2014
Ketenanalyse scope III Ketenanalyse 1 Woon-‐ werk verkeer
Van Dalen B.V. Ketenanalyse scope III Ketenanalyse 1 Versie 3.2 26 februari 2015
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
Inhoud
1. Inleiding 1.1 Achtergrond 1.2 Doel 1.3 Doelstellingen voor de komende jaren 2. De CO2 Prestatieladder 2.1 Basis van ProRail 2.2 Niveaus en invalshoek 3. Waardeketen 4. Woon-‐ werkverkeer 4.1 Herkomst data 4.2 Bedrijfsauto’s 4.3 Eigen auto’s 4.4 Fiets 5. Resultaten 5.1 Scope III-‐ CO2 uitstoot woon-‐ werkverkeer 5.2 Vergelijking 2011 6. Plan van aanpak 6.1 Maatregelen Woon-‐ Werkverkeer 6.2 Het reduceren van de Woon – Werkemissie 6.3 Vervanging van de verversmogelijkheden door schonere alternatieven 6.4 Wijze van rapportage
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 2
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
1 INLEIDING 1.1 Achtergrond Van Dalen BV is een bedrijf waarvan de activiteiten voornamelijk georiënteerd zijn naar de omliggende gemeenten. Opdrachten voor sloop-‐ en grondwerken, rioleringen en groenvoorziening. Deze activiteiten resulteerden in een aparte afdeling “Grond-‐, Weg-‐ en Waterbouw”. Uiteindelijk zijn we het takenpakket gaan uitbereiden met afvalinzameling. De maatschappelijke ontwikkelingen in afval inzamelen en afval verwerken leidden tot een eigen overslag-‐ en sorteerstation en uitbreiding met recyclingactiviteiten. Van Dalen BV streeft ernaar in haar bedrijfsvoering de drie elementen People, Planet en Prosperity op harmonieuze wijze te combineren. Per 1 december 2009 heeft ProRail de CO2 -‐prestatieladder geïntroduceerd. Het doel van de CO2 -‐prestatieladder is om bedrijven die deelnemen aan aanbestedingen uit te dagen en te stimuleren hun eigen CO2 -‐productie te kennen en te verminderen. De stimulans voor bedrijven om hierin te participeren is het voordeel wat gehaald kan worden bij aanbestedingen doormiddel van een (fictieve) korting op de inschrijvingsprijs. Hoe hoger een bedrijf op de CO2 -‐prestatieladder staat hoe hoger de korting oploopt, tot een maximum van 10%. Dit initiatief vanuit ProRail is een goed uitgangspunt voor Van Dalen BV om te werken aan CO2 -‐management en sluit ook aan op de duurzaamheidmissie van Van Dalen BV. Van Dalen BV heeft nu de ambitie om met haar ervaringen buiten de bedrijfsgrenzen te treden en het CO2 -‐bewustzijn te verspreiden door de gehele waardeketen. Het integreren van de waardeketen in het CO2 -‐management systeem is een centraal thema in het CO2 -‐bewustzijn certificaat niveau 4. Een belangrijke manier om inzicht te krijgen in de reductiemogelijkheden buiten de bedrijfsgrenzen is het uitvoeren van twee ketenanalyses. Van Dalen BV heeft hiervoor de volgende twee onderwerpen gekozen: Afvaltransport en Woon-‐ werk verkeer. Deze rapportage betreft de scope 3 analyse van de CO2 -‐uitstoot als gevolg van woon-‐ werkverkeer.
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 3
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
1.2 Doel De eis uit de CO2 -‐prestatieladder (conform Handboek 1.2, 25 december 2010) die voor de rapportage relevant is, betreft eis 4.A.1. Deze eis luidt als volgt: “Het bedrijf kan uit scope 3 tenminste 2 analyses van GHG-‐genererende (ketens van) activiteiten voorleggen conform de eisen daaraan gesteld”. De CO2 -‐prestatieladder is gebaseerd op het internationaal erkende Green House Gas Protocol (GHG-‐ protocol). Binnen dit GHG protocol worden drie scopes onderscheiden: • Scope 1: directe emissiebronnen binnen de eigen organisatie; • Scope 2: indirecte emissiebronnen gericht op het verbruik van ingekochte elektriciteit; • Scope 3: overige indirecte emissiebronnen veroorzaakt door activiteiten van de eigen organisatie, maar ook emissies van leveranciers. Dit rapport heeft als doel een emissie-‐inventarisatie van scope 3 te doen, met daaraan gekoppeld specifieke CO2 -‐reductiemogelijkheden. Daarvoor hebben wij gekeken naar de grootste emissiebronnen in scope 3.
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 4
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
1.3 Doelstellingen voor komende jaren Aanleiding voor het opstellen van de doelstellingen is het uitvoeren van een ketenanalyse scope 3 volgens eisen zoals gesteld in het GHG-‐ Protocol. De ketenanalyse die Van Dalen B.V. op woon-‐ werk verkeer heeft uitgevoerd, fungeert als input voor het opstellen van de doelstellingen. Van Dalen B.V. heeft de doelstelling om eind 2014 de CO2 -‐uitstoot voor woon-‐ werk verkeer met 1% terug te dringen ten opzichte van 2010. Daarbij heeft Van Dalen B.V. vooral een informerende en motiverende rol. Uiteindelijk heeft de medewerker hier de beslissing in of zij wel of niet over gaan op minder CO2 -‐uitstotende vervoermiddelen. Om aan de gestelde doelstelling te kunnen voldoen hebben wij een aantal acties waarmee wij hopen de reductie te kunnen bewerkstellingen. Hierbij rekening houdend dat binnen deze analyse het lastig is om een reductie te realiseren. Van Dalen kan informatie verschaffen in de mogelijkheden die er zijn om het eigen vervoer te laten voor wat het is. Hierbij valt te denken aan het openbaar vervoer, carpoolen en fietsen. Voor deze laatste mogelijkheid zullen wij o.a. kijken naar het fietsplan. Wij hopen door voldoende informatie te geven de medewerker anders gaat denken. Dat wij op deze manier een positieve invloed kunnen uitoefenen op de keuze van vervoer naar het werk door de werknemer.
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 5
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
2 De Co2 Prestatieladder 2.1 Basis van ProRail Van Dalen BV wil graag naar niveau 4, hiervoor zijn diverse acties nodig. Een van de acties is het inzichtelijk maken van de CO2 emissie van een scope 3 keten. Hiervoor is gekozen voor het inzichtelijk maken van het woon-‐ werkverkeer binnen Van Dalen B.V. 2.2 Niveaus en invalshoeken De CO2 -‐prestatieladder kent vijf niveaus, opklimmend van 1 tot 5. Per niveau krijgt een bedrijf aan de hand van een vaste set eisen een plaats op de prestatieladder. Deze eisen komen voort uit vier invalshoeken met elk een eigen weegfactor: Niveau Omschrijving invalshoek Weegfactor -‐ Inzicht (in eigen “carbon footprint”) 40% -‐ CO2 -‐reductie (de vastgelegde ambitie) 30% -‐ Transparantie (de wijze waarop een bedrijf intern/extern communiceert) 20% -‐ Deelname aan initiatieven (de mate waarin een bedrijf met collega-‐bedrijven samenwerkt op het gebied van CO2 –reductie) 10% Hoe meer het bedrijf aan de eisen voldoet des te hoger de positie van het bedrijf op de prestatieladder is. Uit de CO2 -‐prestatieladder van ProRail blijkt dat er binnen niveau 4 minstens twee analyses uitgevoerd moet worden van een scope 3 emissie. De verschillende invalshoeken grijpen op elkaar in. Zo is een significante reductie (invalshoek B) het best te realiseren door een intensieve samenwerking met toeleveranciers (invalshoek D). In dit rapport ligt de focus op inzicht in de keten van transport en mogelijkheden tot reductie (invalshoek A en B). 2.3 Maatschappelijk belang en borging Aan de hand van jaarlijkse berekeningen over de CO2 uitstoot zal de inventarisatie worden bijgewerkt. Zo worden de doelstellingen gewaarborgd. Gedurende het opstellen van de emissie-‐inventarisaties wordt onderzocht waar de potentie bestaat voor het invoeren van reductiemaatregelen voor CO2 -‐emissies. Deze kunnen dan worden geïmplementeerd. Dit zal er uiteindelijk toe leiden dat de scope 3 emissies omlaag gaan.
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 6
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
3. Waardeketen In de waardeketen woon-‐werkverkeer en zakelijk verkeer staat de werknemer centraal aangezien deze de keuze maakt voor een bepaald vervoersmiddel. Naast de werknemer zijn er nog een aantal andere partijen betrokken: werkgever, vervoerder en energieleverancier. De keuze van de werknemer voor een bepaald vervoermiddel wordt onder andere bepaald door reistijd, reiscomfort, reiskosten en toegankelijkheid. De invloed van de werkgever op deze keuze komt voornamelijk neer op de bedrijfscultuur die heerst en de arbeidsvoorwaarden die worden gesteld (wat wordt wel en wat wordt niet vergoed, aansluitend op de reiskosten die voor rekening van de werknemer komen). De invloed van de energieleverancier zit hem in de keuze die wordt gemaakt op basis van welke manier energie in energiedragers wordt vastgelegd. De wijze waarop energie wordt opgewekt,verschilt onder andere in de mate van milieuvriendelijkheid, denk hierbij aan het verschil tussen fossiele brandstoffen of duurzame bronnen (zon, wind, water). De wijze waarop dit gebeurt heeft daarmee invloed op de CO2 -‐emissie in de waardeketen. De keuzes in de vervoersmiddelen is voor de medewerkers van Van Dalen B.V. beperkt. De locatie Looveer is lastig bereikbaar met het openbaar vervoer. De locatie op de Veilingweg is beter bereikbaar met het openbaar vervoer, maar niet voor alle medewerkers is dit een optimale keuze. Alternatief vervoer voor de auto is in dit geval de fiets of meerijden met een andere medewerker. Ten opzichte van mobiliteit hebben wij in het kader van de SKAO CO2 prestatieladder hebben wij ons ten doel gesteld het aantal verbruikte kilometers van het wagenpark te verlagen met 1% in 2014. Daarnaast dient er minder CO2 uitstoot te zijn op het woon-‐ werk verkeer. Het mobiliteitsbeleid van Van Dalen B.V. zal zich in de toekomst dan ook voornamelijk richten op het beïnvloeden van de keuze van de medewerker. Daarnaast zullen wij intern de mogelijkheden bekijken om in het huidige woon-‐werkverkeer aanpassingen te doen waarbij milieuvriendelijke opties geboden worden. De keuzes die door alle betrokken partijen worden genomen met betrekking tot de energiedrager en vervoermiddel hebben invloed op de totale CO2 -‐emissie van de hele waardeketen. Indien alle partijen zich realiseren dat de keuze voor een milieuvriendelijke variant de beste is, zal de CO2 -‐emissie het laagste zijn. Als individu heeft de werknemer de keuze om alleen die partijen te selecteren die de milieuvriendelijke variant toepassen, inzicht in de verschillende partijen op de markt op basis van dit proces is daarvoor noodzakelijk om die keuze te kunnen maken. Van Dalen B.V. ziet het als haar taak om de medewerkers dit inzicht te bieden en hen te helpen een milieuverantwoordelijke keuze te maken. Wij zijn echter wel van mening dat het een privé aangelegenheid blijft, en wij onze medewerkers tot niets kunnen verplichten alleen stimuleren. Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 7
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
4. Woon-‐werkverkeer Eis: Aantoonbaar inzicht in de meest materiële emissies uit scope 3 middels 2 ketenanalyses. Voor het in kaart brengen van scope III emissies is gebruik gemaakt van de WBCSD/WRI GHG scope 3 standaard. In deze ketenanalyse zijn de scope III emissies in kaart gebracht voor het woon-‐werkverkeer. Er is uitgegaan van het jaar 2010. Van Dalen B.V. is een organisatie met 2 locaties in Huissen. De medewerkers die aan kantoor gebonden zijn dragen bij aan de Scope III emissies van door emissies bestaande uit woon-‐werkverkeer middels eigen auto’s, fiets en openbaar vervoer. Deze analyse is gemaakt aan de hand van een inventarisatie die heeft plaats gevonden binnen van Dalen. Voor woon-‐werkverkeer maken in 2010 45 medewerkers gebruik gemaakt van hun privéauto om naar het werk te komen en 19 medewerkers komt op de fiets. In de berekeningen is onderscheid gemaakt tussen privéauto’s en leaseauto’s, daar deze laatste is reeds meegenomen in de Scope I inventaris. Eventuele kilometers die gemaakt worden met eigen auto voor zakelijke kilometers zitten in scope II. 4.1 Herkomst data De CO2 -‐uitstoot verschilt per type auto en daarom is er gerekend met een gemiddelde CO2 -‐uitstoot, afkomstig uit het handboek van de CO2 -‐prestatieladder. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het personeelsbestand om te achterhalen wat het aantal kilometers is voor woon-‐werkverkeer. Bij het samenstellen van deze analyse is geen rekening gehouden met het type brandstof dat de medewerkers gebruiken. Wij hebben gekozen om te werken met een gemiddelde. 4.2 Bedrijfsauto’s Vanuit de CO2 -‐prestatieladder vallen bedrijfsauto’s onder scope I. Dit gebeurt op basis van brandstofverbruik in liters en per type brandstof (diesel, benzine of LPG) verkregen van de tankpas administratie. Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen zakelijke en privékilometers. In totaal betreft het 13 medewerkers die beschikken over een leaseauto’s. Hieronder is de ontwikkeling weergegeven inzake het aantal bedrijfsauto’s over de jaren 2010 tot en met de 2014. 2010 2011 2012 2013 2014 Aantal 13 13 10 8 7 bedrijfsauto’s
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 8
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
4.3 Eigen auto De woon-‐ werkkilometers van mensen met een eigen auto zijn achterhaald door middel van het personeelsbestand. Aan de hand van de afstand van het huisadres naar het kantoor, Veilingweg of Looveer, is in kaart gebracht wat de woon-‐werkverkeer kilometers zijn per medewerker. Vervolgens is het aantal werkbare dagen in kaart gebracht aan de hand van het aantal dagen per week, rekening houdend met eventuele ziekte en vakantiedagen. Omdat het brandstoftype onbekend is gaan wij uit van tabel E, blz. 67 van het handboek CO2 prestatieladder 2.0. 4.4 Fiets Daarnaast is gekeken naar het aantal collega’s dat met de fiets naar het werk komt. Er komen zowel in 2010 als 2011, 19 medewerkers fietsend naar het werk. Binnen Van Dalen B.V. hebben wij 3 “mooi-‐weer” fietsers. Deze hebben we niet meegenomen in de analyse. Iemand die alleen met de fiets naar het werk gaat, wordt hier niet meegeteld, omdat er geen sprake is van CO2-‐uitstoot. Fiets Aantal km. met de fiets
2010 19 40.359
2011 19 38.828
2012 18 40.986
2013 19 19.867
2014 19 0
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 9
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
5. Resultaten In 2010 maken 13 medewerkers gebruik van een leaseauto voor het woon-‐werkverkeer, reeds meegenomen in scope 1. Het aantal medewerkers dat met eigen auto naar het werk komt is 45 en 19 medewerkers maakten gebruik van de fiets. 5.1 Scope III – CO2 -‐uitstoot voor woon-‐werkverkeer De woon-‐ werkkilometers van mensen met een eigen auto zijn achterhaald door middel van het personeelsbestand. Aan de hand van de afstand van het huisadres naar het kantoor, Veilingweg of Looveer, is in kaart gebracht wat de woon-‐werkverkeer kilometers zijn per medewerker. Vervolgens is het aantal werkbare dagen in kaart gebracht aan de hand van het aantal dagen per week, rekening houdend met eventuele ziekte en vakantiedagen. In voorgaande is toegelicht hoe het woon-‐werkverkeer van Van Dalen B.V. eruit ziet. Binnen de scope III vallen de kilometers die gemaakt zijn met de eigen auto’s van de medewerkers voor woon-‐werkverkeer. Het gaat hier om een totaal van 151.441 kilometer gemaakt in 2010 door 45 auto’s. Het woon-‐ werkverkeer is verantwoordelijk voor 32 ton/CO2 km uitstoot. 5.2 Vergelijking Door verhuizingen en wijzigingen in het personeelsbestand hebben er wijzigingen plaatsgevonden in het aantal kilometers woon-‐werkverkeer. In de volgende tabel is de vergelijking van de jaren 2010 tot en met de 2014 weergegeven ten aanzien van het aantal medewerkers dat met de auto naar de zaak komt en het aantal gereden kilometers. Auto Aantal km. met de auto
2010 45 151.441
2011 44 135.385
2012 43 125.292
2013 32 62.114
2014 27 8.318
De ontwikkeling van de CO2-‐uitstoot over de genoemde jaren wordt in de onderstaande tabel weergegeven. CO2 equivalent (in ton)
2010 32
2011 28
2012 26
2013 13
1e helft 2014 2
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 10
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
6. Plan van Aanpak Het terugdringen van autokilometers is een van de meest lastige opgaven waar alle organisaties mee worstelen. Welke dwang of stimuleringsmaatregelen er vanuit de landelijke overheid ook wordt opgelegd, we reizen met zijn allen nog steeds veel en bij voorkeur in de auto. Van Dalen wil met behulp van een gebruikers enquête niet alleen een beeld krijgen van het wagenpark van alle werknemers, maar ook een beeld krijgen in de motieven waarom er gereisd wordt en waarom daar de auto als logisch vervoersmiddel wordt verkozen boven de alternatieven. Op basis van de terugkoppeling uit deze enquête kan Van Dalen BV nieuwe stimuleringsmaatregelen en oplossingen aanbieden ten einde het aantal autokilometers te reduceren. 6.1 Maatregelen woon-‐werk verkeer Binnen Van Dalen BV wordt er al langer nagedacht over de mogelijkheden betreft het reduceren van de emissie van woonwerk en zakelijk verkeer. Reductie van de CO2 emissie ten gevolge van woon-‐werk verkeer zal bereikt worden door een samenhang van strategieën. Deze is er ten eerste opgericht om het aantal vervoerskilometers te reduceren, vervolgens de nog resterende behoefte zo schoon mogelijk in te vullen om tenslotte extra focus te leggen op de meest verontreinigende transportmiddel, de auto. Deze drie stappen zijn als volgt gedefinieerd: 1. Reductie van de woon-‐ werk emissie; 2. Substitutie van vervoersmodaliteiten door schonere alternatieven; 3. Vergroening van de emissies veroorzaakt door het gebruik van de auto. 6.2 Het reduceren van de woon-‐werk emissie. De volgende maatregelen komen voort uit de strategie om de woonwerk emissie te reduceren. Deze maatregelen grijpen in op gedragsverandering, tenslotte is het voorkomen van reizen de beste reductie die er te behalen is. a. Het nieuwe werken Onder het nieuwe werken wordt verstaan het plaats-‐ en tijdonafhankelijk uitvoeren van kantoorwerkzaamheden. Op beide locaties, Looveer en Veilingweg, zijn werknemers belast met kantoorwerkzaamheden. De werkzaamheden die worden uitgevoerd op de locatie Looveer zijn gebonden aan een vast werkplek. De werknemers daar zullen dan ook niet in de gelegenheid zijn om op een andere plek hun werk uit te voeren. Voor een deel van onze medewerkers op de locatie Veilingweg is dit “Nieuwe werken”een mogelijkheid. Het is mogelijk om op een andere locatie in te loggen op het netwerk van Van Dalen B.V. Voor de werknemers die gericht zijn op de “buitendienst” zou dit een optie zijn. Voor de administratieve ondersteuning zullen de werknemers aanwezig moeten zijn op de locatie. Deze zijn ook te afhankelijk van diverse afdelingen en dienen direct over bepaalde informatie te kunnen beschikken. Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 11
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
Om "Het nieuwe werken" te stimuleren wil Van Dalen BV de mogelijkheden betreft “Het nieuwe werken” verder bestuderen. Om deze optie verder inzichtelijke te krijgen zullen de leidinggevende van de betreffende administratief medewerkers, per medewerker bekijken of hij/ zij hier qua taken voor in aanmerking kan komen . Daarnaast zal de systeembeheerder de mogelijkheden betreft de licenties en bevoegdheden bekijken. Actie: -‐ Leidinggevende Looveer -‐ Leidinggevende Veilingweg -‐ Systeembeheerder b. Gebruikers enquête medewerkers Het terugdringen van autokilometers is een van de meest lastige opgaven waar alle organisaties mee worstelen. Welke dwang of stimuleringsmaatregelen er vanuit de landelijke overheid ook wordt opgelegd, we reizen met zijn allen nog steeds veel en bij voorkeur in de auto. Van Dalen BV wil met behulp van een gebruikers enquête niet alleen een beeld krijgen van het wagenpark van alle Van Dalen BV , maar ook een beeld krijgen in de motieven waarom er gereisd wordt en waarom daar de auto als logisch vervoersmiddel wordt verkozen boven de alternatieven. Op basis van de terugkoppeling uit deze enquête kan Van Dalen BV nieuwe stimuleringsmaatregelen en oplossingen aanbieden ten einde het aantal autokilometers te reduceren. Actie: -‐ Medewerker P&O 6.3 Vervanging van de vervoersmogelijkheden door schonere alternatieven. Nadat het aantal kilometers met bovenstaande maatregelen is gereduceerd zullen de inspanningen van Van Dalen BV zich richten op het verschuiven van de gebruikersvoorkeur naar een schonere modaliteit, dan wel het optimaliseren van het gebruik van de bestaande modaliteit. De volgende maatregelen geven hier invulling aan: c. Vervoersplan kantoren Veilingweg en Looveer Door de beperkte mogelijkheden van het openbaar vervoer in en naar Huissen gaat Van Dalen BV met eigen maatregelen ervoor zorgen dat een positieve stimulans ontstaat voor het gebruik van het openbaar vervoer. Actie: -‐ Coördinator Arbo-‐ Veiligheid-‐ Milieu -‐ Medewerker P&O -‐ Medewerker Salarisadministratie
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 12
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
d. Het nieuwe rijden Van Dalen BV biedt medewerkers, zowel leaserijders als privérijders, de mogelijkheid om een cursus "Het nieuwe rijden" te volgen. De cursus wordt vergoed door Van Dalen BV. Door het rijden volgens de principes van Het nieuwe rijden kan een brandstofbesparing worden gerealiseerd van circa 10% (bron: www.hetnieuwerijden.nl). Actie: -‐ Medewerker P&O -‐ Medewerker Salarisadministratie e. Half jaarlijks initiatief om de banden van de auto's op spanning te brengen. Tijdens dit initiatief krijgen werknemers de mogelijkheid om de banden op spanning te brengen door een erkend bedrijf die met behulp van compressoren de autobanden weer op spanning brengt. Het blijkt dat veel leaserijders, maar ook de privérijders niet altijd even scherp zijn op dit punt van brandstofbesparing (en daarmee CO2-‐reductie). Dit initiatief is voor de leaserijders verplicht, de privérijders mogen zelf aangeven of zij van deze service gebruik willen maken. Om ervoor te zorgen dat dit door iedere werknemer ondersteund gaat worden, zullen wij de collega’s van ons wagenparkbeheer dit half jaarlijks laten uitvoeren. Middels een interne memo zullen wij iedereen attenderen op de mogelijkheid van het op spanning brengen van de banden. Met de juiste bandenspanning op weg bespaart 2% -‐ 5% op het brandstofverbruik (bron: Stichting De groene garage, www.bandopspanning.nl). Daarnaast voorkomt het bovenmatige slijtage van de banden en daarmee het ontstaan van fijnstof. Actie: -‐ Coördinator Arbo-‐ Veiligheid-‐ Milieu -‐ Medewerker Materieeldienst/ Werkplaats
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 13
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
g. voor de gemaakte reistijd Van Dalen BV zal de mogelijkheid bestuderen om een vergoeding te bieden aan de medewerker die langer dan 1,5 uur per dag op projectbasis dient te reizen. Reizen met openbaar vervoer heeft veelal de consequentie dat een langere reistijd nodig is. Door in de vergoeding positief onderscheidt te maken naar reistijden per openbaar vervoer, gaat er een positieve stimulans uit naar het gebruik van openbaar vervoer. De mate waarin deze regeling een positief effect heeft op het gedrag van de medewerker wordt onderzocht via een medewerkers enquête. Actie: -‐ Directie h. Fietsplan Medewerkers die (gedeeltelijk) met de fiets naar het werk komen kunnen gebruik maken van de "Fietsregeling´. Met deze regeling is het mogelijk om fiscaal voordeling een fiets, fietsverzekering en fietsbonnen (tegoed bonnen voor fiets accessoires) aan te schaffen. Deze regeling staat zowel open voor medewerkers die de gehele woon-‐werk afstand met de fiets afleggen maar ook voor medewerkers die maar een gedeelte van de afstand met de fiets afleggen. Met deze regeling is het ook mogelijk dat medewerkers die gedeeltelijk fietsen en gedeeltelijk met het openbaar vervoer reizen kunnen deelnemen aan de Fietsregeling. Dit is een fiscale regeling voor de collega's met eigen auto. Leaserijders vallen hier niet onder. Actie: -‐ Coördinator Arbo-‐ Veiligheid-‐ Milieu -‐ Medewerker P&O -‐ Medewerker Salarisadministratie
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 14
Ketenanalyse I Woon -‐ werkverkeer
6.4 Wijze van rapportage Van Dalen B.V. heeft de doelstelling om eind 2014 de CO2 -‐uitstoot voor woon-‐ werk verkeer met 1% terug te dringen ten opzichte van 2010. De terugkoppeling van de uitgezeten actie zal zijn naar de Coördinator Arbo-‐ Veiligheid-‐ Milieu. Tijdens de halfjaarlijkse tussenstand worden de resultaten van de maatregelen en de stand van zaken van het uitvoeren van de maatregelen gecommuniceerd. De opzet van het energiemanagement programma is dusdanig dat continue monitoren mogelijk is. De beoordeling van de tussenstand en het daarop anticiperen zal een samenspraak zijn tussen de directie en de Coördinator Arbo-‐ Veiligheid-‐ Milieu. De zullen door de coördinator worden opgepakt.
Van Dalen B.V. zal zich de komende jaren bezighouden met de reductie van de uitstoot CO2. Er zal projectmatig bekeken worden welke actie te ondernemen zijn. Dit zou kunnen betekenen dat om economische reden een aantal acties pas op latere termijn opgepakt zullen worden.
Ketenanalyse scope III Van Dalen B.V.
Pagina 15