Osteoporose en botdichtheidsmeting (Dexa)
Osteoporose en botdichtheidsmeting (DExa) Osteoporose of botontkalking is een aandoening waarbij botten dunner en zwakker worden, waardoor botbreuken gemakkelijk ontstaan. Naar schatting hebben ruim 800.000 mensen in Nederland osteoporose. Jaarlijks breken ruim 83.000 mensen ouder dan 55 jaar een bot als gevolg van deze aandoening. De meest voorkomende breuken zijn pols-, wervel- en heupbreuken. Botbreuken veroorzaken pijn, invaliditeit, verlies van zelfstandigheid en levenskwaliteit of vervroegde sterfte. Osteoporose komt vaker bij vrouwen voor, vooral na de overgang. Mannen kunnen ook osteoporose krijgen. Ongeveer één op de 3 vrouwen en één op de 5 mannen ouder dan 50 jaar krijgt één of meerdere botbreuken gedurende de rest van hun leven. De frequentie neemt toe met het ouder worden, maar ook jonge mensen kunnen osteoporose krijgen. Hoe ontstaat osteoporose? Bot bestaat vooral uit eiwitten (zoals collageen), mineralen (zoals calcium) en cellen die tijdens het hele leven voortdurend worden vernieuwd. Het is dus levend weefsel. Er zijn twee processen die verantwoordelijk zijn voor deze vernieuwing: botafbraak en botaanmaak. Oud bot wordt afgebroken en vervangen door nieuw bot. Dit proces heet botombouw. Voor het 25ste levensjaar is de aanmaak groter dan de afbraak, waardoor het bot steviger wordt en groeit. Daarna komen de twee processen in een evenwicht. Na de leeftijd van 40 jaar wordt de afbraak geleidelijk meer dan de aanmaak. Dit continue proces gaat de rest van het leven door en verloopt sneller bij vrouwen tijdens en na de overgang. De verstoorde balans tussen botafbraak en botaanmaak leidt tot verlies van botmassa en een verslechtering van de structuur van het botweefsel. Hierdoor wordt het bot minder stevig en brozer.
Risicofactoren voor botbreuken: - Oudere leeftijd. - Lage botmassa. - Botbreuken in de familie (bijvoorbeeld een gebroken heup of ingezakte wervels bij de ouders). - Eén of meerdere botbreuken na het 50ste levensjaar. - Langdurig gebruik van corticosteroïden (prednison). - Roken (meer dan één pakje per dag). - Hoog alcoholgebruik (meer dan 3 glazen per dag). - Geen of heel weinig lichaamsbeweging. - Laag lichaamsgewicht. - Overgang vóór de leeftijd van 45 jaar. - Tekort aan vitamine D. - Verhoogde neiging tot vallen. - Andere ziekten of aandoeningen: aandoeningen van het bewegingsapparaat met chronische ontstekingen (zoals reumatoïde artritis, Bechterew en SLE), hormoonafwijkingen, sommige bloedziekten, ziekten van de nier, maag-, darm- of lever en zeldzame erfelijke aandoeningen. - Geneesmiddelen zoals aromataseremmers, androgeendeprivatietherapie, SSRI’s. Onderzoek: het meten van de botdichtheid De hoeveelheid mineralen met name het calcium in het bot (de botmineraaldichtheid) kan op een betrouwbare manier gemeten worden op de heup en de wervels met behulp van een botdichtheidsmeting (DEXA). Dit is een soort röntgenapparaat. De straling tijdens het onderzoek is laag. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten. De botdichtheid wordt uitgedrukt in een zogenoemde T-score. Hoe lager de botdichtheid hoe groter de kans op een botbreuk. Normale botmassa: T-score tussen de +1 en -1. Verminderde botmassa (osteopenie): T-score tussen de -1 en -2,5. Ernstig verminderde botmassa (osteoporose): T-score onder de -2,5.
Andere onderzoeken Om onderliggende oorzaken voor osteoporose uit te sluiten worden naast het afnemen van een vragenlijst en het meten van de botdichtheid ook andere onderzoeken verricht. Dit zijn bloed- en urineonderzoeken en röntgenfoto’s van de wervelkolom. Behandeling Voeding Om het bot sterker te maken is voldoende calcium en vitamine D belangrijk. Calcium zit vooral in zuivelproducten, groene bladgroenten, broccoli en noten. Het advies is om per dag 1000-1200 mg calcium te gebruiken. Vitamine D wordt aangemaakt in de huid onder invloed van zonlicht. Mensen die weinig buiten komen of die gesluierd naar buiten gaan hebben een groot risico op vitamine D tekort. Bij onvoldoende calciumintake en vitamine D tekort wordt dit aangevuld. Bewegen Bewegen vermindert de kans op vallen en het versterkt de spierkracht. Daarnaast helpt het osteoporose tegen te gaan omdat door belaste beweging, zoals lopen of traplopen, de botkwaliteit verbetert. Alcohol, koffie en roken Gebruik matig alcohol en koffie. Probeer te stoppen met roken. Behandeling met medicijnen Met geneesmiddelen kan verder verlies van bot worden voorkomen en overgebleven bot worden verstevigd. De volgende geneesmiddelen beïnvloeden de botmineraaldichtheid: bisfosfonaten, strontiumranelaat, raloxifeen, denosumab, oestrogenen, teriparatide, alsmede calcium en vitamine D.
4
Bisfosfonaten Bisfosfonaten zijn wereldwijd de meest voorgeschreven medicijnen tegen osteoporose. Ze zijn goed en uitgebreid onderzocht. Deze medicijnen hechten zich aan het botoppervlak en maken cellen die het bot afbreken minder actief. Cellen die het bot opbouwen krijgen daardoor meer kans. Bisfosfonaten gaan hierdoor het botverlies tegen. Uit onderzoeken is gebleken dat de kans op fracturen op alle plaatsen aanzienlijk afneemt. Het is aan te bevelen dat bisfosfonaten gedurende 5 jaar gebruikt worden. Bisfosfonaten in de vorm van tabletten Het bisfosfonaat wordt éénmaal per week op een nuchtere maag ingenomen met een glas water. Belangrijk is dat u de medicijnen rechtopzittend inneemt en dat u hierna minimaal 30 minuten niet gaat liggen en niet gaat eten. Mogelijke bijwerkingen kunnen maag- of darmbezwaren en spierpijn zijn op de dag van inname. De laatste bijwerking verdwijnt geleidelijk. Soms komt irritatie van de slokdarm voor. Bij juiste inname komt deze bijwerking minder voor. Bisfosfonaten in de vorm van een infuus Biosfosnaten kunnen ook één keer per jaar per infuus worden gegeven indien er contra-indicaties bestaan voor de bisfosfonaten in tabletvorm. Het opnemen via een infuus duurt ongeveer 45 minuten. Mogelijke bijwerkingen kunnen met name de eerste maal optreden als u het infuus toegediend krijgt. Spierpijn op de dag van het infuus, hoofdpijn, koorts of algeheel onwel kunnen enkele dagen optreden. Houd hier rekening mee als u voor het eerst een infuus krijgt. Over het algemeen treden deze bijwerkingen bij herhaling van de infusen niet meer op. Indien u deze bijwerkingen ondervindt adviseren wij u paracetamol te gebruiken, maximaal 4x daags 1000 mg. Indien u dit wilt, kunt u dit vlak voor het infuus al innemen.
5
Indien er uitgebreide ingrepen aan uw gebit moeten plaatsvinden, bespreek dit dan voor de start van de behandeling. Een (zeldzame) bijwerking van de medicatie is kaaknecrose. Bij gebruik van een hogere dosis of toediening per infuus is dit risico groter. Uw tandarts kan namelijk bezwaar hebben dat de medicatie net voor zijn behandeling is gegeven. Stontiumranelaat Stontiumranelaat is de tweede keus na bisfosfanten en vermindert vooral de kans op wervel- en niet-wervelfracturen. Het vermindert het effect op heupfracturen, vooral bij vrouwen boven de 74 jaar. Het is de tweede keus na de bisfosfonaten. In de eerste twee maanden van het gebruik kan bijwerking optreden: huiduitslag, gewrichtsklachten en koorts. Het middel moet dan gestopt worden. Neem daarvoor contact op met uw behandelend arts. Andere vervangers voor bisfosfonaten Estrogeen receptor modulatoren Raloxifeen is een selectieve oestrogeen receptor modulator (SERM) en wordt alleen ingezet bij patiënten die geen andere mogelijke medicamenteuze therapie verdragen. Teriparatide injectie Teriparatide of forsteo® stimuleert de botvorming. Teriparatide wordt dagelijks via een injectie onderhuids toegediend. Belangrijkste bijwerkingen zijn pijn in de ledenmaten, hoofdpijn, maag/darmproblemen, vermoeidheid, verhoogd calcium in het bloed, overgevoeligheidsreactie op de injectieplaats en voorbijgaande lage bloeddruk in staande houding. Denosumab injectie Denosumab wordt via een injectie éénmaal per half jaar toegediend in combinatie met calcium/vitamine D3 tabletten. Prolia® is de merknaam voor denosumab. De eerste injectie wordt op de polikliniek gegeven,
6
soms kan dit ook bij de huisarts. Denosumab geeft remming van de botafbraak en doet de botdichtheid stijgen. Meest voorkomende bijwerkingen bij gebruik van denosumab zijn huiduitslag, eczeem en winderigheid (minder dan 3%). Een zeldzame bijwerking van denosumab is cellulitis, een huidontsteking (minder dan 0.3%). Vragen Bij vragen kunt u terecht bij de reumaconsulent of de reumatoloog via de polikliniek op telefoonnummer (023) 545 3170.
Literatuur: Farmacotherapeutisch kompas en folder LUMC Mede namens M. van Lieshout, reumatoloog Spaarne ZH Auteur Dr K.S.S. Steen 19 september 2013
7
Kennemer Gasthuis Locatie noord Vondelweg 999 2026 BW Haarlem Locatie zuid Boerhaavelaan 22 2035 RC Haarlem
Telefoon (023) 545 35 45 Website www.kg.nl e-mail
[email protected]
1040620 -11-2013
Postadres Postbus 417 2000 AK Haarlem