis
hoe nuttig en nodig ook, niet volstaan. “Bij osteoporosepatiënten is inderdaad meer nodig. Osteoporosemedicatie zal een bijkomend beschermend effect bieden. Anderzijds zal het effect van medicatie maar maximaal zijn als de patiënt ook calcium en vitamine D krijgt. De boodschap is dus eenvoudig: patiënten met bewezen osteoporose hebben nood aan calcium, vitamine D en osteoporosemedicatie.” Haak niet af! Een belangrijke groep osteoporosemiddelen die vandaag beschikbaar zijn, zijn de bisfosfonaten. “Deze geneesmiddelen remmen de botafbraak af en geven een zeer goede bescherming tegen nieuwe breuken.” Het grootste probleem eigen aan langdurige behandelingen – is dat mensen vaak snel afhaken.
“Mensen voelen geen onmiddellijk effect. Ze voelen niet dat hun botten sterker worden en houden de behandeling vaak niet lang vol: 40 tot 60% haakt zelfs af binnen het jaar na het starten van de therapie”, betreurt Steven Boonen. “We moeten dan ook alles op alles zetten om de patiënten te motiveren om hun geneesmiddelen goed te blijven innemen.” De recente ontwikkeling van een geneesmiddel dat slechts 1 maal per jaar moet worden toegediend, via een infuus, is in die zin een belangrijke aanwinst. “Het biedt de garantie dat de patiënt een jaar lang geniet van het volle effect van de behandeling”, besluit de Leuvense osteoporosespecialist.