Ketensamenwerking een logisch coordinatiemechanisme voor werk en inkomen? Yolanda Hoogtanders en Marloes de Graaf-Zijl
Logica ketensamenwerking •
• •
• • •
Sinds invoering sociale zekerheid is er voortdurende zoektocht naar optimale afstemming tussen uitkeringsverstrekking en arbeidsvoorziening. Suwi introduceert keten- of netwerksamenwerking expliciet als coördinatiemechanisme Ketensamenwerking = samenwerking tussen gespecialiseerde, autonome organisaties waarbij elke organisatie waarde toevoegt en er een gezamenlijk eindresultaat wordt beoogd Huidige Suwiketen gevolg van wettelijke toedeling van taken Feitelijk twee ketens: keten van werk en keten van inkomen Focus op de logica van ketensamenwerking in de keten van werk: • Vanuit historisch perspectief • Vanuit empirisch perspectief • Vanuit theoretisch perspectief
Ketensamenwerking vanuit historisch perspectief • •
• • • • • •
Samenwerking keten van werk en inkomen is niet nieuw Afweging voor- en nadelen van inschrijvingsplicht uitkeringsgerechtigden bij arbeidsvoorziening (=basale vorm van samenwerking). Perioden van (pogingen tot) integratie – separate uitvoering In jaren tachtig eerste poging tot verdergaande samenwerking in de uitvoering met regionale coördinatie commissies (RCC’s). SWI-experimenten jarenlange (mislukte) experimenten, toch blijft inzet op samenwerking, uitmondend in SUWI (2002). Na de invoering van SUWI hebben CWI, UWV en gemeenten zich verenigd in Algemeen Keten Overleg (AKO) Beleidsmatig ingezet op geïntegreerde dienstverlening voor werk waarbij de klant centraal staat Focus op samenwerking UWV en gemeenten
Argumenten voor en tegen ketensamenwerking Voor • Wet verplicht tot gegevensoverdracht • Optimaal benutten specialisatie in doelgroepen • Vergroten kansen op optimale match tussen werkgevers en werkzoekenden • Verminderen kostenafwenteling tussen organisaties Tegen • Verdringing bemiddelingstaak • Sturen op individuele doelstellingen • Praktische problemen bij implementatie (cultuur, ondersteuning, besluitvorming)
De praktijk van ketensamenwerking (1) • •
• •
Focus ligt op samenwerking tussen UWV en gemeenten in de werkpleinen (landelijk 100 beoogd) en richt zich op werk. Grote verschillen tussen werkpleinen: • Minste samenwerking = productcoördinatie bij intake en diagnose werkzoekenden • Meeste samenwerking = geïntegreerde teams voor intake en diagnose en bemiddeling werkzoekenden met korte afstand tot arbeidsmarkt • Niet alle gemeenten aangehaakt Meeste werkzoekenden krijgen gescheiden dienstverlening Opvallend: (nog) nauwelijks samenwerking bij vacatureregistratie en bemiddeling werkgevers.
De praktijk van ketensamenwerking (2) •
• • • •
Samenwerking op programmaniveau beperkt: • Op werkplein optelsom jaarplannen UWV en gemeenten • Sommige regio’s aanzet tot bredere samenwerking met scholen en werkgevers Informatie-uitwisseling groot knelpunt door slechte afstemming ICT en gescheiden verantwoording Beperkte gezamenlijke inzet van mensen in integrale teams Wel positieve effecten van kennisuitwisseling en kennisdeling Historie ervaringen samenwerking belangrijke factor
Conclusie: Samenwerking lijkt op dienstverleningsniveau voor uniforme groep tot stand te komen maar wordt belemmerd door beperkte samenwerking op programma-, informatie- en middelenniveau en achterliggende incentives.
Ketensamenwerking in theoretisch perspectief (1) •
Principaal agentmodel met 4 varianten: • • • •
•
2 aparte uitvoeringsorganisaties voor sociale verzekeringen en voor bijstand 2 aparte uitvoeringsorganisaties die samen de re-integratie voor beide groepen uitvoeren 1 centrale geïntegreerde uitvoeringsorganisatie die zowel re-integratie sociale verzekeringen en bijstand uitvoert Decentrale geïntegreerde uitvoeringsorganisaties die zowel reintegratie sociale verzekeringen en bijstand uitvoeren
Effecten: • • • •
Schaaleffect Specialisatie Afwenteling Weglekeffect
Ketensamenwerking in theoretisch perspectief (2) • •
Geen eenduidige winnaar Bepalende factoren zijn: • • • • •
• •
De omvang van de twee groepen De omvang van het schaaleffect Het aantal mensen dat doorstroomt naar een wwb-uitkering De omvang van het weglekeffect (aantal mensen dat baan vindt na afloop van de uitkeringsduur) Het aantal decentrale organisaties
Het model met geïntegreerde decentrale uitvoering heeft de meeste voordelen t.o.v. de andere 3 modellen Het model waarin 2 aparte organisaties samen uitvoering geven aan het re-integratiebeleid presteert in de meeste gevallen slechter dan de andere 3
Het huidige model in historisch/theoretisch perspectief (1) • Spanning tussen arbeidsvoorziening en de uitkeringsorganisaties •
• • •
geïnternaliseerd Samenwerking in praktijk bij de kleine homogene groep werkzoekenden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt en op dienstverleningsniveau De belangentegenstelling concentreert zich nu op MT-niveau van de werkpleinen. Werkplein/regioniveau lijkt vanuit schaaleffect goed niveau De samenwerking tussen gemeenten in de regio complicerende factor
Huidig model in historisch/theoretisch perspectief (2) • •
• • •
Theoretisch meer argumenten voor een decentraal ge-integreerd model Landelijke ontwikkelingen duiden ook op sterkere rol gemeenten en afbouwen rol UWV Werkbedrijf • Afbouw re-integratiebudgetten • Regeling onderkant arbeidsmarkt Historisch doorontwikkeling naar (opnieuw) een gemeentelijke zelfstandige organisatie voor bemiddeling en re-integratie? Geen zicht op effectiviteit samenwerking Zit oplossing voor het spanningsveld tussen werk en inkomen wel in (re)organisatie van de uitvoering?
Conclusies Twee mogelijkheden voor vervolg: 1. Niets doen 2. Condities aanpassen om stapsgewijs naar optimale model te gaan: • Decentralisatie taken en verantwoordelijkheden binnen UWV naar regioniveau • Goede match managementteam Werkpleinen • Versterking rol centrumgemeenten t.o.v UWV en regiogemeenten • Sturing vanuit regionaal arbeidsmarktbeleid met centrumgemeente als trekker • Focus op werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt • Uitbreiden samenwerking naar partners die diensten bieden op andere leefdomeinen