Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven VOC Deze publicatie vindt plaats in het kader van de meervoudige publieke verantwoording
Directieverslag Het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven VOC draagt binnen de carrosseriebranche zorg voor de uitvoering van de taken zoals omschreven in de Wet Educatie Beroepsonderwijs. Deze taken liggen op het gebied van het bevorderen van de kwaliteit van het werkend leren en het ontwikkelen en onderhouden van de kwalificatiestructuur.
Doel en activiteiten Het doel van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven VOC is: - vorm en inhoud te geven aan de taakinstelling(en) die voor kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven in de Wet Educatie Beroepsonderwijs of in andere van toepassing zijnde wetten en/of regelingen zijn genoemd; - zonder winstoogmerk een landelijke kwalificatiestructuur te ontwikkelen en onderhouden, die gericht is op het creëren van aansluiting tussen het aanbod van beroepsonderwijs op het gebied van de carrosseriebranche en de aanverwante bedrijven en de maatschappelijke behoeften daaraan, mede in het licht van arbeidsmarktperspectieven voor gediplomeerden, en mede gelet op internationale en nationale ontwikkelingen die verband houden met of van belang zijn voor de Wet Educatie Beroepsonderwijs en/of andere relevante wetten en/of regelingen. Het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven VOC (KBB VOC) valt onder de Wet Educatie Beroepsonderwijs en komt daarom in aanmerking voor bekostiging door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het KBB VOC ontvangt van het ministerie afzonderlijke vergoedingen voor personele en materiële exploitatiekosten. De totale vergoeding is echter vrij besteedbaar, met uitzondering van geoormerkte/niet geoormerkte bijdragen. Het ministerie stelt de hoogte van de lumpsumvergoedingen vast op basis van relevante telgegevens (onder andere aantal normatieve BPV-plaatsen en aantal leerbedrijven) van het kenniscentrum.
Kwalificatiestructuur (Door)ontwikkeling kwalificatiedossiers Na een intensieve periode van ontwikkeling en toetsing van de kwalificatiedossiers 2007-2008 die vooral in de tweede helft van 2006 heeft plaatsgevonden, heeft VOC de eerste helft van 2007, mede ingegeven door het afwachten van de uitkomsten uit de uitgebreide evaluatieperiode van het Coördinatiepunt, “pas op de plaats” gemaakt in de doorontwikkeling van de kwalificatiedossiers. In deze periode heeft VOC daarom een beperkt beroep gedaan op de paritaire commissie. Een kwalificatiedossier wordt in drie fasen getoetst. De kwalificatiedossiers die voor studiejaar 2006-2007 waren goedgekeurd zijn na doorontwikkeling direct voor toets 3 ingediend. De kwalificatiedossiers Carrosseriebouwer en Caravantechnicus zijn begin tweede kwartaal ingediend voor een gecombineerde toets 1 en 2. In het derde kwartaal van 2007 is begonnen met het doorontwikkelen van de kwalificatiedossiers op basis van de door het Coördinatiepunt aangedragen verbeterpunten. Op 11 december zijn alle kwalificatiedossiers door de Raad van Toezicht van KBB VOC vastgesteld. Eind 2007 heeft VOC haar doelstelling gehaald om alle eigen en gedeelde kwalificatiedossiers ter vaststelling in te dienen bij de minister. De vaststellingsduur geldt voor een cohort en zal hierna jaarlijks opnieuw worden vastgesteld.
2
Inzet Onderwijscommissies In 2007 is VOC overgegaan tot het oprichten van onderwijscommissies voor de kwalificaties Autoschadetechnicus, Caravantechnicus en Carrosseriebouwer. In deze onderwijscommissies zijn onderwijs en bedrijfsleven vertegenwoordigd. Het doel was om de onderwijscommissies in te zetten voor het bespreken en beoordelen van de door VOC ontwikkelde producten en diensten, waaronder de kwalificatiedossiers. Nieuwe kwalificatiedossiers Carrosseriebouwer en Caravantechnicus In het eerste kwartaal is met het inzetten van onderwijscommissies een start gemaakt door de Onderwijscommissie Carrosseriebouw in te schakelen bij de totstandkoming van het kwalificatiedossier Carrosseriebouwer volgens het nieuwe format. Dit heeft geresulteerd in een vlotte ontwikkeling van een conceptdossier, welke medio maart 2007 per e-mail is voorgelegd aan de paritaire commissie. In de periode september-oktober is het kwalificatiedossier Caravantechnicus op eenzelfde wijze tot stand gekomen. De inzet van onderwijscommissies, zeker bij de ontwikkeling van nieuwe dossiers, betekent een ontlasting van de paritaire commissie, terwijl deze wel de uiteindelijke controle behoudt op de op te leveren dossiers. Tevens wordt met de inzet van onderwijscommissies een breed draagvlak gecreëerd voor de kwalificatiedossiers en uitwerking daarvan in het onderwijs en het leerbedrijf. Naamsverandering Carrosserietechnicus in Autoschadetechnicus Ten aanzien van de benaming Carrosserietechnicus heeft FOCWA eind 2007 het verzoek neergelegd om naamsverandering van deze kwalificatie en in het vervolg de naam Autoschadetechnicus te hanteren. De reden hiertoe was dat de Carrosserietechnicus teveel werd gekoppeld aan de carrosseriebouw in plaats van aan schadeherstel.
Beroepspraktijkvorming (BPV) Het KBB VOC heeft een kwantitatieve en kwalitatieve verantwoordelijkheid voor leerbedrijven in de carrosseriebranche. Het aantal erkende bedrijven moet afgestemd zijn op het aantal onderwijsdeelnemers dat een beroepsopleiding volgt. Tot de activiteiten binnen de kwalitatieve verantwoordelijkheid behoren onder meer het begeleiden en het ondersteunen van leerbedrijven door de VOC-opleidingsadviseurs, evenals het adviseren, begeleiden en opleiden van praktijkleermeesters c.q. praktijkopleiders en het opstellen van bedrijfs- en persoonlijke opleidingsplannen. Beroepspraktijkvorming (BPV) is onderwijs dat plaatsvindt in de praktijk, bij een bedrijf. BPV maakt onderdeel uit van elke opleiding binnen het middelbaar beroepsonderwijs (MBO), of deze nu binnen de BBL- of BOL-variant wordt gevolgd. Een bedrijf moet door het kenniscentrum zijn erkend om leerlingen te mogen opleiden. Per opleiding waarvoor een bedrijf een BPV plaats mag aanbieden, krijgt een bedrijf een erkenning. Een bedrijf kan dus over meerdere erkenningen beschikken. Daarom kan het totaal aantal erkenningen groter zijn dan het totaal aantal bedrijven. In 2007 zijn 8425 erkenningen toegekend aan in totaal 1706 unieke bedrijven. Dat betekent dat een bedrijf gemiddeld over 4,9 erkenningen beschikt. In 2006 was het gemiddelde aantal erkenningen per bedrijf nog 5,0 en het jaar daarvoor nog 5,3.
3
Financieel Het totaal aantal erkenningen is in 2007 met 2% gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Vorig jaar was nog sprake van een daling van 2%. Een van de grootste ‘dalers’ was toen de kwalificatie Eerste Carrosserietechnicus (inmiddels genaamd: Autoschadetechnicus niveau 3) met 33%. Het aantal erkenningen voor deze kwalificatie daalde in 2007 opnieuw, als enige, met 4%. Dat is opmerkelijk, aangezien het hier om een relatief nieuwe kwalificatie gaat. Men zou verwachten dat het aantal erkenningen voor een nieuwe kwalificatie juist zou toenemen.
Verwachte ontwikkelingen Het totaal aantal leerlingen in de schadeherstel- en carrosseriebranche is de afgelopen jaren gedaald. Daarmee neemt de vraag naar BPV-plaatsen vanuit het onderwijs over het algemeen af. Voor sommige kwalificaties neemt het aantal leerlingen toe, maar het effect op de vraag naar BPV-plaatsen is gering.
Internationale diplomawaardering Het KBB VOC draagt zorg voor de internationale vergelijkbaarheid van diploma’s en certificaten. In het geval dat personen een stap maken over de grenzen, van of naar Nederland, zorgt VOC voor inzichtelijkheid in de behaalde diploma’s en certificaten om het maatschappelijk effect van een behaalde ontwikkeling in onze branche te waarborgen. Ook in 2008 zal VOC zich hiervoor inzetten. Ter vergelijking, in 2007 zijn zes personen hierbij ondersteund.
Arbeidsmarktadvies Het jaarlijkse arbeidsmarktadvies werd in 2007, in opdracht van het KBB VOC, opgesteld door het bureau Haas & Lescaut. Het arbeidsmarktadvies bevat informatie over de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de carrosseriebranche en gaat tevens in op de verwachtingen ter attentie van de beschikbaarheid van beroepspraktijkvormingsplaatsen en de instroom van leerlingen. Dit zowel landelijk als regionaal.
Ontwikkeling aantal arbeidsplaatsen In 2007 is het aantal arbeidsplaatsen voor bijna alle kwalificaties gelijk gebleven aan het voorgaande jaar. Alleen de kwalificaties Voertuiginterieurbouwer en Bedrijfsmanager Schadeherstelbedrijf vormen hier een uitzondering op. Voor deze kwalificaties daalde het aantal arbeidsplaatsen. Voor wat betreft de kwalificatie Voertuiginterieurbouwer verwachten bedrijven bovendien dat het aantal de komende jaren verder zal dalen. Er zijn overigens al een aantal jaren geen leerlingen meer in de opleiding tot deze kwalificatie. Voor de meeste kwalificaties geldt echter dat bedrijven een toename van het aantal arbeidsplaatsen verwachten. Met name voor de kwalificatie Eerste Carrosserietechnicus (nu Autoschadetechnicus niveau 3) wordt een sterkte stijging verwacht.
4
Financieel Bedrijven verwachten dat van elke 10 vacatures, er bijna 3,9 zullen worden ingevuld middels zij-instroom vanuit andere bedrijven en branches. Een iets kleiner deel (3,5) zal naar verwachting worden ingevuld middels leerlingen vanuit het onderwijs. De rest van de vacatures (2,6) wordt intern opgelost. Van de zij-instromers is overigens slechts de helft afkomstig uit de carrosserie- en schadeherstelbranche. Van de mbo-leerlingen verlaat 42% de opleiding zonder diploma (Onderwijsverslag 2005/2006, Onderwijsinspectie). Het is duidelijk dat bedrijven tevens moeten putten uit opleidingen van aanverwante branches om aan hun vervangings- en uitbreidingsvraag te voldoen. Omdat bedrijven aangeven dat steeds meer leerlingen afkomstig zijn van opleidingen uit aanverwante branches, ontstaat er een toenemende behoefte aan aanvullende scholing. Omdat het aanbod van leerlingen op de arbeidsmarkt de afgelopen jaren daalt en naar verwachting de komende jaren zal blijven dalen, zal dit probleem alleen maar groter worden. Hetzelfde geldt voor de zij-instroom vanuit andere branches. Bijna de helft van de zij-instromers is niet afkomstig uit de carrosserieen schadeherstelbranche, aldus de ondernemers. De behoefte aan scholing op maat zal daardoor onverminderd groot blijven. Balans per 31 december (na bestemming resultaat) Actief 2007
2006
-
1.400
Liquide middelen
360 7.779 8.085 670.561
250 6.544 6.794 578.665
Totaal
678.646
586.859
Vaste activa Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Vlottende activa Vorderingen Verbonden instellingen Overige vorderingen
Passief 2007
2006
Eigen Vermogen Algemene reserve
204.984
155.113
Bestemmingsreserve Wachtgeld
87.953
58.428
Totaal Eigen Vermogen
292.937
213.541
Kortlopende schulden Crediteuren OC en W Verbonden instellingen Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige kortlopende schulden en overlopende passiva
2.709 52.172 32.638 298.190
442 77.726 18.658 23.297 253.195
Totaal
678.646
586.859
5
REKENING VAN BATEN EN LASTEN Baten Rijksbijdragen OCenW Opbrengst activiteiten Ontvangsten COLO Opbrengst leerlingbegeleiding
Begroot 2007 € 995.000 35.000 -
Uitkomst 2007 € 1.058.497 169 2.138
Uitkomst 2006 € 985.848 729 2.540
Som der baten
1.030.000
1.060.804
989.117
Personeelskosten Afschrijvingskosten Huisvestingskosten Exploitatiekosten
780.000 10.000 100.000 145.000
769.784 8.397 91.988 137.054
724.301 9.901 93.844 136.742
Som der lasten
1.035.000
1.007.223
964.788
53.581 25.815
24.329 8.518
79.396
32.847
Toerekening resultaat Algemene reserve Bestemmingsreserve wachtgeld
49.871 29.525
-2.040 34.887
Exploitatiesaldo
79.396
32.847
Lasten
Exploitatieresultaat Rentebaten
- 5.000 5.000
Exploitatiesaldo
Baten Lasten Resultaat
-
2007
2006
2005
2004
2003
1.087 1.007 80
998 965 33
1.104 1.161 -57
1.156 1.324 -168
1.243 1.105 138
6
2007
2006
2005
2004
2003
Solvabiliteit
0,43
0,36
0,52
0,54
0,58
Current radio
1,76
1,57
2,04
2,15
2,37
7
Paritaire commissie VOC ontwikkelt de kwalificatiedossiers onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het onderwijs en het bedrijfsleven. In verband hiermee werd in 2004 de Paritaire Commissie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven voor de Carrosseriebranche in het leven geroepen. De paritaire commissie adviseert de Raad van Toezicht van VOC over de kwalificatiestructuur in de carrosseriebranche. In dit verband spreekt de paritaire commissie zich onder andere uit over het aantal kwalificatiedossiers, de inhoud van deze dossiers en over de samenwerking met andere kenniscentra. De paritaire commissie van VOC, die een 50-50 stemverhouding kent tussen bedrijfsleven en onderwijs, vergaderde in 2007 twee keer (26-10-07 en 11-11-07), waarvan op 11 november het middagdeel in gezamenlijkheid met de paritaire commissie van Innovam ter bespreking van de doorontwikkelde kwalificatiedossiers Assistent Mobiliteitsbranche, Werkplaatsmanagement Mobiliteitsbranche en Bedrijfsmanagement Mobiliteitsbranche. Daarnaast is de paritaire commissie regelmatig telefonisch of per e-mail geconsulteerd. Samenstelling paritaire commissie Per 31 december 2007 was de Paritaire Commissie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven van VOC als volgt samengesteld: De heer M. Brokamp De heer H. Bos De heer E.M.J. de Groot De heer H.J. Hoegen Dijkhof Mevrouw T. Moleman De heer M.W.A. Reijngoudt De heer G.D. Veldhuis De heer P.W.M. Vinken De heer G. Gerding (tot 01-07-’07) De heer E. Pierik (vanaf 01-07-’07)
VOC (voorzitter) FOCWA Autoschade John de Groot B.V. te Lisse Autoschade Service De Achterhoek te Doetinchem FNV Bondgenoten ROC Albeda College te Rotterdam ROC van Twente te Enschede ROC Gilde Opleidingen te Roermond MBO Raad (toehoorder)
Samenstelling Raad van Toezicht In de Raad van Toezicht zijn werkgevers en werknemers in de carrosseriebranche en het onderwijs vertegenwoordigd. Sociale partners in de carrosseriebranche en de MBO raad dragen kandidaten voor. De samenstelling van de Raad van Toezicht was per 31 december 2007 als volgt: Namens werkgevers:
De heer P.R. van Markus (FOCWA) De heer W.G. van der Peet (FOCWA) De heer B.H.M. Kolvenbach (FOCWA)
Namens werknemers:
De heer J.G.A.M. Derijck (FNV Bondgenoten) De heer M.H. Hietkamp (CNV BedrijvenBond) De heer G.C.H. van der Lit (De Unie)
Namens het onderwijs:
Vacatures (3)
Sassenheim, 22 mei 2008
Drs. F.A.M. Vos directeur
8