De KrAk iN De KiNDerrEcHTeN??
Richtlijnen opvoeders
0
Werkboekje kinderrechten De komende maanden kan jij als opvoeder samen met de kinderen in Ave Regina werken rond de 11 verschillende kinderrechten. Deze rechten komen uit het decreet rechtspositie van minderjarigen in de integrale jeugdhulp. Deze rechten moeten ervoor zorgen dat het verblijf in Ave Regina voor deze kinderen aangenamer is. Elke maand staat één recht in de belangstelling. Jij als opvoeder geeft elke maand een werkblaadje aan kinderen. Op deze werkblaadjes kunnen de kinderen uitleg en enkele activiteiten terugvinden die zij alleen, maar ook in groep kunnen maken. Ondersteun de kinderen hier voldoende bij waar nodig. Vergeet niet om de kalender samen met de kinderen in de aandacht te zetten. Geef hem een leuke plaats in jullie leefgroep en schrijf met een white board stift, verjaardagen en leuke activiteiten erop. Op deze manier kunnen jullie elke maand een datum vastleggen om het recht van de maand even extra in de kijker te zetten en de werkblaadjes onder handen te nemen. Nog een handige tip om uit te leggen wat nu net een recht is. Je kan dit doen door het verschil uit te leggen tussen “wat wil ik” en “wat heb ik nodig”. Zo is er duidelijk een verschil tussen water en cola, drinken is noodzakelijk om te overleven en daar hebben ze dus recht op, maar dat mag gewoon water zijn, al willen de kinderen zeer waarschijnlijk liever cola. In dit voorbeeld is water dus wat ze nodig hebben en cola wat ze willen. Geef de kinderen een voorbeeld en laat ze raden tot welke categorie het hoort. Zeg nadien ook telkens wat een gelijkaardig voorbeeld is uit de andere categorie, zo leren ze goed het verschil. Hier zullen jullie elke maand rond werken samen met de kinderen: Januari – Recht op hulp Februari – Recht op inspraak en participatie Maart – Recht op duidelijke informatie April – Recht op instemming met de hulp Mei – Het dossier Juni – Recht op respect voor het gezinsleven Juli – Recht op bijstand Augustus – Recht op privacy September – Recht op een menswaardige behandeling Oktober – Recht op zakgeld November – Recht om een klacht in te dienen December – Herhalingsspel
Wij wensen alle opvoeders veel leerplezier!
1
Januari – Recht op hulp Zowel de ouders van het kind als het kind zelf kunnen hulp vragen aan Ave Regina. Soms kan je als aandachtsopvoeder niet helpen, maar dan moet je het kind of de ouders wel vertellen wie hen wel kan helpen. De kinderrechtswinkel is een goed voorbeeld van een organisatie die vaak weet wie kan helpen, op hun site vindt je nuttige informatie terug. Kinderen in nood kunnen zelf om hulp vragen en hebben eveneens het recht op hulp. Wanneer een kind zelf niet in staat is om hulp te vragen, is dit de plicht van de ouders. Onder het recht op hulp wordt verstaan dat men als hulpverlener en als voorziening de plicht heeft om een kind in nood te helpen. Indien men als voorziening het kind niet kan helpen, vanwege de problematiek bijvoorbeeld, moet men het kind doorverwijzen naar een organisatie die het kind wel de nodige ondersteuning kan bieden. Onder dit recht op hulp hoort ook dat het kind het recht heeft om naar school te blijven gaan en een nuttige vrijetijdsbesteding te hebben. Omdat het recht op hulp vrij algemeen is, werken we deze maand rond een verhaaltje. Het verhaal gaat over het leven op de boerderij van boer Teun. Elk dier zal te maken krijgen met praktische zaken die men in het leven ook kan tegenkomen. Het is dan de bedoeling dat de kinderen nadenken waar de dieren naartoe kunnen om hulp te krijgen. Het begint met erg logische zaken zoals de dokter, de oogarts, de tandarts, de kapper, de politie, de brandweer, het OCMW en het CLB. Wanneer dit lukt, kan er worden overgeschakeld naar de hulp in de jeugdhulpverlening. Het verhaal met de boerderijdieren kan aangepast worden naargelang de leefgroep en de leeftijd van de kinderen. Zo kan men ook gewoon namen gebruiken in plaats van dieren. Om het verhaal visueel te maken, zijn de boerderijdieren bijgevoegd. Deze kunnen bijvoorbeeld in het midden worden gelegd wanneer men het verhaaltje vertelt tijdens een kringgesprek.
2
Verhaal: Op de boerderij van boer Teun… Boer Teun is een oude boer van 70 jaar, die met allemaal oude dieren samenleeft op zijn boerderij. Zo heeft hij een paard dat 20 jaar oud is, een hond van twaalf jaar oud, een koe van vijftien jaar oud, drie poezen, zes schapen, twee geiten, vier varkens, vijf kippen en ten slotte nog een kikker. De dieren leven al jaren bij boer Teun en zijn er erg gelukkig. Boer Teun staat altijd erg vroeg op om zijn dieren te verzorgen en eten te geven. Zo melkt hij elke morgen zijn koe, zijn twee geiten en zijn zes schapen en raapt hij elke dag de verse eitjes op die zijn kippen leggen. Zijn ontbijt is dus altijd een eitje met een vers glas melk, lekker gezond! Na zijn ontbijt houdt boer Teun zich bezig met de stallen proper te maken en te zorgen dat de varkens genoeg modder hebben voor hun modderbadje. Ook zorgt hij ervoor dat de vijver er mooi bij ligt voor zijn kikker die daar ligt te zonnen als het mooi weer is. Hierna gaat hij een ritje maken met zijn paard terwijl de hond naast hen mee loopt. Zo is het al snel middag en dus tijd voor boer Teun zijn welverdiend middagdutje samen met zijn drie luie poezen. In de namiddag gaat boer Teun eens naar de markt of kijkt hij televisie. ’S Avonds kijkt hij nog naar Thuis en vervolgens kruipt hij in zijn bedje want morgenvroeg is het weer snel licht! Op een dag werd boer Teun wakker en ging hij zoals elke morgen naar zijn kippen om de eitjes te rapen voor zijn ontbijt. Tot zijn verbazing lagen er helemaal geen eitjes. Boer Teun vond dit erg vreemd, zouden zijn kippen ziek zijn? Waar kunnen de kippen terecht voor hulp? Wanneer boer Teun iets later naar zijn zes schapen gaat om hen te melken, hoort hij één van de schaapjes zeggen dat hij tandpijn heeft. Waar kunnen de schapen terecht voor hulp? Het is middag en boer Teun maakt zich klaar voor zijn middagdutje. Hij roept zijn drie poezen om mee te komen slapen met hem, maar één van de poezen loopt tegen de deur. Zou zijn poes niet meer goed zien? Waar kan de poes terecht voor hulp? Na zijn middagdutje gaat hij zoals altijd naar zijn paard om een ritje te maken. Tijdens het ritje loopt het paard overal tegen. Zijn haren hangen voor zijn ogen, hij ziet hierdoor bijna niets meer. Waar kan het paard terecht voor hulp? Om half vijf komt de kikker thuis van school. Hij lijkt erg verdrietig. Wanneer boer Teun aan de kikker vraagt wat er is, zegt de kikker dat hij gepest wordt op school. Andere kikkers lachen hem uit omdat hij niet zo’n mooie groene kleur heeft als de andere kikkers. Waar kan de kikker terecht voor hulp? Wanneer boer Teun ’s avonds zijn toer rond de boerderij doet, merkt hij dat er een geit weg is en dat de draad van de wei is doorgeknipt. Dat moet zeker een dief zijn, denkt boer Teun! Wie kan boer Teun helpen?
3
Nadat boer Teun naar Thuis heeft gekeken, gaat hij opnieuw slapen. Wat een dag denkt boer Teun bij zichzelf! In het midden van de nacht wordt boer Teun wakker, er hangt heel veel rook in zijn kamer en hij ziet vlammen! Wie kan boer Teun helpen? Na een nacht van weinig slapen, merkt boer Teun op dat zijn huisje er helemaal niet meer goed uit ziet. De brand heeft heel zijn huis kapot gemaakt. Dit zal veel centen kosten, denkt boer Teun bij zichzelf. Centen die boer Teun helemaal niet heeft. Gelukkig kan boer Teun ook voor dit probleem ergens terecht, weten jullie waar? Gelukkig heeft boer Teun hulp gevonden om zijn boerderij opnieuw op te knappen. Zo kunnen de dieren en boer Teun nog lang en gelukkig leven op de boerderij!
4
De boerderijdieren
5
6
Februari – Recht op inspraak en participatie Soms moet er gepraat worden over de hulp die het kind en zijn/haar ouders krijgen. Dit doe jij als opvoeder dan samen met het kind en zijn/haar ouders. Kinderen mogen ook samen met de andere kinderen van de leefgroep praten over de leefgroep. Zij mogen steeds vertellen wat ze leuk vinden in de leefgroep of wat ze zouden willen veranderen. Soms mogen kinderen mee beslissen over bepaalde dingen. Kinderen en jongeren moeten zoveel mogelijk betrokken worden bij de hulp. Zij mogen steeds zeggen wat ze vinden van de hulp. Kinderen en jongeren mogen ook mee beslissingen nemen over de hulp die ze krijgen en mogen vragen om deze hulp bij te sturen wanneer ze dit nodig achten. Er moet dus zoveel mogelijk rekening gehouden worden met wat het kind vindt en wat hij/zij wil. Zo zal er regelmatig bekeken moeten worden of alles nog goed loopt, of er problemen zijn,… . Het kan echter zijn dat het niet altijd mogelijk is te realiseren wat het kind wil. Er moet dan altijd duidelijk aan het kind uitgelegd worden waarom dit niet kan. Wanneer een kind niet in staat is om zijn mening te formuleren over de hulp, moet hij hier bij geholpen worden. Wanneer kinderen in een residentiële setting verblijven, hebben zij inspraak over de praktische organisatie. Dit kan dan bijvoorbeeld gaan over het huishoudelijk reglement of de afspraken die gelden in de leefgroep. Kinderen mogen samen met andere kinderen samen komen om te praten over de leefgroep en zijn werking. Dit kan bijvoorbeeld in een bewonersraad.
Verjaardagsmenu Zijn er in jullie leefgroep afspraken over een verjaardagsmenu? Soms mogen kinderen in een leefgroep zelf kiezen wat ze graag willen eten op de dag van hun verjaardag. Is dit bij jullie ook zo? De kinderen mogen dan eens nadenken wat ze graag zouden willen eten met hun verjaardag. Wanneer ze iets gekozen hebben, mogen ze aan de opvoeder komen vragen of dit mogelijk is. Is er in jullie leefgroep geen verjaardagsmenu, maar zouden de kinderen dit wel graag willen? Laat hen dit dan eens vragen tijdens een kringgesprek. Laat hen uitleggen dat ze graag een verjaardagsmenu willen en waarom zij dit graag zouden willen. Misschien mag het wel met een goede argumentatie! Het zou natuurlijk ook kunnen dat het niet mag, maar dan moeten jullie dit natuurlijk wel goed aan de kinderen uitleggen.
7
Kringgesprek Laat de kinderen eens nadenken wat je allemaal goed vinden in Ave Regina en in de leefgroep. Zijn er ook dingen die ze graag zouden willen veranderen? Laat de kinderen dit tijdens het kringgesprek eens vertellen. Denk hierbij ook aan de vorige opdracht over de verjaardagsmenu. Misschien hebben zij nog wel andere leuke ideetjes om met hun verjaardag te doen. Wat vinden de andere kinderen leuk in jullie leefgroep en wat willen zij graag veranderen? Probeer ervoor te zorgen dat de kinderen hier een goed en leuk gesprek over hebben. In het begin is het misschien wat moeilijk voor de kinderen om het gesprek te starten. Help hen dan als opvoeder. Probeer hen daarna zelf eens het gesprek goed te laten verlopen. Zo kan je bijvoorbeeld een kind als gespreksleider aanduiden die dan mag beslissen welk kind er iets mag zeggen. Bespreek met de kinderen in de kring wat ze allemaal goed vinden binnen Ave Regina en in de leefgroep. Waarom vinden ze dit goed en wat vinden de andere kinderen hiervan? Laat hen eerst het schema invullen dat je vindt op het einde van deze maand en laat hen dit meenemen naar het kringgesprek. Laat de kinderen tijdens het gesprek een lijstje maken van de dingen die zij in de leefgroep graag willen veranderen. Bespreek in de kring samen met de kinderen welke dingen er kunnen veranderen en welke dingen er niet kunnen veranderen. Wanneer iets niet veranderd kan worden, leg dit dan goed uit aan de kinderen zodat ze dit begrijpen en aanvaarden. Gebruik hiervoor het schema dat je op het einde van deze maand vindt. In het vakje “Dit willen we veranderen” kan je invullen wat de kinderen graag willen veranderen in de leefgroep. Daarna kruisen ze aan wat de opvoeder ervan vindt. Vindt jij het oké? Vindt jij het niet oké? Soms kan het ook zijn dat je als opvoeder hier niet alleen over kan beslissen. Het kan dan zijn dat je dit eerst zal moeten bespreken met de andere opvoeders. Er wordt dan nog geen definitief antwoord gegeven. Dan duiden de kinderen ‘Wordt nog besproken” aan. Wanneer je beslist dat iets niet veranderd kan worden, moet je dit duidelijk aan de kinderen uitleggen. Deze uitleg kunnen ze dan in het laatste vakje schrijven.
8
Wat vinden de kinderen goed in Ave Regina en de leefgroep?
9
Wat willen de kinderen veranderen? Dit willen we Kruis aan: veranderen: oké
Niet oké
Waarom is het niet oké? Wordt nog besproken
10
Maart – Recht op informatie Ave Regina is er om ouders en hun kinderen te helpen. Jullie geven elk kind een boekje wanneer ze in Ave Regina toekomen met allemaal informatie erin. Het is erg belangrijk dat deze boekjes regelmatig worden overlopen samen met het kind. Elke minderjarige die zich in de hulpverlening bevindt, heeft het recht op duidelijke informatie. Dit betekent dat de informatie op maat van het kind moet zijn, aangepast aan de leeftijd en het ontwikkelingsniveau zodat het kind de informatie begrijpt. In sommige gevallen moet de hulpverlener niet alle informatie aan het kind doorgeven. Bij informatie die het kind onnodig kan kwetsen, kan er gekozen worden om de informatie (tijdelijk) achter te houden, mits een goede motivering van de hulpverlener. Deze informatie moet dan wel aan de ouders van het kind worden doorgegeven. De hulpverlener is echter niet verplicht alle informatie inzake het kind door te geven aan de ouders. Een hulpverlener is namelijk gebonden aan het beroepsgeheim. Vertrouwelijke informatie mag enkel worden doorgegeven in het belang van het kind, wanneer de ouders de informatie nodig hebben voor de opvoeding van het kind en wanneer het kind niet bekwaam is. De hulpverlener moet het kind informatie geven over: de reden dat het kind zich in de voorziening bevindt; de inhoud van de hulpverlening; een eventuele diagnose van het kind moest die er zijn; eventuele contacten van het kind en de hulpverlener met ouders/familie; de rechten en plichten van het kind alsook de rechten en plichten van de hulpverlener; de kostprijs van de hulpverlening; als laatste moeten afspraken en regels worden overlopen onder andere over zakgeld.
11
Enkele stellingen Hieronder enkele stellingen die bedoeld zijn voor de kinderen. Jullie moeten de stellingen voorlezen en de kinderen moeten antwoorden met “ja” of “neen”. Voor het gemakkelijk te maken kan er misschien worden gewerkt met een rood en groen papiertje? Annemie, een meisje van acht jaar komt binnen in Ave Regina. Zij wil graag weten of zij in het weekend naar huis mag naar haar mama en papa en haar zus. Moeten de opvoeders haar vertellen of zij in het weekend naar huis mag? Ja Jolien, een meisje van zeven jaar komt binnen in Ave Regina. Zij weet helemaal niet waarom zij hier is. Moeten de opvoeders haar dit vertellen? Ja Tom, een jongen van twaalf jaar komt binnen in Ave Regina. Na een week weet hij nog steeds niet wie zijn aandachtsopvoeder is. Moeten de opvoeders hem dit vertellen? Ja Mike, een jongen van zes jaar zit al enkele jaren in Ave Regina. Hij is niet tevreden over het eten en wil een klacht indienen, maar hij weet helemaal niet hoe of bij wie hij dit moet doen. Moet Ave Regina hem dit vertellen? Ja Laura, een meisje van elf jaar zit al enkele jaren in Ave Regina. Zij mag elk weekend naar huis naar haar mama en papa. Dit weekend mag zij niet naar huis, maar zij weet niet waarom. Moeten de opvoeders haar dit vertellen? Ja Hans, een jongen van tien jaar komt binnen in Ave Regina. De opvoeders hebben hem verteld dat hij ADHD heeft. Hij moet allemaal therapiesessies volgen, maar hij weet helemaal niet waarom of voor wat deze sessies dienen. Moeten de opvoeders hem dit vertellen? Ja Liselotte, een meisje van zes jaar verblijft in Ave Regina. Haar aandachtsopvoeder geeft informatie over haar aan de rechter. Mag dit? Ja Kristof, een jongen van twaalf jaar verblijft in Ave Regina. Zijn aandachtsopvoeder heeft gezien dat hij een sigaret aan het roken was. De jongen vraagt om dit niet tegen zijn ouders te zeggen. Mag de aandachtsopvoeder dit toch tegen zijn ouders zeggen? Ja Tine, een meisje van twaalf jaar verblijft in Ave Regina. Zij staat onder toezicht van de jeugdrechter. Zij vraagt zich af of zij zakgeld krijgt en hoeveel. Moeten de opvoeders haar dit vertellen? Ja
12
April - Recht op instemming met de hulp In april geven we meer uitleg over het recht op instemming met de hulpverlening. Dit recht is eigenlijk de samenkomst van de 3 rechten van de voorbije maanden: Recht op hulp, recht op informatie en recht op inspraak. Zo heeft een kind als het hulp nodig heeft daar simpelweg recht op. Als je die hulp zelf niet kan geven, moet je de jongeren informeren over wie dat wel kan. Om een welgevormde mening te kunnen vormen over de aangeboden hulp, heeft de jongeren dan ook recht op alle informatie die daarvoor nodig is. Zo kan de jongere op een gefundeerde wijze zijn recht op inspraak uitoefenen. Zo kan hij dan kiezen of hij die hulp aanvaardt of weigert. Door het recht op hulp, is het dan aan de opvoeder om een nieuwe hulpaanbod voor te leggen. Een kind kan natuurlijk niet zomaar beslissen om hulp te weigeren. Zo zijn er een paar belangrijke kanttekeningen bij dit recht op inspraak. Het recht op instemming behoort, samen met het recht om bij zijn ouders te wonen en het recht op toegang tot zijn dossier, tot de 3 rechten die afhangen van de bekwaamheid van de jongeren. De algemene regel is dat een kind boven de 12 jaar bekwaam is, tenzij anders aangetoond door een volwassenen (bijvoorbeeld mentale beperking) en dat een kind onder de 12 onbekwaam is, tenzij anders aangetoond door het kind. Deze (on)bekwaamheid is niet absoluut. Zo kan je bijvoorbeeld bekwaam worden geacht om je dossier in te kijken of een deel daarvan, maar onbekwaam worden geacht om in te stemmen met de hulp. Bij de onbekwaamheid van de jongeren neemt de ouder de beslissingen en dit steeds in het belang van het kind. Verder zijn er nog vier uitzonderingen op het recht op instemming. Zo mag een jongeren de hulp niet weigeren als deze is opgelegd door de jeugdrechter. De instemming geldt dus enkel bij buitengerechtelijke jeugdhulp. Een jongeren die geplaatst is in Ave Regina door de jeugdrechtbank mag niet kiezen om naar een andere instelling te gaan, maar hij heeft wel recht op instemming bij de gekozen school, voor zover deze ook niet is opgelegd door de rechter. De jongere moet ook rekening houden met wettelijke beperkingen. Een kind kan bijvoorbeeld niet naar het CLB van een andere school stappen. Aansluitend op die wettelijke beperking moet de jongere ook rekening houden met de beperkte mogelijkheden. Als er dus maar één geschikte school is, valt er niet te kiezen. Ook heel belangrijk is dat de veiligheid van de jongeren steeds gegarandeerd moet worden. De opvoeder mag dus ingrijpen zonder instemming van de jongeren als de veiligheid van de jongeren in gevaar is.
13
Praktische werktip Om te beslissen of een kind onder de 12 jaar bekwaam is kan je jezelf de volgende drie zaken afvragen: begrijpt de jongere belangrijke informatie, begrijpt hij of informatie van toepassing is op zijn situatie en kan hij de voor- en nadelen van een beslissing afwegen.
Hoe oud ben ik? Laat de kinderen hun juiste leeftijd inkleuren eventueel ook al de jaren die al voorbij zijn. Zo kan je hen dan elk jaar het volgende cijfer laten inkleuren. Tel ook telkens samen hoeveel jaar het nog duurt voor ze 12 zijn. Als je dit samen doet met alle kinderen hebben ze waarschijnlijk ook niet dezelfde leeftijd en kan je ook dat gebruiken als argument waarom het voor iedereen anders is, wat ze mogen beslissen en wanneer.
14
Verhaaltjes raden Lees de verhaaltjes en vraag aan de kinderen hoe zij denken dat het verhaaltje afloopt. Het is vooral de bedoeling dat je de nadruk legt op hoe het komt dat het verhaaltje zo afloopt. Meestal zal het te maken hebben met de leeftijd en of de wensen realiseerbaar zijn. Het kan natuurlijk ook zijn dat het kind verplicht wordt door de jeugdrechter en dus geen keuze heeft. Als het kind zelf geen keuze heeft probeer dan de nadruk te leggen op het feit dat de mama of de opvoeder wel moeten luisteren naar het verhaal van het kind. Vul deze verhaaltjes gerust zelf aan met de talrijke casussen uit je eigen ervaring. Lotte, 8 jaar: Toen Lotte 6 jaar was moest ze elke woensdag mee naar de balletles met haar grote zus. Maar eigenlijk wilde ze veel liever gaan voetballen. Lotte vertelde aan haar mama dat ze op school veel voetbalde en dat ze dat ook graag wilde doen op woensdagmiddag. Wat denken jullie, mocht Lotte gaan voetballen? Lotte was nog geen 12 jaar dus ze kon nog niet mee beslissen. Maar haar mama moest wel heel goed luisteren naar Lotte en Lotte haar mama moest ook heel goed uiteggen waarom Lotte niet mocht gaan voetballen. De mama van Lotte zei dat de voetbaltraining op hetzelfde moment was als de balletles van haar zus en dat Lotte niet alleen mocht gaan omdat de voetbaltraining vlak naast een drukke en gevaarlijke weg was. Sven, 14 jaar: Toen Sven 14 jaar was, wilde hij heel graag van school veranderen omdat zijn school heel moeilijk was. Hij wilde graag naar een school waar ze veel sporten. Want Sven wilde graag turnleerkracht worden. Maar de mama van Sven wou liever dat hij op de moeilijke school bleef omdat Sven dan dokter kon worden. De nieuwe school was ook veel verder dan de school waar Sven nu in zat en zijn mama kon hem niet brengen want ze had geen auto. Wat denken jullie, mocht Sven naar de nieuwe school? Sven was al ouder dan 12 jaar, dus mocht hij mee beslissen over naar welke school hij ging. Omdat Sven dit zo graag wilde en hij heel vroeg ging opstaan om zelf naar school te fietsen, vond zijn mama het ook goed. Nathalie, 9 jaar: Toen Nathalie 9 jaar was moest ze ook in een leefgroep gaan wonen, net zoals jij nu. In het dorp waar Nathalie woonde waren 2 leefgroepen, De Kabouterberg en De Muziekdoos. Nathalie wilde het liefst naar de Muziekdoos omdat daar al een vriendinnetje woonde. Wat denken jullie, mocht Nathalie naar De muziekdoos? Nathalie had heel veel geluk. De 2 leefgroepen waren alle 2 even ver van haar school en bij alle 2 was nog een plaats voor Nathalie. De mama en de papa van Nathalie vonden de 2 leefgroepen even goed en dus mocht Nathalie zelf kiezen.
15
Mei – Mijn dossier Iedere jongen en meisje in Ave Regina heeft een dossier. Een dossier vertel dingen over het kind zoals: naam mama en papa waar het kind woont school waarom het kind in Ave Regina verblijft het verhaal van de geboorte tot op het heden Ieder kind in de hulpverlening heeft recht op een dossier. Hierbij heeft ieder kind ook recht om dit dossier in te kijken. De hoofdregel is dat een kind zijn dossier mag in kijken wanneer hij of zij twaalf jaar is geworden. Hierbij moet ook gekeken worden of het kind op zijn twaalfde verjaardag in staat is om zijn dossier in te kijken. De bescherming om niet gekwetst te worden staat voorop. Je kan delen uit het dossier gaan selecteren en kopiëren zodat het kind kan lezen waar hij of zijn bekwaam voor is. Om extra bescherming te bieden, kan jij als opvoeder of een ander teamlid het dossier samen inkijken met het kind. Op deze manier kan je er zeker van zijn dat het kind alles begrijpt wat hij of zij leest en voorkom je foute interpretaties. Om zeker te zijn dat het kind begrijpt wat hij of zij leest, kan je hem of haar gaan bevragen. Het is ook altijd leuk om eens te gaan nadenken wie in je groep al in staat is om zijn of haar dossier in te kijken. Zo ja, welke delen zou het kind dan juist kunnen in lezen? Zijn er eventueel interessante hoofdstukken die het kind zou moeten weten om zich beter te gaan om voelen, zijn of haar verblijf in Ave Regina beter te begrijpen? Na deze analyse kan je één van de kinderen bij je nemen en hem of haar bevragen of ze graag het dossier in willen kijken. Op deze manier ben je de vraag van het kind voor. Om de kinderen in Ave Regina meer vertrouwd te laten worden met het dossier, maakt deze maand ieder kind zijn of haar eigen dossier. Help het kind hier voldoende bij. Stel harde kaften en knutselmateriaal ter beschikking van de kinderen. Geef hen tips over wat ze in hun eigen dossier kunnen steken zoals wat eet je graag, wat vind je niet lekker, wat je wel of niet leuk, waar ga je naar school, wie is je mama, papa, broer, zus, oma, opa, vriendjes of vriendinnetjes, … Laat hen wat ze leren over de kinderrechten elke maand bij in hun dossier steken. Wanneer ze vragen hebben, kunnen ze eerst in hun dossier informatie gaan opzoeken als ze er al iets over geleerd hebben.
16
Juni – Respect voor het gezin In deze maand staan het gezin, vrienden, familie, … van de kinderen in het middelpunt, want zij zijn heel belangrijk heel belangrijk voor hen. Als opvoeder moet je dan ook respect hebben voor de ouders. Je kan de ouders inlichten over het kind, afspraken maken hen helpen, … Maar soms verloopt deze communicatie niet zo vlot. Denk maar eens aan de kinderen die niet naar huis kunnen, omdat de situatie thuis zeer moeilijk is. Kinderen hebben het recht om thuis te wonen, maar soms lukt dit niet. De thuissituatie kan gevaarlijk zijn voor het kind, of de ouders hebben hulp nodig om het kind op te voeden. Hierdoor komen ze vrijwillig of via gedwongen hulpverlening (door de jeugdrechter) in Ave Regina terecht. Hun verblijf in Ave Regina is altijd tijdelijk: een aantal kinderen kunnen terug naar huis, anderen gaan uiteindelijk zelfstandig wonen en anderen krijgen hulp vanuit een andere voorziening. Het is jouw taak om het kind zo goed mogelijk te ontvangen. Daarnaast is het belangrijk dat het kind zijn contact met zijn ouders kan behouden. Als de jeugdrechter beslist dat het kind in het weekend niet naar huis kan gaan, dan kan jij het kind hierover inlichten. Misschien is het wel mogelijk dat het kind zijn ouders kan bellen, e-mailen of via facebook kan chatten. Zo behoudt hij contact met zijn ouders. Naast het contact is het ook heel belangrijk dat de ouders op de hoogte blijven. Hiermee wordt bedoeld, dat ze weten wat hun kind doorheen de week doet, hoe het evolueert, … Soms is het moeilijk om de ouders te bereiken, maar hiervoor kan je het heen en weer schriftje gebruiken. Hierin kan jij, als opvoeder, iets over de vorderingen van het kind schrijven of iets vragen aan de ouders. Zo kunnen de ouders zelf ook iets aan jou vragen. Het kind kan zich in de leefgroep thuis voelen, doordat hij iets van thuis mag meenemen en dit op de kamer kan leggen. Wanneer hij zich verdrietig voelt, kan dit voor hem een troost zijn. Tot slot is het ook belangrijk dat jij en de teamleden van in het begin de ouders van het kind in de hulpverlening betrekt. Zo is het mogelijk om een goede verstandshouding met hen te krijgen. Hierdoor krijgen de ouders ook het gevoel, dat ze niet volledig uit hun ouderrol worden gezet en nog mee mogen beslissen over hun kind. Je vermijdt op deze manier dan ook conflicten.
17
Verhaal: Het Kleine beertje Hieronder lees je een verhaaltje over een klein beertje, dat naar Ave Regina reist. Als opvoeder kan jij dit in een kringgesprek voorlezen of het kind kan dit met individuele hulp zelf ook lezen. In het verhaal vind je enkele vraagjes terug, waarover je al eens kan nadenken. Probeer je antwoord tijdens het kringgesprek te vertellen. Er was eens een klein beertje dat heel veel van haar familie hield en haar ouders hielden ook van haar. Het kleine beertje met haar mooie bruine vacht en goude ogen, was zeer speciaal. Toch voelde ze zich niet gelukkig en haar ouders konden niet alleen voor haar zorgen. Na een lange zoektocht vonden ze een lieve, vlinder die hen kon helpen. Het kleine beertje en haar ouders gingen samen met de vlinder naar een groot huis met andere beertjes. Ze kregen daar heel veel informatie en ze ontmoetten daar enkele rare dieren. Het kleine beertje had hen nog nooit gezien en wist niet goed of ze deze gekke dieren wel kon vertrouwen. Toen zei de vlinder: “Wees maar niet bang kleintje. Deze rare dieren zullen jou en je ouders helpen. Ze zullen voor jou zorgen, zodat je in de toekomst terug thuis kan wonen. In de week zal je hier verblijven, maar in het weekend mag je terug naar huis.” “Wanneer het niet mogelijk is om naar huis te gaan, zullen we dit aan jou vertellen en doen we ons best om jouw mama en papa te helpen.” Zo gebeurde het, dat het kleine beertje naar dat grote huis ging. Dit vond ze helemaal niet zo fijn, want nu zag ze haar familie en vrienden minder vaak. “Oh, help!” dacht het beertje, “Nu moet ik helemaal alleen naar een groot huis. Ik voel me zo eenzaam”. “Neem maar enkele leuke foto’s mee, zodat mama en papa steeds op jouw kamer aanwezig zijn,” zei mama beer. “Dan ben je niet meer alleen”. Heb jij ook iets van thuis op jouw kamer? Toen ze voor het eerst in Ave Regina aankwam, zag ze enkel een zeer groot gebouw met vele ramen. "Oh, nee! Hier ga ik mij nooit thuis voelen" dacht het kleine beertje. Gelukkig werd ze direct opgevangen door de gekke dieren, die haar opvoeders waren. Ze kreeg een aandachtsopvoeder, waar ze steeds bij terecht kon voor hulp en met haar vragen. Ook de andere opvoeders zorgden voor haar. Het kleine beertje was niet meer alleen en al snel maakte ze in de leefgroep nieuwe vrienden. Door de sfeer voelt ze zich helemaal thuis en veilig. Hoe voel jij je in de leefgroep?
18
Al snel speelde het kleine beertje buiten met haar nieuwe vriendjes, die ook zeer speciaal waren. Nu voelde ze zich helemaal niet meer alleen. Wie zijn jouw vriendjes binnen de leefgroep? Welke spelletjes spelen jullie graag? In het grote huis doen ze hun best het kleine beertje gelukkig en blij te maken. De opvoeders hebben respect de mama en de papa van het kleine beertje. Soms kunnen de opvoeders samen met de ouders en het kleine beertje praten. In het weekendhet kleine beertje ook steeds een schriftje mee naar huis. In dit schriftje schrijvende opvoeders iets over haar. Zo weten de ouders altijd wat het kleine beertje heeft bijgeleerd of heeft uitgespookt. Om het schriftje mooi te maken heeft ze de buitenkant zelf mogen versieren. De lievelingskleur van het beertje is rood. Haar schriftje staat dan ook vol met rode bolletjes. Hoe praten de opvoeders met jouw ouders? Wanneer het kleine beertje zich thuis niet gelukkig voelt en verdrietig is, kan ze hier met de opvoeders over praten. Samen gaan ze opzoek om het kleine beertje terug blij te maken en proberen ze ervoor te zorgen dat ze een leuker contact krijgt met haar gezin. Toch is het soms moeilijk om naar huis te gaan of om haar mama en papa te spreken, maar de opvoeders doen steeds hun best om het goed te maken.
19
Mijn familie Deze opdracht kunnen de kinderen zelfstandig maken, maar ze moeten wel ondersteund worden in het inkleuren en knippen. Het hebben van een familie is heel belangrijk en iedereen heeft er één, maar soms is het moeilijk om hen te zien. Daarom kunnen de kinderen nu een kader maken, waarin zij een foto van hun familie, vrienden of zichzelf kunnen plakken. Daarna kunnen ze dit eventueel in hun kamer ophangen. Wanneer het niet mogelijk is om de kader op te hangen, kan je dit op een stuk karton kleven. Hierdoor is het stevig om ergens in de kamer te zetten. Op de volgende bladzijde vind je een kader terug, die de kinderen kunnen inkleuren (enkel de buitenranden). Jij kan aan de ouders van de kinderen vragen of ze een foto mogen meebrengen of eventueel een zelfgenomen foto (afmeting 10 x 15 cm) afdrukken. Als dit niet lukt, kunnen sommige kinderen eventueel zichzelf en hun ouder, vriendje, … tekenen. Of hun naam in het middenvak schrijven.
20
21
Juli – Recht op bijstand In juli gaat al onze aandacht naar het recht op bijstand. Meer specifiek gaat dit over het recht op een bijstandspersoon (BP). De jongere heeft recht op deze bijstandspersoon in al zijn contacten i.v.m. zijn rechten. Het behoort tot de taak van elke hulpverlener de jongeren kennis te geven van dit recht en die bijstand praktisch mogelijk te maken. Voor alle duidelijkheid, een bijstandspersoon is niet hetzelfde als een aandachtsopvoeder of een vertrouwenspersoon. Een heel specifieke vereiste voor een bijstandspersoon is namelijk dat hij niet rechtsreeks bij de huidige hulpverlening betrokken is. Toch worden deze termen vaak door elkaar gebruikt, meestal omdat bijstandspersoon een te moeilijk woord is voor de jongeren zelf. Om deze reden spreken we in de folder voor de jongeren dan ook over een vertrouwenspersoon. Wie mag Bijstandspersoon worden? Er zijn 3 voorwaarden waaraan een bijstandspersoon moet voldoen. 1. Een bijstandspersoon moet gebonden zijn aan beroepgeheim of personeel zijn van de school van de cliënt. 2. Hij mag nog niet rechtstreeks betrokken zijn bij de hulpverlening van de jongere. 3. De jongere moet zijn bijstandspersoon zelf gekozen hebben, tenzij hij niet in die mogelijkheid is. Voorwaarde 1 is dat de bijstandspersoon gebonden moet zijn aan beroepsgeheim of personeel moet zijn van de onderwijsinstelling van de jongeren. Beroepen met een beroepsgeheim zijn bijvoorbeeld advocaten, psychologen of personen die door hun beroep geheimen krijgen toevertrouwd. Onder het personeel van de onderwijsinstelling verstaan we zowel de leerkrachten, de directie als de secretariaatsmedewerkers of de onderhoudsman. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen deze twee groepen omdat personeel van een onderwijsinstelling geen beroepsgeheim heeft maar een ambtsgeheim. Het verschil bestaat eruit dat je bij ambtsgeheim geen zwijgplicht hebt, enkel de plicht discreet om te gaan met informatie. Voorbeeld: Als een leerling aan zijn leerkracht zou bekennen dat hij drugs dealt op school, moet deze leerkracht dit melden aan zijn directeur. Echter als deze leerkracht ook optreedt als zijn bijstandspersoon, dan mag hij dit zelfs niet doorgeven.
22
Voorwaarde 2 is dat de bijstandspersoon nog niet rechtstreeks mag betrokken zijn bij de hulpverlening. Het woord “rechtstreeks” is hier een vaag begrip dat begrepen moet worden als niet met het kind zelf werken binnen de hulpverlening. Voorbeeld: Een ouder mag geen bijstandspersoon zijn, een tante wel. Een opvoeder van dezelfde leefgroep mag geen bijstandspersoon zijn, een opvoeder van een andere leefgroep wel. En een buurvrouw mag ook bijstandspersoon worden, behalve als ze al als pleegouder is aangesteld. Te verstaan dat de bijstandspersoon ook steeds voldoet aan de andere twee voorwaarden. Voorwaarde 3 is dat de jongere zijn bijstandspersoon zelf gekozen heeft. De jongere moet dus, rekeninghoudende met de andere twee voorwaarden, steeds vrij gelaten worden in zijn keuze. Als de jongere nog te jong is of een mentale beperking heeft, mag deze beslissing ook door de ouders genomen worden. Als er echter een belangenverschil zou zijn tussen ouder en kind kan ook de directeur van elke jeugdhulpvoorziening die voorziet in de zorg voor deze jongeren, deze keuze maken. Voorbeeld: Een jongen van vier jaar met een mentale beperking die thuis mishandeld werd, wordt na overleg met het Comité opgenomen in een instelling van de integrale jeugdhulp. Bij de rechtbank kunnen de ouders de jongen niet laten bijstaan door hun eigen advocaat. De ouders en de jongen hebben namelijk andere belangen in deze zaak. In deze casus kan dan zowel de directeur van het Comité als de directeur van de instelling een bijstandspersoon aanstellen. Wat mag/moet een Bijstandspersoon doen? Zoals eerder vermeld mag een bijstandspersoon aanwezig zijn bij elk contact dat de jongeren heeft dat in verband staat met zijn rechten. Dit moet heel ruim geïnterpreteerd worden. Eigenlijk komt het er op neer dat de bijstandspersoon steeds aanwezig mag zijn als de jongere dit vraagt. Zowel bij informatieve momenten zoals een evaluatiegesprek met een opvoeder als bij een gesprek met de ouders. De bijstandspersoon heeft, in geval van belangenconflict, recht op toegang tot het dossier van de jongeren. Dit houdt ook specifiek in dat de bijstandspersoon toegang heeft tot de delen van het dossier die de jongeren zelf nog niet mag inzien. Praktische werktips Vernoem de naam van bijstandspersoon steeds in het dossier van alle betrokken diensten. Zo wordt vermeden dat er meerdere bijstandspersonen worden aangewezen. Bovendien wordt er dan gemakkelijker voor gezorgd dat bij elk contact dat de jongere aangaat, de bijstandspersoon betrokken kan worden. Zorg ervoor dat de jongere steeds weet wie zijn bijstandspersoon is en hoe hem te contacteren, door bijvoorbeeld een foto van de bijstandspersoon in de jongere zijn map te steken met op de achterkant zijn gegevens.
23
Verhaal: Het wilde eekhoorntje. Het verhaal van het wilde eekhoorntje gaat over een eekhoorntje dat kwaad was op zijn opvoeder en bijstand kreeg van zijn leerkracht. Het heeft als doel dat de kinderen meer te weten komen over hun recht op bijstand. Omdat dit verhaal een uitnodiging is tot een (groeps)gesprek is het een interactief verhaal, dus alles wat in het vet staat kan je ook echt aan de kinderen vragen. Het wilde eekhoorntje.
Hallo, ik ben Sofie, een eekhoorntje en ik ben 8 jaar. Ik woon in een heel groot en mooi park niet zo ver hier vandaan. Misschien ben je er zelf al geweest. Waarschijnlijk heb je dan ook veel vrienden van mij gezien, die in het park wonen. Welke diertjes wonen allemaal in het park? Inderdaad de vogels, de eendjes, de vissen, de spinnen, … en misschien zag je ook wel een eekhoorntje, net als ik. Ik woon in een grote boom met mijn mama en papa en mijn broer en zus.
Net als jullie mama en papa moeten de mama en papa diertjes overdag gaan werken om voor het eten te zorgen. Wat denken jullie dat de kinderdiertjes doen als hun mama’s en de papa’s zijn gaan werken? Net als jullie gaan de kinderdiertjes dan naar school. Zo kunnen ze later als ze groot zijn zelf ook gaan werken en voor het eten zorgen. Ergens midden in het grote en mooie park is een school voor alle kinderdiertjes die in het park wonen. Het is een hele goede school, met lieve juffen en meesters. Het is zo een goede school dat er soms ook diertjes komen van andere parken heel ver weg. Toen ik naar die school ging, naar het eerste leerjaar, moest ik heel stil zijn in de klas en goed luisteren naar de juffrouw. Dat vond ik heel moeilijk. Ik wilde liever spelen en praten met mijn vriendjes. Maar dat vond de juffrouw niet leuk, dus kreeg ik veel straf. De juffrouw is toen met mijn mama en papa komen praten om te zeggen dat er een school was die ook leuk was en waar ik in een klas zou komen waar beter voor me gezorgd kon worden. Die school was in een ander park en dus moest ik tijdens de week in een ander huis gaan wonen, zonder mijn mama en papa. In mijn nieuwe huis woonden nog andere kindjes die naar mijn nieuwe school gingen en die ook niet goed konden stilzitten in de klas.
24
In dat nieuwe huis had ik een aandachtsopvoedster. Zij was wel lief, maar soms ook heel streng. Ik vond het niet altijd even leuk om met haar te praten, want ik denk soms dat ze de andere eekhoorntjes leuker vindt. Toen ik een tijdje in dat nieuwe huis woonde, kwamen mijn ouders langs om met mijn aandachtsopvoedster te praten. Dat vond ik nogal spannend, want ik dacht dat mijn aandachtsopvoedster alleen maar slechte dingen zou vertellen. Toen zei mijn aandachtsopvoedster dat ik een vertrouwenspersoon mocht meenemen. Weten jullie wat dat is, een vertrouwenspersoon? Die zou dan mee komen met mij om te luisteren of mijn aandachtsopvoedster ook goede dingen vertelde tegen mijn ouders. Dat vond ik wat moeilijk, want ik wist niet goed wie ik moest kiezen. Wie zouden jullie kiezen? Ik was al wel eens een paar keer bij de verpleegster geweest en die was heel lief en heel vriendelijk en zij vond mij zeker leuk. De verpleegster is dan mee gekomen naar het gesprek met mijn ouders en de aandachtopvoedster en het was een heel leuk gesprek. Mijn aandachtsopvoedster zei zelfs dat ik een lieve eekhoorn was en dat ze het leuk vond met mij in de leefgroep. Nadien heb ik de verpleegster een dikke zoen gegeven en soms komt ze nog eens bij een gesprek zitten. Ze is zelfs al eens mee naar mijn school geweest. Maar ik vind het ook niet altijd nodig dat ik mijn vertrouwenspersoon bij me heb op een gesprek. Ik vertrouw de opvoeders ook steeds meer en ik vind het dikwijls niet erg meer om samen met mijn ouders en mijn aandachtsopvoedster te praten. Ik ben wel heel blij met mijn vertrouwenspersoon. Ondertussen ben ik hier heel graag en heb ik hier veel vriendjes. En sommige van die vriendjes hebben ook een vertrouwenspersoon!
25
Tekenplaten wie wel –wie niet Overloop samen met de jongeren welke mensen uit zijn omgeving in aanmerking komen om zijn vertrouwenspersoon te worden. Let wel op, dit is zeker niet voor iedereen hetzelfde. Bij sommigen kan bijvoorbeeld de tante een bijstandspersoon zijn, bij anderen kan dit niet. Laat hem die plaatjes inkleuren.
Mama
Juffrouw
Papa
Meester
Dokter
Opvoeder
26
Opvoeder andere leefgroep
Klusjesman school
Hond
Vrienden
Tante
Nonkel
27
Fotokader Knutselen Als een kind een aandachtsopvoeder heeft, is het belangrijk dat die weet wie dit is of dit op zen minst zelf kan opzoeken, vandaar volgende opdracht. Laat ze een fotokader inkleuren en hierin de foto van hun bijstandspersoon op kleven. Kleef ook op de achterkant een kadertje met de gegevens die de jongeren zou kunnen nodig hebben om deze persoon te contacteren. Zo zijn alle opties open en kunnen ze deze persoon zelf bellen, jou laten bellen of gewoon de foto laten zien als ze het niet goed kunnen uitleggen. Als ze nog geen foto hebben, kan je ze een tijdelijke tekening laten maken.
28
Informatie Vertrouwenspersoon: Naam: ……………………………………………………. Werk: …………………………………………………….. Telefoonnummer: ………………………………………. E-mail: …………………………………………………… Informatie Vertrouwenspersoon: Naam: ……………………………………………………. Werk: …………………………………………………….. Telefoonnummer: ………………………………………. E-mail: …………………………………………………… Informatie Vertrouwenspersoon: Naam: ……………………………………………………. Werk: …………………………………………………….. Telefoonnummer: ………………………………………. E-mail: …………………………………………………… 29
Augustus - Recht op privacy Kinderen mogen ook dingen voor zichzelf houden. Niet iedereen hoeft altijd alles te weten. Dit mag wanneer ze thuis zijn, op school zijn, ze in Ave Regina zijn,… . Soms kan het zijn dat kinderen eventjes alleen willen zijn en dat ze een plekje voor zich alleen willen. In Ave Regina moeten jullie ervoor zorgen dat dit kan! Het recht op privacy zorgt ervoor dat dit alles kan. Elke minderjarige heeft namelijk het recht op: Een eigen overtuiging over godsdienst, over de mens en over de wereld; Een ruimte om zich terug te trekken. Dit wil zeggen dat je als opvoeder altijd respect moet hebben voor de mening van het kind. Dit geldt ook voor ouders, pleegouders en andere mensen. Niemand mag zich zomaar bemoeien met het leven van het kind. Zonder de toestemming van het kind mag je als opvoeder niet zomaar sms’jes, e-mail, brieven,… die het kind ontvangt lezen. Ook het dagboek van een kind is privé en mag niet zonder gegronde reden gelezen worden. Er zijn enkele uitzonderingen waarbij je als ouder, pleegouder of opvoeder je wel mag bemoeien met het leven van het kind. Dit kan onder andere in deze gevallen: Wanneer men het vermoeden heeft dat kinderen problemen hebben en dat het kind hierover liegt; Wanneer men denkt dat het kind in gevaar is; Wanneer men denkt dat het kind omgaat met vrienden die het kind op het verkeerde pad brengen; Wanneer er een vermoeden is van het gebruik van drugs; … Informatie over het kind en zijn/haar gezin mag niet aan iedereen verteld worden. Dit wil zeggen dat persoonsgegevens zoals namen, adressen, telefoonnummers, maar ook foto’s vertrouwelijk behandeld moeten worden. Tevens mag men ook niet tegen eender wie vertellen welke problemen een gezin heeft, wie hen helpt, hoe het gezin leeft,… . Kinderen die in een leefgroep verblijven, mogen zelf kiezen of ze bezoek willen krijgen en van wie ze bezoek willen krijgen. Als opvoeder kan je enkel bezoek weigeren als dit een goede reden onderbouwt en als dit in het belang is van het kind. De jeugdrechter kan het bezoekrecht van bepaalde personen weigeren of beperken.
30
MEMORY Om het recht op privacy te verduidelijken aan de kinderen, spelen we deze maand een memory-spel. Dit is een leuke manier om uit te leggen wat er onder privacy verstaan wordt. Bovendien zorgt de visualisatie ervoor dat kinderen zich een beeld kunnen vormen en dat men dit gemakkelijker onthoudt. Je kan memory alleen of met meerdere personen spelen. Bij memory is het de bedoeling dat alle kaartjes met de tekening naar onderen op te tafel worden gelegd. Men draait twee kaartjes om. Wanneer de twee kaartjes dezelfde afbeelding tonen, mag de persoon die de kaartjes omdraaide de kaartjes bijhouden. Hij heeft dan een paar. Deze persoon mag opnieuw twee kaartjes omdraaien. Wanneer er op de twee kaartjes verschillende afbeeldingen staan, worden de kaartjes terug omgekeerd op dezelfde plaats op tafel gelegd. De volgende speler is dan aan de beurt. De speler die op het einde de meeste paren heeft kunnen vormen, is de winnaar! Tip: probeer te onthouden waar welke afbeelding ligt. Zo kan je sneller paren vormen! Welke afbeeldingen zijn er in het spel en wat is hun betekenis?
Wanneer je als opvoeder binnen wil gaan in de badkamer, het toilet of een slaapkamer, ben je verplicht eerst te kloppen. Dit zijn namelijk plaatsen waar je je als opvoeder in de privésfeer van het kind bevindt. Je kan dan ook best wachten op een positief antwoord van het kind. Wanneer je echter geen antwoord krijgt en je denkt dat het kind in gevaar is, mag je uiteraard wel binnengaan.
Als opvoeder mag je geen e-mails, sms’jes, dagboeken, brieven,… van kinderen lezen zonder hun toestemming . Je mag dit enkel doen met een goede reden, bijvoorbeeld wanneer je denkt dat het kind in gevaar is.
31
Het kind mag altijd zeggen wat hij denkt over de mens en de wereld. Als opvoeder moet je hier respect voor hebben.
Het kind mag zelf kiezen of en van wie hij bezoek wil krijgen. Soms mag je als opvoeder zeggen dat iemand niet op bezoek mag komen. Je moet dan wel duidelijk aan het kind uitleggen waarom dit zo is. De jeugdrechter kan ook beslissen of iemand op bezoek mag komen of niet.
Opvoeders mogen niet aan om het even wie vertellen waar een kind woont, wat zijn naam is, wat zijn telefoonnummer is, welke problemen hij heeft, wie hem helpt,… .
Kinderen hebben recht op een plekje voor zichzelf. Dit kan bijvoorbeeld de slaapkamer zijn. Op hun eigen slaapkamer kunnen ze gaan zitten om wat na te denken, als ze boos zijn, als het even alleen wil zijn,… . Als opvoeder is het belangrijk dat je respect hebt voor dit eigen plekje van het kind.
Als opvoeder moet je vertrouwelijk omspringen met foto’s van het kind en zijn/haar gezin. Je mag deze foto’s niet zomaar aan iedereen laten zien.
32
Ieder kind mag zijn/haar idee hebben over de verschillende godsdiensten. Bovendien is het kind vrij in het kiezen of hij al dan niet gelooft en van de godsdienst waarin hij gelooft. Als opvoeder moet je hier respect voor opbrengen.
Kinderen zijn vrij om te kiezen hoe zij hun haar willen dragen. Willen zij dit los, in een paardenstaart, in een vlecht, met gel,… ? Als opvoeder moet je respect hebben voor hun keuze. Ouders hebben hier natuurlijk ook iets over te zeggen.
Sommige mensen, zoals de ouders, opvoeders of pleegouders zijn verantwoordelijk voor het kind en mogen zich wel bemoeien met het leven van het kind, Ook wanneer het kind dit niet wil. Dit moet dan wel een gegronde reden hebben en in het belang zijn van het kind. Dit kan bijvoorbeeld wanneer men denkt dat het kind in gevaar is.
33
September- Recht op een menswaardige behandeling Kinderen binnen de bijzondere jeugdzorg en in de zorg voor personen met een handicap zijn kwetsbaarder. Als opvoeder is het dan ook heel belangrijk dat jij hen goed beschermt. Jij kan voor een goede sfeer in de leefgroep zorgen, waardoor de kinderen zich veilig en beschermd voelen. Recht op een goede behandeling wil eigenlijk zeggen, de kinderen niet onmenselijk behandeld worden. Hiermee wordt voornamelijk bedoeld, dat ze geen slachtoffer worden van lichamelijk en geestelijk geweld. Bv. geen lijfstraffen Toch is dit niet zo gemakkelijk, want hoe moet je nu een kind in veiligheid brengen wanneer hij een woede-uitbarsting heeft? Als opvoeder heb je dan de taak om het kind en de anderen te beschermen. Om het kind rustig te maken of om het kind in veiligheid te brengen kan je de fixatietechnieken gebruiken. Deze worden door de kinderen niet als prettig ervaren. Je kan achteraf uitleggen, waarom dit nodig was. Naast deze fixatietechnieken heb je ook de mogelijkheid om de vrijheid van het kind af te nemen via de time-outruimte, wanneer hij zelf in gevaar is. Hiervoor dien je wel een procedure te volgen, anders schend je het recht van het kind. Deze procedures vind je ook terug binnen Ave Regina. Verder is het heel belangrijk dat het kind op regelmatige basis positief bekrachtigd wordt, wanneer hij goed gedrag vertoont. Zo stimuleer je het kind om goed gedrag te vertonen en kan hij zich gelukkiger voelen in de leefgroep. Hij kan het gevoel krijgen dat hij als persoon aanvaard wordt. Als laatste speelt de jeugdrechter hier ook een heel belangrijke rol. Hij kan enkele beslissingen nemen, waardoor het kind zijn ouders niet meer kan zien. Wat een grote invloed heeft op het kind. Maar de jeugdrechter doet dit enkel om ook het kind te beschermen. Net zoals jij heeft hij ook de taak om het kind te beschermen. Als opvoeder kan jij het kind dan opvangen en hem uitleggen, waarom de jeugdrechter net die beslissing heeft genomen.
34
Hoe voel jij je in de leefgroep? Het is heel belangrijk dat het kind zich goed voelt in de leefgroep, daarom kan hij in de onderstaande afbeelding een poes kleuren. Het kind kan zich identificeren met de gemoedstoestand van een poes. Om het kind te helpen, kan je vragen hoe hij zich voelt. Heeft hij veel vriendjes of is hij liever alleen. Lacht hij veel of is hij een rustige persoon? De kinderen kunnen het onderstaande poesje inkleuren waarvan zij denken: die lijkt zich te voelen zoals ik me voel. Zoek een woord voor dat gevoel! Enkele voorbeeldjes: De linkse poes, met haar oogjes dicht en haar poot voor haar neus, lijkt mij eenzaam. Ik voel me soms ook wel eenzaam, dus ik kies voor die poes. De rechtse poes is aan het lachen. Ik lach ook wel veel en voel me blij, dus ik kies voor deze poes.
35
Wat mag en wat mag niet? Soms is het niet zo duidelijk, wat een kind allemaal mag doen in de leefgroep. Daarom kan hij nu aan een opvoeder of in een kringgesprek enkele vragen stellen, waardoor hij mogelijk een duidelijker beeld krijgt. Wat gebeurt er als jij boos wordt en iemand pijn doet? …………………………………………………………………………………………………………… Wanneer moet jij naar de time-out ruimte? …………………………………………………………………………………………………………… Waar mag jij niet komen? …………………………………………………………………………………………………………… Krijg jij een beloning als je iets goeds hebt gedaan? Zo ja, wanneer? ……………………………………………………………………………………………………………
Een goed woordje Als laatste krijgt het kind de uitdaging om iets goed, mooi, fijn tegen iemand te zeggen. Hij mag zelf kiezen aan wie hij dit wil vertellen: een vriendje, opvoeder, leerkracht, … Om te starten krijg je hieronder enkele voorbeeldjes: Ik vind dat jij vandaag een mooie trui aan hebt Ik vind jou lief Ik vind het leuk om met jou te spelen Jij kan goed voetballen Jij kan goed lopen Jij bent grappig …. Als het kind zelf een compliment of een goed woordje heeft gekregen, mag hij altijd iets terug zeggen over die persoon. Het moet natuurlijk wel lief zijn.
36
Oktober – Recht op zakgeld Niet iedereen die in Ave Regina verblijft krijgt zakgeld! Wanneer kinderen in een instelling, pleeggezin verblijven hebben zal het recht op zakgeld gelden. Er zijn twee elementen waar het van afhangt of deze kinderen zakgeld zullen krijgen van de overheid of niet. 1. Het kind is door de jeugdrechter toegewezen aan Ave Regina Het kind heeft recht op zakgeld. Het zakgeld zal uitbetaald worden door de overheid. In tegenstelling tot kinderen in de bijzondere jeugdzorg ligt de hoeveelheid zakgeld in deze setting niet vast. Hoeveel het kind zal krijgen hangt af van de instelling en de leeftijd van het kind. Als je het juiste bedrag wil weten, vraag dit dan na bij het secretariaat waar je werkt. 2. Is het kind vrijwillig door de ouders aangemeld om hulpverlening te krijgen door Ave Regina? In dit geval zullen de ouders zelf bepalen of hun kind zakgeld zal krijgen of niet. Ook zij zullen bepalen of het zakgeld thuis bewaard zal worden of in de leefgroep. Vaak zal bij dit laatste ook toestemming aan de ouders gevraagd moeten worden, wanneer het kind iets met het zakgeld, verkregen door de ouders, wilt kopen. Zoek samen met de kinderen van je leefgroep uit van wie zij zakgeld krijgen. Kijk ook samen na hoeveel zakgeld ze krijgen en al hebben gespaard. In een voorziening is het vaak niet aangeraden dat de kinderen hun eigen zakgeld bijhouden. De hoofdreden hiervoor is om diefstal te verkomen. Ook zijn de kinderen nog te jong om volledig zelf te beslissen waar ze hun zakgeld aan uit geven. Voor de kinderen zelf is het altijd veel leuker om hun eigen centjes bij te houden. Ons voorstel is om de kinderen een spaarpot te laten maken. een voorbeeld vind je hieronder. Laat ze na het maken van de spaarpot ook de speelgoed centjes uitknippen. Zo kunnen ze hun spaarpot vullen met de speelgoedcentjes tot ze het juiste bedrag hebben bereikt van wat ze in het echt al hebben gespaard. Vanaf nu kunnen de kinderen zelf tellen hoeveel zakgeld ze hebben. jij als opvoeder zal niet elke dag meer lastig gevallen worden met de vraag over hoeveel zakgeld ze hebben. Wanneer een kind geld bij krijgt of uitgeeft verwittig hen dan ook om het speelgoedgeld uit hun spaargeld te halen of bij te steken.
37
Mijn eigen spaarpot Wat heb je nodig om je eigen spaarpot te kunnen maken? Een blik of pot met deksel bijvoorbeeld: van babyvoeding, eten. Let wel op bij ijzeren blikken dat je niet pijn doet aan de scherpe randen, kleef hier plakband over. Droog deze blikken ook goed uit, zodat ze niet gaan roesten. Als je twijfelt vraag dan aan je opvoeder of hij of zij een geschikt blik uitkiest Knutselmateriaal zoals stiften, stickers, verf, pluimen, gekleurd papier, … Lijm Een kleurplaat van een dier dat jij leuk vind Als voorbeeld geven we je een aap Werkwijze Stap 1 Kies een goed blik uit. Stap 2 Kies een prent van een dier dat jij leuk vind. Je kan deze laten printen door je opvoeder en zelf inkleuren of overteken op gekleurd papier. Stap 3 Kleef over het blik een strook gekleurd papier. Stap 4 Kleef je gezicht van je diertje op je blik. Stap 5 Kleef aan de achterzijde je gezicht een gepaste staart van je diertje. Voor een aap en varken kan je een krul maken met stoffen ijzertjes. Maak ook oortjes en eventueel voetjes aan je blik vast. Stap 6 Wanneer je blik helemaal versierd is, vraag dan aan je opvoeder om een gleuf in het deksel te maken waar de centjes in passen. Draai of klik je deksel op je pot en je kan beginnen sparen!
38
Aap
39
Kikker
Beer
40
Spaarcenten
41
November - Recht om een klacht in te dienen Mag ik een klacht indienen alsjeblieft? Elke minderjarige in Ave Regina heeft het recht om een klacht in te dienen. Deze klacht gaat over een ontevredenheid. Wanneer een kind ontevreden is over de hulp die het krijgt van Ave Regina over de manier waarop hij of zij moet leven in Ave Regina of als hij of zij vindt dat men in Ave Regina niet voldoende rekening houdt met de rechten van het kind, mag er een klacht ingediend worden. Wanneer een kind ontevreden is moet jij als opvoeder het kind informeren over het feit dat het een klacht mag indienen. Voor een kind alleen is het vaak te moeilijk om een klacht in te dienen, stel hiervoor dan ook voldoende middelen ter beschikking. Zo kunnen kinderen via www.kinderrechten.be zelf een klacht indienen via mail. Stappenplan om een klacht in te dienen. Een minderjarige kan in eerste instantie over zijn klacht praten met zijn aandachtsopvoeder of een teamlid. Wanneer het kind zich niet gehoord voelt, kan het de klachtenprocedure van Ave Regina volgen. Wanneer Ave Regina de klacht voor het kind ook niet heeft opgelost, kan het via een externe dienst of ombudsdienst zijn klacht opnieuw indienen. Voorbeelden van externe instanties om een klacht in te dienen: - De klachtendienst van Kind en Gezin - Centra Geestelijke Gezondheidszorg Interplatform Steunpunt Ombuds-functie, Patrick Claeys ombudspersoon - Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Voorlichtings- en klachtendienst - Kinderrechtencommissariaat Het kind erkennen en steunen met zijn klacht is de boodschap. Praat samen met de kinderen individueel of in groep over hoe zij zich voelen in Ave Regina, en op school. Je kan verder praten over het eten, de spelletjes, de televisie, de computer, de hulp die je krijgt, over de kinderrechten, enzovoort. Voor de kinderen die het moeilijk hebben met praten over gevoelens kan je gebruik maken van gevoelens-smileys. Zodat ze het kaartje kunnen tonen hoe zij zich over het onderwerp voelen.
42
Gevoelens-smileys
43
December – Alles op een rijtje De voorbije maanden hebben we gewerkt rond de 11 rechten die van toepassing zijn in de integrale jeugdhulp. Deze maand gaan we al deze rechten nog eens kort opfrissen. Om na te gaan wat de kinderen nog weten van de verschillende rechten gaan we een groot spel spelen! De 11 rechten die we de voorbije maanden van naderbij bekeken hebben zijn: 1. Januari - het recht op hulp 2. Februari - het recht op inspraak en participatie 3. Maart - het recht op duidelijke informatie 4. April - het recht op instemming met de hulp 5. Mei - het dossier 6. Juni - het recht op respect voor het gezinsleven 7. Juli - het recht een bijstand 8. Augustus - het recht op privacy 9. September - het recht op een menswaardige behandeling 10. Oktober - het recht op zakgeld 11. November - het recht om een klacht in te dienen Dit wil zeggen dat er in december geen recht meer centraal gesteld kan worden. Daarom spelen we deze maand een groot spel dat handelt over alle verschillende rechten!
44
BORDSPEL Om de rechten nog een keertje op te frissen, gaan we een ganzenbordspel spelen. Alle kinderen/opvoeders kiezen een pion. De jongste speler mag beginnen met spelen. Hij/zij gooit de dobbelsteen en gaat het aantal vakjes vooruit dat de dobbelsteen aangeeft. Pas op! Onderweg zijn er een aantal hindernissen of speciale vakjes. Het kind/opvoeder dat het eerst aan de finish (= vakje 28) komt, heeft gewonnen! Wat beteken de volgende symbolen? Een groen sterretje wil zeggen dat je met jouw pion naar het vakje met het nummertje mag gaan dat in het sterretje staat. Bij dit voorbeeld mag je dus naar vakje 12 gaan. Twee blauwe dobbelstenen wil zeggen dat je nog eens mag gooien en dat je deze keer ook met twee dobbelstenen mag gooien.
Oh nee! Je moet helemaal terug opnieuw beginnen. Ga terug naar het vakje start en wacht tot je opnieuw aan de beurt bent.
Wie op dit rode vraagteken komt, moet een kaartje trekken van de stapel. Op deze kaartjes staan verschillende vraagjes. Wanneer je de vraag juist beantwoordt, mag je één vakje vooruit. Welke vragen kunnen er gesteld worden tijdens het ganzenbord? En wat zijn de juiste antwoorden? Recht op hulp Wat gebeurt er als jij zelf niet om hulp kan vragen, mogen jouw mama en papa dit dan doen of mag enkel jij dat? Ja. De ouders van een kind in nood mogen om hulp vragen wanneer het kind hier niet bekwaam voor is. Wat gebeurt er als Ave Regina jou niet kan helpen? Wat moeten zij dan doen? a. Zeggen dat je zelf andere hulp moet zoeken. b. Een andere voorziening zoeken voor jou met gepaste hulp. c. Je ouders een andere voorziening laten zoeken voor jou. Antwoord B 45
Recht op inspraak en participatie Mag jij zeggen wat jij vindt van de hulp die je krijgt en wat je hier graag aan zou willen veranderen? Ja. Jij mag altijd zeggen wat jij vindt. Als jij iets wil veranderen in de leefgroep, mogen opvoeders dan zeggen dat dit niet kan? a. Nee. b. Ja, als ze goed uit leggen waarom dit niet kan. c. Ja, maar ze moeten dit niet uitleggen. Antwoord B
Recht op duidelijke informatie Mogen opvoeders informatie over jou doorgeven aan de rechter? Ja. De rechter krijgt ten allen tijde de informatie over jou door.
Moeten opvoeders jou zeggen hoe ze jou gaan helpen? Ja. Je hebt het recht dit te weten.
Recht op instemming met hulp Mag je kiezen naar welke school je gaat als je jonger bent dan 12 jaar? Neen. Dat mag je pas als ouder bent dan 12 jaar en altijd samen met je opvoeder. Mag iedereen die ouder is dan 12 jaar zelf beslissen of hij in Ave Regina blijft? Nee. Niet iedereen mag over hetzelfde beslissen, dat is voor iedereen anders.
46
Recht op een dossier Wie krijgt een dossier? Elke jongen en meisje die in een hulpverleningssetting verblijft zoals: Ave Regina. Wanneer mag jij je dossier inkijken? Vanaf 12 jaar mag je jouw eigen dossier inkijken als er wordt beslist dat je hier bekwaam voor bent. Dit wil zeggen dat je niet gekwetst mag worden. Een oplossing hiervoor is dat je opvoeder delen gaat selecteren die je alleen of samen met je opvoeder mag lezen.
Het recht op respect voor het gezin Mag iedereen zomaar zeggen, dat jij je ouders niet meer mag zien? Nee. De jeugdrechter kan deze beslissing maken, maar dit moet dan aan jouw uitgelegd worden. Mag jij iets meebrengen van thuis, zodat je jouw kamer kan opfleuren? Ja. Je kan een knuffel, foto, beeldje, briefjes van vrienden, … meenemen, zodat jij je thuis voelt.
Recht op bijstand Mag jij je vertrouwenspersoon zelf kiezen? Ja. Maar hij moet goed een geheim kunnen bewaren en de opvoeder moet het ook goed vinden. Mag de opvoeder een vertrouwenspersoon voor jou kiezen, zonder dat te vragen? Neen. Alleen de directeur mag dat als ik zelf niemand weet.
47
Recht op privacy Mag een opvoeder jouw sms’jes, e-mails of brieven lezen? Nee. Hij mag dit enkel wanneer hij denkt dat het kind in gevaar is zoals wanneer hij denkt dat het kind in de problemen zit en denkt dat het kind hierover liegt. Wat mag een opvoeder niet zomaar aan iedereen laten zien? a. Een foto van het huisje waar jij op vakantie bent geweest b. Een foto van je huisdier c. Een foto van jou en jouw ouders Antwoord C
Recht op een menswaardige behandeling Een opvoeder mag mij niet straffen, ook al heb ik een ander kindje pijn gedaan. Nee. Opvoeders zijn er om jouw te beschermen en vinden het niet fijn om jouw te straffen. Maar het is ook hun taak om andere kindjes te beschermen, wanneer jij boos bent. Daarom houden ze je soms vast of geven ze je een straf. Wanneer ik pijn heb, verdrietig ben of in gevaar ben, mag een opvoeder mij negeren? Nee. Wanneer een opvoeder denkt dat jij in gevaar bent, zal hij jou helpen. Maar wanneer je iets verkeerd hebt gedaan, kan hij jou wel straffen. Dit zal hij dan ook aan jou uitleggen.
48
Krijg ik zakgeld? Krijg ik altijd zakgeld in Ave Regina? Nee. Als ik in Ave Regina verblijf van wie kan ik dan zakgeld krijgen? Mama of papa als zij vinden dat ik beter een tijdje in Ave Regina kan verblijven. Van de jeugdrechter als hij beslist heeft dat ik een tijdje in Ave Regina moet verblijven. Als ik via de jeugdrechter in Ave Regina verblijf, kan ik dan zelf kiezen hoeveel zakgeld ik krijg? Nee. Hoe ouder je wordt, hoe meer zakgeld je kan krijgen.
Ontevreden? Wanneer kan je in het algemeen een klacht indienen? Als je ontevreden bent over de hulp die je krijgt. Staat er een leeftijd op het mogen indienen van een klacht? Nee.
49
50
Bronnen werkboekje opvoeders Januari: recht op hulp Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (2012). De rechten van kinderen in de jeugdhulp, brochure voor ouders en volwassenen die instaan voor de opvoeding van minderjarigen [pdf]. Geraadpleegd op 1 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/20120410_ouders_NL_HR.pdf Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (z.j.). Mijn rechten in de jeugdhulp [pdf]. Geraadpleegd op 1 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/brochure_min12.pdf Kinderrechtswinkels. (z.j.). ‘t Zitemzo in de integrale jeugdhulp. [pdf]. Geraadpleegd op 7 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/brochure_plus12.pdf
Februari: recht op inspraak en participatie Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (2012). De rechten van kinderen in de jeugdhulp. Brochure voor ouders en volwassenen die instaan voor de opvoeding van minderjarigen [pdf]. Geraadpleegd op 5 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/20120410_ouders_NL_HR.pdf Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (z.j.). Mijn rechten in de jeugdhulp [pdf]. Geraadpleegd op 5 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/brochure_min12.pdf Kinderrechtswinkels. (z.j.). ‘t Zitemzo in de integrale jeugdhulp [pdf]. Geraadpleegd op 5 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/brochure_plus12.pdf Ombudsman for Children’s Office. (2010). What do you say? Exploring children’s rights with children. 1st en 2nd class [brochure]. Ireland. Maart: recht op duidelijke informatie Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (2012). De rechten van kinderen in de jeugdhulp, brochure voor ouders en volwassenen die instaan voor de opvoeding van minderjarigen [pdf]. Geraadpleegd op 1 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/20120410_ouders_NL_HR.pdf Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (z.j.). Mijn rechten in de jeugdhulp [pdf]. Geraadpleegd op 1 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/brochure_min12.pdf Kinderrechtswinkels. (z.j.). ‘t Zitemzo in de integrale jeugdhulp [pdf]. Geraadpleegd op 7 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/brochure_plus12.pdf
51
April: recht op instemming Gezinsbond vzw. (2006). De rechten van kinderen in de jeugdhulp. Brochure voor ouders en volwassenen die instaan voor de opvoeding van minderjarigen [pdf]. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/20120410_ouders_NL_HR.pdf Kind en Gezin. (2009). Kindwerkmap decreet rechtspositie in de ckg’s en gop’s een verzameling van goede praktijken [pdf]. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kindengezin.be/img/kindwerkmap-drp.pdf Kinderrechtswinkels vzw. (2005). Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en Memorie van toelichting [pdf]. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05publicaties/werkmapdecreet_en_memorie.pdf Mei: recht op een dossier Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (2012). De rechten van kinderen in de jeugdhulp, brochure voor ouders en volwassenen die instaan voor de opvoeding van minderjarigen [pdf]. Geraadpleegd op 7 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/20120410_ouders_NL_HR.pdf
Juni: respect voor het gezin Kinderrechtswinkels. (z.j.). Mijn rechten in de jeugdhulp [pdf.] geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/brochure_min12.pdf Word [computerprogramma]. (2007).
Juli: recht op bijstand Andere kleurplaten. (2011). Schoolkleurplaten. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.anderekleurplaten.nl/school-kleurplaten.html. Flevokids. (z.j.). Eekhoorn. Geraadpleegd op 6 mei 2013 Via http://kids.flevoland.to/kleuren/dieren/eekhoorn.shtml. Juf Marijke. (2008). Moederdag. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://onspeuterklasje.skynetblogs.be/archives/category/thema-s/index-15.html/. Kind en Gezin. (2009). Kindwerkmap decreet rechtspositie in de ckg’s en gop’s een verzameling van goede praktijken [pdf]. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kindengezin.be/img/kindwerkmap-drp.pdf Kinderrechtswinkels vzw. (2005). Decreet betreffende de rechtspositie vande minderjarige in de integrale jeugdhulp en Memorie van toelichting [pdf]. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/werkmap-decreet_en_memorie.pdf Kinderrechtswinkels vzw. (2012). ’t Zitemzo Jeugdrecht: met het recht op bijstand in de integrale jeugdhulp [pdf]. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kinderrechtswinkel.be/library/102/files/Jeugdzorg_bijstand_LoRes-201211281426.pdf Kleurplaatkleurplaten.nl. (2011). Schrijver werken voor uw laptop of computer. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kleurplaatkleurplaten.nl/verschillende-banen-kleurplaten_2.html.
52
Kleurplaten plein. (2012). Papa is de beste! Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kleurplatenplein.nl/images/vaderdag/43/Papa-is-de-Beste!/376. Kleurplaten voor kids. (z.j.). Kleurplaat meester beroepen. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kleurplaten-voorkids.nl/index.php?option=com_kleurplaatprinting&img=6663&fld=/Beroepen/page2.html.
Kleurplaten.nl. (z.j). Dokter huisarts. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kleurplaten.nl/dokter/dokter-huisarts-k-8268.html. Kleurplaten.nl. (z.j.). Timmerman. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kleurplaten.nl/pages/tonen/framekleurplaat.asp?adv=2&NogOver=0&Toe gan= 0&id=7268&frame=. Kleurplaten-paradijs.com. (z.j.). Lambik bakt pannenkoeken. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kleurplaten-paradijs.com/kleurplaat.php?book=suske-en-wiske-03&image=suske- en-wiske03-10.png&oms=Lambik%20bakt%20pannenkoeken.
Kleurprentjes. (z.j.). Kleurplaten Bert en Ernie. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kleurprentjes.be/8/Sesamstraat/Kleurplaat-Bert-En-Ernie-316.html#.UYmiy6LOaSo.
Schattigedieren.nl. (2013). Kleurplaten dieren. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.schattigedieren.nl/dieren/kleurplaten-dieren/. Suske en Wiske speelgoed. (z.j.). Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.devergeetachtigevijftiger.nl/speelgoed.html. Twiwa mine. (z.j.). computadoras para colorear 2. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://twiwa.mine.nu/una-computador-en-una-oficina-para-colorear/. Wim’s Fröbel pagina’s. (2013). Kleur een fotolijstje. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.knutselidee.nl/moeder/kleurfotolijst.htm.
Augustus: recht op privacy Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (2012). De rechten van kinderen in de jeugdhulp. Brochure voor ouders en volwassenen die instaan voor de opvoeding van minderjarigen [pdf]. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/20120410_ouders_NL_HR.pdf Kinderrechtswinkels. (z.j.). Mijn rechten in de jeugdhulp [pdf]. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/brochure_min12.pdf Kinderrechtswinkels. (z.j.). ‘t Zitemzo in de integrale jeugdhulp [pdf]. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/brochure_plus12.pdf PictoSelector [computerprogramma]. (2013).
53
September: recht op een menswaardige behandeling Departement Welzijn, Volksgezondheid en gezin. (z.j.). Recht op een menswaardige behandeling [pdf]. Geraadpleegd op 8 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/werkmap-fichemenswaardig.pdf Kleurplaten.nl. (z.j.) katten kleurplaten. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://www.kleurplaatkleurplaten.nl/katten-kleurplaten.html
Oktober: recht op zakgeld Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (2012). De rechten van kinderen in de jeugdhulp, brochure voor ouders en volwassenen die instaan voor de opvoeding van minderjarigen [pdf]. Geraadpleegd op 7 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/20120410_ouders_NL_HR.pdf Koninklijke Nederlandse Munt. (2013). Specificaties van de euromunten. Geraadpleegd op 7 mei 2013 via http://www.knm.nl/Specificaties/nl/page/382/ Schoolplaten.com. (2013). Knutselen aap 2. Geraadpleegd op 7 mei 2013 via http://www.schoolplaten.com/knutselen-aap-2-k18387.html Schoolplaten.com. (2013). Kleurplaat kop beer. Geraadpleegd op 7 mei 2013 via http://www.schoolplaten.com/kleurplaat-kop-beer-i17701.html Schoolplaten.com. (2013). Kleurplaat kop kikker. Geraadpleegd op 7 mei 2013 via http://www.schoolplaten.com/kleurplaat-kop-kikker-i17557.html
November: recht om een klacht in te dienen Claasen, L. (2007). De digitale knipoog werkt ook ;). Geraadpleegd op 7 mei 2013 via http://www.ondergrond.tv/de_ondergrond/2007/09/de-digitale-kni.html Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (2012). De rechten van kinderen in de jeugdhulp, brochure voor ouders en volwassenen die instaan voor de opvoeding van minderjarigen [pdf]. Geraadpleegd op 7 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05-publicaties/20120410_ouders_NL_HR.pdf
54
December: alles op een rijtje Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (z.j.). Poster ik en jeugdhulp [pdf]. Geraadpleegd op 6 mei 2013 via http://wvg.vlaanderen.be/rechtspositie/05publicaties/drp%20in%20beeld/ik_en_jeugdhulp_affiche.pdf Gezelschapsspellenshop.nl. (2013). Chessex - 12 Dobbelstenen Opaque-Blauw 16mm. Geraadpleegd op 29 april 2013 via http://www.gezelschapsspellenshop.nl/p/chessex-12-dobbelstenen-opaque-blauw16mm/95210/ Helderester.nl. (2012). Vraagteken – groot 2. Geraadpleegd op 29 april 2013 via http://www.helderester.nl/webdesign/plaatjes/3d-poppetjes/attachment/vraagteken-groot2
Hel1ne.be. (z.j.). kaartjes. Geraadpleegd op 29 april 2013 via http://www.hel1ne.be/kaartjes.php Lilliansquires.wordpress.com. (z.j.). Lillian’s graphic evolution. Geraadpleegd op 29 april 2013 via http://lilliansquires.wordpress.com/tag/start/
55
56