BUSINESSCASE WERK EN INKOMEN LEKSTROOM Uitwerking businesscase WIL ten behoeve van de bestuurlijke besluit vorming in de vijf Lekstroom gemeenten Versie 5.1
Rob Esser Kwartiermak er WIL 7 september 2012
INHOUDSOPGAVE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Voorwoord Aanleiding Doelstellingen samenwerking Werkterrein WIL Visie, missie, ambitie en positionering WIL Dienst verleningsconcept Werkgevers benadering Poort wachter & schouw Dienst verlening werkzoekenden Inkomen Inkomensondersteuning Lokale toegang en aanhaking Het perspectief van de klant Bestuur en organisatie Personeel en formatie Huis vesting en ICT Financiën Planning en implementatie Medezeggenschap en cliënt enparticipatie
3 4 6 8 10 12 18 23 27 32 34 39 43 45 51 55 56 62 63
Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
GR WIL versie 4. 1 Directiestatuut WIL versie 2.1 Begroting WIL versie 5.0 Projectbegroting WIL versie 7.0
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 2 van 63
Hoof dstuk 1
VOORWOORD De voorliggende businesscase Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) is de output van een complex en gedegen ont werpproces waarvan de bouwstenen zijn aangedragen door een viertal inhoudelijke werk groepen en een zestal randvoorwaardelijke projectgroepen. Dez e werkgroepen en projectgroepen zijn als het ware te beschouwen als de “architecten” van het voorliggende ontwerp. In het kernteam WIL is op dit proces de inhoudelijke regie op de gevoerd, in het kernt eam plus de overall regie. Alle gemeenten hebben in alle werkgroepen, projectgroepen, het kernt eam en kernteam plus deelgenomen. Op meerdere momenten zijn ook sessies met medewerkers georganiseerd om hen bij te praten en/of input op te halen. De voorliggende businesscase is daarmee ook een gedragen document. Het echte werk moet echter nog beginnen: de implement atie. Alle medewerkers zullen daarvoor de handen uit de mouwen moeten en kunnen steken. En daartoe zijn ze ook bereid. Werk & Inkomen Lekstroom, kortweg WIL, is de voorlopige werktitel van de nieuwe organisatie. In de komende periode zullen we tot de definitieve naamgeving van de nieuwe organisatie komen. Tot nog toe is de naam WIL echter goed gekozen. Hetzelfde geldt voor de naamgeving van de verschillende resultaat gebieden en clusters in het organogram; ook dit zijn slechts werktitels. Zoals in elke ont werpfase zijn er namelijk moment en die vragen om een keuze, lastige keuzes soms. Telkens weer bleek de daadwerkelijke intentie van alle bet rokkenen: doorpakken, samen zoeken naar oplossingen, er voor gaan. Onder de noemer “waar een wil is, is een weg”. En die wil was er en is er!
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 3 van 63
Hoof dstuk 2
AANLEIDING In het licht van de recente en toekomstige dynamiek op de arbeidsmarkt en binnen de sociale zekerheid hebben de gemeenten Houten, Lopik, IJsselstein, Nieuwegein en Vianen medio 2011 een intentie verklaring ondertek end om te komen tot een regionale uit voeringsorganisatie op het gebied 1 van werk en inkomen. In het najaar van 2011 is gestart met het traject om te komen tot een schetsontwerp van deze regionale uit voeringsorganisatie. Hierbij is gebruik gemaakt van externe ondersteuning door bureau BMC. Dit traject heeft plaats gevonden in project vorm onder regie van de gemeentesec retarissen en de portefeuillehouders sociale zaken van de betreffende gemeenten. Het traject heeft geresulteerd in een eindrapportage “Schetsontwerp regionale samenwerking sociale zaken”. Dit rapport beschrijft een aantal belangrijke kaders en uit gangspunten voor een op te richt en regionale uit voerings organisatie Werk en Inkomen. Begin 2012 hebben alle raden van de vijf Lekstroom gemeenten ingestemd met de conclusies uit het onderzoek van BMC en besloten te komen tot één gezamenlijke uit voeringsorganisatie Werk en Inkomen voor deze gemeenten en deze uit voeringsorganisatie op publiek rechtelijke basis vorm te geven in een Gemeenschappelijke Regeling met een Openbaar Lichaam. De verordenende bevoegdheden in het geval van Houten en Nieuwegein blijven (vooralsnog) bij de raad; in het geval van de drie andere gemeenten worden deze overgedragen aan de nieuwe regionale uit voeringsorganisatie. De colleges hebben aansluitend de opdrac ht gekregen om de regionale uit voeringsorganisatie Werk en Inkomen te realiseren op basis van het rapport “Schetsontwerp regionale samenwerking sociale zaken” en de ont werp- en implementatiefase te starten. Hiertoe is een projectorganisatie opgericht met de vijf portefeuillehouders sociale zaken in de rol van klankbordgroep, de vijf gemeentesecretarissen in de rol van stuurgroep en een kwartiermaker als projectleider. Met de raden is begin 2012 afgesproken dat het ontwerp en implementatieplan van de nieuwe uit voeringsorganisatie na de zomer aan alle raden voorgelegd zou worden ter besluit vorming; niet ten aanzien van de vraag “of”, maar ten aanzien van de vraag “hoe de samenwerking er precies komt uit te zien”. Dit ontwerp en implementatieplan noemen we de businesscase W erk & Inkomen Lekstroom, kortweg de businesscase WIL. Ook is afgesproken dat in de uitwerking van de businessc ase WIL concreet gemaakt zou worden wat de financiële en sociale consequenties voor de gemeent en zijn. Het onderhavige stuk is te beschouwen als de uit werking van de beloofde businesscase WIL. De Wet werken naar vermogen (WWNV) was –zeker tot begin 2012- een belangrijke extra drijfveer om tot samenwerking te komen in de Lekstroom. Het (voorlopig) schrappen van de WWNV door de Kunduz coalitie heeft de stuurgroep en klankbordgroep er echter niet van weerhouden de ingez ette beweging tot samenwerking met kracht voort te zetten. Enerzijds is de verwachting namelijk dat de WWNV na de verkiezingen in de een of andere vorm terug zal keren; de basisgedachte ac hter de WWNV wordt namelijk breed gedragen: een sterkere inzet op werkgevers, meer eigen verant woordelijkheid bij burgers zelf, werken naar vermogen als leidend begrip bij participatie i n plaats van uitgaan van beperkingen, et cetera. Anderzijds was en is de samenwerking vooral om redenen van kwaliteit, kwetsbaarheid en resultaat ingez et; en die redenen staan n og steeds. 1
In juridische termen is het woord uitvoeringsorganisatie niet helemaal correct. Voor de gemeenten IJsselstein, Vianen en Lopik is WIL namelijk een “regionale sociale dienst”, voor de gemeenten Houten en Nieuwegein is WIL echter “alleen” een uitvoeringsorganisatie, omdat zij de verordenende bevoegdheid aan zich houden. In deze businesscase wordt voor de eenvoud en consistentie telkens gesproken over uitvoeringsorganisatie.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 4 van 63
Het spreekt voor zich dat de businesscase WIL en het project wel op een aantal punten zijn herijkt, naar aanleiding van het niet doorgaan van de WWNV. Een van de belangrijkste consequenties is dat de besluit vorming in de raden is uitgesteld tot oktober/november 2012. Op de meeste punt en is de businesscase WIL echt er niet herijkt en is de “geur en kleur” van de WWNV nog steeds zichtbaar. De belangrijkste reden hiervoor is zoals gezegd het feit dat de basisgedacht e van de WWNV een goede is en WIL hiermee niet alleen het meest toekomstproof is, maar ook de beste kansen biedt aan de burgers van de Lekstroom om naar vermogen te kunnen participeren en zelfstandig en duurzaam in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Gelet op de afspraken die met de raden gemaakt zijn, is in de afgelopen periode door de projectorganisatie hard gewerkt aan de businesscase WIL. In overleg met de stuurgroep en klankbordgroep, en in lijn met de raads voorstellen van begin 2012, is gekozen voor een pragmatische aanpak: waar mogelijk wordt hoog ingezet (nieuwe dienst verlening bijvoorbeeld richting werkgevers), waar wenselijk wordt gestart vanuit een groeimodel (ICT dienst verlening bijvoorbeeld), waar nodig wordt uitgegaan van realistische aannames (ten aanzien van de formatie en kosten bijvoorbeeld).
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 5 van 63
Hoof dstuk 3
DOELSTELLING SAMENWERKING Door regionaal samen te werken binnen WIL willen de vijf Lekstroom gemeent en in ieder geval vier zaken realiseren: a. Een meer effectieve uit voering en daardoor meer kansen voor alle burgers in de Lekstroom om naar te vermogen participeren en/of uit de schulden, armoede of sociaal isolement te komen of te blijven. b. Een minder kwetsbare uit voering en daardoor een bet er borging van de kwaliteit van de dienst verlening aan burgers. c. Een duurzaam efficiënte uit voering en daardoor meer cont rol en minder (financiële) risico’s voor alle afzonderlijke gemeenten. d. Een dusdanige uit voering en beleidsontwikkeling dat WIL toekomstproof is, mede gelet op de huidige en toekomstige dynamiek op de arbeidsmarkt en binnen de sociale zekerheid (in het bijzonder de Wet werken naar vermogen). De samenwerking hoeft wat betreft het primaire proces niet meer efficiency op te leveren. Dat is wel goed, maar niet het doel. Voor wat bet reft de overhead is wel een efficiencyslag beoogd: WIL zou met minder personeel in de overhead moeten toek unnen dan alle vijf de gemeenten bij elkaar nu hebben. WIL heeft deze uitdaging vertaald in een taakstellende opdracht van 25% overhead. Notabene. Het 2 overheadpercent age binnen de afzond erlijke gemeenten ligt tussen de 31 en 34%. Met deze efficiencywinst op de overhead is al rek ening gehouden in de begroting. In de komende periode zullen bovenstaande doelstellingen nog nader worden geconcretiseerd (SMART) en worden vertaald in indicat oren die kunnen worden gemonitord. Een van deze indicatoren zal zeker betrekking hebben op de uitkeringslasten. In lijn met de eerste doelstelling hier boven wil WIL namelijk een effectiviteitslag realis eren van 5% ten opzichte van de stand-alone situatie. Dat wil zeggen dat we er vanuit gaan dat de samenwerking er toe leidt dat de uitkeringslasten van alle gemeenten tesamen –ceteris paribus- vanaf 2015 jaarlijks 5% lager dan die in het geval de 3 gemeenten ieder voor zich zouden werken. . Ook met deze effectiviteitwinst is rekening gehouden in de begroting. Aan een nadere uitwerking van de wijze van berekening en de randvoorwaarden wordt nog gewerkt. Eind van het jaar ligt hierover een voorstel ter besluit vorming voor. Onderstaand een voorbeeld ter concretise ring en illustratie. We gaan hier van de situatie dat de economische ontwikkeling de komende jaren tot een toename van de werkloosheid blijft leiden.
2
Elke gemeente hanteert hierbij wel een eigen definitie van de overhead wat vergelijken wel enigszins lastig maakt. 3 Voor 2013 gaan we uit van een effectiviteitslag van 0% (in de opstartfase is meer niet reëel), voor 2014 gaan we uit van 2,5%, vanaf 2015 is het streven 5%. Het streven om in 2013 de uitkeringslasten minimaal gelijk te houden is uiteraard een gezamenlijk streven, aangezien WIL pas per mei 2013 van start gaat.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 6 van 63
Figuur 1: uitk eringslasten WIL in vergelijk ing met situatie “ieder afzonderlijk ” (fictief voorbeeld)
38 36 34 32 30 2012
2013
2014
2015
2016
Legenda Gezamenlijke uitkeringslasten gemeenten in situatie ieder voor zich Uitkeringslasten gez amenlijke gemeent en door samenwerking binnen WIL
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 7 van 63
Hoof dstuk 4
WERKTERREIN WIL Het werkterrein van WIL is door de raden begin 2012 als volgt vast gesteld: a. Wet werk en bijstand. b. Wet inkomens voorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers. c. Wet inkomstenvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeids ongeschikte gewezen zelfstandigen. d. Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (incl. artikel 36). e. Minimabeleid, waarbij bijzondere bijstand een onlosmakelijk onderdeel van de Wet werk en bijstand is. f. Artikel 1.22 tot en met 1.28 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. g. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. WIL voert voor alle Lekstroom gemeenten alle uit voerende taken en bevoegdheden uit op bovenstaande werkterrein. WIL voert ook alle verordenende en beleidsmatige taken ui t op bovenstaande werkterrein voor de deelnemende gemeenten, met uitzondering van de bevoegdheid met betrekking tot het vaststellen van het lokaal minimabeleid en het beleid ingevolgde de bijzondere bijstand. Dez e bevoegdheid blijft bij de afzonderlijke gemeenteraden. Wat niet? Het werkterrein van WIL is daarmee niet de: Sociale Werk voorziening (SW), inburgering, educatie (WEB), sociale recherche, WMO, Jeugdz org, welzijn en economische zaken. Het spreekt voor zich dat deze werkterreinen WIL wel raken en hier met de bet rokken stakeholders goede samenwerkingsafspraken over gemaakt moet en worden. In hoofdstuk 11 gaan we hier nader op in. Onderstaande figuur geeft in een kort en bondig overzicht de meerwaarde van samenwerking weer op alle genoemde taak velden. Figuur 2: meerwaarde samenwerk ing WIL naar taak veld Taakveld Wwb
IOAW en IOA Z Bbz
Meerwaarde (= winstkansen) Meer effectieve uit voering: minder uitkeringslasten en meer mensen die naar vermogen participeren (economisch of maatschappelijk) Duurzaam efficiënte uit voering: Hogere kwaliteit uit voering: betere informatie en advies en dienst verlening Meer efficiënte en effectieve uit voering: minder uit voeringskosten en meer burgers richting zelfstandigheid
Businesscase WIL, versie 5.1
Toelichting Door schaalgrootte is betere poort en stevigere inzet op werk geversbenadering mogelijk, alsook stevigere inzet op handhaving Door schaalgrootte is er mogelijkheid tot specialisatie Door samenwerking is slechts een cont ractbeheerder nodig Door schaalgrootte is intensievere dienst verlening en inzet op activering naar zelfstandig ondernemerschap mogelijk
Pagina 8 van 63
Minimavoorzieningen en Wk
Meer effectieve uit voering: minder mensen in isolement of in armoede Hogere kwaliteit uit voering: betere informatie en advies en dienst verlening
Schuldhulpverlening
Meer effectieve uit voering: minder mensen in isolement of in armoede Hogere kwaliteit uit voering: betere informatie en advies en dienst verlening
Businesscase WIL, versie 5.1
Door schaalgrootte is extra inzet op preventie en specifieke doelgroepen mogelijk en tegengaan nietgebruik Ook is hierdoor mogelijkheid tot specialisatie Door schaalgrootte is extra inzet op preventie en specifieke doelgroepen mogelijk Ook is hierdoor mogelijkheid tot specialisatie
Pagina 9 van 63
Hoof dstuk 5
VISIE, MISSIE, AMBITIE EN POSITIONERING WIL 5.1
Visie WIL
De vijf Lekstroom gemeenten staan voor een welvarende regio waar het goed wonen, werken en leven is voor al haar inwoners met een excellente arbeidsmarkt. Een excellente arbeidsmarkt is daarbij een arbeidsmarkt waar geen structurele of substantiële krapte is aan geschikt personeel, zowel kwantitatief als kwalitatief, de werkgelegenheid voldoende divers en ontwikkeld is om de regionale beroepsbevolking een leven lang aan het werk te houden; met werkzekerheid boven baanzekerheid en volledige werkgelegenheid, en waa rbij iedereen naar vermogen participeert die redelijkerwijs economisch actief kan zijn. Om tot deze excellente arbeidsmarkt te komen werken de Lekstroom gemeenten samen met collega gemeenten in de regio, maar ook provinciaal en branchegericht waar nodig, het regionale bedrijfsleven en het onderwijs aan: a. Een regionaal arrangement voor werkzekerheid, scholing en perspectief voor werknemers. b. Een modern en flexibel (beroeps)onderwijs gericht op een leven lang leren. c. Een hoogwaardig en wendbaar regionaal uit voeringsarrangement voor de participatie van de 4 werkloze beroepsbevolking en alle niet werkende werkzoekenden. De regionale samenwerking binnen WIL is bovenal te beschouwen als invulling van de laatste pijler en –deels- als invulling van de eerste pijler. Vanuit WIL wordt er richting gemeenten sterk op aangedrongen ook aan de eerste twee pijlers met stip invulling te geven; zij bepalen namelijk mede de mogelijkheden om als WIL echt succesvol te kunnen zijn.
5.2
Missie WIL
WIL gaat er voor dat alle burgers in de Lekstroom die dat kunnen en willen naar vermogen (economisch) participeren en sociale uitsluiting, schulden en armoede voorkomen wordt , degenen die dat nodig hebben extra inkomensondersteuning krijgen dan wel een rechtmatige uitkering, deze inkomens ondersteuning en/of uitkeringsafhankelijkheid zo kort mogelijk is en mensen hierin zo goed als mogelijk wordt ondersteund. WIL gaat uit van de krac ht van mensen zelf en werk, werk, werk boven een uitkering.
4
Tot de werkloze beroepsbevolking horen alle personen van 15 -64 jaar zonder werk (of minder dan twaalf uur per week), die actief op zoek zijn naar betaald werk voor twaalf uur of meer per week en daarvoor beschikbaar zijn. Het aantal niet-werkende werkzoekenden is de werkloosheid volgens het UWV, ergo alle werklozen die zijn ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 10 van 63
5.3
Ambitie WIL
Het is de ambitie van WIL uiterlijk in 2016 een van de drie beste en meest effectieve 5 uit voeringsorganisaties Werk en Inkomen in Nederland te zijn.
5.4
Posi tionering WIL
WIL werkt als “part ner in business” met alle andere stakeholders op de arbeidsmarkt aan haar missie. Niemand kan het alleen. Dit partnership impliceert dat WIL met alle stakeholders in interactie beleid ontwikkelt en waar nodig ook samen in de uit voering zaken oppakt, op basis van een heldere verdeling van verant woordelijkheden, bevoegdheden en rollen. De verhouding tussen WIL en de afzonderlijke gemeenten wordt weergegeven in onderstaande figuur. Figuur 3: positionering WIL t.o.v. gemeenten en andere stak eholders
5
Divosa organiseert jaarlijks hiertoe verkiezingen. De RSD AOV is bijvoorbeeld in 2008 de winnaar geweest. Naast financiële criteria en uitstroomgegevens wordt door Divosa ook gekeken naar de waardering van deelnemers en medewerkers.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 11 van 63
Hoof dstuk 6
DIENSTVERLENINGSCONCEPT Het beoogde dienst verleningsconcept van WIL stoelt op vijf pijlers: a. Een doelgerichte schouw en poortwachterfunctie waar enerzijds helder wordt welke burgers echt ondersteuning nodig hebben en welke ondersteuning dat dan moet zijn en anderzijds burgers voordat ze een uitkering of (inkomens)ondersteuning krijgen geïnformeerd, geadviseerd en ondersteund worden (zo mogelijk al) op eigen kracht en zelfstandig in hun inkomen te voorzien en naar vermogen te participeren. Een schouw en poortwacht erfunctie dus waar niet het recht op ondersteuning, voorziening of een uitkering centraal staat, maar de noodzaak. b. Een vraaggerichte en effectieve werkgeversbenadering waar werkgevers optimaal ondersteund worden bij hun personeels voorziening, de vraag van deze werkgevers centraal staat, en WIL samen met andere spelers als het UWV, PAUW bedrijven en uitzendorganisaties de service aan deze werkgevers zakelijk en effectief vorm geeft. c. Een efficiënte en effectieve dienst verlening aan gemotiveerde deelnemers waar het realiseren van uitkeringsonafhankelijkheid en participatie n aar vermogen centraal staat, de eigen kracht en verantwoordelijkheid van deze deelnemers het uitgangspunt is en de schaarse middelen slechts ingezet worden voor ondersteuning (liefst on-the-job) die het gewenst resultaat daadwerkelijk en concreet dichterbij brengt. d. Een doelgerichte en efficiënte dienst verlening aan gemotiveerde burgers die schulden dan wel inkomens problemen hebben gericht op het realiseren van een situatie waarin geen inkomens ondersteuning meer nodig is en de eigen kracht en verantwoordelij kheid van burgers om hiervoor te zorgen vergroot is. e. Een service- en beheerorganisatie die vraaggericht en efficiënt is ingericht, en zoveel als mogelijk ten dienste staat van een efficiënte en effectieve uit voering van het primaire proces en het goed en effectief bedienen van alle stakeholders die WIL heeft. Het woord efficiënt heeft in dez e niets te maken met de efficiency (=productiviteit) van medewerkers, maar met het feit dat de schaalgrootte van WIL een efficiencyslag mogelijk maakt. Voor wat betreft de overhead is deze efficiencyslag rechtstreeks het gevolg van de schaal: door het samenvoegen van vijf uit voeringsorganisaties zijn minder managers nodig, minder cont rollers, beleidsmedewerkers, et cetera. Voor wat betreft het primaire proces is deze efficiencyslag gelegen in het beter en anders kunnen organiseren van zaken; als we dan toch samengaan; waarom dan niet nog eens goed kijken naar wat we doen en hoe we dat doen? Via een lean traject zijn de belangrijkste werkprocessen de afgelopen periode al op hoofdlijnen herijkt op efficiencykansen; de winst die we hier geboekt hebben, is weer geïnvesteerd in WIL: bijvoorbeeld in een stevigere werkgeversbenadering. De reden om goed te kijken of we efficiënt er kunnen werken is ook gelegen in het feit dat we de komende jaren meer of hetzelfde zullen moeten doen met minder middelen. De efficiency en effectiviteitslag die we beogen gaan we ook meten: t.a. v. alle werk processen worden KPI’s (kernprestatie indicatoren) vastgesteld die we gaan monitoren.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 12 van 63
Onderstaande figuur laat het dienst verleningsconcept dat beoogd wordt in een oogopslag zien. Figuur 4: dienstverleningsconcept WIL
De keuze voor dit dienst verleningsconc ept is gelegen in de wetenschap en de ervaring dat alleen met een flinke slag vooruit ten opzichte van de huidige situatie de geformuleerde ambities en doelstellingen waar te maken zijn. De bestaande werkwijz en zijn niet “slecht”, de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid dwingen alleen tot een fors tandje erbij en een aantal fundamentele wijzigingen en dat is slechts beperkt mogelijk binnen de bestaande werkwijzen; schaalvergroting en een paradigmashift zijn noodzakelijk met als fundament de good practices binnen
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 13 van 63
de bestaande werkwijzen zoals die er zijn. De ervaringen in onder meer Dordrecht en Tilburg wijzen uit dat bovenstaande dienst verleningsconc ept succes vol is en hierin bestaande good practices goed 6 verweven kunnen worden. Figuur 5 laat de “vertaling” zien van bovenstaande dienst verleningsconcept naar het primaire dienst verleningproces voor de deelnemers van WIL die een uitkering willen hebben en/ of op zoek zijn naar werk. Figuur 5: het beoogde dienst verleningsproces van WIL voor deelnemers werk en ink omen
Het dienst verleningsproces dat WIL voorstaat voor deelnemers die komen voor werk en/of een uitkering is in de kern eenvoudig: o Deelnemers zijn vrij zich te melden bij WIL dan wel lokaal (de toegang is “vrij”). o Op basis van een aantal relevante vragen ( “quickscan”) wordt achterhaald wat de specifiek e vraag en problematiek is van de deelnemer. Het mag duidelijk zijn dat de medewerker die dit doet geen “veredelde receptioniste” is, maar een goed gekwalificeerde medewerker.
6
In Dordrecht bijvoorbeeld is de ervaring bijvoorbeeld dat een adequate inrichting van de poortwachterfunctie leidt tot een afname van de instroom in de uitkering van minimaal 30%. Tilburg heeft vergelijkbare ervaringen.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 14 van 63
o
o
o o
Op een uitzondering na worden alle deelnemers vervolgens niet vrijblijvend gedurende een periode van maximaal 4 weken geïnformeerd, geadviseerd en ondersteund (als “poort” naar WIL) en “geschouwd” (op hun eigen kracht, arbeidsmarktkansen, en dergelijk ). 7 Afhankelijk van vooral hun arbeidscapaciteit krijgen deelnemers vervolgens een jobcoach of participatiecoach toebedeeld die hun ondersteunt en faciliteert bij het realiseren van uitkerings onafhankelijkheid en participatie naar vermogen. Vanaf de poortwachter & schouw periode wordt ook op handhaving ingezet: deelnemers die frauderen worden hard aangepakt. Vanaf de poortwachter & schouw periode wordt ook gekeken of er nog andere vraagstukken zijn die participatie of uitkeringsonafhankelijkheid in de weg staan (schulden, inkomens problemen, gezinssituatie, psychische problemen, e.d.). Via flankerend beleid wordt hier op ingezet, door WIL dan wel door de meest aangewezen partners ter zake.
Het dienst verleningsproces van WIL voor het zittende bestand is vrijwel gelijk aan bovenstaande proces: de arbeidscapaciteit en “flankerende problematiek” van deelnemers is net als voor nieuwe deelnemers leidend voor de dienst verlening vanuit WIL. Voor de deelnemers van wie we hierop onvoldoende zicht hebben, wordt een verkorte poortwachter & schouw periode georganiseerd. Voor alle deelnemers geldt dat de ingezette dienst verlening herijkt zal worden op resultaatgerichtheid; we gaan er echt er vanuit dat in de meeste gevallen de ingezette dienst verlening onverminderd gecontinueerd zal worden. WIL heeft naar schatting in aanvang circa 1.800 deelnemers voor wie de dienst verlening zoals hier boven geschetst moet worden ingericht. Daarnaast echter zijn er nog minimaal 2.000 burgers waarvoor een uitkering niet aan de orde is; zij hebben “alleen” een inkomensprobleem en willen daarmee geholpen worden. Onderstaande overzicht laat het klantenbestand van de vijf Lekstroomgemeent en anno begin 2012 zien en daarmee het (pot entiële) klantbestand van WIL. Gelet op de diverse aannames die we hebben moeten maken zijn de cijfers afgerond op tient allen. Figuur 6: k lantenbestand Lek stroom gemeenten cq. potentiële k lantenbestand WIL Gemeente
Bijstandsklanten per begin 2012
Klanten in schuldhulpverleningstraject per begin 2012
Hout en IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen Totaal klantenbestand WIL
330 350 890 230 1.800
8
Klanten met voorziening KOV
80 140 360 30
Klanten met voorziening of regeling i.k.v. minimabeleid/LDT of BB 280 260 1.300 180
610
2.020
190
50 40 90 10
7
In de terminologie van de WWNV praten we dan over een variant op het begrip “verdienvermogen” Alle cijfers uit het overzicht zijn aangeleverd door de afzonderlijke gemeenten. Op onderdelen waren soms slechts inschattingen mogelijk. 8
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 15 van 63
Figuur 7 schetst het primaire dienst verleningproces voor deze deelnemers van WIL. Figuur 7: het beoogde dienst verleningsproces van WIL voor burgers die alleen ink omensondersteuning nodig hebben
Het dienst verleningsproces dat WIL voorstaat voor deze burgers/deelnemers is in de kern eveneens eenvoudig: o Ook hier zijn deelnemers vrij zich te melden bij WIL dan wel lokaal. Voor veel deelnemers zal dit het gemeentehuis zijn en blijven. o Op basis van een aantal relevante vragen (quickscan) wordt acht erhaald wat de specifieke vraag en problematiek is van deze burgers/deelnemers. Het mag duidelijk zijn dat ook deze medewerker geen “veredelde receptioniste” is, maar een goed gek walificeerde medewerker. o Op een uitzondering na worden alle deelnemers vervolgens niet vrijblijvend gedurende een periode van maximaal 1 week geïnformeerd, geadviseerd en ondersteund (als “poort” naar WIL) en “geschouwd” (op hun eigen kracht, eigen verant woordelijkheid, en dergelijke). o Afhankelijk van de situatie die aan de orde is wordt een schuldhulpverleningstraject ingezet dan wel een voorziening get roffen, bijzondere bijstand verstrekt, totdat de situatie weer genormaliseerd is. o Vanaf de poortwachter & schouw periode wordt ook op handhaving ingezet: deelnemers die frauderen worden hard aangepakt. Ook hier geldt dat het dienst verleningsproces van WIL voor het zittende bestand vrijwel gelijk is aan bovenstaande proces: de “inkomensproblematiek” van deelnemers is net als voor nieuwe deelnemers leidend voor de dienst verlening vanuit WIL. Voor de deelnemers van wie we hierop (nog) onvoldoende zicht hebben, wordt wederom een verk orte poortwachter & schouw periode georganiseerd.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 16 van 63
Ook hier zal de ingezette dienst verlening voor alle deelnemers herijkt worden op result aatgerichtheid; we gaan er echter wederom vanuit dat in de meeste gevallen de ingezette dienst verlening gecontinueerd zal worden.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 17 van 63
Hoof dstuk 7
WERKGEVERSBENADERING In alle Lekstroom gemeent en wordt momenteel stevig ingezet op het bedienen van de werkgevers in de eigen gemeente, dan wel ook daar buiten. Iedere gemeent en heeft daarbij een eigen insteek. Binnen WIL wordt beoogd voort te borduren op de good practices die er liggen (binnen Vakwerk Hout en, Baanbrekend en IJsselstein Werkt bijvoorbeeld), maar tegelijk een slag vooruit te maken. De rode draad binnen de beoogde gezamenlijke werkgeversbenadering namelijk is het realiser en van een effectieve, zakelijke en duurzame relatie met de lokale en regionale werkgevers om van daaruit en op basis van een int eressante zakelijke propositie een rol te kunnen spelen als “leverancier” van personeel en oplossingen voor personeelsproblemen (instroom, uitstroom, doorstroom). 9 Samenwerking met uitzendbureaus, het UWV, PAUW bedrijven , het onderwijs, maar ook de 10 bedrijfscontactfunctionarissen van de afzonderlijke gemeenten is daarvoor essentieel. Onze inschatting is dat er de komende jaren veel kans en liggen mensen met een uitkering te plaatsen dan wel werkloosheid te voorkomen, onder de voorwaarde dat we samen met de werkgevers in de Lekstroom een goede vraaggericht e infrastructuur en samenwerking kunnen realiseren. Hierop wil WIL fors inzetten de komende jaren, onder meer met een fysiek en virtueel werkgeversservicepunt (WSP Lekstroom). Figuur 8 geeft in een overzicht de kern van de beoogde werkgeversbenadering van WIL weer. Figuur 8: de beoogde werk geversbenadering van WIL in de k ern Visie
Missie WIL
Bij de nieuwe werkgeversbenadering is de uitdaging om de inmiddels ingeslagen weg van werkgeversbenadering van de verschillende gemeenten verder te professionaliseren, waarbij we als WIL “maakbaarheidsdenken” en regie loslaten, de arbeidsmarkt zelf lat en regisseren, minder systeem, regels en organisatie (eenvoud) en meer schouder aan schouder met werkgevers en partners ontdekken, ontwikkelen en samenwerk en. Ons streven is dat iedereen werkt of participeert naar zijn of haar eigen vermogen (=arbeidscapac iteit), bij voorkeur bij een reguliere werkgever. Wij zijn een aanspreekpunt voor werkgevers en (strategische) netwerkpartners, bieden direct een oplossing, organiseren in - en externe capaciteit afgestemd op de vraag en verz orgen persoonlijke en digitale beschikbaarheid van ink omende informatiestromen voor lokale overheid. Onze benadering is vraaggericht, preventief en gemotiveerd vanuit ons eigen aanbod. Waar we voor gaan is het creëren van kans en voor de deelnemers van WIL om naar vermogen te kunnen participeren.
9
In de stuurgroep en klankbordgroep van WIL is de intentie uitgesproken dat PAUW Bedrijven –onder specifieke condities - het “regionale mensontwikkelbedrijf” voor alle gemeenten in de Lekstroom wordt. Gegeven deze condities fungeert PAUW Bedrijven dan als preferred supllier voor WIL ten aanzien deelnemergroep 3. De Lekstroom gemeenten hebben nu namelijk niet veel ervaring met het begeleiden en plaatsen van deelnemers met een duurzaam beperkte arbeidscapaciteit. PAUW Bedrijven heeft deze ervaring wel. De condities die zijn genoemd zijn onder meer zakelijke afspraken, evaluatie na 2 jaar, marktconforme tarieven en een gescheiden exploitatie voor het onderdeel beschut werk. De gemeenten blijven zelf (ook financieel) verantwoordelijk voor het beschut werk; dit valt niet onder WIL. 10 WIL zal er voor waken dat het participatiebudget niet “wegstroomt” naar deze partners, maar ten goede blijft komen aan de deelnemers van WIL.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 18 van 63
Wij denken en handelen van “buiten naar binnen”. De werkgever is onze partner in business Wij zijn klantgericht en geven ant woorden op vragen! Ons aank nopingspunt is de HRM agenda of het HRM probleem van een werk gever. Wij doen aan forecasting en spelen daarmee in op de huidige en 11 toekomstige (lat ente) vraag op de arbeidsmarkt . De arbeidsmarkt is groter dan de Lekstroom en wij werken waarnodig op een effectief schaalniveau. Wij maken afspraken en creëren een flexibel in te zetten schil met publieke en private partners en werkgevers. Wij zijn zicht- en vindbaar voor werkgevers met een eenvoudige boodschap. Wij kennen de werkgever én de deelnemer en staan dus garant voor een hoogwaardige match tussen vraag en aanbod. We maken maximaal gebruik van de mogelijkheden tot social ret urn on investment Dienst verleningsconcept WSP Lekstroom is het virtuele loket voor de werkgever: voor advies, informatie, matching, projectont wikkeling, ondersteuning WSP Lekstroom biedt: • een goede en snelle oplossing van het probleem; • in duidelijke, begrijpelijke taal • tegen zo laag mogelijke kosten • waarbij afspraken worden gemaakt en opgevolgd is samenwerking met PAUW, UZB’s, UWV, onderwijs e.d. WSP Lekstroom is daarbij het samenwerkings verband van WIL, PAUW, UZB’s, onderwijs, EZ gemeenten e.a. WSP kijkt ook naar latente vraag, mogelijkheden jobc arving, e.d. en zoekt samen met ondernemer naar invulling social return afspraken WIL levert CV’s/draagt deelnemers aan en levert deel bezetting WSP Kernproducten/diensten Informatie en advies WSP Acquisitie en net werkbeheer 12 Plaatsing (regulier en bijzonder ) Non plaatsing Nazorg werkgevers Nazorg werknemer Overige HR vragen Ontwikkeling nieuwe projecten Ondersteuning bij mobiliteit Projectont wikkeling Inzicht in alle vacatures lekstroom (en daarbuit en) KPI’s Aantal plaatsingen van deelnemers bij werkgevers op regulier werk, georganiseerd werk, beschut werk en georganiseerd werk Marktaandeel en marktbereik WSP onder werkgevers in de Lekstroom Doorstroom van bijzondere naar reguliere plaatsingen Tevredenheid werkgevers over WSP Uitgangspunten
De keuze voor deze invulling van de werkgeversbenadering is bovenal tweeledig: aanbodgericht werk en blijkt niet effectief te zijn en gemeenten kunnen het niet alleen; samenwerking is essentieel. 11
Ontwikkelen en uitvoeren van aantrekkelijke investeringsmodellen voor werkgevers gericht op plaatsing van deelnemers met (beperkt) verdienvermogen. 12 Onder bijzonder wordt verstaan een plaatsing met eventueel extra ondersteuning.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 19 van 63
Ervaringen in onder meer Zuidoost-Brabant laten zien dat werkgevers vergaand bereid zijn hun verant woordelijkheid te nemen als zij met een zakelijke propositie worden benaderd: het in dienst nemen van medewerkers moet hun voordeel voor hun bedrijf bieden (in termen van continuïteit, 13 bedrijfs voering, rendement). Positie werkgeverservic epunt Lekstroom Via het WSP Lekstroom heeft WIL op subregionaal niveau een serviceteam werkgevers (buitendienst). Dit wil zeggen dat er voor bedrijven en partn ers één aanspreekpunt is, zowel telefonisch, elektronisch (website en email) als schriftelijk. Om alle werkgevers in de regio optimaal van dienst te zijn en dez e niet te hoeven doorverwijzen, is dit serviceteam integraal verant woordelijk voor het afhandelen van alle vragen van werkgevers, eenvoudige en moeilijke. De werk gever wordt daardoor niet van het kastje naar de muur gestuurd, en medewerkers zijn beter op de hoogte van de werk geverssituatie. Wezenlijke voordelen van deze aanpak zijn: De werkgever heeft met maar één persoon/team te maken, wat de klant vriendelijkheid vergroot doordat er geen doorverwijzingen plaats vinden. Doordat medewerkers zelf over de expertise beschikken om vragen af te handelen, hoeven zij minder door te verwijzen. Dat kan de interne efficiëntie vergroten (geen tijd nodig voor overdrachtsmomenten, geen fouten in overdracht van gegevens). Medewerkers hebben een breder takenpakket, kunnen daardoor makkelijker werk van elkaar overnemen en hebben een beter beeld van de klantsituatie. De flexibiliteit die van WIL verlangd wordt bij deze wisselende arbeidsmarkt vergt ook een flexibele en andere houding. Binnen het werkgeversservicepunt houden medewerkers zich bezig met het “voorspellen” en/of het creëren van een toekomstige vraag, en ont wikkelen hiervan in samenwerking met werk gevers publiek e en private partners projecten voor in. Deze projecten zijn vooral gericht op het ontwikkelen en uit voeren van aantrekkelijke investeringsmodellen voor werk gevers waarbij vooral gestreefd wordt plaatsing van deelnemers met (beperkt) arbeidscapaciteit. Voor deze projecten kunnen middelen als loonkosten, detachering, jobcarving, training etc worden ingezet. Wij zetten hoog in op social return on investment samen met onze partners (gemeenten en overige publieke partners). Wij vervullen hierbij een regierol. Samenwerking intern en extern De inzet van WIL is er in gelegen zoveel als mogelijk te focussen op het versterken van de verant woordelijkheid van werkgevers en deelnemers en het in het verlengde daarvan (pas) bieden van optimale ondersteuning van werkgevers. Werkgeversarrangementen worden belangrijk (=brede onderhandelingscoalities mogelijk maken). We willen handelen vanuit vertrouwen en zoveel als mogelijk regulier oplossen; dus niet met behulp van subsidies e.d. Hier is de valkuil namelijk het ontstaan van structurele gesubsidieerde banen. Samenwerking met publieke en privat e partners die zich reeds op deze markt bewezen hebben, is daarbij voor ons een voorwaarde tot succes. WIL begeeft zich op een voor ons nieuwe markt en is een lerende organisatie. Het vormen van coalities beperkt zich daarom niet alleen tot werkgevers maar ook richting bijvoorbeeld uitzendbureaus, brancheorganisaties, het UWV, en anderen. Binnen het werkgeversservicepunt wordt door WIL naadloos samengewerkt met alle partners, maar ook de aangesloten gemeenten. Processen worden indien nodig samengevoegd of gecombineerd. Diensten werken nauw met elkaar samen in een open doelgerichte samenwerking in plaats van ieder voor zich. Niet alleen in “horizontale” zin zoekt WIL de samenwerking met anderen, maar ook in “verticale” zin. Binnen de arbeidsmarktregio Groot Utrecht bijvoorbeeld wordt steeds nadrukkelijker met elkaar de 13
In de regio Helmond/Peelland zijn de werkgevers in de regio zelfs “mede -eigenaar” van het Werkplein aldaar geworden en zijn zij initiator van meerdere projecten als de Proeffabriekencarrousel.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 20 van 63
samenwerking gezocht om de kans en die er liggen te verzilveren. Het adagium voor WIL is hier: waar zinvol op het niveau van groot Utrecht, waar nodig op lokaal niveau of op de schaal van de Lekstroom. We investeren dus vooral in samenwerking als dat meerwaarde oplevert voor onze werkgevers en onze deelnemers. De gezamenlijke inzet van alle partners in de Lekstroom is er op gericht in te spelen op de behoefte van werkgevers: tijdelijk of vast personeel, ondersteuning bij dreigende werkloosheid (van werk naar werk ), het anticiperen op dreigende tekort en aan personeel (via projecten bijvoorbeeld), e.d.. Kennis van de arbeidsmarkt is hiervoor muiteraard essentieel. Figuur 9 laat dez e insteek zien. Figuur 9: inzet werk geversbenadering vanuit net werk van partners (WSP Lek stroom)
Het beoogde resultaat van de gezamenlijke werkgeversbenadering is helder: o Regulier werk. o Georganiseerd werk; dat wil zeggen werk dat door de werkgevers specifiek nieuw gecreëerd is (bijvoorbeeld in het kader van sociale return afspraken) om deelnemers met een uitkering een kans te geven werkervaring op te doen (georganiseerd gericht op uitstroom) dan wel onthe-job de eigen kwalificaties en competenties te verbeteren (georganiseerd werk gericht op ontwikkeling). o Beschut werk. o Maatschappelijke tegenprestatie; dat wil zeggen werk met behoud van uitkering dat door bijvoorbeeld de eigen gemeenten of maatschappelijke organisaties wordt gec reëerd dan wel wordt verzilverd in het kader van bijvoorbeeld social return afspraken.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 21 van 63
In de komende periode zullen bovenstaande resultaten nog nader worden geconcreti seerd (SMART) en worden vertaald in taakstellingen die kunnen worden gemonitord. Figuur 10 laat deze beoogde insteek van de werkgeversbenadering vanuit WIL en het werk geversservicepunt zien. Figuur 10: beoogd resultaat werk geversbenadering Lek stroom
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 22 van 63
Hoof dstuk 8
POORTWACHTER & SCHOUW . Een van de kerntaken van WIL is het verstrekken van uitkeringen en het bieden van (inkomens)ondersteuning aan burgers in nood (met schulden, die in armoede leven en/of in sociaal isolement ). Dit doen we echter niet zomaar. WIL biedt alleen (inkomens) ondersteuning of een uitkering aan: a. Iemand die dit echt nodig heeft en; b. Uitsluitend voor zolang hij/zij het nodig heeft. Het doel van de poortwachter & schouw periode is derhalve in de eerste plaats om de dienst verlening van WIL bovenal te kunnen foc ussen op die burgers die echt een uitkering of (inkomens)ondersteuning nodig hebben. Het tweede doel van de poortwachter & schouw periode is uitkerings afhank elijkheid te voorkomen en te verminderen. Een derde doel is door een brede en stevige diagnose in een intensief en wat langer tijdsbestek goed vast te kunnen stellen hoe breed en specifiek de uiteindelijke ondersteuning aan de deelnemer dient te zijn. Een belangrijk uitgangspunt binnen de dienst verlening van WIL is daarbij om deelnemers met vertrouwen tegemoet te treden. Hen als serieuze gesprekspartner bejegenen, draagt bij aan de bereidheid van de deelnemer om zich aan afspraken te houden. Dat begint direct bij de eerste kennismaking van de deelnemer met WIL. Tegelijk zijn we fraude-alert; bij overtredingen durven we de deelnemer daarmee te confronteren en zijn we onverbiddelijk. We gebruiken gegevens die we al kennen, vragen uitsluitend wat we nog niet weten en controleren – als we geen risico’s zien uitsluitend via administratieve systemen. Indien deelnemers de afspraken niet nakomen wordt de uitkeringsaanvraag niet verder in behandeling genomen of leidt dit tot een maatregel. Dit geldt ook voor deelnemers die voor inkomens ondersteuning komen: we helpen hen niet verder. Voor die deelnemers die dit vertrouwen niet beschamen en echt (inkomens)ondersteuning nodig hebben, zijn we er. De aanpak en ondersteuning die WIL in deze biedt is mede afhankelijk van de eigen kracht, motivatie, persoonlijke omstandigheden en (arbeids)capaciteit van de betrokkene in kwestie. Het eventuele recht op een uitkering of ondersteuning speelt pas in tweede instantie. W aar nodig en aan de orde zullen we (pot entiële) deelnemers maximaal ondersteunen in het vergroten van hun eigen kracht, mogelijkheden en verantwoordelijkheid, zowel in preventieve zin (informatie, WMO, e.d.) als in curatief opzicht (empowerment). Onze dienst verlening ondersteunen we met digitale communicatie. Professionals kunnen het aant al contactmoment en met klanten verhogen door op eenvoudige wijze te werken met groepsindelingen. Zo gebruiken we internetchatting of e-mail voor tussentijdse informatie-uit wisseling en sms berichten (groep of individueel) voor herinneringen of ondersteunende beric hten. De combinatie van verschillende communicatievormen zorgt voor positieve beïnvloeding van de deelnemer; ervaringen elders laten dat zien. De deelnemer is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het organiseren van de dienst verlening en ondersteuning die hij/zij nodig heeft en moet dan ook eerst zelf een oplossing organis eren of gebruik maken van zijn eigen net werk om hem of haar bij te staan. Een beroep doen op de eigen kracht van de deelnemer zal betekenen - zoals we nu al bij jongeren doen die een uitkering aanvragen – dat WIL deelnemers faciliteert op basis van niet vrijblijvende afspraken om op eigen krac ht zichzelf te redden, waarmee afhankelijkheid van de overheid wordt voorkomen. Lukt dat niet, dan biedt WIL Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 23 van 63
dienst verlening op maat en worden deelnemers toebedeeld aan een werk- of participatiecoach afhankelijk van de mate van arbeidsgeschiktheid (klantgroep 1, 2, 3 of 4)dan wel komt een consulent inkomens ondersteuning in beeld. Wat gebeurt er binnen de Poort wachter & schouw periode? In de komende periode zullen we de ex acte invulling van de Poortwachter & Schouw periode nader uitwerken, mede aan de hand van bovenstaande schets. Daarbij zullen we ook een concretisering zoeken van het tweede doel van de Poortwachter & Schouw periode: een bet er inzicht krijgen in de eigen kracht, potenties, kwaliteiten, eventueel ook arbeidscapaciteit en de motivatie van deelnemers. Naar analogie van de invulling van de P oort wachter & Schouw periode die elders is gekozen denken we op dit moment aan een periode van een tot vier weken waarin deelnemers via (groeps)gesprekken 14 en workshops geïnformeerd, geadviseerd en ondersteund worden. Mogelijke groepsges prekken en workshops zijn onder meer de volgende: Rechten en plichten 15 Alle deelnemers worden uitgenodigd voor een workshop over rec hten en plichten. De deelnemer wordt met de juiste tone-of-voice voorgelicht over zijn rechten en plichten en over de niet vrijblijvende maar wel ondersteunende aanpak van WIL. Werk Daarnaast worden in verschillende workshops de regionale en lokale arbeidsmarkt toegelicht, mogelijke sollicitatiekanalen, netwerken en de belangrijkste do’s en don’ts solliciteren gepresenteerd. Lokale uitzendbureaus zijn aanwezig om klant en die arbeidsgeschikt zijn direct te bemiddelen naar werk. E-portfolio Deelnemers werken binnen een slimme digitale webbased omgeving (E -port folio) aan hun eigen plan, CV, baanvoorkeuren en sollicitatievaardigheden. Daarnaast kunnen zij zelf zoeken in een vacaturebank met een ruim aanbod regionale banen die dagelijks wordt ververst. De eigen verant woordelijkheid van de deelnemer staat voorop, dus als de deelnemer alle stappen heeft doorlopen wordt hij of zij uitgenodigd voor een screeningsgesprek. De professional kan van alle klanten de voortgang van de re-integratie via schaduwmanagement volgen. Intak e en controle Cont role of de aanvrager van levensonderhoud rec ht heeft op een uitkering en of de aanvrager ondersteuning nodig heeft bij het zoeken en vinden van werk? De zelfredzaamheid van de deelnemer wordt daarbij bepaald door de: kwaliteit va n het zoekgedrag naar werk, belemmeringen bij het zoeken naar werk en uit voeren of volhouden van werk, de vraagkant van de arbeidsmarkt. Toek enning uitk ering De poort wachter van WIL beoordeelt of de aanvrager zich in de vier wek en zoektijd voldoende heeft ingespannen om werk te vinden. Is dit het geval en zijn er verder geen onregelmatigheden in de quickscan geconstateerd dan zorgt de Poort wachter dat binnen drie werkdagen de uitkering geregeld is. 14
Voor deelnemers die uitsluitend inkomensondersteuning vragen, denken we aan een poortwachter & schouw periode van ongeveer 1 week. In deze periode moeten we en een goed beeld kunnen krijgen van wat er speelt en er voor gezorgd kunnen hebben dat degenen die voldoende eigen kracht hebben/kunnen organiseren dit ook gaan doen. Voor deelnemers die voor werk en/of inkomen komen, leert de ervaring, is vaak meer tijd nodig. We denken aan een week of 4. 15 Wanneer bij de intake blijkt dat iemand behoort tot doelgroep 4 wordt deze meteen doorverwezen naar een zorg/participatiecoach.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 24 van 63
Brede diagnose De vraag achter de vraag achterhalen. Het probleem van de deelnemer goed bezien op alle as pecten en lagen. Waar nodig samen met specialisten uit andere organisaties. Wat gebeurt en na de Poort wachter & Schouwperiode? Heeft een deelnemer na 4 weken bijvoorbeeld nog geen werk (of opleiding in het geval van jongeren) dan wordt de deelnemer toebedeeld aan een werk- of participatiecoach afhankelijk van de mate van arbeidsgeschiktheid (doelgroep 1, 2, 3 of 4). Tijden de Poortwachter & Schouw periode is er een goed beeld verkregen van de deelnemer. Op basis hiervan kunnen de juiste vervolgstappen worden gezet. Na de Poort wachter & Schouw periode wordt de begeleiding intensiever en er worden zo nodig meer instrumenten ingezet, zoals verdiepende diagnoses, empowerment, vergroten werknemers vaardigheden, et cetera. Als al tijdens de poort wachterperiode blijkt dat een andere (intensievere) aanpak nodig is dan wordt de deelnemer al eerder toebedeeld aan een werk of participatie coach. Figuur 11 laat in een notendop zien op welk e wijze WIL de Poortwac hter & Schouw periode wil inrichten. Figuur 11: de k ern van de Poort wachter & Schouw die binnen WIL beoogd wordt Visie
Missie
Uitgangspunten
Dienst verleningconc ept
Kernproducten KPI
Businesscase WIL, versie 5.1
WIL is er alleen voor die burgers die echt ondersteuning nodig hebben om naar vermogen te kunnen participeren en zelfstandig en duurzaam in hun ink omen te kunnen voorzien. Het inrichten van een dusdanige Poort dat alleen degene die echt ondersteuning nodig hebben die krijgen. Het inrichten van een dusdanige Schouw dat de ondersteuning effectief en efficiënt is en voor beide partijen -W IL en de deelnemerhelder is om welke ondersteuning het dan moet gaan en wie dan waarvoor aan zet is. Afspraak is afspraak. E dienst verlening. Hoogwaardige intake (streng aan de poort ) Deelnemer met vert rouwen benaderen (bejegening) Bemiddeling samen met partners. Poort wachter & Schouw periode van maximaal 4 wek en voor deelnemers die werk zoeken en/of een uitkering willen, maximaal 1 week voor deelnemers die inkomensondersteuning willen. De focus is eerst preventie, daarna zicht krijgen op de meest effectieve en efficiënte ondersteuning. Serie van workshops en (groeps)gesprekken Workshops Aanvraag uitkering (doelmatigheid & rechtmatigheid) Aantal en % burgers dat uiteindelijk als deelnemer bij WIL ins troomt, getypeerd naar klantgroep, uitkering, voorziening oen/of ondersteuning Aantal en % burgers dat zich bij WIL aan de Poort meldt Doorlooptijd Aantal en % burgers dat uiteindelijk geen uitkering aanvraagt (naar reden)
Pagina 25 van 63
Vanaf de start van de poort wachter & schouw periode zetten we in op handhaving; misbruik wordt gestraft. Waar nodig schakelen we de regionale sociale recherche (RSRN) in. In de stuurgroep en klankbordgroep is besloten dat d e RSRN voorlopig in zijn huidige organisatorische vorm blijft bestaan en wordt niet de jure ondergebracht bij WIL. WIL zal de RS RN wel huis vesten; de medewerkers van de RSRN komen ook bij WIL op de payroll. Uiterlijk in 2014 wordt bezien of deze keuze herijkt moet worden. De reden voor deze keuze is vooral gelegen in het feit dat de RS RN momenteel een regeling is van niet alleen de Lekstroom gemeenten en ook nog niet helder is in welke mate en voor welke omvang de beoogde nieuwe aanpak van WIL en diverse ontwikkelingen de inzet van sociale rechercheurs vraagt.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 26 van 63
Hoof dstuk 9
DIENSTVERLENING WERKZOEKENDEN In het Schetsontwerp van BMC dat ten grondslag heeft gelegen aan de besluit vorming van de raden begin 2012 is de principiële keuze gemaakt de beoogde dienst verlening aan werkzoekenden op te hangen aan het “verdienvermogen” van de deelnemers. Deelnemers met een verdienvermogen van meer dan 100% het wettelijk minimumloon (WML) zouden bijvoorbeeld vooral zelf aan de slag moeten, deelnemers met een verdienvermogen van minder dan 20% WML zouden vooral met rust gelaten worden, et cetera. Door het Rijk was aangegeven dat de operationalisering van het begrip “verdienvermogen” door het Rijk zou worden opgepakt en ook voor “meetstations” en instrumentarium zorg gedragen zou worden. Een van de meest wezenlijke instrumenten in deze was het instrument loondispensatie. Dit instrument was bij uitstek geschikt om mensen met een duurzaam beperkt verdienvermogen (klantgroep 3 dus vooral) tegen reguliere arbeids voorwaarden bij reguliere werkgevers te plaatsen. Werkgevers zouden alleen de verdiencapaciteit betalen, gemeenten zouden dit bedrag aanvullen tot bijna het minimumloon. Het niet doorgaan van de WWNV heeft hier een streep door gehaald. Door de stuurgroep en klankbordgroep van WIL is echter besloten de ingezette lijn vast te houden: het “verdienvermogen” van deelnemers is leidend voor de beoogde dienst verlening. De wijze waarop dit verdienvermogen getoetst moet worden, wordt momenteel verkend. In het land lopen meerdere pilots; de ervaringen binnen deze pilots laten zien dat het zeer waarschijnlijk is dat we als WIL adequate instrumenten in handen gaan krijgen om het verdienvermogen van deelnemers te kunnen toetsen. Een assesment is een van de mogelijke instrumenten in deze. Cruciaal hierbij is de fundamentele keuze die beoogd wordt de indeling naar klant groepen niet star te laten zijn; de indeling biedt vooral handvaten voor het goed kunnen organiseren van de dienst verlening. Of deelnemers goed en effectief ondersteund worden, zal regelmatig worden getoetst; waar nodig leidt dit tot aanpassingen in de dienst verlening. De enige aanpassing die is aangebracht is de term “verdienvermogen” te vervangen door het begrip “arbeidscapaciteit”; we denk en hierdoor meer lokale ruimte te kunnen creëren voor een invulling op onze maat, zonder last te hebben van de beladenheid van het begrip verdienvermogen vanwege het niet doorgaan van de WWNV. Ook zonder loondispensatie beschikt WIL over re-int egratie instrumenten om mensen met een duurzaam beperkt verdienvermogen te plaatsen bij reguliere werkgevers. Deze instrumenten zijn: scholing/begeleiding, de no-risk polis, proefplaatsingen, werkervaringstages, werken met behoud van uitkering (onder bepaalde voorwaarden), loonkostens ubsidies. Ook met dez e instrumenten zien wij WIL in staat –binnen het kader van WSP Lekstroom - om goede resultat en te behalen voor de deelnemers uit klantgroep 3. Binnen de geldende wet - en regelgeving zijn er bijvoorbeeld constructies denkbaar waarmee hetzelfde bereikt kan worden als met loonsdispensaties: deelnemers uit klantgroep 3 zoveel als mogelijk plaatsen bij reguliere werkgevers. Met hierbij als doel het realiseren van een zo hoog mogelijke loonwaarde tegen zo laag mogelijke begeleidingskosten. Te denken valt bijvoorbeeld aan constructies waarbij mensen in dienst komen van (op de payroll) van een SW bedrijf die vervolgens worden doorgedet acheerd door dit SW bedrijf naar reguliere werkgevers. Deze werkgevers betalen aan het
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 27 van 63
SW bedrijf de verdiencapaciteit van deze mensen. Het SW bedrijf verrekent dit met de gemeente. Deze constructie lijkt vooral financieel haalbaar voor mensen met een relatief hoge verdiencapaciteit. Een andere constructie is om mens en (tijdelijk) met behoud van uitkering te plaatsen binnen een SW bedrijf waarbij toch hun verdiencapaciteit benut wor dt. De mogelijkheden en financiële en juridische consequenties van dez e constructies worden momenteel met PAUW Bedrijven in beeld gebracht. De reden om dit met PAUW Bedrijven te doen is de keuze die door de stuurgroep en klank bordgroep gemaakt is om PAUW Bedrijven –onder specifieke condities16 als preferred supllier voor WIL te laten fungeren ten aanzien klantgroep 3. In lijn met hetgeen al in het Schetsontwerp is gesteld, hebben de Lekstroom gemeenten nu namelijk niet veel ervaring met het begeleiden en plaatsen van deelnemers met een duurzaam beperkte verdienvermogen. PAUW Bedrijven heeft deze ervaring wel en wordt voor alle Lekstroom gemeenten het “eigen” mensont wikkelbedrijf in de regio. Figuur 12 laat de hoofdlijnen zien van de dienst verlening die per klant groep wordt beoogd. De indeling is niet bedoeld als “hokje voor het leven”, maar een instrument om onze dienst verlening op te kunnen inrichten.
16
Condities zijn onder meer zakelijke afspraken, evaluatie na 2 jaar, marktconforme tarieven en een gescheiden exploitatie voor het onderdeel beschut werk. De gemeenten blijven zelf (ook financieel) verantwoordelijk voor het beschut werk; dit valt niet onder WIL.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 28 van 63
Figuur 12: hoofdlijnen di enstverlening WIL naar k lantgroep
Arbeidsgeschikt
Tijdelijk niet arbeidsgeschikt
Permanent niet volledig arbeidsgeschikt
Niet arbeidsgeschikt
Businesscase WIL, versie 5.1
E-dienstverlening met beperkte jobcoaching: zelf laten maken portfolio/CV, groepsgewijze aanpak waar mogelijk (sollicitatietraining, rechten &plichten); hoogwaardige handhaving; verplichting tot bewijs leveren van optimale inspanning. Indien na 2 maanden niet uitgestroomd: tegenprestatie, indien na 6 maanden niet uitgestroomd naar regulier werk: hernieuwde diagnose. Geen inzet uit Pbudget.
E-dienstverlening met intensieve jobcoaching: ondersteuning bieden bij maken portfolio/CV, groepsgewijze aanpak waar mogelijk (sollicitatietraining, rechten & plichten); hoogwaardige handhaving; aanbodversterking afhankelijk van individuele noodzaak (zoveel mogelijk werkendewijs oplossen belemmeringen). Indien na 6 maanden niet uitgestroomd naar regulier werk: hernieuwde diagnose. Indien mogelijk en effectief vanaf de start al inzet op georganiseerd werk (gericht op uitstroom of op ontwikkeling). Stevige inzet uit P-budget. Intensieve job- en participatiecoaching. Groep die niet tegen reguliere arbeidsvoorwaarden aan de slag kan, problemen hebben vaak een meer permanent karakter, fysieke, verstandelijke, psychische en/of sociale beperkingen. Participatie naar vermogen hoogst haalbare, niet uitkeringsonafhankelijkheid. Participatie via werk met ondersteuning via SW-partners of via inzet op georganiseerd werk (gericht op uitstroom of op ontwikkeling) dan wel maatschappelijke tegenprestaties. Indien na 12 maanden niet aan het werk of anderszins aan de slag: hernieuwde diagnose. Stevige inzet uit P-budget.
Beperkte participatiecoaching of zorg, toeleiding naar zorg- of activeringsaanbod op maat. Groep met problemen op verschillende gebieden, voor sommigen zijn deze problemen meer permanent voor sommige op langere termijn veranderbaar. Gemeente zijn verantwoordelijk voor zorg en activeringsaanbod voor deze groep. Dienstverlening van WIL beperkt zich tot verstekken uitkering, het toeleiden naar zorg/activeringsaanbod, het bewaken of werk weer een perspectief is. Indien mogelijk kan een maatschappelijke tegenprestatie onderdeel zijn van het traject op maat. Additionele dienstverlening op verzoek van gemeente is mogelijk. Geen inzet p-budget.
Pagina 29 van 63
De kern van de beoogde dienst verlening overall aan werkzoekenden vanuit W IL wordt weergegeven in figuur 13. Figuur 13: k ern beoogde dienstverlening WIL aan werk zoek enden Visie
Missie WIL
Uitgangspunten
Dienst verleningsconcept
Businesscase WIL, versie 5.1
Dynamische arbeidsmarkt vraagt om flexibiliteit en brede inzetbaarheid van iedereen (werkloos, werkend, anderszins) Veel mensen zijn in staat –op termijn- in eigen bestaan te voorzien; bijna iedereen kan werken naar vermogen (als werk er is) Eigen kracht deelnemers veelal groot (latent en manifest) Uitkering recht vaardigt tegenprestatie Deelnemers WIL in staat stellen (naar vermogen) te participeren: op baan of via maatschappelijke tegenprestatie Preventie: zo kort mogelijk in de uitkering Hoe: door investeren in inzetbaarheid, verdienvermogen en eigen kracht deelnemers (“speelklaar houden” en “repareren”) Output WSP: regulier werk, georganiseerd werk geric ht op uitstroom (tijdelijke banen, compensatie loonkosten, detachering), georganiseerd werk gericht op ontwikkeling (scholing, m.b. v. uitkering), maatschappelijke tegenprestaties (maatwerk) Jobcoaches en participatiecoac hes WIL richten hun begeleiding op het “vullen” van dez e kansen op de arbeidsmarkt We gaan uit van wat mensen wel kunnen! We “repareren” niet voorafgaande aan plaatsing, maar on -the-job; aanbodversterking is daarmee dus een onderdeel van participatie (via georganiseerd werk gericht op uitstroom of ont wikkeling) Inzet loont Deelnemers primair zelf aan zet; eigen kracht deelnemers staat voorop Stevige poortwachter Goed inzicht in inzetbaarheid, eigen kracht en verdienvermogen deelnemers essentieel Eén deelnemer, één plan (integrale dienst verlening) Zakelijke relatie, geen liefdadigheid Inzetbaarheid, verdienvermogen en eigen krac ht deelnemers leidend voor dienst verlening Via e-dienst verlening wat kan Jongeren prioriteit Geen gesubsidieerde arbeid meer Gemeenten verantwoordelijk voor regelen maatschappelijke tegenprestaties; WIL voor invulling hiervan (=ontwikkeling, uit voering en verzilvering) WIL is het (virtuele) loket voor deelnemer: voor advies, informatie, coaching, begeleiding, matching, ondersteuning Goede diagnose en invulling poortwachter startpunt; aansluitend maatwerk Waar nodig jobcoaching of participatiecoaching; WSP ondersteunt waar nodig bij matching/plaatsing Basisdienst verlening deelnemergroepen zoals beschreven in schetsontwerp WIL Maatschappelijke tegenprestatie kan werken met behoud van uitkering zijn, vrijwilligers werk, e.d.
Pagina 30 van 63
Kernproducten/diensten
KPI’s
Goede informatievoorziening W&I, arbeidsmarkt, onderwijs, e.d. Inzicht in eigen arbeidsmarktpositie deelnemers (inzet baarheid, eigen kracht en verdienvermogen) Inzicht in potentieel aanbod deelnemers Aanbod geschikte CV’s/deelnemers voor vacature Plan van aanpak Aantal en % deelnemers per klantgroep Uitstroom deelnemers per klantgroep naar regulier werk binnen 3 maanden en 6 maanden; idem naar georganiseerd werk, ook % Uitstroom naar school of om andere reden; in absolute aantallen en % Gemiddelde duur uitkering per klantgroep Caseload jobcoaches en participatiecoaches Deelnemerstevredenheid
Jongeren aanpak Het beleid en de aanpak van WIL is in principe generiek en geldt voor alle doelgroepen. Er wordt wel rekening gehouden met de specifieke kenmerken, regelgeving, samenwerkingspartners en aanpak die bepaalde groepen vragen. Dit geldt zeker voor jongeren, een groep die prioriteit heeft. De wijze waarop dit wordt ingevuld wordt nog nader uitgewerkt in het implementatietraject; hier komt ook aan de orde of en op welke wijze het bestaande Jongerenloket zal worden gecontinueerd.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 31 van 63
Hoof dstuk 10
INKOMEN Iedereen die een uitkering of inkomensondersteuning nodig heeft en daar ook recht op heeft, krijgt deze uitkering of inkomensondersteuning tijdig, netjes en efficiënt. WIL is daarbij duidelijk over de spelregels wanneer we een uitkering of inkomensondersteuning verstrekken en we zijn streng voor degene die de regels niet nak omt. Ten onrechte verstrekte uitkeringen of inkomensondersteuning halen we zo snel mogelijk terug. Door handhaving in te bedden in onze procedures reageren we snel en weten deelnemers dat fraude niet loont. Door in de poortges prekken al heel nadrukkelijk de spelregels uit te leggen, weet de deelnemer wat zijn plichten zijn, maar ook wat hij/zij van ons mag verwachten. Desalniettemin kunnen er toch situaties zijn waarin we ten onrechte een uitkering verstrekken. Binnen WIL passen we de vier elementen van Hoogwaardig Handhaven toe: een goede en duidelijke communicatie, optimale dienst verlening, controleren en sanctioneren. We streven naar een balans tussen preventieve en gericht repressieve maat regelen, met als oogmerk dat de deelnemer uit eigen beweging zijn verplichtingen nakomt. Ons uiteindelijk doel daarbij is zo min mogelijk ten onrechte een uitk ering verstrekken. Een goede handhaving levert geld op, is de ervaring. Geld wat veelal weer ingezet kan worden voor iets anders of niet uit andere potjes hoeft te worden gehaald. Vanuit WIL willen we hier dan ook sterk op inzett en. Door aan de poort veel t egen t e houden, geven we minder uit. Het geld wat we terughalen mogen we voor 100% houden. Fraude loont niet, maar een sterke handhaving wel. We beogen binnen WIL dan ook een apart handhavingteam dat zich uitsluitend bezig houdt met het voork omen en opsporen van onrec htmatig verstrekte uitk eringen. V oor onderz oek en boven de € 10.000 hebben we de mogelijkheid om gebruik te mak en van de regionale sociale rec herche (RS RN). Het terugvorderen van de t en onrec hte verstrekte uitk ering is het sluitstuk van handhaving. Pas als dat is gebeurd, is er sprak e van daadwerk elijk sanctioneren. Daarnaast mogen we het teruggevorderde bedrag vrij best eden. Ten tijde van de huidige bezuinigingen is een effectief terugvordering- en incassobeleid dan ook van groot belang. W IL zet ook hier fors op in. We gaan 17 daarbij uit van het model Terugvordering op Maat waarbij terugvordering geen papieren tijger meer is, maar bestaat uit veel contact met de deelnemer en een aanpak op de deelnemer afgest emd. Door een relatie op te bouwen met de deelnemer is de kans groter dat een deelnemer een betalings regeling afsluit en zich daaraan houdt. Door vorderingen in t e delen naar groen, oranje en rood, zijn onz e ins panningen gericht er en k omen er eerder betalingsregelingen tot stand. In het groene t raject is er sprak e van een beta lingsregeling met de deelnemer die wordt nagekomen of verrek ening met de uitk ering. In het oranje traject betaalt de deelnemer onregelmatig of niet, terwijl de deelnemer wel inkomst en heeft. In het rode t raject is de deelnemer spoorloos of heeft de deelnem er geen inkomst en. Onze inspanningen zijn erop gericht dat zoveel mogelijk vorderingen in het groene traject komen en blijven. De gemeenten die samengaan in WIL hebben een bestaand vorderingenbestand. In de stuurgroep en klankbordgroep is de keuze gemaakt dat alle vorderingen worden meegenomen naar WIL, op veel 17
Handreiking voor een effectiever en efficiënter terugvorderingbeleid (2011) – Min. Van SZW
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 32 van 63
oude vorderingen o.b. v. een bepaald schema “af te schrijven” en op basis van prestatieafspraken met een derde partij afsprak en te maken om de inc asso van debit euren die op dat moment niet betalen ter hand te nemen. We hebben zo alles zelf in de hand om op het resultaat van invordering te kunnen sturen. De eventuele “winst” die we boeken is niet voor WIL maar voor de gemeenten van de deelnemer. Voor de WWB i-deel gerelateerde vordering hebben we in deze namelijk geen keuze omdat deze vorderingen en dan met name het resultaat van de invordering aan elkaar verbonden zijn. De eventuele ont vangsten zijn onderdeel van de verantwoording van het i-deel. De kern van de beoogde dienst verlening op het terrein van inkomen vanuit WIL wordt weergegeven in figuur 14. Figuur 14: k ern beoogde dienstverlening WIL op het terrein van ink omen WIL Visie
Missie WIL
Uitgangspunten
Dienst verleningsconcept
Kernproducten/diensten
KPI’s
Businesscase WIL, versie 5.1
Mensen voorzien in hun eigen bestaan en nemen deel aan de samenleving, bij voorkeur door het hebben van regulier werk. Werk is de meest ultieme vorm van participatie. Een uitkering is een vangnet voor hen die tijdelijk niet (naar vermogen) kunnen werk en en in hun eigen inkomen kunnen voorzien. Aan een uitkering zitten strikte spelregels vast Het rechtmatig en efficiënt verstrekken van een uitkering aan degenen die een uitkering echt nodig hebben en uitsluitend voor zolang hij/zij die nodig heeft Het beperken van de financiële schadelast voor de Lekstroom gemeent en Hoe: door investeren in goede poortwachte r, efficiënte en effectieve uit voering en hoogwaardige handhaving (incl. fraudebestrijding) Deelnemers zijn zelf verant woordelijk voor nakomen afspraken en spelregels en verstrekken juiste informatie Fraude loont niet Vertrouwen en handhaving Werk boven uitkering Preventie: spelregels zijn helder, drempels en sancties hoog Zakelijke relatie Via e-dienst verlening wat kan; digit aal boven papier Goede poort wachter startpunt Ten onrecht e verstrekte uitkering halen we zo snel mogelijk terug. Door handhaving in te bedden in onze procedures reageren we snel en weten deelnemers dat fraude niet loont. Afspraak is afspraak. Het niet voldoen daaraan heeft direct gevolgen voor de uitkering. Uitkering pas na 4 weken; deelnemer moet eerst op zoek naar werk Daarna uitkering met parallel hieraan hoogwaardig handhaven Stevige inzet op terugvordering en verhaal Goede informatievoorziening inkomensregelingen e.d. Wijziging uitkering Verstrekking uitkering Beëindiging uitkering Terugvordering en verhaal Aantal en % deelnemers in een uitkering Uitkeringslasten in totaal en per gemeente, ook % Ontwikkeling uitkeringslasten t.o. v. benchmark WWB, ook % Omvang en aard vorderingen Omvang en % uitkeringsgelden die worden “t eruggehaald” Aantal en % gesignaleerde fraudegevallen
Pagina 33 van 63
Hoof dstuk 11
INKOMENSONDERSTEUNING Voor veel deelnemers is het realiseren van uitkeringsafhankelijkheid en duurzame participatie naar vermogen en het voorkomen van sociale uitsluiting, schulden en armoede vaak een gecompliceerd traject waarin meerdere aspecten een rol spelen: de thuissituatie, motivatie, gezondheid, de eigen arbeidsmarktpositie, huis vesting, et cetera. Ondersteuning bij het op een rij krijgen van wat er speelt is vaak een eerste stap, het gestructureerd, gezamenlijk en oplossingsgericht aangaan van de problemen de volgende stap. De dienst verlening van WIL is er zoals gez egd voor een groot aantal deelnemers in eerste instantie op gericht hen weer aan het werk te krijgen; de jobcoaches en participatiecoaches van WIL ondersteunen de deelnemers hier zoals gezegd bij indien nodig en effectief. Daar waar de weg naar werk en uitkerings onafhankelijkheid echt er wordt belemmerd door andere as pecten, is het zaak dat aan deze aspecten aandacht wordt besteed. Binnen WIL doen we dat onder de noemer inkomens ondersteuning. Daar waar het gaat om aspecten die geschaard kunnen worden onder het kopje inkomensondersteuning sec is WIL zelf aan zet; het kan dan bijvoorbeeld gaan om schuldhulpverlening, bijzondere bijstand of kinderopvang (gerelat eerd aan het krijgen van werk of het volgen van een opleiding). Daar waar het gaat om zaken die noc h met werk en inkomen, noch met inkomens ondersteuning sec te maken hebben, is WIL verant woordelijkheid voor het inschakelen van de juiste partners dan wel het adequaat doorverwijzen van de deelnemers naar de juiste partner in kwestie. Voor die deelnemers waarvoor werk niet aan de orde is, richt WIL zich vooral op het uit de schulden, armoede en het sociaal isolement geraken van deze deelnemers: de consulenten inkomens ondersteuning en schuldhulpverlening van WIL ondersteunen deze deelnemers hierbij indien nodig en effectief. Daar waar ook andere zaken spelen dan schulden of bijzondere bijstand schakelen zij de juiste partners in dan wel verwijzen ze de deelnemers adequaat door naar de juiste partner in kwestie. Al met al richt de dienst verlening van WIL onder de kop inkomensondersteuning zich zowel op (potentiële) deelnemers met een uitkering als (potentiële) deelnemers waarvoor werk en/of een uitkering niet aan de orde is. Figuur 15 geeft in een overzicht weer wat de kern is van het flankerend beleid dat binnen WIL beoogd wordt. Aansluitend wordt kort ingegaan op de twee belangrijkste deelterreinen hierbinnen: schuldhulpverlening en bijzondere bijstand. In hoofdstuk 12 wordt ingezoomd op de wijze waarop WIL invulling wil geven aan de dienst verlening aan deelnemers waarbij WIL en de gemeenten samen verant woordelijk zijn.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 34 van 63
Figuur 15: de k ern van het ink omensondersteunende beleid dat binnen WIL beoogd wordt Visie
Missie WIL
Uitgangspunten
Dienst verleningsconcept
Kernproducten/diensten
Businesscase WIL, versie 5.1
Inkomensproblemen leiden vaak tot sociale uitsluiting en armoede en staan participatie in de weg Problematiek kent vele vormen: schulden, te weinig geld voor goede zorg en opvoeding kinderen, onvoldoende geld voor basale levensbehoeft en of vervanging huisraad, e.d. Ook andere problemen staan vaak participatie in de weg: gezondheid, relaties, kinderen, verslaving, e.d. Lekstroom is beschaafde regio waar mensen die hun eigen verant woordelijkheid in deze nemen geholpen worden Waar nodig samen met gemeenten en andere maatschappelijke partners inkomens ondersteuning en andere passende vormen van ondersteuning bieden (in de meest brede vorm denkbaar) aan deelnemers WIL om hen beter in staat te stellen (naar vermogen) te participeren en sociale uitsluiting, schulden en armoede tegen te gaan Preventie: armoede, schulden en sociaal isolement voork omen en zorgen dat inkomensproblematiek langere uitkeringsduur nodig maakt Hoe: door samen met deel nemers (inkomens)problemen (vroegtijdig)aan te pakken Inkomensondersteuning is verantwoordelijkheid WIL, andere passende vormen van ondersteuning zijn primaire verantwoordelijkheid van gemeenten zelf en hun partners Deelnemers primair zelf verantwoordelijk voor eigen problematiek; eigen kracht deelnemers staat voorop Goed inzicht in oorzaken en gevolgen problematiek en eigen krac ht/rol deelnemers essentieel Eén deelnemer, één plan (integrale dienst verlening); maatwerk cruciaal Zakelijke relatie Via e-dienst verlening wat kan Lokale omstandigheden recht vaardigen mogelijk (kleine) verschillen in beleid en uit voering; uitgangspunt is synchroon denken en doen WIL is het (virtuele) loket voor deelnemer met uitkering: voor advies, informatie, coaching, ondersteuning; indien ook andere ondersteuning dan inkomensondersteuning nodig dan doorverwijzing naar gemeente Voor andere deelnemers is gemeente toegangspoort Goede integrale diagnose startpunt; aansluitend maatwerk Waar nodig schuldhulpverlening of bijzondere bijstand/toekenning minimaregeling of (bijdrage) kinderopvang Waar nodig ondersteuning op vlak gezondheid, relaties, kind, verslaving, e.d.; gemeente hiervoor verantwoordelijk Integrale aanpak voor deelnemers WIL, afstemming aanpak BO voor gezamenlijke deelnemers Aanvraag/toekenning schuldhulpverlening Plan van aanpak schuldhulpverlening Aanvraag/toekenning bijzondere bijstand Verstrekking bijzondere bijstand Aanvraag/toekenning kinderopvang Verstrekking kinderopvang
Pagina 35 van 63
KPI’s
Aantal en % deelnemers die inkomensondersteuning krijgen Aantal en % burgers dat aanvraag doet hierop Aantal en % verstrekkingen en voorzieningen i.k.v. inkomens ondersteuning Aantal en % deelnemers in schuldhulpverleningstraj ect
Bijzonder bijstand/minimabeleid en kinderopvang Het beleid in alle Lekstroom gemeenten richt zich op het verhogen van participatie, weerbaarheid en het voorkomen van sociale uitsluiting mede door het verbeteren van de ketensamenwerking. Integraal armoedebeleid is meer dan inkomensbeleid alleen. Het integrale armoedebeleid blijft – net als nu – onderdeel van de lokale beleidsagenda. De uit voering van de financiële ondersteunende regelingen en contractbeheer in het armoedebeleid wordt bij WIL geposition eerd (m.u. v. kwijtschelding gemeentelijke belastingen). De lokale regelingen waar het dan bijvoorbeeld om gaat zijn: individuele bijzondere bijstand, collectieve aanvullende zorgverzekering, kortingspassen, indirecte schoolk osten etc. De verschillende lokale regelingen voert WIL vervolgens uit zoals lokaal vastgesteld (hoogte bedrag, etc.), maar wel onder uniforme regionale beleidsregels. Afwijkingen op de regionale beleidsregels blijven mogelijk. De beleids vorming wordt ook de verantwoordelijkheid van WIL. Jaarlijks, dan wel op verzoek, legt WIL bij alle gemeenten een beleids voorstel op tafel; dit wordt uiteraard vooraf int ern afgestemd met de betrokken medewerkers op de flankerende beleids velden om de integraliteit van beleid te waarborgen. In de komende periode zal de exacte uit voering van de bijzondere bijstand/minimabeleid nader worden uitgewerkt, mede in afstemming met de afzonderlijke gemeenten en in samenwerking met andere loketten zoals het WMO-loket, Cent rum voor Jeugd en Gezin en het RMC. We verwac hten uiterlijk november 2012 een voorstel ter zake te kunnen aanbieden. Een onderdeel van dit voorstel is een voorstel voor één uniforme set aan algemene beleidsregels voor minimabeleid ten aanzien van zaken als de inkomensgrens, draagkracht, vermogens toets, voorliggende voorzieningen, drempelbedrag en refert eperiode. Ook zullen voorstellen worden gedaan voor uniforme beleidsregels voor specifieke regelingen, als woonkostentoeslag, langdurigheidtoeslag en de Wet kinderopvang (regels bij re-integratie en op sociaal medische indicatie). Wet Kinderopvang (WK) Ten aanzien van de Wet Kinderopvang is een wet in de maak die regelt dat de rol van gemeent en en het UWV in de uitbetaling van de tegemoetkoming komt te vervallen met ingang van 1 januari 2013. De uitbetaling van de vergoeding voor kinderopvang voor doelgroepouders wordt volledig overgeheveld naar de Belastingdienst/Toeslagen. De gehele uit voering van de kinderopvangtoeslag komt daarmee voor rek ening van de Belastingdienst/ Toeslagen. De extra verhoging van de tegemoetkoming van 4,5% respectievelijk 3,5% van de kosten van kinderopvang die gemeenten uitkeren boven de kinderopvangtoeslag wordt in de wet gewijzigd; het vaststellen van de percentages wordt een beleids vrijheid van gemeenten. De bevoegdheid tot het verstrekken van deze extra bijdrage blijft bij gemeenten en wordt niet overgeheveld naar de Belastingdienst/Toeslagen. Gezien dez e ontwikkeling is het de opzet de beleids vorming en uit voering van de wet kinderopvang (WK) ook over te hevelen naar WIL. Schuldhulpverlening Met de realisatie van WIL wordt schuldhulpverlening het expliciete werkterrein van WIL. De verant woordelijkheid voor zowel beleid en uit voering ligt daarmee straks niet meer bij de afzonderlijke gemeenten, maar bij WIL. De inzet van W IL borduurt evenwel sterk voort op de inzet die nu al vanuit de afzonderlijke gemeenten op dit vlak gepleegd wordt. In een afgelopen periode is –in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening- door alle gemeenten tesamen naar een eerste vorm van synchronisatie gestreefd door te komen tot een gezamenlijk beleidsplan Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Lekstroom; dit plan is per 1 juli 2012 vastgesteld in de vijf Lekstroomgemeenten. Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 36 van 63
Ook binnen WIL staat schuldhulpverlening open voor alle inwone rs (nat uurlijke pers onen) van de aangesloten gemeenten die opgenomen zijn in de basisadministratie. Schuldhulpverlening is hiermee breed toegankelijk. Op basis van klantprofilering wordt gekeken welke producten kunnen worden aangeboden, waarbij zeker ook oog is voor maatwerk. Uitgangspunt is integrale schuldhulpverlening. De definitie van integrale schuldhulpverlening zoals geformuleerd door de NVVK luidt als volgt: integrale schuldhulpverlening is het actief ondersteunen van een verzoeker bij het vinden van een oplossing voor financiële problemen, de eventuele oorzaken ervan en de omstandigheden die een oplossing in de weg staan, alsmede het voorkomen dat problematische schulden ontstaan (preventie). Schulden mogen geen belemmering vormen voor participatie. Aan alle inwoners met problematische schulden wordt daarom de mogelijkheid geboden voor begeleiding om de schuldsituatie op te lossen of beheersbaar te maken. Het duurzaam vergroten van de financiële zelfredzaamheid van de burger staat daarbij centraal. In de ogen van WIL is de schuldenaar probleemeigenaar. Het schuldenpakket en de motivatie en vaardigheden van de schuldenaar bepalen het maximaal haalbare. De aanpak van de schulden wordt altijd vanuit een integrale aanpak vorm gegeven; alleen dan heeft de schuldhulpverlening een duurzaam effect geloven we. En door aandacht voor preventie en naz org proberen we het (opnieuw) ontstaan van schulden voorkomen. Voor gezinnen met minderjarige kinderen biedt WIL in crisissituaties aanvullende instrumenten om woningontruiming of afsluiting van gas/licht/water dan wel de verwijdering uit de basis verzekering te voorkomen. Wanneer sprake is van gezinnen met inwonende kinderen zal in het aanmeldgesprek en de vervolggesprekken op basis van een checklist een aantal speci fieke onderwerpen met betrekking tot de gezinssituatie worden besproken. Wanneer het nodig blijkt zal via de zorgnet werken extra aandacht gegeven worden aan de situatie van dez e gezinnen en de situatie van de kinderen. Teneinde de hulpvraag van gezinnen met minderjarige kinderen snel vast te stellen en de wachttijd voor dez e doelgroep beperkt te houden, wordt bij de aanmelding voor schuldhulpverlening en het inplannen van een intakegesprek, in ieder geval bij een wachtlijst; priorit eit gegeven aan gezinnen met minderjarige kinderen en schulden. Het uitgangspunt voor WIL was dat de nieuw te vormen organisatie zoveel mogelijk de werkzaamheden in huis houdt. Gezien de omvang van WIL en de mogelijkheid om specifieke expertise in eigen huis te hebben, zou dit een haalbaar streven moeten zijn. Deelnemers hebben hierdoor te maken met één uit voeringsinstantie. In de afgelopen periode is dit uitgangspunt op verzoek van de stuurgroep en klankbordgroep nader onderzocht en ook afgezet tegen twee andere opties: alles uitbesteden en gedeelt elijk uitbesteden (informatie, advies, preventie en casemanagement in eigen beheer uit voeren en de dienst verlening uit fas e 2: de schuldregelende fase uitbesteden). Het onderz oek heeft uitgewezen dat de laatste optie voor WIL het beste i s (als 18 startmodel): fase 2 wordt dan ook uitbesteed. Figuur 16 laat zien wat dit voor de dienst verlening betekent. Notabene Het streven van WIL blijft zo mogelijk ook fase 2 zelf te doen; indien zich nieuwe inzichten aandienen zal de keuze voor uitbesteding dan ook worden herijkt.
18
In de uitvoering van schuldhulpverlening volgt WIL de definitie en codes van de NVVK. WIL zal van de partij die fase 2 van schuldhulpverlening uit gaat voeren eisen dat zij lid moet zijn van de NVVK.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 37 van 63
Figuur 16: dienstverleningmodel WIL schuldhulpverlening(met de laatste fase uitbesteed)
Tot de basisdienst verlening van WIL behoren daarmee de volgende producten en diensten: preventie, aanmeldgesprek, informatie en advi esgesprek, integrale intakefase en plan van aanpak, stabilisatie, psychosociale hulpverlening, schuldregeling, betalings regeling, herfinanciering, saneringskrediet, specifiek aanbod schuldhulpverlening aan ex-ondernemers, budgetbeheer, budgetbegeleiding/coaching, WSNP-verklaring, casemanagement, nazorg. Door iedere gemeente kunnen afzonderlijk nog de volgende producten en diensten worden ingekocht: saneringskrediet/herfinanciering , beëindigende zelfstandigen, extra lokale bemensing door WIL, huisbezoeken, alle contacten met niet-uitkeringsgerechtigden (lokaal).
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 38 van 63
Hoof dstuk 12
LOKALE TOEGANG EN AANHAKING 12.1
Lokale toegang, regionale uitvoering
Voor WIL staat de burger en de werkgever centraal. De werkgever kan zoals gezegd zowel virtueel als fysiek bij een nog op te zetten Werk geversservicepunt (WSP) Lekstroom terecht. De burger kan zowel bij WIL terecht als bij de eigen gemeente. Lokale toegang tot de dienst verlening van WIL is daarmee altijd gegarandeerd. Met alle vijf de betrokken gemeent en worden momenteel gesprekken gevoerd op welke wijze dez e toegang het beste kan worden ingeric ht. Dit lijkt simpel, maar is het niet. Iedere gemeente heeft zijn lokale toegang momenteel anders georganiseerd en stelt daar ook eigen specifieke eisen aan. Cruciale vraagstukken bet reffen bijvoorbeeld: o De bemensing van de lokale frontoffice. Om een goede quickscan voor WIL te kunnen uit voeren is meer dan een receptionist nodig. o De inrichting van de telefonische dienst verlening (K CC) voor uitkeringsgerechtigden en nieuwe aanvragers en voor mensen die voor een bijzondere inkomensondersteunende aanvraag komen. Hoe kunnen gemeente en WIL zo goed mogelijk samenwerken om de deelnemer zo snel en efficiënt mogelijk te helpen als die contact opneemt over een uitkering? o De lokale toegang is meervoudig: het loket, de telefoon, de mail, de website, de keukentafel, enzovoort. o De verslaglegging van het klantcontact in de zaaksystemen van alle betrokken partners; in ieder geval WIL en de betreffende gemeente. o De beste wijze waarop gemeenten en WIL kunnen samenwerken om de integraliteit bij de intake en de “sluitende” aanpak bij de participatie” vorm te geven. o Het realiseren van een effectieve vervulling van de poort wachterfunctie bij de toegang tot een uitkering. De insteek van WIL is dat burgers met een uitkering cq burgers die een uitkering willen hebben zo veel als mogelijk rec htstreeks bij WIL aankloppen, dan wel zo snel als mogelijk doorverwezen worden naar WIL. Hier kunnen deze burgers namelijk het meest effectief en efficiënt worden geholpen. Het gemeentelijk loket zou vooral in algemene zin de toegangspoort moet en zijn voor informatie en advies voor alle burgers en in het bijzonder voor niet uitkeringsgerec htigden; voor informatievragen, advies en aanvullende uitkeringsaanvragen zoals bijzonder bijstand, minimaregelingen, kinderopvang en schuldhulpverlening maar ook voor kwijtschelding, en WMO-achtige voorzieningen. De behandeling van de aanvraag en beoordeling of iemand in aanmerking komt voor een uitkering of inkomens ondersteuning wordt gedaan door een medewerker van WIL. Deze poort wachter stelt ook vast welke dienst verlening het meest passend is. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de kennis en diensten van partnerorganisaties die mogelijk al betrokken zijn bij deze deelnemer. Achter het gemeentelijke loket zitten dus zowel medewerkers van de bet reffende geme ente als WIL. Het loket “oogt gemeentelijk” om hiermee te benadrukken dat een burger voor alle vragen op zijn eigen gemeentehuis terecht kan. Het loket zelf is echter van de gemeente en wordt ook bezet door alleen medewerkers van de gemeente. WIL kiest er principieel voor geen eigen loketten in de vijf gemeenten te hebben: dit is te duur (uitgaande van een loket dat voldoende toegevoegde waarde heeft).
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 39 van 63
De WIL-dienst verlening voor wel en niet uitkeringsgerechtigden is in principe op afspraak (als een burger op een vrij inloopuur komt of thuis inlogt op de website van WIL kan hij zelf een afspraak inplannen dan wel wordt er een afspraak voor hem of haar gemaakt en worden de basisgegevens alvast ingevoerd). Het basispakket is hier helder: het eerste gesprek hoort tot het basispakket; de digitale toegang tot WIL ook. Voor in ieder geval 2013 en 2014 wordt vooralsnog uitgegaan van de volgende “basisrecht en” per gemeente voor wat betreft de aanwezigheid van medewerkers van WIL om lokaal en op afspraak deelnemers van dienst te kunnen zijn (figuur 17). Figuur 17: basis rechten gemeenten op poort wachter of consulent schuldhulpverlening en/of ink omensondersteuning Gemeente
Basi srecht poortwachter
Nieuwegein IJsselstein Hout en Vianen Lopik
5 dagdelen per week 2 dagdelen per week 3 dagdelen per week 2 dagdelen per week 1 dagdeel per week
Basi srecht consulent inkomensondersteuning/ schuldhulpverlening 19 5 dagdelen per week 2 dagdelen per week 3 dagdelen per week 2 dagdelen per week 1 dagdeel per week
De concretisering van deze rechten wordt de komende periode in samenspraak nog nader uitgewerkt. WIL stelt in de kern weinig eisen aan de gemeente: o Een werkplek, indien aan de orde ook een spreekkamer. o De mogelijkheid gebruik te maken van internet om in te kunnen loggen op de server van WIL. o Goede medewerkers in het KCC die goed kunnen informeren, adviseren en doorverwijzen indien aan de orde en in staat zijn een eenvoudige quickscan af te nemen. o Zaaksystemen die gekoppeld zijn, waardoor informatie makkelijk “overdraag baar” is en zowel de medewerkers van het KCC inzicht hebben in de agenda van de poortwac hter en hier ook eenvoudig afspraken in kunnen maken. Figuur 18 geeft de beoogde invulling van de lokale toegang in een eenvoudig overzicht weer.
19 Deze dagdelen kunnen in principe vast en flexibel worden ingevuld. Notabene: gemeenten hoe ven de benoemde basisrechten niet te verzil veren als zij dat willen.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 40 van 63
Figuur 18: beoogde invulling lok ale en regionale toegang en uitvoering WIL
12.2
Integrale diagnose
Het ideaalplaatje voor alle gemeent en in de Lekstroom is dat voor iedere deelnemer sprake is van “een aanpak, een plan en een dienst verlener”. De werkelijkheid is dat dit nu ook niet zo is en minimaal nog een aantal jaren vergt. Vanuit WIL zal wel de komende jaren geïnvesteerd worden in een zo goed als mogelijke integrale diagnose en int egrale werk wijze. Met integrale diagnose wordt bedoeld dat de deelnemer er vanuit mag gaan dat alle aspecten die van invloed zijn op zijn/haar arbeidsparticipatie en/of uitkeringsonafhankelijkheid zo volledig en in samenhang meegewogen worden bij de beoordeling van zijn/haar verdienvermogen en de bepaling van de dienst verlening. Met integrale werk wijze wordt bedoeld dat alle samenhangende zaken zoveel mogelijk bij elkaar worden gebracht c.q. gehouden; daarmee wordt WIL slagvaardiger en betrouwbaarder. De deelnemer mag er ook op vertrouwen dat de producten, diensten, besluiten en beant woording van vragen vanuit WIL steeds
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 41 van 63
goed en compleet zijn, dat waar nodig ook mogelijk andere disciplines erbij bet rokken zijn geweest en dat de deelnemer contact heeft gehad en houdt met liefst één lok et en medewerker. Beoogd wordt de samenwerking met andere loketten (WMO-loket, Centrum voor Jeugd en Gezin, RMC) vooralsnog op cliënt niveau vorm te geven, als daar aanleiding toe is. Hoewel de ambitie is om de professionals in al deze loketten op vergelijkbare wijze naar burgers te laten optreden, is het nog t e vroeg om nu al uit te gaan van één maatschappelijke intak e. De inzet van zowel WIL als de vijf Lekstroom gemeenten is vanuit een actief ontwikkelingsmodel de integrale intake verder te ont wikkelen, mede gelet op de onduidelijkheid die er binnen alle dri e de transities nu nog is. Klein beginnen dus en toewerken naar een optimale integraliteit op termijn is het streven.
12.3
Lokaal maatwerk
Zoals gezegd is het aan iedere gemeente diensten van WIL af te nemen die buit en het basisdienst verleningspakket vallen dat in de vorige hoofdstukken beschreven is, zij het tegen meerkosten. Het staat iedere gemeente vrij WIL aan te geven wat zij graag aan extra maatwerk gerealiseerd zou willen zien. WIL zal hierop reageren door de betreffende gemeente een zakelijke e n aantrekkelijke propositie voor te leggen, waarover dan een gesprek gevoerd zal worden. Binnen de kaders die WIL heeft, is het de uitdrukkelijke intentie van WIL om de wensen van de gemeent en in Lekstroom voor lokaal maatwerk te honoreren. Procesmatig stellen we voor om alle maatwerkafspraken aan het eind van ieder jaar te eval ueren op effectiviteit en efficiency; door het bestuur van WIL kunnen dan met de betrokken Lekstroom gemeenten waar nodig nieuwe dan wel aanvullende afspraken gemaakt worden. Op alle werk velden van WIL zijn er lok aal en regionaal tal van organisaties actief. Tijdens de implementatiefase de komende maanden zullen we kijken of en op welke wijze we de samenwerking kunnen en willen continueren.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 42 van 63
Hoof dstuk 13
HET PERSPECTIEF VAN DE DEELNEMER De overgang naar WIL zal voor de meeste deelnemers een behoorlijke verandering met zich mee brengen. De focus op werk, participatie, preventie en activering - een verandering die binnen de deelnemende gemeenten al is ingezet - zal door WIL versterkt worden doorgezet. Voor wie geen mogelijkheden heeft om zelfstandig in zijn levensbehoeften te voorzien zal WIL op adequat e wijze het vangnet verschaffen zoals dat ook door de individuele gemeenten gebeurde. Deelnemers met schulden, armoede en in sociaal isolement zullen ook op WIL kunnen rekenen. WIL zal zijn deelnemers “streng doc h recht vaardig” tegemoet treden. Tegenover een strengere aanpak aan de poort, o.a. gericht op ontmoediging en een appél op de eigen kracht, mogelijkheden en verant woordelijkhei d, staat een klant vriendelijke en effectieve aanpak, hetgeen zijn neerslag krijgt in een snelle afhandeling van aanvragen voor levensonderhoud en inkomensondersteuning en ondersteuning die meerwaarde oplevert. Wie echt hulp nodig heeft, kan altijd bij WIL terecht. Via deze “wederkerigheid” wil WIL de deelnemers stimuleren om zich zo goed mogelijk in te spannen om uiteindelijk weer zelfredzaam te zijn. De dienst verlening van WIL in zijn algemeenheid De meeste deelnemers zullen straks naar een andere gemeent e toe moeten voor dienst verlening; in iedere gemeente kunnen zij weliswaar nog terecht voor advies en informatie en –mede afhank elijk van de samenwerkingsafspraken met alle gemeenten; zie het vorige hoofdstuk- enige eerstelijnsdienst verlening; veel diensten worden echt er aangeboden vanuit de centrale locatie van WIL. Het is ook aannemelijk dat de meeste deelnemers andere consulenten zullen krijgen; vanuit WIL zullen we uiteraard toezien op een goede ontsluiting (en overdracht) van alle gegevens, zodat de dienst verlening aan deelnemers geen “haperingen” oploopt. Een zeer wezenlijke verandering is de aanscherping van de poortwacht errol: voor veel klanten zal een serie van workshops, informatie en advies het startpunt worden van hun uitkeringsaanvraag of aanvraag voor inkomensondersteuning. Een uitkering of inkomensondersteuning is veelal pas later aan de orde. De focus in deze workshops ligt op de eigen verantwoordelijkheid van deelnemers/burgers, empowerment, het buiten WIL om de eigen problemen oplossen of aan werk of inkomen geraken. Veel klanten zullen deze periode mogelijk als een forse en mogelijk zelfs vervelende drempel beschouwen. Een ander fors verschil is dat WIL waar zinvol en mogelijk kiest voor digitale dienst verlening: deelnemers wordt het aan de ene kant makkelijker gemaakt (aanvragen kan vanuit huis, veel informatie wordt al vooraf ingevuld, e.d.), aan de andere kant wordt van de deelnemers verwac ht dat ze ook zelf verantwoordelijk zijn voor de informatie die ze invullen. Zeker in de beginperiode en voor specifieke doelgroepen zal WIL echter altijd de mogelijkheid bieden om de uitkering op reguliere wijze aan te vragen.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 43 van 63
Werk en inkomen De arbeidscapaciteit van deelnemers zal een belangrijk ijkpunt worden voor de dienst verlening van WIL. Voor deelnemers met een (redelijk) grot e arbeidscapaciteit zal WIL meer dan nu zichtbaar worden; WIL zal er bovenop zitten dat deelnemers ook hun arbeidscapaciteit benutten, in hun en ons belang. Voor deelnemers met een zeer beperkte arbeidscapaciteit zal WIL daarent egen nauwelijks zichtbaar zijn; de gemeente daarent egen wel. In hoeverre deze situatie verschilt met voorheen is afhankelijk van de insteek die gemeenten totnogtoe kozen. Voor die deelnemers die een duurzaam beperkte arbeidscapaciteit hebben, zal WIL op afstand een rol spelen; de dienst verlening zal vooral vanuit PAUW bedrijven worden vorm gegeven. Deze situatie is voor veel deelnemers nieuw. Voor de deelnemers tot slot die tijdelijk een beperkte arbeidscapaciteit hebben, verandert er waarschijnlijk nog het meeste: enerzijds zal er nog maar mondjesmaat met re-integratiebedrijven gewerkt gaan worden, anderzijds zullen de meeste trajecten on-the-job worden vorm gegeven; de hoofdlijn is zoals gezegd “net als in het gewone leven” ziekte, schulden, persoonlijke problemen, opleiding en werkervaring “werkendeweg” aan te pakken en niet binnen een soort “sabbatical”. Uitkering De uitkering zal voor alle deelnemers op een andere datum verstrekt gaan worden dan nu; waarschijnlijk op een uniforme datum aan het eind van de maand of het begin van de nieuwe maand, goed gecommuniceerd en geleidelijk ingevoerd. De gemeente is niet meer zelf de verstrekker, maar WIL. Bezwaar en beroep kunnen bij WIL aangetekend worden en worden ook daar afgehandeld; de eigen gemeente is hier geen aanspreekpunt meer. Andere verschillen liggen op het punt van handhaving en terugvordering en verhaal. WIL zal hier echt steviger op inzetten; deelnemers zullen hier ec hter alleen iets van merken als ze frauderen of onrechtmatig teveel geld hebben ont vangen van WIL. WIL zal ook actiever dan nu acteren als deelnemers onvoldoende medewerking verlenen aan trajecten, bij geen actief solliciteren, no shows, et cetera. Inkomensondersteuning Op het domein inkomensondersteuning zal de minste veran dering merkbaar zijn voor deelnemers, schatten we in. De gemeenten blijven zelf de lokale toegang voor dienst verlening; pas na de eerste gesprekken zullen deelnemers vanuit de centrale locatie bediend gaan worden. Wel een wezenlijk verschil is een versterking van de poortwachterfunctie: er zal steviger dan nu getoetst worden of potentiële deelnemers ook echt ondersteuning nodig hebben; ook zal er steviger worden ingezet op preventie. Ook zal sterker dan nu ingezet worden op het punt van handhaving en terugvordering en verhaal. WIL zal hier echt steviger op inzetten; deelnemers zullen hier echter alleen iets van merken als ze frauderen of onrechtmatig teveel geld hebben ont vangen van WIL.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 44 van 63
Hoof dstuk 14
BESTUUR EN ORGANISATIE 14.1
Bestuurlijke vormgeving WIL
Door de gemeenteraden van de Lekstroom gemeenten is begin 2012 beslot en dat WIL zijn juridische vorm krijgt middels een gemeenschappelijke regeling (GR) met een openbaar lichaam. WIL kan daarmee als een zelfstandige entiteit aan het rechts verkeer deelnemen. In de afgelopen periode is deze GR nader uitgewerkt. De inhoud van deze GR is opgenomen in bijlage 1. Bijlage 2 bevat het directiestatuut dat hoort bij de gemeenschappelijke regeling. Aan een mandaatregeling, waarin gedetailleerd wordt aangegeven welke bevoegdheden in de organisatie worden toegekend aan functiehouders, respectievelijk personen, wordt momenteel nog de laatste hand gelegd. Deze mandaatregeling is begin november gereed. GR WIL Lekstroom De gemeenschappelijke regeling wordt aangeg aan door de raden, de colleges en de burgemeesters ; na besluit vorming in alle gemeenteraden, waarschijnlijk uiterlijk in december 2012. Daarbij wordt tevens besloten dat de volgende taak velden in de GR worden opgenomen: a. Wet werk en bijstand. b. Wet inkomens voorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers. c. Wet inkomstenvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeids ongeschikte gewezen zelfstandigen. d. Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (incl. artikel 36). e. Minimabeleid, waarbij bijzondere bijstand een onlosmakelijk onderdeel van de Wet werk en 20 bijstand is. f. Artikel 1.22 tot en met 1.28 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. g. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. In de eerste opzet zou WIL ook de Wet Werken Naar Vermogen (WWNV) voor de vijf Lekstroom gemeenten gaan uit voeren. Deze wet is zoals eerder gezegd echter (voorlopig) van de baan. In het geval de WWNV, dan wel een variant hierop, (alsnog) door het parlement wordt aangenomen zal WIL ook deze wet uit voeren. Overdracht bevoegdheden Bij het aangaan van de gemeenschappelijke regeling worden bevoegdheden overgedragen aan het bestuur van de gemeenschappelijke regeling, door zowel de raden als de colleges. Bij de start van de regeling worden alle bevoegdheden van alle colleges ter zake overgedragen, alsmede alle bevoegdheden ter zake van de gemeenteraden van IJsselstein, Lopik en Vianen. De verordenende bevoegdheden van de raden van Houten en Nieuwegein ten aanzien van de taak velden als hierboven genoemd worden voorals nog niet overgedragen; deze blijven ongewijzigd gehandhaafd. Van de overdracht is uitgezonderd de bevoegdheid met betrekking het vaststellen van het lokaal minimabeleid en het beleid ingevolge de bijzondere bijstand. Dez e bevoegdheid blijft bij de afzonderlijke gemeenteraden.
20
WIL voert zoals gezegd voor alle Lekstroom gemeenten alle uitvoerende taken en bevoegdheden uit op bovenstaande werkterrein. WIL voert ook alle verordenende en beleidsmatige taken uit op bovenstaande werkterrein voor de deelnemende gemeenten, met uitzondering van de bevoegdheid met betrekking tot het vaststellen van het lokaal minimabeleid en het beleid ingevolgde de bijzondere bijstand. Deze bevoegdheid blijft bij de afzonderlijke gemeenteraden.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 45 van 63
De raden van Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen blijven bevoegd en verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van de benodigde middelen die WIL nodig heeft voor de uit voering van de opgedragen taken. De middelen worden opgenomen in de gemeentebegroting. De raden van Houten en Nieuwegein blijven ook bevoegd en verantwoordelijk voor de kaderstelling van WIL. Dit betekent dat verordeningen ten aanzien van de opgedragen regelingen zowel worden vastgesteld door het algemeen bestuur van WIL (voor IJsselstein, Lopik en Vianen) als door de raden van de gemeenten Houten en Nieuwegein. De voorbereiding en ontwikkeling van verordeningen en het daaruit voort vloeiende beleid is onderdeel van de opdracht van WIL. Dit wordt uitgevoerd door medewerkers van WIL onder (bestuurlijke) aansturing van de directeur en het bestuur van de GR. Over de werkwijz e en procedures worden gescheiden afspraken vastgelegd, als uitwerking van de bepalingen in de gemeenschappelijke regeling. Naar verwachting zijn deze begin 2013 gereed. De bevoegdheden van de colleges met betrekking tot de uit voering van de opgedragen regelingen worden overgedragen aan het dagelijks bestuur van WIL. Bij de vaststelling van het directiestatuut en de mandaatregeling worden vervolgens bevoegdheden gemandateerd aan de directeur en medewerkers van WIL. De colleges blijven naar de raden bestuurlijk en politiek verantwoordelijk voor het toezicht op en de aansturing van WIL. De colleges treden op als opdracht gever van W IL. Jaarlijks wordt door WIL een concept beleidsplan 21 opgesteld als uitwerking van het meerjarenbeleidsplan. In dit beleidsplan zijn concrete (SMA RT geformuleerde) taakstellingen per taak veld opgenomen. Dit concept beleidsplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de vijf colleges en ter kennisgeving aan de raden. Bij vaststelling door de colleges is 22 dit beleidsplan tevens de opdracht die door de colleges aan WIL wordt verstrekt. WIL is opdrachtnemer van de vijf colleges en dient binnen de wettelijke kaders, en conform het vastgestelde beleid en de begroting, de opdracht uit te voeren. Algemeen en dagelijks bestuur De bestuursorganen van WIL zijn respectievelijk het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Aan het hoofd van het openbaar lichaam staat het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse uit voering. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van zowel het algemeen als het dagelijks bestuur. Hij vertegenwoordigt WIL in en buiten rechte en tekent de stukken van het algemeen en dagelijks bestuur. De GR geeft de verhouding aan tussen het algemeen en dagelijks bestuur en regelt de verdeling van verant woordelijkheden en bevoegdheden. Formeel zijn het algemeen en het dagelijks bestuur het bevoegd gezag van WIL; de uit voering is aan de directeur. Zowel het algemeen als het dagelijks bestuur is verantwoording verschuldigd aan de vijf gemeentebesturen. In de gemeenschappelijke regeling is aangegeven op welke wijze de informatieplicht en het afleggen van verantwoording dient plaats te vinden. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks de programmabegroting en de jaarrekening vast. Daarnaast is het algemeen bestuur verantwoordelijk voor het vaststellen van de visie, missie en strategie, op voorstellen van de directeur (belast met de voorbereiding). 21
In termen van de GR heet dit meerjarenbeleidsplan de strategische visie. De facto is dit beleidplan daarmee te beschouwen als dienstverleningsovereenkomst (DVO) tussen WIL en de vijf Lekstroom gemeenten. 22
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 46 van 63
De uit voering van het door de raden vastgestelde beleid wordt, binnen de kaders van de vastgestelde begroting, door het dagelijks bestuur opgedragen aan de directeur. Het dagelijks bestuur houdt toezicht op het uitgevoerde beleid o.a. door middel van managementrapportages. Het algemeen en dagelijks bestuur blijft (politiek) eindverant woordelijk voor al hetgeen zich in de organisatie afspeelt. Binnen WIL wordt gewerkt binnen geldende wet - en regelgeving en de vastgestelde kaders (beleid, begroting e.d.). Zowel het algemeen als dagelijks bestuur bestaat uit de port efeuillehouders Werk & Inkomen van de vijf betrokken gemeenten. Commissie van advies In de GR is opgenomen dat het algemeen bestuur een vaste commissie van advies instelt, bestaande uit de vijf gemeentesecretarissen en een aant al externe deskundigen. De functie van de adviescommissie is het bewaken van de relatie, zowel ambtelijk als bestuurlijk, tussen WIL en de vijf gemeenten en het gevraagd en ongevraagd verstrekken van advies en informatie. Een belangrijke opdracht aan de adviescommissie is er voor zorg te dragen, resp ectievelijk te bewaken dat de bestuurlijke aansturing vanuit vijf gemeenten effectief en efficiënt verloopt, zodat de raden hun kaderstellende en controlerende rol adequaat kunnen uit voeren.
14.2
Organisatie WIL
Om de geformuleerde ambities en doelstellingen waar te kunnen maken is het essentieel dat WIL een organisatie is die vooral gekenmerkt wordt door resultaat gericht heid, focus, efficiency, integraliteit en flexibiliteit. Bij de opzet van de nieuwe organisatie zijn daarom de volgende besturing- en ordeningsprincipes geformuleerd en vastgesteld. Platte organisatie WIL is een platte organisatiestructuur, met twee hiërarchisch leidinggevende niveaus: de directeur en de managers. Voordeel hiervan is korte communicatielijnen, waardoor zaken sneller kunnen worden besproken en afgehandeld. De directeur en de managers vormen samen het MT van WIL. Waar nodig krijgen senior medewerkers binnen WIL een coördinerende en/of taakinhoudelijke rol zodat zij namens de manager inhoudelijke zaken op een bepaald taak veld kunnen regelen dan wel namens de manager de operationele zaken binnen een cluster (op het gebied van werk planning en werk organisatie, kwaliteitsbewaking en vakinhoudelijk aanspreekpunt). Verantwoordelijkheden laag, mandatering In het dienst verleningsconcept staat de deelnemer centraal en wordt van de organisatie verwacht dat de diensten aan de deelnemers zo goed mogelijk worden aangebod en. Deelnemers willen serieus genomen worden en willen duidelijke afspraken, helderheid over wat ze wel of niet kunnen verwachten van de organisatie (toezeggingen, afwijzingen, termijnen van afhandeling enz ovoort ). Om dat waar te kunnen maken moeten de me dewerkers, die direct diensten leveren aan de deelnemers, voldoende handelings vrijheid hebben om dat te realiseren. Daarvoor is nodig dat de verant woordelijkheid in de organisatie zo laag mogelijk wordt gelegd. Dit vereist een professionele opstelling, taak volwassenheid en samenwerking. Afhankelijk van de beoordeling door de managers en de directeur kan aan de medewerkers de bevoegdheid en verantwoordelijkheid worden toegekend voor het zelfstandig afhandelen van de opgedragen taken, waaronder het beslissen op aanvragen van deelnemers. In het mandaatregister wordt dit nader uitgewerkt.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 47 van 63
Flexibiliteit in de organisatie Voor WIL is voorlopig gekoz en te werken met functiebeschrijvingen die generiek zijn omschreven (systematiek HR21). Ook dit is een uitgangspunt, waarmee wordt beoogd zoveel mogelijk flexibiliteit in de organisatie te creëren. Het biedt de mogelijkheid de kwaliteiten van mensen optimaal te benutten en te ont wikkelen. Het geeft eveneens voordelen bij het projectmatig werken, waarbij verschillende kwaliteiten en expertises kunnen worden benut. De insteek is een dusdanige inrichting van de organisatie dat mensen flexibel kunnen worden ingezet zonder dat hiervoor (ingrijpende) organisatiewijzigingen doorgevoerd moeten worden. Planning en control, kwaliteit Een belangrijke randvoorwaarde voor het succes van WIL is planning & control. Op basis van het beleidsplan en begroting worden de te realiseren activiteiten gepland en bewaakt. De voort gang wordt permanent beoordeeld en gerapporteerd. De geconstateerde gebreken en knelpunten worden omgezet in verbeteracties. Uiteraard wordt eveneens veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de uit voering. Het (nog op te zetten) systeem van kwaliteitszorg dient om mogelijke verbeterpunten zo vroeg mogelijk in het pro ces te realiseren. Kwaliteitszorg heeft dus de focus zowel op het begin van het proces (de dienst verlening) als aan het eind (interne controle, verantwoording). Van belang is eventuele verbeterpunten zo vroeg mogelijk in het proces te realiseren. Zodat WIL zich als lerende organisatie goed door kan ontwikkelen. Lean werkprocessen WIL werkt niet voor zichzelf, maar om resultaten te behalen voor zijn deelnemers; zo klantgericht, effectief en efficiënt als mogelijk. De meeste beoogde primaire werkprocessen zijn daarom de afgelopen periode met behulp van een externe organisatie, LeanSixSigma, doorgelicht en lean herijkt waar nodig. Voor de meeste werkprocessen is deze investeringslag te beschouwen als een eerste (forse) stap vooruit; op een aantal werk processen zal de komende maanden nog worden geïnvesteerd (bedrijfsbureau, schuldhulpverlening fase 2). Het management van WIL stuurt uiteraard constant op verdere mogelijke verbet eringen qua werkprocessen. Onafhankelijkheid Een belangrijk uitgangspunt voor WIL is een organisatie die selfsupporting en onafhankelijk van anderen kan opereren. In de beginjaren van W IL is het nog denkbaar –vanuit een groeimodel - dat staffuncties zoals P&O, de financiële administratie en ICT, nog worden ingekocht bij een van de deelnemende gemeenten. Ook huis vesting binnen een van de betrokken gemeenten is in deze als groeimodel bespreekbaar. Op dit moment worden alle mogelijke opties verkend; begin november is naar verwachting helder hoe de startsituatie er uit zal zien. In de begroting en het organisatieplaatje zoals dat nu voorligt wordt evenwel gewerkt vanuit de optie “alles in eigen beheer en op eigen locatie”. E vent uele afspraken over de te leveren diensten en producten worden opgenomen in een dienst verleningsovereenkomst (DVO) tussen WIL en de bet reffende gemeente. De directeur is in dat geval verantwoordelijk voor deze DVO en de nakoming daarvan. Organiseren rondom resultaatgebieden WIL staat voor resultaat. De organisatie moet daarop 100% zijn ingericht. De crux daartoe is de organisatie daarom op te bouwen in termen van resultaatgebieden die logisch geclusterd zijn (in termen van resultat en, medewerkers en doelgroepen). Binnen WIL onderscheiden we daartoe zes resultaat gebieden: werkgeversbenadering, poortwacht er & schouw, werk & inkomen, inkomens ondersteuning, backoffice, directie, toegang en bedrijfsbureau. In onderstaande overzicht (figuur 19) wordt helder om welke werkprocessen per resultaatgebied het dan gaat.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 48 van 63
Figuur 19: werk processen WIL naar resultaat gebied
Werkgeversbenadering
Poortwachter & schouw
Informatie en advies werkgevers Plaatsing op regulier werk (vast of tijdelijk) sec Idem met ondersteuning Plaatsing op georganiseerd werk gericht op uitstroom of ontwikkeling sec - Idem met ondersteuning - Plaatsing op beschut werk - Plaatsing op maatschappelijke tegenprestatie - Idem met ondersteuning - Realisatie projecten met werkgevers Werk en Inkomen
-
-
-
-
Informatie en advies deelnemers Jobcoaching Participatiecoaching Zorg op maat (klantgroep 4 WMO) Aanbod CV’s/kandidaat voor regulier werk sec , werk gericht op uitstroom of ontwikkeling, beschut werk of maatschappelijke tegenprestatie Idem met ondersteuning
Preventie aanvraag uitkering en inkomensondersteuning(=informatie en advies) - Inzicht in potenties, arbeidscapaciteit en arbeidsmarktpositie deelnemer - Inzicht in behoefte en noodzaak (extra) (inkomens)ondersteuning incl. oorzaken en oplossingsmogelijkheden - Inzicht in motivatie en eigen kracht deelnemers - Quickscan/voorintake uitkering - Toekenning uitkering Inkomensondersteuning Informatie en advies deelnemers Toekenning bijzondere bijstand/minimaregelingen, LDT Toekenning KOV Toekenning SHV (=aanmelding en intake) Schuldhulpverlening Idem wijziging en beëindiging hiervan
-
Ba ckoffi ce - Verstrekking uitkering - Wijziging uitkering - Beëindiging uitkering Verstrekking bijzondere bijstand/minimaregelingen en LDT - Incasso - Hoogwaardige handhaving - Terugvordering en verhaal - Verstrekking KOV - Financiële afhandeling arrangementen werkgevers (i.k.v. loondispensatie bv) Bedrijfsbureau -
Informatie en advies medewerker, directie en bestuur, raden, deelnemers en andere stakeholders MARAPS, BURAPS en verantwoordingsrapportages Professionele ontwikkeling medewerkers Arbeidsomstandigheden en –voorwaarden, salarissen e.d. Ontwikkeling beleid en uitvoering Organisatieontwikkeling; lerende organisatie Organisatorische afstemming met lokale toegang (KCC’.s e.d). Strategische afstemming met gemeenten Externe positionering/beeldvorming WIL Behandeling bezwaar en beroep
-
ICT beheer en onderhoud, incl. functioneel applicatiebeheer
-
Directie WIL
- Strategie, bedrijfsvoering, prestaties, positionering en draagvlak - Organisatieontwikkeling
Businesscase WIL, versie 5.1
Klantenservice -
Informatie en advies Doorverwijzing deelnemers en klanten Quickscan
Pagina 49 van 63
Al met al heeft dit geleid tot het organisatieplaatje –als startmodel- zoals dat is weergegeven in figuur 20. Figuur 20: beoogd organogram WIL
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 50 van 63
Hoof dstuk 15
PERSONEEL EN FORMATIE 15.1
De beoogde startformatie
“Mens volgt werk” is het uitgangspunt dat alle Lekstroom gemeenten willen hanteren voor de beoogde transitie naar een regionale organis atie. Tegelijk is het streven WIL zo neer te zetten dat WIL bij de start de beste kansen heeft zijn ambities en doelstellingen te realiseren. Dat kan alleen, zo is geconstateerd in de stuurgroep en klankbordgroep, als er niet gekozen wordt voor het “bijeen brengen” van de bestaande formaties binnen WIL, maar andersom te redeneren: welke formatie heeft WIL nodig en welke “trekkingsrechten” hebben de vijf gemeenten in dat opzicht. De inzet voor de onderhandelingen met de bonden en werknemers vertegenwoordiging in het BGO is dan ook hierop gericht. In de afgelopen periode is goed gek eken naar wat de beoogde startform atie van WIL moet zijn. Het eindresultaat van deze exercitie is dat we opteren voor s tartformatie van WIL van 120 fte: 90 ft e in de uit voering, 30 fte in de overhead. Tot de overhead rekenen we in dit formatieplaatje de volgende functies: directie, management, archief, medewerkers financiële en salarisadministratie, controller, P&O’ers, communicatiemedewerkers, marketeers, juridisch medewerkers, secretariële ondersteuning en accountmanagers. Beleidsmedewerkers, applicatiebeheerders, medewerkers bezwaar en beroep en kwaliteitsmedewerkers rekenen we daarentegen tot de uit voering, aangezien zij vrijwel direct tegen 23 het primaire proc es aanzitten. Het overheadpercentage komt daarmee op de beoogde 25%. Figuur 21 laat zien hoe de beoogde startformatie is verde eld over de organisatie en welke functies tot ieder resultaatgebied worden gerek end. Tevens is met een (*) aangegeven wanneer wij denken dat 24 een senior medewerker extra coördinerende taken zou moeten krijgen. Figuur 22: de beoogde startformatie WIL bij aanvang Organisatiecluster Cluster Werkgevers benadering
Startformatie WIL 14
Cluster Poort
8
Cluster Werk & Inkomen
17
Type functie s Manager Accountmanagers Projectleiders/adviseurs HRM Ondersteuning uit voering (ook websiteonderhoud) Manager Poort wachters (*) Manage Jobcoaches/participatiecoaches
23
Iedere gemeente heeft zijn eigen definitie van overhead blijkt. Het is hierom dat wij vanuit WIL gekomen zijn tot bovenstaande definitie. 24 De hoeveelheid mensen aan wie een manager rechtstreeks leiding kan geven is beperkt. Zijn het er teveel, dan verliest de manager het overzicht en kan deze te weinig aandacht besteden aan de medewerkers. Hetzelfde geldt voor het aantal aandachtsgebieden dat door één manager adequaat kan worden aangestuurd (span of scope). Deze principes gelden voor managers van alle niveaus. Het uitgangspunt voor WIL is een span of control/scope van rond de 15 medewerkers, zodat zij ten allen tijde voldoende tijd en aandacht kunnen geven aan de coaching en ondersteuning van de medewerkers in hun ontwikkeling en hun functioneren.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 51 van 63
Cluster Inkomensondersteuning
20
Backoffic e
22
Bedrijfsbureau (directe ondersteuning primaire proces)
14
Bedrijfsbureau (overhead)
24
Directie TOTAAL
1 120
Manager Cons ulenten inkomensondersteuning (**) Cons ulenten schuldhulpverlening (**) Ondersteuning uit voering Manager Medewerkers uitkeringsadministratie/inkomen (**) Medewerkers hoogwaardige handhaving (***) Medewerkers terugvordering en verhaal Medewerkers incasso Kwaliteitsadviseurs Beleidsmedewerkers Applicatiebeheerders Medewerkers bezwaar en beroep Manager Cont roller (****) Financiële medewerkers – interne cont role P&O’ers Medewerkers salarisadministratie Communicatie medewerker Marketeers Juridische medewerkers Archiefmedewerkers Secretariële ondersteuning Accountmanagers en strategisch beleid (*****) Medewerkers ICT Medewerkers klantenservice WIL Directeur
(*) Zijn generalisten met ervaring qua jobcoaching, inkomen, handhaving e.d.; ergo beste mensen uit alle bestaande organisaties met zeer goede communicatieve en sociale vaardigheden. (**) Een van de seniors krijgt coördinerende rol t.a.v. de collega’s. (***) Een van de senioren krijgt coördinerende rol t.a. v. collega’s en die van terugvordering en verhaal en incasso. (****) De betreffende medewerker heeft ook een coördinerende rol richting financieel medewerkers, medewerkers salarisadministratie, juridisch medewerkers, archiefmedewerkers, secretariële ondersteuning, medewerkers frontoffice WIL, applicatiebeheerders en med ewerkers bezwaar en beroep. (*****) Idem, maar dan ten aanzien van de kwaliteitsadviseurs, beleidsmedewerkers, communicatiemedewerkers/marketeers en P&O’ers.
15.2
Trekkingsrechten
WIL moet als organisatie vanaf de start in staat kunnen zijn de geformuleerde ambities waar te maken; er is daarom niet gekoz en voor het “bijeen brengen” van de bestaande formaties binnen WIL, maar andersom te redeneren: welke formatie heeft WIL nodig en welke “trekkingsrechten” hebben de vijf gemeenten in dat opzicht. Uitgaande van de insteek “trekkings rechten” is vervolgens de vraag hoe de beoogde start formatie van WIL “verdeeld” wordt over de vijf betrokken organisaties. De vraag is dan concreet welke “trekkingsrechten” de vijf gemeenten hebben op de beoogde formatie van WIL? Een aantal Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 52 van 63
keuzemogelijkheden is dan denkbaar, variërend van de optie “verdeelmaatstaven Algemene uitkering gemeentefonds, cluster werk en inkomen ” en de optie “aantal inwoners en deelnemers” tot de opties “aantal inwoners” en “aantal deelnemers”. De logica acht er de keuze voor deze verdeelsleutels zit hem erin dat de formatie in feite de inzet richting deelnemers/inwoners weerspiegelt (nog afgezien van alle keuzes daarbinnen als zelf doen of uitbesteden). Door de stuurgroep en klankbordgroep is de keuze gemaakt te kiezen voor de eerste verdeelsleutel: “gemeentefonds”; dezelfde als die voor de verdeling van de uit voeringskosten. Dez e verdeelsleut el houdt namelijk rekening met de meeste factoren op het werkgebied werk en inkomen van de RS D en is hiermee het meest nauwk eurig en gevoelig voor ontwikkelingen. De gevoeligheid van de verdeelsleutel “gemeentefonds” heeft echter ook een nadeel en dat is dat de “actuele koers op enig moment” van deze verdeelsleutel in de tijd varieert. De verdeelmaatstaven worden namelijk regelmatig bijgesteld. Het is hierom dat de stuurgroep en klankbordgroep gekozen hebben voor een zekere mate van “demping” door uit te gaan van het 25 gemiddelde van de verdeelsleutel op moment T en moment T-1.
Uitgaande van een beoogde formatie van 120 fte heeft bovenstaande keuze de volgende implicaties voor de trekkingsrec hten van de afzonderlijke gemeenten (figuur 22). Figuur 22: implicaties trek k ingrechten gemeenten WIL Formatie van gemeenten WIL fte
Trekkingsrechten WIL Maximale FTE inbreng per gemeente overall Maximale FTE inbreng per gemeente primaire proces
Totaal IJsselstein
Vianen
Houten
Nieuwegein
Lopik
100%
18,4%
10,4%
21,0%
45,95%
4,25%
120
22,1
12,5
25,2
55,1
5,1
90
16,6
9,4
18,9
41,4
3,8
Twee opmerkingen zijn hierbij wel van belang. De eerste is dat er door WIL geen “selectie aan de poort” zal plaats vinden. De tweede opmerking is dat wel nog moet blijken of de geschetste rechten in de praktijk ook geëffectueerd worden/kunnen worden; dit is namelijk iets wat pas tijdens het plaatsingsproces blijkt (mede gelet op de mogelijke kwalitatieve fricties) en waar –z eker als het gaat om de overhead- nog nadere afspraken over kunnen worden gemaakt tussen de trekkers van de lokale businesscases. Het meest pregnant e belang van de afzonderlijke gemeenten (geen boventallige medewerk ers sociale zaken lokaal over) zou geborgd kunnen door als afzonderlijke gemeenten met WIL na afronding van de plaatsingsprocedure afsprak en te maken om de eventueel boventallige medewerkers (die geen 25
Net als in het geval van de verdeels leutel voor de uitvoeringskosten in 2013 is voor de verdeelsleutel ten aanzien van de trekkingsrechten gekozen voor twee ijkpunten in het jaar 2012. De eerste verdeelsleutel 2012 is qua aantal eenheden verdeelmaatstaf per gemeente gebaseerd op de “Verdelin g van de uitkering uit het Gemeentefonds, uitkeringsjaar 2011, stand betaalmaand juli 2011, voorlopige cijfers” en qua bedragen per eenheid verdeelmaatstaf op de “Septembercirculaire Gemeentefonds 2011, “Overzicht van verdeelmaatstaven en bijbehorende bedragen per eenheid voor het jaar 2012, gegroepeerd naar cluster (bedragen in € in basis, stand september 2011); Cluster Werk en Inkomen (pag.54)”. De tweede verdeelsleutel 2012 is zowel qua aantal eenheden verdeelmaatstaf per gemeente als bedragen per eenhei d verdeelmaatstaf gebaseerd op de “Uitkeringsspecificatie gemeentefonds, uitgegeven 23 december 2011 met betrekking tot het jaar 2012, betaalmaand januari 2012”.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 53 van 63
“probleemgeval” zijn) toch te plaatsen op kosten van de afzonderlijke gemeenten en onder specifieke condities (tijdelijk, met mogelijkheid tot “ingroei”, met ontwikkeltraject, e.d.). WIL is bereid zich hiertoe uit te spreken. WIL beoogt ook deelnemer te worden van de externe en interne mobiliteitspool waarvan de meeste gemeenten in de Lekstroom momenteel deel uitmaken om met elkaar te zoeken naar mogelijkheden om vacat ures op te lossen en boventalligheid te voork omen.
15.3
Goed personeel is sleutel tot succe s
De geschetste inkleuring en ambitie van WIL vraagt veel van de medewerkers. In hoge mate zullen dat dezelfde medewerkers zijn die ook nu binnen de verschillende Lekstroom gemeenten actief zijn op het werkterrein van WIL. Het succes van WIL zal in belangrijke mate afhangen van hun inzet, kwaliteit en motivatie. Een deel van de huidige medewerkers zal waarschijnlijk goed in staat zijn vanaf de start een meer dan voldoende bijdrage te kunnen leveren aan WIL, een deel van de huidige medewerkers zal echter ondersteund en gefaciliteerd moeten worden via training en opleiding is onze inschatting. Voor veel medewerkers betekent het dienst verleningsconcept van WIL en in het verlengde hiervan de herijking van de werkprocessen, werkwijzen en organisatievormen hierop dat hun werk en/of functie niet of niet meer geheel hetzelfde zal zijn als nu. Training en opleiding kan hier helpen. Voor alle medewerkers geldt dat van hen vanaf de start van WIL –en eigenlijk al vanaf de ontwerpfas e- eigen verant woordelijkheid, resultaat geric htheid, samenwerking, creativiteit en flexibiliteit wordt gevraagd. Het uitbouwen, borgen en doorontwikkelen van deze compet enties is voor WIL van groot belang. Om medewerkers optimaal in staat te stellen hun werk, goed, met result aat en met plezier te kunnen doen zullen we vanaf eind 2012 starten met een stevig opleidingsprogramma voor alle medewerkers. De contouren van dit programma zullen begin oktober helder zijn. Met de BOR zullen we hierover tijdig in gesprek gaan. Een deel van de kosten van dit opleidingsprogramma komt ten laste van de projectbegroting WIL, een ander deel is onderdeel van de meerjarenbegroting van WIL.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 54 van 63
Hoof dstuk 16
HUISVESTING EN ICT 16.1 Hui sve sting Op dit moment is nog niet bepaald waar WIL wordt gehuis vest. Er liggen momenteel wel twee opties voor: huis vesting in het stadskantoor van Nieuwegein of huis vesting in het stadskantoor van Houten. De gemeenten Nieuwegein en Houten hebben WIL hiertoe een aanbod gedaan. Zelfstandige huis vesting van WIL is afgevallen vanwege financiële redenen: inservice huis vesting blijkt dusdanig veel voordeliger, dat het de stuurgroep en klankbordgroep in tijden van bezuiniging niet acceptabel leek hiervoor meer geld dan nodig uit te geven. Medio oktober 2012 zal een definitieve keuze gemaakt worden waar WIL gehuis vest zal worden. Eind 2013 verwachten wij hierover openlijk te kunnen berichten. In de begroting van WIL wordt daarom nog uitgegaan van eigenstandige huis vesting. Wel is al een inverdieneffect ingeboekt op huis vesting van € 250.000,= per jaar; dit is een voorzichtige inschatting van het financiële voordeel dat inservice huis vesting daadwerkelijk zal hebben ten opzichte van eigenstandige huis vesting. Het mag duidelijk zijn dat bij de definitieve keuze voor huis vesting Houten of Nieuwegein ook andere criteria dan geld een rol zullen spelen: de reistijd van deelnemers, de bereikbaarheid van het nieuwe pand, een voldoende eigen regionale en onafhankelijke “smoel” (geen “afdeling” van gemeente X of Y), een passende technische en ICT infrastructuur, et cetera.
16.2 ICT Wat betreft het thema ICT is door de stuurgroep en klankbordgroep bepaald dat ook hier uit financiële overwegingen WIL gebruik zal gaan maken van cq aan zal haken op de ICT infrastructuur va n een van de Lekstroom gemeenten. Er liggen ook op dit vlak momenteel twee aanbiedingen voor; van de gemeenten Nieuwegein en Houten wederom. Ook dez e opties vragen nog om nadere verkenning; deze wordt moment eel ter hand genomen. Medio oktober 2012 zal ook ten aanzien van het thema ICT een definitieve keuze gemaakt worden. Eind 2013 verwacht en wij hierover wederom openlijk te kunnen berichten. In de begroting van WIL wordt daarom nog uitgegaan van eigenstandige ICT infrastructuur. Wel is ook hier al een inverdieneffect ingeboekt op ICT van € 250.000,= per jaar; dit is weer een voorzichtige inschatting van het financiële voordeel op ICT bij inservice versus eigenstandige ICT. Na besluit vorming hierover zal de implementatie van het beoogde ICT plaatje snel ter hand genomen moeten worden om in mei 2013 effectief, efficiënt en goed van start te kunnen.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 55 van 63
Hoof dstuk 17
FINANCIEN 17.1 Meerjarenbegroting WIL Onderstaande figuur geeft de meerjarenbegroting van WIL in de kern weer voor wat betreft de uitkeringen en voorzieningen (figuur 23). In bijlage 3 is de meerjarenbegroting in detail opgenomen. Figuur 23: meerjarenbegroting WIL uitk eringen en overdracht en Meerjarenbegroting WIL 2013-2017 Uitkeringen en overdrachten 2012 Lasten Houten Programma Inkomen Buig (WWB-IOAWIOAZ-Starter bb z) 4.243.828 BBZ 2004 229.146 PARTICIPATIE BUDGET (P-BUDGET) 376.862 BIJZONDERE BIJSTAND (BB) 404.535 MINIMABELEID 472.645 5.727.016 Baten - Beschikking BUIG 2012 Programma Inkomen Buig BBZ 2004 P-BUDGET BB MINIMABELEID
saldo baten - lasten
verondersteld effect BUIG Inkomensregelingen c.p.* Programma Inkomen Buig BBZ 2004 P-BUDGET BB MINIMABELEID
IJsselstein
Lopik
Nieuwegein
Vianen
TOTAAL
4.345.035 114.304
800.473 20.159
11.564.308 384.301
2.427.459 19.511
23.381.103 767.421
592.563
85.740
1.609.693
274.807
2.939.664
214.142 283.351 5.549.395
91.500 46.250 1.044.122
1.220.351 576.085 15.354.738
128.517 43.560 2.893.854
2.059.045 1.421.891 30.569.124
4.089.201 229.146 376.862 404.535 472.645 5.572.388
4.166.626 114.304 592.563 214.142 283.351 5.370.985
800.473 20.159 85.740 91.500 46.250 1.044.122
12.499.241 384.301 1.609.693 1.220.351 576.085 16.289.671
2.406.031 19.511 274.807 128.517 43.560 2.872.426
23.961.572 767.421 2.939.664 2.059.045 1.421.891 31.149.593
154.627-
178.409-
0
934.933
21.428-
580.469
2012
2013
2014
2015
2016
2017
0,0%
0,0%
2,5%
5,0%
5,0%
5,0%
23.381.103 767.421 2.939.664 2.059.045 1.421.891
23.381.103 767.421 2.939.664 2.059.045 1.421.891
22.796.575 767.421 2.939.664 2.059.045 1.421.891
22.212.048 767.421 2.939.664 2.059.045 1.421.891
22.212.048 767.421 2.939.664 2.059.045 1.421.891
22.212.048 767.421 2.939.664 2.059.045 1.421.891
30.569.124
30.569.124
29.984.596
29.400.069
29.400.069
29.400.069
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 56 van 63
Break down per gemeente Houten Programma Inkomen Buig BBZ 2004 P-BUDGET BB MINIMABELEID Lasten Baten saldo baten - lasten
4.243.828 229.146 376.862 404.535 472.645 5.727.016 5.572.388 154.627-
4.243.828 229.146 376.862 404.535 472.645 5.727.016 5.572.388 154.627-
4.137.732 229.146 376.862 404.535 472.645 5.620.920 5.572.388 48.532-
4.031.637 229.146 376.862 404.535 472.645 5.514.824 5.572.388 57.564
4.031.637 229.146 376.862 404.535 472.645 5.514.824 5.572.388 57.564
4.031.637 229.146 376.862 404.535 472.645 5.514.824 5.572.388 57.564
4.345.035 114.304 592.563 214.142 283.351 5.549.395 5.370.985 178.409-
4.345.035 114.304 592.563 214.142 283.351 5.549.395 5.370.985 178.409-
4.236.409 114.304 592.563 214.142 283.351 5.440.769 5.370.985 69.784-
4.127.783 114.304 592.563 214.142 283.351 5.332.143 5.370.985 38.842
4.127.783 114.304 592.563 214.142 283.351 5.332.143 5.370.985 38.842
4.127.783 114.304 592.563 214.142 283.351 5.332.143 5.370.985 38.842
800.473 20.159 85.740 91.500 46.250 1.044.122 1.044.122 0
800.473 20.159 85.740 91.500 46.250 1.044.122 1.044.122 0
780.461 20.159 85.740 91.500 46.250 1.024.110 1.044.122 20.012
760.449 20.159 85.740 91.500 46.250 1.004.098 1.044.122 40.024
760.449 20.159 85.740 91.500 46.250 1.004.098 1.044.122 40.024
760.449 20.159 85.740 91.500 46.250 1.004.098 1.044.122 40.024
Nieuwegein Programma Inkomen Buig BBZ 2004 P-BUDGET BB MINIMABELEID Lasten Baten saldo baten - lasten
11.564.308 384.301 1.609.693 1.220.351 576.085 15.354.738 16.289.671 934.933
11.564.308 384.301 1.609.693 1.220.351 576.085 15.354.738 16.289.671 934.933
11.275.200 384.301 1.609.693 1.220.351 576.085 15.065.630 16.289.671 1.224.041
10.986.093 384.301 1.609.693 1.220.351 576.085 14.776.523 16.289.671 1.513.149
10.986.093 384.301 1.609.693 1.220.351 576.085 14.776.523 16.289.671 1.513.149
10.986.093 384.301 1.609.693 1.220.351 576.085 14.776.523 16.289.671 1.513.149
Vianen Programma Inkomen Buig BBZ 2004 P-BUDGET BB MINIMABELEID Lasten Baten saldo baten - lasten
2.427.459 19.511 274.807 128.517 43.560 2.893.854 2.872.426 21.428-
2.427.459 19.511 274.807 128.517 43.560 2.893.854 2.872.426 21.428-
2.366.773 19.511 274.807 128.517 43.560 2.833.167 2.872.426 39.259
2.306.086 19.511 274.807 128.517 43.560 2.772.481 2.872.426 99.945
2.306.086 19.511 274.807 128.517 43.560 2.772.481 2.872.426 99.945
2.306.086 19.511 274.807 128.517 43.560 2.772.481 2.872.426 99.945
IJsselstein Programma Inkomen Buig BBZ 2004 P-BUDGET BB MINIMABELEID Lasten Baten saldo baten - lasten Lopik Programma Inkomen Buig BBZ 2004 P-BUDGET BB MINIMABELEID Lasten Baten saldo baten - lasten
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 57 van 63
Figuur 24 geeft de meerjarenbegroting van WIL in de kern weer voor wat betreft de uit voeringskosten. In bijlage 3 is deze begroting in det ail opgenomen met toelichting en onderbouwing. Figuur 24: meerjarenbegroting WIL qua uitvoeringsk osten Meerjarenbegroting WIL 2013-2017 Uit voeringskosten 2013
2014
2015
2016
2017
7.710.939 515.416 175.610 144.000 127.500 435.000 151.452 153.160 100.800
7.710.939 515.416 175.610 144.000 127.500 435.000 147.125 144.696 97.920
7.710.939 515.416 175.610 144.000 127.500 435.000 142.797 136.232 95.040
7.710.939 515.416 175.610 144.000 127.500 435.000 138.470 131.908 92.160
7.710.939 515.416 175.610 144.000 127.500 435.000 134.143 123.444 89.280
9.513.877 100.000 345.000
9.498.205 100.000 -
9.482.534 100.000 -
9.471.003 -
9.455.332 -
9.958.877 -
9.598.205 -
9.582.534 -
9.471.003 -
9.455.332 -
2.091.364 1.832.433 423.252 4.576.104 1.035.723 9.958.877
2.015.623 1.766.070 407.924 4.410.375 998.213 9.598.205
2.012.332 1.763.186 407.258 4.403.174 996.584 9.582.534
1.988.911 1.742.665 402.518 4.351.926 984.984 9.471.003
1.985.620 1.739.781 401.852 4.344.725 983.355 9.455.332
LASTEN KOSTEN UITVOERING personeelskosten huisvesting ICT generiek ICT specifiek advieskosten kantoorkosten kapitaallasten huisvesting kapitaallasten ICT generiek kapitaallasten ICT specifiek KOSTEN NORMALE BEDRIJ FSVOERING incidentele impulsmiddelen incidentele transitiekosten TOTAAL UITVOERINGSKOSTEN Doorbelasting aan gemeenten Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen
VDS 21,00% 18,40% 4,25% 45,95% 10,40% 100,00%
Toelichting Personeelsk osten bij 120 fte o.b.v.indicatieve functiebeschrijving en inschaling HR21 Advies- en k antoork osten: eigen informatie of o.b.v. norm RS D AOV Gorinchem ICT k osten o.b.v. opgaven projectgroep ICT met aanvulling tot niveau norm RS D AOV Gorinchem ; bedrag met € 150.000 naar beneden bijgesteld voor k euze WIL voor ICT infrastructuur van Houten of Nieuwegein Huisvesting gebaseerd op opgave projectgroep Huis vesting o.b.v. aantal medewerk ers en 75% flexpercentage op huur A -locatie; bedrag met € 250.000 naar beneden bijgesteld voor k euze huisvesting WIL in stadsk antoor Houten of Nieuwegein Kapitaallasten o.b.v. lineaire afschrijving investeringen bij 4% rek enrente (ICT en inventaris); k apitaallasten ICT met € 100.000 naar beneden bijgesteld voor k euze WI L voor ICT infrastructuur van Houten of Nieuwegein Verdeelsleut el (VDS ) uitvoeringsk osten o.b.v. gemeentef onds uitk eringen cluster Werk en Ink omen, gemiddeld bij besluit SG/KBG 6 sep.2012
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 58 van 63
In bovenstaande meerjarenbegroting is zoals gezegd uitgegaan van zelfstandige huis vesting en een eigen ICT infrastructuur met een inboeking van € 500. 000,= aan inverdieneffecten gelet op het feit dat WIL uiteindelijk inservice gehuis vest zal worden in Houten dan wel Nieuwegein en ook qua ICT infrastructuur gebruik zal maken van het inservice aanbod van Houten dan wel Nieuwegein. Een precieze raming van de huis vestingskosten of ICT kosten is evenwel nu nog niet mogelijk, aangezien de definitieve keuze en doorrekening pas medio oktober 2012 zal plaats vinden.
17.2
Verdeelsleutel kosten en baten
Voor wat betreft de verschillende kosten en baten is door de stuurgroep en klankbordgroep het volgende beoogd. De beschikbare middelen voor re-integratie/participatie (werkdeel) worden bij elkaar gelegd; WIL bepaalt hoe en waaraan deze middelen worden ingezet. Het uitgangspunt is hier solidariteit. Het risico op het inkomensdeel (budget, beschikbaar voor uitkeringen) wordt niet gedeeld en blijft bij de gemeenten afzonderlijk. De financiële verantwoording naar het Ministerie van SZW over de inzet van de rijksmiddelen (uitkeringsgelden, participatiebudget) zal per gemeente plaats vinden. De uitgaven en de eventuele ont vangsten met betrekking tot de bijzondere bijstand, minimabeleid en schuldhulpverlening zullen per gemeent e eveneens afzonderlijk worden afgerekend. Ten aanzien van de uit voeringskosten is het voorstel te werken met een verdeelsleutel en niet uit te gaan van de werkelijke uit voeringskosten per deelnemer; dit is namelijk vrijwel ondoenlijk. Het werken met een verdeelsleutel houdt in dat iedere gemeente een vooraf vastgesteld percentage van de gemaakte uit voeringskosten betaalt aan WIL, ongeacht hoeveel deelnemers WIL van de betreffende gemeente helpt of niet. De praktijk in andere samenwerkings verbanden laat zien dat deze aanpak niet alleen pragmatisch en efficiënt is, maar de kosten over meerdere ja ren heen ook redelijk tot goed sporen met de werk elijke inzet richting “eigen” deelnemers . Ten aanzien van de uit voeringskosten is zoals eerder gesteld ook gekozen te werken met de verdeelsleutel “verdeelmaatstaven Algemene uitkering gemeentefonds, clust er werk en inkomen”. Deze verdeelsleutel houdt namelijk rek ening met de lokale omstandigheden die de gemeente zelf niet of nauwelijks kan beïnvloeden, en die tot relatief hoge uitgaven kunnen leiden. De verdeelsleutel bestaat uit een serie verdeelmaatstave n die elk een eigen gewicht hebben. De verdeelmaatstaven en bijbehorende kosten per eenheid worden jaarlijks bijgesteld en vastgesteld voor het Gemeentefonds en in verschillende circulaires gepubliceerd. Zij fluctueren daarmee in de tijd. Voor de vijf Lekstroom gemeenten betek ent dit dat de uitkering vanuit het Rijk ieder jaar anders is. Voor het werkgebied van WIL zijn de verdeelmaatstaven van het cluster Werk en Inkomen relevant. Dit cluster wordt verondersteld een goede en objectieve weerspiegeling te z ijn van de lokale karakteristieken en kenmerken op werk en inkomen van elke gemeente, want het houdt rekening met de volgende vijf factoren: huishoudens met laag inkomen, bijstandsont vangers, ABW schaal - nadeel, ABW schaalvoordeel en uitkerings ont vangers. Vanwege de “koersschommelingen” van deze verdeelsleutel in de tijd heeft de stuurgroep en klankbordgroep gekozen voor een zekere mate van “demping” van de fluctuaties door de verdeelsleutel voor de begroting in jaar T te definiëren als het gemiddelde van de verdeelsleutel in jaar T-1 en T-2.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 59 van 63
Als ijkpunten voor de verdeelsleutel dient de “Uitkeringsspecificatie gemeent efonds ” uitgegeven in 26 maart van het jaar T-1 en T-2 met betrekking tot het jaar T respectievelijk T-1. Onderstaande tabel laat zien met welke perc entages al met al ten aanzien van de verdeling van de uit voeringskosten in de begroting 2013 gerek end is. Figuur 25: verdeelsleutel uit voeringsk osten WIL 2013 Gemeente/basis Hout en IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen Totaal
Verdeelmaatstaven Algemene uitkering cluster Werk en Inkomen 21,0% 18,4% 4,25% 45,95% 10,4% 100,0%
17.3 Is WIL nu een slimme investering? De realisatie van een gezamenlijke regionale uit voeringsorganisatie moet uiteindelijk ook in financiële zin een zinvolle investering zijn. WIL moet m.a.w. in financiële zin voordeel opleveren voor de vijf Lekstroom gemeenten als geheel en ook ieder afzonderlijk. In de raads voorstellen wordt die vraag beantwoord, mede door confrontatie met gegevens uit de lokale businesscases. Vanuit WIL kan wel worden aangegeven dat WIL in ieder geval de intentie heeft een aantrekkelijke financiële propositie neer te leggen voor iedere gemeente door vanaf te start een dusdanige regionale uit voeringsorganisatie neer te zetten dat WIL de Lekstroom gemeenten in ieder geval op korte termijn minder kost dan in de situatie dat iedere gemeent e zijn eigen boontjes dopt. De reden daarvoor is vooral gelegen in twee zaken De overhead: die is nu ingericht op 25% (binnen de vijf afzonderlijke gemeenten ligt die bove n de 30% ). De uitkeringslasten: we gaan er vanuit dat WIL in staat is de uitkeringslasten met 5% terug te brengen ten opzichte van de huidige situatie (door een stevigere poort, meer inzet op preventie, een sterkere inzet op uitstroom, handhaving en terugvordering en verhaal). We noemen dit het “verdienmodel” van WIL.
26
Voor de begroting 2013 is uit pragmatische overwegingen gekozen voor twee ijkpunten in h et jaar 2012. De eerste verdeelsleutel 2012 is qua aantal eenheden verdeelmaatstaf per gemeente gebaseerd op de “Verdeling van de uitkering uit het Gemeentefonds, uitkeringsjaar 2011, stand betaalmaand juli 2011, voorlopige cijfers” en qua bedragen per eenheid verdeelmaatstaf op de “Septembercirculaire Gemeentefonds 2011, “Overzicht van verdeelmaatstaven en bijbehorende bedragen per eenheid voor het jaar 2012, gegroepeerd naar cluster (bedragen in € in basis, stand september 2011); Cluster Werk en Inkomen (pag.54)”. De tweede verdeelsleutel 2012 is zowel qua aantal eenheden verdeelmaatstaf per gemeente als bedragen per eenheid verdeelmaatstaf gebaseerd op de “Uitkeringsspecificatie gemeentefonds, uitgegeven 23 december 2011 met betrekking tot het jaar 2012, betaalmaand januari 2012”. Vanaf de begroting 2014 (T en verder)) wordt gerekend met de cijfers uit de “Uitkeringsspecificatie gemeentefonds ”, uitgegeven in april van het jaar T-1 respectievelijk T2 met betrekking tot het jaar T respectievelijk T-1.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 60 van 63
17.4
Projectbegroting
In de afgelopen maanden is hard gewerkt aan het ont werp van WIL. Hiervoor was door de raden een bedrag van € 250.000,= in gezamenlijkheid begroot. De komende maanden is het zaak de implementatiefase van WIL ter hand te nemen. Vanuit de projectorganisatie z al hierop stevig moet en worden ingezet. De begroting van de implementatiefase wordt geraamd op circa € 570.000,=. In lijn met de verdeelsleutel die voor de kosten van de ontwerpfase is afgesproken betekent dit dat iedere gemeente nog gevraagd wordt de volgende investering te plegen. Figuur 26: extra investering gemeenten t.b.v. implementatief ase WIL Verdeling kosten implementatiefase Gemeente
Aandeel
Hout en
27,1% 19,4% 8,0% 34,4% 11,1% 100,0%
IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen TOTAAL
Totaal 222.416 159.380 65.481 282.770 91.329 821.376
Al toegezegd
Nieuwe aanvraag
67.696 48.510 19.930 86.066 27.798 250.000
154.720 110.870 45.550 196.704 63.532 571.376
Verdeling k osten naar gemeenten vlg. Verdeelsleutel B MC rapport o.b.v. inwoneraantallen per 1/1/ 2011 Figuur 27 laat op hoofdlijnen zien welke kosten overall er in de implementatiefas e gemaakt zullen worden. Bijlage 4 bevat de projectbegroting in detail met toelichting. Figuur 27: de projectbegroting WIL naar k ostensoort
projectfase
fase 0-1
fase 2
ontwerp periode
fase 3
totaal
aandeel
19%
voorbereiding & implementatie
2011- 1 okt. 2012
1 okt. 2012 - 1 jan. 2013
1 jan. - 1 mei 2013
PERSONEEL kwartiermaker incl. directe ondersteuning amb telijke ondersteuning MZ
84.617
29.917
39.534
154.068
12.828
12.828
12.828
38.484
5%
inhuur deskundigheid
66.175
203.000
98.380
367.555
45%
onderzoek en advies
48.980
69.000
50.000
167.980
20%
communicatiemateriaal
-
-
-
-
0%
communicatie activiteiten
15.000
15.000
20.000
50.000
6%
onvoorzien
2.303
24.612
16.374
43.289
5%
TOTAAL
229.903
354.357
237.116
821.376
COMMUNICATIE
DIVERSE KOSTEN
% van totaal projectkosten
Businesscase WIL, versie 5.1
28%
43%
29%
100%
100%
Pagina 61 van 63
Hoof dstuk 18
PLANNING EN IMPLEMENTATIE In de komende maanden wordt de implementatie van WIL ter hand genomen. Onderstaande overzicht laat in deze de belangrijkste mijlpalen zien. Figuur 28: planning implementatie WIL Wanneer?
Wat?
Eind augustus/begin september 2012
Besluit vorming in stuurgroep en klankbordgroep (op 23 augustus en 6 september)
Na de zomer 2012
Themabijeenkomsten met medewerkers (carrouselbijeenkomst op 27 augustus 2012) Advisering BOR en B CR 7 september gaat formele adviesaanvraag de deur uit; 10 oktober ligt het advies formeel op tafel
Augustus - september 2012 September 2012
September - oktober 2012 Oktober - november 2012
Eind 2012
Januari 2013 Mei 2013
Start onderhandelingen in BGO over sociaal plan, sociaal statuut WIL en arbeids voorwaardenpakket WIL 24 september 2012: raadsbijeenkomst WIL in Vianen Start implementatie ont werp WIL op alle onderscheiden resultaat gebieden Bespreking businesscases/college- en raads voorstel in B&W Houten, Nieuwegein, Lopik resp. Vianen en IJsselstein Bespreking raads voorstel in gemeenteraad Houten, Nieuwegein, Lopik resp. Vianen en IJsselstein Het advies van de BOR en BCR wordt gescheiden aan de raden toegestuurd met formele reactie van de stuurgroep/klankbordgroep Conc rete uit werking/operationalisering gereed van: Invulling lokale toegang, integrale diagnose, samenspel gemeenten-WIL Huis vesting (in Houten of Nieuwegein), idem ICT infrastructuur (idem) Begrip “arbeidscapaciteit” en toepassing daarvan Beleid, dienst verlening en werkprocessen op alle resultaat gebieden KPI’s per resultaatgebied en wijze van monitoring Sociaal Plan WIL en sociaal statuut WIL (idem voor alle Lekstroom gemeenten afzonderlijk) Plaatsingsproces en eventuele kwantitatieve en kwalit atieve fricties qua formatie De facto samenwerking: wat mogelijk is doen we al samen Oprichting GR WIL WIL 100% van start: officiële opening WIL met alle medewerkers geplaatst (samenwerking fysiek en de jure rond)
Hoof dstuk 19
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 62 van 63
MEDEZEGGENSCHAP EN CLIENTENPARTICIPATIE 19.1
Medezeggenschap
Met de BOR is de afgelopen maanden diverse keren goed en constructief overleg gevoerd. Afges proken is dat de BOR 7 september 2012 een integraal advies verzoek krijgt voor de business case WIL. Het advies van de BOR wordt medio oktober gescheiden aan de gemeenteraden toegestuurd, tegelijk met onze reactie of en op welke wijze we de adviezen nog zullen incorporeren in de businesscase WIL dan wel tijdens de implementatiefase zullen meenemen. De BOR heeft medio augustus 2012 een pre-advies uitgebracht over tot de stukken die er nu liggen. Dit pre-advies was vooral een scala aan vragen die ons kunnen helpen de business case goed op papier te krijgen. De vragen die de BOR heeft gesteld, zijn betrokken in de uitwerking van deze businesscase. Op 17 september 2012 is het eerste overleg van het BGO. Het BGO gaat onder andere over de arbeids voorwaarden van WIL, het sociaal statuut en sociaal plan, inclusief de procedures die in brede zin worden gevolgd bij het plaatsen van medewerkers in de nieuwe organisatie. In zijn algemeenheid geldt dat alles wat waardeerbaar is in geld in het BGO aan de orde komt. Al het andere in de BOR.
19.2
Cliëntenparticipatie
Ook met de vertegenwoordigers van de cliënten in IJsselstein, Houten, Lopik en Nieuwegein is de afgelopen periode divers e keren goed en constructief overleg gevoerd. Vianen heeft om diverse redenen nog niet kunnen aanschuiven. Het streven is te komen tot één Bijzondere Cliëntenraad (BCR) voor WIL. Dit als voorloper van een WIL cliëntenraad vanaf 1 mei 2013. Voor dit moment is afgesproken dat de huidige cliëntenraden zo veel als mogelijk als BCR opereren, maar individueel kunnen en mogen reageren. Ook de cliëntenraden van IJsselstein, Houten en Lopik hebben medio augustus 2012 een pre-advies uitgebracht over tot de stukken die er nu liggen. Ook deze pre-adviezen zijn betrokken in de uitwerking van deze businesscase. Ook met de BCR is afgesproken dat de BCR op 7 september 2012 een integraal advies verzoek krijgt voor de business case WIL. Het advies van de B CR wordt medio oktober eveneens gescheiden aan de gemeenteraden toegestuurd, samen met onze reactie of en op welke wijze we de adviezen nog zullen incorporeren in de businesscase WIL dan wel tijdens de implementatiefas e zullen meenemen.
Businesscase WIL, versie 5.1
Pagina 63 van 63