Dichter bij 4 mei – Poëziewedstrijd
Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei herdenken we allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden, of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesmissies.
De Tweede Wereldoorlog – De Tweede Wereldoorlog kostte aan ongeveer 50 miljoen mensen het leven. – Ruim 50 landen waren bij de oorlog betrokken. – Het totale aantal Nederlandse oorlogsdoden wordt geschat op een getal tussen de 200.000 en 220.000 – In Nederland kwamen bij bombardementen en beschietingen burgers om. Ook stierven burgers van de honger, in kampen en tijdens dwangarbeid in of buiten Nederland. Verzetsstrijders zijn gevangen genomen of gefusilleerd – Er werden 104.000 joden weggevoerd en vermoord, voornamelijk in concentratiekampen in Duitsland en Polen. Sinti en Roma werden vervolgd. – In het voormalig Nederlands Indie (nu Indonesie) kwamen 30.000 Nederlanders om door honger, dwangarbeid en in interneringskampen. – Ongeveer 15.000 Nederlandse militairen en personeel van de koopvaardij zijn gesneuveld bij gevechten in Europa, in Azie, op zee, of in krijgsgevangenschap. – Na de Tweede Wereldoorlog is er geen dag zonder oorlog geweest. In de wereld zijn sindsdien 200 gewapende conflicten uitgevochten. – Nederlandse militairen zijn ingezet bij 50 vredesmissies na de tweede Wereldoorlog.
Wat is vrijheid je waard? Deze vraag is, vele jaren na de Tweede wereldoorlog, nog steeds actueel. Vrijheid maak je met elkaar. Het Nationaal Comite 4 en 5 mei roept je op om een gedicht te schrijven over herdenken, oorlog of vrijheid. Bij de National Herdenking op de Dam op 4 mei zal een gedicht door de maker worden voorgelezen. Maar de gedichten kunnen natuurlijk ook worden aangeboden aan lokale 4 mei comité’s, of gebruikt worden voor eigen herdenkingsbijeenkomsten op school.
Dichter bij 4 mei
1
Een gedicht Je kunt een gedicht vergelijken met een foto, een momentopname. Een verhaal lijkt op een film met een begin, een middenstuk en een slot. In een gedicht probeer je zuinig te zijn met woorden. Elk woord dat niet nodig is, moet je schrappen, maar je wilt natuurlijk wel een sfeer oproepen. Hoe maak je een gedicht? Door niet te veel na te denken over de vorm. Je schrijft op wat je ziet en voelt als je bijvoorbeeld een oorlogsfoto ziet. Of wanneer je een verhaal over de oorlog of vrijheid hoort of ziet op het journaal. Probeer het gedicht een beetje spannend te maken door niet meteen te vertellen waar het over gaat: geef eerst een sfeerbeeld en werk toe naar een verrassend slot. De lezer wil zelf ook iets te denken hebben. 'Maar wat moet ik dan schrijven?' Schrijf eerlijk wat je denkt. Denk niet te lang na en schrap niets in je hoofd. Dat kan later op papier als de eerste tekst af lijkt. Wacht niet op inspiratie; die komt niet als je met de pen in de hand stil zit. Zij komt als je schrijft wat er in je opkomt. Probeer de beelden echt te zien en de emoties te voelen. Wees concreet. Niet meteen denken: dit is niks. Het is altijd wat en het kan nog beter. Schrap later maar wat je flauw of voor de hand liggend vindt. Waar moet het over gaan? Wat voorbeelden van onderwerpen waar het gedicht over kan gaan: – dit moet voorkomen worden…. – het is eigenlijk nog niet voorbij – dit moet beschermd worden tegen… – hiertegen zal ik me uit alle macht verzetten… – dit is te erg voor woorden… – na zo iets is alles anders… – dit woord hoeft gelukkig nooit meer gebruikt te worden… – iets waarvan ik maar half geloof dat het echt gebeurd is… – het is zo lang geleden, maar toch gaat het over mij… Moet het rijmen? Als je heel goed, bijna vanzelf rijmt: ga je gang. Het mag rijmen, maar het hoeft niet. Ga in elk geval niet zoeken naar rijmwoorden. Veel gedichten rijmen niet. En nu? Doe een of meer van de opdrachten om er een beetje in te komen. Lees de voorbeelden ter inspiratie. Bespreek ze met je buurman of buurvrouw, of met de klas. Heb je een idee voor je eigen gedicht? Mooi. Aan het werk. Wil je zelf een gedicht kiezen als voorbeeld? Nog mooier. Weet je het niet? Vraag thuis of in de buurt naar verhalen over de oorlog, of zoek een foto in de krant of zoek op internet een monument bij jou in de buurt, en schrijf daarover. Succes!
Dichter bij 4 mei
2
Opdrachten Iemand vertelde in de klas het volgende verhaal. Hij had het van zijn opa gehoord. In een grensstreek was een man die elke dag met een handkar over de grens trok met een lading turf. De grenswachten kenden hem en lieten hem altijd met een handgebaar passeren, ook toen de oorlog was uitgebroken. Het verzet vroeg hem op de terugweg uit Duitsland twee joden Nederland binnen te smokkelen. Hij moest ze onder jute zakken verbergen. De man dacht er een dag en een nacht over na en besloot de joden te helpen. Toen hij met zijn kar bij de Duitse grens kwam, bleken er nieuwe grenswachten te zijn en hij moest stoppen. Ze vroegen wat hij op de kar had liggen en hij zei dat hij elke dag met een lading turf kwam. Eén van de soldaten pakte zijn geweer met bajonet en stak het van boven af met kracht in de kar. Gelukkig stak het mes precies tussen de twee joden in het hout. Hij trok zijn bajonet met moeite uit het hout en bromde: 'Durchfahren!'
1
Schrijf hierover een gedicht. Begin bijvoorbeeld met de angst van de voerman. Maak het gedicht af. 'Nog nooit was hij zo bang geweest. Hij zag de vreemde soldaten, maar stoppen ging niet meer. Zoals elke dag moest hij passeren.'
2
Stuur jij wel eens een sms? Vast wel. Hoe veel tekens heb je dan? Inderdaad, 160.
Voor iemand die slechts denkt Met de één (en niet de ander) Is dat getal een hamer En is de hele wereld een spijker (uit: Nee en Ja, K. Michiel, 114 tekensl) Wat is de boodschap van dit fragment?
Voor mijn ogen Slechts nog tralies Die de bomen Onbereikbaar maken En de lucht In verticale lijnen deelt (uit: oorlog voorbij, Branco van Hulst, 104 tekens) Wat is er aan de hand met de verteller in dit fragment? Kan je, zonder afkortingen of emoticons te gebruiken, in 100-160 tekens een boodschap of een gevoel weergeven? Probeer het maar. En sms je beste poging naar een klasgenoot? 1 Verwoord het gevoel van machteloosheid wanneer je oorlog ziet op tv. Het is ver weg, vreselijk en je kunt er niks aan doen. 2 Omschrijf waarom het belangrijk is om erbij stil te staan dat Nederland vrij is. 3 Stel je voor dat je in 1940 leefde. Hoe voelde je je toen de nazi-Duitsers het land binnenvielen? 4 Bedenk een bericht aan een oorlogsslachtoffer. Wat wil je hem of haar vertellen?
Dichter bij 4 mei
3
3
Bekijk deze foto. De foto is genomen in 1945, in Veenendaal.
1. Bedenk 5 zelfstandig naamwoorden die bij deze foto passen. Schrijf ze op. 2. Bedenk 5 bijvoeglijk naamwoorden die bij deze foto passen. Schrijf ze op. 3. Bedenk 5 werkwoorden die bij deze foto passen. Schrijf ze op. 4. Welke gevoelens passen bij deze foto? 5. Probeer nu de situatie op de foto te omschrijven. Gebruik zo veel mogelijk van de woorden die je zojuist hebt opgeschreven.
4
In de Japanse kampen in Indië werden de Nederlanders opgesloten in vrouwen- en mannenkampen. De vrouwen leden gruwelijke honger en om de pijn te vergeten vertelden ze elkaar verhalen over lekker eten en hoe je dat moest klaar maken. Onlangs verscheen een boek met hun recepten. Het heet 'De smaak van verlangen'. Lily van Arum vertelt: 'We hadden totale verduistering 's avonds en dan ging je maar op je brits liggen. En dan hoorde je iemand in het donker zeggen: 'Weet je wat vroeger lekker was?' En dan kwam er een gerecht, vaak met veel eieren en met slagroom. En dan zei een ander: 'Ja, maar als je dit en dat erbij doet, dan wordt het nog veel lekkerder.' Het waren allemaal luxe recepten. De een begon over biefstuk, de ander had het over champignons.'
Zoek of verzin zo'n recept en wissel de regels met het klaarmaken van eten af met beelden uit de kampen.
Dichter bij 4 mei
4
Voorbeelden ter inspiratie De volgende gedichten zijn gemaakt door een groep, op basis van een door een leerling verteld verhaal. Het eerste verhaal ging zo: 'Er waren mensen doodgeschoten door de Duitsers uit wraak, omdat het Verzet een hoge officier had gepakt. Ze werden bij elkaar gedreven tegen een muur en achter elkaar neergeknald. Eén man deed alsof hij werd geraakt en liet zich vallen. Later kroop hij uit de stapel lijken, maar hij schaamde zich omdat hij het overleefde.' Herrijzenis Ze lagen op een grote hoop wachtend op de aarde gebroken pupillen, starend volgepompt met lood geliquideerd bij het kraaien van de haan, maar één hield zich doodstil staande. Toen de stilte herrees kroop hij uit het duister zocht een schuilplaats en schaamde zich levend. Klas 4H Stad en Esch Diever
In een andere klas vloog, toen er gepraat werd over de oorlog 40-45, een vliegtuig boven de school. Het mistte buiten. We konden nog net een vrouw zien lopen met een hond. Het geluid van dat vliegtuig drong door de stilte. 'Stel je eens voor' zei iemand, 'dat dat vliegtuig een bommenwerper is en dat de piloot opdracht heeft gekregen om hier zijn luiken te openen. Volkomen onverwacht!' Doodse Stilte Het was nog nooit zo stil geweest. De stilte na een schot. Stel je eens voor: sneeuw, mist de straat is leeg, hoog in de lucht gebrom, geraas, een luik gaat open. Een deur gaat open: de hond trekt zijn vrouwtje gaat mee. De lijn spant, zij geeft toe. Aarzelend wandelt zij de kou in. Na honderd meter scherven. Waar is de hond? Het was nog nooit zo stil geweest. Nassau College A 3e Quintus-groepsgedicht Dichter bij 4 mei
5
J.B.Charles observeert heel scherp een gruwelijke situatie in Neuengamme, een concentratiekamp, en de moed van een meisje dat de vernedering niet accepteert. De dichter verbindt het geheel met de actuele situatie van na de oorlog. Hij vertelt het verhaal heel eenvoudig, maar omdat hij zich concentreert op dat ene moment, zoals bij een foto en de lezer zelf laat bedenken hoe gruwelijk dit alles is, wordt het een gedicht. Een pools meisje staande op een stoel Voor dr. Hans Joseph Maria Globke, Dertien jaar medewerker van Hitler, Veertien jaar medewerker van Adenauer.
en het ongelooflijke gebeurt: het meisje, de polsen gebonden op de rug, spuugt de officier in zijn gezicht!
Stel u voor een meisje uit Polen: zij is naakt en zij staat op een stoel, daar staat zij al bijna een uur.
En deze, razend, trapt de kruk onder het kind weg en het koord spant: zij hangt, en duizenden zien haar sterven.
En die stoel staat voor de appelplaats en op de appelplaats aangetreden staan de gevangenen van Neuengamme.
En nu komt het. Deze officier is vandaag rechter in Bielefeld, Würzburg, Aken, Mannheim of Münster.
Voor het front van de stinkende voor de hel opgeschreven mannen uit alle delen van Europa
“Dit is infaam”, roept hier iemand, “die ss-officier was een ander! Die heeft nu in Bremen een net restaurant.
loopt een krachtiggevoede officier op en neer als een god met glimmend gepoetste laarzen.
De rechtsgeleerde die jij bedoelt heeft alleen de wetjes gemaakt of de vonnissen getekend!”
Nou stel u dus voor: één keer dat hij langs de stoel komt mikt hij een knipoog naar het meisje dat naakt op de stoel staat
“Verontschuldig dan mijn fout; maar dan spuwde ook het meisje op de stoel de verkeerde duitse meneer in zijn gezicht.”
Zie je hoe concreet Charles is? Hij laat de beelden zien. Zijn woede verstopt hij in een zogenaamde verontschuldiging, waardoor de lezer juist kwaad wordt over het feit dat die officier van toen nu rechter is.
Dichter bij 4 mei
6
Natzweiler was een concentratiekamp waar politieke gevangenen en verzetsmensen werden opgesloten. Zij moesten dwangarbeid verrichten, en velen werden vermoord. We kunnen nu oude concentratiekampen bezoeken, maar ze zien er zo vreemd uit. Rutger Kopland bezocht Natzweiler en begreep het niet. Vooral de laatste regel is verschrikkelijk. Natzweiler I
En daar, buiten het prikkeldraad, het uitzicht, zeer liefelijk landschap, even vredig als toen. Het zou hen aan niets ontbreken, ze zouden worden neergelegd in dat grazige gras, worden gevoerd aan die rivier van rust, daar in de verte. Het zou.
II
Ik speur de vensters af van barakken, wachttorens, gaskamer. Alleen de zwarte spiegeling van verte in de ramen, van vredig landschap, en daarachter, niemand.
III
De doden zijn zo hevig afwezig, alsof niet alleen ik, maar ook zij hier staan en het landschap hun onzichtbare armen om mijn schouders slaat. Ons ontbreekt het aan niets zeggen zij, wij zijn deze wereld vergeten, maar het zijn geen armen, het is landschap.
IV
De vergeelde foto's in de vitrines, hun door hun schedel aangetaste gezichten, hun zwarte ogen, wat zien ze, wat zien ze? Ik zie hen aan, maar waarom. Hun gezichten zijn tot de wereld gaan horen, de wereld die zwijgt.
V
Dit is het dus, verlatenheid, hier, verweg in de bergen is de plek van het afscheid. Het Lager is pas geverfd, in dat zachte grijs-groen, die zachte kleur van de oorlog, als nieuw is het, alsof er nog niets is gebeurd, alsof het nog moet. Rutger Kopland (1985, uitgeverij van Oorschot)
Dichter bij 4 mei
7
Kijk eens hoe Ed Leeflang een groep Duitse soldaten observeert. Ze hebben de oorlog verloren en staan zielig te wachten op transport naar huis. Hitler moest aan het eind steeds jongere soldaten oproepen. Leeflang beschrijft de groen geklede, treurige jongens treffend als ‘een troep verrotte augurken’. Later noemt hij ze tovenaarsleerlingen: ze moeten een kracht hanteren die ze niet aankunnen. 1945 De Duitsers stonden bewaakt bij elkaar bij de uitvalsweg, een troep verrotte augurken. Sommigen waren jongens zo oud als ik met niets dan regenlucht om zich heen. Eén roerde in een vierkant pannetje op zijn hurken. De oorlog was over, door kinderen verloren, met veel te lange geweren getraind, als tovenaarsleerlingen van het kwaad geboren. Zij leren hun tafels moeiteloos, zij laten zich doden bij Elst en Verdun, ze kunnen meer brood aan dan je dacht. Hun verveling grenst altijd aan boosheid, ze schoppen tegen de dagen aan als tegen vuilnisbakken. Lang blijven ze op de muren schrijven en naar de kleren en de onkwetsbaarheid van de volwassenen snakken.
Na de oorlog was er ellende en blijdschap. Er werden monumenten opgericht ter herinnering aan de oorlog. In Nederland staan zo’n 3100 oorlogsmonumenten! Er zijn ook gedichten geschreven bij de monumenten. Deze bijvoorbeeld. Westerbork Waar alleen nog zwarte vlekken in het groen, in storm en regen weggereden naar onuitspreekbaar waar honden buiten blaffen of in stralend lentelicht kinderen tussen de bomen langs golvende velden en een hoge horizon. Remco Ekkers
Dichter bij 4 mei
8
De tweede wereldoorlog is steeds verder weg. In het volgende gedicht beschrijft een jongere (18 jaar) wat de oorlog nog voor hem betekent. Herken je dit? Of voel jij iets heel anders? MIJN OORLOG Mijn oorlog speelt zich af in films uit Hollywood. Ik ken ze niet, de kampen de treinen van angst. De slachtoffers slechts acteurs. Mijn oorlog staat gedrukt in dikke boeken. ik ken ze niet, de gruwelijke beelden van verdriet. De doden slechts als cijfers. Mijn oorlog. Twee stille minuten, eens per jaar. Ik ken hem niet. Maar ik besef de angst, het leed van toen en nu. Ik herdenk. Jurre van den Berg
Dichter bij 4 mei
9
Het houdt niet op. Sinds het einde van de Tweede wereldoorlog is er nog geen dag geweest zonder oorlog ergens in de wereld. Denk bijvoorbeeld aan Irak, Afghanistan,Israel, Sudan. Op de foto staat een klein joods meisje met een enorme steen. Haar familieleden verzetten zich tegen de ontruiming door het leger van hun huizen, die op Palestijns gebied zijn gebouwd. In het kader van een poging vrede te sluiten moeten zij hun huizen verlaten. Het meisje doet denken aan Oud-Testamentische vrouwen als Judith en Esther. Ze is klein, daarom wordt ze vergeleken met David die Goliath, de reus, versloeg. Ook met een steen, maar een kleine. Als je dit meisje ziet met die grote steen, begrijp je dat het niet gaat lukken. Meisje met steen Aangestapt, met een steen zo groot als haar bovenlijf, haar handen klein er om vastgeklemd, beweegt zij naar de blokkade tegen het leger. Ze wil meedoen om haar huis te redden van de sloop, als Esther of Judith is zij bereid te vechten voor haar volk. Daar komt ze aan. Geen David maar een reuzin ogen wijd open naar het kwaad de mond vol levenswellust klaar om haar groeiende schoonheid te offeren aan een verouderd ideaal. Remco Ekkers
Dichter bij 4 mei
10
En wanneer een oorlog is afgelopen, is er dan vrijheid? En wat is vrijheid precies? O VRIJHEID Jij vaal vaal visioen uit een ver verleden van vermetele filosofen er zijn er die roepen dat je maar een middel bent tot blijheid -hoe durven ze! heeft niet het leven omwille van jou ontelbare levenden afgestaan? slapen in jouw schoot niet rechten en plichten zacht? o vrijheid! Bén je maar een vaal visioen Of ben je de grond, onvervreemdbare grond voor ons dierbaarste doen voor ons meest achteloze laten? Mustafa Stitou
Dichter bij 4 mei
11
Om gemakkelijk een van de voorbeeld gedichten te kunnen uitkiezen, volgt hieronder een ordening per onderwerp. – gedichten over burgers in de oorlog: Herrijzenis, Doodse stilte – gedichten over concentratiekampen: Een pools meisje staande op een stoel, Natzweiler, Westerbork – gedichten over wat oorlog doet met mensen: Herrijzenis, Doodse stilte, Een pools meisje staande op een stoel, Meisje met steen – gedichten over herdenken: Westerbork, Mijn oorlog, O Vrijheid – gedichten over vrijheid: O Vrijheid – gedichten van jongeren: Herrijzenis, Doodse stilte, Mijn oorlog
Natuurlijk zijn er nog veel meer gedichten over oorlog en vrede, over herdenken en vrijheid. Hieronder een kleine selectie voor wie verder wil lezen: Remko Ekkers, Berlijn 1945 D. J. Enright (vert. Ko Kooman), Verklaring (over WOI) Horatius (vert. Jan Eijkelboom), Dulce et decorum est Judith Herzberg, Kinereth (1965) Bart F. M. Droog, Srebrenica (1998) Remko Ekkers, Vrijheid (2000) Remco Campert, Als je niet oplet (1997) Lokke van der Wal, Zandbakruzie (2003) K. Michel, Nee en ja (1999) Ted van Lieshout, Verzet (1979) Toon Tellegen, Een man dacht dat hij vrij was (1999)
Colofon Lesbrief: Remco Ekkers, Tessa de Leur Eindredactie: Nine Nooter Vormgeving: Martijn Luns Deze lesbrief is een uitgave van het Nationaal Comite 4 en 5 mei. De wedstrijd Dichter bij 4 mei wordt georganiseerd door het Nationaal Comite 4 en 5 mei, in samenwerking met de stichting Doe Maar Dicht Maar. Voor meer informatei: www.4en5mei.nl en www.doemaardichtmaar.nl
Dichter bij 4 mei
12