Kinderrechtentop 20 november 2014
Ronde Tafel Discussie
Kinderrechten in de toerismesector
Organisatoren: UNICEF, Defence for Children-ECPAT, Universiteit Leiden, The Danish Institute for Human Rights, Myanmar Centre for Responsible Business en Djoser.
De toeristische sector is één van de grootste en snelst groeiende economische sectoren ter wereld en vormt een belangrijke bron van inkomsten en werkgelegenheid, vooral in minder ontwikkelde landen. Bij gebrek aan lokale wetgeving in veel van deze landen worden mensenrechten niet voldoende in acht genomen. Speciaal de rechten van kinderen kunnen hiervan de dupe worden. Deze Ronde Tafel discussie daagde diverse organisaties in de toerisme sector uit praktische oplossingen en commitments te formuleren zodat de (Nederlandse) reis- en toerisme sector kan bijdragen aan een maximale positieve impact op kinderen en het minimaliseren van de negatieve effecten. Onder de deelnemende organisaties bevonden zich verschillende groepen stakeholders: NGO’s, overheid, bedrijfsleven (touroperators, luchtvaartmaatschappijen), experts en jongeren. Voor deze Ronde Tafel is de zogenaamde ‘Chatham House Rule’ toegepast. De algemene sfeer tijdens de ronde tafel sessie was positief en open en zo kwamen alle verschillende stakeholders aan bod. Bij duurzaam toeristisch ondernemen wordt gestreefd naar een balans tussen People, Planet en Profit. Veel bedrijven weten heel goed invulling te geven aan aspecten Planet en Profit. Het onderdeel People is echter vaak veel moeilijker. Tijdens de Ronde Tafel ‘Kinderrechten in de toerisme sector’ werd hier praktische invulling aan gegeven. Voor de praktische invulling van People, en dan met name kinderen, heeft UNICEF de Children Rights & Business Principles ontwikkeld. Dit zijn 10 richtlijnen voor het bedrijfsleven om kinderrechten beter te betrekken in de bedrijfsvoering. Casus – Myanmar: Om de deelnemers een beter beeld te geven omtrent de effecten van toerisme op een bestemming presenteerde Tulika Bansal een studie over de effecten van toerisme inMyanmar. Tulika Bansal werkt bij The Danish Institute for Human Rights en deed de studie samen met het Myanmar Centre for Responsible Business (MCRB). Nadat de grenzen van Myanmar opengesteld werden voor buitenlanders is het centrum is in 2013 opgericht om een neutraal platform te bieden aan bedrijven, de overheid en NGOs op het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een van de activiteiten die het MCRB uitvoert zijn zogenaamde sector wijde impact assessments (SWIA). Voor verschillende sectoren (olie & gas, toerisme, ICT & landbouw) werd er gekeken hoe goed de UN guiding principles for business & human rights op sector niveau werden toegepast. Uit dit onderzoek kwam een aantal negatieve en positieve effecten van toerisme op mensenrechten naar voren. Tulika Bansal zette voor deze ronde tafel deze effecten op kinderen op een rij. Deze effecten zijn onderverdeeld in 3 thema’s. Positieve en negatieve effecten van toerisme op onderstaande thema’s zijn na te lezen in de presentatie van Tulika Bansal. • Kinderarbeid & Recht op onderwijs • Gezondheid en veiligheid van kinderen • Uitbuiting van kinderen, toegespitst op kindersekstoerisme, voluntourism, kinderen als toeristen attractie Vanuit de ronde tafel sessie bleek dat vooral de effecten van “voluntourism” nog vrij onbekend waren. Reactie uit de zaal wees uit dat kortdurend vrijwilligerswerk onder andere leidt tot het versterken van hechtingproblemen bij de vaak al verstoorde jeugd van een kind. Daarnaast is er geen tot weinig screening van vrijwilligers en wordt geld van vrijwilligers niet altijd aan de kinderen zelf besteed maar aan doelen buiten weeshuizen en opvangcentra om. Tenslotte blijkt een groot gedeelte van de kinderen in weeshuizen geen wees te zij maar nog familie te hebben in het land zelf.
Uit het voorbeeld van Myanmar blijkt dat er samenwerking tussen verschillende stakeholders nodig is om tot oplossingen te komen. Zo dienen de Ministeries van Hotels en Toerisme, Cultuur en Arbeid beter met elkaar samen te werken naast samenwerking tussen overheid, NGO’s en bedrijven. Dilemma’s : Probleemstellingen vanuit het bedrijfsleven zijn geformuleerd rondom een viertal dillemma’s: 1. Wat is de ketenverantwoordelijkheid voor bedrijven binnen de toerisme branche? Hoe weet je wat er speelt en hoever binnen je keten kan je controleren en invloed uitoefenen? 2. De sector heeft verschillende kleinere bedrijven, die wel graag verantwoord willen ondernemen. Hoe kan je als kleine organisatie invloed uitoefenen op grote mondiale problemen zoals kinderarbeid of kindersekstoerisme? Samenwerking met UNICEF is een manier waarop bedrijven daarmee omgaan. 3. Als je klanten wilt betrekken bij de problematiek rondom kinderrechten, hoe doe je dat dan? Hoe communiceer je dit en hoe krijg je de klant zover melding te doen van bv. Kindersekstoerisme? 4. Kinderseks toerisme krijgt veel aandacht binnen de branche. Alleen wat is nou precies de rol en verantwoordelijkheid van touroperators? Er waren ook leerlingen van het ROC Mondriaan (richting: toerisme) aanwezig. Zij vertelden ook les te krijgen rondom mensenrechten en negatieve effecten van toerisme op de armste mensen in de samenleving. Zo werden zij meteen in hun eerste jaar al aan de slag gezet om “schokkend nieuws” te communiceren naar de klant. Ter inspiratie voor de discussie, vertelden twee sprekers over human rights, incl children’s rights, impact assessments als manier om aan oplossingen te werken. Een voorbeeld is van Kuoni, een Zwitserse touroperator, die twee impact assessments deed in Kenia en India. Dit is niet alleen onderzoek, maar geeft ook praktische aanbevelingen voor oplossingen aan de verschillende stakeholders. Het andere voorbeeld is van MVO Nederland, die een sector brede impact assessment gaat doen begin 2015, geïnspireerd is door de impact assessments van Kuoni. Deelnemende partijen kunnen naar hun eigen keten kijken. Het programma zal zich richten op Thailand met voornaamste redenen dat Thailand als risicoland wordt gezien met betrekking tot de impact op mensen en daarnaast een veel bezochte bestemming is door Nederlandse toeristen. Verschillende touroperators zijn aangesloten bij dit programma. Vervolgens gingen de deelnemers in drie groepen uiteen om te discussiëren over de dilemma’s vanuit de bedrijven zoals hierboven besproken. Per dilemma zijn de geformuleerde oplossingen en commitment geformuleerd. De keten: In deze discussie werd besproken wat de ketenverantwoordelijkheid is voor bedrijven binnen de toerisme branche. Hoe ver binnen je keten kan je controleren en invloed uitoefenen? 1. Samenwerken & Transparantie: samenwerken binnen de keten en tussen verschillende stakeholders en het delen van belangrijke informatie met betrekking tot toeleveranciers. Als voorbeeld werd Travelife.org genoemd. Travelife is een internationaal toonaangevend management- en certificeringprogramma voor reisorganisaties en accommodaties die duurzaam willen ondernemen. Travellife heeft onder andere een gecoördineerde bestemmingsbenadering, dit is een platform voor
reisorganisaties om samen met collega-reisorganisaties de duurzaamheid op bestemmingen te bevorderen. 2. Reisleiders en klanten fungeren als “auditees” (controleurs): zij rapporten terug aan touroperators als er sprake is van schendingen van mensen/kinderrechten. 3. Trainingen & Nieuwsbrieven: Werknemers van touroperators en toeleveranciers worden op de hoogte gebracht van wat er speelt in een land en waar ze op moeten letten door middel van trainingen en nieuwsbrieven. 4. Contracten maken met spelers in de keten. Door middel van contracten met sociale en milieu voorwaarden kunnen toeleveranciers contractueel gebonden worden aan bepaalde vereisten 5. “social” network building, het ontwikkelen van communities met als doel het maken van reputatie reviews van een vakantiebestemming. De eerste oplossing werd door bijna alle bedrijven als beste gezien, ook werd er gedacht dat deze oplossing de overige ideeën zou overkoepelen. Kindersekstoerisme: rol en verantwoordelijkheid van het bedrijf In de discussie kwam naar voren dat het voor bedrijven lastig is te kiezen waar ze zich communicatief op focussen. Dit heeft vooral te maken met de vraag in hoeverre zij zich verantwoordelijk moeten stellen voor problemen in een vakantieland. De rol werd door de groep omschreven als volgt: 1. Communicatie richting klanten dat oproept tot het melden van misstanden. Door de communicatie te richten op potentiele getuigen, hoeven mensen zich niet beledigd te voelen. 2. Training van medewerkers zodat zij de boodschap kunnen uitdragen, vragen van klanten kunnen beantwoorden en kindersekstoerisme kunnen herkennen en weten wat de procedure is die ze moeten volgen bij een vermoeden van kindersekstoerisme. 3. Het management moet achter de bestrijding van kindersekstoerisme staan, zodat het personeel zich gesterkt voelt om kinderen te beschermen en mogelijk klanten af te wijzen. 4. Samenwerking met andere organisaties die een beleid hebben ter bescherming van kinderen en dit ook vragen aan leveranciers om een beleid ter bescherming van kinderen. 5. Samenwerken met NGO’s en de overheid is vereist om succes te behalen, aangezien zij kennis en netwerken hebben. Conclusie van de groep was dat bovenstaande stappen een totaalpakket zijn om kindersekstoerisme aan te pakken, dat al wordt aangeboden in de vorm van The Code. The Code is een industrie breed initiatief dat kennis, middelen en steun biedt aan de toerisme sector met als doel seksuele uitbuiting van kinderen tegen te gaan. Veel organisaties in de branche zijn dan ook al lid van The Code. Communicatie naar de klant Binnen deze deeldiscussie is er eerst gekeken naar het “Wat, Hoe en naar Wie” er gecommuniceerd wordt. Voorop werd gesteld dat communicatie gericht moet zijn op bewustwording van de spelende problematiek in vakantielanden. De stappen om dit aan te pakken werden als volgt geformuleerd:
1. Bewustwording van de klant door middel van het geven van DO’s en DON’Ts in een land. 2. Reclamespot ontwikkelen wat in-flight kan worden laten zien, op websites kan worden geplaatst en de klant laat ziet wat zij kunnen doen wanneer zij misstanden zien in een land. 3. Terugkoppelen naar de klant wat er met een melding gedaan wordt. 4. Reisleider / hostess op locatie moet informatie verschaffen over de mogelijkheid meldingen te doen. 5. Informatie moet verschaft worden door een organisatie die als betrouwbaar wordt gezien, een expert. 6. Communicatie moet doelgroep specifiek zijn. In het algemeen wordt communicatie over problematiek als vrij lastig ervaren. De meeste partijen durfden het niet aan een campagne op te starten zonder samenwerking met een expert partij. Slechts in samenwerking met een expert zoals UNICEF is communicatie over dergelijke problemen als kindersekstoerisme richting de klant mogelijk in de ogen van het bedrijfsleven. Afsluiting: De dag werd afgesloten door UNICEF. De Children Rights and Business Principles worden komende periode uitgezet in 4 sectoren: ICT (child online protection), financieel, olie & gas en toerisme. Deze sessie gaf een beter beeld van wat er leeft in de toerisme sector en in samenwerking met overheid, NGO’s en de bedrijven in de toerisme sector hoopt UNICEF een start te maken met de introductie van de CRBP’s in de toerisme sector.