1
bericht
kennisgeving ontwerp beschikking Datum
28 mei 2012 Kennisgeving ontwerpbeschikking Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Uitgebreide voorbereidingsprocedure Burgemeester en wethouders van Zwolle maken bekend dat zij in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voornemens zijn vergunning te verlenen: Kenmerk : D111220_0113 Locatie : Achter de Broeren 1 te Zwolle Voor : het plaatsen van een aanbouw tegen de Broerenkerk t.b.v. keuken, entree, sanitair, installatie en opslag op het perceel Achter de Broeren 1 te Zwolle, bestaande uit de volgende activiteiten: 1. het (ver)bouwen van een bouwwerk 2. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of provincie of een voorbereidingsbesluit 3. het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame. 4. het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht Type : Integraal Daarnaast is de ontwerpbeschikking digitaal te raadplegen op de website www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=NL.IMRO.0193.POV12008-0002. De bronbestanden zijn beschikbaar via http://ro.zwolle.nl/plans/NL.IMRO.0193.POV120080002. De aanvraag, de ontwerpbeschikking en de bijbehorende stukken liggen met ingang van 31 mei tot 12 juli 2012 ter inzage in het Informatiecentrum Stadskantoor, Lübeckplein 2 (zie rubriek ‘Openingstijden en telefoonnummers’ in de blauwe kolom). Tijdens de periode van ter inzage legging kunnen schriftelijk zienswijzen worden ingebracht. Zij moeten worden gericht aan ons college en worden verzonden aan de afdeling Fysieke Leefomgeving, Postbus 10007, 8000 GA Zwolle. In deze periode kunnen ook zienswijzen mondeling worden ingebracht. Als u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken kunt u dit binnen genoemde termijn van terinzagelegging kenbaar maken op telefoonnummer 14038. Een medewerk(st)er van juridische ondersteuning van de sectie Vergunningen neemt dan telefonisch contact met u op om uw mondeling zienswijzen te noteren. Wij maken u erop attent dat slechts beroep tegen de uiteindelijke beschikking kan worden ingediend als ook een zienswijze is ingebracht tegen de ontwerpbeschikking en men belanghebbende is.
Omgevingsvergunning ex artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo Ruimtelijke onderbouwing aanbouw Waanders Broerenkerk Achter de Broeren 1 15 Mei 2012
Colofon
Titel Ruimtelijke onderbouwing aanbouw Broerenkerk
Opdrachtgever 19 Het Atelier
Auteurs(s) Monique Schuttenbeld en Gerbrant Brugman
Projectleider Monique Schuttenbeld
Projectnummer
Goedgekeurd door
Paraaf
Zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de opdrachtge-ver of bureau Ruimtewerk is het niet toegestaan deze uitgave of delen ervan te vermenigvuldigen of op enige wijze openbaar te maken.
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
Inhoud
1
Inleiding
5
2
Aanvraag omgevingsvergunning
6
3
Geldende planologische situatie
6
4
Locatie en situatie
7
4.1
Ligging projectgebied
7
4.2
Beschrijving bestaande situatie
7
4.3
Beschrijving nieuwe situatie
7
5
Beleid 9
5.1
Rijk en Provincie
5.2
Gemeente
10
6
Advisering
13
6.1
Ruimtelijke effecten
13
6.2
Milieu aspecten
18
6.3
Overige aspecten
19
7
Overleg
22
7.1
Overleg
22
8
Afweging en conclusie
23
8.1
Samenvattend advies / beslispunt(en)
23
9
Juridische toelichting procedure
24
Bijlagen
25
Bijlage 1:
26
3
9
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
4
BROERENKERK
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
1
BROERENKERK
Inleiding
Op 12 oktober 2010 is een verzoek voor de aanvraag omgevingsvergunning ingediend door Hoog Erve bv (boekhandel Waanders) voor het restaureren, verbouwen en herbestemmen van de Broerenkerk, Achter de Broeren 1 te Zwolle. Voor deze aanvraag is de procedure op grond van artikel 2.12 lid 1, onder a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) doorlopen.Op 11 april 2011 heeft de gemeenteraad van Zwolle besloten de verklaring van geen bedenkingen te verlenen en op 21 april 2011 is omgevingsvergunning verleend. Deze is inmiddels onherroepelijk. De vergunning voorziet in de mogelijkheid een boekhandel met kleinschalige horeca en cultuur faciliteiten te realiseren in de kerk. De boekhandel wordt gesitueerd in de hoofd- en zijbeuk. Op de 3e verdieping is voorzien van een expositieruimte. In het koorgedeelte is kleinschalige horeca geprojecteerd, waar ook lezingen kunnen worden gegeven. Het plan voorziet tevens in de aanpassing van de bestaande toegangsdeuren van de kerk. Boven de hoofdentree zal een reclame uiting worden aangebracht. Eveneens zullen nieuwe entreedeuren worden aangebracht ten behoeve van het horeca gedeelte. De kelder die in deze vergunning is opgenomen is voorzien van een keuken, bergruimte en toiletten. Inmiddels is uit technisch onderzoek gebleken dat het niet mogelijk is de kelder onder de kerk te realiseren. De kans dat door verzakking schade aan de muren of de gewelven ontstaat, is niet uit te sluiten. Onderzoek heeft uitgewezen dat een kelder elders in de kerk niet haalbaar is. Een halfverdiepte kelder in het koor is niet positief beoordeeld door de monumentcommissie, net als een bovengrondse voorziening in de kerk. Vervolgens is de mogelijkheid voor een kelder buiten de kerk onderzocht. In verband met kabels en leidingen en bestaande bomen is dat niet wenselijk. Een aanbouw tegen de kerk is voor de aanvrager en de gemeente het beste alternatief voor de kelder. Op 22 maart 2011 is door het college van burgemeester en wethouders in principe besloten mee te werken aan het wijzigen van de bestemming t.b.v. van de aanbouw tegen de kerk. Wel heeft het college daarbij een aantal randvoorwaarden gesteld ten aanzien van o.a. de stedenbouwkundige aspecten. Deze zijn in bijlage 1 toegevoegd. Op 13 december 2011 heeft de heer Waanders zijn aanvullende plannen gepresenteerd. De aanvullende plannen werden in het algemeen zeer enthousiast ontvangen. Naar aanleiding van bezwaren is de aanbouw aangepast.
5
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
2
BROERENKERK
Aanvraag omgevingsvergunning
Op 20 december 2011 is een verzoek voor de aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een aanbouw tegen de Broerenkerk. De aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Er kan medewerking worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), indien dit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. In hoofdstuk 9 staat de procedure van deze aanvraag vermeld.
3
Geldende planologische situatie
De locatie maakt deel uit van het bestemmingsplan “Beschermd Stadsgezicht”. Dit bestemmingsplan is door de Raad vastgesteld op 11 juni 2001 en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd op 15 januari 2002. Het betreffende perceel waarop de aanbouw is geprojecteerd heeft de bestemming “Openbare ruimte”. Het gebruik als keuken, bergruimte en toiletten ten behoeve van detailhandel is niet mogelijk binnen de bovenstaande bestemming. Er kan slechts medewerking worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo. Daarnaast is het bestemmingsplan “Beschermd Stadsgezicht, 8e partiële herziening” van toepassing. Dit bestemmingsplan is door de raad vastgesteld op 1 september 2008 en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd op 26 november 2008. Dit bestemmingsplan betreft een herziening ten behoeve van de in het plangebied voorkomende archeologische waarden. Het perceel heeft hierin de dubbelbestemming “Archeologisch waardevol gebied”. Op grond van deze bestemming dient, indien door de bouw de bodem op een grotere diepte dan 0,5 meter en over een gro2
tere oppervlakte dan 30 m , de aanvrager van een reguliere bouwvergunning in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
6
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
4
Locatie en situatie
4.1
Ligging projectgebied
BROERENKERK
De aanbouw is gelegen tegen het perceel van Achter de Broeren 1. Dit perceel is gelegen in een gebied dat is aangewezen als beschermd stadsgezicht.
4.2
Beschrijving bestaande situatie
Het huidige perceel heeft de functie plein en is als zodanig ingericht, plein “Achter de Broeren”. Het betreft een voetgangersgebied binnen het winkelgebied. Het bestaande pand de Broerenkerk is een rijksmonument.
4.3
Beschrijving nieuwe situatie
De planontwikkeling van deze aanvraag betreft een aanbouw waarin sanitaire, culinaire en technische voorzieningen worden gesitueerd. Deze functies kunnen daarom vervallen in de eerdere verleende omgevingsvergunning van de wijziging Broerenkerk tot boekhandel. De aanvraag voor wijziging van deze eerdere omgevingsvergunning zal binnenkort worden ingediend.
7
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
De aanbouw blijft binnen de kroonprojecties van de huidige bomen op het plein. De architectuur van de aanbouw is eigentijds met een verwijzing naar de historische aanbouwen, die medio vorige eeuw op deze plaats hebben gestaan. De vormgeving en plaatsing van de aanbouw zijn in nauw overleg met de gemeentelijke stedenbouwkundigen en monumentendeskundigen, alsmede de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed (RCE) ontwikkeld. Het plan is in een vroeg stadium met alle belanghebbenden, waaronder de “vrienden van de stadskern” gecommuniceerd.
8
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
5
Beleid
5.1
Rijk en Provincie
BROERENKERK
Rijksbeleid Op rijksniveau is de Nota Ruimte het belangrijkste ruimtelijke beleidskader. In deze nota zijn de hoofdlijnen voor het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd. De Nota Ruimte bevat geen beleid dat direct doorwerkt naar de ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied. Provinciaal beleid Provinciale Omgevingsverordening/Omgevingsvisie De provincie Overijssel heeft op 1 juli 2009 de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening vastgesteld. In de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening is het ruimtelijk beleid van de provincie vastgelegd, dat onder meer in plaats treedt van het Streekplan Overijssel 2000+, de Verordening voor de Fysieke Leefomgeving (VFLO) en het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP). In het beleid van de provincie staan zorg voor ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid centraal. Deze elementen zijn derhalve binnen de hele omgevingsvisie terug te vinden. De sturingsfilosofie van de provincie is als volgt samen te vatten: als sprake is van een bepaalde ontwikkeling, dan moet eerst worden nagegaan, aan de hand van de generieke beleidsuitgangspunten die in de omgevingsvisie zijn opgenomen, of er behoefte is aan de ontwikkeling. Indien dat zo is, moet worden nagegaan of de gekozen plek geschikt is voor het aldaar doorvoeren van de ontwikkeling. Om antwoord te kunnen geven op die laatste vraag dient de ontwikkelingsperspectievenkaart bekeken te worden. Wanneer uit die kaart blijkt dat een ontwikkeling, zoals gepland, niet in strijd is met deze kaart, kan verder worden bezien hoe de ontwikkeling vormgegeven moet worden. Hierbij heeft de provincie gekozen voor een vierlagenbenadering, in welke benadering vier kaarten/lagen worden onderscheiden. Dit zijn de natuurlijke laag, de laag van het agrarische cultuurlandschap, de stedelijke laag en de lust- en leisurelaag. Samen met de catalogus gebiedskenmerken kan worden geconstrueerd welke kenmerken per laag van belang zijn om rekening mee te houden bij de planvorming. In de onderhavige situatie kan het aanbouw niet losgezien worden van het herbestemmen van de Broerenkerk tot boekhandel. De benodigde sanitaire, culinaire en technische voorzieningen zijn noodzakelijk bij deze herbestemming. Zoals eerder omschreven is een andere locatie voor deze voorziening niet mogelijk. In de Omgevingsvisie heeft de provincie als een van de centrale beleidsambities: "Versterken kernkwaliteiten (binnen-)steden (monumenten, architectuur, water/groen, culturele voorzieningen, stationsgebieden)". Hoofdlijn van het beleid is het versterken van de kracht van de binnensteden en stationsomgevingen. De kwaliteit van de binnensteden bepaalt de identiteit en het imago van de steden, maar ook de mate waarin Overijssel als geheel als aantrekkelijke en dynamische economische en culturele regio wordt gezien.
9
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
Op de kaart Ontwikkelingsperspectief Stedelijke omgeving is op hoofdlijnen weergegeven welke ontwikkelingsperspectieven de provincie in de Stedelijke omgeving ziet. Een van de ontwikkelingsperspectieven is: "Steden als motor”. Dit ontwikkelingsperspectief omvat de steden. De ambitie “Brede waaier aan woon-, werk en mixmilieus” is hier de belangrijkste kwaliteitsambitie. De binnensteden leggen de basis voor de identiteit van de steden. De ontwikkelingsperspectievenkaart geeft de binnenstad aan als "historische kern, binnenstad." Dit betekent ruimte voor een multifunctioneel milieu gebaseerd op voorzieningen (winkels, cultuur, openbaar vevroer, etc.). Versterking van de eigen identiteit gebaseerd op het historisch karakter, erfgoed en monumenten. Vanuit de “Catalogus gebiedskenmerken” blijkt dat de natuurlijke laag van het plangebied aangemerkt dient te worden als: “dekzandvlakte". De laag van het “agrarisch cultuurlandschap” is niet aangeduid, hetgeen voor het stedelijk gebied voor de hand ligt. In de “stedelijke laag” wordt het plangebied gekwalificeerd als "Historische kern”. De vierde laag, de “lust en leisurelaag”, heeft geen directe betekenis voor het plangebied. Al deze kwalificaties bij elkaar en wat de catalogus gebiedskenmerken erover zegt, maakt dat de ontwikkeling in het plangebied past binnen het generieke beleid van de provincie en past binnen de meer specifieke uitgangspunten van de Omgevingsvisie qua ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. De ontwikkeling is dus conform het provinciaal beleid. Er hoeft dus niet te worden afgeweken van de provinciale verordening.
5.2
Gemeente
Structuurplan 2020 In het structuurplan Zwolle 2020 is ten aanzien van winkels en horeca in de binnenstad onder andere het volgende opgenomen: “Versterking regiocentrum Zwolle" Ter versterking van de regionale centrumfunctie benoemt het Structuurplan Centrumstedelijk Gebied. Dit zijn gebieden met gemengde functies zoals wonen, werken en voorzieningen. Een van de te versterken en uit te bouwen Centrumstedelijke gebieden is: - De Binnenstad met de schil daarom heen. De kwaliteit van de Binnenstad is en wordt de komende jaren verbeterd door nieuwe winkel- en horecavestigingen, een nieuw theater en meer woningen.“ “Binnenstad en Schil" Dit is de meest dynamische plek in de stad. Hier komen tal van functies bij elkaar. In augustus 2004 is het Ontwikkelingsprogramma Binnenstad vastgesteld. In het kader hiervan werkt de gemeente de komende jaren samen met diverse partijen samen om de kwaliteit van dit gebied te verbeteren. Geprobeerd wordt om meer evenementen te organiseren en het beheer door campagnes als 'Schoon, Heel, Veilig' te verbeteren. Er komen nieuwe winkel- en horecavestigingen en meer woningen”.
10
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
Het plangebied is op de plankaart van het structuurplan aangewezen als Hoofdcentrum.
Ontwikkelingsprogramma Binnenstad 2020 Een toevoeging van de boekhandel past in de totaalopgave van het Ontwikkelingsprogramma Binnenstad 2020, dat recent in de gemeenteraad is vastgesteld. Het Broerenkerkplein maakt deel uit van het te versterken Winkelhart, bedoeld voor stedelijk verblijf en intensivering met detailhandel en daghoreca, bij te mengen met wonen, cultuur en kleine evenementen. De Broerenkerk is één van de voornaamste locaties waar tot 2020 winkelgroei is voorzien, mogelijk in combi met genoemde andere functies. Vestiging van de boekhandel Waanders in de Broerenkerk past in dit profiel en maakt deel uit van de integrale kwaliteitsslag voor het Weeshuistraatgebied e.o. om met nieuwe winkelformules beter aan te haken op het gehele Winkelhart. Door investeringen in dit gebied wordt de aantrekkelijkheid groter door een herkenbaar voetgangersgebied van pleinen, straten en stegen. Gekozen moet worden voor één centrale winkelroute van Meerminneplein naar het Broerenkerkplein. Met de boekhandel in de Broerenkerk komt ook een gewenste passantenstromen op gang tussen de Diezerstraat en het Eiland (en omgekeerd). Integraal Horecabeleid In het Integrale Horecabeleid, dat in 2007 door de gemeenteraad is vastgesteld, is opgenomen dat uitbreiding van horeca in principe moet plaatsvinden binnen de horecaconcentratiegebieden. Achter de Broeren 1 behoort niet tot het horecaconcentratiegebied. In het horecabeleid is ook opgenomen dat het wenselijk is om in de binnenstad buiten deze gebieden in historische en bijzondere panden horeca toe te staan. Daarvan is hier sprake, nu de Broerenkerk een rijksmonument is. De vestiging van een boekhandel met horeca is onderdeel van het unieke concept, waarvan er niet zo heel veel zijn in Nederland. De horecafunctie zal versterkend werken voor de winkelfunctie. Ook de relatie met cultuur is aantrekkelijk voor de winkelfunctie.
Kadernota Detailhandel De kadernota Detailhandel geeft expliciet prioriteit aan de locatie Broerenkerkplein voor de ontwikkeling van nieuwe winkelconcepten. Ten slotte dient te worden opgemerkt dat huisvesting van Boekhandel Waanders in de Broerenkerk ook een regionale (en wellicht nationale) aantrekkende werking kan hebben waardoor bezoekersaantallen toenemen. Verwacht kan worden dat de passantenstromen in dit deel van de stad toenemen door deze ontwikkeling. Kadernota economie Binnenstad (in voorbereiding) Uit een eerste analyse ten behoeve van de kadernota economie voor de binnenstad blijkt dat de binnenstad het de komende jaren steeds meer moet hebben van uniciteit en onderscheidend vermogen. De vestiging van Waanders in de Broerenkerk draagt hier aan bij en voegt iets toe aan de binnenstad van Zwolle. De vestiging van een boekhandel in een monumentale kerk waarbij er ook sprake is van een combinatie met horeca en cultuur is uniek. Al met al is er sprake van een uniek concept in de regio, met een mix van functies die elkaar wederzijds versterken. De aantrekkelijkheid van de binnenstad wordt hiermee vergroot. Bovenstaand is eveneens van toepassing op de ondersteunende functie welke zijn voorzien in de aanbouw.
11
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
Met de Kadernota Economie Binnenstad heeft Zwolle de ambitie vastgesteld te gaan behoren tot de tien beste binnensteden van Nederland. Om deze ambitie te realiseren is een optimale mix van detailhandel, cultuur en horeca noodzakelijk. Het initiatief van Waanders zal naar verwachting een belangrijke bijdrage leveren aan de ambities voor de binnenstad. Het concept heeft zelf immers de mix van detailhandel, cultuur en horeca in zich. Verder scoort Zwolle hoog op het decor van de oude hanze- cq. binnenstad. De vestiging van een toonaangevende boekhandel in een bijzondere, historische accommodatie (de Broerenkerk) versterkt deze kracht nog meer.
12
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
6
Advisering
6.1
Ruimtelijke effecten
BROERENKERK
Stedenbouwkundig Inleiding Het betreft hier de inpassing van de aanbouw voor Waanders tegen de zuidoostzijde van de Broerenkerk, grenzend aan het plein Achter de Broeren. Bij het ontwerp voor de vestiging van Waanders in de Broerenkerk is het behoud van de interne kerkruimte als één grote ruimte als uitgangspunt gehanteerd. Er is ruimte buiten de grote kerkruimte gezocht voor het onderbrengen van sanitaire, culinaire en technische voorzieningen. Deze functies zijn als aanbouw aan de buitenzijde van de kerk geprojecteerd. Bij de vormgeving van deze aanbouw is aangesloten op het historische beeld van de voorgaande eeuw, waarbij er tegen de kerk huisjes gesitueerd waren. Inpassing aanbouw Waanders binnen de historische situatie De omgeving van de Broerenkerk wordt gekenmerkt door het grote volume van de kerk en de pleinruimtes aan de westzijde (Broerenkerkplein) en aan de zuidzijde (Achter de Broeren). De pleinruimtes en het kerkgebouw zijn ingebed in het binnenstedelijke grid met kenmerkende smalle straatjes afgewisseld door pleinen met grotere (kerk)gebouwen. De Broerenkerk ligt in de zichtas van het Eiland en de Broerenstraat. Vanwege de prominente ligging binnen de zone beschermd stadsgezicht binnenstad Zwolle en de situering tegen de historische Broerenkerk is het van essentieel belang dat de aanbouw voor Waanders zorgvuldig wordt ingepast en uitgewerkt. De aanbouw bepaalt samen met de kerk voor een belangrijk deel het beeld en de uitstraling van het stadsdeel nabij het plein Achter de Broeren. De inpassing van de aanbouw is gebaseerd op aansluiting op het historisch verleden, waarbij diverse huisjes tegen de zuidgevel van de Broerenkerk waren geplaatst. Bij de vormgeving van de aanbouw is letterlijk gebruik gemaakt van dit historisch beeld: er zijn opnieuw huisjes geplaatst tegen de gevel van de Broerenkerk. De nieuwe ‘huisjes’ volgen op hoofdlijnen de hoogte en de rooilijn van de verdwenen historische huisjes. De rooilijn loopt daarbij schuin ten opzichte van de kerk, vanaf de steunbeer naast de hoofdentree richting het oostelijke hoekpunt van de kerk. Oriëntatie op het plein Achter de Broeren De aanbouw grenst aan de pleinruimte Achter de Broeren. De aanbouw, de nieuwe ‘huisjes’, zijn middels raamopeningen gericht op het plein. Uitstraling richting het plein wordt als positieve aanvulling en impuls beschouwd om dit deel van de binnenstad te verlevendigen. Door de aanbouw verkrijgt de openbare pleinruimte meer ruimtelijke kwaliteit: in plaats van een hoek waarin momenteel weinig levendigheid is komt een aanbouw die met een meer levendige gevel georiënteerd is op het plein. Daarbij ligt de aanbouw in de zichtlijn van het Eiland, de straat die aan de oostzijde op het plein uitkomt. Vanaf het Eiland is er zicht op de aanbouw van de kerk. Bin-
13
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
nenstadbezoekers zien zodoende vanaf deze straat dat de binnenstad hier doorloopt, wat een positieve uitwerking kan hebben op looproutes en de levendigheid en het gebruik van dit deel van de binnenstad. Tevens zal de nieuwe functie van de kerk op meerdere dagdelen meer bezoek en aanloop trekken, wat eveneens ten goede komt aan de gewenste levendigheid. Groen en bomen Aan de voorzijde van de aanbouw staan bomen die bepalend zijn voor de sfeer op het plein. Uitgangspunt bij de inpassing van de kerk is het behoud van de bomen op het plein. Door de aanbouw voldoende terug te leggen kunnen de bomen allen behouden blijven. Vormgeving bebouwing Massaopbouw De aanbouw wordt vormgegeven als 4 losse huisjes die tegen de kerk aan zijn gebouwd. Dit verwijst naar de historische bebouwing die hier in de vorige eeuw gestaan heeft. De 4 huisjes zijn door een verspringende voorgevellijnen en verschil in hoogte en kapvorm duidelijk van elkaar te onderscheiden. De afwisseling in het beeld sluit aan op het historische beeld. Hoogte De hoogte van de aanbouw bestaat uit 2 lagen tot 2 lagen + kap. Dit sluit goed aan op de historische omgeving. De hoogte is bescheiden ten opzichte van de kerk, komt overeen met de hoogte van de historische bebouwing die op deze plek gestaan heeft en sluit aan bij de hoogte van de huizen in de binnenstad. Korrelgrootte De aanbouw oogt bescheiden doordat deze niet is vormgegeven als één grote massa maar is opgedeeld in 4 delen met een kleinere korrelgrootte. Door het verkleinen van de korrelgrootte, door de visuele opdeling van het volume in 4 ’huisjes’, past de korrelgrootte van de aanbouw goed bij de kleinschalige korrelgrootte van de historische binnenstad. Aansluiting op de kerk Uitgangspunt is dat de aanbouw van Waanders een bescheiden positie inneemt ten opzichte van het hoofdvolume, de bestaande kerk. De Broerenkerk blijft vanaf alle zijden duidelijk het hoofdvolume, waarbij bescheiden ‘huisjes’ met een kleine korrelgrootte tegen de zuidelijke gevel zijn geplakt. Zowel qua hoogte als qua oppervlak (footprint) en uitstraling (verkleining van de korrelgrootte) is de aanbouw bescheiden t.o.v. het hoofdvolume van de kerk. De bescheidenheid van de aanbouw komt tevens tot uiting door het terug leggen van de rooilijn van de aanbouw ten opzichte van rooilijn van de zuidwestgevel van de kerk. Door de rooilijn daarbij een sprong naar binnen te laten maken bij de aansluiting op de steunbeer naast de hoofdingang, blijft de nadruk op de hoofdingang liggen. De aanbouw gaat niet overheersen en blijft in evenwicht met de kerk. Respect voor de historische kerk komt tevens tot uiting door het feit dat de nieuwe aanbouw qua onderverdeling aansluit op de ritmiek van de beuken van de bestaande kerk. De breedte van de huisjes komt overeen met de afstand tussen de steunberen van de kerk. Hierdoor is de ritmiek van de nieuwe huisjes op een logische manier afgestemd op de structuur van de kerk.
14
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
Tenslotte is de aanbouw qua detaillering ‘los’ gehouden van de kerk (de aanbouw is verwijderbaar) en voldoet daarbij aan het essentiële uitgangspunt van monumentenzorg. Relatie oud – nieuw Door bij de architectonische vormgeving van de nieuwbouw te verwijzen naar de historische context maar daarnaast de nieuwbouw tevens abstract, modern en rustige vorm te geven, gaan oud en nieuw op een bijzondere wijze samen. Het principe van de 4 huisjes steunt op het historische beeld, de uitwerking is echter eigentijds. De voorgevels van de huisjes zijn vormgegeven als ten opzichte van elkaar verspringende vlakke ‘schijven’. De ramen zijn regelmatig over de gevel verdeeld. De detaillering is modern: bij de ramen zijn geen (diepe) neggen zichtbaar, maar de ramen zijn in hetzelfde vlak opgenomen als de voorgevel waardoor ramen en gevel binnen één vlak liggen. Het zinkwerk loopt vanaf het dak door tot op de grond, als smalle gevelvlakken dwars op en tussen de voorgevel-’schijven’. De uitwerking, vormgeving en detaillering van de aanbouw heeft een abstracte, rustige, hedendaagse uitstraling die niet overheerst en goed past in de historische context. De uitwerking zorgt voor een spannende koppeling tussen het deze tijd en verleden. Relatie binnen – buiten De aanbouw is met raamopeningen gericht op het plein Achter de Broeren. Bij het invullen van de achterliggende plattegrondindeling is rekening gehouden met de oriëntatie op het plein: interne gangruimtes, open ruimtes en looproutes zijn aan de zijde van de pleingevel geplaatst. Hierdoor worden uitzicht, oriëntatie en zicht naar binnen op elkaar zijn afgestemd. Bij het oostelijke hoekpunt van de aanbouw is een trap met vide aan de gevel gesitueerd. Door de raamopeningen in dit geveldeel is er zicht op de dubeel hoge ruimte met trap en op de daarachter gelegen oude kerkgevel met kerkraam. Dit bewerkstelligt een bijzondere relatie tussen oud en nieuw en tussen zicht naar binnen en zicht naar buiten. Materialisatie en kleurgebruik De materialisatie is afgeleid van historisch materiaalgebruik in de binnenstad: stucwerk voor de voorgevel en zinkwerk voor het dak. Het kleurgebruik is terughoudend: zinkkleurig en gebroken warm-zacht-grijs, passend bij de gewenste rustige uitstraling van de aanbouw en het rustige kleurgebruik van de binnenstad. Samenvatting Bij de inpassing van de aanbouw Waanders tegen de Broerenkerk wordt zorgvuldig omgegaan met de historische context. Door bij de aanbouw aan te sluiten op het historische beeld van huisjes die tegen de kerk aan zijn gesitueerd, en aan te sluiten op de historische hoogte en rooilijn is de aanbouw op een logische manier binnen het historische binnenstedelijke patroon ingepast. Door de aanbouw niet als een groot volume vorm te geven maar op te delen in 4 huisjes oogt de aanbouw bescheiden en past deze qua korrelgrootte goed binnen de overwegend kleinschalige korrelgrootte van de binnenstad. De aanbouw is aangegrepen om de uitstraling richting het plein Achter de Broeren te verbeteren: in plaats van een ‘dichte wand’ waar niets gebeurd komt er wand met
15
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
huisjes en gevelopeningen gericht op het plein. Door het voldoende terug leggen van de gevel kunnen alle bomen op het plein behouden blijven. Bij de vormgeving van de 4 huisjes is een evenwichtige balans gevonden tussen afwisseling en regelmaat, tussen historische aanleiding en moderne vertaling. De uitwerking zorgt voor een spannende koppeling tussen deze tijd en het verleden. De aanbouw voldoet hiermee aan de randvoorwaarden die zijn opgenomen in bijlage 1 van deze ruimtelijke onderbouwing. Verkeer Voor de totale ontwikkeling van de Broerenkerk inclusief de functies in de kelder, is bepaald dat er 28 parkeerplaatsen aangelegd moeten worden, dit na vermindering van het aantal parkeerplaatsen behorend bij de vorige functie. Op grond van de bouwverordening (artikel 2.5.30) dient op eigen terrein te worden geparkeerd. Op eigen terrein is het niet mogelijk 28 of een deel van de 28 parkeerplaatsen aan te leggen. Het college van burgemeester en wethouder kan van deze verplichting om op eigen terrein parkeerplaatsen aan te leggen op grond van artikel 2.5.30, lid 6 van de bouwverordening vrijstelling verlenen onder de voorwaarde dat een compenserende bijdrage van € 9.495,84 per parkeerplaats wordt betaald. De aanvrager is in december 2010 akkoord gegaan met de door de gemeente Zwolle vastgestelde bijdrage, ter compensatie van het niet voldoen aan het vereiste aantal parkeerplaatsen, op grond van artikel 2.5.30 van de gemeentelijke Bouwverordening 2010. Met deze akkoord verklaring heeft de gemeente Zwolle ontheffing verleend van de strijdigheid met de Bouwverordening. In de randvoorwaarde welke is gesteld vanuit het college betreffende deze aanbouw is aangegeven dat voor de aanbouw geen afkoop parkeren verschuldigd is, mits gelijktijdig de vergunning voor de kelder wordt ingetrokken en de oppervlaktes gelijk zijn. De aanvraag voor wijziging van de eerdere omgevingsvergunning betreffende het vervallen van de kelder zal binnenkort worden ingediend. Het vervallen van de kelder wordt meegenomen samen met enkele andere kleine interne planwijzigingen. Zodat in het kader van efficiëntie alles in één omvattende gewijzigde vergunning kan worden verleend. Wat betreft de oppervlakten kan worden aangegeven dat in de aanbouw net als in de voormalige kelder alleen de ondersteunende faciliterende functies zijn gesitueerd. Het brutovloeroppervlak (later bvo genoemd) van de kelder was 235 m2. De aanbouw heeft een bvo van 273 m2. Het verschil zit in de extra technische ruimte. In de eerdere planvorming zou in de kap van de kerk, boven de gewelven een extra technische ruimte van ca. 60 m2 worden gerealiseerd. Gebleken is dat deze daar niet te realiseren is vanwege de monumentale waarde. Daarom is deze ruimte van ca 60m2 nu in de aanbouw ondergebracht. Het betreft geen uitbreiding van het bruto winkel vloer oppervlak. Derhalve is er geen sprake dat de verplaatsing van de functies in de kelder naar de aanbouw een extra parkeerdruk met zich meebrengt binnen het gebied. Hierdoor is een compenserende bijdrage niet aan de orde. De rioleringen in het plangebied blijven liggen zie onderdeel water. Binnen het plangebied gelegen kabels en leidingen worden omgelegd.
16
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
Monumenten De Broerenkerk is een rijksmonument en heeft een hoge monumentale en cultuurhistorische waarde. In dat kader is er een rapportage bouwgeschiedenis en waardestelling van de Broerenkerk opgesteld door Bureau Bouwwerk, Adviesbureau voor Architectuur-, Bouw- en Cultuurhistorie, juli 2010. Op 14 juli 2010 is een verzoek ingediend tot wijziging van dit monument. Het betreft de wijziging in het kader van de verbouwing aan de binnenzijde tot winkel en de restauratie aan de buitenzijde. Deze vergunning is ingediend voor de inwerkingtreding van de Wabo en is afgehandeld op grond van de Monumentenwet. Het ontwerpbesluit heeft ter inzage gelegen van 18 november tot en met 29 december 2010. Deze monumenten vergunning is verleend op 31 december 2010 en is inmiddels onherroepelijk. In het kader van de Wabo wordt nu de activiteit bouwen (art. 2.1 lid 1 onder a Wabo) als onder het wijzigen van een beschermd monument (art. 2.1 lid 1 onder f Wabo) meegenomen in de omgevingsvergunning. Water Via www.dewatertoets.nl is het Waterschap Groot Salland op de hoogte gebracht van het plan. Er is geen sprake een toename van verharding en daardoor geen sprake van een waterbelang. Het betreft alleen een functieverandering van bestaande verharding naar bebouwing en deze heeft nauwelijks invloed op de waterhuishouding. Er is een groot riool gelegen op een diepte van3000- (binnen onderkant buis) op korte afstand van de toekomstige aanbouw. Dit riool blijft geheel in tact en de aanbouw komt niet in conflict met dit riool. Het riool blijft bereikbaar voor onderhoud en eventuele vervanging. Het Waterschap Groot Salland gaat akkoord met het plan. Hiermee is het watertoetsproces doorlopen. Flora en fauna In het kader van de eerdere vergunning verlening voor de boekhandel in de kerk is het onderstaande opgenomen: Het gebruik van het gebouw wordt intensiever. Te denken valt aan wijzigingen in de temperatuur. Deze zal naar verwachting stijgen van ca 16 graden naar ca 20 graden. Naar verwachting zal ook de luchtvochtigheid of de mate van belichting in het gebouw wijzigen. Tijdens een inspectie door Ecogroen op 2 december 2010 op de zolder van het gebouw zijn de potentiële verblijfplaatsen van vleermuizen onderzocht. Hier zijn op twee locaties sporen gevonden van een tijdelijk gebruik door de Grootoorvleermuis. Uit de inspectie kwam naar voren dat de zolder naar verwachting in het voorjaar en/of het najaar gebruikt wordt als zomer - en/of paarverblijfplaats. Naar verwachting wordt de zolder niet gebruikt als kraamverblijf, omdat het in de kraamperiode vermoedelijk te heet is op de zolder. Daarnaast is de zolder in de winter vermoedelijk te koud om te fungeren als verblijfplaats. Geconcludeerd was dat als gevolg van de komst van de boekhandel er geen negatieve effecten te verwachten zijn op verblijfplaatsen van vleermuizen. Zodat van overtreding van de Flora- en faunawet zal in deze situatie geen sprake zijn. Gelet hierop behoeven er geen mitigerende maatregelen te worden getroffen. Dit zijn maatregelen die zijn gericht op het voorkomen van negatieve gevolgen van een activiteit.
17
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
Omdat er sporen van vleermuizen zijn aangetroffen zullen in overleg met de initiatiefnemers de volgende maatregelen uitgevoerd worden ter verbetering van de omstandigheden voor deze strikt beschermde soortgroep: het gaas achter de luiken wordt verwijderd; hierdoor ontstaan vliegopenin-
•
gen voor vleermuizen. Deze zijn te klein om vogels door te laten. er worden enkele vleermuiskasten op verschillende hoogtes op de zolder
•
ge hangen. Dit vergroot voor vleermuizen de mogelijkheid om de zolder te gebruiken als vaste rust- en verblijfplaats. Jaarlijks zal er een inspectie plaatsvinden.
•
Vervolgens is de planontwikkeling van de aanbouw in relatie tot de directe omgeving bekeken met de volgende conclusie In de zuidmuur van de kerk zijn diverse gaten aanwezig ter hoogte van de bovenzijde van de ramen. Dit zijn waarschijnlijk relicten van de bevestiging van houten steigerconstructies die bij de bouw van de kerk zijn gebruikt. Deze gaten worden door vogels gebruikt als nestlocatie. Het gaat in ieder geval om gierzwaluwen en mogelijk ook om soorten als Turkse tortel, stadsduif, kauw, spreeuw en zwarte roodstaart. De nestlocaties van de meeste broedvogelsoorten zijn uitsluitend beschermd tijdens het broedseizoen. Buiten het broedseizoen mogen deze nestplaatsen verwijderd worden of buiten gebruik worden gesteld. Nesten van gierzwaluwen zijn – inclusief de functionele leefomgeving - jaarrond beschermd in de Flora- en faunawet, omdat de soort ieder jaar terugkeert naar exact dezelfde plek en moeilijk kan uitwijken. Voor soorten die in deze categorie vallen geldt dat schade aan nestlocaties uitsluitend wordt toegestaan indien mitigatie wordt uitgevoerd door vervangende nestruimte aan te bieden. Deze mitigatie moet functioneel zijn vóór dat de schade wordt aangericht. In verband met deze gierzwaluwen is daarom ter plaatse gekeken en geconstateerd dat voorliggend plan geen schade aanricht aan de nestplaatsen van de gierzwaluw. Er is geen strijdigheid van de plannen te verwachten met de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. Voor het broedseizoen wordt in de regel de periode ½ maart -½ juli gehanteerd, maar een soort als Turkse tortel kan vrijwel jaarrond broeden. Bij de bouw dient daarom voorkomen te worden dat eventueel aanwezige broedvogels worden gestoord. Hiervoor zullen bijtijds maatregelen worden genomen. Overigens zijn er geen zwaarder beschermde soorten uit de Flora- en faunawet bekend die door de plannen gestoord of geschaad kunnen worden. De zomer- en/of paarverblijfplaatsen van grootoorvleermuizen boven de gewelven van de kerk liggen buiten de invloedssfeer van de aanleg en gebruik van de aanbouw, omdat invliegopeningen op grote hoogte liggen.
6.2
Milieu aspecten
Bodem Uit het bodeminformatiesysteem en het Historisch Bodem Bestand (HBB) van de gemeente Zwolle blijkt niet dat er een ons bekende bodemverontreiniging of een vermoeden van bodemverontreiniging is die de beoogde bestemming en gebruiks-
18
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
functie in de weg staan. De gemeente blijft eigenaar van de grond. Er is/wordt een aanvullende/afzonderlijke erfpachtovereenkomst opgesteld.
Geluid De Wet geluidhinder heeft tot doel de mens te beschermen tegen geluidhinder. Dit is in de wet uitgewerkt in een normenstelsel voor de toelaatbare geluidbelasting van weg, rail en industrie in de woonomgeving. Alleen planologisch nieuwe situaties worden getoetst aan de wet. Naast woningen is er nog een aantal geluidgevoelige objecten zoals scholen en zorginstellingen. De aanvraag omvat geen geluidgevoelig object. Het aspect geluid vormt dan ook geen belemmering voor het initiatief. Externe veiligheid Bij externe veiligheid gaat het om de risico's die samenhangen met het produceren, verwerken, opslaan en vervoeren van gevaarlijke stoffen. Deze risico's doen zich voor rondom bedrijven, waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt (risicovolle inrichtingen), en transportassen (weg, water, spoor en buisleidingen), waarover en/of -doorheen gevaarlijke stoffen worden vervoerd. In het kader van het aspect externe veiligheid is de risicokaart van de Provincie Overijssel bekeken. Op de risicokaart is te zien dat de projectlocatie geen risico's loopt ten aanzien van bedrijven of transportassen. Hierdoor kan geconcludeerd worden dat het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan de uitvoering van het plan. Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is een nieuw wettelijk stelsel voor luchtkwaliteitseisen van kracht geworden. In dit stelsel speelt het begrip “niet in betekende mate” (NIBM) een belangrijke rol. Een project is NIBM als aannemelijk wordt gemaakt dat het project geen verslechtering van de luchtkwaliteit tot gevolg heeft of de toename van de concentratie van fijn stof en NO2 niet meer dan 3% van de grenswaarde veroorzaakt. In dat geval hoeft geen verdere toetsing aan de grenswaarden plaats te vinden. Inmiddels is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit vastgesteld en geldt een NIBM-grens van 3%. Het gaat dan om een netto toename, dat wil zeggen het verschil tussen de huidige en nieuwe situatie. De uitbreiding die door deze aanvraag mogelijk worden gemaakt leiden niet tot een toename in het plangebied van het aantal die fijn stof of NO2 uitstoten. Per saldo neemt de functie detailhandel in de binnenstad toe. De functie bijzondere doeleinden neemt af. Per saldo zal het aantal voertuigen van en naar de binnenstad als gevolg van deze functiewijziging niet zodanig wijzigen dat er verslechtering van de luchtkwaliteit op zal treden die meer dan 3% van de norm bedraagt. Op grond van bovenstaande kan worden geconcludeerd dat er geen toename is van meer dan 3% van de grenswaarden.
6.3
19
Overige aspecten
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
Archeologie en Cultuurhistorie Het projectgebied heeft een archeologische waarderingskans van 100%. Op grond van het bestemmingsplan dient, indien door de bouw de bodem op een grotere 2
diepte dan 0,5 meter en over een grotere oppervlakte dan 30 m zal kunnen worden verstoord, in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. Op 30 januari en 22 februari 2012 zijn in het plangebied van de aanbouw aan de Broerenkerk proefsleuven gegraven. Deze sleuven hadden als doel om de mate van verstoring van het gebied te bekijken. Daarnaast is gekeken of er nog sporen aanwezig zijn van de 4 huisjes. Deze huisjes zijn op het kadastrale minuutplan uit 1832 al aangegeven en in 1954 afgebroken. Tijdens het inventariserend onderzoek is getracht muren te vinden die aan deze huisjes verbonden konden worden. Deze muren zijn niet aangetroffen en zijn of niet aanwezig of liggen buiten het plangebied. Uit het onderzoek werd duidelijk dat de bovenste 0.60 cm verstoord is. Onder de verstoringen liggen ophogingslagen uit de 15de eeuw. Op basis van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat binnen het onderzoeksgebied geen opgraving noodzakelijk is. In het gebied kan volstaan worden met een archeologisch begeleiding. Dit betekent dat wanneer er toch nog sporen of vondsten te voorschijn komen deze ingemeten en gedocumenteerd kunnen worden. Economische uitvoerbaarheid. Op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening, stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een aangewezen bouwplan is voorgenomen. In artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is aangegeven wat met een aangewezen bouwplan wordt bedoeld. De uitbreiding van het bouwplan is minder dan 1000 m2 zodat hier geen sprake is van een definitie bouwplan waarvoor een exploitatieplan moet worden vastgesteld. De gemeenteraad hoeft voor de onderhavige aanvraag daarom geen exploitatieplan vast te stellen. Privaatrecht. Het bloot eigendom van de onderliggende grond ligt bij de gemeente. Met de aanvrager van de omgevingsvergunning is een erfpachtovereenkomst gesloten met daarbij behorende erfpachtvoorwaarden. In het kader van de realisatie van de aanbouw wordt afzonderlijke erfpachtovereenkomst opgesteld met de daarbij behorende erfpachtvoorwaarden..
Welstand De welstands / monumentencommissie heeft het plan beoordeeld op grond van het gebied ‘Binnenstad ’ in de welstandsnota van de gemeente Zwolle. De commissie i concludeert in zijn advies van 2 mei 2012 dat de aanvraag niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van monumentale waarden en tevens niet in strijd is met redelijke eisen van welstand.
20
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
21
BROERENKERK
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
7
Overleg
7.1
Overleg
BROERENKERK
Het ontwerpbesluit van de omgevingsvergunning zal worden toegestuurd aan een aantal instanties. 1. Provincie Overijssel. 2. Brandweer Zwolle 3. Veiligheidsregio IJsselvecht. 4. Waterschap Groot Salland 5. Vrom inspectie
22
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
Afweging en conclusie
8
De aanvraag is niet in strijd met het rijks- en provinciaal beleid. Ook is in de aanvraag in overeenstemming met in hoofdstuk 5.2 beschreven gemeentelijk beleid. De benodigde sanitaire, culinaire en technische voorzieningen zijn noodzakelijk bij de herbestemming van de Broerenkerk. De vormgeving en plaatsing van de aanbouw zijn in nauw overleg met de gemeentelijke stedenbouwkundigen en monumentendeskundigen, alsmede de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed (RCE) ontwikkeld. Het plan is in een vroeg stadium met alle belanghebbenden, waaronder de “vrienden van de stadskern” gecommuniceerd. De vestiging van een boekhandel in een monumentale kerk waarbij ook sprake is van een combinatie met horeca voorzieningen en culturele voorzieningen is uniek. Al met al is sprake van een uniek concept in de regio, met een mix van functies die elkaar wederzijds versterken. De aantrekkelijkheid van de binnenstad wordt hiermee vergroot.
8.1
Samenvattend advies / beslispunt(en)
De gemeenteraad voor te stellen: 1.
in te stemmen met de ruimtelijke onderbouwing, aanbouw Waanders Broeren-
2.
een ontwerp -verklaring van geen bedenkingen af te geven voor een aanbouw
kerk, Achter de Broeren 1; tegen de Broerenkerk voor een keuken, bergruimte en toiletten ten behoeve van detailhandel op het perceel Achter de Broeren 1 op grond van artikel 2.27 Wabo, juncto artikel 6.5, lid 1 Bor zodat het ontwerp besluit omgevingsvergunning ter inzage kan worden gelegd; 3.
te verklaren dat een verklaring van geen bedenkingen is afgegeven op grond van artikel 2.27 Wabo, juncto artikel 6.5 Bor, indien tijdens de terinzageligging van het ontwerp besluit omgevingsvergunning geen zienswijzen of inhoudelijke vooroverlegreacties zijn ingediend;
4.
Indien het gestelde om punt 3 aan de orde is, te verklaren dat er geen exploitatieplan wordt vastgesteld.
23
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
9
BROERENKERK
Juridische toelichting procedure
Per 1 oktober 2010 is de Wabo in werking getreden. Met de inwerkingtreding van deze nieuwe wet wordt de vergunningverlening van diverse verschillende vergunningen gecoördineerd, worden procedures opnieuw vastgelegd en bevoegdheden opnieuw omschreven. De Wabo gaat ervan uit dat de beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt genomen door één bestuursorgaan: het bevoegd gezag. Dit orgaan draagt zorg voor een goed verloop van de procedure en is verantwoordelijk voor de te nemen integrale beslissing. Uitgangspunt daarbij is dat de afweging over de verschillende aspecten van het betrokken project door het bevoegd gezag wordt gemaakt. Echter in het geval er een omgevingsvergunning moet worden verleend, waarbij wordt afgeweken van een bestemmingsplan, kan het college alleen een besluit nemen, nadat ook de raad is gehoord, door het vragen van een verklaring van geen bedenkingen (artikel 2.27 Wabo juncto artikel 6.5, lid 1 van het Besluit omgevingsrecht ( Bor)). Op grond van artikel 6.5, derde lid Bor, is het echter wel mogelijk om categorieën van gevallen aan te wijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen alsnog niet is vereist. Deze lijst van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen van de raad van de gemeente Zwolle is vereist, geldt niet als de activiteit plaats moet vinden in de tot beschermd stads- en dorpsgezicht aangewezen binnenstad van de gemeente Zwolle. De onderhavige aanvraag is gelegen in het beschermd stadsgezicht. Daarom is in dit geval een verklaring van geen bedenkingen nodig.
De gemeenteraad wordt op basis van de aanvraag en de daarbij behorende stukken verzocht een ontwerp verklaring van geen bedenkingen (hierna te noemen ontwerp-vvgb) af te gegeven. Deze kan slechts worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening. Na afgifte van de ontwerp –vvgb, zal het college deze gelijk met het ontwerpbesluit van de omgevingsvergunning voor zes weken ter inzage leggen. Een ieder wordt in de gelegenheid gesteld in deze periode een zienswijze in te dienen. Gelijktijdig zal het ontwerp-besluit worden toegezonden aan een aantal adviseurs, waaronder het waterschap. De ingediende zienswijzen en de uitgebrachte adviezen worden voorgelegd aan de gemeenteraad met verzoek een verklaring van geen bedenkingen af te geven. Tevens zal de gemeenteraad wordt voorgesteld geen exploitatieplan vast te stellen, omdat er in het kostenverhaal anderszins verzekerd is. (artikel 6.12, lid 2 sub a van de Wro). Vervolgens kan het college en burgemeester met inachtneming hiervan een besluit op de aanvraag nemen. Als blijkt dat geen zienswijzen zijn ingediend, hoeft er ook geen heroverweging plaats te vinden en kan in beginsel de aangevraagde omgevingsvergunning verleend worden. De wet schrijft voor dat, voordat de vergunning verleend kan worden, de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven. Om vertraging in het proces te voorkomen, wordt de gemeenteraad voorgesteld te verklaren dat de verklaring van geen bedenkingen op grond van artikel 2.27 Wabo, juncto artikel 6.5, lid 1 Bor, bij dit besluit is afgegeven. Deze verklaring geldt alleen als tijdens de terinzageligging van de aanvraag omgevingsvergunning geen zienswijzen of inhoudelijke vooroverlegreacties zijn ingediend. Is dit wel het geval dan zal de aanvraag om een omgevingsvergunning alsnog voor besluitvorming aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
24
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
Bijlagen
25
BROERENKERK
APRIL 2012
RUIMTELIJKE ONDERBOUW ING AANBOUW
BROERENKERK
Bijlage 1: Randvoorwaarden aanbouw tegen de kerk -
Een aanbouw moet stedenbouwkundig passen in de omgeving; daarbij wordt bij voorkeur de rooilijn van de oude bebouwing tegen de kerk aangehouden. Deze rooilijn verliep schuin vanaf de vierde oostelijke steunbeer van het koor naar de eerste steunbeer naast de ingang.
-
De aanbouw moet uit twee bouwlagen bestaan.
-
In de aanbouw moet sprake zijn van een duidelijke parcellering.
-
De aanbouw mag geen volledig gesloten gevel zijn, met name op de hoek richting het Eiland moet de aanbouw uitstraling naar buiten hebben (extravert zijn).
-
Het college stelt geen architectonische randvoorwaarden vooraf; wel moet voor de aanbouw een deskundige architect worden aangesteld. De keuze van de architect dient in overleg met het college plaats te vinden.
-
Het ontwerp moet de goedkeuring verkrijgen van de monumenten- en welstandscommissie en de RCE.
-
Bij het ontwerp moet gezorgd worden voor draagvlak in de stad en representatieve organisaties als de Vrienden van de Stadskern worden betrokken.
-
Het college zal het ontwerp niet eerder goedkeuren dan nadat de gemeenteraad is geraadpleegd.
-
Als de gemeenteraad niet kan instemmen met het ontwerp, kan de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld voor door Waanders gemaakte kosten.
-
Voor de aanbouw zal een aanvullende erfpachtovereenkomst moeten worden opgesteld. De waarde van het erfpachtrecht en de erfpachtcanon worden door taxatie vastgesteld.
-
Voor de aanbouw is geen afkoop parkeren verschuldigd, mits gelijktijdig de vergunning voor de kelder wordt ingetrokken en de oppervlaktes gelijk zijn.
-
Voor de aanbouw moet een nieuwe omgevingsvergunning worden aangevraagd. Daarin moet advies worden gevraagd aan de RCE en monumentencommissie. Via een uitgebreide procedure moet ook een verklaring van geen bedenkingen aan de gemeenteraad worden gevraagd. Er dient rekening gehouden te worden met een proceduretijd van tenminste 26 weken, vanaf het moment van indiening van een ontvankelijke en onvolledige aanvraag. Het versnellen van deze procedure is door de formele procedurestappen vrijwel niet mogelijk.
26
bureau Ruimtewerk
Thorbeckegracht 39 8011 VN Zwolle t
038 425 43 21
f
038 425 43 28
[email protected]