4. LITERATUURLIJST In de bib vind je talrijke boeken om mee aan de slag te gaan of inspiratie uit te halen. Ga er zeker een keertje langs en snuister in de poëziebundels en boeken over dichters en gedichten. Wil je blijvend aan de slag met woord en taal, neem dan zeker contact op met de stedelijke academie voor muziek, woord en dans (Hofstraat 13, 9100 Sint-Niklaas, Tel. 03 780 36 92) Internetpagina’s om creatief aan de slag te gaan met taal en woord: www.jeugdenpoezie.be www.gedichtendag.com www.dichterinhetweb.nl www.gedichten-freaks.nl www.canoncultuurcel.be www.poezie-in-beweging.nl
KINDERSTADSDICHTER SINT-NIKLAAS ‘dichter in de stad’ 2010
www.doemaardichtmaar.nl www.stichtinglezen.be www.creatiefschrijven.be www.cultuurconcepten.nl Of google naar internetpagina’s met stadsgedichten via: Stadsgedichten Antwerpen, Stadsgedichten Gent, Stadsgedichten Tilburg, Stadsgedichten Rotterdam, Stadsgedichten Den Haag, Stadsgedichten Amsterdam 5. COLOFON Ontwerp: Pieter Malengier Redactie: Pieter Malengier, Rik Van Daele, Patrick Van Belleghem, Kirsten Janssens, Goedele Verstraeten, Sandra Di Dio, Veerle Van Aken, Catherine Note Foto’s: eigendom Stadsarchief Sint-Niklaas, Pieter Malengier (rechtmatige eigenaars van gebruikt fotomateriaal kunnen dit steeds melden) Verantwoordelijke uitgever: schepen Lieve Van Daele
28
Lesbundel
til een scherf uit de stad maak een laken van gras neem de zon als plafond gras is nooit ooit alleen ligt en richt zich weer op bomen hoeven geen huur vogels spreken hun tjieps of hun pieps of hun tjilps en je bent er je bent ‘Je bent er’ - Joke van Leeuwen, stadsdichter Antwerpen 2009
Poëzie is kinderspel In 1993 werd Emma Crebolder de eerste stadsdichter van Nederland. In België was deze primeur weggelegd voor Antwerpen, toen Tom Lanoye er in 2003 officieel benoemd werd tot eerste stadsdichter. Vele steden en gemeenten volgden sindsdien dit succesvol initiatief. Dit jaar werd op gedichtendag in Tilburg (Nl) een nieuwe invulling aan het concept gegeven door het aanstellen van een kinderstadsdichter. België kent tot dusver geen officiële kinderstadsdichter. Sint-Niklaas, Stad van het Kind, wil deze unieke positie binnen het Vlaamse landschap der stadsdichters invullen en gaat in 2010 op zoek naar de allereerste kinderstadsdichter in België. Poëzie is immers kinderspel, dixit Lucebert. Jongeren tussen 8 en 14 jaar oud kunnen een gooi wagen naar deze prestigieuze titel door het insturen van een gedicht met als thema ‘Dichter in de stad’. Een vakbekwame jury kiest het winnende werk en stelt op zondag 27 juni 2010 de laureaat aan tot eerste kinderstadsdichter van Sint-Niklaas. Een hele eer voor de stad én de verkozen jongeling.
MÉÉR EXPERIMENTEREN
Een boeiende en hedendaagse manier om poëzie te brengen is de Poetry Slam. Dit is een wedstrijd tussen dichters die op een podium voor een publiek en jury in verschillende rondes gedichten voordragen. Op het einde van de duels wordt er een winnaar aangewezen. De gedichten en de manier waarop ze gebracht worden, tonen grote gelijkenissen met rappen. De presentatie van het gedicht is hierbij evenwaardig aan de inhoud. Op de website www.epibreren.com vind je onder de link FAQ tevens nuttige presentatietips voor de kinderstadsdichter in wording. Dichters maken voorgoed komaf met hun imago van stoffige en letterzieke zonderlingen! Het is cool om gevatte zinnen in poëzie te gieten en dat is net het mooie: er zijn geen grenzen, geen regels, geen beperkingen. Nooit ‘buitenspel’ staan, ‘out’ staan of op ‘het bankje’ moeten zitten en toekijken hoe de ander het doet. Neem gewoon de pen op en ga de strijd aan. Nog niet overtuigd? Check YouTube maar een keertje onder ‘Poetry Slam’. Tot slot willen we je de website www.poezie-in-beweging.nl zeker niet onthouden. Klik op ‘maak een eigen gedicht’ en vervolgens op ‘spooksongs’, ‘rapgedichten’, ‘doorfluistergedichten’ en tal van andere leuke poëzievormen als ijsbreker of om een verloren schooluurtje net vóór het weekend op te vullen.
Deze bundel lesideeën is bedoeld als leidraad voor leraren, ouders en dichtgrage kinderen: iedereen met een gezonde nieuwsgierigheid vindt in deze bundel voldoende aanlokkelijke suggesties om op een leuke en originele manier met poëzie aan de slag te gaan, individueel en in klasverband. In elk hoofdstuk wordt aandacht besteed aan bestaande gedichten (receptie en reflectie), zelf poëzie schrijven (productie) en presentatie. Je kan deze bundel stapsgewijs doorlopen, maar je kan deze bundel uiteraard ook met de nodige dichterlijke vrijheid naar je hand zetten. Wij wensen iedereen, kind, ouder of leraar, alvast veel plezier met deze lesbundel en hopen dat de verrassende en veelzijdige aspecten van het stadsdichten jongeren stimuleren tot een verfrisssende kijk op poëzie en, wie weet, tot het schrijven van een memorabel stadsgedicht.
2
27
INHOUD 1. de stadsdichter
4
lesidee 1: wat is een ‘(kinder)stadsdichter’?
4
lesidee 2: gedicht binnenstebuiten
6
2. dichten over de stad
8
lesidee 3: een acrostichon
8
lesidee 4: 160 tekens
9
lesidee 5: typografische gedichten
11
lesidee 6: themagedicht
14
lesidee 7: observeren van de stad
16
lesidee 8: verrassende onderwerpen
18
lesidee 9: dialect
19
lesidee 10: traditionele analyse van een gedicht
21
3. de presentatie
26
24
de voordracht
24
leuke presentatievormen
25
méér experimenteren
27
4. literatuurlijst
28
5. colofon
28
3
1. DE STADSDICHTER LESIDEE
1: WAT IS EEN ‘(KINDER)STADSDICHTER ’?
(geschikt voor alle leeftijden) Klasgesprek (deel 1): de stadsdichter Om het gesprek over de stadsdichter op gang te brengen, kan je volgende vragen bij de hand houden:
Welke taken zou een stadsdichter kunnen hebben? Waarover schrijft hij? Wanneer treedt hij voor het voetlicht? Stel dat er in onze stad een stadsdichter komt, waarover zou hij kunnen schrijven? Naar aanleiding van welke gebeurtenissen (feesten, speciale dagen, …) zou dat kunnen gebeuren? Wie zouden jullie als stadsdichter willen aanstellen?
LEUKE PRESENTATIEVORMEN De kans is groot dat de stadsgedichten een tijdelijke of permanente plaats in het stadsbeeld krijgen. Er wordt dus ook aandacht besteed aan de vormgeving. Bij veel gedichten ligt de vorm door de inhoud vast. De woorden en zinnen hoeven dan niet benadrukt te worden door creatieve vormgeving. Soms is het zowel om esthetische als om inhoudelijke redenen interessant om een extra toets aan te brengen. Dit kan heel eenvoudig door woorden met bijzondere betekenis een andere kleur, lettergrootte, lettertype, enz. te geven zoals bijvoorbeeld in het gedicht ‘Boem Paukenslag’ van Paul van Ostaijen, dat eerder in de bundel aan bod kwam. Af en toe ontleent zelfs het hele gedicht zijn inhoud aan de vorm. Opdracht
experimenteer met bestaande gedichten en geef ze nieuwe accenten, extra inhoud, vervormde betekenis, enz. door andere vormgeving;
maak een foto, tekening, schilderij, collage, enz. bij een bestaand gedicht. En vertel waarom je net die beelden gekozen hebt;
bedenk een plaats waar jij graag een gedicht zou willen zien of eventueel
Opdracht Met behulp van de woorden die tijdens het eerste verkennend gesprek gebruikt werden, kan je proberen definiëren wat een stadsdichter eigenlijk is.
horen. Hoe gekker en onmogelijker de plaats, hoe interessanter en uitdagender het resultaat kan zijn. Maak een tekening van de plaats, straat, gebouw, enz.
Deze definitie kan vervolgens vergeleken worden met de omschrijving die op Wikipedia te vinden is: “Een stadsdichter is een dichter die door het bestuur van een stad wordt aangesteld om gedichten te schrijven over die stad en gebeurtenissen die er plaatsvinden.” op enigerlei wijze bij te dragen tot een grotere aandacht voor poëzie.
4
25
3. PRESENTATIE DE VOORDRACHT Ha ga hier, u jij golle jullie gij, gekomen uit een kromgetrokken droom met overkant, nog zevenhonderd stappen min of meer en daar is ’t stad, een plein, een schilderij, een berg vers fruit, een park dat kan bewaard, een menigte die nieuwe kleren wil (Fragment uit: Elfhonderd meter gedicht - van Linkeroever naar de binnenstad door Joke van Leeuwen stadsdichter van Antwerpen in 2009)
Een belangrijk aspect van het kinderstadsdichterschap is het voordragen van de eigen gedichten. De kinderdichter kan zo een poëtische bijdrage leveren aan een betekenisvol moment in zijn stad. Je kan de leerlingen volgende tips meegeven bij de voordracht van een gedicht:
lees eerst je gedicht enkele malen expressief luidop. Let op een verzorgde uitspraak. Spreek luid genoeg;
leer je gedicht perfect van buiten. Deel een lang gedicht in stukken. Herhaal dit enkele dagen na elkaar, tot je het gedicht juist en zonder nadenken kan opzeggen;
lees niet te vlug en pauzeer even aan de leestekens. Een rustmoment kan
Er zijn uiteenlopende redenen waarom een stadsdichter wordt aangesteld. Hij wordt in de meeste gevallen geacht: gedichten te schrijven die worden voorgedragen bij officiële gebeurtenissen in de stad: huldigingen, manifestaties enz.; gedichten te schrijven waarin actueel nieuws in de stad op een ludieke, kritische of vervreemdende wijze wordt belicht; deze gedichten voor te dragen tijdens officiële gebeurtenissen en/of te publiceren in periodieken die voor de inwoners van de stad toegankelijk zijn;
Klasgesprek (deel 2): de kinderstadsdichter Vervolg van het gesprek uit deel 1, met opnieuw enkele vragen die het gesprek op gang kunnen houden:
Wat zou een kinderstadsdichter kunnen zijn? Wordt hij ook 'aangesteld'? Zou een kinderstadsdichter andere gebeurtenissen, feesten, ... in het licht zetten dan een stadsdichter? Stel dat jij de kinderstadsdichter van Sint-Niklaas bent, welke gebeurtenis zou jij dan via een gedicht extra glans willen geven? En waar in de stad zou jij je werk willen zien en/of horen?
voor jou een eeuwigheid lijken maar voor de toehoorders is het vaak een verademing en biedt het de mogelijkheid om de betekenis van het gedicht te laten doordringen;
blijf oefenen. Neem eventueel je gedicht op en beluister het; oefen ook voor een publiek, liefst met mensen die je vertrouwd zijn; ouders, broer, zus, oma, … Misschien hebben ook zij tips voor je;
op het moment zelf heb je niets meer te vrezen: je hebt goed geoefend en bent er klaar voor! Probeer kalm te blijven, traag te spreken en zoek oogcontact met je publiek.
24
5
LESIDEE
2: GEDICHT
c. Wat is volgens jou de kernregel of het kernwoord van het gedicht? Mogelijk antwoord: de laatste zin: ‘Voorzichtig viel de avond en ik ...’. Hier komt de teleurstelling en eenzaamheid van het kind helemaal tot uiting. De woorden ‘met de ogen zoeken’ zijn heel sprekend, de dichter toont hiermee dat het kind blijft kijken of de vriendin eraan komt. En ook blijft hopen.
BINNENSTEBUITEN
Klasgesprek
Kennen jullie steden met stadsdichters? Zoek op het internet naar namen en gedichten van mensen die stadsdichter zijn of waren. In Sint-Niklaas hebben we een rijke poëzietraditie. Eén van Vlaanderens grootste nog levende schrijvers en dichters is geboren in onze stad. Weten jullie wie dat is (meer info vind je op www.tomlanoye.be)? Kennen jullie een boek of een werk van hem? Weten jullie of hij stadsdichter was of is? En indien ja, waar? Weten jullie nog andere dingen over deze auteur? Zoek nog enkele andere dichters die in onze stad woonden of leefden of dat nog steeds doen (Anton van Wilderode, Paul Snoek, Piet Brak, Norbert de Beule, Lies van Gasse…).
d. Wat is het thema dat als een rode draad door het gedicht loopt? Mogelijk antwoord: eenzaamheid. Dit kan je afleiden uit het feit dat het kind blijft staan op de afgesproken plek. Terwijl het kind daar staat, blijft het hopen en komen er steeds mensen voorbij, die eigenlijk helemaal niet naar haar omkijken. In de drukte van de straat staat het kind eigenlijk helemaal alleen. e. Het gedicht heeft geen titel, maar kunnen jullie er een titel bij verzinnen?
Opdracht 1 (eerder geschikt voor jongeren uit 1e en 2e graad) Momenteel zijn er al heel wat steden en gemeenten in Nederland en Vlaanderen die een stadsdichter hebben. Op het internet vind je verschillende stadsgedichten. Het éne al wat moeilijker dan het andere. Achteraan in deze bundel vind je de interessante zoektermen. Selecteer er een paar en leg ze de jongeren voor. Laat titels weg en laat hen raden waarover de dichter het heeft. Sommige gedichten lenen zich tot verdere vragen over de vorm, het taalgebruik, de grafische weergave, de sfeer, enz. Hoe hoger de graad waarin het gedicht wordt aangeboden, hoe moeilijker de vragen en het gedicht kunnen zijn.
3. Klasgesprek
Is het een moeilijk gedicht? Is het een ontroerend gedicht? Roept het medelijden op? Frustratie? Zet het jullie aan het denken over andere thema’s zoals bvb. pesten, elkaar in de steek laten, ruzie, eenzaamheid, elkaar uitsluiten, … Hebben jullie zelf al zoiets meegemaakt? Misschien is er iets ergs gebeurd met de vriendin waarop het kind wachtte. Zet dit het gedicht in een ander daglicht?
Hierbij vind je een fragment uit een gedicht dat Tom Lanoye schreef toen hij stadsdichter van Antwerpen was. Hij schreef het ter ere van een bepaald gebouw in de stad. Kennen jullie bekende gebouwen of plaatsen van Antwerpen? (station, boerentoren, stadhuis, kathedraal, gerechtsgebouw, tunnels, enz.)? Kunnen de leerlingen ontdekken over welk gebouw hij het in dit gedicht heeft?
6
23
allez - wie dat er daar is hallo - zegt dat 't niet waar is na jaren & jaren & jaren & jaren & jaren dat ik hier wind en sneeuw en zon heb staan vergaren dat ik met vlag en pluim en wimpel heb staan zwaaien met mijn kantelen en mijn klokken heb staan draaien al jaren & jaren & jaren & jaren & jaren uw attentie & verlangen heb proberen vangen mijn repertoir' en mijne nikkel heb af staan draaien met concêrs van beiaard & gezangen & fanfaren na jaren & jaren & jaren & jaren & jaren
1. Inhoud: a. Vraag de kinderen waarover zij denken dat het gedicht gaat. Hebben zij ooit iets gelijkaardigs meegemaakt? Het gedicht gaat over een jongere die heeft afgesproken op een hoek met haar nieuwe vriendin. De tijd verstrijkt en het wordt later. De vriendin komt niet opdagen. Het gedicht geeft een gevoel van teleurstelling en eenzaamheid weer. De centrale figuur heeft (na lange tijd) een nieuwe vriendin maar die laat haar staan. b. Je kan één zin uit het gedicht lichten en de leerlingen vragen dit plastisch te beschrijven. Een regel die zich daar goed toe leent is: ‘op alle andere hoeken onafgebroken met de ogen zoeken’. (Deze zin laat de eenzaamheid en de teleurstelling goed zien.)
De Kathedraal antwoordt – Tom Lanoye (stadsgedicht 2004)
Opdracht 2 (geschikt voor alle leeftijden) De eerste kinderstadsdichter van Nederland werd op Gedichtendag 2010 benoemd in de stad Tilburg. Sara Bidaoui won de wedstrijd met het gedicht: ‘Tilburg mijn stad, mijn thuis’. Tilburg: mijn stad, mijn thuis Ik wil je zoveel vertellen Je laten zien wat je mist Maar het enige waar ik op kom is: Mijn stad, mijn thuis Ik wil je zoveel vertellen Al is het maar op papier Ik wil je laten zien Mijn mooiste plekken hier Maar het enige wat ik kan zeggen is: Mijn stad, mijn thuis Ik wil je zoveel vertellen Maar ik weet niet hoe en wat Woorden zat Maar in mijn hoofd maar één gedachte: Tilburg Mijn stad, mijn thuis Sara Bidaoui, kinderstadsdichter van Tilburg
2. Onderzoek a. Welke beeldspraakvormen kom je in dit gedicht tegen? In het gedicht bevinden zich een paar personificaties: - ‘De wereld liep voorbij’. De wereld wordt als levend wezen gezien: er liepen zoveel mensen voorbij, behalve die ene vriendin, dat het meisje het gevoel heeft dat de ganse wereld passeert. - ‘Achter een winkelruit bewogen beelden’. Hiermee bedoelt de dichter dat mensen binnen aan het winkelen zijn. - ‘Voorzichtig viel de avond’. Dit betekent dat het stilaan donker werd. b. Welke rijm kom je in het gedicht tegen? Er bevindt zich een volrijm in het gedicht: wachtte - gedachten en hoeken zoeken.
22
Lees het gedicht voor in de klas en laat het daarna een aantal leerlingen luidop lezen. Vragen
Wat vinden jullie van het gedicht? Waarover gaat het? Zijn er specifieke onderwerpen opgenomen of is het een algemeen gedicht over een stad? Waarom noemen we dit een gedicht? Zijn er zinnen of woorden die opvallen? Richt de dichter zich tot iemand in het bijzonder, is het eerder een beschrijvend gedicht? 7
2. DICHTEN OVER DE STAD
LESIDEE 10: TRADITIONELE ANALYSE VAN EEN GEDICHT (eerder geschikt voor leerlingen 1e en 2e secundair)
LESIDEE
3: EEN ACROSTICHON
(geschikt voor alle leeftijden) Stadsdichters maken soms gebruik van speciale poëticale technieken om de stad te bedich-ten. Onderstaand gedicht is hiervan een voorbeeld. S tralende stad I n dichtvorm gegoten N iets ontziend T ekent hij met woorden N aarstig de sfeer I n de lucht, de K inderstadsdichter L aat, ieder die wil zien, A llen die willen horen, A anvoelen hoe zijn S tad weet te bekoren.
Een stadsgedicht kan over een doodgewone gebeurtenis gaan die je in de stad gezien of ervaren hebt. Maar soms schrijven stadsdichters een gedicht naar aanleiding van een belangrijke gebeurtenis (een nieuwe brug, geboorte olifantje Kai-Mook, grote tentoonstelling in de stad, enz.), het overlijden van een belangrijke figuur in de stad (bvb Wannes van de Velde), een tragisch voorval (de moord op het meisje Luna), enz. Een kinderstadsdichter kan dit ook doen uiteraard, maar hoeft zich niet te beperken tot de grootse gebeurtenissen. Onderstaand gedicht illustreert dit met verve. Het is van de hand van Joke van Leeuwen, de vorige stadsdichter van Antwerpen.
Vragen
We hadden afgesproken op een hoek, verse vriendin en ik. Beroemde hoek. De wereld liep voorbij terwijl ik wachtte. Mensen met tassen en gedachten. een nieuwe etenstijd brak aan. Achter een winkelruit bewogen beelden: een machtshand landde op een kinderhoofd. Voorzichtig viel de avond en ik zag op alle andere hoeken onafgebroken met de ogen zoeken wie dachten dat ooit iets toch was beloofd.
Waarover gaat dit gedicht? Vind je het mooi? Wordt er gebruik gemaakt van rijm? Wat valt je verder op aan de vorm?
In dit gedicht wordt een specifieke techniek gebruikt: het acrostichon (ook naamdicht of lettervers genoemd). Dit is een methode waarbij (meestal) de eerste letter van iedere regel of strofe van het gedicht, samengevoegd zelf ook een woord of zin vormen. Opdracht Daag de leerlingen uit ook een gedicht te maken met de eerste letters van hun eigen naam of van een woord dat voor hen iets betekent. Vertel hen ook over andere rijmvormen (een uitgebreide lijst van dichtvormen vind je op Wikipedia onder 'gedicht' en vervolgens doorklikken via ‘dichtvormen’ naar de verschillende types; je vindt er ook voorbeelden van bekende dichters.). Je kan bepaalde vormen uitkiezen om nader te bekijken. Vraag de kinderen wat ze er leuk aan vinden, of ze het makkelijk vinden om zo aan regels gebonden te zijn. 8
Geen titel - Joke van Leeuwen; uit: Vier manieren om op iemand te wachten, Querido, Amsterdam, 2001
Opdracht Laat de leerlingen het gedicht lezen en onderwerp het aan een grondige analyse. Het behandelt een boeiend onderwerp dat voor kinderen heel erg dicht bij hun leefwereld staat. Joke van Leeuwen beschrijft een heel erg herkenbare situatie: iedereen heeft wel een keer op iemand staan wachten die uiteindelijk niet kwam opdagen. Het gedicht vertaalt goed hoe het kind zich hierbij voelt. 21
Sprookje Toen ik klein was met jong mooi haar bouwde ik ergens een kaartenhuis in een dal onder de wind de muren waren ruiten het dak was van klaver en voor de deur stond hartenvrouw maar nooit in mijn sprookje vond Sneeuwwitje een prins die bleef. Sprookje - Paul Snoek uit: Verzamelde gedichten, Manteau, 1982
Klasgesprek Breng een gesprek op gang in de klas aan de hand van volgende vragen: Vinden jullie dit een mooi, vloeiend gedicht en is dit dankzij of ondanks het gebruik van dialectwoorden? Wat verkiezen jullie: dialect of AN? Kennen jullie dichters die in dialect schrijven (Guido Gezelle)? Kennen jullie andere kunstvormen waarin dialect gebruikt wordt? (film, muziek, strips, soaps, …)? Wat is jullie mening hierover?
Tip! Het rijmdicht (een gedicht waarin één of meerdere zinnen herhaald worden) is een heel dankbare dichtvorm om kinderen met te laten spelen. LESIDEE
4: 160 TEKENS
(geschikt voor alle leeftijden) 160 tekens 't is niet veel, daarmee moesten we ‘t doen. Elke letter, cijfer of spatie is 'n teken. Als je alle tekens van deze alinea optelt, zit je al aan 160! Klasgesprek Veel informatie kan men in bovenstaand voorbeeld van honderdzestig tekens of drie zinnen niet kwijt. Sms-ers hebben daarom al heel snel allerlei trucjes bedacht om meer informatie in hun boodschap te proppen. Sms jij hele woorden en zinnen in perfect Nederlands (zoals vele 30-plussers) of gebruik je trucjes om meer te kunnen zeggen met minder woorden of letters? Welke trucjes ken jij allemaal? Je kan ook creatief zijn met sms:
\\|// 00 ------------o00o---(__)---o00o-----------of via een gedicht: t= Ovr LAMA, w ZZ dOr g1 vr3t k b& mz11 wEr Rgns = t g1 n8 mEr O Or O hOr! Nyt gd8 zonn@j l8 W817 t= Ovr m@ zn 22 =t vr3t te : !
Opdracht 3 Probeer zelf een gedichtje of korte tekst over de stad te schrijven en verweef er de nodige dialectwoorden in.
t= Ovr - Johan Jansen
20
9
Vertaling:
LESIDEE
't Is over Laat me maar, we zetten door Geen verdriet Ik ben mezelf weer Ergens is't geen nacht meer O oor o hoor! Niet gedacht zonnetje lacht Wacht eens even 't is over Met z'n tweeën is 't verdriet te delen!
9: DIALECT
(eerder voor 1e en 2e graad)
Rapen is het eerste da ge piekt als ge van over 't water zijt. zoon van beenhouwer of textielfabrikant een kartonnen doos of ne kousenband het gaat kapot in d'haven of niemandsland. Ge zijt nu nief maar lelijker en ou straten gaan alleen maar uit de stad wa steekt ge daar weg onder diene markt is het Doel of uwen eigen stank?
Vragen
Vinden jullie dit een leuke manier van dichten? Kennen jullie ook leuke sms-woorden (ff: even, d8, w8, k0: knul, ...?) Vinden jullie dit echt dichten of eerder puzzelen, spelen, enz.?
Op Wikipedia vind je onder de zoekwoorden 'msn-taal' en 'lijst van internetjargon' ook tal van bekende sms-woorden.
Nie alles blinkt da ge in d'hoogte steekt en wa stroomt noemt gen zwarte beek gebt het en ge zijt het sebiet weer kwijt er is geneen jong ding dat hier lange blijft.
Opdracht
Een stadsdichter die over zijn stad dicht maakt soms gebruik van dialectwoorden. Bovenstaand vind je een schalks gedicht dat de stad Sint-Niklaas als onderwerp heeft.
Probeer een leuk, grappig, ontroerend of lief tekstje, gedicht of boodschap te maken waarin msn/sms-woorden vervat zitten.
Opdracht 1
Ontstellend hoe creatief jongeren met deze manier van communiceren kunnen zijn!
zoek een geschikte titel voor dit gedicht; lees het gedicht en laat de leerlingen er de dialectwoorden uithalen; er zitten ook verwijzingen in naar elementen die sterk met onze stad of streek verbonden zijn. Laat de leerlingen deze zoeken en oplijsten.
Opdracht 2 10
lees onderstaand gedicht van Paul Snoek. Vertel de leerlingen eerst over de dichter en wat hij betekent voor onze stad; daag hen uit om het te herschrijven met enkele dialectwoorden in verweven; laat een aantal van hen het gedicht voordragen. 19
LESIDEE
8: VERRASSENDE ONDERWERPEN
(geschikt voor alle leeftijden)
LESIDEE
5: TYPOGRAFISCHE GEDICHTEN
(geschikt voor alle leeftijden)
drie blikjes en wat hondenkak het lijk van een duif en een wolk in een plas plus een pluis op een plastic zak: mijn plein mijn Uit: PEPTO BISMO 2003 - Tom Lanoye, een stadsgedicht voor Panamarenko.
Opdracht Trek er met de groep op uit en maak foto’s en/of verzamel afval dat jullie op straat vinden (het kan ook gewoon in de school uiteraard). Kauwgum, blikjes, sigarettenpeuken, kroonkurkjes, ... je vindt het jammer genoeg allemaal, maar je kan er heerlijk mee aan de slag! Terug in de klas stal je de gevonden voorwerpen uit. Laat de kinderen vertellen wat ze gedaan hebben, wat ze vonden/ fotografeerden. Vraag hen wat ze leuk vonden, en wat zij zouden doen om de stad proper te houden, misschien willen ze de stad helemaal niet schoon hebben, enz. Laat hen vervolgens met de foto's/voorwerpen een collage of installatie maken. Op het bord noteer je sprekende woorden die tijdens de interactie vallen of laat de leerlingen deze woorden zelf noteren. Naderhand kunnen ze aan de slag om een klassikaal of individueel gedicht te maken. Laat het gedicht van Tom Lanoye voordragen en vraag de kinderen wat ze ervan vinden. Met welke voorwerpen ging de dichter hier aan de slag? Zien de kinderen bepaalde technieken (de alliteratie)? Leest het gedicht vlot? Welke sfeer straalt het gedicht uit: verlatenheid, vrolijkheid, droefheid, ...?
Stadsgedichten worden vaak op openbare plaatsen aangebracht. Voorbeelden hiervan zijn stadsgedichten op het plafond van openbare gebouwen, in de vo e tg a ng ers tu n nel te A nt werpe n, gesculpteerd in de rug van een zitbank, … Het zijn immers gedichten over de stad en voor de mensen die in de stad leven, wonen en werken. Het spreekt voor zich dat vormgeving hierbij van groot belang is. 1. Het Knipselgedicht Een verrassende manier om op een speelse manier met vormgeving om te gaan, zijn de zogenaamde knipselgedichten. Met woorden die de kinderen vinden in kranten, tijdschriften, affiches... gaan ze aan het knutselen. Ze maken nieuwe zinnen die ze leuk, mooi, ontroerend of gek vinden. Ze lezen enkele gedichten van leeftijdsgenoten die woorden op een verrassende manier hebben samengeplakt en creëren hun eigen verzen. Opdracht
Verzamel gevarieerd drukwerk, zoals kranten, tijdschriften en folders. Knip koppen uit: dat kunnen zinnen en losse woorden zijn. Let erop dat je woorden uit verschillende categorieën zoekt (werkwoorden, lidwoorden, substantieven, adjectieven, persoonlijke voornaamwoorden, …)
Laat hen hetzelfde doen met hun eigen gedicht.
18
11
Leg uitgeknipte woorden en zinnen naast en onder elkaar. Bedenk bij het rangschikken welk gevoel je wil overbrengen. Let ook op variatie in kleur, lettertype en –grootte. Lees je knipselregels een aantal keren luidop. Knip en schuif tot je tevreden bent over inhoud, metrum en vorm. Neem een vel papier (A4 of A3) en kleef je knipselgedicht op het papier.
Daag de leerlingen vervolgens uit om met (enkele van) deze woorden zelf een gedicht te maken! Laat ze eerst nadenken over de vorm waarin ze de woorden willen gieten. De kinderen mogen rijm gebruiken, maar dit beperkt vaak de vrijheid en maakt het beeld dat opgeroepen wordt vaak niet zo sterk als het zou kunnen met vrije tekst. Stimuleer hen om niet enkel bij het gebouw te blijven, maar er gevoelens, waarnemingen, gebeurtenissen bij te betrekken.
Vervolg Als je wil kan je aan de groep vragen hun gedicht te bespreken:
Wat wil je zeggen via je gedicht? Hoe koos je de woorden en zinnen? Hoe koos je het thema? Kwam dit toevallig of ging je doelgericht zoeken? Speelden de vorm, grootte en kleur een rol in de keuze van woorden?
Vind je dit een leuke oefening, dan kan je ze gewoon een keer proberen in de tuin, in je kamer of op de speelplaats.
Opgelet: dit atelier leidt gegarandeerd tot verbluffende resultaten!
12
17
LESIDEE
7: OBSERVEREN VAN DE STAD
(geschikt voor alle leeftijden) Doel van deze oefening is om leerlingen te leren kijken, voelen en fantaseren en hen zo in contact te brengen met een mogelijk verrassend onderwerp voor een gedicht. In deze lessuggestie werd gekozen om te werken rond de kiosk in het stadspark, maar uiteraard kunnen elders in de stad, andere monumenten, gebouwen, e.d. tot onderwerp van een gedicht uitgroeien. Opdracht 1 Toon enkele foto's van de kiosk in het park of beter nog: trek met de klas naar het park en ga de kiosk verkennen! Laat hen brainstormen over welke activiteiten in de kiosk kunnen plaatshebben. Desgewenst kunnen foto’s van vroeger en nu, maar ook allerlei soorten muziekstukjes, hen tot inspiratie dienen. Ter plekke zou je een gedicht kunnen voordragen en de leerlingen vragen of deze plaats meer sfeer schept dan wanneer het gedicht in de klas wordt voorgedragen. Boem Paukenslag – Paul van Ostaijen uit: Bezette Stad, 1921
Meer inspirerende foto’s vind je op www.beeldbankwaasland.be Opdracht 2
2. Het typografisch gedicht
Geef de leerlingen een vel papier en laat hen daarna de ogen sluiten. Vraag hen om zich de kiosk voor te stellen. Vragen die hierbij kunnen helpen:
Paul Van Ostaijens gedicht ‘Boem Paukeslag’ is een mooie illustratie van wat met vorm kan bereikt worden.
Wat voel je? Wat zie je? Welke kleuren spelen een rol? Is er zon? Is er muziek, lawaai, stilte? Gelach? Probeer je een feest, optreden, toneel voor te stellen en toeschouwers rondom de kiosk. Wat zie, voel en hoor je?
Nu kunnen de leerlingen alle mogelijke woorden die hen te binnenschoten in de vorm van een gedachtenwolk noteren. 16
Vragen
Vind je het een mooi gedicht? Waarom? Wat vind je van de vormgeving? En is dat hier belangrijk volgens jou? Waarover gaat het gedicht volgens jou? Waarom zou Paul van Ostaijen de verschillende lettertypes gebruikt hebben denk je? (Hij wil de chaos, paniek, lawaai, angst enz. weergeven die het gevolg zijn van een bombardement tijdens een oorlog.)
13
LESIDEE
6: THEMAGEDICHT
Aan het denken gezet Door teksten en stenen Soms ver van mijn bed En soms laat het me wenen
(geschikt voor alle leeftijden) Hoewel niet van een stadsdichter, behandelt het gedicht waarmee je gaat werken een plaats in de stad. Prikkel bij onderstaande oefening de nieuwsgierigheid van de leerlingen door de sfeer op te roepen van de stadsdichter en hoe deze te werk gaat in zijn zoektocht naar een bepaald thema voor zijn stadsgedicht.
Een begraafplaats kent zijn rust Het is een troost en tevens Maakt het me bewust Van de wereld en haar levens Begraafplaats - Sharon A. Hart (dit gedicht is terug te vinden op www.gedichten-freaks.nl)
Opdracht Zonder de titel prijs te geven, laat je iemand uit de klas de eerste strofe van het gedicht voordragen. Herhaal dit desnoods een paar keer. De kinderen schrijven op hun blad - dat in twee kolommen verdeeld is - in de eerste kolom waarover zij denken dat het gedicht gaat. In de tweede kolom noteren ze een kleur die, naar hun aanvoelen, bij het gedicht past. Daarna leest iemand de tweede strofe voor. De anderen noteren opnieuw een onderwerp, plaats, persoon, gebeurtenis of voorwerp, met daarnaast een passende kleur. Nadat (al dan niet) het hele gedicht gelezen werd, bespreken de kinderen per twee hun lijstje. Soms verlaten Andere vaak bezocht Soms met rust gelaten Andere nog nat van het vocht
Vragen bij de antwoorden van de kinderen
Hoe kom je op dit onderwerp? Welke woorden waren bepalend voor jouw keuze? Waarom koos je voor de kleuren die op je blad staan?
Zou het laatste antwoord op je antwoordblad ook dienst kunnen doen als titel van het gedicht?
Welke techniek heeft de dichter hier gebruikt? Vind je dit een leuke vorm van dichten?
Is het een vrolijk of droevig gedicht? Vind je het mooi? Kan je de plek voor ogen halen, beschrijven?
Soms begroeid met groen Dan weer leeg en kaal Soms is het erom te doen Ieder zijn eigen verhaal Soms bezaaid met bloemen Bij een ander zegt een foto genoeg Soms teveel om op te noemen Maar meestal toch te vroeg Soms bekend Maar meestal niet Toch altijd gekend En achtergelaten met verdriet Tientallen graven Verzameld om me heen Mensen om wie we gaven Toch loop ik hier alleen
14
15