Kenniscentrum Gezondheid, Welzijn & Technologie
Praktijk 2 Wmo en empowerment van ouderen
augustus 2010
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Wmo en empowerment van ouderen Een inventarisatie van de thematieken Wmo, empowerment en empowerment van ouderen doormiddel van een praktijkbeschrijving, literatuuronderzoek en een nulmeting onder cliënten (ouderen) en zorgprofessionals, resulterend in een scholingswaaier voor zorg & welzijnsprofessionals
Rapportage
Saxion Enschede Kenniscentrum Gezondheid en Welzijn Programmalijn Community Care and Youth WMO-werkplaats Twente
drs. Sandra van Dieren (Saxion) dr. Geralien Holsbrink-Engels (Saxion)
augustus 2010
2
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Voorwoord Deze rapportage is gerealiseerd binnen de Wmo werkplaats Twente. In nauwe samenwerking met alle partners is getracht een weergave te geven van de huidige praktijk van de Wmo, specifiek toegespitst op het thema empowerment bij ouderen. De beschrijving is tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid en supervisie van de lector Gezondheid en Welzijn (programmalijn Community Care and Youth) dr. Geralien Holsbrink - Engels. De inhoudelijke en randvoorwaardelijke zaken rondom het onderzoek zijn geregeld en besproken in een stuurgroep bestaande uit Geralien Holsbrink-Engels, Willem Marcelis, Paul Roessen, Eric Eekhout, Beatrijs van Riessen, Liselot Reversma, Astrid Donderwinkel en Frank Wermers. Tirza Boxman heeft vanuit Zorgcentrum de Posten een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van dit rapport. Joke ten Voorde (Zorgcentrum de Posten) is samen met zorgteam Hofkwartier van betekenis geweest bij de dataverzameling. De feedback en kritisch blik van Diane Noordink (Carint Reggelandgroep), Lian Molemaker (Alifa) en Leon Buiting (gemeente Enschede) hebben tevens bijgedragen aan de totstandkoming van dit rapport. Een woord van dank gaat dan ook naar hen uit.
drs. S. van Dieren (Kenniskringlid programma Community Care and Youth) dr. G.A. Holsbrink-Engels (Lector Gezondheid, Welzijn & Technologie) Saxion Enschede
Leeswijzer Deze rapportage geeft een weergave van de resultaten van de uitgevoerde inventarisatie betreffende de thematieken Wmo, empowerment, empowerment methodieken en empowerment van ouderen. Deze inventarisatie is tot stand gekomen doormiddel van een praktijkbeschrijving, literatuuronderzoek en een nulmeting onder cliënten (ouderen) en zorgprofessionals, resulterend in een scholingswaaier voor zorg & welzijnsprofessionals Deze rapportage is tot stand gekomen binnen het project ‘Empowerment methodieken voor ouderen’, een van de deelprojecten binnen de Wmo werkplaats Twente. Hoofdstuk 1 geeft een beschrijving van de relatie tussen de Wmo, het concept empowerment, de relatie tussen empowerment en de Wmo en de dagelijkse praktijk van een zorgteam van Zorgcentrum de Posten die zijn gestart met het project Hartverwarmend. In hoofdstuk 2 wordt een weergave gegeven van de bestaande methodieken gericht op empowerment en de mogelijke toepassing bij de doelgroep ouderen. Hoofdstuk 3 geeft de resultaten weer van de uitgevoerde nulmeting onder cliënten (ouderen) en zorgprofessionals. In hoofdstuk 4 wordt ten slotte een eerste aanzet gegeven voor een scholingsprogramma (scholingsopties) voor zorg & welzijnsprofessionals werkzaam binnen de context van de Wmo. Hoofdstuk 5 geeft de eindconclusies en discussiepunten die het project tot nu toe hebben opgeleverd. Tevens worden in hoofdstuk 5 enkele aanbevelingen weergegeven en wordt het voorgenomen vervolgtraject beschreven. augustus 2010
3
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 Leeswijzer ............................................................................................................................................... 3 1.
Beschrijving huidige praktijk ‘Empowerment, de Wmo en de dagelijkse praktijk’....................... 7 1.1 De Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Empowerment ................................................ 7 1.1.1 De Wet Maatschappelijke ondersteuning...................................................................... 7 1.1.2 Empowerment en de Wmo............................................................................................ 7 1.1.3 Empowerment en methodieken bij ouderen .................................................................. 8 1.1.4 Wmo werkplaats Twente............................................................................................... 8 1.2 Zorgcentrum de Posten & project Hartverwarmend ............................................................ 10 1.2.1 Profiel van Zorgcentrum de Posten ............................................................................. 10 1.2.2 Zorgcentrum de Posten en empowerment ................................................................... 11 1.2.3 Relatie Wmo werkplaats, project Emo en Hartverwarmend ....................................... 12 1.2.4 Project Hartverwarmend ............................................................................................. 12 1.3 De dagelijkse praktijk van zorgteam het Hofkwartier ......................................................... 15 1.3.1 De wijk Hofkwartier.................................................................................................... 15 1.3.2 Het zorgteam Hofkwartier........................................................................................... 16 1.3.3 Cliënten zorgteam Hofkwartier ................................................................................... 17 1.4 Empowerment in de praktijk; wat valt op? ......................................................................... 18
Literatuur ............................................................................................................................................... 19 2.
Empowerment methodieken bij ouderen ...................................................................................... 21 2.1 Empowerment ...................................................................................................................... 21 2.2 Empowerment methodieken ................................................................................................ 21 2.2.1 Eigen Kracht-conferentie ............................................................................................ 22 2.2.2 Presentie ...................................................................................................................... 22 2.2.3 Oplossingsgericht werken ........................................................................................... 22 2.3 Toepasbaarheid bij ouderen ................................................................................................. 22
3.
Onderzoeksrapportage ‘Elementen van empowerment en de rol van de (zorg)professional’ ...... 24 3.1 Inleiding ............................................................................................................................... 24 3.1.1 Aanleiding van het onderzoek..................................................................................... 24 3.1.2 Doelstelling en vraagstelling van het onderzoek......................................................... 25 3.2 Methode van onderzoek ....................................................................................................... 26 3.2.1 Onderzoeksaanpak ...................................................................................................... 26 3.2.2 Respondenten .............................................................................................................. 26 3.2.3 Instrumenten................................................................................................................ 26 3.2.4 Procedures ................................................................................................................... 27 3.2.5 Data-analyses .............................................................................................................. 27 3.3 Resultaten ouderen............................................................................................................... 28 3.3.1 Algemene informatie respondenten............................................................................. 28 3.3.2 Ervaren kwaliteit van leven......................................................................................... 29 3.3.3 Ervaringen van ouderen op elementen van empowerment.......................................... 29 3.3.4 Relatie elementen van empowerment en ervaren kwaliteit van leven ........................ 31 3.4 Resultaten zorgprofessionals................................................................................................ 34 3.4.1 Algemene informatie (zorg)professionals ................................................................... 34 3.4.2 Professionals over elementen van empowerment bij cliënten..................................... 35 3.4.3 De rol van de professional........................................................................................... 36 3.4.4 Professionals en hun eigen rol..................................................................................... 37 3.5 Conclusies en aanbevelingen ............................................................................................... 41 3.5.1 Conclusies ouderen ..................................................................................................... 41 3.5.2 Conclusies zorgprofessionals ...................................................................................... 41 3.5.3 Overall conclusie nulmeting........................................................................................ 41
augustus 2010
4
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
3.5.4
Aanbevelingen............................................................................................................. 42
Literatuur ............................................................................................................................................... 43 4.
Scholingsopties ............................................................................................................................. 45 4.1 Inleiding ............................................................................................................................... 45 4.2 Scholingsopties professionals .............................................................................................. 45 4.2.1 Zorgprofessionals ........................................................................................................ 45 4.2.2 Welzijnsprofessionals.................................................................................................. 47 4.3 Aanbevelingen voor curricula.............................................................................................. 47
5.
Eindconclusie, discussie en vervolgtraject ................................................................................... 49 5.1 Inleiding ............................................................................................................................... 49 5.2 Conclusies ............................................................................................................................ 49 5.2.1 Bekendheid uitgangspunten Wmo............................................................................... 49 5.2.2 Organisatie van zorg.................................................................................................... 49 5.2.3 De professional............................................................................................................ 50 5.2.4 De cliënt ...................................................................................................................... 50 5.3 Discussie .............................................................................................................................. 50 5.4 Aanbevelingen ..................................................................................................................... 51 5.5 Vervolgtraject 2010-2011 .................................................................................................... 51
Bijlage 1 Uitnodiging cliënten deelname aan interview........................................................................ 52 Bijlage 2 Achtergrondinformatie inclusief toestemmingsformulier...................................................... 53 Bijlage 3 Flyer project Hartverwarmend............................................................................................... 55 Bijlage 4 Vragenlijst professionals........................................................................................................ 56
augustus 2010
5
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
‘Empowerment, de Wmo en de dagelijkse praktijk’ Een beschrijving van de relatie tussen de Wmo, het concept empowerment en de dagelijkse praktijk van een zorgteam van Zorgcentrum de Posten die zijn gestart met het project Hartverwarmend
Praktijkbeschrijving
Saxion Enschede Kenniscentrum Gezondheid en Welzijn Programmalijn Community Care and Youth WMO-werkplaats Twente
drs. Sandra van Dieren (Saxion) drs. Tirza Boxman (Zorgcentrum de Posten) dr. Geralien Holsbrink-Engels (Saxion)
augustus 2010
6
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
1. Beschrijving huidige praktijk ‘Empowerment, de Wmo en de dagelijkse praktijk’ 1.1 De Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Empowerment Dit deelhoofdstuk geeft een korte beschrijving van de Wmo en de relatie met empowerment (1.1.1 en 1.1.2), empowerment in relatie tot de doelgroep ouderen (1.1.3) en de Wmo werkplaats Twente (1.1.4). 1.1.1
De Wet Maatschappelijke ondersteuning
Het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is in één woord te beschrijven, namelijk “meedoen”. Iedereen doet mee in de Nederlandse samenleving ongeacht leeftijd, maatschappelijke en economische positie en het wel of niet hebben van een beperking. Met de invoering van de Wmo worden de volgende doelen nagestreefd (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2005): • Betere samenhang in voorzieningen betreffende maatschappelijke ondersteuning binnen de sectoren zorg, welzijn, wonen en dienstverlening; • De zorg aan mensen met een ernstige of zeer langdurige hulpvraag ook op lange termijn te waarborgen en betaalbaar te houden; • De AWBZ voor zijn oorspronkelijke doeleinden te gebruiken; • Het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid en een beroep doen op de eigen kracht van de burger. En daarnaast vanzelfsprekendheden in de zorg en ondersteuning ter discussie te stellen. Eigen verantwoordelijkheid en participeren, meedoen in de samenleving, vormen belangrijke pijlers in de ideologie van de Wmo. Deze ideologie heeft een sterke relatie met het concept empowerment. Binnen de Wmo ligt de focus op empowerment, niet alleen van kwetsbare groepen, maar van alle burgers. Er dient uiteraard wel specifieke aandacht uit te gaan naar kwetsbare groepen, dit is weergegeven in de (negen) prestatievelden van de Wmo. Het concept empowerment en bestaande methodieken gericht op empowerment nemen ook in andere contexten aan belangstelling toe, vragen die rijzen zijn bijvoorbeeld: zijn elementen ook toe te passen in het algemene wijkbeleid van een gemeente of bij andere doelgroepen met minder complexe hulpvragen? 1.1.2
Empowerment en de Wmo
De overgang van de verzorgingsstaat naar een samenleving gericht op participatie vraagt naast een verandering in ieders individuele rol, ook een verandering in visie op de onderlinge samenwerking tussen de verschillende rollen. In een samenleving gericht op participatie is een ieder ‘verplicht’ tot een bijdrage aan de maatschappij bij voorkeur vanuit eigen motieven. Een van de motto’s van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geeft dit als volgt weer; ‘niet leunen, maar steunen’ (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2005). Indien een burger hulp of ondersteuning nodig heeft, dient hij in staat te zijn deze zelf te organiseren voordat hij zich wendt tot professionals. Ondersteuning verzorgd door het eigen sociale netwerk is essentieel: wat kunnen buren, kennissen, familie (waaronder mantelzorgers) en welzijns- en vrijwilligersorganisaties voor iemand betekenen?
augustus 2010
7
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Dit vraagt van de burger, zijn netwerk en de professionele hulpverlening een verandering in visie, benodigde competenties en gedrag. De burger dient zich bewust te zijn van zijn netwerk en dient in staat te zijn deze indien nodig uit te breiden en aan te wenden. Dit in tegenstelling tot de huidige situatie waarbij we leven in een verzorgingsstaat waarin de professionele hulpverlening, als vertegenwoordiger van de staat, veelal als spil in een netwerk fungeert. Het werken in en vanuit netwerken is niet nieuw. De verschuiving in regievoering en verantwoordelijkheid voor en binnen het netwerk is dat wel degelijk. Al zeggen sommigen ook wel weer dat oude tijden herleven (denk aan de wijkverpleegkundige met haar zelfstandige manier van werken en haar grote netwerk). De burger (hulpvrager) dient (weer) regievoerder binnen het netwerk te worden. Empowerment is hierbij een veel gebruikte term. Naast begrippen zoals; eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, autonomie en zelfmanagement. Empowerment wordt binnen de Wmo werkplaats Twente als volgt omschreven: ‘Een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen grip krijgen op de eigen situatie en hun omgeving via het verwerpen van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie’ (Van Regenmortel, 2002). Empowerment gaat uit van het vermogen van mensen om hun leven vorm en betekenis te geven (Vilans, 2009 in: Engels & van der Lelie, 2010). Over het algemeen geldt dat empowerment pas tot stand komt als iemand, in dit voorbeeld een cliënt, zich in een omgeving bevindt die hem de ruimte geeft om de macht ook daadwerkelijk in handen te nemen. De omgeving of de hulpverlener doet hierbij een stap terug en de cliënt krijgt en neemt de verantwoordelijkheid voor zijn eigen handelen op zich (Vilans, 2009 in: Engels & van der Lelie, 2010). 1.1.3
Empowerment en methodieken bij ouderen
Het concept empowerment kent een lange geschiedenis. Kenmerkend voor het concept empowerment is de associatie met kwetsbare groepen, groepen voor wie participatie en invloed op de samenleving niet vanzelfsprekend zijn. Empowerment kan gezien worden als een concept, een proces, een overtuiging en/ of een benaderingswijze. Sinds enkele jaren heeft het concept empowerment ook intrede gedaan in de gezondheidszorg, veelal gekoppeld aan de veranderende visie op de cliënt, de cliëntgerichte benadering. Anno 2010 kent het overgrote deel van de Nederlandse gezondheidszorg en welzijninstelling een visie die verband houd met cliëntgericht werken of vraaggerichte zorg, terug te vinden in het missiestatement en jaarplan van de instelling. Empowerment wordt dan veelal geïnterpreteerd als benaderingwijze, met name in de geestelijke gezondheidszorg en de ouderenzorg. Daarnaast wordt het bevorderen van empowerment gezien als belangrijk onderdeel van gezondheidsbevordering (Rissel, 1994). In het welzijnsdomein worden enkele methodieken toegepast die zich specifiek richten op het versterken van de cliënt en zijn positie. Enkele voorbeelden hiervan zijn; Eigen Krachtconferentie, Echt Recht, Presentie, Mediation, Rehabilitatie en Oplossingsgericht werken (Ravelli, Doorn & Wilken, 2009). 1.1.4
Wmo werkplaats Twente
Het project ‘Empowerment methodiek voor ouderen’ (Emo), onderdeel van de Wmowerkplaats Twente ‘Netwerkregie’, richt zich op bovengenoemde thematiek. Is het concept empowerment en haar bestaande methodieken toepasbaar binnen de zorgcontext van de Wmo? Het gaat hierbij dan om Wmo geïndiceerde ondersteuning in het huishouden, veelal augustus 2010
8
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
uitgevoerd binnen de eigen woonsituatie van de cliënt in combinatie met of zonder AWBZ geïndiceerde zorg. In de Wmo werkplaats Twente wordt samengewerkt met onder ander gemeenten, zorgaanbieders, vrijwilligersorganisaties en welzijnorganisaties. Vanuit het project ‘Emo’ is aansluiting gevonden bij het project Hartverwarmend, een initiatief van Zorgcentrum De Posten en de gemeente Enschede. Hartverwarmend en Emo zijn twee projecten die nauw op elkaar aansluiten. Om te kunnen beoordelen of het concept empowerment en zijn bestaande methodieken toepasbaar zijn binnen de zorgcontext van de Wmo worden een aantal stappen en acties ondernomen: • het op systematische wijze in kaart brengen van de huidige situatie, • het uitvoeren van enkele (nul)metingen gericht op (zorg)professionals en cliënten • het doen van literatuuronderzoek. Het project Emo heeft als doel om een eerste inventarisatie te maken of bestaande methodieken gericht op empowerment toepasbaar zijn in de context van de Wmo, specifiek bij de doelgroep ouderen met ondersteuning, geïndiceerde vanuit de Wmo in combinatie met of zonder geïndiceerde AWBZ-Zorg. In het volgende hoofdstuk volgt meer informatie over het project Hartverwarmend en de relatie met het project Emo.
augustus 2010
9
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Zorgcentrum de Posten & project Hartverwarmend Dit deelhoofdstuk geeft een beschrijving van Zorgcentrum de Posten (1.2.1), de relatie tussen empowerment en de werkwijze van de Posten (1.2.2), de samenhang tussen de projecten Emo (Wmo werkplaats) en Hartverwarmend (1.2.3) en een beschrijving van het project Hartverwarmend (1.2.4). 1.1.5
Profiel van Zorgcentrum de Posten
Zorgcentrum de Posten is gevestigd in Enschede en levert een breed pakket aan diensten aan inwoners van Enschede. De Posten biedt in Enschede verzorging, verpleging en thuiszorg en aanvullende welzijnsdiensten waarbij elke cliënt zijn eigen zorgpakket kan samenstellen naar gelang zijn vragen en behoefte. In samenwerking met haar Noaberzorg-partners1 biedt de Posten huishoudelijke zorg en AWBZ-gerelateerde thuiszorgactiviteiten in nog vier gemeentes, te weten: Hengelo, Oldenzaal, Losser en Dinkelland. De Posten heeft verder een eigen serviceafdeling voor personenalarmering en gemaksdiensten en 700 woningen in wederverhuur. Per 31 december 2009 waren 578 medewerkers in dienst (272 fte’s). Daarnaast zijn er ruim 154 medewerkers verbonden aan de Posten die voor werkzaamheden oproepbaar zijn. De belangrijkste groepen waaraan de Posten zorg levert zijn: • Mensen met dementie; • Mensen met een intensieve zorgvraag vanwege lichamelijke aandoeningen; • Mensen met een complexe zorgvraag vanwege lichamelijke aandoeningen, handicaps en dementie; • Mensen met uitbehandelde psychiatrische problematiek; • Mensen met een tijdelijke zorgvraag. Hierbij kan het gaan om vragen die variëren van tijdelijk verblijf in het verpleeg- of verzorgingshuis tot intensieve zorg thuis. De Posten levert ook verschillende diensten die niet binnen de AWBZ of Wmo vallen, voorbeelden zijn maaltijdverzorging en catering, wasverzorging, reisbureau voor cliënten, ontspanningsactiviteiten, diverse postenclubs, kapper en schoonheidssalon, gemakdiensten zoals hulp bij boodschappen en tuinonderhoud. De cliënten van de Posten hebben verschillende culturele achtergronden. Hier wordt rekening mee gehouden bij de zorg en ondersteuning. Zo is er bijvoorbeeld een speciale dagopvang voor Surjoye ouderen. Zorg, wonen en welzijn in de Posten Of het nu gaat om huishoudelijke zorg, verzorging of verpleegzorg, alles kan in het eigen appartement van de Posten ontvangen worden. Dit geldt ook voor de bewoners van de psychogeriatrische afdelingen. Welzijn komt o.a. tot uitdrukking in de eerder genoemde diensten en de aanwezigheid en de mogelijkheid tot deelname aan de vele Postenclubs. Het volledig vernieuwde dorpsplein de Brink is een bruisende ontmoetingsplek voor bewoners én buurtgenoten.
1
Zorgfederatie Oldenzaal, Zorggroep Manna en Bruggerbosch
augustus 2010
10
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Thuiszorg de Posten De thuiszorg van Zorgcentrum de Posten bestaat onder andere uit huishoudelijke hulp, thuisverzorging, thuisverpleging en palliatieve zorg. Men werkt met kleine zorgteams waardoor flexibel kan worden ingesprongen op zorgvragen, de thuiszorgcliënten hebben contact met enkel een kleine groep bekende gezichten. Thuiszorg van de Posten wordt geboden vanuit meerdere locaties in Enschede en Boekelo. Dagopvang de Posten Voor zowel bewoners van de Posten als ook voor mensen van daar buiten. De Posten verzorgt 5 dagen per week dagopvang in het zorgcentrum in Enschede. Voor inwoners van Boekelo, Usselo en omgeving is er dagopvang in Dienstencentrum de Berke in Boekelo. 1.1.6
Zorgcentrum de Posten en empowerment
Het Engelse woord empowerment, dat letterlijk betekent `iemand tot iets in staat stellen` blijft in het Nederlands meestal onvertaald. Zoals al eerder naar voren kwam gaat empowerment uit van het vermogen van mensen om hun leven zelf vorm en betekenis te geven (Vilans, 2009 in: Engels, J. & Lelie, van der J. , 2010). Vanuit de visie van empowerment zou de rol van de professionele hulpverlener kunnen zijn: het leveren van een bijdrage aan het versterken van mensen zodat ze kunnen deelnemen aan de samenleving en weer een gevoel van regie over en grip op hun eigen leven krijgen. Deze visie, het streven naar het empoweren van cliënten, is terug te zien in de dagelijkse gang van zaken in en om het zorgcentrum. Zorgcentrum de Posten biedt mensen de ruimte en de mogelijkheden om prettig en zelfstandig hun leven te leiden op de wijze en plek die zij zelf kiezen. Of men er nu voor kiest om in de eigen vertrouwde woning in de wijk te blijven wonen, of men kiest voor een seniorenwoning of een appartement in het complex: bij de Posten iedereen is welkom en de organisatie staat voor een persoonlijke, open en eerlijke omgang met elkaar. De Posten werkt vanuit een humanistische visie. Autonomie en zelfbeschikking van de cliënt staan centraal. Met de zorg- en dienstverlening wordt gestreefd naar een maximale bijdrage aan zelfstandigheid van de cliënt. De zorg -en dienstverlening gebeurt in nauw overleg met de cliënt. Afhankelijk van de vraag, de indicatie en het zorgplan kan er zorg geleverd worden op afgesproken tijdstippen of op ongeplande momenten. De zorg varieert van lichte vormen van huishoudelijke zorg tot intensieve verpleging. “Onze gedachte is dat bewoners en cliënten de regie houden over hun leven, hun gezondheid en over de eigen woning”. Zelf de regie houden zit volgens directeur Willem Marcelis in kleine dingen: de groet als men elkaar tegenkomt in de gang, het waarborgen van de eigen leefstijl. “Wij helpen en ondersteunen daar waar het gewenst en noodzakelijk is. Zodat zo aangenaam mogelijk kan worden geleefd”. Hartelijk Huiselijk en Hulpvaardig: dat is het motto van Zorgcentrum de Posten, een organisatie die samen met haar cliënten streeft naar een goede kwaliteit van leven. Alle diensten op het gebied van wonen, zorg en welzijn dragen hier positief aan bij. Dit wordt bevestigd in de Cliënt Tevredenheids Onderzoeken en in de scores ten aanzien van de norm ‘Verantwoorde Zorg’. De Posten heeft hart voor haar cliënten en medewerkers.
augustus 2010
11
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
1.1.7
Relatie Wmo werkplaats, project Emo en Hartverwarmend
Zorgcentrum de Posten is een instelling waarbij het uitgangspunt is dat je waar je ook je plek hebt: “ je woont en leeft niet in zorg. Dat is een deel van je leven dat je in verschillende fasen meer of minder nodig kan hebben, maar het maakt niet de kern van je bestaan uit en is ook niet alleen gekoppeld aan ouder worden. Eigenlijk kan dit in alle fasen van je leven spelen”, aldus Willem Marcelis. Hij geeft aan dat de Posten vanuit haar humanistische achtergrond altijd pal gestaan heeft voor het zelfbeschikkingsrecht van mensen en het belang van zo kort en zo min mogelijk intensief inzetten van hulpverlening. Vanuit die gedachte is er rond gekeken naar ontwikkelingen op dit gebied in andere sectoren. Er gaat maatschappelijk gezien veel geld naar zorg en er is in de loop van de tijd in de zorg een vanzelfsprekendheid ontstaan om verantwoordelijkheden over te nemen. Daarom is gezocht naar mogelijkheden om dit anders te organiseren. Een belangrijke reden hierbij is ook dat de huidige manier waarop de zorg georganiseerd is op termijn onbetaalbaar gaat worden. Een interessante ontwikkeling werd gevonden in de jeugdzorg. Daar staat al een aantal jaren de eigen kracht methodiek centraal. Gesprekken met directie van Jarabee (jeugdzorginstelling) over de effecten en resultaten van deze methodiek sterkten de overtuiging van de Posten hier iets mee te doen met betrekking tot de groep ouderen. Daarnaast kreeg de directeur van Zorgcentrum de Posten ruim 1,5 - 2 jaar geleden in het kader van een bijeenkomst van de WMO-businessclub informatie over de Wmo-werkplaatsen. De Posten heeft toen op basis van die filosofie en haar humanistische uitgangspunten bedacht dat zij in overleg met de gemeente Enschede (en later het zorgkantoor) wilde onderzoeken, door middel van het starten van een pilot project, hoe de huishoudelijke hulp anders te organiseren is en daarnaast of en hoe de aansluiting Wmo-AWBZ te herstellen of te versterken is. Als naam voor dit project werd gekozen: Hartverwarmend, geheel in lijn met het motto: hartelijk, huiselijk en hulpvaardig. Als Pilot team kwam het vrij nieuwe thuiszorgteam het Hofkwartier het beste in aanmerking. Binnen de Wmo werkplaats met daarin de partner Saxion Hogeschool bestond toen ook al het idee om iets te gaan doen met empowerment methodieken bij ouderen (project Emo). Al snel is toen besloten om beide projecten in elkaar te schuiven of op elkaar aan te laten sluiten vanwege de overlappende thema’s als: empowerment, eigen regie, zelfbeschikking, autonomie en dat alles gericht op ouderen. 1.1.8
Project Hartverwarmend
Het team Hofkwartier werkt in het nieuwe gebouw het Hofkwartier en in de wijken er om heen (o.a. complexen Stadsgaarde en de Blenken) en is medio 2010 begonnen met het Pilot project ‘Hartverwarmend’. Doel van het project is een overdraagbare en bedrijfsmatig onderbouwde methodiek te ontwikkelen: • waarmee medewerkers van De Posten in staat zijn een optimalisatie van de aansluiting van de Wmo op de AWBZ te realiseren; • waarbij er een integrale aansluiting van geïndiceerde Wmo hulp op geïndiceerde AWBZzorg ontstaat en er een koppeling wordt gemaakt naar voorliggende algemene individueel gerichte en collectieve (welzijns-) voorzieningen binnen de Wmo; • waardoor klanten in staan zijn, op basis van hoge tevredenheid over de kwaliteit van leven, langer zelfstandig te participeren in de maatschappij. augustus 2010
12
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Deze doelstelling is te vertalen naar een aantal praktische speerpunten voor het team: • Nog beter ingaan op de zorgvraag van de cliënt; • Niet overnemen maar in staat stellen; • Minder verschillende thuiszorgmedewerkers bij de cliënt thuis; • Cliënten helpen zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam te blijven zodat men niet afhankelijk wordt van zorg; • Verminderen van de bureaucratie; • Cliënten helpen hun netwerk van familie, vrienden, buren en welzijnsdiensten uit te breiden, zodat zij de cliënt kunnen helpen plezierig en gemakkelijk te leven; • De tevredenheid over de kwaliteit van leven voor iedere cliënt zo hoog mogelijk houden. De pilot richt zich op (toekomstige) klanten in het werkgebied van het team Hofkwartier. Deze klanten wonen in de zogenaamde ‘toffee’ (zie afbeelding) en hebben als postcode: 7511, 7512, 7513, 7514, 7523 of 7543.
Foto 1. Werkgebied team Hofkwartier
Het gaat daarbij om de volgende doelgroepen: • klanten van De Posten met een Wmo-indicatie voor Huishoudelijke Hulp 1 (HH1) of 2 (HH2) en woonachtig in het voor de Pilot begrensde gebied; • klanten van De Posten met een AWBZ-indicatie woonachtig in het voor de Pilot begrensde gebied; • klanten van De Posten met zowel een Wmo-indicatie als een AWBZ indicatie en woonachtig in het voor de Pilot begrensde gebied; • medewerkers van De Posten betrokken bij de hulp- en zorgverlening aan geïndiceerde klanten woonachtig in het voor de Pilot begrensde gebied; • relevante (zorg)organisaties en dienstverleners die actief zijn in het voor de Pilot begrensde gebied.
Het project richt zich op een bereik van de volgende aantallen betrokken klanten/cliënten en medewerkers in het werkgebied van het Hofkwartier. Op peildatum 8 februari 2010 zijn er augustus 2010
13
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
binnen het werkgebied 50 cliënten die ondersteuning verzorgt door de Posten ontvangen en zijn meerdere medewerkers actief vanuit de Wmo of AWBZ, in totaal 7 fte. Voor de methodiekontwikkeling wordt de expertise ingehuurd vanuit Buurtdiensten. Middels maandelijkse inhoudelijke sessies met het gehele team wordt geprobeerd om naar een andere manier van werken te gaan, waarbij de nadruk in de zorgverlening meer dient komen te liggen op mogelijk maken, ondersteunen en bemiddelen en minder op overnemen, uitvoeren en regelen. Men gaat als het ware meer denken samen met de cliënt in plaats van het doen voor de cliënt. Het is de bedoeling de cliënt te helpen zijn eigen leven meer of weer vorm en inhoud te geven zodat hij zo min mogelijk afhankelijk is van professionele zorg en meer gebruik kan maken van voorzieningen in de buurt en van zijn eigen netwerk. Ecare services wordt als technische partner betrokken bij het pilotproject ‘Hartverwarmend’. Daarvoor ontwikkelt het bedrijf in samenwerking met het team Hofkwartier een, in eerste instantie besloten en later open, online community genaam ‘onzebuurtonline’. Alle medewerkers van Het hofkwartier zijn sinds mei 2010 aangesloten op het systeem. Men kan online ervaringen uitwisselen en casuïstiek bespreken. Ook bevat het systeem een blog van Buurtdiensten, één van de partners in het project. Op basis van ervaringen en reacties kan het systeem verder verbeterd en uitgebouwd worden. Ook voor cliënten en samenwerkingspartners binnen het project en in de wijk kan het systeem in een later stadium in worden gezet, bijvoorbeeld om contact te onderhouden met de zorginstelling of te zien wat er in de buurt te doen is. In eerste instantie is de community echter nog voor de leden van de projectgroep en de thuiszorgmedewerkers toegankelijk. Als het systeem naar meer buurten groeit, krijgen thuiszorgmedewerkers van Zorgcentrum de Posten alleen de informatie te zien van de buurten waar ze werken. Buurtdiensten Binnen het project Hartverwarmend wordt het zorgteam Hofkwartier ondersteund door Buurtdiensten, het zusje van Buurtzorg. Buurtdiensten werkt volgens dezelfde principes als Buurtzorg. Met het verschil dat Buurtdiensten ondersteuning levert op basis van gemeentelijke aanbestedingen gekoppeld aan de Wmo. Buurtzorg is gefocust op het verlenen van AWBZ geïndiceerde ondersteuning / zorg Buurtdiensten levert hulp en begeleiding in en om huis op het gebied van huishoudelijke ondersteuning, dagelijkse verzorging, boodschappen, administratie en sociale contacten (Pool & Blok de, 2010).
augustus 2010
14
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
1.2
De dagelijkse praktijk van zorgteam het Hofkwartier
In dit deelhoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de context van zorgteam Hofkwartier, een van de teams binnen Zorgcentrum de Posten. 1.2.1
De wijk Hofkwartier
De wijk Hofkwartier is een nieuwe wijk, aan de rand van de binnenstad van Enschede. Het hart van de wijk Hofkwartier is een groene strook die wordt omgeven door een mix van verschillende woningtypen (combinatie bestaande en nieuwbouw). Dankzij deze variatie ontstaat een stadscultuur in het klein. Jong en oud leven naast elkaar in een aangename en eigentijdse omgeving. In de wijk is het huurappartementencomplex het Hofkwartier gelegen. Een complex bestaande uit een parkeergarage en daarboven een toren met negen bouwlagen en een carré met vier bouwlagen. Het complex is eigendom van woonbouw stichting De Woonplaats waarbij 40 huurappartementen beschikbaar zijn voor de Posten, waar naar wens zorg geleverd kan worden. Overige appartementen worden verhuurd door De Woonplaats, daarnaast zijn enkele huurappartementen beschikbaar voor stichting InteractContour, voor cliënten met niet aangeboren hersenletsel. De onderlaag van het complex biedt ruimte aan winkels. Daarnaast is aan de rand van de wijk een groot winkelterrein gerealiseerd, voorzien van alle benodigde voorzieningen. De diversiteit in samenstelling van de wijk en binnen het complex het Hofkwartier maakt dat jong en oud, bewoners met of zonder hulpvraag nauw met elkaar samenleven. In de wijk Hofkwartier is een speciale zorgpost ingericht voor (Thuis)zorgteam de Posten, die middels een personen-alarmeringsabonnement 24 uur per dag bereikbaar is. Bewoners kunnen van alle diensten van Zorgcentrum de Posten gebruik maken zoals huishoudelijke zorg, persoonlijke verzorging, persoonlijke verpleging en individuele begeleiding
Foto 2.Huurappartementencomplex het Hofkwartier
augustus 2010
15
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
1.2.2
Het zorgteam Hofkwartier
Het zorgteam Hofkwartier is na oplevering van het Hofkwartier ontstaan, een relatief nieuw team bestaand uit 19 professionals. In het team zijn de functies van leerlingverzorgende, verzorgende (IG), helpende, activiteitenbegeleider, teamleider en huishoudelijke hulp (A) vertegenwoordigt. Het team bestaat uit 17 vrouwen en 2 mannen. Het team is samengesteld uit ervaren medewerkers van de Posten en medewerkers die nieuw zijn binnen de organisatie. Alleen werkzaam binnen een parttime dienstverband. Binnen het team wordt gewerkt met eerstverantwoordelijke verzorgende ook wel contactverzorgende genoemd. Iedere cliënt heeft een contactverzorgende die zijn dossier beheert en als aanspreekpunt fungeert. De zorg / ondersteuning kan niet te allen tijde door de contactverzorgende worden uitgevoerd, dit in verband met het continue karakter van de zorg. Met de Cliëntenraad zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop de (thuis)zorg verleend wordt. Uitgangspunt binnen de Posten is dat een cliënt maximaal 8 – 10 professionals treft voor de te verlenen zorg indien die minimaal 7 dagen in de week, 3 zorgmomenten per dag heeft. Voor cliënten die minder zorg nodig hebben kan het aantal zorgverleners minder zijn. Sinds enkele maanden wordt er binnen de Posten gewerkt met een centraal Adviespunt. Een loket voor alle vragen van cliënten, toekomstige cliënten en medewerkers. De intake die plaatsvindt na de zorg/ ondersteuningsaanvraag wordt uitgevoerd door maatschappelijke werkers verbonden aan het adviespunt. Het zorgteam ontvangt het zorgdossier met hierin de specifieke ondersteuning/zorgvraag van de cliënt. Het zorgteam is zelf niet betrokken bij het uivoeren van de eerste intake. Het zorgteam kent een tweetal overlegmomenten; het zorgoverleg en het gezamenlijk overleg. Het zorgoverleg vindt plaats in aanwezigheid van alle verzorgende, eens per vier weken. In het zorgoverleg staan cliëntenbesprekingen centraal. Eens per twee maand vindt het gezamenlijk overleg plaats, hierbij is het gehele zorgteam aanwezig. Vanuit het project Hartverwarmend vinden er met enige regelmaat teambijeenkomsten plaats, waarbij teambuilding, intercollegiale scholing en ondersteuning centraal staan onder leiding van Buurtdiensten. Daarnaast wordt sinds de start van het project Hartverwarmende gebouwd aan de website onzebuurtonline. Dit is een digitale ‘community’ voor professionals, met als doel intercollegiale cliëntbesprekingen, kennisdeling, intercollegiale ondersteuning en matchen van vraag en aanbod van cliënten (zie paragraaf 2.4).
augustus 2010
16
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Enkele berichten op onzebuurtonline
“Hulp bij boodschappen gezocht Dochter en Mw. zochten naar een oplossing voor continuïteit van warme maaltijden. Mw. maakt wel pakjes warm, waardoor gewichtsverlies en onvoldoende voedingsstoffen tot zicht nemen een gevolg is. Ik zat te denken aangezien de buurman hulp biedt bij financiën en 1x per week naar de Aldi gaat. Kan deze misschien de maaltijden voor mw. meenemen of samen gaan. Mw. gaat dit overleggen met de buurman. Ander alternatief apetito of maaltijdservice. Misschien kunnen wij bemiddelen. Contactverzorgende???” “Zaterdag 12 juni organiseert de Stadsgaarde een rommelmarkt. Aanvang is 10.00 tot 13.00 iedereen is van harte welkom.” “Ik had beloofd om jullie nog even het adres door te geven van de stichting in Twente (met ook een steunpunt in Enschede) die aan Mantelzorgondersteuning doet. We hebben het gehad over een mevrouw die al lang voor haar man zorgt en misschien zelf ook wel wat (onder)steun(ing) kan gebruiken. Misschien hebben jullie iets aan onderstaande informatie? Reacties zijn ook welkom……”
1.2.3
Cliënten zorgteam Hofkwartier2
Niet alle bewoners van het Hofkwartier zijn cliënt van Zorgcentrum de Posten. De Posten biedt alle bewoners in de wijk de mogelijkheid om van hun diensten gebruik te maken, waaronder ook de cliënten van InteractContour in het Hofkwartier. Op dit moment maken circa 50 bewoners gebruik van de diensten van het zorgteam Hofkwartier. Het betreft hierbij voornamelijk ouderen in de leeftijdscategorie 55 plus (niet allen woonachtig in de wijk Hofkwartier). Het cliëntenbestand bestaat uit zowel mannen als vrouwen. Het zorgteam Hofkwartier geeft uitvoering aan ondersteuning en zorg op basis van zowel Wmo, als AWBZ indicaties. In de meeste gevallen betreft een combinatie van Wmo en AWBZ geïndiceerde ondersteuning. Meest voorkomende indicaties zijn; huishoudelijke ondersteuning, ondersteuning bij aantrekken kousen en huishoudelijke ondersteuning gecombineerd met persoonlijke verzorging.
2
Gegevens in deze paragraaf zijn gebaseerd op een schriftelijke nulmeting afgenomen onder cliënten.
augustus 2010
17
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
1.3
Empowerment in de praktijk; wat valt op?
Het motto, ‘Hartelijk Huiselijk en Hulpvaardig’ geeft de visie van de Posten op zorg- en dienstverlening krachtig weer. De regie bij de cliënt, de cliënt die invloed heeft op zichzelf en zijn omgeving komt met name tot uiting in de omgang met elkaar (zie paragraaf 1.2.3). Het concept empowerment maakt onderscheid tussen macht op eigen leven en macht op zijn/haar omgeving. In de omgangswijze wordt bewust stil gestaan bij het bijdragen aan de macht van de cliënt op zijn/haar omgeving. Een element uit empowerment als benaderingwijze is het werken met aandachtspersonen. In het zorgteam wordt gewerkt met een contactverzorgende. Een verzorgende die het centrale aanspreekpunt is voor de cliënt. Het is tot op heden binnen het zorgteam niet te realiseren dat alle zorg en ondersteuning verleend wordt door deze contactverzorgende. Deze beschrijving geeft geen inzicht in de exacte invulling van de rol van contactverzorgende. In de context van empowerment dient deze zich voornamelijk te richten op het ondersteunen van de cliënt in het empowerment proces. Het zorgteam Hofkwartier is een relatief nieuw team, verschillend in samenstelling. In de samenstelling van het team zijn meerdere functies vertegenwoordigd om op deze wijze als team in gezamenlijkheid alle benodigde zorg en ondersteuning te verlenen. Opvallend hierbij is dat indien er bij een bewoner in het Hofkwartier alleen huishoudelijke ondersteuning HH1 (waarbij de cliënt in staat is zelf de regie in het huishouden te voeren) de ondersteuning verleend wordt vanuit het centrale HH1 team, niet per definitie vanuit het zorgteam Hofkwartier. Een aandachtspunt binnen het project Hartverwarmend. Er kan geconcludeerd worden het concept empowerment niet onder deze benaming bekend is binnen het zorgteam Hofkwartier. Elementen van empowerment als benaderingswijze zijn terug te vinden in de werkwijze van Zorgcentrum de Posten en zorgteam Hofkwartier. Dit blijkt mede uit het project Hartverwarmend en gekozen partner Buurtdiensten. De aanwezigheid van enkele randvoorwaarden in de wijk het Hofkwartier is een goed vertrekpunt, maar om in te spelen op komende veranderingen (onder andere de overheveling van de ondersteuningsfunctie uit de AWBZ naar de Wmo) is het van groot belang dat ondersteuning gericht op empowerment van ouderen hoog op een ieders agenda blijft staan.
augustus 2010
18
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Literatuur Boxman, T. (2010). Subsidieaanvraag Pilot Project Hartverwarmend, 15 februari 2010. Engels, J. & Lelie, van der J. (2010) Eigen kracht, een gezamenlijk proces. De bijdrage van empowerment in de hulpverlening in: TVZ, nr. 2 2010. Jaarverantwoording zorginstellingen 2009, Maatschappelijk verslag, Zorgcentrum de Posten, April 2009 Marcelis, W. (2010). Ouder Worden als levenskunst, lezing tbv Cinementaal mei 2010 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (2005, mei). Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wmo. Tweede kamer der Staten Generaal, vergaderjaar 2004-2005, Kamerstuk 30 131. nr. 3. Pool, A. & Blok, de J. (2010). Buurtzorg: menselijkheid boven bureaucratie. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Ravelli, A. & Doorn, van L & Wilken, P. (2009). Werk(en) met betekenis, dialooggestuurde hulp- en dienstverlening. Bussum: Coutinho. Regenmortel, T. van (2002) Empowerment en Maatzorg. Een krachtgerichte psychologische kijk op armoede. Leuven: Acco. Rissel, C (1994). Empowerment; the holy grail of health promotion? Health Promotion Internationalt, 9, 39-47.
augustus 2010
19
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Empowerment methodieken bij ouderen Het concept empowerment, bestaande methodieken gericht op empowerment verbetering en de vertaalslag naar de doelgroep ouderen
Literatuurstudie
Saxion Enschede Kenniscentrum Gezondheid en Welzijn Programmalijn Community Care and Youth WMO-werkplaats Twente
drs. S. van Dieren (Saxion) dr. G.A. Holsbrink-Engels (Saxion)
augustus 2010
20
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
2. Empowerment methodieken bij ouderen 2.1 Empowerment In dit hoofdstuk worden enkele methodieken gericht op empowerment en de mogelijke toepasbaarheid van deze methodieken bij de doelgroep ouderen beschreven. Dit hoofdstuk is tot stand gekomen met behulp van een korte literatuurstudie. Dit hoofdstuk geeft een korte impressie van beschikbare literatuur, in een latere fase van het project zal deze aangevuld worden. Zoals beschreven in paragraaf 1.1 vraagt de overgang van de verzorgingsstaat naar een samenleving gericht op participatie naast een verandering in ieders individuele rol, ook een verandering in visie op de onderlinge samenwerking tussen de verschillende rollen. In een samenleving gericht op participatie is een ieder ‘verplicht’ tot een bijdrage aan de maatschappij bij voorkeur vanuit eigen motieven. Indien een burger hulp of ondersteuning nodig heeft dient hij in staat te zijn deze zelf te organiseren voordat hij zich wendt tot professionals. Ondersteuning verzorgd door het eigen sociale netwerk is in deze essentieel: wat kunnen buren, kennissen, familie (waaronder mantelzorgers) en welzijnsvrijwilligersorganisaties voor iemand betekenen? Empowerment richt zich met name op het aangaan, versterken en benutten van verbindingen, zowel met jezelf als met de omgeving (Ravelli, Doorn & Wilken, 2009). Hiervoor heeft een individu inzicht, bewustzijn, kennis en vaardigheden nodig. De focus op het onderling verbinden en het benutten van de verbindingen komt sterk overeen met de ideologie van de Wmo. In deze context van de Wmo is empowerment dus een veel gebruikte term, naast begrippen zoals; eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, autonomie en zelfmanagement. Empowerment wordt binnen de Wmo werkplaats Twente als volgt omschreven: ‘Een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen grip krijgen op de eigen situatie en hun omgeving via het verwerpen van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie’ (Van Regenmortel, 2002). 2.2 Empowerment methodieken Aansluitend op de recente maatschappelijk ontwikkelingen vinden er ook ontwikkelingen plaats in het professional handelen en methodieken. Ravelli ea noemen dit nieuwe vormen van dienstverlening waarbij de drie kernbegrippen betekenisgericht, krachtgericht en dialooggestuurd werken centraal staan (Ravelli, Doorn & Wilken, 2009). De aandacht voor de ervaringen van de mens zelf en de betekenis ervan nemen toe, er wordt meer beroep gedaan op de mogelijkheden van het individu en de benaderwijze van de professional sluit hierop aan. Van oudsher kenmerkt het professioneel handelen in de gezondheidszorg zich veelal door sturing van de professional en het oplossend vermogen van de professional. Het professioneel handelen richt zich op het stellen van een (probleem)diagnose en het vinden van een passende oplossingsinterventie. Vanuit deze benaderingswijze geredeneerd verandert de rol van de professional van ‘stuurman’ en ‘oplosser’, naar die van ‘ondersteuner’. De professional ondersteund in het vinden van een passende oplossing en het oplossen van een probleem. Enkele voorbeelden van deze nieuwe vormen van dienstverlening zijn; Eigen Krachtconferentie, Echt Recht, Presentie, Mediation, Rehabilitatie en Oplossingsgericht werken
augustus 2010
21
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
(Ravelli, Doorn & Wilken, 2009). Deze methodieken worden veelal toegepast in complexe (thuis)situaties en bij doelgroepen waarbij sprake is van multiproblematiek. Hieronder worden een drietal methoden kort beschreven. 2.2.1
Eigen Kracht-conferentie
Een Eigen Kracht-conferentie is een besluitvormingsmodel. Een besluitvormingsmodel waarin voor de betrokkenen belangrijke personen bepalen wat er moet gebeuren, in plaats van de professionale hulpverlener. De conferentie wordt georganiseerd op initiatief van de betrokkenen en gecoördineerd door een getrainde burger. Veelal op aangeven van een professional. Professionals kunnen als betrokkenen deelnemen aan de conferentie. De Eigen Kracht-conferentie richt zich op oplossings- en ondersteuningsmogelijkheden binnen het bestaande (sociale) netwerk. Tijdens een conferentie wordt een concreet plan gemaakt waarin een ieders rol staat beschreven. (Ravelli, Doorn & Wilken, 2009). 2.2.2
Presentie
In de presentiebenadering vorm ‘aandachtigheid’ de kern, aandacht aan de cliënt. Aandacht die zich richt op het aangaan van betrekkingen, naar de ander toegaan en het volgen van zijn tempo (Ravelli, Doorn & Wilken, 2009). 2.2.3
Oplossingsgericht werken
Oplossingsgericht werken is zowel een benaderingswijze, als een methodiek (oplossingsgerichte therapie). Kenmerkend voor deze benaderingwijze is dat de focus niet ligt op de probleemanalyse, maar op het vinden een werkende oplossing (Ravelli, Doorn & Wilken, 2009). De wijze van communicatie speelt hierbinnen belangrijke rol, motiverende gespreksvoering. 2.3 Toepasbaarheid bij ouderen Binnen de Wmo ligt de focus met betrekking tot empowerment, niet alleen op die van kwetsbare groepen, maar empowerment van alle burgers. Het concept empowerment en bestaande methodieken gericht op empowerment nemen in de context van de Wmo aan belangstelling toe. Vragen die rijzen zijn bijvoorbeeld: “zijn elementen ook toe te passen in het algemene wijkbeleid van een gemeente of bij andere doelgroepen met minder complexe hulpvragen?” In Wmo werkplaats Twente is de vraag gerezen of deze benaderwijze ook toepasbaar is in de context van de doelgroep ouderen die ondersteuning ontvangen op basis van een Wmo indicatie, wel of niet gecombineerd met AWBZ geïndiceerde ondersteuning. Tot op heden zijn er nog geen duidelijke resultaten bekend van de effecten en toepasbaarheid van deze specifieke methodieken bij de eerder genoemde doelgroep. Op basis van de uitgangspunten van deze methodieken en de sterke aansluiting met de ideologie van de Wmo is toepasbaarheid te verwachten. Gezien het feit dat we in deze context spreken van laag of middel complexe situaties en de interventies veelal plaatsvinden in de zorgcontext, zullen de eerder beschreven methodieken niet in volle omvang noodzakelijk of wenselijk zijn. Het is de uitdaging om in de context van de Wmo elementen uit deze methodieken toe te passen in de dagelijkse praktijk en mogelijk te integreren in bestaande (zorg)interventies. Waarbij betekenisgericht, krachtgericht en diaglooggestuurd werken een plek krijgen. In de context van de Wmo geïndiceerde ondersteuning is het een optie om een ‘light’ versie’ gebaseerd op bestaande methodieken te ontwikkelen en toe te passen. Binnen de Wmo werkplaats Twente wordt deze uitdaging opgepakt doormiddel van vervolgonderzoek en scholingstrajecten voor professionals. augustus 2010
22
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Elementen van empowerment en de rol van de (zorg)professional Een nulmeting naar de door ouderen ervaren tevredenheid met het leven, elementen van empowerment en de rol van de (zorg)professionals, uitgevoerd in de wijk Hofkwartier, te Enschede
Onderzoeksrapportage
Saxion Enschede Kenniscentrum Gezondheid en Welzijn Programmalijn Community Care and Youth WMO-werkplaats Twente
drs. S. van Dieren (Saxion) dr. G.A. Holsbrink-Engels (Saxion)
augustus 2010
23
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
3. Onderzoeksrapportage ‘Elementen van empowerment en de rol van de (zorg)professional’ 3.1 Inleiding In deze inleiding wordt de aanleiding van de nulmeting weergegeven (3.1.1). Paragraaf 3.1.2 beschrijft doelstelling en de vraagstelling. 3.1.1
Aanleiding van het onderzoek
De komende jaren zal de ingezette verschuiving van de verzorgingsstaat naar een maatschappij waar participatie een centrale rol speelt verder vorm krijgen. Een verschuiving om sociaaleconomische redenen. Mede gebaseerd op een veranderde visie op het burgerschap, waarbij de verschuiving van collectieve verantwoordelijkheid naar individuele verantwoordelijkheid een prominente rol speelt (de Gier, 2007). Individuele verantwoordelijkheid voor zijn/haar gezondheid, maar ook voor de wijze en mate van ondersteuning. In een samenleving gericht op participatie is een ieder ‘verplicht’ tot inzet bij voorkeur vanuit eigen motieven. Een van de motto’s van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geeft dit als volgt weer; ‘niet leunen, maar steunen’. Participatie impliceert het op actieve wijze deelnemen in een groter geheel. De huidige maatschappij kenmerkt tevens door het werken in/vanuit netwerken. Netwerken soms van tijdelijke aard, waarbij aansluiting (de participatie) veelal op eigen initiatief plaats vindt. Kortom het individu is aan zet, van hem/haar wordt het initiatief verwacht. De Nederlandse samenleving wordt vormgegeven door de burgers en hun sociale verbanden / netwerken. Vrijwilligers en mantelzorgers nemen in deze samenleving een belangrijke plaats in, in activiteiten in het lokale bestuur en politiek, het verenigingsleven en de ondersteuning van mensen met een beperking. Zonder deze inzet is de samenleving in zijn huidige vorm niet mogelijk. De regering is van mening dat het behouden van deze samenleving vraagt om: “een krachtige sociale structuur, waar zelforganisatie, maatschappelijke binding en eigen verantwoordelijkheid een belangrijke plaats innemen, naast en aansluitend op de professionele voorzieningen” (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2005). Het verhogen van de sociale samenhang is essentieel in het bereiken van beleidsdoelen van de Wmo. De realisatie en het benutten van netwerken en het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid vormen kritische succesfactoren om de sociale samenhang te verhogen, en vervolgens de beleidsdoelen van de Wmo te realiseren. Kwekkenboom en Timmermans geven dit schematisch weer met behulp van een redeneerketen (Kwekkeboom & JagerVreugdenhil, 2009). Weergave redeneerketen in tekst (Kwekkeboom & Jager-Vreugdenhil, 2009); Sociale samenhang die door de Wmo ontstaat of wordt versterkt, zorgt ervoor dat mensen zich meer om elkaar bekommeren – elkaar daardoor meer, langer en vaker zullen helpen – sociale samenhang bevorderd en verhoogt de maatschappelijke participatie – dit kan er toe bijdragen dat de redzaamheid van individuen groter wordt en mensen met een beperking vragen een ander gemakkelijker om te helpen doen vervolgens minder vaak beroep op professionele zorg en redzamer zijn.
augustus 2010
24
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Maar is het nemen van initiatief voor een ieder wel zo vanzelfsprekend en kan dit van een ieder verwacht worden? Indien er geen netwerk aanwezig is of er geen onderdeel van uitgemaakt, hoe word deze dan opgebouwd? Indien er een netwerk aanwezig is, hoe kan dit netwerk dan gemobiliseerd worden? In deze context wordt vaak het begrip empowerment geïntroduceerd, empowerment als middel om tot participatie te komen. Empowerment wordt binnen de Wmo-werkplaats Twente als volgt omschreven: ‘Een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het verwerpen van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie’ (Van Regenmortel, 2002) Empowerment gaat uit van het vermogen van mensen om hun leven vorm en betekenis te geven. Over het algemeen geldt dat empowerment pas tot stand komt als iemand, in dit voorbeeld een cliënt, zich in een omgeving bevindt die hem de ruimte geeft om de macht ook daadwerkelijk in handen te nemen. De omgeving of de hulpverlener doet hierbij een stap terug en de cliënt krijgt en neemt de verantwoordelijkheid voor zijn eigen handelen op zich (Van de Ven e.a. 2004 in: Engels, J. & Lelie, van der J., 2010). Vanuit het concept empowerment wordt vaak gesteld ‘geen empowerment zonder participatie’, maar is dit ook om te draaien ‘zonder empowerment geen participatie’? Is de mate van empowerment een kritische succesfactor voor het succesvol participeren in de Nederlandse samenleving. Wat vraag deze verandering in visie op het burgerschap van de burger, zijn netwerk en de professionele zorg en dienstverlening in de eerste lijn. Het deelproject Empowerment methodieken voor ouderen (Emo), onderdeel van de Wmo-werkplaats Twente, richt zich op deze vragen. 3.1.2
Doelstelling en vraagstelling van het onderzoek
Het doel van de nulmeting is het in kaart brengen van de ervaren mate van empowerment van ouderen; cliënten van Zorgcentrum de Posten woonachtig in het Stadsdeel Centrum, te Enschede. Het in kaart brengen van de wijze waarop zorgprofessionals, werkzaam bij Zorgcentrum de Posten in het Stadsdeel Centrum te Enschede, de mate van empowerment inschatten bij cliënten en de wijze waarop invulling gegeven wordt aan het ondersteunen van cliënten bij het empowerment proces. De centrale vraagstelling luidt: “Inventariseer hoe ouderen, cliënten met indicatie HH1 en/of HH2 van Zorgcentrum de Posten, woonachtig in Stadsdeel Centrum, te Enschede, elementen van empowerment en kwaliteit van leven ervaren en geef eventuele relaties tussen de beide weer. Inventariseer op welke wijze zorgprofessionals cliënten ondersteunen bij het proces van empowerment?” De deelvragen hebben betrekking op: 1. Mate van empowerment in relatie tot de ervaren kwaliteit van leven. 2. Visie op zorgverlenerschap in relatie tot het empowerment proces. 3.Ondersteuningsvraagstukken van zorgprofessionals om invulling te geven aan het empowerment proces bij cliënten.
augustus 2010
25
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
3.2 Methode van onderzoek In dit deelhoofdstuk wordt achtereenvolgens ingegaan op de onderzoeksaanpak (3.2.1), de respondenten (3.2.2), de instrumenten (3.2.3), de gevolgde procedures (3.2.4) en ten slotte de data-analyses (3.2.5). 3.2.1
Onderzoeksaanpak
In het onderzoek is bewust gekozen voor een eerste inventarisatie, een nulmeting, onder zowel ouderen (cliënten) als zorgprofessionals rondom de thematiek empowerment. Uit oriënterende gesprekken is naar voren gekomen dat binnen de dagelijkse praktijk van het verlenen en ontvangen van ondersteuning / zorg, geïndiceerd vanuit de Wmo en/of in combinatie met AWBZ indicaties het begrip empowerment nog relatief onbekend is. Het onderzoek is afgenomen onder cliënten en zorgverleners verbonden aan Zorgcentrum de Posten. Zorgcentrum de Posten is een van de partners binnen de Wmo werkplaats Twente. 3.2.2
Respondenten
In het onderzoek zijn twee verschillende groepen respondenten benaderd a) ouderen; cliënten van Zorgcentrum de Posten met een indicatie HH1 en/of HH2 eventueel gecombineerd met AWBZ geïndiceerde ondersteuning, woonachtig in Stadsdeel Centrum, te Enschede en b) zorgprofessionals werkzaam binnen het (thuis)zorgteam Hofkwartier onderdeel van Zorgcentrum de Posten. Ouderen; cliënten Zorgcentrum de Posten Er zijn 50 ouderen benaderd om deel te nemen aan het onderzoek. Dit komt overeen met gehele populatie cliënten van zorgteam Hofkwartier in mei 2010. In totaal zijn er 21 cliënten bereid gevonden om aan het onderzoek deel te nemen. Een responspercentage van 42%. Deelname aan het onderzoek was geheel vrijblijvend. Zorgprofessionals Voor deelname aan dit onderzoek is het (thuis)zorgteam Hofkwartier benaderd. Een zorgteam bestaande uit leerlingverzorgende, verzorgende (IG), helpende, activiteitenbegeleider, teamleider en huishoudelijke hulp (A). Het zorgteam bestaande uit 19 professionals, aan dit onderzoek hebben 16 professionals deelgenomen. Een responspercentage van 84%. 3.2.3
Instrumenten
De data is verzameld met behulp van enkele bestaande vragenlijsten en een vragenlijst specifiek ontwikkeld voor dit onderzoek. Bij de responsgroep ouderen zijn de Manchester Short Assessment of Quality of Life (MANSA) en De Nederlandse Empowerment – Vragenlijst (ontwikkeld door het Trimbosinstituut) afgenomen. De MANSA bestaand uit 25 items, waarvan 9 open vragen, 3 gesloten vragen met antwoordmogelijkheid ja/nee en 14 gesloten vragen met antwoordmogelijkheid op een zeven-puntsschaal gericht op mate van tevredenheid. De Nederlandse Empowerment – Vragenlijst bestaand uit 40 stellingen met antwoordmogelijkheid op een vijf-puntsschaal gericht de mate waarin de stelling overeenkomst met de mening van de respondent.
augustus 2010
26
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Voor de responsgroep zorgprofessionals is een specifiek instrument ontwikkeld (bijlage 4) bestaande uit 5 onderdelen; algemene informatie, mate van empowerment van cliënten, rol van professional in relatie tot empowerment van cliënten, eigen rol als professional en ervaringen naar aanleiding van invullen vragenlijst. De vragenlijst afgenomen onder professionals is gebaseerd op De Nederlandse Empowerment – Vragenlijst. 3.2.4
Procedures
Cliënten zijn benaderd met behulp van een uitnodigingspakket bestaande uit een uitnodigingsbrief (bijlage 1), aanvullende informatie over het onderzoek inclusief toestemmingsformulier (bijlage 2) en een flyer van project Hartverwarmend (bijlage 3). De uitnodigingspakketten zijn door het zorgteam Hofkwartier aan cliënten persoonlijk uitgereikt. Afname heeft plaatsgevonden middels een interview afgenomen door studentonderzoekers van Saxion. Respondent en studentonderzoeker hebben gezamenlijk beide vragenlijsten ingevuld. Zorgprofessionals hebben de vragenlijst ingevuld tijdens een teamoverleg, in aanwezigheid van de onderzoeker. 3.2.5
Data-analyses
De resultaten van de gesloten items zijn ingevoerd en verwerkt met behulp van SPSS. Resultaten van de open vragen of toelichtingen zijn allen weergegevens in het rapport. Niet alle resultaten van de MANSA en Nederlandse Empowerment – Vragenlijst zijn opgenomen in deze rapportage. De gehele dataset is op te vragen bij de onderzoeker.
augustus 2010
27
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
3.3 Resultaten ouderen In dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven van de nulmeting afgenomen onder ouderen, cliënten van Zorgcentrum de Posten. In totaal hebben 21 ouderen zowel de MANSA als de Nederlandse Empowerment – Vragenlijst ingevuld. Paragraaf 3.5.1 geeft allereerst algemene informatie over de samenstelling van de groep respondenten. Vervolgens worden per vragenlijst enkele opvallende resultaten weergegeven. Resultaten met betrekking tot de ervaren kwaliteit van leven, op basis van de MANSA (paragraaf 3.5.2), resultaten met betrekking op elementen van empowerment, gebaseerd op de Nederlandse Empowerment – Vragenlijst (paragraaf 3.5.3). Niet alle resultaten van beide vragenlijsten zijn weergegeven in deze rapportage. De gehele dataset is op te vragen bij de onderzoeker. Dit onderzoek richt zich in geringe mate op de relatie tussen elementen van empowerment en de ervaren tevredenheid met het leven als geheel. In paragraaf 3.5.4 wordt een selectie van de resultaten van de Nederlandse Empowerment – Vragenlijst gecombineerd met de ervaren tevredenheid met het leven in zijn geheel (gebaseerd op vraag 10 van de MANSA).De relatie is met behulp van statische analyse onderzocht. 3.3.1
Algemene informatie respondenten
Tabel 1 geeft de verdeling man-vrouw van de onderzoekspopulatie weer. Van de in totaal 21 respondenten is 9 man en 12 vrouw, allen in de leeftijdscategorie tussen 59 en 95 jaar (Tabel 2). In het totale cliëntenbestand van Zorgcentrum de Posten is de ruime meerderheid vrouw. Het percentage man dat heeft deelgenomen aan het onderzoek is relatief hoog. Hiervoor is geen verklaring gevonden in dit onderzoek. Tabel 1. Verdeling Man - Vrouw
Man Vrouw
Totaal (N=21) 9 12
Tabel 2. Leeftijdsopbouw respondenten
95 – 90 jaar 89 – 85 jaar 84 – 80 jaar 79 – 75 jaar 74 – 70 jaar 69 – 65 jaar 64 – 60 jaar < 59 jaar
Totaal (N= 21) 1 3 4 4 3 4 1 1
Tabel 3 geeft een overzicht van de meest voorkomende hulpvragen. Het betreft cliënten met een Wmo indicatie wel of niet gecombineerd met AWBZ geïndiceerde ondersteuning. Van de 21 respondenten ontvangen 3 ouderen alleen huishoudelijke ondersteuning (HH1 of HH2), 2 ouderen worden ondersteund bij het aantrekken van steunkousen en 16 ouderen ontvangen huishoudelijke ondersteuning (HH1 of HH2) gecombineerd met persoonlijke verzorging. Persoonlijke verzorging bestaande uit ondersteuning bij wassen, aankleden en toedienen medicatie, een combinatie van Wmo en AWBZ geïndiceerde ondersteuning.
augustus 2010
28
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________ Tabel 3.Hulpvragen (indicaties) respondenten Totaal (N=21) 3 2 16
Huishoudelijke hulp Ondersteunen aantrekken steunkousen Huishoudelijke hulp & persoonlijke verzorging
3.3.2
Ervaren kwaliteit van leven
De ervaren kwaliteit van leven is gescoord op 11 items allen beantwoord met behulp van een score op een tevredenheidsschaal. Tabel 4 laat zien in welke mate de oudere tevreden is met zijn/haar leven als geheel. In onderstaande tabel is geen onderscheid gemaakt in geslacht of ontvangen hoeveelheid ondersteuning. De meeste ouderen (11 van de 21) zijn op dit moment tevreden met het leven als geheel. Tabel 4. Tevredenheid met het leven als geheel (MANSA - item 10) Totaal (N= 21) 1 1 2 4 11 2
Ontevreden Meestal ontevreden Gemengd Meestal tevreden Tevreden Kan niet beter
Tabel 5 geeft de mate van tevredenheid met het leven in zijn geheel weer uitgesplitst per hulpvraag. Uit deze tabel komt naar voren dat van de grootste groep ouderen, de groep met hulpvraag huishoudelijke hulp & persoonlijke verzorging, de meeste ouderen tevreden zijn met het leven op dit moment. Op basis van deze gegevens is niet te concluderen of ouderen die meer ondersteuning ontvangen meer of minder tevreden zijn met het leven als geheel. Tabel 5 Tevreden met het leven als geheel uitgesplitst per hulpvraag (N =21)
Ontevreden Meestal ontevreden Gemengd Meestal tevreden Tevreden Kan niet beter
3.3.3
Huishoudelijke hulp
Aantrekken kousen
0 0 0 1 1 1
0 0 0 0 1 1
Huishoudelijke hulp & persoonlijke verzorging 1 1 2 4 11 2
Ervaringen van ouderen op elementen van empowerment
In paragraaf 3.5.3 zijn de resultaten van enkele items uit de Nederlandse Empowerment – Vragenlijst weergegeven. Niet alle resultaten van de vragenlijst zijn weergegeven in deze rapportage. De gehele dataset is op te vragen bij de onderzoeker.
augustus 2010
29
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Uit Tabel 6 blijkt dat geen van de ouderen het oneens is met de stelling ‘Mijn hulpverlener gaat uit van mijn mogelijkheden in plaats van mijn beperkingen. Tabel 6.Mening op de stelling ‘Mijn hulpverlener gaat uit van mijn mogelijkheden in plaats van mijn beperkingen’ Totaal (N= 21) 0 Sterk mee oneens 0 Mee oneens 2 Niet mee eens/ niet mee oneens 11 Mee eens 8 Sterk mee eens
In Tabel 7 wordt de mening op de stelling ‘Ik durf om hulp te vragen’ weergegeven. 2 van de 21 ouderen is het oneens met deze stelling. Tabel 7.Mening op de stelling ‘Ik durf om hulp te vragen’
Sterk mee oneens Mee oneens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee eens Sterk mee eens
Totaal (N= 21) 0 2 2 9 8
Een van de kenmerken van empowerment is de mate waarin de cliënt zich bewust is van zijn eigen mogelijkheden en kwaliteiten. Resultaten in Tabel 8 geven weer dat geen van de ouderen aangeeft niet te weten waar hij/zij goed in is. Een belangrijke voorwaarde om tot empowerment te komen. Tabel 8.Mening op de stelling ‘Ik weet waar ik goed in ben’
Sterk mee oneens Mee oneens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee eens Sterk mee eens
Totaal (N= 21) 0 0 4 11 6
De ervaren steun van de omgeving (het sociale netwerk) is in de redeneerketen beschreven in paragraaf 3.1.1 een belangrijke voorwaarde om tot sociale samenhang te komen. Tabel 9 geeft weer dan geen van de ouderen het gevoel heeft niet te kunnen terugvallen op zijn/haar sociale netwerk. Op basis van deze resultaten mag geconcludeerd worden er bij alle ouderen sprake is van een sociaal netwerk. Op basis van deze resultaten kunnen geen uitspraken gedaan over het netwerk. Tabel 9.Mening op de stelling ‘Ik kan terugvallen op de mensen om mij heen’
Sterk mee oneens Mee oneens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee eens Sterk mee eens
augustus 2010
Totaal (N= 21) 0 0 4 9 8
30
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
3.3.4
Relatie elementen van empowerment en ervaren kwaliteit van leven
In de theorie worden relaties gelegd tussen verschillende elementen van empowerment en de ervaren kwaliteit van leven. In deze paragraaf worden enkele resultaten van de MANSA gecombineerd met resultaten van de Nederlandse Empowerment - Vragenlijst. Hierbij is het antwoord op vraag 10 van de MANSA “Hoe tevreden bent u tegenwoordig met uw leven als geheel?” als maat voor de ervaren kwaliteit van leven genomen. Deze resultaten zijn gecombineerd met enkele elementen uit de Nederlandse Empowerment – Vragenlijst (item 4, 6, 10, 15, 22, 30 en 39). Tabel 10 geeft de relatie tussen de ervaren kwaliteit van leven en het wel of niet ervaren van een doel in het leven weer. 4 ouderen geven aan geen doel in het leven te ervaren, slecht 1 hiervan geeft aan gemengd te denken over de tevredenheid met het leven. 1 oudere geeft aan ontevreden te zijn met het leven, maar ervaart een sterk doel in het leven. Het hoogste percentage ouderen is tevreden met het leven en ervaart een doel in het leven. Op basis van deze gegevens is er geen duidelijk verband te leggen tussen de ervaren tevredenheid met het leven als geheel en het wel of niet ervaren van een doel in het leven. Op basis van de beschikbare literatuur is dit wel te verwachten. Tabel 10. Relatie tussen ervaren kwaliteit van leven en het wel of niet ervaren van een doel in het leven
Ik heb een doel in mijn leven Hoe tevreden bent u tegenwoordig met uw leven als geheel Ontevreden Meestal ontevreden Gemengd Meestal tevreden Tevreden Kan niet beter
Mee oneens 0 0 1 0 3 0
Niet mee eens, niet mee oneens 0 0 1 1 3 0
Mee eens 0 1 0 2 3 0
Sterk mee eens 1 0 0 1 2 2
Tabel 11 geeft de relatie tussen de ervaren kwaliteit van leven en de benaderingswijze van de hulpverlener weer. Alle respondenten hebben aangegeven neutraal of het eens te zijn met deze stelling. De meeste ouderen (10) zijn tevreden met de kwaliteit van leven en ervaren dat de hulpverlener uitgaat van zijn/haar mogelijkheden. Een belangrijke randvoorwaarde voor het empowerment proces. Tabel 11.Relatie tussen ervaren kwaliteit van leven en de benaderwijze van de hulpverlener
Hoe tevreden bent u tegenwoordig met uw leven als geheel? Ontevreden Meestal ontevreden Gemengd Meestal tevreden Tevreden Kan niet beter
augustus 2010
Mijn hulpverlener gaat uit van mijn mogelijkheden in plaats van mijn beperkingen Niet mee eens, niet mee oneens 0 0 1 0 1 0
Mee eens
Sterk mee eens
0 0 1 4 6 0
1 1 0 0 4 2
31
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
In Tabel 12 wordt de relatie tussen de ervaren kwaliteit van leven en het inzicht in eigen kunnen weergegeven. Deze vraag is niet door alle respondenten ingevuld (N=14). Slecht een oudere geeft aan niet te weten wat hij/zij beter wel en niet kan doen. De meeste ouderen (6) geven aan tevreden te zijn met het leven en geven aan voldoende zicht te hebben op eigen kunnen. Tabel 12. Relatie tussen ervaren kwaliteit van leven en inzicht in eigen kunnen N =14
Ik weet wat ik beter wel en wat ik beter niet kan doen Hoe tevreden bent u tegenwoordig met uw leven als geheel? Ontevreden Meestal ontevreden Gemengd Meestal tevreden Tevreden Kan niet beter
Mee oneens
Niet mee eens, niet mee oneens
Mee eens
0 0 0 1 0 0
0 0 1 1 2 1
0 0 1 1 6 0
Tabel 13 geeft de relatie tussen de ervaren kwaliteit van leven en het inzicht / daadkracht om eigen regie te voeren weer, middels de stelling ‘Ik beslis hoe ik baas word over mijn leven’. Geen van de respondenten geeft aan het oneens te zijn met deze stelling. Ouderen die aangeven tevreden te zijn met het leven zijn het veelal eens (4) of sterk eens (4) met deze stelling. Tabel 13. Relatie tussen ervaren kwaliteit van leven en inzicht / daadkracht om eigen regie te voeren
Ik beslis hoe ik baas word over mijn leven Hoe tevreden bent u tegenwoordig met uw leven als geheel? Ontevreden Meestal ontevreden Gemengd Meestal tevreden Tevreden Kan niet beter
Niet mee eens, niet mee oneens
Mee eens
Sterk mee eens
0 0 1 1 3 0
0 1 1 1 4 1
1 0 0 2 4 1
Tabel 14 geeft de relatie tussen de ervaren tevredenheid met het leven en de durf om hulp te vragen weer. Op basis van literatuur is een verband te verwachten tussen de tevredenheid met het leven en de mate van durf om hulp te vragen. Uit tabel 14 blijkt dat de meeste ouderen (11) die tevreden zijn met het leven tevens aangeven om hulp te durven vragen.
augustus 2010
32
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________ Tabel 14.Relatie tussen ervaren kwaliteit van leven en de durf om hulp te vragen
Hoe tevreden bent u tegenwoordig met uw leven als geheel Ontevreden Meestal ontevreden Gemengd Meestal tevreden Tevreden Kan niet beter
Mee oneens
Ik durf om hulp te vragen Niet mee eens, niet Mee eens mee oneens
0 0 0 2 0 0
0 0 0 0 2 0
Sterk mee eens 0 0 2 1 5 1
1 1 0 1 4 1
Tabel 15 geeft de relatie weer tussen de ervaren tevredenheid met het leven en het gevoel ergens bij te horen. Tabel 15.Relatie tussen ervaren kwaliteit van leven en het gevoel ergens bij te horen
Hoe tevreden bent u tegenwoordig met uw leven als geheel Ontevreden Meestal ontevreden Gemengd Meestal tevreden Tevreden Kan niet beter
Sterk mee oneens
Ik heb het gevoel dat ik ergens bij hoor Niet mee eens, niet Mee eens mee oneens
0 0 0 1 0 0
0 0 1 1 5 0
Sterk mee eens
1 0 1 2 3 1
0 1 0 0 3 1
Tabel 16 geeft de relatie tussen de ervaren kwaliteit van leven en de ervaren mogelijkheid om terug te vallen op een netwerk, middels de stelling ‘Ik kan terugvallen op de mensen om mij heen’ weer. Geen van de respondenten geeft aan het oneens te zijn met deze stelling. Ouderen die aangeven tevreden te zijn met het leven zijn het veelal eens (6) of sterk eens (5) met deze stelling. Tabel 16. Relatie tussen ervaren kwaliteit van leven en de ervaren mogelijkheid om terug te vallen op een netwerk
Ik kan terugvallen op de mensen om mij heen Hoe tevreden bent u tegenwoordig met uw leven als geheel? Ontevreden Meestal ontevreden Gemengd Meestal tevreden Tevreden Kan niet beter
augustus 2010
Niet mee eens, niet mee oneens
Mee eens
Sterk mee eens
0 0 2 0 2 0
0 1 0 2 6 0
1 0 0 2 3 2
33
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
3.4 Resultaten zorgprofessionals In deze paragraaf worden de resultaten weergegeven van de nulmeting afgenomen onder zorgprofessionals werkzaam binnen het (thuis)zorgteam Hofkwartier. De resultaten hebben betrekking op de volgende onderwerpen;
a. b. c. d.
Algemene informatie zorgprofessionals (paragraaf 3.6.1) Mening professionals over elementen van empowerment bij cliënten (paragraaf 3.6.2) De rol van de professional in relatie tot empowerment van cliënten (paragraaf 3.6.3) Mening professionals over eigen rol (paragraaf 3.6.4)
In het totaal hebben 16 zorgprofessionals, allen lid van zorgteam Hofkwartier, de vragenlijst (bijlage 4) ingevuld. De vragenlijst bestaand uit gesloten vragen, waarvan 23 gesloten vragen met antwoordmogelijkheid op een 5 puntsschaal. De resultaten zijn in verband met de geringe respons in de weergave teruggebracht tot een 3 puntschaal bestaande uit de categorieën mee eens, niet mee eens/niet mee oneens, mee oneens. De antwoordcategorieën sterk mee eens en mee eens zijn samengevoegd, hetzelfde geld voor de categorieën sterk mee oneens en mee oneens. 3.4.1
Algemene informatie (zorg)professionals
Het zorgteam Hofkwartier verleent ondersteuning op basis van een Wmo indicatie wel of niet gecombineerd met AWBZ geïndiceerde ondersteuning. Om het gehele pallet van diensten aan te kunnen bieden is gekozen voor een zorgteam bestaande uit verschillende functies. In Tabel 17 is de samenstelling van het zorgteam weergegeven. Het zorgteam Hofkwartier bestaat uit voornamelijk verzorgende IG (11 van de 16) aangevulde met enkele ondersteunde professionals. Het team wordt aangestuurd door een teamleider, zelf ook actief in het zorgproces. Tabel 17. Functies binnen zorgteam Hofkwartier
Verzorgende IG Teamleider Helpende leerling vz-ig Activiteitenbegeleider Huishoudelijke verzorging / hulp
Totaal (N= 16) 11 1 1 1 2
Het zorgteam bestaat uit 15 vrouwen en 1 man. Tabel 18 geeft een weergave van de leeftijdsopbouw binnen het team. In Tabel 19 word weergegeven hoeveel jaar de professional reeds werkzaam is binnen de gezondheidszorg. Op basis van beide tabellen is te concluderen dat het zorgteam Hofkwartier een divers team is. Tabel 18. Leeftijdsopbouw zorgteam Hofkwartier
18 – 25 jaar 26 – 35 jaar 35 – 42 jaar 42 – 48 jaar 49 of ouder
augustus 2010
Totaal (N= 16) 2 1 6 5 2
34
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________ Tabel 19. Aantal jaren werkzaam binnen de gezondheidszorg
1 - 5 jaar 6 – 10 jaar 11 – 15 jaar 16 – 20 jaar 21 - 25 jaar 26 – 30 jaar
3.4.2
Totaal (N= 16) 3 4 1 3 3 2
Professionals over elementen van empowerment bij cliënten
De vragenlijst voor professionals bevat stellingen die zijn gebaseerd op elementen van empowerment uit de Nederlandse Empowerment – Vragenlijst. In deze paragraaf worden enkele opvallende resultaten weergegeven. Tabel 20 geeft de mening van de professionals weer met betrekking tot de samenwerkingsrelaties tussen cliënt en hulpverlener. De meeste professionals (15 van de 16) geven aan dat deze samenwerkingsrelatie goed is. In tabel 21 worden de meningen van professionals op de stelling ‘de hulpverlener gaat uit van de mogelijkheden van in plaats van de beperkingen van een cliënt’ weergegeven. Beide zijn belangrijke voorwaarde om ondersteuning te bieden gericht op empowerment. Tabel 20. Mening professionals samenwerkingsrelatie cliënt en zorgverlener
Cliënten en hulpverlener hebben een goede samenwerkingsrelaties Mee eens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee oneens
Totaal (N= 16) 15 0 1
Tabel 21. De hulpverlener gaat uit van de mogelijkheden van in plaats van de beperking van een cliënt
De hulpverlener gaat uit van de mogelijkheden van in plaats van de beperking van een cliënt Mee eens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee oneens
Totaal (N= 16) 13 1 3
Tabel 22 geeft het inzicht van de professionals weer of de cliënt, naar hun mening, ondersteuning vraagt van zijn/haar sociale netwerken weer.6 van de 16 professionals geeft aan geen mening te hebben. Dit kan betekenen dat de professionals geen zicht heeft op het sociale netwerk van de cliënt. Tabel 22. Inzicht professional in mobilisatie sociale netwerk
De cliënt vraagt indien noodzakelijk ondersteuning van een bekende Mee eens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee oneens
augustus 2010
Totaal (N= 16) 9 6 1
35
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Tabel 23 en 24 geven de mening van de professionals weer op enkele elementen van de samenwerking tussen hulpverlener en cliënt. Uit Tabel 23 blijkt dat de meeste professionals het eens zijn met de stelling dat de hulpverlener zijn manier van werken aanpast op de wensen van de cliënt. Het in de samenwerkingsrelatie de cliënt de mogelijkheid te bieden om de regie te voeren is een van de randvoorwaarden. Tabel 24 geeft daarentegen aan dat enkele professionals van mening zijn dat de cliënt het niet vervelend vind als de hulpverlener de regie overneemt. Tabel 23. Samenwerking hulpverlener en cliënt
De hulpverlener past zijn manier van werken aan op de wensen van de cliënt Mee eens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee oneens
Totaal (N= 16) 15 0 1
Tabel 24. Samenwerking hulpverlener en cliënt
De cliënt vindt het niet vervelend als de hulpverlener de regie overneemt Mee eens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee oneens
3.4.3
Totaal (N= 16) 6 8 2
De rol van de professional
Tabel 25, 26, 27 en 28 geven allen inzicht in de mening van professionals op enkele stelling gericht op de rol en inzicht van de professional in relatie tot het sociale netwerk van de cliënt. Tabel 25. Mening professional met betrekking tot de rol als bemiddelaar in sociaal netwerken
De professional bemiddelt tussen cliënt en de mensen om de cliënt heen Mee eens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee oneens
Totaal (N= 16) 5 6
Tabel 26. Professional als facilitator
De professional is medeverantwoordelijk voor het feit of de cliënt regelmatig buiten de deur komt Mee eens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee oneens
Totaal (N= 15) * 1 5 9
* stelling is niet door alle respondenten beantwoord Tabel 27. Zicht van professional op sociaal netwerk
De cliënt kan voldoende terugvallen op de mensen om zich heen Mee eens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee oneens
augustus 2010
Totaal (N= 16) 5 6 5
36
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________ Tabel 28. Contact professional met sociale netwerk cliënt
De professional heeft regelmatig contact met de mensen om de cliënt heen Mee eens Niet mee eens/ niet mee oneens Mee oneens
Totaal (N= 16) 6 5 5
Tabel 29 geeft weer hoe de professional zijn/haar rol ziet. De professionals had bij het beantwoorden van deze stelling de antwoordmogelijkheden; eigenaar, regisseur, uitvoerder en ondersteuner. 11 van de 15 professionals geeft aan de rol van de professional te zien als die van ondersteuner. Tabel 29. Rol van professional
Ondersteuner Uitvoerder Regisseur Eigenaar
Totaal (N= 15) * 11 1 1 2
* stelling is niet door alle respondenten beantwoord
Bij de stelling ‘de professional dient tijdens het verlenen van zorg aan de cliënt de rol aan te nemen van….’ is de mogelijkheid geboden om een toelichting te geven. Hieronder een weergave van de gegeven toelichtingen. • • • • • • • • 3.4.4
We zijn op verschillende vlakken actief als zorgverlener, ook deels eigenaar van zorgproces; Deels eigenaar omdat wij verantwoordelijk zijn voor het zorgproces; Cliënt bepaalt, wij ondersteunen waar nodig; Zelfredzaamheid stimuleren; Veel cliënten kunnen zelf nog regie nemen en aangeven wat ze zelf graag willen. Bij sommige cliënten zijn wij ook verantwoordelijk voor het zorgproces en welbevinden van de cliënt; De cliënt moet zelf zo zelfstandig mogelijk blijven; Het woord zegt het al, wij zijn een ‘hulp’ in de huishouding; Denk aan de zelfredzaamheid van de cliënt. Professionals en hun eigen rol
Tabel 30 geeft de respons weer op de stelling ‘Ik ben in staat om de mate van empowerment van een cliënt te bepalen’. Tabel 30. Professional is instaat mate van empowerment te bepalen
Ik ben in staat om de mate van empowerment van een cliënt te bepalen Oneens Eens
Totaal (N= 14) * 3 11
* stelling is niet door alle respondenten beantwoord
augustus 2010
37
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Bij de stelling ‘Ik ben in staat om de mate van empowerment van een cliënt te bepalen’ is de mogelijkheid geboden om een toelichting te geven. Hieronder een weergave van de gegeven toelichtingen. • • • • • • • • • •
Uiteindelijk wel maar zal cliënt eerst beter moeten leren kennen; Als ik genoeg informatie heb gekregen, in overleg met cliënt en uitgaan van veel levenservaring; Vaak wel, veel cliënten zijn afwachtend en hebben een duwtje in de rug nodig; Ben nog niet overal goed van op de hoogte; Wat de cliënt zelf kan, zelf laten doen; Ontbreekt nog info; Ik probeer om de cliënt aan te sporen tot bepaalde activiteiten; Per cliënt verschillend; Door goed te luisteren / door te vragen en observeren; Mits de cliënt lang genoeg in zorg is.
Tevens is gevraagd een toelichting te geven op welke wijze de professional de mate van empowerment van een cliënt bepaald. Hieronder de gegeven antwoorden. • • • • • • • • • • • • • • •
Hoe de cliënt in het leven staat, dagelijkse bezigheden; Goed te luisteren en observeren; Behoefte, zelfstandigheid, doelgroep, leeftijd, omgeving, sociale kaart; Te luisteren naar de cliënt; wat ze vertellen en door te vragen of ze willen proberen een handeling zelf uit te voeren; Door vragen wat een cliënt zijn wensen & behoeftes zijn, uit gesprekken kan ik beoordelen of cliënt de regie wil voeren of ze zich in alles schikken; Wat ik zie, ervaring; Informatie, vragen stellen, uitdagingen voor te stellen en ervan uitgaan dat de cliënt meer kan dan hij/zij in eerste instantie zal denken; Wat cliënten zelf aangeven, de zelfstandigheid van een cliënt; De nodige informatie en bereidheid; Ideeën aan te bieden; Inzicht; Gesprekken/ inschatting; Zou u koffie willen zetten dan ben ik klaar met stofzuigen (kat en muis spel); Goed te kijken wat de mogelijkheden zijn, bespreekbaar maken, samen overleggen; Hoe lang ik de cliënt ken.
augustus 2010
38
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Tabel 31 geeft weer in welke mate de professional het als zijn taak ziet om de cliënt te ondersteunen in het empowerment proces. 12 van de 13 van professionals geeft aan dit als een van zijn taken te ervaren. Tabel 31. De taak van de professional bij ondersteuning in het empowerment proces
Ik zie het als mijn taak om de cliënt hierin te ondersteunen
Totaal (N= 13) * 1 12
Oneens Eens * stelling is niet door alle respondenten beantwoord
Bij de stelling ‘Ik zie het als mijn taak om de cliënt hierin te ondersteunen’ is de mogelijkheid geboden om een toelichting te geven. Hieronder een weergave van de gegeven toelichtingen. • • • • • • • • • •
Meer info omtrent aanbod/ activiteiten/ mogelijkheden; Ik kijk wat de cliënt zelf kan/wil doen en probeer ze dit zelf te laten doen evt mbv een zorgplan; Je ondersteunt/begeleidt de cliënt waar nodig, wat diegene zelf kan zelf laten doen; Uitleg geven wat mogelijkheden zijn, dialoog gestuurde zorg geven; Zelfredzaamheid/ eigen verantwoording bevorderen; Welbevinden zorgt dat hun gezondheid beter wordt. Ze kunnen zo iets betekenen voor een ander. Zo laat ik zien dat ik meeleef/ meedenk; Zit er tussen in, sommige cliënten kunnen heel goed dingen zelfstandig doen, sommige hebben wel ondersteuning nodig; De cliënt aanbieden dat als er vragen zijn ze die kunnen stellen; Belang van eigenwaarde; Ja, kijken naar mogelijkheden en de mensen daarin te stimuleren/ ondersteunen.
Tabel 32 geeft het percentage professionals van zorgteam Hofkwartier weer dat op dit moment voldoende handvatten ervaart om het empowerment proces te ondersteunen. De meeste professionals (56%) geven aan op dit moment onvoldoende handvatten te bezitten. Tabel 32. Ondersteuningsvraagstukken professional
Ik heb op dit moment voldoende handvatten om de empowerment van de cliënt te verbeteren
Totaal (N= 14) * 9 5
Oneens Eens * stelling is niet door alle respondenten beantwoord
Ook bij deze stelling is de mogelijkheid geboden om een toelichting te geven. Hieronder een weergave van de gegevens toelichtingen. • • • •
Door te oefenen met de cliënt om de handeling weer onder de knie te krijgen; Vanuit ervaring in de zorg en goed kunnen luisteren, doorvragen en overleggen met cliënt; zelf zijn keuzes laten bepalen.; Handreikingen zijn altijd welkom; Niet genoeg informatie, over het kunnen en de hobby’s van cliënten;
augustus 2010
39
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
• • • • •
Ben niet altijd op de hoogte van wat er allemaal te doen is, meer informatie is wel nodig; Moet hier eerst goed over nadenken; Hoop dit met dit project inzichtelijker te krijgen; Ik observeer en doe wat ik kan; Niet altijd, kan niet allemaal binnen de uren, kan altijd iets bij.
In Tabel 33 wordt gereageerd op de stelling of professionals ondersteuning als wenselijk ervaren. De meeste professionals (9 van de 13) geven aan ondersteuning wenselijk te vinden. Tabel 33. Ondersteuningsvraagstukken professional
Ik zou graag ondersteuning krijgen bij het ondersteunen van cliënten om zijn/haar empowerment ontwikkeling te verbeteren Oneens Eens
Totaal (N= 13) * 4 9
* stelling is niet door alle respondenten beantwoord
Bij de stelling ‘Ik zou graag ondersteuning krijgen bij het ondersteunen van cliënten’ is de mogelijkheid geboden om een toelichting te geven. Hierbij is gevraagd aan te geven welke ondersteuning als wenselijk word ervaren. • • • • • • • • • • •
Van een deskundige op dit gebied die in staat is om meer handvatten aan te rijken; Door alle ideeën samen te vatten in een plan gieten en regelmatig te evalueren met de cliënt, omgeving, professional; Ondersteuning van teamleider (dienstwaarneemster) of vanuit project hartverwarmend. Ervaringen met collegae bespreken; Communicatievaardigheden om de regie bij de cliënt te houden; Verkort levensboek aanleggen in de computer. Overleggen met elkaar om tips hoe dit te simuleren; Meer brochures van bv vrijwilligers, activiteiten, informatie over wat er in de buurt te doen is; Eerst inzichtelijk hebben wat het aanbod is; Hoe meer je te weten komt, hoe beter je de cliënten kunt helpen/ondersteunen; De waarde van de cliënt te behouden. Sommige ouderen worden vaak verkeerd behandeld; Mensen uit de buurt die kunnen ondersteunen vooral in de weekenden. Ruimte waar mensen elkaar kunnen ontmoeten; Door zorgoverleg weet je wat je collegae er van denken en kun je ideeën/gedachten uitwisselen.
augustus 2010
40
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
3.5 Conclusies en aanbevelingen In dit onderzoek is een eerste inventarisatie gemaakt van a) de ervaren kwaliteit van leven, geoperationaliseerd in tevredenheid met het leven, b) elementen van empowerment en c) relaties tussen beide. Tevens is in kaart gebracht op welke wijze de professionals invulling geeft aan het ondersteunen van de cliënt in het proces van empowerment verbetering en hun visie op de rol van de professional. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies (paragraaf 3.7.1, 3.7.2 & 3.7.3) weergegeven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele aanbevelingen met name gericht op de wijze waarop zorgprofessionals verder invulling kunnen geven aan het ondersteunen van cliënten bij het empowerment proces (paragraaf 3.7.4). 3.5.1
Conclusies ouderen
Ouderen betrokken in het onderzoek zijn op dit moment overwegend tevreden met het leven als geheel, ongeacht hulpvraag. Tevens scoren zij hoog op de Nederlandse Empowerment – Vragenlijst. Op basis van deze resultaten kan geconcludeerd worden dat veel van de elementen van empowerment reeds aanwezig zijn bij de betreffende groep ouderen. Tevens kan geconcludeerd worden dat elementen van empowerment bijdragen aan de ervaren tevreden met het leven. In de datasets zijn geen sterke relaties gevonden tussen specifieke elementen van empowerment en de ervaren tevredenheid met het leven als geheel. 3.5.2
Conclusies zorgprofessionals
Het is opvallend dat professionals aangeven voldoende zicht te hebben in het kunnen van de cliënt in relatie tot het zorgproces. Professionals geven echter aan minder zicht op de context van de cliënt te hebben. Professionals ervaren verschil in de mate waarin zij de elementen van empowerment bij cliënten kunnen bepalen. Als belangrijke factor voor dit verschil wordt de frequentie van het contact, de mate waarin de professional de cliënt kent, aangegeven. Het is voor professionals gemakkelijker wanneer hij/zij de cliënt langer kent. De mate van empowerment wordt veelal gebaseerd op ervaring, observeren en luisteren. Slechts enkele professionals geven aan hierover rechtstreeks in contact te gaan met een cliënt. Professionals geven aan ondersteuning als wenselijk te ervaren. Er is behoefte aan; onderlinge afstemming, inzicht in de sociale kaart & activiteiten in de regio en praktische tools om met cliënten in gesprek te gaan over dit onderwerp. 3.5.3
Overall conclusie nulmeting
Op basis van de resultaten kan geconcludeerd worden dat ouderen, cliënten van zorgteam Hofkwartier, tevreden zijn met de ondersteuning geboden door de professionals. Op basis van dit onderzoek kan, voorzichtig de overall conclusie getrokken worden dat binnen de context van zorgteam Hofkwartier de randvoorwaarden voor samenwerking gericht op empowerment bij zowel ouderen als professionals aanwezig zijn. De aanwezigheid van deze randvoorwaarden doet geen uitspraak over de mate waarin op dit moment de samenwerking gericht is empowerment verbetering. Er kan geconcludeerd worden dat empowement nog voor beide groepen relatief onbekend is en het de nodige aandacht vraagt om deze benaderingswijze in het dagelijks handelen te integreren.
augustus 2010
41
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
3.5.4
Aanbevelingen
Vanuit de conclusies kunnen de volgende aanbevelingen geformuleerd worden ter bevordering van het empowement proces van ouderen en de geboden ondersteuning van professionals hierbij: • Ouderen betrokken in dit onderzoek zijn overwegend tevreden met het leven als geheel. Deze conclusie is gebaseerd op de resultaten van de MANSA. De MANSA is een van de vele meetinstrumenten waarmee kwaliteit van leven inzichtelijk gemaakt kan worden. Het is aan te bevelen om de resultaten uit dit onderzoek te vergelijken met resultaten van een vergelijkbare meting met een ander instrument gericht op kwaliteit van leven. Om op deze wijze de professionals concretere aangrijpingspunten te kunnen geven met betrekking tot de deze wijze waarop zij kunnen inspelen. • Professionals ervaren weinig zicht te hebben op de context van de cliënt. Het is aan te bevelen om binnen het zorgteam Hofkwartier een instrument te ontwikkelen waarmee professionals samen met de cliënt zicht kunnen krijgen op de context van de ouderen, Een instrument om het sociale netwerk in kaart te brengen. Vanuit de empowerment gedacht is het hierbij sterk aan te bevelen om te kiezen voor een instrument dat door de cliënt zelf word ingevuld en vervolgens word besproken met de hulpverlener. • De mate van empowerment word door professionals veelal gebaseerd op ervaring en observaties. Slecht enkele professionals geven aan met cliënten in gesprek over dit onderwerp. Het stimuleren van eigen kracht en eigen kunnen vind veelal plaats in de wijze waarop de gesprekvoering tussen hulpverlener en cliënt word vormgegeven. Het is op grond hiervan aan te bevelen om het zorgteam Hofkwartier handvatten te bieden op het gebied van gespreksvoering. Scholing in motiverende gesprektechnieken behoort hierbij tot de mogelijkheden. • Professionals geven aan weinig zicht te hebben op de sociale kaart en activiteiten in de wijk. Het is aan te bevelen om in samenspraak met welzijnsorganisaties de professionals op andere wijze te informeren over de sociale kaart. • In dit onderzoek zijn professionals gevraagd aan te geven hoe zij de rol van de professional zien in het zorgproces. De meeste professionals maakt de keuze voor de rol van ondersteuner. De interpretatie van de rol ondersteuner is in dit onderzoek summier uitgewerkt. Het is sterk aan te bevelen om de (gewenste) rol van de professional concreter te beschrijven en met de professionals te bespreken.
augustus 2010
42
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Literatuur Engels, J. & Lelie, van der J. (2010). Eigen kracht, een gezamenlijk proces. De bijdrage van empowerment in de hulpverlening in: TVZ, nr. 2 2010. Gier, E. de (2007).Overpeinzingen bij een activerende participatiemaatschappij. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Comparatief Arbeidsmarktbeleid aan de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radbout Universiteit Nijmegen. Kwekkeboom, R., Jager-Vreugdenhil M. (2009). De praktijk van de WMO, Onderzoeksresultaten lectoraten social work. Amsterdam, SWP uitgeverij. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (2005, mei). Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wmo. Tweede kamer der Staten Generaal, vergaderjaar 2004-2005, Kamerstuk 30 131. nr. 3. Regenmortel, T. van (2002). Empowerment en Maatzorg. Een krachtgerichte psychologische kijk op armoede. Leuven: Acco.
augustus 2010
43
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Scholingsopties Een eerste weergave van opties voor scholing van (zorg) professionals, werkzaam binnen de context van de Wmo, gericht op het ondersteunen van cliënten in het empowerment proces.
Scholingsopties
Saxion Enschede Kenniscentrum Gezondheid en Welzijn Programmalijn Community Care and Youth WMO-werkplaats Twente
drs. S. van Dieren (Saxion) dr. G.A. Holsbrink-Engels (Saxion)
augustus 2010
44
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
4. Scholingsopties 4.1 Inleiding In paragraaf 4.2 wordt een eerste aanzet gegeven voor een scholingstraject gericht op (zorg)professionals werkzaam binnen de context van de Wmo. Paragraaf 4.3 beschrijft enkele aanbevelingen op welke wijze deze thematiek verwerkt kan worden in de curricula van zorg (welzijns)opleidingen in het hoger beroepsonderwijs. De scholingsopties zijn veelal gebaseerd op de eerder beschreven nulmetingen uitgevoerd binnen de Wmo werkplaats Twente, deelproject ‘Emo’. 4.2 Scholingsopties professionals Aansluitend op de recente maatschappelijk ontwikkelingen dienen er tevens ontwikkelingen plaats te vinden in het professional handelen (zie paragraaf 2.2). Dienstverlening waarbij de drie kernbegrippen betekenisgericht, krachtgericht en dialooggestuurd werken centraal staan (Ravelli, Doorn & Wilken, 2009). Meer aandacht voor de ervaringen van de mens zelf en de betekenis ervan nemen toe, er wordt meer beroep gedaan op de mogelijkheden van het individu en de benaderwijze van de professional sluit hierop aan. Vanuit deze nieuwe benaderingswijze geredeneerd verandert de rol van de professional van ‘stuurman’ en ‘oplosser’, naar die van ‘ondersteuner’. De professional ondersteunt in het vinden van een passende oplossing en het oplossen van een probleem. Deze verandering in rol en houding van professional is alleen te realiseren doormiddel van scholing en ondersteuning van de professional, zowel in de dagelijkse praktijk (ervaren professionals, ‘training on the job’) als in de reguliere opleidingen (nieuw op te leiden professionals). 4.2.1
Zorgprofessionals
Uit de nulmeting afgenomen onder zorgprofessionals zijn de volgende suggesties voor scholing naar voren gekomen (zie paragraaf 3.5.4). Ondersteuning / scholing gericht op; • zicht krijgen op het sociale netwerk van de cliënt; • bepalen mate van empowerment van cliënt; • zicht krijgen op de sociale kaart en de wijk; • multidisciplinair samenwerken in de wijk. In de praktijk blijken de werelden van zorg en welzijn nog niet ontschot. Professionals in beide domeinen ontberen verschillende competenties om hun rol als ondersteuner binnen de kaders van de Wmo adequaat te kunnen vormgeven. Bijvoorbeeld welzijnprofessionals weten te weinig van zorgtechnische handelingen. Zorgprofessioansl zijn onbekend met methodieken zoals bijvoorbeeld Eigenkracht, oplossingsgericht werken en de presentatiebenadering van Baart. Hierbij is een centrale vraag of het mogelijk is om via scholing de ontschotting van professonals vorm te geven? Binnen de Wmo-werkplaats Twente lopen hieromtrent de meningen uiteen. Sommigen menen dat dit juist de kans is om beide professionals met elkaar in contact te brengen en van elkaar te laten leren. Anderen menen dat zorg- en welzijnprofessionals totaal verschillende lesinhoud gepresenteerd dienen te krijgen waardoor het samen volgen van een scholing weinig effectief zal zijn.
augustus 2010
45
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Gelet de door de stuurgroep gekozen insteek van praktijk 2 ligt het voorlopig meer voor de hand om primair de zorgprofessionals te gaan scholen. In een scholingtraject voor zorgprofesionals is het aan te bevelen om aandacht te besteden aan de ‘light versies”van bestaande methodieken gericht op empowerment (en hun achterliggende visie) die door de professional toegepast kunnen worden in de praktijk. Deze suggestie is niet expliciet naar voren gekomen uit de nulmeting, maar vormt naar onze mening de basis voor het scholen van professionals binnen de context van de Wmo. Methodieken zoals de Eigen Krachtconferentie, de Presentiebenadering en Oplossingsgericht werken kunnen hiervoor als uitgangspunt genomen worden. Op basis van de nulmeting, gesprekken en literatuur is het volgende voorstel voor een scholingtraject, in eerste instantie specifiek gericht op zorgprofessionals, tot stand gekomen.
Opzet Scholingstraject (zorg)professionals
Doelgroep
Professionals werkzaam binnen de context van Wmo (verpleegkundigen niveau 4 en/of 5 die zorg verlenen geïndiceerd vanuit de Wmo, in combinatie met AWBZ en/of een aansturende rol hebben naar andere zorgverleners binnen deze context)
Groepsgrootte
15 deelnemers
Duur
8 tot 10 dagdelen
Werkvormen
Werkcolleges, praktijkopdrachten, gastcolleges, intercollegiaal overleg & toetsing.
Toetsing
Middels een portfolio
Onderwerpen
• • • • • • • •
augustus 2010
De Wet Maatschappelijke ondersteuning Werken vanuit de visie empowerment De uitgangspunten van empowerment methodieken (oa Eigen Kracht-conferentie, presentiebenadering en oplossinggericht werken) Motiverende gesprekstechnieken (concrete training) De cliënt en zijn sociale netwerk; sociale netwerktheorieën inclusief het werken met tools (concrete training) Multidisciplinaire samenwerken in de wijk Teamgericht werken Reflectie; bewustwording van eigen handelen
46
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Binnen de Wmo werkplaats Twente zullen de komende periode de scholingsopties in nauwe samenwerking met het werkveld verder uitgewerkt worden. In het vervolg zal tevens specifieker ingezoomd worden op de scholingsbehoefte van welzijnprofessionals. In dit najaar zullen we gaan beslissen hoe we de scholing vorm gaan geven. Vragen zijn daarbij: • Wie is onze doelgroep? • Verpleegkundige niveau 3 (vmbo) of alleen 4 en 5 (mbo / hbo) • Gaan we eerst een ligth versie ontwikkelen en dan scholen of eerste scholen en dan de methodieken aanpassen? • Maken we multidisciplinaire scholingen of per domein? • Per instelling, instellingen gecombineerd of georganiseerd per wijk? • Gaan we voor ‘train de trainer’ scholingen? Is dit fase 2 en een aparte scholing? We laten ons hierbij ook graag raden door de ideeën die hieromtrent leven bij het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. 4.2.2
Welzijnsprofessionals
Op basis van de nulmeting is het niet mogelijk om dezelfde concrete uitspraken te doen over scholingsbehoefte van welzijnprofessionals. Wel kan op basis van de recente ontwikkelingen en publicaties geconcludeerd worden dat in het welzijnsdomein een start gemaakt is met het werken gericht op empowerment. Ook voor het welzijnsdomein geld dat de toepasbaarheid hiervan in de context van de Wmo en in mindere complexe situaties nog verder ontwikkeld zal moeten worden. Op basis van de nulmeting is wel aan te geven dat de samenwerking tussen welzijns- en zorgprofessionals aandacht behoeft. Conform de uitgangspunten van de Wmo dienen welzijnsprofessionals en zorgprofessionals nauwer met elkaar samenwerken te werken (ontschotting zorg en welzijn) bijvoorbeeld in integrale (wijk-)teams. De welzijnsprofessional dient daarnaast een prominentere rol in te binnen in de wijk. 4.3 Aanbevelingen voor curricula Sinds enkele jaren is er voor de meeste beroepen in de gezondheidszorg een beroepsprofiel of competentieprofiel beschikbaar. In het middelbare en hoger beroepsonderwijs zijn deze veelal vertaald in concreet uitgewerkt beroepsprofiel of opleidingsprofiel, waarin de competenties van de professional (veelal uitgewerkt in indicatoren) zijn beschreven. Het beroepsprofiel van de Hbo-verpleegkundige is beschreven in het boek ‘Met het oog op de toekomst’ waarin naast de competenties de vijftal rollen van de verpleegkundige zijn gedefinieerd; zorgverlener, regisseur, ontwerper, coach en beroepsbeoefenaar. Deze rollen worden gehanteerd door alle hbo verpleegkundige opleiding in Nederland en zijn verwerkt in de curricula. In het beroepsprofiel van de Mbo-verpleegkundige is een soortgelijke onderverdeling aangebracht. Recente maatschappelijke ontwikkelingen vragen dat naast de rol van zorgverlener en regisseur, de rollen van coach, ontwerper en beroepbeoefenaar meer centraal komen te staan. Zeker voor de hbo opgeleide professional die werkzaam is de maatschappelijke en geestelijke gezondheidszorg. Deze professional dient in staat te zijn efficiënt en kwalitatief goede zorg te leveren in complexe situaties. De ideologie van de Wmo en empowerment sluit aan bij alle vijf de rollen.
augustus 2010
47
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Eindconclusies en vervolg Een eerste weergave de resultaten tot nu toe en een vooruitblik op de het vervolg van het project ‘Empowerment methodieken voor ouderen’ Wmo werkplaats Twente
Eindconclusies en vervolg
Saxion Enschede Kenniscentrum Gezondheid en Welzijn Programmalijn Community Care and Youth WMO-werkplaats Twente
drs. S. van Dieren (Saxion) dr. G.A. Holsbrink-Engels (Saxion)
augustus 2010
48
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
5. Eindconclusie, discussie en vervolgtraject 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de eindconclusies weergegeven van het project tot nu toe (fase 1). De conclusies zijn gebaseerd op de uitkomsten van de praktijkbeschrijving (hoofdstuk 1), de literatuurimpressie (hoofdstuk 2), de nulmetingen (hoofdstuk 3) en de scholingsoptie (hoofdstuk 4). De conclusies zijn aangevuld op basis van de gevoerde besprekingen in de project- en stuurgroep. Paragraaf 5.3 beschrijft enkele discussiepunten die op dezelfde wijze tot stand zijn gekomen. Pargraaf 5.4 geeft enkele aanbevelingen weer. Paragraaf 5.5 geeft puntsgewijs de vervolgstappen in het project ‘Empowerment methodieken voor ouderen’ binnen de Wmo werkplaats Twente (fase 2) weer. 5.2 Conclusies De eindconclusies zijn onder te verdelen in vier hoofdcategorieën; bekendheid uitgangspunten Wmo, organisatie van zorg, de professional en de cliënt. 5.2.1
Bekendheid uitgangspunten Wmo
Uit zowel de literatuur, de nulmetingen als de besprekingen blijkt dat Wmo inmiddels bij velen in praktijk 2 in Enschede bekend is. Opvallend hierbij is dat deze aanwezige kennis veelal is gericht op de gevolgen van de Wmo binnen de specifieke instelling of domein. Bij professionals is weinig bekend over de uitgangspunten en ideologie van de Wmo; waarom is deze ingevoerd? Wat wil men er mee bereiken? Vanuit welke visie op de samenleving is de Wmo tot stand gekomen? Thema’s zoals ontschotting zorg en welzijn, de civiel society, burgerschap en de participatiemaatschappij zijn veelal onbekend bij professionals. Uiteraard is dit geheel te begrijpen, maar het maakt de vertaalslag naar situaties buiten het eigen domein en de gewenste beweging in het professional handelen lastig. Daarnaast zijn er nog relatief weinig concrete tools voor het professionals handelen in de veranderde situatie beschikbaar. In literatuur en onderzoek wordt op dit moment een eerste stap gezet in relatie van de tools, onder andere in de Wmo werkplaatsen. Omdat de discussie over de Wmo en zijn gevolgen voor het professional handelen veelal interdisciplinair worden gevoerd ontstaat de kans op ‘begripsverwarring’ tussen professionals vanuit het zorg en welzijnsdomein. In het verloop van dit project is bijvoorbeeld gebleken dat een begrip zoals empowerment anders word geïnterpreteerd en beleefd. De visie op het professional handelen in relatie tot de cliënt kan verschillen per professional en per domein. 5.2.2
Organisatie van zorg
De Wmo zou moeten leiden tot andere vormen van ondersteuning van burgers, om dit te realiseren is het noodzakelijk om de huidige organisatie van zorg hierop aan te passen. Hierbij zijn de visie op het professioneel handelen en samenwerking zorg en welzijn van belang. De professionals is niet langer de ‘stuurman’, maar is gericht op en sluit aan bij de cliënt en zijn specifieke situatie en netwerk. De zorgcontext is tot op heden ingericht op basis van indicaties (veelal uitgedrukt in tijd) en de huidige taakverdelingen binnen en tussen de domeinen. Het is voor professionals lastig om binnen de huidige context hun handelen aan te passen. Indien de organisatie van zorg niet word aanpast zullen beoogde resultaten niet behaald worden. Enkele voorbeelden; a) Empowerment is alleen mogelijk als een persoon ook macht heeft/ervaart over zijn omgeving. Indien de zorg niet in staat is om dit te cliënt te geven zal het empowerment proces moeizaam verlopen; b) de Wmo en empowerment zijn beide gericht op het aangaan van verbindingen, indien een cliënt hierin niet gestimuleerd wordt en augustus 2010
49
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
professionals niet uitgedaagd en gefaciliteerd worden om dit zelf ook te doen zal de ondersteuning veelal gericht blijven op het uitvoeren van alleen de geïndiceerde ondersteuning; c) verbindingen aangaan vraagt tijd en continuïteit in contact. Indien een cliënt geen vast aanspreekpunt heeft en nog steeds veel verschillende professionals de ondersteuning rondom een cliënt verlenen zal het empowerment proces moeizaam verlopen. 5.2.3
De professional
Zoals in 5.2.1 beschreven is het kennisniveau per professional verschillend. Dit leidt soms tot verwarringen onderling en verschil in handelen. Bij verschil in kennisniveau en onbekendheid met de achterliggende redenen is het bereiken van gedragsverandering moeilijk. Uit de nulmeting blijkt dat er wel degelijk bewustzijn en bereidwilligheid onder de professionals is, maar de concrete vertaalslag naar het eigen handelen nog in de kinderschoenen staat. 5.2.4
De cliënt
Uit de nulmeting afgenomen onder ouderen kan geconcludeerd worden dat deze specifieke groep ouderen overwegend tevreden is met hun leven op dit moment en ouderen zichzelf hoog scoren mbt de mate van empowerment. De Wmo geeft als een van de noodzaken voor veranderingen, de verandering in wensen en behoefte van de cliënt. Hierbij word ingespeeld op de cliënt van de toekomst. Maar is deze wel te vergelijken met de huidige cliënt? 5.3 Discussie In paragraaf 5.2 wordt geconcludeerd dat het gaat om een gedragsaanpassing van cliënt en professional. Het aanpassen van gedrag vraagt tijd. Is hiervoor voldoende tijd beschikbaar? Daarnaast is het de vraag of het bij deze specifieke doelgroep echt noodzakelijk is om bestaande empowermentmethodieken toe te passen. Zijn deze niet te ‘zwaar’ en mogelijk te kostbaar? Creëren we hiermee geen extra aanbod? Aandachtspunt is tevens het opleidingsniveau van zorgprofessionals; veelal niveau 3. Zijn zij instaat om meer hands-off ondersteuning te verlenen en meer de rol van coach aan te nemen? Of behoort dit tot hoger opgeleide professionals? Zo ja, hoe worden deze dan bekostigd in een systeem van indicatiestellingen op uitvoering niveau. Moet er een indicatie ‘empowerment’ opgenomen worden in de bekostigingssystematiek? Kortom, de komst van de Wmo betekent een ingrijpende vernieuwing voor het zorg en welzijnsdomein. Hieraan hangt altijd een prijskaartje. Het gaat om ontschotting en multidisciplinair samenwerken van professionals die vanouds met en vanuit de schotten zijn opgeleid. Verschillende jaren en ook nog anno 2010 werken de professionals in de verschillende domeinen. Onze confrontaties en interessante ontmoetingen in 2009-2010 met tal van Wmovragen die leven in praktijk hebben heel veel verhalen opgeleverd. De spanningen tussen deze verhalen leiden eveneens tot (ethische normatieve) keuzes. Het wisselgeld van (te) haastige en (te) weinig doordachte praktijkvernieuwing zou het wel eens het monddood maken van de professionals kunnen zijn. Door echt te luisteren naar de professionals kunnen de ingrijpende Wmo-innovaties gestalte krijgen. Hierbij staan de benodigde heroverweging van keuzes voor zorg en welzijn van burgers centraal.
augustus 2010
50
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
5.4 Aanbevelingen In deze paragraaf een korte samenvatting van de aanbevelingen voorkomend uit het project ‘Empowerment methodieken voor ouderen’ tot nu toe (fase 1). Enkele aanbevelingen zijn toegelicht in voorafgaande paragrafen en worden hieronder alleen kort genoemd; •
•
Scholing; op basis van de conclusies geformuleerd in paragraaf 5.2 is het sterk aan te bevelen om professionals werkzaam binnen de Wmo te scholen in de uitgangspunten van de Wmo en empowerment. Zie voor nadere toelichting hoofdstuk 4. Het is aan te bevelen om deze scholingstrajecten op termijn multidisciplinair en daar waar mogelijk wijkgericht aan te beiden. Informatie voorziening inter- en multidisciplinair; er is geconcludeerd dat het kennisniveau zeer divers is. Naast scholingstrajecten is het aan te bevelen ook andere vormen van informatieverstrekking in te zetten; bv publicaties, symposia en workshops.
Op basis van recente discussies’ mede naar aanleiding van de resultaten en conclusies weergegeven in dit rapport’ ontstaat de vraag of het wenselijk en mogelijk is om te gaan werken in samengestelde (zorg/welzijn)teams. Samengestelde teams bestaand uit zowel zorgals welzijnsprofessionals. Waarbij deze teams in onderling overleg bepalen welke ondersteuning wenselijk is bij een betreffende cliënt en door welke professionals uit het team deze verleend zal worden. In fase 2 van het project zal dit idee nader uitgewerkt worden. In het vervolgtraject (fase 2) zullen bovenstaande aanbevelingen nader uitgewerkt worden. 5.5 • • • • •
Vervolgtraject 2010-2011 Ontwikkeling scholing Inventarisatie scholingsbehoefte welzijnsprofessionals Ontwikkelen van ‘light’ versie empowerment methodiek(en) Verzorgen van scholing. Monitoring binnen het project Hartverwarmend
augustus 2010
51
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Bijlage 1 Uitnodiging cliënten deelname aan interview Geachte Buurtbewoner, Hierbij willen u uitnodigen om deel te nemen aan ons onderzoek ‘Empowerment; (zelf)redzaamheid en de eigen kracht van ouderen’. In welke mate en op welke wijze geven ouderen invullen aan redzaamheid, voeren zij de regie en benutten ze hiervoor hun eigen mogelijkheden. Het doel van dit onderzoek is het inzichtelijk maken op welke wijze ouderen regie voeren over hun eigen leven en op welke wijze zij hierin ondersteuning wenselijk zouden vinden. Het onderzoek wordt in samenwerking met ‘Zorgcentrum de Posten’ uitgevoerd en hangt nauw samen met het project Hartverwarmend. Het onderzoek maakt tevens onderdeel uit van een groot landelijk onderzoekstraject in opdracht van het ministerie van VWS genaamd ‘Wmo werkplaatsen’ (www.wmowerkplaatsen.nl) Wij willen graag van u weten op welke wijze u de regie voert en wilt blijven voeren. Uw bijdrage (en dat van andere) zal verwerkt worden in een concreet advies aan professionele zorgverleners. Op welke wijze kunnen professionele zorgverleners op uw wensen aansluiten en u eventueel ondersteunen. Wij willen u daarom een aantal vragen stellen tijdens een interview*. De vragen die wij u willen stellen gaan over: - Op welke wijze voert u regie over uw eigen leven? - Zou u hierbij ondersteuning wenselijk vinden? - Zo ja, hoe zou deze ondersteuning er dan naar uw mening uit moeten zien? Voor het interview zal een van onze medewerkers bij u langskomen, om samen met u een tweetal vragenlijsten in te vullen. Op een van onderstaande data zal een van onze medewerkers bij u aanbellen om u uit te nodigen om deel te nemen aan dit onderzoek. -
Dinsdag 20 april Donderdag 22 april Dinsdag 27 april
In de bijlage van deze brief vindt u een korte toelichting met betrekking tot het doel en werkwijze binnen het onderzoek. Uiteraard is deelname vrijwillig en zal anonimiteit gewaarborgd zijn. Met vriendelijke groet, Het zorgteam van het Hofkwartier Saxion Hogeschool Enschede Sandra van Dieren --------* deelname aan dit onderzoek heeft uiteraard geen invloed op uw huidige indicatie.
augustus 2010
52
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Bijlage 2 Achtergrondinformatie inclusief toestemmingsformulier Informatie over het onderzoek: ‘Empowerment; (zelf)redzaamheid en de eigen kracht van ouderen binnen het Hofkwartier, Stadsgaarde en de Blenken. Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is het inzichtelijk maken op welke wijze ouderen regie voeren over hun eigen leven en op welke wijze zij hierin ondersteuning wenselijk zouden vinden. Het onderzoek wordt in samenwerking met ‘Zorgcentrum de Posten’ uitgevoerd. Het onderzoek maakt onderdeel uit van een groot landelijk onderzoekstraject in opdracht van het ministerie van VWS genaamd ‘Wmo werkplaatsen’ (www.wmowerkplaatsen.nl) Wat houdt het onderzoek in? Het onderzoek bestaat uit een interview waarin u gevraagd word naar de wijze waarop en mate waarin u de regie voert over uw eigen leven. Tijdens dit interview vult de interviewer samen met u een tweetal vragenlijsten in. Zo zal bij u, indien u wilt meewerken, ook een interview afgenomen worden. Eén van de medewerkers zal hiervoor bij u thuis komen. Het interview zal ongeveer 30 minuten duren. Om te voorkomen dat u tijdens het gesprek veel moet schrijven, worden de antwoorden door de medewerkers genoteerd. U kunt zelf meelezen met de uitgereikte vragenlijsten. Vrijwilligheid Deelname aan het onderzoek gebeurt op vrijwillige basis. Weigering om aan het onderzoek deel te nemen is op geen enkele manier van invloed op de voortgang van het project. Vertrouwelijkheid De anonimiteit van de deelnemende personen is gegarandeerd. In het onderzoeksrapport worden geen gegevens opgenomen op basis waarvan iemand u zou kunnen herkennen. Toestemming Indien u bereid bent om deel te nemen aan dit onderzoek wil ik u vragen om het bijgaand toestemmingsformulier te ondertekenen en aan de medewerker mee terug te geven (eventueel in een envelop). Vragen over dit onderzoek Het onderzoek staat onder leiding van Sandra van Dieren. Als u vragen hebt over het onderzoek kunt u contact met haar opnemen: Academie Gezondheidszorg (AGZ) Saxion Hogeschool te Enschede M.H. Tromplaan 28 Postbus 70.000 7500 KB Enschede
[email protected]
augustus 2010
53
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Toestemming voor deelname aan het onderzoek ‘Empowerment; (zelf)redzaamheid en de eigen kracht van ouderen binnen het Hofkwartier, Stadsgaarde en de Blenken. Ondergetekende verklaart: mondelinge en schriftelijke informatie te hebben ontvangen over het doel en de opzet van bovengenoemd onderzoek; voldoende gelegenheid te hebben gehad tot nadenken en het stellen van vragen over het onderzoek; geheel vrijwillig in te stemmen met deelname aan het onderzoek; op de hoogte te zijn van de mogelijkheid om op ieder gewenst moment af te zien van verdere deelname aan het onderzoek, zonder dat dit gevolgen heeft.
Naam deelnemer ---------------------------------------------------------------------------Datum ---------------------------------------------------------------------------Handtekening ----------------------------------------------------------------------------
Naam onderzoeker ---------------------------------------------------------------------------Datum ---------------------------------------------------------------------------Handtekening ----------------------------------------------------------------------------
U hoeft dit formulier niet vooraf terug te sturen, u kunt hem gewoon afgeven op moment dat een van onze medewerkers/onderzoekers bij u langskomt.
augustus 2010
54
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Bijlage 3 Flyer project Hartverwarmend
HARTVERWARMEND
Informatiebulletin
Hofkwartier en de Posten Team Hofkwartier is één van de vijf thuiszorgteams van het Zorgcentrum de Posten die werken in Enschede. Zorgcentrum de Posten is een flexibele en klantvriendelijke organisatie op humanistische grondslag die samen met haar cliënten streeft naar een hoge kwaliteit van leven. Onze diensten op het gebied van wonen, zorg en welzijn dragen hier positief aan bij. De Posten heeft hart voor haar cliënten en medewerkers. Ons motto Hartelijk, Huiselijk en Hulpvaardig loopt als een rode draad door onze hele organisatie. En dat zegt veel. Team Hofkwartier is de goede buur die altijd voor u klaar staat. Hartverwarmend Het team Hofkwartier werkt in en rondom het nieuwe gebouw het Hofkwartier en is begonnen met het Pilot project ‘Hartverwarmend’. Hartverwarmend heeft als doel de kwaliteit van onze thuiszorg nog verder te verbeteren. In de eerste plaats voor u, maar zeker ook voor onze medewerkers.
Speerpunten Hartverwarmend • Nog beter ingaan op de zorgvraag van de cliënt; • Minder verschillende thuiszorgmedewerkers bij de cliënt thuis; • Cliënten helpen zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam te blijven zodat men niet afhankelijk wordt van zorg; • Verminderen bureaucratie; • Cliënten helpen hun netwerk van familie, vrienden, buren en welzijnsdiensten uit te breiden, zodat zij de cliënt kunnen helpen plezierig en gemakkelijk te leven; • De tevredenheid over de kwaliteit van leven voor iedere cliënt zo hoog mogelijk houden.
augustus 2010
55
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Bijlage 4 Vragenlijst professionals
Vragenlijst – Nulmeting ‘Empowerment methodiek voor ouderen / H
A
rtverwarmend’
Algemene informatie
Beantwoord onderstaande vragen. Uiteraard zullen de gegevens van deze vragenlijst anoniem verwerkt worden. 1.
Wat is uw leeftijd? Omcirkel de juiste categorie
2.
Wat is uw functie binnen de Posten?
----------------------------------------------------------------
3.
Wat is uw vooropleiding?
----------------------------------------------------------------
4
Hoe lang bent u al werkzaam binnen de gezondheidszorg?
----------------------------------------------------------------
5
Hoe lang bent u al werkzaam binnen de Posten?
----------------------------------------------------------------
6.
Hoeveel uur bent u gemiddeld per week werkzaam in uw functie bij de Posten?
----------------------------------------------------------------
Op welke locatie bent u werkzaam?
----------------------------------------------------------------
7.
augustus 2010
18 - 25
26 - 35
35 - 42
42 - 49
49 of ouder
56
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
B
Wat is uw mening (als professional) over de mate van empowerment van uw cliënten?
Toelichting op het begrip empowerment; ‘De mate waarin een cliënt in staat is om zelf regie te voeren. Zelfstandig, zelfverantwoordelijk en zelfredzaam is’ ‘Het geheel van maatregelen ter stimulering van mensen, om zelf verantwoordelijkheid te nemen’, (Van Dalen) Hieronder staan enkele uitspraken. Wat is uw mening over deze uitspraken? Omcirkel het antwoord dat op dit moment het beste met uw mening overeenkomt. De uitspraken hebben betrekking op situatie met cliënten. Ga bij het omcirkelen uit van wat in de meeste gevallen (bij de meeste cliënten) van toepassing is. Uiteraard zijn er uitzonderingen mogelijk, geen enkele cliënt is hetzelfde. We vragen u hier naar uw overal mening, dus niet betreffende een specifieke cliënt. 1 = sterk mee oneens
2 = mee oneens
3 = niet mee eens/ niet mee oneens
4 = mee eens
5 = sterk mee eens
1.
Cliënt en hulpverlener hebben een goede samenwerkingsrelatie
1
2
3
4
5
2.
De cliënt vindt het belangrijk om iets voor iemand te kunnen betekenen
1
2
3
4
5
3.
De hulpverlener gaat uit van de mogelijkheden in plaats van de beperkingen van een cliënt
1
2
3
4
5
4.
De cliënt is in staat om zelf zijn grenzen aan te geven
1
2
3
4
5
augustus 2010
57
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
5.
De cliënt is in staat om een hulpverlener aan te spreken als gelijke
1
2
3
4
5
6.
De cliënt vraagt indien noodzakelijk ondersteuning van een hulpverlener
1
2
3
4
5
7.
De cliënt vraagt indien noodzakelijk ondersteuning van een bekende
1
2
3
4
5
8.
De cliënt wil zelf de regie voeren
1
2
3
4
5
9.
De hulpverlener past zijn manier van werken aan op de wensen van de cliënt
1
2
3
4
5
10.
De cliënt vindt het niet vervelend als de hulpverlener de regie overneemt
1
2
3
4
5
11.
De cliënt ervaart de geboden ondersteuning als passend
1
2
3
4
5
12.
De cliënt heeft regelmatig afspraken buiten de deur
1
2
3
4
5
augustus 2010
58
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
13.
De cliënt is zelfverantwoordelijk voor zijn welbevinden
1
2
3
4
5
14.
De cliënt weet waar hij goed in is
1
2
3
4
5
15.
De cliënt vindt het belangrijk om ergens bij te horen
1
2
3
4
5
16.
De cliënt ervaart dat hij/zij elke dag voldoende te doen heeft
1
2
3
4
5
17.
De cliënt kan voldoende terugvallen op de mensen om zich heen
1
2
3
4
5
Persoonlijke toelichting naar aanleiding van bovenstaande uitspraken? Voel u vrij om een toelichting te geven op bovenstaande uitspraken in het algemeen of op een specifieke uitspraak (Indien het een toelichting betreft bij een specifieke uitspraak, dan het nummer van de betreffende uitspraak vermelden). -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
augustus 2010
59
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
C
Wat is uw mening over de rol van de professional in relatie tot de empowerment van cliënten?
Omcirkel het antwoord dat op dit moment het beste met uw mening overeenkomt. In onderstaande uitspraken word verwezen naar de term professional. Met deze term wordt de zorgverlener in het algemeen bedoeld, niet u als individuele zorgverlener. 1 = sterk mee oneens
2 = mee oneens
3 = niet mee eens/ niet mee oneens
4 = mee eens
5 = sterk mee eens
1.
De professional is verantwoordelijk voor het welbevinden van de cliënt
1
2
3
4
5
2.
De professional moet zijn manier van werken aanpassen op de wensen van de cliënt
1
2
3
4
5
3.
De professional bemiddelt tussen cliënt en de mensen om de cliënt heen
1
2
3
4
5
4.
De professional is medeverantwoordelijk voor het feit of de cliënt regelmatig buiten de deur komt
1
2
3
4
5
5.
De professional heeft voldoende zicht op welke mensen de cliënt kan terugvallen
1
2
3
4
5
6.
De professional heeft regelmatig contact met de mensen om de cliënt heen
1
2
3
4
5
augustus 2010
60
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
Persoonlijke toelichting naar aanleiding van bovenstaande uitspraken? Voel u vrij om een toelichting te geven op bovenstaande uitspraken in het algemeen of op een specifieke uitspraak (Indien het een toelichting betreft bij een specifieke uitspraak, dan het nummer van de betreffende uitspraak vermelden). ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------D
Maak bij het beantwoorden van onderstaande vraag een keuze uit onderstaande 4 rollen. Omcirkel de rol die u het beste bij een professional vindt passen. Licht uw keuze vervolgens kort toe.
1
De professional dient tijdens het verlenen van zorg aan de cliënt de rol aan te nemen van ……………
Eigenaar Regisseur Uitvoerder Ondersteuner
verantwoordelijke voor het zorgproces en welbevinden van de cliënt persoon die aanwijzingen en leiding geeft. Uitvoering ligt mn bij cliënt (andere) persoon die primair uitvoert. Regie ligt bij een/de ander persoon biedt hulp daar waar nodig
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
augustus 2010
61
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
E
Wat is uw mening over uw eigen rol als professional?
Beantwoord onderstaande vragen. Omcirkel uw mening (Eens/Oneens) en licht uw mening vervolgens kort toe. 1.
Ik ben in staat om de mate van empowerment van een cliënt te bepalen
Eens / Oneens
Toelichting: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1a.
De mate van empowerment bepaal ik door middel van…. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2.
Ik zie het als mijn taak om de cliënt hierin te ondersteunen
Eens / Oneens
Toelichting: -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3.
Ik heb op dit moment voldoende handvatten om de empowerment van de cliënt te verbeteren
Eens / Oneens
Toelichting: -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
augustus 2010
62
Wmo en empowerment van ouderen __________________________________________________________________________________________
4.
Ik zou graag ondersteuning krijgen bij het ondersteunen van cliënten om zijn/haar empowerment ontwikkeling te verbeteren
Eens / Oneens
Toelichting: ( concreet aangeven welke ondersteuning u graag zou willen; inhoud, vorm en van wie) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------F
Opmerkingen / reactie mbt de vragenlijst
Maak bij het beantwoorden van onderstaande vraag een keuze uit onderstaande woorden. Omcirkel het woord dat u het beste vind passen. Licht uw keuze vervolgens kort toe. Voel u ook vrij om uw opmerkingen en suggesties te geven over de gehele vragenlijst. Ik vond het invullen van deze vragenlijst
Moeilijk Op enkele punten lastig Te doen Goed te doen Gemakkelijk
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Bedankt voor het invullen van de vragenlijst
augustus 2010
63
Titel van het onderzoek __________________________________________________________________________________________
augustus 2010
64