Ketenanalyse Grit 4A.1 CO2-Prestatieladder
Ketenanalyse Brandstofverbruikers 4A.1 CO2-Prestatieladder
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ....................................................................................................................................................................4 1.
ACHTERGROND KETENANALYSE BRANDSTOFVERBRUIKERS ......................................................................... 5 CO2-prestatieladder ........................................................................................................................................................ 5 Niveaus & Scopes ........................................................................................................................................................... 6 1.2.1 Scopes .................................................................................................................................................................. 6 1.2.2 Niveaus................................................................................................................................................................. 6 1.3............................................................................................................................................................................................. 7 Opdracht .................................................................................................................................................................................. 7 1.4 Doelstelling ........................................................................................................................................................... 7 1.5 Analyse en opvolging ...................................................................................................................................................... 7 1.6 Opbouw.......................................................................................................................................................................... 8 1.1 1.2
2.
ONDERWERP BEPALING ................................................................................................................................... 9
3.
ONDERZOEK .................................................................................................................................................... 10
3.1.
KETEN BRANDSTOFVERBRUIKERS ................................................................................................................ 10
3.1.1.
INKOOP ........................................................................................................................................................ 10
3.1.2.
GEBRUIK EN MOGELIJKE AANPASSING HUIDIG MATERIEEL ........................................................................... 11
3.1.3.
GEBRUIK EN VERBRUIK (HNR) ....................................................................................................................... 11
3.1.4.
HERGEBRUIK, EEN TWEEDE VENKO LEVEN ................................................................................................... 11
3.1.5.
KETENSAMENWERKING EN MONITORING..................................................................................................... 11
4.
PILOTTEST ...................................................................................................................................................... 13
4.1
WERKWIJZE ...................................................................................................................................................... 13
4.2
EERSTE RESULTATEN........................................................................................................................................ 14
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 6.
CO2-EMISSIEANALYSE ................................................................................................................................... 16 Nog te verzamelen gegevens ........................................................................................................................................ 16 Nulsituatie – Referentiejaar........................................................................................................................................... 16 Alternatieve brandstof ................................................................................................................................................... 17 Aandeel brandstofverbruiken scope 3 ........................................................................................................................... 17 Reductiedoelstelling ..................................................................................................................................................... 18 Vaststelling reductieresultaten ..................................................................................................................................... 18 Reductiemaatregelen ................................................................................................................................................... 18 CONCLUSIE ................................................................................................................................................ 18
BIBLIOGRAFIE ............................................................................................................................................................ 19 BIJLAGEN ................................................................................................................................................................... 20 A. Brandstofverbruikers binnen Venko Groep ......................................................................................................................... 20 B. Vergelijking type brandstoffen. .......................................................................................................................................... 21 B. Emissiefactoren ................................................................................................................................................................. 22
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 2
Autorisatie en documentbeheer Autorisatie Opgesteld
Naam Ronnie Smeltink
Functie HSE-manager
Vrijgegeven
Olaf Smale
QA/QC manager
Document historie Revisie 0.1 0.2
Venko Groep B.V
Datum 23.07.2015
Status Concept Definitief
Paraaf
Datum 23.07.2015 17.08.2015
Toelichting Geheel herzien
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 3
INLEIDING De directie van Venko heeft als doelstelling aangegeven ten opzichte van 2010 in 2018 20% te willen bezuinigen op energie, brandstof en CO2 emissies. Een missie, die past in het kader van de CO2-Prestatieladder, in welk verband Venko zich ook inzet voor verbeteringen in de voortbrengingsketen en binnen de branche met betrekking tot MVO en duurzaamheid. Venko’s bedrijfsvoering richt zich hoofdzakelijk op stralen en coaten van grote metalen oppervlaktes, zoals van spoor- en verkeersbruggen, boorplatforms en sluizen. Een zeer arbeidsintensief proces. Daarbij werkt Venko intensief samen met haar leveranciers en onderaannemers. Daarbij zijn verf en grit de belangrijkste grondstoffen en compressoren en voertuigen de belangrijke bedrijfsmiddelen . Tijdens de in maart 2014 gehouden KAM dagen is door het personeel aangegeven, dat een belangrijk deel van de besparingen te realiseren is met een efficiëntere planning en inzet van compressoren en van de voertuigen, van en naar projecten en Venko werklocaties en het gebruik van verf en grit. Daarmee zijn naar de beleving van de medewerkers de belangrijkste CO2 emissiebronnen benoemd, die direct door Venko beïnvloed kunnen worden: de inzet van compressoren en voertuigen en het gebruik van verven en grit. In de analyse naar de scope 3 emissies is deze zienswijze op objectieve wijze bevestigd, in die zin, dat de genoemde bronnen een belangrijk aandeel blijken te hebben in de scope 3 CO2 emissies, zowel upstream, als downstream. In dit rapport wordt ingegaan op de CO2 emissies, die in de keten van brandstofverbruikers wordt veroorzaakt. In verband met de complexiteit van de keten wordt in deze analyse ingegaan op het onderdeel, brandstofverbruik beïnvloed door (rij)gedrag en benutting van technische middelen tijdens gebruik en de mogelijkheden om daarbinnen CO2 reducties te kunnen realiseren. In verband met de directe beïnvloedbaarheid en uitvoering van het onderzoek richt deze zich op de eigen middelen van Venko. De resultaten zullen naast effecten op scope 1 emissies vooral van grote invloed zijn op de scope 3 emissies.
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 4
1.
Achtergrond ketenanalyse brandstofverbruikers
Het verbruik van brandstof is de grootste veroorzaker van CO2 emissies binnen de voortbrengingsketen van Venko, zowel upstream, als downstream. Daar Venko veel gebruik maakt van onderaannemers, die dezelfde, althans vergelijkbare werkzaamheden uitvoeren, kan door Venko ook indirect invloed worden uitgeoefend op door Venko in opdracht gegeven activiteiten en op de daarmee geproduceerde scope 3 CO2 emissies. Door op deze hoofdprocessen analyses uit te voeren zal Venko de belangrijkste CO2 emissies kunnen terugdringen. Door het leermoment van deze analyses ook over te brengen op de onderaannemers zullen ook deze kunnen worden bewogen actief aan emissie reducties te werken. Voor het meetbaar maken van de actuele situatie en het (kunnen) monitoren van de voortgang en de effecten van de maatregelen zal gemeten moeten worden. Door de doelstellingen en de resultaten te vertalen naar kern prestatie indicatoren (KPI’s) kan de voortgang worden vastgesteld en getoetst aan op te stellen doelen. Daarmee zal niet alleen een invulling gegeven kunnen worden aan de bedoeling van de CO2 prestatieladder, maar zullen tevens efficiënties en kostenbesparingen kunnen worden gerealiseerd. 1.1 CO2-prestatieladder De CO2-Prestatieladder is een instrument dat bedrijven helpt bij het reduceren van CO2. Binnen de bedrijfsvoering, in projecten ´en in de keten kan nog veel winst worden behaald in energiebesparing, door het efficiënt gebruik van materialen en duurzame energie. De CO2-Prestatieladder is daarvoor een doeltreffend instrument. Dagelijks bewijst de CO2-Prestatieladder zijn waarde voor steeds meer sectoren in het bedrijfsleven. De website van SKAO geeft u meer inzicht in de gedachte achter de CO2-Prestatieladder. Bij de ontwikkeling van de CO2-Prestatieladder is gekozen voor twee belangrijke uitgangspunten: ► ► ►
maximale gerichtheid op eigen initiatief, praktische resultaten en innovatie; minimale belasting en belemmering van de onderneming door regels en voorschriften; bevordering van optimalisaties door het stimuleren van maatregelen in de voortbrengingsketen.
De ladder werkt daarom niet met regelgeving voor productiemethoden of productvoorschriften, maar schept ruimte voor creativiteit en vernieuwing van bedrijfsvoering en product. De ambitie is dat bedrijven die zich laten certificeren volgens de ladder dit zullen ervaren als een investering die zich onmiddellijk terugverdient in termen van lagere energiekosten, materiaalbesparing en innovatiewinst. Het doel van de ladder is (1) bedrijven te stimuleren om de eigen CO2-uitstoot, en die van hun leveranciers, te kennen en (2) permanent te zoeken naar nieuwe mogelijkheden om de uitstoot als gevolg van de eigen bedrijfsvoering en de eigen projecten terug te dringen. De ladder stimuleert bedrijven vervolgens om (3) die maatregelen daadwerkelijk uit te voeren en bovendien (4) de verworven kennis transparant te delen en (5) samen met collega´s, kennisinstellingen, maatschappelijke partijen en overheden actief te zoeken naar mogelijkheden om de uitstoot gezamenlijk verder terug te dringen. De CO2-Prestatieladder stimuleert de ambitie bij bedrijven om actief CO2te reduceren met behulp van fictieve gunning bij een aanbesteding. Het instrument wordt door opdrachtgevers en opdrachtnemers gebruikt bij aanbestedingen. Het basisprincipe van de ladder is dat inspanningen van bedrijven worden gehonoreerd. Een hogere score op de ladder wordt beloond met een concreet voordeel in het aanbestedingsproces, in de vorm van een fictieve korting op de inschrijfprijs. De trede die een bedrijf heeft bereikt op de CO2-Prestatieladder vertaalt zich in een
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 5
gunningvoordeel. Hoe hoger de trede of het niveau op het certificaat, hoe meer voordeel het bedrijf krijgt bij de gunningafweging. De aanbestedende organisatie bepaalt het gunningvoordeel per niveau van de ladder.
1.2 Niveaus & Scopes Bedrijven kunnen zich laten certificeren voor vijf verschillende niveaus, oplopend van 1 (minimale) tot 5 (maximale CO2-transparantie en reductieambities). Deze niveaus zijn gebaseerd op de Scopes, welke worden beschreven in het GHG-protocol. (World Resources Institute (WRI) and the World Business Council for Sustainable Development (WBCSD), 2011). 1.2.1 Scopes SCOPE 1: Alle directe emissies (i.e. brandstoffen van eigen materiaal en voertuigen). SCOPE 2: Direct beïnvloedbare indirecte emissies (i.e. elektriciteit, gedeclareerde kilometers, vlieguren). SCOPE 3: Lastiger beïnvloedbare indirecte emissies (i.e. emissies uitgestoten bij productie van materiaal en grondstoffen, woon-werkverkeer, transportemissies etc.) Meer informatie hierover is te vinden in het Handboek van de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen. Deze is gepubliceerd op www.skao.nl. 1.2.2 Niveaus In dit deel worden de verschillende niveaus verder uitgelegd. Deze tekst is ook te vinden in het inmiddels recent uitgegeven nieuwe Handboek CO2-Prestatieladder versie 3.0. (opvolger van versie 2.2.) Niveau 1, 2 en 3: Het eigen CO2-huis op orde Deze eerste niveaus van de ladder leiden tot de ‘carbon footprint’ (scope 1 en 2) van het bedrijf. In deze stappen zijn projecten gedefinieerd met reductiedoelstellingen en is er een eerste stap gemaakt in de nodige interne en externe communicatie en een actieve rol in de sector of keten. Een gedeelte van de footprint is gebaseerd op onderzoek inzake eigen energieverbruik met daarop gerichte haalbare doelstellingen voor reducties. Met name op niveau 3 en hoger is het extern communiceren een vereiste voor een doeltreffende werking van de ladder binnen de sector en daarbuiten. De blijvende toegankelijkheid van de gepubliceerde informatie verdient expliciete aandacht.
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 6
Niveau 4: Samen met en voor de sector en/of branche In aanvulling op het inzicht dat is verkregen op niveau 3 en de lagere tredes, waarin scope 1 en 2 emissies gedefinieerd en gemeten zijn, worden op niveau 4 ook scope 3 emissies betrokken. Het karakteristieke van niveau 4 zit hem er in dat de organisatie actief streeft naar ketengerichte innovaties gericht op CO 2-bewust handelen en reductie van de indirecte, scope 3 gerelateerde emissies. De doelstelling is dat op basis van de waardeketengedachte op een manier wordt samen gewerkt, waarop nieuwe kennis en inzichten worden ontwikkeld en gedeeld. Niveau 5: Op maatschappelijk (landelijk) niveau Met name op dit niveau krijgen de CO2-prestaties een maatschappelijke betekenis: eigen aanbieders doen mee, er is publiekelijk commitment, een samenwerking met GO en/of NGO wordt aangegaan, bovendien het bereiken van gestelde doelen is in deze stap belangrijk. 1.3 Opdracht Venko bezit, anno 2014, het certificaat CO2-Prestatieladderniveau 3 en heeft de ambitie om in 2015 op te schalen naar niveau 5. Hiervoor moet Venko aantonen inzicht te hebben in haar Scope-3 emissies en daarin emissie reductie initiatieven nemen. Venko zal conform de voorschriften van de CO2-Prestatieladder uit de belangrijkste emissiebronnen moeten kiezen om een ketenanalyse van te doen. De meest materiële emissies zijn bepaald in de analyse van meest materiële scope 3 emissies, waarvoor de gevolgde methodiek is beschreven in het SKAO handboek versie 3.0. Deze emissies worden inmiddels meegenomen in de halfjaarlijkse rapportages over CO2 emissies. Zoals in het analyse document beschreven is er door Venko voor gekozen om een ketenanalyse uit te voeren naar de emissies, die veroorzaakt worden door en met brandstofverbruikers: de aankoop en inzet van voertuigen en compressoren. De inzet van voertuigen en compressoren hebben namelijk een zeer groot aandeel in de uitgestoten CO2 emissies, zowel door de aankoop van deze kapitale goederen als in het gebruik Dit rapport zal zich in eerste instantie richten op de aankoop en inzet van voertuigen, met name de busjes, die door Venko worden ingezet voor het transport van personeel van en naar projecten en meer specifiek naar de technische voorzieningen aan de brandstofmotor en de invloed van een toevoeging aan de motor . Waar mogelijk zal daarbij ook gekeken worden naar het (rij)gedrag. De keuze voor deze specifieke thema’s is daarom interessant, omdat de resultaten niet alleen van invloed zullen zijn op de CO2 emissies van de voertuigen, maar hoogstwaarschijnlijk ook voor de diesel aangedreven compressoren. 1.4 Doelstelling De doelstelling van deze analyse opdracht is in eerste instantie om inzicht te krijgen in alle relevante stappen in de keten en per stap in de keten en over alle stappen in de gehele keten te bepalen, of en waar besparingen realiseerbaar zijn in termen van CO2 emissies. Daarmee wordt een voorzet gegeven voor een langduriger en integraal onderzoek naar reductiemogelijkheden in de gehele keten. In het kader van een eerste stap zal het effect worden onderzocht van het gebruik van een toevoeging, Longbridge, en een technische aanpassing aan de motor op het verbruik en daarmee de CO2 emissies tijdens de inzet. 1.5 Analyse en opvolging Uiteraard kunnen beslissingen alleen gepaard gaan met een gelijktijdige bepaling van de gerelateerde kosten. Immers te allen tijde zal door het management een kosten baten afweging moeten kunnen worden gemaakt in termen van CO2 reducties enerzijds en de investeringen resp. kostenbesparingen anderzijds. Daarom zal worden onderzocht wat mogelijke effecten van de gekozen oplossingen zijn en hoe deze besparingen gerealiseerd kunnen worden, resp. wat er nog aan informatie noodzakelijk is om tot een goede kosten-baten Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 7
afweging te komen. Na in kaart brengen van de huidige stand zullen vervolgens aan de hand van deze analyse verschillende oplossingen worden aangedragen. Op basis van de resultaten kunnen concrete en haalbaar geachte doelstellingen worden bepaald en zal een plan van aanpak moeten worden opgesteld om deze te bereiken. 1.6 Opbouw In de hieronder volgende rapportage zal eerst een algemene beschrijving van de gehele keten van de keuze en aanschaf van de middelen tot en met gebruik, hergebruik en verwijdering uit de keten worden beschreven. Daarmee wordt ook de complexiteit van de gehele keten in kaart gebracht. De in de gehele keten veroorzaakte CO2 emissies worden namelijk niet alleen veroorzaakt en beïnvloed door de keuze en de planning van het type middel upstream, maar ook door het gebruik en inzet downstream. Beslissingen hebben integraal invloed op elkaar en zullen in de loop van de tijd steeds beter ten opzichte van elkaar in beeld worden gebracht. Daarmee wordt inzicht ontwikkeld en een basis gelegd voor een integrale ketenbenadering. En kunnen te onderzoeken thema’s voor volgende stappen in de keten worden bepaald. Daarna zal specifieker worden ingegaan op de specifieke aspecten, die zijn worden onderzocht en op de wijze waarop daarmee in de toekomst besparingen in CO2 emissie resp. in operationele kosten bereikt kunnen worden. Op basis van de onderzoeksresultaten zal een reductiedoelstelling en een daaraan gekoppeld plan van aanpak worden bepaald. Het resultaat zal worden gebruikt voor beslissingen over toekomstig inzet en gebruik en volgende te onderzoeken thema’s binnen de keten.
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 8
2.
Onderwerp bepaling
De aankoop en inzet van de transportmiddelen, met name de busjes nemen niet alleen naar inkoopvolume, maar later in het proces ook naar de inzet een van de grootste volumes voor hun rekening. Dat betreft kosten, maar dat betreft ook de embedded en tijdens het gebruik veroorzaakte CO2 emissies, upstream. Voorzover de embedded emissies van de ingekochte voertuigen nog niet expliciet door de leveranciers konden worden vastgesteld en aangegeven, is uitgegaan van min of meer vergelijkbare voertuigen. En zeker downstream levert de inzet van de voertuigen zeer hoge CO2 emissies op, zoals blijkt uit onderstaand diagram. Aangenomen mag worden, dat grotere voertuigen, busjes en vans, in de productieketen hogere CO2 emissies veroorzaken als kleinere voertuigen. Bovendien zullen kleinere voertuigen in het gebruik minder emissies veroorzaken.
Figuur 1: Omzetverdeling, rechts de verdeling Om te bepalen wat de consequenties zijn voor het milieu van de inzet en het gebruik van de verschillende soorten voertuigen zullen naast bezettingsgraden ook de directe en indirecte CO2 emissies en de relevante conversiefactoren bekend moeten zijn. Tijdens het vooronderzoek naar deze bezettingsgraden en de emissies en conversiefactoren zijn vele verschillende getallen naar voren gekomen maar vaak zonder, of met een onvolledige, onderbouwing. Daarnaast verschillen de waardes zo veel dat ze erg onbetrouwbaar overkomen. Kijkend naar de Al deze overwegingen meegenomen is besloten een ketenanalyse naar de inkoop en inzet de door Venko aangekochte transportbusjes te starten. Door een betere planning kunnen kleinere voertuigen worden ingezet of kan een hogere bezettingsgraad worden gerealiseerd, waardoor minder voertuigen kunnen worden ingezet. Daarnaast kan er voor worden gekozen voertuigen niet in eigendom te nemen, maar alleen in te zetten, te huren of leasen, als deze nodig zijn. Daarnaast kunnen de chauffeurs worden opgeleid en getraind in het zuinig en effectief besturen van de voertuigen. Tot slot kan voor voertuigen worden gekozen, die op basis van type voertuig zuiniger zijn en/of minder CO2 emissies veroorzaken. Tot slot kan aan de gebruikte brandstoffen of het motorsysteem producten worden toegevoegd, die leiden tot een zuiniger voortdrijving. Dit maakt het erg interessant. In deze ketenanalyse wordt van de meest gebruikte soorten grit bepaald wat de conversiefactor is.
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 9
3.
Onderzoek
In eerste instantie zal onderstaand de keten van productie tot en met het uit het verkeer verwijderen van de voertuigen worden beschreven. Dit wordt gedaan aan de hand van een processchema. Daarna zal voor elke afzonderlijke stap worden bepaald wat de gerelateerde footprint is, hoe deze kan worden vastgesteld, of wat de eventuele gevolgen zijn van de alternatieve keuzes. Om dat te bereiken zal moeten worden samengewerkt met de resp. leveranciers, de planners en met de gebruikers van de voertuigen. Vervolgens zullen de mogelijkheden worden beschreven, wat eventuele consequenties zijn van de alternatieven per stap en de mogelijke consequenties over de gehele keten. Als laatste zullen de alternatieven worden beschreven, de verbeteringen gericht op reducties en de daarvoor benodigde acties. Om sub optimalisaties te voorkomen zullen in de loop van de tijd aan alle stappen in de keten CO2-waarden toe moeten worden gekend. 3.1. Keten Brandstofverbruikers Om te kijken waar er winst, CO2 reducties- en kostenreducties, te behalen is binnen Venko moet er naar de hele keten gekeken worden. Hier zijn vier verschillende onderdelen te onderscheiden:
-
Inkoop, keuze van soort en type materiaal Gebruik en mogelijke aanpassingen huidig materiaal Planning, verbruik en gebruik tijdens de werkzaamheden Hergebruik Verwijdering uit de keten, recycling.
Venko werkt met twee leveranciers voor de inkoop van voertuigen, Garagebedrijf Richard Thalen uit Hoogeveen als directe leverancier van de bedrijfsvoertuigen (personenbussen) en Broekhuis Lease als leasemaatschappij voor de personenauto’s. Van deze twee neemt Thalen omzet technisch gezien en qua hoeveelheid voertuigen het grootste deel voor de rekening, tevens uitgaand van het gegeven, dat ook in de loop van de tijd door Thalen voortdurend nieuwe voertuigen zijn geleverd. Daardoor is het interessant om in afstemming met Thalen een onderzoek te doen naar de levering van alternatieve voertuigen resp. het toepassen van alternatieve technieken op de voertuigen om emissies terug te dringen. Om die reden is er voor gekozen om Thalen bij de ketenanalyse te betrekken. 3.1.1. Inkoop Type en soort van ingekochte middelen is upstream van invloed op de embedded CO2, maar zal downstream grote invloed hebben op de CO2 emissies tijdens het verbruik. Venko bestelt bij Thalen regelmatig voertuigen. In samenwerking met Thalen zal de vraag naar de specifieke gebruikerseisen concreter moeten worden beantwoord. Op basis van de inzet van de huidige materialen zal met verschillende stakeholders (e.g. leveranciers en gebruikers) binnen de keten moeten worden vastgesteld wat de gebruikerseisen zijn. Daarmee kunnen inkoop criteria worden vastgesteld, die in de toekomst de keuzes bepalen. Wat is de behoefte van Venko en welke levermogelijkheden heeft Thalen: in termen van koop of lease, maar ook wat betreft type en grootte van het voertuig, soort brandstof, en ingezette voortdrijvingstechniek en wat zijn de consequenties van de keuzes voor het onderhoud. Dat alles in relatie tot duur, soort gebruik en CO2 emissies. Venko beschikt over veel datamateriaal, maar nog onvoldoende over afgewogen informatie om op basis daarvan de beslissingen integraal op consequenties in de keten af te kunnen wegen.
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 10
Door gedurende de gebruiksperiode de consequenties in termen van verbruiken, emissies en kosten te registreren en evalueren kunnen toekomstige beslissingen nader worden onderbouwd en vervolgonderzoeksvragen worden bepaald. 3.1.2. Gebruik en mogelijke aanpassing huidig materieel Binnen dit gebied valt te denken aan het toepassen van verschillende technieken, waarmee op het verbruik gereduceerd kan worden. Dit betekent aan de ene kant kijken naar een goede planning en de inzet van de juiste materialen per project, per gebruiks/transport vraag. Dit heeft consequenties op verbruiken, maar ook op het onderhoud, resp. op de levensduur van de voertuigen. Effectief betekent dit kijken naar :
-
Betere planning (kleiner materiaal, indien mogelijk) Opleiding en instructie voor medewerkers vooraf Gebruik technische aanpassingen, zoals “tuning” of Inzet toevoegingen, zoals Longbridge – Longbridge. Gebruik bio brandstoffen, zoals Biosmart en Biopower. Vaststellen van alternatieve oplossingen voor toekomst o Kleiner materiaal aanschaffen bij vervanging o Van brandstof naar elektrisch aangedreven materialen
In het kader van deze ketenanalyse zal op dit onderdeel nader onderzoek worden gedaan. Het betreft een eerste praktisch onderzoek naar de invloed van een additief ten opzichte van een technische aanpassing. Deze zijn vergeleken met een conventionele werkwijze. Zie hoofdstuk 5 Pilottest 3.1.3. Gebruik en verbruik (HNR) Rijgedrag van de chauffeur in relatie tot type en soort voertuig - Tijdens werkzaamheden verlaging onderhoud, verbetering verbruik o Betere planning (hogere bezettingsgraad/relatief minder voertuigkilometers) en materiaal dat (beter/zuiniger) past bij de vraag o Meer gebruik van (groene) stroom en groene energie o Toolbox / voorlichting o Monitoring en rapportage (inclusief terugkoppeling aan gebruikers) o Efficient gebruik 3.1.4. Hergebruik, een tweede Venko leven Inzet van de voertuigen op projectlocaties, na een “eerste leven”. Ten opzichte van inruil van voertuigen. - Downstream verwijdering uit de keten, o Hergebruik mogelijkheden o Inruil resp. downcycling Anders 3.1.5. Ketensamenwerking en monitoring Zoals al aangegeven in elke stap van de keten kan er winst worden behaald. Als deze onafhankelijk van elkaar worden onderzocht ontstaan suboptimalisaties. Binnen de keten van Venko is het dus belangrijk dat het met verschillende ketenparters zoals leveranciers (e.g.Thalen), leasebedrijven en brandstofleveranciers samen werkt om integraal tot betere oplossingen te komen.
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 11
Keten Brandstofverbruikers
- Tuning - gebruikseisen Inkoop
- beschikbare middelen - Vervanging vs Vernieuwing
- Toevoegingen in brandsof Materialen - Biobrandstof in house - Elektrische auto's
Tijdens Werkzaamheden
- Toepassing nieuwe rijden - Netstroom - Toolbox
- Alternatief gebruik van Hergebruik middelen - inruil en downcycling
Voor bepaling van de te kiezen koers is de vaststelling van de uitgangspositie essentieel: als je ergens heen wilt, is het van belang exact te weten, waar je staat en wat de mogelijkheden en consequenties zijn voor het bepalen van de juiste route. Het maken van een (CO2-)nulmeting van de gehele keten geeft zo’n eerste beeld. Om de effecten van ingezette maatregelen te kunnen registreren en evalueren is een goede monitoring essentieel. Daarom zijn van de volgende stappen de meetbare (verbruiks)gegevens (KPI’s) relevant en zullen deze moeten worden vastgesteld en opgevolgd. - Embedded emissies bij aankoop, - Efficiency en effectiviteit tijdens gebruik, - Verbruiken - Onderhoud - Levensduur - Herinzet - Verwijdering KPI’s die voor Venko relevant zijn om consequenties van aanschaf en inzet te bepalen zijn in onderstaande matrix opgenomen. De data zijn er veelal voor beschikbaar, maar het is nog niet mogelijk daar een integrale analyse mee uit te kunnen voeren. In het kader van het onderhavige onderzoek en de toekomstige onderzoeken wordt aan een efficiënte(re) verzameling en verwerking van de betreffende gegevens gewerkt. 1
Algemeen Algemeen
KPI’s KPI 1: Reductie in absolute hoeveelheid brandstofverbruik KPI 2: Reductie in absoluut gereden aantal kilometers KPI 3: Reductie in kosten per kilometer (verbruik en onderhoudskosten)
2
Het nieuwe rijden
KPI 4: Aantal kilometers per liter
3
Inzet/type voertuigen Technische optimalisaties
KPI 5: Aantal kilometers per voertuig per jaar + bezettingsgraad
4
Venko Groep B.V
KPI 6: Aantal kilometers per liter KPI 7: Onderhoudskosten per voertuig KPI 8: Onderhoudskosten per kilometer
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 12
4.
Pilottest
Zoals aangegeven is als eerste onderzoek binnen de keten een onderzoek gedaan naar het brandstofverbruik en de effecten van de inzet van een additief ten opzichte van een technische aanpassing en in vergelijk met de conventionele toepassing. Daarbij is de overweging meegenomen, dat met de test die is uitgevoerd in eerste instantie de scope 1 emissies kunnen worden beïnvloed. Echter door de gekozen werkwijze kunnen de tests in eigen beheer worden uitgevoerd, daar gebruik kan worden gemaakt van eigen middelen. Als de resultaten van de tests daartoe voldoende aanleiding geven, zullen deze worden meegenomen in de inzet van de overige brandstofmotoren, zoals de ingezette compressoren en de materialen van en door derden. De impact van de beïnvloeding van deze emissies wordt duidelijk met het overzicht in paragraaf 5.4 (Aandeel brandstofverbruiken scope 3 ) Een belangrijk proces, dat met dit onderzoek tevens in gang wordt gezet is het genereren van de vereiste data voor verdergaande onderzoeken in de keten van inzet van voertuigen en compressoren. Tijdens het onderzoek is ook zicht verkregen op alternatieve brandstoffen. De inzet daarvan kan ook een belangrijke factor zijn op de CO2 emissies in de keten en zal in het vervolg van het onderzoek worden meegenomen. 4.1 Werkwijze Er is een pilottest uitgevoerd met 15 door Venko aangeschafte voertuigen. Deze zijn in 3 verschillende groepen onderverdeeld. Simpelweg bestaat de test uit het monitoren/vergelijken van de effecten van twee soorten technische maatregelen ten opzichte van een standaard voertuig. Hiertoe worden 10 van de 15 nieuwe personenbussen voorzien van technische maatregelen en vergeleken met 5 soortgelijke voertuigen zonder aanpassingen. De voertuigen worden willekeurig ingezet binnen het wagenpark van Venko op de wijze zoals dat normaal ook gebeurd. De voertuigen met aanpassingen zijn niet als zo danig herkenbaar voor de berijder. De technische maatregelen bestaan uit chiptuning (plaatsing tuningskastje op motormanagement) en op nanotechnologie gebaseerde toevoegingen aan de motorolie. Over het doorvoeren van de technische aanpassingen en de opzet van het praktijkonderzoek is intensief samen gewerkt met de betrokken ketenpartners: Venko Materieelbeheer als koper/eigenaar en verhuurder van de bussen aan de overige werkmaatschappijen van Venko Citroen dealer Richard Thalen te Hoogeveen als leverancier van de voertuigen (15 keer Citroen Jumper 81kW met Euro 6 dieselmotor, geselecteerd naar uitgebreide marktverkenning en mede als voertuig met laagste CO2 uitstoot per km) en partij die het onderhoud uitvoert tegen vastgestelde tarieven per verreden km. Citroen Nederland als importeur van de voertuigen en verstrekker van de garantie namens de fabrikant Garage Jansen te Drijber als leverancier/inbouwer van de chiptuningskastjes Longbridge als leverancier van de Nanofit motorolie toevoeging. Hogeschool Arnhem-Nijmegen afdeling voertuigtechniek voor ondersteuning en advies. E.e.a. is (en wordt) gefaciliteerd door de Duurzaamheidscommissie van Venko. In het voortraject is uitgebreid gesproken met alle betrokken partijen over de opzet van de praktijkproef, de consequenties voor het onderhoudsschema en kosten en de consequenties voor de garantie. Tevens is gesproken over eventuele nadelige effecten voor de gezondheid als gevolg van nano-deeltjes.
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 13
Door de directie van Venko is budget vrijgemaakt voor het uitvoeren van dit onderzoek. De benodigde Out of Pocket-investering is relatief beperkt (aanschaf/inbouw chiptuningkastjes (± € 2500,-) en Longbridge motorolie toevoeging (€ 250,00). Daarnaast tijdsbesteding door de verschillende betrokken partijen, waarvan de kosten van de inzet door elke partij zelf gedragen worden. De testopzet was als volgt: Groep 1: Neutraal. De eerste groep van 5 auto’s heeft geen toevoegingen in de brandstof en hebben geen technologische veranderingen aan de auto. Groep 2: Longbridge. De tweede groep heeft een auto meegekregen die met Longbridge olie is gevuld. Longbridge is een toevoeging aan de motorolie, gebaseerd op nanotechnologie, die de wrijving vermindert tussen de metalen delen in een motorblok. Minder wrijving in het motorblok zorgt voor een lager brandstofverbruik en voor minder slijtage. Doordat er een betere verbranding plaats vindt, wordt de schadelijke uitstoot sterk verminderd. (Longbridge Trading, 2015) Groep 3: Tuning. De derde groep heeft een auto meegekregen die is getuned zodat deze zo optimaal mogelijk werkt. De voertuigen zijn in augustus 2014 aangeschaft. Gedurende de afgelopen periode zijn de verbruiken geregistreerd en is gekeken naar het rijgedrag van de betrokken chauffeurs. Een wetenschappelijk verantwoorde analyse is niet mogelijk, daarvoor zouden de tests onder laboratorium omstandigheden uitgevoerd moeten worden. 4.2 Eerste resultaten De eerste uitkomsten van de vergelijkingen: “Neutraal”, “Longbridge”, “Tuning” zijn in Bijlage A gepresenteerd voor de drie verschillende groepen en de prestaties die per auto zijn geleverd. In onderstaande tabel is het gemiddeld verbruik per groep en de vergelijking ten opzichte van de andere groepen weergegeven.
Besparing tov neutraal Gem. Verbruik km/l (zonder hoogste en laagste)
Zonder Toevoegingen
Neutraal
Longbridge Tuning
9,949
0,00%
-3,31%
6,73%
Longbridge - Longbridge
10,279
3,31%
0,00%
-3,31%
Tuning
10,619
6,73%
3,31%
0,00%
De eerste resultaten laten zien dat tuning een duidelijke voordeel van 6,7% oplevert ten opzichte van de controlegroep zonder toevoegingen. Met de toevoeging Longbridge is er gemiddeld 3% meer kilometers gereden. De resultaten zijn nog te beperkt om al conclusies aan te kunnen verbinden, de proef zal nog worden voortgezet. Bevestiging van de eerste resultaten hoeft niet direct te betekenen, dat Venko integraal op tuning over zou moeten gaan. In alle gevallen geldt, dat de verschillende toepassingen op een bepaalde wijze ook van invloed zal zijn op slijtage en dus op reparaties en onderhoud. Betere en integrale resultaten zullen op langere termijn kunnen worden vastgesteld. Het onderzoek naar de effecten zal dus nog worden voortgezet. En zoals in de inleiding aangegeven zal ook de mogelijke inzet van CO2 vriendelijkere brandstoffen daarbij worden meegenomen. Een vervolgtest zou zich ook kunnen richten op een combinatie van Longbridge en Tuning.
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 14
(voor gebruik van Longbridge op al in gebruik zijn de motoren is een belangrijk verschijnsel, dat de eerste testen van Longbridge mogelijk beïnvloedt is dat door het gebruik van Longbridge de motor eerst wordt gereinigd, waardoor de uit vuil opgebouwde afdichtingen tussen de zuigers en de wanden verdwijnt. Hierdoor nemen olieen brandstofverbruik aanvankelijk iets toe, om vervolgens, na vorming van een nieuwe, elastische en veel gladdere afdichtende laag van Longbridge tot ruim onder het oude verbruiksniveau af te nemen (OptiMotor, 2015). Kortom wanneer de test over een langere tijd wordt uitgevoerd zouden de resultaten positiever moeten worden.)
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 15
5.
CO2-emissieanalyse
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe gedurende het gehele proces de verschillende CO 2-emissies tot stand komen. Dit is schematisch uiteengezet in het overzicht in bijlage B. Het goederenvervoer, dat is uitbesteed is niet meegenomen in deze analyse . 5.1 Nog te verzamelen gegevens Om tot een integrale meting van CO2 emissies in de keten te komen zullen nog de nodige CO2-emissies meetbaar moeten worden gemaakt en vastgesteld. Het betreft de embedded CO2-emissies bij levering, veroorzaakt door productie en transport tot aan de levering van de voertuigen en brandstoffen. En de aan het hergebruik resp. uit het verkeer halen van de middelen verbonden CO2 emissies. 5.2
Nulsituatie – Referentiejaar
2014 Bedrijfsgegevens
Medewerkers Productieomvang
Mobiele werktuigen
Woon-werkverkeer Zakelijk verkeer
fte
Totaal eerste helft 2014 181
Totaal 2014
Totaal KG co2 2014
Totaal Ton CO2
341
9.620
19.240
Benzine
manweken (40 uur) liter brandstof
2.916
6.960
16.213
19.3
Diesel
liter brandstof
59.081
111.233
371.029
348.7
LPG
liter brandstof
10.651
22.196
39.622
41.3
Personenwagen
km
215.282
438.433
90.418
152.5
Helikopter Den Helder
uren
219
438.750
33.2
Gedeclareerde km personenwagen Bestelwagen (in liters) benzine Bestelwagen (in liters) diesel Bestelwagen (in liters) LPG Vliegtuig regionaal (<700 km) Vliegtuig Europa (700 2500 km) Helikopter (in liters) kerosine Personenwagen (in liters) benzine Personenwagen (in liters) diesel
km
385.596
726.071
161.950
162
liter
8.938
18.719
49.695
50
liter
125.522
280.732
788.278
788
liter
0
0
0
0
personen km
19.982
33.821
10.790
11
personen km
15.188
19.448
6.227
6
liter
5.198
11.096
33.176
33.2
liter
20.363
40.726
113.218
113
liter
3.604
7.208
22.633
23
Totaal CO2
1.940.500
1940
Bovenstaande informatie geeft alle verschillende bronnen weer van de brandstofverbruiken. De belangrijkste grootverbruikers zijn de diesel-bestelwagens , de mobiele werktuigen en de helikopter. Samen zijn deze verantwoordelijk voor ruim 75% van de brandstofverbruiken binnen Venko. (zie bijlage B) Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 16
Brandstofverbruikers 1% 0%
0%
Benzine 1% 1%
1%
Diesel
5% 17%
LPG 2% Personenwagen 4% Helikopter Den Helder
37% Gedeclareerde km personenwagen 21%
Bestelwagen (in liters) benzine Bestelwagen (in liters) diesel
8% 2%
Bestelwagen (in liters) LPG
Daarmee is een duidelijke eerste indicatie te geven, dat door inzet van technische verbeteringen en een verder onderzoek naar toevoegingen en brandstoffen reducties realiseerbaar zijn. Een integrale monitoring van de keten kan daarbij voorkomen, dat er sprake is van suboptimalisaties en op andere belangrijke onderdelen in de keten verbeteringen helpen blootleggen. Daarbij zal gedacht moeten worden aan gerichte aanschaf van op de vraag afgestemde middelen, een betere planning en een efficiënt gebruik van de middelen. 5.3 Alternatieve brandstof De tijdens de onderzoeksperiode vastgestelde alternatieve CO2 zuinigere diesel brandstof kan voor een belangrijk deel van de in totaal 55% van de diesel brandstofverbruikers worden ingezet. Als hiervoor een alternatieve brandstof zoals Biopower of Biosmart diesel (leverancier Greenplanet te Pesse) gebruikt zou kunnen worden, kan dit alleen al voor het eigen verbruik tot een vermindering van 89% van de Diesel CO2 opleveren. Liter kG CO2 Ton CO2 CO2 factor Diesel 3,14 Kg CO2/ liter diesel 376.414 1.181.940 1.182
Diesel naar Biopower Vermindering in Diesel CO2
0,345
Kg CO2 /diesel
376.414
129.863
130 -89%
5.4 Aandeel brandstofverbruiken scope 3 In onderstaand overzicht is met een geschatte nauwkeurigheid van 80% het resultaat weergegeven van een analyse van de niet geregistreerde verbruiken van brandstof door de inzet van compressoren door Venko: 872.186 liter ten opzichte van de 74.749 liter door Venko zelf in het kader van scope 1 geregistreerd verbruik
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 17
voor compressoren. Het betreft de brandstoffen, die door de opdrachtgever ter beschikking zijn gesteld en tijdens de uitvoeringswerkzaamheden worden verbruikt. Deze verbruiken en gerelateerde emissies zijn niet meegenomen in de scope 1 en 2 emissies van Venko, maar wel direct beïnvloedbaar. De resultaten van het onderhavige ketenonderzoek zullen direct invloed hebben op deze verbruiken en gerelateerde CO2 emissies.
5.5 Reductiedoelstelling Als doelstelling wordt uitgegaan van een emissiereductie van 5-10 % over het gehele traject. De eerste indicaties naar aanleiding van het onderzoek wijzen er op, dat dergelijke reducties realiseerbaar moeten zijn. 5.6 Vaststelling reductieresultaten In de pilot zijn al een aantal reductieresultaten naar voren gekomen. Gezien de relatief korte periode en het nog ontbreken van onderhoudsgegevens zullen beter betrouwbare resultaten na één volledige verbruiksjaar gegeven kunnen worden. 5.7 Reductiemaatregelen De nader uit te werken en integraal meetbaar te maken denkbare reductiemaatregelen betreffen: ► kritische vaststelling van gebruikerseisen en keuze van in te kopen middelen ► kritische planning van de keuze en inzet van de middelen per inzet ► inzet van additieven en toepassing van technische optimalisaties ► Alternatieve brandstoffen o Biosmart en Biopower En voor de wijze van opvang en afvoer. ► recycling ► afvalverwerking (Ladder van Lansink) 6. Conclusie De eerste resultaten uit het pilot-onderzoek bevestigen, dat reducties te halen zijn door de inzet van toevoegingen en technische verbeteringen. Een goede en afgewogen conclusie vergt verdergaand onderzoek. Een tweede belangrijke conclusie uit het onderzoek is, dat Venko over veel data beschikt, maar dat het nog niet goed mogelijk is integrale analyses uit te voeren van de ontwikkelingen. Voor wat betreft de inzet van de voertuigen ten opzichte van het (geplande) verbruik zijn geen goede gegevens beschikbaar. In hoeverre dus voor de toepassing de best beschikbare middelen worden ingezet is nog niet te analyseren. Deze vaststelling geldt niet alleen voor de voertuigen, maar ook voor de compressoren. Met de inzet van deze ketenanalyse is het belang aangegeven en een start gemaakt met de ontwikkeling van een registratie- en monitoring systeem.
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 18
Bibliografie Longbridge Trading. (2015, 6 22). Longbridge. Opgehaald van Longbridge Trading: http://www.longbridgetrading.com/nl/producten/longbridge/ OptiMotor. (2015, 6 23). Behandeling van twee biogas generatoren van het merk MAN (V12, 340 kW vermogen) eigendom. Opgehaald van OptiMotor: http://www.optimotor.nl/wpcontent/uploads/2013/01/Resultaten-Hartlief-Lammers-samengevat.pdf
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 19
Bijlagen A. Brandstofverbruikers binnen Venko Groep
Venko Groep B.V
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 20
B. Vergelijking type brandstoffen.
Ketenanalyse brandstofverbuik VJ-087-X VJ-088-X VJ-089-X VJ-090-X
Type Rijgedrag Zonder toevoegingen 5,1 Zonder toevoegingen 5,24 Zonder toevoegingen 5,02 Zonder toevoegingen 6,46
VJ-091-X
Zonder toevoegingen
6,79
Gemiddelde groep
5,722
VJ-092-X
Longbridge
4,54
Onder
VJ-537-Z
Longbridge
5,72
Onder
Neutraal 24746
2435,18
10,162
VJ-538-Z
Longbridge
5,27
Onder
Onder 31122
2875,15
10,824
VJ-539-Z
Longbridge
5,77
Onder
Onder 17555
1830,17
9,592
VJ-541-Z
Longbridge
6,37
Neutraal
Neutraal 21425
2026,58
10,572
Gemiddelde groep
5,534
10,250
VJ-542-Z
Tuning
6,67
Neutraal
Gemiddelde groep Neutraal 11613 1205,96
VJ-540-Z
Tuning
6,66
Onder
Neutraal 13375
1192,18
11,219
VK-099-L
Tuning
5,67
Onder
Neutraal
6485
624,27
10,388
VK-962-J VK-585-J
Tuning Tuning Gemiddelde groep
6,51 n.t.g. 6,3775
Neutraal
Neutraal
7252 11649
674,04 1087,65 Gemiddelde groep
10,759 10,710 10,619
Venko Groep B.V
Optrekken Remmen KM Onder Onder 18215 Onder Onder 21237 Onder Onder 22328 Neutraal Neutraal 14685 Neutraal
Brandstof 1886,48 2104,42 2210,43 1523,84
Verbruik 9,656 10,092 10,101 9,637
1826,74
10,639
Gemiddelde groep Onder 19758 1955,89
10,025
Neutraal 19435
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
pagina 21
10,102
9,630
B. Co2-Emissiefactoren Bij deze analyses is uitgegaan van de conversiefactoren volgens het handboek van SKAO v3.0.
Totaaloverzicht
CO2 Factoren
Bedrijfsgegevens Medewerkers
Elektriciteit Brandstoffen
Mobiele werktuigen
Productieomvang Ingekochte elektriciteit (grijs) Aardgas voor verwarming Huisbrandolie/stookolie Propaan Benzine Diesel LPG
Woonwerkverkeer
Zakelijk verkeer
Venko Groep B.V
Co2-Emissiefactor
Bron
fte manweken (40 uur)
181,000
Loonadministratie Calamiteitenoverzicht 2014 eerste helft * 2
kWh
0,455
kg CO₂ / kWh Energieoverzicht
m³ m³ L liter brandstof liter brandstof liter brandstof
1,830 3,180 1,530
kg CO₂ / m³ kg CO₂ / m³ kg CO₂ / l
Energieoverzicht Energieoverzicht Energieoverzicht
2,780
kg CO₂ / l
GB: 42290
3,140
kg CO₂ / l
GB: 42290
1,860
kg CO₂ / l
GB: 42240
km
0,210
kg CO₂ / km
Reiskostendeclaratie
kg CO₂
Personenwagen Helikopterverbruik in uren Gedeclareerde km personenwagen Bestelwagen (in liters) benzine Bestelwagen (in liters) diesel Bestelwagen (in liters) LPG Vliegtuig regionaal (<700 km) Vliegtuig Europa (700 2500 km) Helikopter (in liters) kerosine Personenwagen (in liters) benzine Personenwagen (in liters) diesel
uren
19240,0
1000,0 kg CO2/uur
Verbruik 335,82 litr per uur
km
0,210
kg CO₂ / km
Reiskostendeclaratie
liter
2,780
kg CO₂ / l
liter
3,140
kg CO₂ / l
liter
1,860
kg CO₂ / l
personen km
0,270
kg CO₂ / km
Opgave reisbureau
personen km
0,205
kg CO₂ / km
Opgave reisbureau
liter
2,840
kg CO₂ / l
Opgave HH en NHV
liter
2,780
kg CO₂ / l
Opgave leasebedrijf
liter
3,140
kg CO₂ / l
Opgave leasebedrijf
4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko
GB: 44930 GB: 44930 GB: 44930
pagina 22