Ketenanalyse HOUTSNIPPERS Gratis warmte?

Digitaal ondertekend door Marcel Kersten DN: cn=Marcel Kersten, o, ou, email=marcel.kersten@dolma nslandscaping.com, c=NL Datum: 2015.09.11 12:57:34 +02'00'

DOC 931

ID4A1-1 KETENANALYSE HOUTSNIPPERS

versie 2.0

Ketenanalyse HOUTSNIPPERS – Gratis warmte?

Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager Autorisatiedatum: ……………… Naam: ……………………………

Managementsysteem

1 / 14

Dolmans Landscaping Group

DOC 931


versie 2.0

Inhoudsopgave 1

Inleiding ................................................................................................................ 3 1.1 Wat is een ketenanalyse ................................................................................ 3 1.2 Activiteiten van Dolmans Landscaping Group .............................................. 3 1.3 Doel van de ketenanalyse .............................................................................. 3 1.4 Leeswijzer ....................................................................................................... 4 2 Scope 3 emissies & keuze ketenanalyses ............................................................ 4 2.1 Selectie ketens voor analyse ......................................................................... 4 2.2 Scope ketenanalyse ....................................................................................... 5 2.3 Primaire & Secundaire data ........................................................................... 5 2.4 Allocatie data .................................................................................................. 5 3 Identificeren van schakels in de keten................................................................ 7 4 Over biomassa – intermezzo ................................................................................ 8 5 Energie ..................................................................................................................10 6 Kwantificeren van de emissies............................................................................11 6.1 Overzicht CO2 uitstoot in de keten ..............................................................11 7 Reductiemogelijkheden .......................................................................................11 8 Bronvermelding....................................................................................................13 Colofon ........................................................................................................................14

Managementsysteem

2 / 14


DOC 931

1


versie 2.0

Inleiding

In het kader van het behalen van niveau 5 op de CO2-Prestatieladder voert Dolmans Landscaping Group een analyse uit van een GHG (Green House Gas) genererende keten. Dit document beschrijft de ketenanalyse van het anders omgaan met houtsnippers. Deze ketenanalyse is opgesteld door CO2Seminar.nl in opdracht van Dolmans Landscaping Group. 1.1 Wat is een ketenanalyse Een ketenanalyse houdt in dat van een bepaald product of dienst de CO2 uitstoot wordt berekend van de gehele keten. Met de gehele keten wordt de gehele levenscyclus van het product bedoeld: van winning van de grondstof tot en met het einde van de levensduur. 1.2 Activiteiten van Dolmans Landscaping Group Dolmans Landscaping Group is een allround multidisciplinair groenvoorzieningsbedrijf. Dolmans Landscaping Group is een allround multidisciplinair groenvoorzieningsbedrijf, actief in aanleg, renovatie en onderhoud van alle vormen van groen en bijbehorende civieltechnische projecten. Echter, bij Dolmans Landscaping Group gaat het om meer dan groenvoorziening alleen. Het is liefdevol en milieubewust omgaan met landschappen; met passie vormgeven in groen. Dit uit zich in verschillende divisies zoals bedrijfsgroen, openbaar groen, boomverzorging, sports en buitenruimten architectuur. Dolmans komt voort uit een rijke Limburgse hovenierstraditie. Het bedrijf is in 1961 opgericht in Bunde en heeft inmiddels landelijke dekking. Dolmans Landscaping Group heeft vestigingen in Beilen, Borculo, Arnhem, Amsterdam, Alkmaar, Haaren, Goes, Maasbracht, Maastricht en Houthalen (België). Momenteel zijn er totaal 750 medewerkers werkzaam bij de Dolmans Landscaping Group. De doelstelling van Dolmans Landscaping Group is in de eerste plaats continuïteit en in de tweede plaats groei. Deze doelstellingen behalen we door ruime aandacht te besteden aan de toekomst van deze aarde en het milieu. Binnen de scope van onze werkzaamheden komen diverse afvalstromen vrij waarvan hout een grote component is. 1.3 Doel van de ketenanalyse De belangrijkste doelstelling voor het uitvoeren van deze ketenanalyse is het identificeren van CO2-reductiekansen, het definiëren van reductiedoelstellingen en het monitoren van de voortgang. Op basis van het inzicht in de scope 3 emissies en de ketenanalyse wordt een reductiedoelstelling geformuleerd. Binnen het energiemanagementsysteem dat is ingevoerd wordt actief gestuurd op het reduceren van de scope 3 emissies. Het verstrekken van informatie aan partners binnen de eigen keten en sectorgenoten die onderdeel zijn van een vergelijkbare keten van activiteiten is hier nadrukkelijk onderdeel van. Dolmans Landscaping Group zal op basis van deze ketenanalyse stappen ondernemen om partners binnen de eigen keten te betrekken bij het behalen van de reductiedoelstellingen.

Managementsysteem

3 / 14


DOC 931


versie 2.0

1.4 Leeswijzer In dit rapport presenteert Dolmans Landscaping Group de ketenanalyse van het omgaan met houtsnippers. De opbouw van het rapport is als volgt: Hoofdstuk 2: Scope 3 emissies & keuze ketenanalyse Hoofdstuk 3: Identificeren van schakels in de keten Hoofdstuk 4: Kwantificeren van de emissies Hoofdstuk 5: Reductiemogelijkheden Hoofdstuk 6: Bronvermelding

2

Scope 3 emissies & keuze ketenanalyses

De bedrijfsactiviteiten van Dolmans Landscaping Group zijn onderdeel van een keten van activiteiten. Zo moeten materialen die worden ingekocht eerst geproduceerd worden (upstream) en gaat het transporteren, gebruik en verwerken van opgeleverde “producten” of “werken” ook gepaard met energiegebruik en emissies (downstream). Hierbij wordt de totale emissie in scope 3 voor het jaar 2014 geschat, waarbij het uitgangspunt is dat minimaal 70% van de uitstoot wordt meegenomen. Voordat wordt bepaald welke ketenanalyse uitgevoerd wordt, maakt een berekening overzichtelijk wat de meest significante scope 3 emissiebronnen zijn. Onderstaande tabel geeft dat overzicht weer. 2.1 Selectie ketens voor analyse Dolmans Landscaping Group zal conform de voorschriften van de CO2-Prestatieladder 2.2 uit de top twee een emissiebron moeten kiezen om een ketenanalyse van te doen. De top twee betreft: 1. Ingekochte goederen en diensten 2. Afval Door Dolmans Landscaping Group is gekozen om een ketenanalyse te maken van een product uit de categorie Afval, en dan met name de houtsnippers die voortkomen uit het verwijderen of snoeien van bomen en struiken. Naast houtsnippers beidt Dolmans ook een grote hoeveelheid maaisel aan maar dit blijft eigendom van de opdrachtgever, dit is gebleken tijdens de analyse, waardoor Dolmans geen invloed uit kan oefenen op deze afvalstroom. Dolmans Landscaping Group denkt dat zij tamelijk veel invloed kan uitoefenen op de CO2 emissie van deze afvalstroom. Dat beperkt zich niet tot de methode van verwerking (er zijn diverse mogelijkheden), maar ook tot beïnvloeding van de opdrachtgever in het kader van beplanting die op een later tijdstip kan zorgen voor biomassa voor verwarming en op die manier ook in de afvalfase een nuttige toepassing heeft. De ketenanalyse is uitgevoerd aan de hand van gegevens voor de vestiging van Dolmans Landscaping in Limburg. Zo blijft de ketenanalyse uitvoerbaar en begrijpelijk. De uiteindelijke doelstelling en het plan van aanpak zijn te gebruiken binnen alle vestigingen. Er wordt ingeschat voor heel Dolmans ongeveer 4 keer de hoeveelheid houtsnippers van de vestiging in Bunde wordt verwerkt.

Managementsysteem

4 / 14


DOC 931


versie 2.0

2.2 Scope ketenanalyse Deze ketenanalyse gaat met name over het verwerken van houtsnippers nu en op de langere termijn. Het startpunt is de opgebulkte houtsnippers. Het zagen, versnipperen en transporteren is niet eenduidig te kwantificeren omdat daar te veel variabelen een rol spelen o.a: type hout, jaargetijde, vochtigheid, projectlocatie en weersgesteldheid tijdens het opbulken. 2.3 Primaire & Secundaire data In deze ketenanalyse wordt gebruik gemaakt van data uit bestaande studies en data van Dolmans Landscaping Group, diverse informatie over pelletkachels en diverse studies op het internet over de milieu-effecten van houtpellets in de kleinere verwarming. 2.4 Allocatie data Er wordt geen gebruik gemaakt van allocatie van data.

Managementsysteem

5 / 14


Managementsysteem

15. Investments

14. Franchises

13. Leased Assets (Downstream)

12. End‐of‐Life Treatment of Sold Products.

11. Use of Sold Products

10. Processing of Sold Products

6 / 14

versie 2.0

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t. **

n.v.t. *

n.v.t.

zie sub 4.

Ja n.v.t. Ja Ja Ja n.v.t. Ja Ja


Ja

Ja

Ja Nee Nee Nee Ja

Ja

Nee

64

626

291

311 1.883

7.159

matig

matig Ja

matig

6

3

5

4 2

1

Aanwezig binnen Afgedekt in Project‐ Omvang Beïnvloedbaarheid de keten scope 1 en/of 2 gerelateerd geschat in Ranking (Ja, matig, nee) (ja/n.v.t.) (ja/nee) (ja/nee) CO2 (ton)


Upstream Scope 3 Emissions 1. Purchased Goods & Services 2. Capital Goods 3. Fuel‐ and Energy‐ Related Activities 4. Transportation & Distribution (Upstream) 5. Waste Generated in Operations 6. Business Travel 7. Employee Commuting 8. Leased Assets Downstream Scope 3 Emissions 9. Transportation & Distribution Sold Goods (Downstream)

DOC 931

DOC 931

3


versie 2.0

Identificeren van schakels in de keten

Deze snippers worden of gemaakt en opgehoopt op de projecten waar ze opgehaald worden (bij grotere projecten) Of ze worden op kleinere projecten gemaakt en in de versnipper wagen mee naar het bedrijf (Bunde-Limburg) genomen waar het wordt opgebulkt.

Periodiek (bij volle vrachten) worden deze opgehaald door de afnemer van deze houtchips. Deze afnemer transporteert ze van Nuth naar de Biocentrale in Luik (Belgie, Les Awirs) of Aachen (Duitsland).De centrale in Luik draait volledig op hout. In Aachen is het bijstook. Het uitgangspunt de CO2 besparing bij lokale toepassing van houtsnippers is het gebruik van een verbrandingsketel die in de regio wordt toegepast. Speciaal ontworpen, geautomatiseerde verbrandingsketels, ook wel biomassaketels genoemd, verbranden hout of andere biomassa voor de productie van warmte. De ketel regelt zelf, aan de hand van de warmtevraag, hoeveel brandstof er vanuit een voorraadbunker toegevoerd moet worden. De toevoer gebeurt met een gecontroleerde snelheid, zodat de verbranding zo nauwkeurig mogelijk geregeld is. Het rendement van een houtketel ligt over het algemeen tussen de 80 en 90 procent, iets minder dan een aardgasketel. Bedrijven hebben gewoonlijk een hout gestookte ketel met een capaciteit van tussen de 50 en 500kW. 3 tot 4 kilo hout vervangt ongeveer een kuub aardgas. Het regionaal verwerken van het resthout levert een ook besparing van ‘standaard’ verbrandingsmateriaal zoals gas en kolen op.

Managementsysteem

7 / 14


DOC 931

4


versie 2.0

Over biomassa – intermezzo

Een normale verbrandingsketel werkt, in Nederland, op aardgas of propaan. Een biomassaketel gebruikt houtpellets als brandstof. Een alternatief voor houtpellets dat veel gebruikt wordt is gehakseld olifantsgras (myscanthus). Een biomassaketel is een duurzaam soort verwarming omdat het koolstof dat wordt verbrand, recent door diezelfde boom is vastgelegd. Planten en bomen leggen CO2 uit de atmosfeer vast door fotosynthese. In de wetenschap wordt onderscheid gemaakt tussen duurzame en niet-duurzame verbranding. Verbranding is, volgens die definitie, duurzaam als de CO2 niet langer dan 50 jaar geleden is vastgelegd. Dat is bij het hout dat vrijkomt bij de werkzaamheden van Dolmans Landscaping Group niet het geval. Het gaat dan vrijwel altijd over redelijk recent aangeplante bomen; in ieder geval geen 50 jaar of ouder. Ook zaaghout verdwijnt in energiecentrales. Het SER Energieakkoord geeft een ruime plaats aan biomassa, maar zegt niets over bijplanten van energiebos in Nederland Het beleid in Nederland is decennialang gericht geweest op beheer voor recreatie en natuur, niet op de productie van biomassa. Grondstof wordt brandstof Bij gebrek aan inlandse houtoogst en teelt voor biomassa komt ruim 95 procent van de houtpelletbehoefte uit import over zee. Volgens de US Foreign Agricultural Service (FAS) in Den Haag verstookt Nederland tussen 2012 en 2015 alvast een geschatte 2,2 miljoen ton hout om beleidsdoelen voor het aandeel duurzame energie uit de Green Deal te halen. Afhankelijk van de groeisnelheid van bomen (die afhangt van soort en klimaat) is dit volume gelijk aan de jaarlijkse houtopbrengst van duizenden hectares bos. De Europese houtpelletconcumptie verviervoudigde tussen 2006 en 2013 naar 16 miljoen ton. Vooral in reactie op het klimaatbeleid van de Europese Unie sinds de Renewable Energy Directive uit 2009. Amerikanen en Canadezen voorzien volgens Eurostat in het leeuwendeel van de afgelopen jaar met 32 procent gegroeide Europese vraag naar houtpelletes, met respectievelijk 2,77 miljoen ton (groei 51 procent ten opzichte van 2012) en 1,92 miljoen ton (+43 procent). Binnen Europa is Letland de grootste leverancier met 1 miljoen ton (+31 procent). Waarbij Verenigd Koninkrijk (1), Denemarken (2) Nederland (3) en Belgie(4) de grootste bijstokers van hout zijn. De US FAS verwacht voor 2020 een ruime verdubbeling van haar houtpellet-export naar de Benelux-landen met een exportwaarde van 1 miljard dollar. De houtoogst in de landen van herkomst van in Nederlandse centrales gestookt hout stuit ook op kritiek over ecologische bij-effecten van Europees beleid voor duurzame energie. Actiegroepen uit de Verenigde Staten als de Dogwood Alliance protesteren tegen de houtkap in de Appalachen met de slogan ‘our forests aren’t fuel’. Dit is samen met Canada de regio waaruit Essent haar houtpellets importeert voor Nederland’s grootste houtstoker, de op kolen en hout brandende Amercentrale (295 MW van de 1246 MW vermogen). Bos met laagwaardig hout dat anders natuurgebied bleef, is dankzij de Europese miljardensubsidies plotseling rendabel om te oogsten.

Managementsysteem

8 / 14


DOC 931


versie 2.0

CO2-schulden bij 50 procent hogere emissies Volgens de regels van het Europese emissiehandelstelsel ETS3 mogen energiebedrijven aannemen dat de stook van hout 0 CO2-emissies geeft, wat Essent ook doet voor de Amercentrale in haar emissiejaaroverzicht. Een volmaakt gesloten CO2-kringloop dus. In 2013 kwam 2/3de van de door Essent verkochte ‘Groene’energie uit de Amercentrale. Vanuit wetenschappelijke hoek komt juist op het sluiten van de CO2-balans van bosbijstook de meeste kritiek, Bijstokers van bos bouwen volgens deze wetenschappers een forse CO2schuld op bij verbranding, die zij over decennia moeten inlossen met bijplant van nieuwe bossen. De emissie is pas 0,0 wanneer nieuw geplant bosoppervlak de emissies weer opneemt van het hele proces, van houtteelt, opwerking tot pellet, transport naar Europa en stook. De emissie-optelsom is fors. Biomassa veroorzaakt bij verbranding gemiddeld 50 procent méér CO2-uitstoot per MWh geleverde energie ten opzichte van kolenstook. Dat stelde het Amerikaanse Partnerschip for Policy Integrity in een recent onderzoek naar emissies van 88 biomassa-centrales ‘Trees, Trash and Toxics’. Hout met haar lage energiedichtheid levert een stookrendement tussen 20 en 30 procent, waarbij kleine centrales (<50 MW) het minst efficient zijn. De gemiddelde moderne kolen- en gascentrale komt makkelijk boven de 40 procent. Voor evenveel energie is dus meer brandstof nodig, wat meer emissies geeft. Waar gascentrales rond de 350 kilo CO2 per MWh energie uitstoten en kolencentrales tussen 700 en 800 kilo, komen houtverbranders ruim boven de 1000 kilo per MWh directe emissies aan de pijp. Ook bijstook van hout in kolencentrales laat het totale rendement dalen ten opzichte van enkel kolenstook. Zo hanteert Essent in de Amercentrale in Geertruidenberg een rendementsdaling – ‘efficieny default’- van 39,2 procent. Door hout bij te stoken, moet Essent dus ook meer kolen stoken per eenheid vermogen, in vergelijking met een praktijk waarin zij enkel kolen stookte. Dat geeft extra emissies per MWh ten opzichte van kolenstook. Die emissies komen bij de ontstane koolstofschuld van houtbijstook. Tegelijk is voor de opwerking tot houtpellet ook nog 10 procent van de totale energie-inhoud nodig, met dito emissies. Ook dat komt bij de koolstofschuld. Wetenschappers waarschuwen verder voor het gevaar van ‘dubbel tellen’: emissies als ‘gecompenseerd’ meetellen door herplant van bos, die er netto nooit waren gekomen zonder biomassastook. Bij herplant compenseer je weliswaar emissies uit verbrand bos. Maar omdat de verbranding uit biomassa eerst éxtra emissies toevoegt, maakt die herplant historisch gezien voor de met CO2 verzadigde atmosfeer niet uit. Het bos was zonder stooksubsidies blijven staan, of verwerkt tot andere producten in plaats van verbrand. En in Westerse landen vindt die herplant per definitie al plaats na kap. Ook Nederland kent sinds 1961 de herplantplicht uit de Boswet. En bos groeit anders uit zichzelf wel terug. De vervuiler wordt betaald Miljardensubsidies stromen zo naar energiebedrijven die hout bijstoken, met versnelde houtkap zonder garantie dat de forse emissieschuld wordt ingelost. Zoals het Britse tijdschrift The Economist afgelopen najaar vaststelde, zou die bijstook direct staken zonder subsidies dankzij het lagere stookrendement en lage CO2-prijzen. Dat blijkt uit de praktijk. Vanwege het eindigen van de SDE-regeling zette Essent in 2011 de biomassacentrale in Cuijk direct in Managementsysteem

9 / 14


DOC 931


versie 2.0

2011 stil, om hem bij ingang van de SDE+regeling weer op te starten. En dus subsidieert de Nederlandse overheid nu de meest laagwaardige toepassing van hout, die al 200.000 jaar plaatsvindt sinds de uitvinding van het vuur.

5

Energie

Bij het vergelijken van diverse brandstoffen zoals aardgas, propaan, diesel en houtpellets of houtsnippers gaat het om de energetische waarde. SOORT Methaan Aardgas Biogas Propaan Steenkool Diesel Houtsnippers

HOEVEELHEID 36 31,7 20 26,2 29 41,5 15-18

EENHEID MJ/m3 MJ/m3 MJ/m3 MJ/Liter MJ /kg MJ / liter MJ / kg

Electra

3,6

MJ / kwh

PRIJS 0,65 / m3

Afhankelijk van de houtsoort

  

Houtsnippers hebben een diameter van 6 mm en zijn ongeveer 10 tot 30 mm lang. Houtsnippers hebben een gewicht van 650kg/m³. De energie-inhoud van houtsnippers is gemiddeld 16 MJ/kg per kilo (afhankelijk van de houtsoort)  1 m3 gas heeft dezelfde energie-inhoud als 1,9 kilo houtsnippers.  2 liter propaan heeft dezelfde energie-inhoud 3,6 kilo houtsnippers.  Het soortelijke gewicht is 1,2 kg/dm3. De prijs van aardgas is, op het moment van schrijven €0,65/m3, De prijs van houtsnippers is, op het moment van schrijven, €0,31/kg Een gemiddeld gezin gebruikt 1600 m3 aardgas per jaar, dat is 50720 MJ. Voor 50720 MJ is 3170 kg houtsnippers nodig. De kosten voor 50720 MJ in aardgas zijn €1040,= De kosten voor 50720 MJ in houtsnippers zijn €982,= In prijs ontloopt het elkaar nauwelijks, maar snippers zijn duurzame energie en aardgas is fossiele energie.

Managementsysteem

10 / 14


DOC 931

6


versie 2.0

Kwantificeren van de emissies

6.1 Overzicht CO2 uitstoot in de keten Op dit moment worden de snipper ingezet in de energiecentrale in Luik of in Aachen. Voor dit proces is transport nodig naar Aachen of naar Luik. Nu zijn beiden wel in de buurt van Bunde, het hoofdkantoor maar daarom nog niet noodzakelijkerwijs in de buurt van het ontstaan of de tussenopslag van de houtsnippers. In andere regio’s vestigingen wordt ook vergelijkbaar gewerkt, met regionale leveranciers en transport naar centrales in de regio. Het bleek ondoenlijk om de totale CO2-emissie voor de totale 1318 ton aan houtsnippers te kwantificeren. Ook bleek het niet mogelijk eenduidig de hoeveelheden boven water te krijgen hoeveel naar wat voor soort centrale gaat en dat is wel van belang voor het kwantificeren van de emissies. De emissies bestaan uit een aantal componenten:  Transport naar de tussenopslag  Versnipperen  Transport naar de hoofdopslag  Transport naar de eindverwerker.  Eindverwerking Het zal duidelijk zijn dat het kwantificeren van de emissies als gevolg van transport wel belangrijk is, maar meteen is ook duidelijk dat het logistiek minimaliseren van de transportkilometers een aanzienlijke bijdrage kan leveren. Er zijn voor wat betreft de energiecentrales twee redenen om hout te gebruiken: 1. Primaire brandstof 2. Bijstook De eerste versie, energiecentrales met hout als primaire brandstof liggen behoorlijk onder vuur (zie boven) aangezien de noodzaak tot constante aanvoer er toe leid dat bos wordt gekapt om te verbranden, daar waar het origineel de bedoeling was dat deze centrales zouden draaien op afvalhout. Deze centrales verkopen hun stroom als ‘groen stroom’ daar waar dat maar zeer de vraag is. Bijstook is een noodzaak als de primaire feedstock (het hoofdbestanddeel van de te verbranden massa), onvoldoende stabiel is. Dat wil zeggen dat de mate van natheid en de calorische waarde te sterk fluctueert. In dat geval is er bijstook nodig van een materiaal met een gegarandeerde calorische waarde zoals bijvoorbeeld hout(snippers). De vraag is maar zeer in hoeverre dat nog te scharen valt onder ‘duurzaam’.

7

Reductiemogelijkheden

Reductie in de keten is in deze een ingewikkeld verhaal. Maar het zal duidelijk zijn dat minder transport zonder enige twijfel een bijdrage zal leveren. Maar de meest interessante optie is om de snippers te gaan gebruiken voor eigen verwarming en mogelijk voor andere institutionele toepassingen waar een biomassaketel een optie is. Financieel is dat zeker interessant omdat het vrijwel gratis brandstof is. Managementsysteem

11 / 14


DOC 931


versie 2.0

Biomassaketels zijn al lang niet meer zo duur als een aantal jaren terug en gezien het feit dat de snippers vrijwel niets kosten is de terugverdientijd tamelijk kort. Cijfermatig is de inschatting op basis van de beschikbare informatie dat het transport van de houtsnippers naar het verzamelpunt in Bunde 5,8 ton CO2 verbruikt. 1318 ton * 110 g CO2/tonkm * 40 km = 5,8 ton CO2 Het transport van Bunde naar Aachen of Luik kost 5,1 ton CO2 (gebaseerd op de beschikbare cijfers van 2014). Het gaat dan om een totaal van 1318 ton aan houtsnippers. Bunde - Aachen: 1318 ton * 50% * 110 g CO2/tonkm * 33 km = 2,4 ton CO2 Bunde - Luik: 1318 ton * 50% * 110 g CO2/tonkm * 38 km = 2,7 ton CO2 Uit het vorige hoofdstuk blijkt dat 1 ton houtsnippers 15.000 MJ (15 Gj) warmte oplevert. Dit betekent dat verbranding van 1 ton houtsnippers 15 GJ * 20.000 g CO2/GJ = 0,3 ton CO2 oplevert. Aardgas levert 31,7 MJ per m3 aardgas dus dit betekent dat voor 15.000MJ 473 m3 gas gebruikt zou worden. Dit levert een CO2 uitstoot van 0,86 ton CO2. Door het verbranden van houtsnippers in plaats van aardgas is een reductie van 70% mogelijk. Kijkend naar de totale hoeveelheid houtsnippers binnen Dolmans Landscaping Group gaat dit over ongeveer 5200 ton. De verbranding van 5200 ton houtsnippers levert een CO2 uitstoot op van 1.560 ton CO2. Deze uitstoot is bepaald op basis van theoretische waarden, in de praktijk kan de CO2 uitstoot afwijken. Gezien bovenstaande zullen wij proberen een besparing van 5% te realiseren in 2020. Plan van Aanpak 1/ Beoordelen of het zinvol is om de precieze ton/kilometers in kaart te brengen (2e helft 2015); 2/ Ketenanalyse verbeteren door de verwerkingsmethode te kwantificeren (uiterlijk 1e helft 2016); 2/ Inventariseren wat de mogelijkheden zijn tot gebruik van de houtsnippers binnen een redelijke straal, mogelijk voor eigen gebruik (1e helft 2016); 3/ Beoordelen wat de mogelijkheden zijn voor opslag van de houtsnippers voor eigen gebruik. (1e helft 2016). Positie binnen de branche Dolmans Landscaping Group ziet zichzelf als een middenmotor in de branche. Zij ondernemen in de categorie afvalverwerking niet meer innovatieve maatregelen dan de rest van de branche. Er wordt nagedacht over de gekozen verwerkingsmethode maar investeren niet zelf in een eigen methode om afvalstromen te verwerken.

Managementsysteem

12 / 14


DOC 931

8


versie 2.0

Bronvermelding Bron / Document

Kenmerk

Handboek CO2-prestatieladder 2.2, 4 april 2014

Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen

Corporate Accounting & Reporting standad

GHG-protocol, 2004

Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard

GHG-protocol, 2010a

Product Accounting & Reporting Standard

GHG-protocol, 2010b

Nederlandse norm Environmental management – Life Cycle assessment – Requirements and guidelines

NEN-EN-ISO 14044

www.ecoinvent.org

Ecoinvent v2

www.milieudatabase.nl

Nationale Milieudatabase

Visiedocument Biobrandstof

Koninklijke akademie van Wetenschappen

Agentschap.nl

Blog door Wessel Simons dd 6-9-2013

Jaarverslag 2014

Algemene Vereniging Inlands Hout

Jaarverslag 2013

Essent

De opbouw van dit document is gebaseerd op de Corporate Value Chain (Scope 3) Standaard. Daarnaast is, waar nodig, de methodiek van de Product Accounting & Reporting Standard aangehouden (zie de onderstaande tabel). Corporate Value Chain (Scope 3) Standard

Product Accounting & Reporting Standard

H3. Business goals & Inventory design

H3. Business Goals

H4. Overview of Scope 3 emissions

-

H5. Setting the Boundary

H7. Boundary Setting

Hoofdstuk 3

H6. Collecting Data

H9. Collecting Data & Assessing Data Quality

Hoofdstuk 4

H7. Allocating Emissions

H8. Allocation

Hoofdstuk 2

H8. Accounting for Supplier Emissions

-

Onderdeel van implementatie van CO2-Prestatieladder niveau 5

H9. Setting a reduction target

-

Hoofdstuk 5

Managementsysteem

Ketenanalyse: Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

13 / 14


DOC 931


versie 2.0

Colofon Titel Status Versie Datum Auteurs

Ketenanalyse Houtsnippers Definitief 2.0 11-09-2015 Eli van Tijn, Martin Vos

Managementsysteem

14 / 14


Ketenanalyse HOUTSNIPPERS Gratis warmte?

Recommend Documents