nummer 03 • 2012
De cloud: In de wolken of in de zorgen Innoveren vanuit de waardeketen
Kennispark Twente bouwt aan ecosysteem Powered by kennispark Twente
INNOvation > INtro > Kees Eijkel [03]
Kees Eijkel I directielid Kennispark Twente I verantwoordelijk voor het genereren van werk uit kennis om zo de economische groei en werkgelegenheid van de regio Twente en Oost-Nederland te bevorderen.
Voorwoord Twente en innovatie vormen een eenheid. Het zit opgeborgen in het DNA van de regio, waarbij wij schatplichtig zijn aan traditionele sectoren zoals de metaal en de textiel. Niet alleen vormden deze jarenlang de ruggengraat van de Twentse industrie, ook legden zij de basis voor onderwijs, vernieuwing en kennisontwikkeling. Vanuit die traditie innoveert Twente voortdurend. Onderwijs en wetenschap creëren een continue stroom hoogwaardige kennis waarbij initiatieven, kansen en mogelijkheden benut worden door het bedrijfsleven. Een bedrijfsleven, dat openstaat voor die innovatie en begrijpt dat de durf om zich aan te passen, te veranderen en te vernieuwen een voorsprong oplevert. Daarbinnen speelt Kennispark Twente een ambitieuze rol: sturend, analyserend, faciliterend en vooral motiverend. Dat leidt tot resultaat. Het totale programma Kennispark creëert nu gemiddeld 70 starters per jaar en de groei in arbeidsplaatsen op het fysieke park was vorig jaar bijna 500. Dat park is overigens één van de grootste innovatiecampussen in Nederland en de snelst groeiende.
w w w.kenni spark.nl nl.linkedin.c om/in/ keeseijkel twitter.com
/ EijkelCJM
Het belang hiervan kan niet genoeg worden benadrukt. Het gaat, uiteindelijk, om de versterking van de regio en de werkgelegenheid, een krachtige economie. Een vliegwiel dat, eenmaal stabiel draaiend, weer zorgt voor nog meer kennisintensieve initiatieven, uitdagende onderzoeksrichtingen en de mogelijkheid om onontgonnen wetenschappelijk terrein te betreden. Twente heeft de kansen en de mogelijkheden. De voorwaarden zijn aanwezig, de Twentse bedrijven willen de kennis graag adopteren en, zeker niet in de laatste plaats, ambitie is alom aanwezig. In deze Innovation, waarin Kennispark Twente met veel plezier participeert, worden voorbeelden van die ambitie en innovatieve dadendrang gepresenteerd. We leggen onze rol als Kennispark uit en schetsen de contouren van de uiteindelijke setting, waarin onderwijs, wetenschap en bedrijfsleven kunnen en moeten opereren. Misschien is er niets nieuws onder de zon. Stork had destijds zijn eigen school voor metaalbewerking, de textielfabrieken zorgden voor opleidingen. De basis voor kennis en nieuwsgierigheid was er dus altijd al. Daarvan profiteert Twente nog steeds. Aan ons de plicht om verder te gaan en de toekomst nog innovatiever vorm te geven.
[04] INhoudsopgave < INNOvation
Inhoudsopgave
20 10 3
INtro door Kees Eijkel
6
IN gesprek
Kennispark Twente bouwt aan ecosysteem
INgenieus
10
Digitaal drukwerk
De opINie
16
De ideologische aanpak van TReNT en NDIX
13
van Herman Hazewinkel
IN beeld
INzake
14
Een paar honderd miljoen jaar in twee seconden
De opINie
19
van Kees Schöller
IN gesprek
20
TOP-regeling
INNOvation > INhoudsopgave [05]
30 24
INgenieus
24
De wijkzuster is terug
IN & oud
34
27
Innovatie en de stressfactor
INzake
30
Young Technology Award 2012
INgenieus
34 De opINie
Meccano voor grote mensen
INzake
36
In de wolken of in de zorgen
40 41
IN ‘t verschiet
van Frans Bouman en Bas-Jan ‘t Jong
IN ‘t verschiet
42
[06] Kennispark Twente < IN gesprek < INNOvation
Een start en steunpunt voor innovatie en ondernemerschap
tekst Erwin Gevers • fotografie Gijs van Ouwerkerk, Eric Brinkhorst
Kennispark Twente bouwt aan ecosysteem
Team Kennispark Twente
INNOvation > IN gesprek > Kennispark Twente [07]
Het Kennispark Twente en het Innovatieplatform Twente gaan vanuit één organisatie de uitdaging aan om de Twentse kenniseconomie verder aan te jagen. Nog intensiever moeten bedrijfsleven, kennisinstellingen en wetenschap, maar ook studenten en starters, gezamenlijk optrekken om de regio te versterken. En niet in de laatste plaats hoogwaardige innovatie en technologie koppelen en inzetten om Twente tot ver buiten de landsgrenzen te positioneren als een dynamische en vibrerende kennis- en business regio. “We moeten zelf onze toekomst maken!”
Wellicht dat de activiteiten en dynamiek niet voor iedere Twentenaar even zichtbaar en voelbaar zijn, niettemin heeft Kennispark Twente een belangrijke functie voor de regionale economie. De inspanningen samen met alle partners hebben inmiddels een groei naar circa 6.300 arbeidsplaatsen op het fysieke Kennispark opgeleverd, meer dan 200 nieuwe starters en een volume van ruim 75 innovatieprojecten. Daarmee voldoet het ruimschoots aan de niet geringe ambities. In de nieuwe configuratie zijn drie sleutelfiguren aan te wijzen: directeur Kees Eijkel en Marjan Weekhout van het Kennispark en Innovatieplatform-directeur Pieter Dillingh. Aan de oorspronkelijke opdracht die beide instanties kregen is weinig gewijzigd: namelijk het polijsten van de binding tussen onderwijsinstellingen, wetenschap en studenten, starters, ondernemingen en overheid met als doel de Twentse kenniseconomie verder te stimuleren. Dat is allerminst een klus voor de korte termijn, want de agenda’s mogen dan goed op elkaar zijn afgestemd, geduld blijft een waardevolle factor. Zeker als het de contouren betreft die Kees Eijkel schetst: “Als voorbeeld voor onze uiteindelijke doelstelling noem ik de universiteit van Stanford. Als je ziet wat voor dynamiek daar rond de campus is ontstaan tussen onderwijs, wetenschap en bedrijfsleven, dan is dat wat wij nastreven. Maar dat bereik je niet binnen twee of drie jaar. Daarin moeten we realistisch zijn. Andere succesvolle parken geven 30 tot 50 jaar ontwikkeling aan. Twente zit nu halverwege en is mooi op weg. Twente wordt al als voorloper erkend. ” Kees Eijkel heeft vanuit zijn rol de blik gericht op de kennisinstellingen, waarbij de UT en Saxion de hoofdrol spelen. “Het hoger onderwijs heeft relatief veel jong talent. Dat zijn dappere studenten die ideeën hebben, nog kunnen leven van 15.000 euro per jaar, geen gezin of huis hebben en geen reputatie die overboord kan. Dat zijn de startups, waar talent de grootste drive is. Die kunnen op onze ondersteuning rekenen.” Die ondersteuning is breed: bijvoorbeeld als het gaat om ondernemersvaardigheden, maar ook om geld. Waarbij het subsidiëren van kansrijke starters geen optie meer is, zegt Pieter Dillingh: “We gaan werken met revolving funds. Daarin wordt kapitaal gestort dat wordt geïnvesteerd in de startup. We kijken natuurlijk heel zorgvuldig naar de businesscase. Dat geld kan op verschillende manieren beschikbaar worden gesteld: via een achtergestelde lening, een krediet of participatie. Als het rendeert dan vloeit het terug in het fonds. Dat past in de visie van de overheid die ons uitdaagt om zakelijker naar het innovatieproces te kijken. Het is minder vrijblijvend met meer focus op rendement en resultaat.” Waar in de oude situatie het Kennispark veel meer richting kennisinstellingen keek, had het Innovatieplatform altijd focus op het bestaande bedrijfsleven. Met als doel om ondernemingen te laten profiteren van de kennis vanuit de instellingen. Dat gaat veranderen, zegt Dillingh: “De perceptie is altijd geweest dat wij er waren voor de grote ondernemingen. Maar ook grote ondernemingen staan niet meer op zichzelf. De visie is dat we veel meer partijen willen laten aansluiten. Een bedrijf is immers onderdeel van een systeem waarbinnen andere bedrijven en kennisinstellingen allemaal een rol spelen. Innovatie is niet meer iets van een onderneming alleen. Kennis, ideeën en producten kunnen elders ontstaan. Die >>
[08] Kennispark Twente < IN gesprek < INNOvation
l k.n par s i l enn k.n w.k par s i ww n ken o@ m/ inf r.co rk e t a it tw nnisp / om nte Ke e.c ktwe b tu ar you nnisp 0 e 80 k 36 8 4 305
uitwisseling en samenwerking en dus het creëren van nieuwe businesscases, daarin spelen wij een verbindende rol.” Het nieuwe Kennispark Twente streeft dus naar een open innovatiesysteem voor het Twentse bedrijfsleven. Om het simpel te zeggen: een zorgvuldig gevulde pioniersomgeving met ideeën en innovatie, studenten met lef en concrete businesscases waar, volgens een strakke regie, het bedrijfsleven in mag graaien. En met meer tegelijk, want dat is juist belangrijk, zegt Dillingh: “Bedrijven kennen elkaar vaak niet, is mijn ervaring. Weten ook niet van elkaar waar ze mee bezig zijn en waar de kansen liggen. Dat gaan wij beetpakken: kijken waar er matches mogelijk zijn. Met uiteraard als rode draad: hoe versterken wij die matches samen met de UT en Saxion.” Pieter Dillingh noemt niet voor niets het Twentse bedrijfsleven als een totaal. Want het beeld mag niet zijn dat het Kennispark Twente een Enschedees feestje is dat zich rond de UT afspeelt. Die indruk kan al te gemakkelijk ontstaan vanwege de fysieke aanwezigheid rondom de universiteit, waar zich ook het fysieke Kennispark park bevindt: van oudsher het Business en Sciencepark, het epicentrum tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen, cq innovatie en wetenschap en de daadwerkelijke realisering van nieuwe bedrijvigheid. Maar daarin wordt flink geïnvesteerd, want het moet een gebied worden waar plaats is voor wetenschap, bedrijvigheid en leisure, zegt Marjan Weekhout, die onder andere verantwoordelijk is voor gebiedsontwikkeling. “Het hele gebied tussen station Drienerlo en de universiteit moet toegankelijker worden. Het verblijf moet er aangenamer worden en daar zijn we nu hard mee aan het werk. Dat is belangrijk omdat mensen elkaar makkelijk moeten kunnen ontmoeten. Dan ontstaan contacten. Innovatiecampussen zijn succesvol als er een
fysieke plek is om met elkaar in gesprek te komen, waar incubator-faciliteiten zijn, waar je elkaar laagdrempelig ontmoet. De partijen in het gebied zijn daarvoor belangrijk. Daartussen zal de samenwerking verder gestalte moeten krijgen.” Marjan Weekhout bestrijdt dat het daarmee een lokaal gebeuren is. “Nee, wij doen dit voor de hele regio, voor heel Twente. Onze inspanningen zijn gericht op het steunen van het Twentse bedrijfsleven. Daarom gaan we ook naar buiten, we gaan in gesprek met ondernemersverenigingen om te kijken wat we met elkaar kunnen doen. We staan open voor iedere ondernemer. De meeste startups starten in het Kennispark gebied, maar vliegen daarna uit in de regio. ” En dat werkt, vervolgt Weekhout: “De banengroei gaat hier sneller en bedrijven doen het hier beter. Wij hebben in de afgelopen jaren een groei naar bijna 6.300 arbeidsplaatsen laten zien op dit park alleen. Daarmee liggen we voor op schema: einddoel is namelijk 10.000 banen in 2020.” Dat de economische crisis nu een streep door de rekening is, weigert Kees Eijkel te geloven: “Ondernemen is altijd belangrijk en gaat door. Natuurlijk is het in bepaalde segmenten nu lastig, ik kijk naar de bouw. Maar een starter gaat toch door. Want die heeft een goed idee, een veelbelovend product. En hij gelooft daarin. En bovendien: als je iets goeds in handen hebt, dan is daar ook vraag naar. Je ziet ook dat dat in de huidige economische crisis ook groeit.” En het voordeel is daarbij dat de starters hun innovatieve ideeën in deze tijd ook makkelijker kunnen vermarkten. Eijkel: “De academici werkten traditioneel met de grote multinationals, maar die raakten hun eigen R en D-afdelingen kwijt in de afgelopen decennia. Daar liggen kansen omdat die grote ondernemingen kijken wat er aan ontwikkeling elders te halen is, met name in nieuwe
bedrijvigheid. En dan is er het MKB, dat een enorme dynamiek heeft. In die samenwerking tussen kennisinstellingen, wetenschap en ondernemingen kunnen nieuwe businesscases worden gerealiseerd.” Dat is het beeld dat ook Pieter Dillingh schept: intensieve samenwerking, waardoor op het eerste oog niet vanzelfsprekende samenwerkingsverbanden tussen partijen ontstaan. “Dat werkt”, zegt Kees Eijkel: “Je ziet nu dat bedrijven willen aansluiten, erbij willen zijn.” Dat gaat nu nog verder versnellen, omdat de nieuwe constellatie van Kennispark en Innovatieplatform nu meer slagkracht heeft en herkenbaarder wordt. “De nieuwe verhoudingen betekent dat we de boodschap sterker naar de buitenwereld kunnen sturen”, vindt Dillingh: “En daarbij is de structuur van Twente juist een enorm voordeel. Zoals gezegd hebben wij hier veel MKB en minder grote multinationals. Eindhoven is anders: daar zijn het juist de multinationals die bepalend zijn en waar het talent naar verdwijnt. Voor startende ondernemers, voor mensen met ideeën en innovatie heeft Twente een veel beter ecosysteem. En dat kunnen we nog verder versterken. Ook door andere kennisinstellingen te betrekken, zelfs van buiten de regio. Wij zijn idealisten wat dat betreft: we willen hier in Twente een internationale Top Innovatie Regio opbouwen die wereldwijd verbazing wekt!” Ook Kees Eijkel herkent zich in de idealistische gedachtegang van zijn collega: “Over een aantal jaren moeten we hebben bereikt dat bedrijven er trots op zijn dat ze in Twente zitten en deel uitmaken van die innovatieve gemeenschap die hier ontstaan is. Dan hebben we ook ambassadeurs die dat internationaal uitdragen. We doen dat stapje voor stapje en iedereen moet er in geloven. Zo maken we hier onze eigen toekomst: in een pioniersomgeving.”
Kees Eijkel, Kennispark Twente
INNOvation > IN gesprek > Kennispark Twente [09]
Kennispark of Innovatieplatform
Marjan Weekhout, Kennispark Twente
Pieter Dillingh, Kennispark Twente
De samensmelting van Kennispark en Innovatieplatform heeft uiteraard tot discussie geleid over de naamgeving. Gekozen is voor Kennispark Twente, zodat de naam en het merk Innovatieplatform verdwijnt. Marjan Weekhout, die marketing en communicatie onder haar hoede heeft, verklaart de keuze: “Er is onderzoek gedaan naar argumenten voor een nieuwe naam en continueren van een van de bestaande namen. We hebben gekozen voor de laatste optie. Kennispark Twente is het sterkste merk van beide merken en wordt geassocieerd met ‘effectief en succesvol’. Vandaar de keuze om de naam Kennispark Twente te handhaven.”
[10] Drukwerkdeal < INgenieus < INNOvation
‘Digitaal’ drukwerk Drukwerkdeal.nl eindigde in 2011 op de tweede plaats in de Nederlands Fast50-ranglijst. En ook internationaal (EMEA) scoorde de Deventer drukwerkaanbieder: met een 39e plaats in de Fast500. Niet slecht voor een idee dat zeven jaar geleden ontsproot aan het brein van de toen twintigjarige Marco Aarnink.
tekst Erwin Gevers • fotografie Martin Metsemakers
Inmiddels is Drukwerkdeal.nl, met vorig jaar 21 miljoen euro omzet, marktleider. Weliswaar zijn er nu meer ‘internet-drukkers’, maar door een goede service en kwaliteit blijft de Deventer aanbieder koploper.
website, wij laten het drukken en het wordt met DHL geleverd. En drukkers zijn blij met ons: ze kunnen hun drukcapaciteit inzetten en wij zorgen voor de rest”, aldus Aarnink.
Een jongensboek, geeft Aarnink toe: “Ik studeerde Small Business bij Saxion en werkte daarnaast op de markt. Die markthandelaar had op een gegeven moment visitekaartjes nodig en die heb ik voor hem goedkoop ingekocht. Toen kwamen de anderen ook bij me. Dat is de start geweest.”
De website is nog steeds de kern: hier kunnen ondernemers hun drukwerkpakketten compleet samenstellen. De prijs wordt online berekend. “Er zijn inmiddels wel aanbieders bijgekomen, maar wij gaan voor service en kwaliteit, zijn geen prijsvechter. Bovendien: de klant verwacht ook steeds meer en daar moet je aan voldoen.”
Het geheim van Drukwerkdeal.nl is in feite dat capaciteit bij drukkers slim wordt ingezet om snel drukwerk te vervaardigen. Dat varieert van brochures, flyers, visitekaartjes tot inmiddels ook complete magazines. Drukwerkdeal.nl zorgt voor de prepress, de planning en de logistiek. “We zijn begonnen door de vellen efficiënt in te delen door meerdere folders of flyers op een vel te drukken. Het is voor de opdrachtgever een one stop shop-proces. Bestellen via de
Drukwerkdeal.nl heeft inmiddels honderddertig mensen in dienst. De targets voor de omzet liggen dit jaar op 26 miljoen. Internationalisering is een speerpunt, maar ook de consument en de ZZP’er. Want die vinden de weg naar Drukwerkdeal.nl nog niet, constateert Aarnink: “Met goede marketing gaan we ook die doelgroepen aanspreken. Maar we blijven bij drukwerk. Dat is altijd in ons voordeel geweest: concentreren op de core-business.”
w w w.drukw erkdeal.nl w w w.fast5 0.nl twitter.com / Fast50Ben el twitter.com ux / Drukwerkd eal
Marco Aarnink, Drukwerkdeal
INNOvation > INgenieus > Drukwerkdeal [11]
INNOvation > opINie > Herman Hazewinkel [13]
Herman Hazewinkel I voorzitter Strategy Board Innovatiesprong Twente I Innovatiesprong Twente heeft als doel om de positie van Twente als topinnovatie regio te versterken.
Innoveren vanuit de waardeketen We leven en werken in een snel veranderende en complexe wereld met grote uitdagingen voor ondernemers om de concurrentiekracht van hun onderneming te versterken. In de economische dynamiek die ontstaat zie je grote verschillen in ontwikkeling tussen industrieën en regio’s. Je ziet er een aantal die vastlopen en krimpen, maar je ziet daartegenover ook regio’s en industriële ketens die tegen de stroom in groeien. Ondernemerschap, ondernemingsklimaat en innovatie bepalen vaak of het verschil gemaakt kan worden in die keten, en in die regio. We merken steeds vaker dat we niet meer kunnen voortbouwen op de routine van het verleden om verder te komen. Om het verschil te kunnen maken moeten we niet alleen innoveren op het gebied van producten en diensten, maar vooral ook op het gebied van processen en systemen. Veel ondernemingen ondervinden dat ze hun business weer opnieuw moeten uitvinden, ze zien het verdienmodel verschralen en het speelveld gedomineerd worden door concurrentie op prijs. Bovendien is de begrenzing tot lokale markten niet meer houdbaar.
w w w.kenni spark.nl nl.linkedin.c om herman-haz /pub/ ew kel/29/a60 in/915
Om weer toekomstperspectief te krijgen geldt voor veel ondernemingen dat ze met nieuwe oplossingen moeten komen en nieuwe markten moeten gaan exploreren. Een goede analyse van de gehele waardeketen van de producten en diensten waarbinnen de onderneming zich beweegt is dan noodzakelijk. De belangrijkste vraag daarbij is hoe de onderneming zijn positie binnen deze waardeketen kan versterken. Het gaat dan om het met elkaar verbinden van innovatie en ondernemerschap. Dat betekent vooral ook (potentiële) marktvraag verkennen en ontdekken en dat koppelen aan de ontwikkeling van een goed portfolio van toepassingen, systemen, producten en diensten. Om dit tot een goed resultaat te brengen zal steeds vaker samenwerking nodig zijn met strategische partners die eigen specifieke kennis van markten en producten inbrengen. Daarvoor heb je ambitie en visie nodig. Ambitie en visie om te verkennen, te vernieuwen en vol te houden. In Twente werken Ondernemers, Onderwijsinstellingen en Overheid samen om elkaar te inspireren en elkaar te faciliteren om hiermee aan de slag te gaan, inzichten te verwerven en contacten te leggen die van belang zijn om zich succesvol te kunnen ontwikkelen in de dynamische wereld van vandaag. Het vernieuwde Kennispark Twente is daarvoor het eerste aanspreekpunt.
[14] BTG < IN beeld < INNOvation
Een paar honderd miljoen jaar in twee seconden De natuur heeft de tijd, alleen de mensheid niet. Een paar honderd miljoen jaar heeft het gekost om aardolie te maken en de mens verstookt het in pakweg twee eeuwen. Dat moet dus anders. Het Enschedese BTG (Biomass Technology Group) doet er twee seconden over. Het lijkt op middeleeuwse alchemie, zoals lood in goud proberen te veranderen. Maar olie maken van hout is anno 2012 doodnormale chemische technologie. Pyrolyse olie welteverstaan. Simpel gezegd: afval- en snoeihout wordt in een pyrolyse-reactor (zuurstofloos) verhit; de massa valt uiteen en vergast. Het gas krijgt een douche met water en wat resteert is olie. Olie die een dusdanige kwaliteit heeft dat het bijgemengd kan worden bij fossiele olie. Dus zegt directeur ir. René Venendaal terecht: “Wat de natuur in honderden miljoenen jaren doet, doen wij in twee seconden.” Al 25 jaar is BTG, voortgekomen uit de Faculteit der Chemische Technologie van de Universiteit Twente, gespecialiseerd in biomassa-vergassing en thermische biomassa-conversietechnologie. Maar de scope is inmiddels breder en varieert van handel in emissie-rechten en advisering tot de ontwikkeling van efficiënte kooktoestellen voor derdewereldlanden.
tekst Erwin Gevers • fotografie Gijs van Ouwerkerk
BTG opereert op het snijpunt van commercie, carbon footprint en biobased economy. Een markt die inmiddels volwassen is geworden, zo blijkt uit de inmiddels 1.600 projecten die het bedrijf wereldwijd heeft gerealiseerd. Venendaal: “Vanuit kleinschalige projecten zijn we gegroeid naar een internationaal hightech kennisbedrijf.” De ontwikkeling en toepassing van pyrolyse olie is een speerpunt. Binnenkort begint in Hengelo de bouw van een installatie waar twintig miljoen liter pyrolyse olie per jaar geproduceerd wordt. Er volgen, samen met investeringspartner Tree Power, nog achttien grootschalige en commerciële pyrolyse-installaties in Frankrijk en Spanje. Het belang is groot, want door die grootschaligheid treedt BTG uit de pilotfase. “We produceren dan niet alleen grote aantallen, maar zullen de installatie in Hengelo ook kunnen gebruiken om te testen. Wat is de kwaliteit van de olie als we bijvoorbeeld riet uit de Weerribben gaan bijmengen bij het hout.” Pyrolyse olie kan worden gemaakt van hout, maar ook van stro, bermgras en notendoppen en ander organisch afval; materiaal dat nu vaak nutteloos wegrot en dan methaangas veroorzaakt. Het is daarom een zogeheten tweede generatie biomassa: biomassa die niet gebruikt wordt in de voedselketen. Met de productie van pyrolyse olie biedt BTG dan ook een alternatief aan voor eerste generatie biobrandstoffen. “Pyrolyse olie is beter, goedkoper en groener”, besluit Venendaal: “Er wordt alleen afval materiaal gebruikt dat omgezet wordt in nuttige brandstof.”
INNOvation > IN beeld > BTG [15]
.b www
r tgwo
ld.com
om orld.c btgw @ e c offi rld tgwo om/b .c r e t t wit
[16] TReNT + NDIX < INzake < INNOvation
De ideologische aanpak
tekst Erwin Gevers • fotografie Gijs van Ouwerkerk
van TReNT en NDIX
nl vezel. ntglas e r .t w ww dix.nl w w w.n el lasvez trentg @ o f in dix.nl info@n V NdixB r.com/ twitte r.com/ twitte lasvezel G TReNT
Jeroen van de Lagemaat (l), NDIX en Wald Been (r), TReNT
INNOvation > INzake > TReNT + NDIX [17]
Glasvezel heeft in de afgelopen jaren veel van de aanvankelijke mystiek verloren. Voor het gewone publiek was het versturen van data via een slangetje met de diameter van een mensenhaar, net zo abstract als destijds tv-beelden via satelliet. Echter, sinds glasvezel zelfs oprukt tot in de woonkamer, mag dit medium tot een geaccepteerd transportmiddel worden gerekend. TReNT en NDIX richten zich op de zakelijke markt vanuit een ideologische optiek. “Een open infrastructuur jaagt innovatie aan.”
TReNT en NDIX zijn gevestigd op één en dezelfde etage in het duurzaamste kantorenpark van Twente, Park Phi in Enschede. Een wonderlijk toeval, mede omdat zowel TReNT als NDIX hun wortels in nogal uiteenlopende sectoren hebben. Waar NDIX kan bogen op een wetenschappelijke achtergrond, is TReNT ontstaan uit de ambitieuze visie die leefde binnen de Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV: namelijk voor zowel (kennis)instellingen als bedrijven een omgeving creëren , die een stimulerende invloed heeft op het tot stand komen van een regionale ICT-infrastructuur. De overeenkomst is de Universiteit Twente, die een belangrijke aanjager is geweest. Want, zo vertelt NDIXdirecteur Jeroen van de Lagemaat, daar vond in de jaren negentig schoorvoetend onderzoek plaats naar de mogelijkheden van ‘dark fiber’. “Er was destijds een breedband-clubje dat op de UT en het Business&Sciende Park (het huidige Kennispark) 3.500 meter glasvezel had voor onderzoeksdoelstellingen. In 1999 was de internethype op z’n top. De dotcom-bedrijven dienden zich aan en de gedachte was dat koper op termijn te beperkt zou zijn. Er werden wereldwijd miljarden in geïnvesteerd.” De aanvankelijke verwachtingen dat glasvezel al eind jaren negentig zou doorstomen werden getemperd door de economische ontwikkelingen. De
internethype rond de eeuwwisseling bleek, net als de veelbelovende dotcom’s, vooral gebakken lucht en de ballon liep leeg. Maar studenten aan de UT gingen steeds meer bandbreedte verbruiken en ook bedrijfsleven en organisaties zagen in dat Twente niet zonder razendsnelle verbindingen zouden kunnen. Het bleek de voedingsbodem voor NDIX en TReNT. “Waarbij TReNT de wegen levert en NDIX de rotondes”, verduidelijkt directeur Wald Been van TReNT: “Wij leveren de glasvezel-infrastructuur. NDIX moet gezien worden als een grote schakelaar waar klanten op inpluggen.”
alleen weggelegd voor de top 500 bedrijven in ons land. Maar wij konden ook kleinere bedrijven aansluiten. En bedrijven met meerdere vestigingen. Wat meehielp was natuurlijk dat de datastromen toenamen en veel bedrijven en organisaties bij de gevestigde partijen het bandbreedte-gesodemieter zat waren. Wij denderden met kop en staart in een nieuwe markt.”
Simpel gezegd komt het op het volgende neer: NDIX is specialist in het aan elkaar knopen van de verbindingen en sluit bedrijven aan het op het glasvezelnetwerk dat TReNT heeft opgebouwd. Maar onderscheidend is dat TReNT zich geheel onafhankelijk opstelt. De gebruiker heeft volledige vrijheid om de verbinding naar eigen wensen in te richten en betaalt vaste tarieven, ongeacht het verbruik. NDIX adviseert daarbij en kan via de eigen digitale marktplaats providers aandragen, vervolgens de aansluitingen maken en knooppunten aanleggen. Het is een simpel businessmodel, dat beide bedrijven blijven hanteren. Jeroen van de Lagemaat: “Ons concept was vernieuwend omdat wij iedere klant rechtstreeks op glasvezel konden aansluiten. Zoiets was destijds
Wald Been: “We geloofden in een open infrastructuur dat voor grote en kleine partijen bereikbaar zou zijn. Het was een ideologische visie in een tijd dat KPN je in feite verplichtte alles bij hen af te nemen. Die ideologie hebben wij nog steeds: een open netwerk dat snelheid biedt. Ik vergelijk het wel eens met de Duitse snelwegen: daar mag je 200 kilometer per uur rijden en daarom worden er in Duitsland mooie, snelle auto’s gebouwd. Zou je auto’s moeten kopen bij Rijkswaterstaat, nou, dan reden we hier nog in Dafjes zonder moderne snufjes. Een open infrastructuur jaagt innovatie dus aan. Dat was en is onze visie.” Van de Lagemaat voegt eraan toe dat het beleid van de KPN daar juist haaks op staat: “Die hebben niet die open infrastructuur en verplichte >>
Inmiddels heeft NDIX door heel Nederland hubs en zijn zowel grote als kleinere bedrijven en organisaties aangesloten op de infrastructuur van TReNT.
[18] TReNT + NDIX < INzake < INNOvation
winkelnering. Het probleem is dat ze nog protectionistisch proberen te zijn. Vroeg of laat houdt dat op.”
Eurofiber, een onderdeel van Reggeborgh Glasvezel Investeringen, een minderheidsaandeel in TReNT.
Het succes van de beide bedrijven is de enorme vrijheid die klanten wordt geboden. Het kunnen selecteren uit circa 130 aanbieders van ICT-diensten en in het verlengde daarvan mogelijkheden als VOIP en Cloud-computing. Maar ook de keuze uit verschillende diensten en met name het makkelijk kunnen overstappen naar een andere aanbieder terwijl de glasvezelverbinding blijft, zijn belangrijke aanjagers. Wat dat laatste betreft: het leidt tot prijsdaling doordat de concurrentie scherp blijft. Klanten kunnen nu immers providers de duimschroeven aandraaien, zonder bang te zijn dat er letterlijk een kink in de kabel komt. En, zo constateert Van de Lagemaat: “Het heeft er ook toe geleid dat klanten meer kijken naar de total cost of ownership. Bijvoorbeeld voor Cloudcomputing: in plaats van eigen servers ga je via de glasvezel werken in de cloud. Daarmee bereik je besparingen.”
Commercieel gezien is de combinatie uiterst succesvol. De filosofie en aanpak resulteren erin dat ook voor het MKB glasvezel al bereikbaar is. “Al vanaf tien computer-werkplekken.” En in de zorg en onderwijssector hebben de beide bedrijven in deze regio zo ongeveer een monopolie. Wel moet daarbij worden aangetekend dat een al te snelle groei getemperd wordt. “Snel groeien betekent meer investeren en wij groeien puur vanuit de cashflow. Alle winst wordt geïnvesteerd in de beide bedrijven.” Daarin zit ook de ideologische visie van de beide organisatie besloten. Wald Been: “In feite zijn we diep in ons hart een soort nutsvoorziening, die een infrastructuur biedt waar iedereen gebruik van kan maken.”
De groei van NDIX en TReNT is organisch geweest. De start was Enschede, waar Volker-Wessels in de jaren negentig al twee ringen had aangelegd om later glasvezel in te stoppen. De UT, maar ook andere regionale onderwijsinstellingen sloten zich aan. En inmiddels zijn beide bedrijven ook actief in Duitsland, Met name rond Münster, dat, naast Oost NV en de UT, ook aandeelhouder is van NDIX. Overigens heeft
Jeroen van de Lagemaat stelt het nog explicieter: “In een potentiele krimpregio als Twente moet je belangrijke faciliteiten op poten houden. Glasvezel is zo’n faciliteit. Het maakt informatieuitwisseling snel beschikbaar. Het zorgt dat er kiene studenten zijn, die toegang tot informatie hebben. Kijk, een teveel gecommercialiseerde wereld staat innovatie in de weg. De meerwaarde die wij bieden is dat wij partijen met elkaar verbinden. Dat bevordert de economische activiteit. In die zin is onze dienstverlening een zegen voor de regio.”
“Een zegen voor de regio”
INNOvation > opINie > Kees Schöller [19]
Kees Schöller I Business Developer bij Kennispark voor Saxion I Dé man om te spreken op het gebied van Business Development van innovatieve producten en diensten, kennisbescherming, pre-seed leningen aan tech starters en techniek netwerken.
Wie maakt me los?! Afgelopen zaterdagochtend op de markt op het Van Heekplein riep hij het weer. Nieuwsgierig toch even kijken bij de marktkraam wat ik niet kon missen. Volgens die schreeuwende kerel dan. Beetje leven in de brouwerij brengen bij bittere kou kan nooit kwaad. We eten ons nu door een berg mandarijnen heen. Dat is mijn rol bij Saxion. Ik ben de marktkoopman, met een kraam vol innovatie en kennis. Gekoppeld aan een mooi innovatiesysteem, Kennispark, met een Technische Universiteit op fietsafstand en goede bedrijven die gericht zijn op vernieuwing in de regio. Mijn taak is te zorgen voor versnelling van de toepassing. Onderzoek naar een zorgscherm voor mensen met een verstandelijke beperking is mooi. Maar..wie maakt ons los? Nieuwe kennis te koop! Mensen kom kijken! Wordt het onderzoek uitgevoerd in opdracht van een bedrijf, dan is het eigendom altijd van de opdrachtgever, het bedrijf. Ligt er geen opdracht aan ten grondslag, dan kom ik in beeld.
w w w.kenni spar w w w.saxion. k.nl nl k.scholler@ kennis park.nl
nl.linkedin.c om keesschölle / r twitter.com / keesscholle r
Het is dan zaak om zo snel mogelijk de markt op te gaan. Samen met u en/of met een nieuw bedrijf wordt gescreend op haalbaarheid, technische toepasbaarheid en worden investeerders gezocht. Het (nieuw op te richten) bedrijf handelt op de markt en Saxion levert kennis, onderzoek en ondersteuning. Kennis is pas waardevol als bedrijven er wat aan hebben. Wanneer uw klanten afscheid willen nemen van hun geld om een innovatief product met kennis uit de regio te kopen; dat is toch het mooiste dat er is. Zo ook voor de gebroeders Floris en Roderick Wolters, met hun bedrijf Solar Solutions Worldwide. De twee broers verkochten tijdens hun studie al zonnepanelen. Floris is net afgestudeerd en Roderick bijna. Zij komen uit een stevig ondernemersgezin, waardoor zij het één-tweetje met Kennispark volledig begrijpen en alles benutten: Financiering, business development, juridische ondersteuning en met name een kennisnetwerk gericht op innovatie. Het bedrijf ontwikkelt zich snel en goed. Is actief in Nederland, Portugal en de USA en ze hebben honger naar meer nieuwe producten en nieuwe toepassingen waardoor u nu al betaalbaar en eenvoudig gas en elektra het huis uit kan doen. Wie maakt me los?
[20] TOP-regeling < IN gesprek < INNOvation
TOP staat voor Tijdelijke Ondernemers Plaats, een regeling vanuit de Universiteit Twente en Saxion. Al meer dan 25 jaar maken innovatieve en vernieuwende ondernemers van de regeling gebruik. Vorig jaar heeft stichting Kennispark Twente een coördinator voor de regeling aangesteld en is het concept breder getrokken. Erwin Holtland, coördinator bij het Kennispark: “Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat we in Twente meer arbeidsplaatsen creëren. De regeling helpt starters op weg met advies, coaching en een lening. Daarvoor werken we met verschillende partners in de regio, waaron-
tekst Mariska van der Meer • fotografie Gijs van Ouwerkerk
der Deloitte, samen. En dat leidt tot mooie resultaten.” Terwijl wij ze opleiden bij de Universiteit Twente en Saxion en de regio zich volop profileert met een High Tech smoel, verlaten nog teveel hoger opgeleiden Twente. Een van de manieren om dat te voorkomen is starters kansen bieden zich te ontplooien. De TOP-regeling, oorspronkelijk voor start-ups vanuit de UT opgezet, biedt kennisintensieve starters kennis en ondersteuning. Deelnemende bedrijven hebben een jaar lang toegang tot diverse vormen van ondersteuning en advies, netwerken en financiële hulp om de start van hun bedrijf zo succesvol mogelijk te laten verlopen. Erwin Holtland is coördinator van de TOP-regeling bij Kennispark Twente, de innovatiecampus waar kennisintensieve ondernemers zich succesvol kunnen ontwikkelen. Bedrijven hebben er toegang tot talent en expertise, onderzoek en diverse vormen van financiering en coaching. De TOPregeling maakt deel uit van het pakket aan diensten. Erwin: “Jaarlijks krijgen we zo’n vijftig aanmeldingen voor de TOP-regeling binnen. Als Kennispark helpen we ze al in het voortraject zodat ze zich goed voorbereid met hun businessplan aan de selectiecommissie kunnen presenteren. Dit jaar verwachten we acht TOP-plaatsen te vergeven. Iedere derde dinsdag van de maand komt de selectiecommissie bij elkaar.” Erwin Holtland: “De aanmelders moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Het bedrijf moet tussen de 0 en 5 jaar oud zijn, het bedrijfsidee kennisintensief of vernieuwend, het bedrijf moet een meerwaarde leveren voor de economische activiteit in de
regio en er moet sprake zijn van samenwerking met Saxion en/of de UT.” Aan plannen en initiatieven is er volgens Erwin geen gebrek: “De haalbaarheid is een ander verhaal. Omdat het om kennisintensieve bedrijven gaat is er eerst vaak een periode van voorinvestering , onderzoek en ontwikkeling nodig voordat een product vermarkt kan worden. Het is moeilijk om voor die periode de financiële middelen te vinden. Investeerders moeten de kansen voor de langere termijn zien. Een van onze partners is de Rabobank die deelnemers op weg kan helpen met een renteloze lening. Daarnaast is er veel behoefte aan advies op het gebied van ondernemerschap. Dat zit bij veel studenten niet standaard in de opleiding.” Clear Flight Solutions heeft dit jaar een van de TOP-plekken weten te bemachtigen. Het bedrijf is bezig met de ontwikkeling van robotvogels die onder andere worden ingezet voor het verjagen van vogels op vliegvelden. Nico Nijenhuis, directeur van Clear Flight Solutions: “Ik wist altijd al dat ik zelfstandig ondernemer wilde worden, maar nog niet met wat voor product of dienst. Tijdens mijn afstuderen in de aerodynamica kwam ik in contact met Robert Musters. Hij had een robotvogel uitgevonden, een prototype gebaseerd op de slechtvalk. We weten nog niet precies waarom, maar de robotten kunnen echte vogels heel goed nabootsen. Ik vroeg me af waarom er niet meer met de uitvinding gebeurde. En zo groeide het plan voor een eigen bedrijf. Ik ben met Robert in gesprek gegaan en hij is nu een van de investeerders.” >>
TOP-regeling Vliegende start voor kennisintensieve bedrijven
Erwin Holtland, Kennispark Twente
INNOvation > IN gesprek > TOP-regeling [21]
[22] Kennispark TOP-regeling < IN gesprek < INNOvation
“We hebben er allemaal belang bij dat een starter slaagt”
INNOvation > IN gesprek > Kennispark TOP-regeling [23]
Nico Nijenhuis, Clear Flight Solutions
l rk.n ispa tsolun n e fligh w.k w w .clear w m w w s.co nistion ken @ d ltlan e.ho .nl k r pa om/ ter.c and twit inHoltl Er w om/ ter.c s twit olution CF_S
Nico is enthousiast over de ondersteuning vanuit de TOP-regeling: “Voor mij is het de eerste keer dat ik een bedrijf opstart, dus iedere vorm van hulp en begeleiding is welkom. Er komt behoorlijk wat op je af en op deze manier hoef je niet opnieuw het wiel uit te vinden. Ik heb een studiecoach vanuit de TOP-regeling omdat ik ook nog wil afstuderen. Het is natuurlijk heel verleidelijk om al mijn tijd en energie in het bedrijf te stoppen, maar ik wil ook heel graag die titel nog binnenslepen. Samen kijken we naar hoe ik beide doelen kan bereiken. Daarnaast krijg ik advies op juridisch en fiscaal gebied. In mijn geval hoe ik het beste een BV structuur kan opzetten. Eens per maand heb ik een gesprek met mijn coördinator en kijken we hoe de zaken ervoor staan en waar ik op dat moment behoefte aan heb. De renteloze lening van de Rabobank helpt enorm, daardoor heb ik echt een vliegende start kunnen maken. Tenslotte krijg je via de TOP-regeling toegang tot diverse netwerken in de regio, waaronder een lidmaatschap van de Technologie Kring Twente (TKT).” Erwin Holtland is overtuigd van de meerwaarde van de TOP-regeling: “Afgelopen jaar zagen we het aantal aanmeldingen iets teruglopen, ondanks de nieuwe positionering en invulling van de regeling. We proberen nu nog beter bij de behoeften en wensen van de doelgroep aan te sluiten.
Het zijn over het algemeen kwalitatief goede bedrijven die zich bij ons melden. Vanaf het begin helpen we ze de juiste keuzes te maken en dat werpt zijn vruchten af. De selectiecommissie bestaat uit een afgevaardigde van de Rabobank, de zakelijk directeur van MIRA, het onderzoeksinstituut voor Biomedische Technologie en Technische Geneeskunde van de UT, business developers van de UT en Saxion en de voorzitter van de Technologie Kring Twente. Allemaal mensen die het klappen van de zweep kennen en dus ook prima kunnen inschatten of een businessplan kansrijk is.” Het is volgens Nico Nijenhuis even wat werk om alles voor de selectiecommissie voor te bereiden, maar volgens hem is het ‘absoluut de moeite waard!’ “Bovendien word je genoodzaakt over een aantal zaken na te denken die je toch als starter goed op een rijtje moet hebben. Dus ook als je niet tot de regeling wordt toegelaten is het geen verloren tijd geweest.” Dat merkt Erwin Holtland ook in de gesprekken die hij met de kandidaten heeft: “De meesten hebben al goed over hun businessplan nagedacht, maar je helpt ze de puntjes op de i te zetten. We hebben er allemaal belang bij dat een starter slaagt. Want uiteindelijk hoop je dat het op termijn tot werkgelegenheid leidt. Dat is tegelijkertijd een peiler voor het Kennispark om te meten hoe succesvol we zijn.”
[24] Ecare < INgenieus < INNOvation
tekst Erwin Gevers • fotografie Gijs van Ouwerkerk
De wijkzuster is terug
e.nl .ecar w w w uur tzorg .b w w w nd.nl tem. rla nede mahasys .o www org / r.com twitte ser vices ecare
INNOvation > INgenieus > Ecare [25]
Met een groei van 427% won Ecare Services vorig jaar de Gouden Gazellen Award voor snelste groeier in de provincie Overijssel. Met een dergelijke groeispurt stak het bedrijf met kop en schouders uit boven de andere genomineerden in de categorie kleine ondernemingen. Niet minder opmerkelijk is dat Ecare zich met software-oplossingen richt op een markt die onder zware financiële druk opereert: de zorgsector. Succes heeft vele vaders, maar het concept dat Ecare Services ontwikkelde voor thuiszorgorganisatie Buurtzorg Nederland, tekent de visie en strategie van het Enschedese bedrijf. Het gaat namelijk verder dan slechts het ontwerpen van een informatiesysteem voor de organisatie en de medewerkers. Juist het meedenken met nieuwe zorgconcepten en een efficiëntere bedrijfsvoering is de kern geweest. Directeur Edwin Oude Middendorp: “De zorgsector heeft veel veranderingen door moeten maken. Dat veel niet goed is gelukt heeft te maken met de automatisering. Waaraan voorbij is gegaan is dat ICT in de zorg toegevoegde waarde moet bieden.” Voor Buurtzorg Nederland -4000 medewerkers, 130 miljoen omzetdacht Ecare Services na over een informatiesysteem. “Buurtzorg Nederland is een bijzondere thuiszorgorganisatie. Men werkt in kleine wijkteams (in
totaal 400) en daardoor is er een grote onderlinge sociale cohesie. Thuiszorgorganisaties zijn vaak doorgeslagen in hun professionalisme en men vergeet de patiënt en de familie te betrekken. Het is een fabriek geworden, het gaat om de output. Bij Buurtzorg Nederland draait het juist om de mensen”, aldus Oude Middendorp. Dat bewijst overigens ook de praktijk: voor de tweede keer op rij werd de organisatie verkozen tot Beste werkgever van Nederland met een gemiddelde medewerkers tevredenheid van 9.0 (vorig jaar was dat 8,7). De kern van de Ecare-oplossing is dat de wijkteams ieder een eigen portal hebben waar de medewerkers alle info kunnen vinden. Zo ontstaat onderling meer overleg, is er betrokkenheid met elkaar en elkaars cliënten. Vragen, opmerkingen, assistentie; alles kunnen de medewerksters vinden en regelen op de eigen portal. Het creëert een grote mate van zelfwerkzaamheid
en een collectief verantwoordelijkheidsgevoel binnen ieder team. Resultaat: waar binnen de thuiszorg een ziekteverzuim van zeven tot acht procent gangbaar is, heeft Buurtzorg Nederland een ziekteverzuim van slechts twee procent. “En de productiviteit stijgt. Er is nu ruimte om even een praatje te maken met de cliënt. Dat is ook nadrukkelijk de visie: de oude wijkzuster weer terug.” Het succes van Ecare Services en Buurtzorg Nederland biedt perspectief. In Nederland omdat met een dergelijke aanpak een besparing van twee miljard op de thuiszorg haalbaar is. En Ecare Services staat in de belangstelling. Het Enschedese bedrijf heeft het Amerikaanse Omaha Care System-concept omarmt: een aanpak waarmee diagnoses en behandelplannen effectiever kunnen worden benaderd. “We krijgen nu internationale aandacht. Zelfs uit de VS, Zweden en Japan.”
Innovatie en de stressfactor “We denken altijd dat het wel losloopt”
“Innovatie is niet alleen gebaseerd op technisch vernuft of een briljant idee. Innovatie vindt zijn oorsprong beslist ook in gedrag, houding en een (andere) kijk op de wereld: voorbij de horizon van een betonnen viaduct of spoorlijn.” Aldus ir. H. (Harry) A.A.M. Webers, algemeen directeur van Witteveen+Bos. Het ingenieursbureau behoort tot de top tien in Nederland en is ook internationaal toonaangevend. Een bedrijf met een historie van 66 jaar, letterlijk en figuurlijk met de poten in de modder maar niet alleen met oog voor techniek. “Als ingenieur moet je meer zien in de omgeving dan alleen
tekst Erwin Gevers • fotografie Moniek Aansorgh, Witteveen+Bos
maar jouw project.” Witteveen+Bos werd opgericht in 1946. Een min of meer toevallige ontmoeting tussen de Rotterdamse stedenbouwkundige W.G. Witteveen (1891-1979) en de zeventien jaar jongere civiel ingenieur G.S. Bos (1908-2004), werkzaam bij de gemeente Enschede. Er was voldoende chemie om gezamenlijk het avontuur aan te gaan, waarbij de faam van Witteveen als ‘schepper van het nieuwe Rotterdam’ groot was. Niettemin had Bos zijn sporen ook verdiend: als ontwerper van het centraal rioolstelsel in Enschede en de destijds grootste rioolwaterzuiveringsinstallatie van ons land. De eerste opdracht voor de kersverse maatschap was het ontwerp van de Prins Bernhardsluis in Deventer. En nog altijd - met riant uitzicht op de IJssel - is het hoofdkantoor van Witteveen+Bos in Deventer gevestigd. Een ingenieursbureau met een eigen identiteit en bedrijfscultuur. En ook dat is verklaarbaar uit de historie, vindt Webers: “De een was een echte vormgever, de ander een echte ingenieur. In feite een huwelijk tussen kunst en techniek. Dat ademt dit bureau nog altijd uit en dat is niet onbelangrijk: het onderscheidt ons, het gaat om ratio en gevoel. Het lijkt een groot verschil, maar het ligt dicht bij elkaar. Het gaat in ons metier om verrassende ideeën en nieuwe oplossingen. Dat kan niet alleen op basis van ratio, daar spelen gevoel en creativiteit ook een rol.” Het belang kan Webers niet genoeg onderschrijven: “We moeten voortdurend zoeken naar >>
Harry Webers, Witteveen+Bos
INNOvation > IN & oud > Witteveen+Bos [27]
Aanleg Noord-Zuidlijn, Amsterdam
[28] Witteveen+Bos < IN & oud < INNOvation
betere oplossingen. Niet alleen in technisch opzicht. Neem de Noord/ Zuidlijn; dit project heeft een grote maatschappelijke impact op de stad en de bewoners. En dat geldt voor heel veel projecten: Nederland is een klein land: zo zijn er veel natuurgebieden, en moet je rekening houden met de natuur en het milieu. Een ingenieur kan niet meer volstaan met zijn werk alleen. Zomaar iets ontwerpen wat niet in het landschap past, dat kan niet. Daarom willen wij dat onze mensen extra nieuwsgierig zijn, oog hebben voor maatschappelijke thema’s, de krant anders lezen. Een project moet je ook ethisch kunnen duiden, daar moet je gewetensvragen bij stellen. Als wij iets ontwerpen, dan is er daar al een democratische voorgeschiedenis aan voorafgegaan. En (te) wilde ideeën worden hier intern altijd vanzelf gecorrigeerd.” Het is gedachtengoed van de Romeinse architect Vitruvius, die zei: “De bouwmeester moet niet alleen tekenen, doch ook muziek verstaan.” Webers: “Je moet als ingenieur meer zien in de omgeving dan je eigen project. Men vindt het al snel normaal wat ingenieurs doen. Een tunnel of viaduct, een gebouw, de waterleiding; het staat er en het werkt. Maar zo simpel is het natuurlijk niet. Een door ons gemaakt project moet zichtbaar zijn op een manier die past: ‘Engineered by Witteveen+Bos’. Dat vraagt om veel empathisch vermogen van onze mensen, die zich voldoende verdiepen in het probleem. Aan de ene kant als een kok die zijn gasten wil verwennen, anderzijds als een adviseur, die problemen oplost en projecten duurzaam maakt. En dan niet vanuit arrogantie, dat werkt niet. Het is dienstbaar zijn aan de mensen, de maatschappij, de natuur.” Met die visie is Witteveen+Bos ook succesvol over de grens. Internationaal is het bureau betrokken bij de bereiding, transport en distributie van drinkwater, afvalwaterzuivering, waterbeheer, milieubeleid en -technologie, havens, baggeren, kust- en rivierwaterbouw en het ontwerp van zinktunnels. Export van kennis is anders dan tien, vijftien jaar geleden, constateert Harry Webers: “Je kunt geen bosjes met ingenieurs naar een land toesturen. We doen tegenwoordig projecten, zoals in Kazachstan, waarbij we veel lokale capaciteit inzetten. Met koloniaal gedachtengoed kom je er niet. De verhoudingen zijn aan het veranderen. Daar moet je terdege rekening mee houden.” In een land als Kazachstan heeft Witteveen+Bos drie kantoren. Andere vestigingen zijn er in België, Rusland, Letland, Vietnam en Indonesië. Er wordt zorgvuldig gekeken naar de mogelijkheden, alvorens er projecten in het buitenland worden uitgevoerd. Niet alleen de taal kan een probleem zijn. “Er zijn vaak totaal andere ontwerpnormen en -regels. Bovendien: hoe borg je de kwaliteit van je projecten? En dan is er natuurlijk ook interne discussie over normen en waarden in landen. Is er sprake van corruptie, zijn je medewerkers wel veilig ? Als het niet kosher
is, doen we het niet. Dat is altijd het uitgangspunt. Je moet wel zuiver op de graat blijven.” Export en samenwerking met buitenlandse partijen gaat Witteveen+Bos niet uit de weg. Zo wordt in SEEN-verband samengewerkt met ingenieursbureaus in Denemarken, Zweden en Frankrijk. SEEN staat voor Strategic European Expertise Network en beoogt uitwisseling van kennis over technische ontwikkelingen. Ook worden er gezamenlijk nieuwe producten en diensten ontwikkeld en wordt er in diverse projecten in Oost-Europa, Afrika en China samengewerkt. Webers: “We hebben bewust een lage drempel voor samenwerking. Niet alleen met onze eigen vestigingen in het buitenland, maar ook met ingenieursbureaus die vergelijkbaar zijn met ons. Binnen SEEN wisselen wij nieuwe kennis uit. Zo ontstaan er nieuwe combinaties, nieuwe oplossingen, inzichten en visies. We kunnen goed delen, maar dan wel met gerenommeerde partners. Het is voetbal: je doet het samen als team. En uiteraard om te winnen: het is heel inspirerend.” De uitgangspunten van Witteveen+Bos, waarbij projecten niet sec vanuit een technologisch blikveld worden benaderd, maar ook met oog voor maatschappelijke en landschappelijke ontwikkelingen zullen in de toekomst waardevol blijken en nodig zijn. Webers: “Er wonen in 2050 naar verwachting zo’n 9 miljard mensen op deze aarde. Die willen allemaal eten, schoon water en droge voeten. Er zal nog veel van ingenieurs worden verwacht. Een ingenieur is dan ook niet een soort Willy Wortel, maar moet zich oprecht maatschappelijk betrokken tonen. Met beide voeten in de samenleving staan en de noodzakelijke empathie hebben.” Hij vervolgt: “Innovatie wordt vaak belemmerd en vertraagd door het economische systeem. Veel is maakbaar, maar dat wordt bepaald voor wat wij er als samenleving voor over hebben. Minister Ginjaar van VROM zei 30 jaar geleden al dat de maatschappelijke pijn groter moet worden, voordat we gaan schakelen. De cholera-epidemie in Hamburg ruim honderd jaar geleden gaf de aanzet tot de ontwikkeling van afvalwaterzuivering. Hele steden werden door die ziekte gedecimeerd. De watersnoodramp in Zeeland was de aanleiding voor de Deltawerken. Schoon drinkwater, voldoende voedsel, een goed klimaat. Zo lang we de pijn niet aan den lijve ondervinden, denken we dat het wel losloopt. Maar vergeet de stressfactor niet: als er stress is, moeten er opeens oplossingen worden bedacht. Als ingenieurs zeggen wij: het is veel slimmer om die vooraf te bedenken en de problemen voor te zijn. Maar vaak is de druk kennelijk nog onvoldoende, en moet de echte stress nog komen.” “Of wij daar dan als Witteveen+Bos klaar voor zijn? Dan kom je toch terug op de visie van ons bureau. Deskundig, betrouwbaar en betrokken zijn ons kritische kwaliteitskenmerken. Naast ratio en gevoel, kunst en techniek. Ik heb er alle vertrouwen in dat wij daarmee op de goede weg zijn.”
w w w.witteve enbos.nl info@witteve enbos.nl twitter.com / WitteveenB os
Aanleg Spoorzone, Delft
Sanering Volgermeer, Broek in Waterland
INNOvation > IN & oud > Witteveen & Bos [29]
[30] Young Technology Award < INzake < INNOvation
Young Technology Award
tekst Mariska van der Meer • fotografie Eric Brinkhorst
Duwtje in de rug voor jonge, innovatieve ondernemers
Marcel Oogink, Duplaco
INNOvation > INzake > Young Technology Award [31]
Onlangs is voor de vijfde keer de Young Technology Award uitgereikt: een stimulans voor jonge, innovatieve ondernemers. Janinka Feenstra, communicatieadviseur bij Kennispark Twente: “De Award draait eigenlijk om twee dingen: we mogen met de hele regio trots zijn op innovatie en ondernemerschap en we willen ondernemers die daarmee bezig zijn in de spotlight zetten. Daarnaast is het voor de genomineerde bedrijven een goede manier om de gekozen aanpak kritisch tegen het licht te houden.”
De genomineerden voor de Young Technology Award hebben allemaal een innovatief karakter. De winnaar van de Award sleept een bedrag van 5.000 euro in de wacht. Naast de Award is er een publieksprijs waar een bedrag van 1.000 euro aan verbonden is. Janinka: “Naast het geldbedrag is het een mooi podium voor starters, want het brengt natuurlijk de nodige publiciteit met zich mee. Wat we vooral van genomineerden horen is dat het winnen van de Award een erkenning is dat ze op de goede weg zitten.”
Deloitte is als sponsor bij de Young Technology Award betrokken. Jort Annink, fiscaal jurist bij Deloitte Enschede: “Voor ons is dit een manier om ondernemerschap in Twente te stimuleren. Na een voorselectie pitchen de bedrijven tijdens de finale voor een onafhankelijke jury. Het is altijd een leuke en leerzame avond. De bedrijven worden door de juryleden beoordeeld op basis van hun markt, omzet, technische stand van zaken en toekomstplannen. Zo leer je starters kritisch naar hun eigen organisatie te kijken. Ik heb dit keer zelf >>
[32] Young Technology Award < INzake < INNOvation
w w w.young technology award.nl w w w.dovid eq.nl w w w.osten dum.com info@youngt echnologyaward.nl
deelgenomen aan de pitchtraining voor de bedrijven. Dan kom je samen echt tot de essentie van het bedrijf. Want je moet het tijdens de finale gewoon in een helder en compact verhaal van drie minuten kunnen overbrengen aan jury en publiek.” In 2011 was Ostendum winnaar van de Young Technology Award. Het bedrijf houdt zich bezig met de ontwikkeling van biosensoren die worden gebruikt voor het sneller opsporen van microorganismen, zoals bacteriën, virussen en bio-markers. De expertise wordt onder andere ingezet in de medische wereld en voedselindustrie. Aurel Ymeti, R&D directeur van Ostendum: “Het voelt als een aanmoedigingsprijs. De Award heeft ons het vertrouwen gegeven dat we het goed doen. We zijn in 2008 begonnen en na een periode van onderzoek en ontwikkeling brengen we sinds 2010 onze apparatuur op de markt.” De gewonnen 5.000 euro is inmiddels in het bedrijf geïnvesteerd. Aurel: “Het is belangrijk dat je in nieuwe ideeën blijft investeren. Zo zijn we nu bezig met het ontwikkelen van een wegwerp Lab-on-a-Chip. Dat betekent dat we de komende drie/vier jaar nog wel druk zijn met het testen en valideren van prototypes en het binnenhalen van de nodige certificeringen.” Het binnenslepen van de Award heeft het bedrijf ook flink wat naamsbekendheid opgeleverd: “We hebben veel reacties van collega-ondernemers gehad. Daarnaast diverse publicaties in kranten en vakbladen. Daarmee sta je toch maar mooi ‘in the picture’ als veelbelovende partner voor de toekomst. Als starter in deze tijd geen overbodige luxe.” Dat laatste sluit aan bij wat Jort Annink starters adviseert: “Je moet er hoe dan ook voor zorgen dat je bij mogelijke investeerders bekend bent. Je kunt het niet alleen, je moet met andere partners samenwerken. Dat geldt zeker als je andere partijen nodig hebt voor het inbrengen van kapitaal. Je ziet in het voortraject van de Young Technology Award ook dat starters met andere starters in contact komen en veel van elkaar leren. Wat dat betreft is het Kennispark een belangrijk verzamelpunt en broeinest van talent.” Aurel Ymeti kan deelname aan de Young Technology Award alleen maar aanraden: “Het geldbedrag was natuurlijk van harte welkom, maar we hebben er vooral veel van geleerd en nuttige contacten opgedaan. Bovendien is het een mooie manier om te laten zien wat we als regio aan innovatieve bedrijven in huis hebben.”
And the winner is…. De Young Technology Award is een initiatief van Kennispark Twente, PPM Oost, Deloitte, ABN Amro en Innovatieplatform Twente en wordt georganiseerd in samenwerking met Powered by Twente. De winnaar van de Technology Award 2012 is Dovideq Medical. Het bedrijf heeft de ‘Scope Control’ ontwikkeld, een apparaat dat de kwaliteit van endoscopen voor elke kijkoperatie automatisch kan controleren. Het product bespaart volgens de jury kosten, is gemakkelijk te bedienen en de productie is snel op te schalen. Ook de publieksprijs is dit jaar voor Dovideq Medical. De jury bestond dit jaar uit Paul Nederkoorn (zakenman, wetenschapper en jurist), Eric Nijkamp (CEO NyStaete Group) en Rob Snel (counselor en voorheen managing director Koninklijke Grolsch NV). De uitreiking was op 12 november jl. bij Poppodium ATAK in Enschede.
twitter.com / DovideqMed ic twitter.com al /D twitter.com uplaco / CleanLightGr oup twitter.com / Poweredby Twente
De jury met v.l.n.r. Paul Nederkoorn, Eric Nijkamp en Rob Snel
Bert Dommerholt (l) en Menno de Braak (r), Dovideq Medical
INNOvation > INzake > Young Technology Award [33]
[34] Zeton < INgenieus < INNOvation
Meccano voor grote mensen De procesindustrie, zoals de chemisch en petrochemische sector, gaat niet over één nacht ijs. Nieuwe producten worden eerst uitgebreid getest voordat deze op grote schaal worden geproduceerd. De risico’s zijn immers groot: onder de microscoop kan een innovatie er veelbelovend uitzien, maar om het te produceren kan riskant zijn. Bijvoorbeeld omdat het proces niet functioneert of het product niet de
tekst Erwin Gevers • fotografie Gijs van Ouwerkerk
gewenste kwaliteit of samenstelling heeft. In die gevallen brengt Zeton uitkomst.
Johan ter Harmsel, Zeton
INNOvation > INgenieus > Zeton [35]
Het Canadese bedrijf heeft een vestiging in Enschede waar testopstellingen worden gemaakt. Niet alleen voor de petrochemische industrie, maar voor tal van andere sectoren variërend van farmaceutische en voedingsmiddelenbedrijven tot de biotechnologie in Europa, het Midden-Oosten en Afrika.
w w w.z eton.c info@z eton.n l
om
In de enorme hal van Zeton in Enschede worden in feite miniatuur-installaties gebouwd: in de vorm van pilot plants en installaties op laboratoriumschaal. Werkend en wel, legt managing director Johan ter Harmsel van de Enschedese vestiging uit: “Een chemisch producent of een petrochemisch bedrijf wil weten of een nieuw ontwikkeld product of proces in de praktijk ook werkt. Je gaat dan niet op voorhand daar een compleet nieuwe fabriek voor bouwen of het testen in de bestaande productieinstallatie. Dan komen wij in beeld: wij bouwen de installatie op schaal waarmee de opdrachtgever kan testen of de verwachtingen uit het onderzoek ook in de praktijk werken.”
Zeton heeft veel kennis en ervaring. “En dat zit in de mensen die hier werken. Dit is niet iets wat je in een jaar leert. Het is feeling en creativiteit. En wij zoeken ook naar alternatieven om het proces te laten slagen. Dat is onze toegevoegde waarde. We doen dit werk voor veel industrieën: chemische bedrijven, de petrochemie, farma. We kunnen kennis koppelen en inbrengen in de diverse industrieën.” Het maken van de testopstellingen lijkt Meccano voor grote mensen: veel componenten zijn standaard. Maar de details maken het onderscheid. En zijn uiterst geheim. “Want de concurrentie wil altijd graag weten wat een ander aan het ontwikkelen is.” Als een opstelling gereed is wordt deze overgebracht naar de opdrachtgever, die er dan naar hartenlust mee kan testen. Om een nieuwe (bio)brandstof, een innovatieve kunststof of ander product te maken. Want als het werkt in de testopstelling die in Enschede is gemaakt, werkt het ook op productieschaal.
[36] Cloud computing < INzake < INNOvation
De cloud:
tekst Erwin Gevers • fotografie Gijs van Ouwerkerk
In de wolken of in de zorgen
Ruud Rademakers, Centre4Cloud
INNOvation > INzake > Cloud computing [37]
Werken in de cloud is al lang geen fenomeen meer. Sterker nog: iedereen werkt er mee zonder het te weten. Immers, populaire toepassingen zoals LinkedIn, Google mail, Dropbox en Facebook zijn in feite niets anders dan cloud-diensten. Voor ondernemers biedt cloud computing veel voordelen. Maar, er zijn ook valkuilen. Bijvoorbeeld als het gaat om de beveiliging en juridische aspecten. Niet dat het een argument is om de cloud te vermijden. Alertheid is dus gevraagd, maar de echte revolutie moet nog komen.
“Cloud computing is niet per definitie onveilig. Maar de aanbieders moeten vooraf zekerheid bieden over zaken als risico’s rondom beveiliging, beschikbaarheid, formaten waarin data worden opgeslagen. En natuurlijk: waar staat mijn data, kan ik e-mail na een jaar nog opvragen. En: wat is de wet- en regelgeving waar ik mee te maken krijg. Dat zijn vragen die van belang zijn.” Aldus Hans Bootsma, Cloud Assurance Leader bij Deloitte. Als specialist is hij dagelijks betrokken bij de vraagstukken die cloud computing met zich meebrengen. En vanuit die positie kan hij ook gefundeerde antwoorden geven. Bijvoorbeeld of cloud computing veilig is. “Voor een MKB’er is de cloud over het algemeen veiliger dan een server die op kantoor onder het bureau staat. Voor grote bedrijven, voor multinationals is het een ander verhaal. Dan is het een kwestie van keuzes maken welke data in de cloud wordt geplaatst. Laag of niet confidentiële data kan in de cloud. Organisaties als Shell of Philips zullen alleen zaken als intellectual property in de cloud opslaan als ze voldoende zekerheden hebben gekregen van de providers.” Wat het niet makkelijk maakt is dat er inmiddels vele aanbieders zijn. Google, KPN, IBM, Amazon en talloze andere, ook regionale spelers. De keuze daartussen moet worden gemaakt op basis van de eisen en de mate van importantie van de data. Hans Bootsma: “De organisatie kan dit zelf het beste bepalen. Een productiesysteem zou ik nu nog niet in de cloud zetten, want als de dienst
uitvalt ligt je productie dus stil. Maar je CRM-pakket, administratie of je e-mail, dat is minder een probleem. En trouwens, ook daartussen kun je dan weer keuzes maken. Zo laat KLM al het vluchtpersoneel gebruik maken van Google-mail. Maar de corporate e-mail, die meer vertrouwelijke informatie bevat, gaat via een andere provider.” “Het is natuurlijk ook een zaak van goede afspraken maken. Met partijen als KPN kan dat en je spreekt dan vooraf duidelijk af waar en hoe de data die zij voor jou beheren, wordt opgeslagen. Bijvoorbeeld alleen in datacenters in Nederland of Europa. Want tja, dat is natuurlijk de kern: als je in de cloud gaat, weet je niet meer waar je data staat. KPN biedt echter wel de zekerheid rondom de grootste risico’s. Daaronder de risico’s rondom de locatie van data, die nodig is om bedrijven ervan te overtuigen om hun data in de cloud te plaatsen. Hierin loopt KPN momenteel voorop.” Voor bedrijven die zekerheid willen omtrent de opslag, de veiligheid en andere aspecten biedt Deloitte specifieke oplossingen door het valideren van de cloud dienst van de provider. Bootsma: “Om het simpel te zeggen: wij maken als het ware een foto van de omgeving waar de data wordt opgeslagen. Het is een nulmeting van de totale infrastructuur en vervolgens monitoren wij dat. Zie het als een gevangenis die we helemaal in beeld brengen: de toegangspoort, de muren, de ramen en deuren. Vervolgens zeggen wij: wat er binnen die gevangenis gebeurt, maakt ons niet uit. Er mag binnen een deur worden opengemaakt, men mag van de ene naar >>
[38] Cloud computing < INzake < INNOvation
“De basis is om de bereidheid te hebben om dingen met elkaar te delen”
w w w.centre4
cloud.nl info@centre 4cloud.nl twitter.com / centre4clou d
INNOvation > INzake > Cloud computing [39]
de andere afdeling. Zo lang het maar binnen blijft. Zodra er een deurtje naar buiten opengaat, er wordt iets gekopieerd of storage aangemaakt, dan zien wij dat en melden dat. Op die manier kunnen wij zekerheid bieden aan de eindgebruiker dat zijn data beschermd is en binnen blijft. Het geeft namelijk inzicht of de provider zich aan de afspraken houdt. Natuurlijk, er blijven altijd bepaalde gevaren, maar data opslaan in je eigen bedrijf is dan waarschijnlijk kwetsbaarder.” Bootsma benadrukt nog eens dat het er om gaat vooraf goede keuzes te maken. Welke data en welke applicaties gaan wel of niet in de cloud. Wat is confidentieel, wat niet en kan het ook buiten Europa worden opgeslagen. Immers, de wet- en regelgeving verschilt. Daarop is niet zomaar een eenduidig antwoord op te geven, omdat de complexiteit vraagt dat dit per situatie wordt bekeken. Een ander aspect is wel van belang: de Amerikaanse Patriot Act. Deze wet werd in 2003 ingevoerd naar aanleiding van 9/11 en stelt de Amerikaanse overheid in staat te eisen dat dat onder zeer stringente wettelijk te checken condities specifieke data van Amerikaanse bedrijven wordt overgedragen. Ook in Europa, zegt Bootsma: “De VS kunnen van een partij als IBM eisen dat zij data, die zij in Europa hosten, beschikbaar stelt. Dat zou dus ook gelden voor data van de Nederlandse overheid en iedere Nederlandse onderneming en organisatie die bij IBM wordt gehost.” Ook Microsoft is verplicht zich aan de Patriot Act te houden. Bootsma: “Maar ook hierbij telt weer: wat zet je in de cloud. Als regionaal bedrijf zul je er niet wakker van liggen als jouw administratie in de cloud staat bij een Amerikaanse provider. Maar als KLM erover nadenkt om honderd nieuwe vliegtuigen te bestellen is dat natuurlijk ook interessante informatie voor de Amerikaanse overheid. Dat heeft dan wel niets met terrorisme te maken, maar wat als de overheid die
informatie doorspeelt naar Boeing. Zoiets is zeer vertrouwelijk.” Rondom de Patriot Act en de gevolgen voor Amerikaanse providers, vindt momenteel een ferme discussie plaats. Hans Bootsma ziet er, voor zover een goede keuze wordt gemaakt tussen data en applicaties die wel in de cloud gaan, geen aanleiding in om cloud computing dan maar terzijde te schuiven: “Nee, mijn conclusie is altijd: wel doen. Cloud computing is veilig en efficiënter. Maar, zorg altijd vooraf dat je de risico’s inschat, goed kijkt welke data naar de provider gaat en maak de juiste afspraken.” Ruud Ramakers is directeur van het Centre4Cloud in Enschede, een initiatief van onder andere Kennispark Twente. Medio 2010 is Centre4Cloud gestart als kenniscentrum voor cloud computing. Een naam die inmiddels over de hype heen is, vindt Ramakers: “En nieuw is het ook niet meer: al vanaf 1998 worden cloud diensten aangeboden, het bestaat al veertien jaar. Zo’n innovatie heeft altijd twintig jaar tijd nodig om succesvol en geaccepteerd te worden. We hebben dus nog zes jaar te gaan”, aldus Ramakers, die constateert dat de weerstand om data elders te plaatsen in een vrij abstracte omgeving, nu aan het wegebben is: “En dat komt ook omdat de oplossingen eenvoudig in gebruik zijn en dus snel toe te passen.” Een deuk in het vertrouwen was de affaire DigiNotar, het bedrijf dat certificaten uitgaf maar een hack niet overleefde: vertrouwen weg en failliet verklaard. “Dat zorgde ervoor dat iedereen zich afvroeg hoe veilig de huidige omgeving is”, zegt Ramakers, die evenals Bootsma pleit voor goede keuzes: “Tachtig procent van de informatie die wij genereren, daarvan maakt het niet uit of dat beschikbaar komt. Is niemand in geïnteresseerd. Het gaat om concurrentie- en privacygevoelige informatie. Dan moet je rekening houden met hoe én
waar je het opslaat. De discussie over veiligheid, die wordt weggenomen omdat providers experts zijn op het gebied van veiligheid. Zij beheersen dat vak beter dan de eigen expert in het bedrijf.” Het Centre4Cloud heeft als taak om zoveel mogelijk kennis over cloudtechnologie op te bouwen en te delen met het bedrijfsleven en organisaties. Er wordt geïnventariseerd welke onderzoeksbehoefte er is en welke vragen er leven. Kennis vanuit Saxion en de UT wordt verzameld en naar buiten gebracht. Ramakers: “Hoe krijgen we bedrijven in de cloud en hoe creëren we een omgeving waarin cloudbedrijfjes ontstaan. Met onze kennis en visie zijn wij toonaangevend. Er is geen enkel ander instituut in ons land dat zich hiermee bezig houdt. “ Ruud Ramakers is cloud-adept vanuit de overtuiging dat deze technologie juist verder gaat dan alleen maar een handige manier om data elders te bewaren: “Uiteindelijk zal die slag worden gemaakt, namelijk dat de cloud de productiviteit verhoogt. Waar ICT ophoud binnen de grenzen van je bedrijf, gaat dit veel verder. Applicaties en informatie komen sneller en breder beschikbaar, zijn tijdbesparend en onafhankelijk van een bepaalde locatie. We gaan van maakindustrie naar dienstenindustrie, omdat je dankzij de beschikbare cloud-techniek niet alleen een product maakt maar er intelligentie aan toe kunt voegen. Dat gaat zorgen voor een versnelling in de markt en concurrentievoordeel. Bedrijven die de kennis hebben en in staat zijn om die diensten te bouwen en te leveren, die hebben straks de voordelen.” Het zal leiden tot andere denkprocessen, besluit Ruud Ramakers: “De basis is om de bereidheid te hebben om dingen met elkaar te delen. Anders te denken. Niet in concurrentie maar samenwerking. Dat wordt de werkelijke revolutie die de cloud teweeg gaat brengen.”
[40] agenda < IN ‘t verschiet < INNOvation
Agenda 11 december 2012
Lunchbijeenkomst en speeddate Connect, Maak kennis met Internationaal talent
Kennispark, The Corridor, Hengelosestraat 525, Enschede • voor ondernemers • meer informatie vindt u op www.kennispark.nl Op 11 december organiseren Saxion en Univeristeit Twente in samenwerking met Kennispark Twente een lunchbijeenkomst, waarbij geinteresseerde bedrijven kennis kunnen maken met recent afgestudeerde, internationale talenten die gemotiveerd zijn om voor langere tijd in Nederland te werken.
19 december 2012
Serious request grootste ondernemersborrel Twente Centrum, Enschede • voor ondernemers • meer informatie vindt u op www.seriousrequest2012.nl
Twente staat bekend om haar grote netwerkdichtheid en vele borrels. Dit jaar gaan deze netwerken zich aan elkaar verbinden en samen de grootste ondernemers kerstborrel organiseren, met als voornaamste doel: In kerstsfeer samen een opbrengst realiseren voor het goede doel.
24 januari 2013
VentureClass VentureLab International
The Corridor, Enschede • voor starters, ondernemers, intermediairs, beleidsmakers • meer informatie vindt u op www.venturelabinternational.com In deze VentureClass gaat Aard Groen in op de behaalde resultaten van het business development support programma VentureLab. De bijeenkomst start met een borrel en netwerkbuffet.
4 febrauri 2013
Inspire 2 connect
De Pakkerij, centrum Enschede • voor innovatieve ondernemers en studenten • meer informatie vindt u op www.inspiretoconnect.nl Inspire to Connect is een inspirerende avond vol innovatie en ondernemerschap waar student en het Twentse bedrijfsleven elkaar informeel zullen ontmoeten. Met een creatief programma, zonder stands en flyers, maar met een biertje in de hand samen over de uitdagingen in uw bedrijf discussiëren.
5-20 maart 2013
Bedrijvendagen Twente 2013
Op en rond de campus van de Universiteit Twente • voor ondernemers, studenten, promovendi en afgestudeerden Tijdens de Bedrijvendagen aan de Universiteit Twente wordt een serie activiteiten georganiseerd die de contacten bevorderen tussen studenten, promovendi en afgestudeerden enerzijds en potentiële werkgevers anderzijds. Ieder jaar maken circa 2000 studenten en net afgestudeerden kennis met ongeveer 125 bedrijven bij een verscheidenheid aan activiteiten.
INNOvation > opINie > Inaday [41]
Frank Bouman en Bas-Jan ‘t Jong I Inaday I Een goede bescherming van uw product, dienst en merk is onmisbaar bij een goede bedrijfsvoering. Inaday helpt u daarbij.
Is patentbescherming duur? Nee! In onze dagelijkse werkzaamheden als octrooigemachtigden komen wij geregeld ondernemers tegen, die verzuchten dat patentbescherming voor hun nieuwste innovatie zo duur is. Natuurlijk is patentbescherming niet gratis, maar als die ondernemer vervolgens vrolijk vertelt het tienvoudige uit te gaan geven voor bijvoorbeeld een spuitgietmatrijs, dan krabben wij ons wel eens achter de oren. Vanuit het standpunt van de ondernemer kunnen wij ons wel voorstellen, dat de kosten voor een spuitgietmatrijs makkelijker te koppelen zijn aan de producten, dan de kosten voor een patentbescherming. Immers zonder een spuitgietmatrijs kun je geen producten verkopen, maar zonder patentbescherming kun je dat wel. Er wordt echter een belangrijk ding vergeten. Een patent geeft een alleenrecht om de betreffende innovatie of uitvinding op de markt te mogen brengen. Je zet in feite een groot hek om je markt en je bent de enige die binnen die markt het beschermde product mag verkopen. Ook producten, die buiten je beschermde marktgebied gemaakt worden, mogen niet binnen dit figuurlijke hek komen. Met een patentbescherming heb je de markt aldus geheel voor je zelf.
w w w.inaday .eu enschede@ inaday.eu nl.linkedin.c om/in/ productpro tection
nl.linkedin.c om/in/ frankboum an twitter.com / Frank_Boum an
Stel nu dat je geen patentbescherming regelt voor je innovatie en je met het product op de markt komt. De initiële kosten zullen dan zeker lager zijn. Een concurrent kan echter zonder probleem het innovatieve product namaken en ook op de markt brengen. Die concurrent heeft dan bovendien het voordeel, dat hij amper ontwikkelingskosten heeft gehad voor het nagemaakte product, waardoor hij gemakkelijk de prijs laag kan houden. Zelfs al zou de ondernemer nog 50% van de markt weten te behouden, dan is het verlies, door de kleinere markt en de jaarlijks gemiste omzet, aanzienlijk. Als je wel een patentbescherming hebt, kan het helaas alsnog voorkomen dat nagemaakte producten op de markt komen. Je zult dan naar de rechter moeten om een verbod en schadevergoeding te vragen. We horen u al zeggen: “Maar dat kost geld”. Voor rechtszaken op het gebied van patenten geldt echter dat de verliezer alle werkelijke kosten van de rechtszaak van de winnaar dient te betalen. Een rechtszaak hoeft dan ook, financieel gezien, niet nadelig te zijn. Een ander bijkomend voordeel van een patent voor een Nederlandse ondernemer is de mogelijkheid om de zogenaamde innovatiebox te kunnen gebruiken. Voor de winst, die behaald wordt met het gepatenteerde product, hoeft dan slechts maar 5% vennootschapsbelasting te worden afgedragen in plaats van de gebruikelijke 20% of 25%. Hoewel een patentbescherming initieel geld kost, kan het zeker ook geld opleveren. Nee, patentbescherming is niet duur, het kan zelfs de winst verhogen.
[42] agenda < IN ‘t verschiet < INNOvation
Agenda 15, 16 en 17 maart 2013
Startup Weekend Enschede
Spinnerij Oosterveld • voor developers, ontwerpers, marketeers, productmanagers en enthousiaste ondernemers • meer informatie vindt u op www.enschede.startupweekend.org Startup Weekends is een event van 54 uur, waarbij developers, ontwerpers, marketeers, productmanagers en enthousiaste ondernemers bij elkaar komen om ideeën te delen, teams te vormen, producten te ontwikkelen en startups uit de grond te stampen.
17 april 2013
Industrial Laser Event 2013
Universiteit Twente • voor ondernemers en kennisinstellingen • meer informatie vindt u op www.industrial-laserevent.nl Het LaserEvent is een ééndaags symposium dat op de Universiteit Twente wordt gehouden. Op het symposium komen kennisinstellingen, leveranciers en gebruikers samen om informatie uit te wisselen over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van laser materiaalbewerking.
29 mei 2013
Innoversum Innovatiecongres, Born Global: ondernemen in een internationale context
Grolsch Veste, Enschede • voor innovatieve ondernemers, R&D managers en intermediairs • meer informatie vindt u op www.innoversum.nl Innoversum gaat over ondernemerschap en innovatie. In de editie van 2013 staat het ondernemen in veranderende tijden centraal. Verrassende presentaties van inspirerende sprekers over het pionieren op wereldschaal, met onderwerpen als vernieuwend samenwerken, vernieuwend financieren en fast track business development.
l ispark.n w w.kenn Kijk op w an v t overzich actueel n e e r o vo s en orkshop enten, w evenem ernemerover ond rs a in m se e. innovati schap en
INNOvation > INformatie > organisatie & colofon [43]
Colofon
• KENNISPARK TWENTE
• BLADMANAGER:
Vanaf de innovatiecampus in Enschede zet stichting Kennispark Twente zich in om een
Boukje Vreman
optimaal ecosysteem voor innovatie en ondernemerschap in Twente te creëren. Die omgeving biedt kansen voor innovatieve ondernemers, die door te groeien en kansen te
• VORMGEVING:
pakken de innovatiekracht van onze regio en Nederland vergroten. Kennispark Twente
Eline Knops
staat voor innovatie en versnelling, op basis van de kennis van het talent van onze bedrijven en kennisinstellingen.
• DRUK:
Adresgegevens Kennispark Twente: Hengelosestraat 525, 7521 AG Enschede, 053 48 36
Drukkerij Roelofs, Enschede
800,
[email protected], www.kennispark.nl • AAN DEZE UITGAVE WERKTEN MEE: • COLOFON
Moniek Aansorgh, Eric Brinkhorst, Kees Eijkel, Janinka Feenstra, Erwin Gevers, Kiki
Innovation is een gezamelijke uitgave van Kennispark Twente en Van Deinse Media.
Haasewinkel, Herman Hazewinkel, Odette van der Kuil, Mariska van der Meer, Martin
Oplage: 10.000 stuks.
Metsemakers, Gijs van Ouwerkerk, Arnold Poelstra, Kees Schöller, Frank Visschedijk.
• DISTRIBUTIE:
• COPYRIGHTS:
Als bijlage bij TOM – Twents Ondernemers Magazine (december 2012). Tevens verkrijg-
Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden op welke wijze dan ook, zonder voor-
baar via Kennispark Twente.
afgaande, schriftelijke toestemming van de uitgever en andere auteursrechthebbenden. Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De uitgever aanvaardt
• UITGEVERIJ:
echter geen enkele aansprakelijkheid voor onvoorziene gevolgen van onvolkomenhe-
Van Deinse Media, Postbus 40194, 7504 RD Enschede, www.vandeinsemedia.nl, tele-
den of vermelding van onjuiste gegevens. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen
foon 053-478 20 71, fax 053- 478 20 70, e-mail:
[email protected].
rechten worden ontleend.
• UITGEVER: Jeroen Achterberg
©Van Deinse Media BV