JAARGANG 2010 - 2011
Orde van Medisch Specialisten: “Verzekeraars blijven buiten schot”
P5 Ontwerper Roderick Vos: “Elke dag vakantie”
P8 Dankzij nieuwbouw werkt tandarts Heeren efficiënter
‘ P 12 Jan Snel B.V.: “Familiebedrijven mogen best een streepje voor”
KENNIS DELEN IN CRISISTIJD
P 14
DIRECTEUR JOS SLUIJS (CEIFER BELASTINGADVISEURS): “WIJ KRIJGEN EEN GROTERE ZORGPLICHT”
Overheid verschuift controle van fiscus naar accountants en belastingadviseurs De Belastingdienst moet tot 2015 in totaal 400 miljoen euro bezuinigen door efficiënter te werken. Dat maakte minister Jan Kees de Jager op 1 november bekend. Daarvoor is het volgens de minister nodig dat de wet- en regelgeving voor de belasting- en premieheffing eenvoudiger wordt. De Belastingdienst zal met vijfduizend ambtenaren minder dezelfde kwaliteit moeten leveren. “De overheid bezuinigt en wij krijgen daarvoor de rekening gepresenteerd. Het gevolg zal zijn dat wij worden gedwongen de meerkosten door te berekenen”, reageert directeur Jos Sluijs van Ceifer Belastingadviseurs.
C E I F E R S L O T
|
P
2
De regelgeving wordt niet eenvoudiger, maar wel scherper. De overheid eist meer en meer controle. De verantwoordelijkheid daarvoor legt de overheid steeds meer in handen van accountants en belastingadviseurs. Wij krijgen een nog grotere zorgplicht. We zijn al aansprakelijk voor de juistheid en de juiste aanlevering van gegevens. Niet alleen voor de fiscus, maar ook voor banken. Voor ons betekent dit dat we steeds meer controles en beveiligingen moeten inbouwen.
Klantcontacten intensiever Om die verantwoordelijkheid te kunnen waarmaken hebben accountants en belastingadviseurs meer en beter gekwalificeerd personeel nodig. We moeten meer investeren in opleiding van eigen mensen om aan de zorgplicht te kunnen voldoen. Daarbij komt dat als gevolg van die grotere verantwoordelijkheid de klantcontacten intensiever worden. Al deze, voor de cliënt, onzichtbare kosten moeten wel in het tarief worden doorberekend.
Digitalisering “Om de kosten in de hand te houden, zullen accountants en belastingadviseurs moeten investeren in verdergaande digitalisering”, stelt Sluijs vast. “Bijvoorbeeld om de administraties van bedrijven te koppelen aan die van de accountant of belastingadviseur. Kleinere bedrijven bieden wij al een aantal jaren internetboekhoudpakketten. Die zullen steeds meer gemeengoed gaan worden. Grote klanten draaien op hun eigen administratiesystemen. Daar zullen we proactiever moeten zijn bij controles en analyses. Ontegenzeggelijk zal een spanningsveld ontstaan tussen de ondernemer en de onafhankelijkheid van de (accountant) adviseur.”
Schaalvergroting onontkoombaar Sluijs verwacht dat we steeds meer naar een digitale wereld gaan waarin de afstand tussen belastingadviseur en cliënt enerzijds en bank en Belastingdienst anderzijds steeds groter wordt. “In die digitale wereld zullen kleinere accountantskantoren en belastingadviseurs fusies aangaan en de grotere kantoren zullen meer en meer gaan samenwerken. Schaalvergroting is onontkoombaar”, zegt hij.
Ceifer gaat een administratiepoot opzetten die als extra service bij cliënten de gegevens gaat inboeken. “Op basis daarvan gaan we cliënten meer dan in het verleden informeren over hoe ze ervoor staan”, zegt Sluijs. “Veel ondernemers sturen hun bedrijf op gevoel, zonder feeling met de werkelijke (financiële) gang van zaken. Met betere informatie gaan belastingaanslagen van bijvoorbeeld 20.000 euro die ze totaal niet voorzien, tot het verleden behoren. In dit verband maken wij ons dan ook grote zorgen omtrent de (financiële) ontwikkelingen in de zorg. Bij medische diensten zal meer dan voorheen een vinger aan de pols moeten worden gehouden.”
Maandelijkse winstaangifte De overheid wil meer inzicht en dus meer stuurmogelijkheden in de begrotingen van cliënten. “Daarom wil men per maand belasting innen over de winsten die bedrijven maken”, legt Sluijs uit. “Die maandelijkse winstaangifte leidt voor het bedrijfsleven tot een aanzienlijke verzwaring van de administratieve lasten. Nu bepalen ondernemers eens per jaar hoeveel ze aan voorzieningen en reserveringen moeten treffen, in de toekomst elke maand. Accountants en belastingadviseurs worden als gevolg van deze ontwikkeling in de rol van ondernemer gedrukt. Ondernemers, accountants en belastingadviseurs vinden deze situatie niet wenselijk.”
Boetes De wet bevat boetes voor wie fouten maakt. Niet alleen voor accountants en belastingkantoren, maar ook voor de individuele medewerkers van deze C E I F E R S L O T
|
P
3
kantoren. Dat staat in de zogeheten vierde richtlijn. “Uit die boete vloeit meteen ook een aansprakelijkheid voor ons voort”, zegt Sluijs. “We moeten ons daardoor zwaarder verzekeren dan nu. Dat leidt voor ons sowieso tot kostprijsverhoging. Het is altijd maar te hopen dat we ons in zulke gevallen kunnen beroepen op overmacht. Ook die ontwikkeling dwingt ons meer cursussen en interne scholing te volgen en te investeren in kwalitatief goede medewerkers.” Toenmalig staatssecretaris Willem Vermeend zei bij de introductie van de belastingwetgeving 2001: “Niets zal iedere dag meer hetzelfde zijn”. “Dat maakt mijn werk interessant. Maar er veranderen wel te veel dingen in een te korte tijd. Als er één regel wordt geschrapt, zijn er binnen de kortste keren drie regels voor in de plaats gekomen. Ik mis dosering”, aldus Jos Sluijs. ■
Menselijk contact verdwijnt “Als Nederlandse samenleving hebben we niets van de Amerikaanse kredietcrisis geleerd”, zegt Sluijs. “Dat baart me zorgen. De kredietcrisis is mede veroorzaakt doordat in de Verenigde Staten steeds meer gegevens digitaal werden aangeleverd en gecontroleerd. Die controle besteedde men weer digitaal uit aan bedrijven in lagelonenlanden. Die konden niet beoordelen of de aangeleverde gegevens wel reëel waren. Vervolgens werden deze gegevens zonder deugdelijke controle door Europese banken aangekocht met alle gevolgen van dien. Het menselijk contact, dat bij ondernemerschap van belang is, was daar verdwenen en gaat helaas ook hier verdwijnen.”
DENNIS RUTGES RICHT ZICH OP MEER DAN FINANCIEEL GEDREVEN BEHEER
Prestaties op lange termijn leveren onderhoudsbedrijf Rutges groei De bouw zit al twee jaar in de malaise, het vastgoedonderhoud komt er nu pas echt in terecht. Opdrachtgevers stellen nieuwbouw uit en temperen renovaties, het onderhoud gaat iets versterkt door. Dat is - samengevat - de branchetaxering van algemeen directeur Dennis Rutges van het gelijknamige vastgoedonderhoudsbedrijf. Toch verwacht hij dat zijn bedrijf ondanks dat vrijwel ongestoord verder zal groeien. Intentieovereenkomsten
Profiel
Naam: Rutges BV Sinds: 1894 Product: Vastgoedonderhoud Aantal werknemers: 130 vast en 20 flexibel Omzet: € 22 miljoen per jaar Omzetgroei: jaarlijks gemiddeld 13%
Hij is de vierde generatie in het familiebedrijf, vanouds een schildersbedrijf. In 2002 nam Dennis Rutges het bedrijf van zijn vader over. Het bedrijf had toen een omzet van 6,5 miljoen euro, nu is dat 22 miljoen. “Maar daar gaat het niet om”, zegt hij. “Het gaat erom dat je goede producten levert en als bedrijf gezond blijft. Groei is daar een gevolg van.” Rutges onderhoudt complexen woningen voor corporaties, schoolgebouwen en gebouwen van zorginstellingen.
Kwaliteitsniveau houden Aanvankelijk wilde hij niet in het familiebedrijf. Hij koos voor de olie-industrie en leerde daar te kijken naar wat iets oplevert in plaats van naar wat iets kost. “Bouw- en onderhoudsbedrijven leveren inspanningen, wij prestaties”, zegt Rutges ter verklaring van zijn succes. “Wij kijken niet zo naar wat het kost om bijvoorbeeld een deur te vervangen. Wij kijken naar wat het per jaar kost om een gebouw gedurende een langere periode op een afgesproken kwaliteitsniveau te houden. Om dat te kunnen garanderen, moet je vooruit kunnen bepalen op welke momenten je welke ingrepen moet doen.”
Rutges maakt een plan voor het onderhoud gedurende de komende tien tot dertig jaar. Op basis daarvan maakt hij met opdrachtgevers prestatieafspraken voor de komende zes tot twaalf jaar en sluit hij intentieovereenkomsten voor de periode daarna. “Dat levert ons continuïteit op”, zegt Rutges. Een tweede oorzaak van groei is dat er een schaalvergroting plaats heeft onder de opdrachtgevers. Ze fuseren en willen alleen nog met grotere onderhoudsbedrijven zaken doen. “Gelukkig zitten wij vaak bij de selectie van bedrijven die overblijft”, stelt Rutges vast. “Als het werk over minder bedrijven wordt verdeeld, betekent dat voor ons dat wij als overgebleven bedrijf meer volume leveren.”
Maathuur Op Rutges' visitekaartje staat: ‘vernieuwt onderhoud & renovatie’. Recent richt hij zich niet meer uitsluitend op het financieel gedreven beheer van vastgoed. “Er is bij woningen meer aandacht voor
C E I F E R S L O T
|
P
4
individueel wooncomfort”, legt Rutges uit. “Mensen kunnen individueel kiezen welke voorzieningen ze in hun woningen willen. Daarvoor betalen ze dan maathuur aan de corporatie of de woningbelegger. Er is ook meer aandacht voor de leefomgeving: de verlichting, de vuilophaal en de parkeervoorzieningen. En we besteden veel meer aandacht aan veiligheid. We houden ons ook veel meer bezig met energiebeheer. Over tien jaar konden de woonlasten wel eens voor een groter deel bestaan uit energiekosten dan uit huren of hypotheeklasten. Op al die punten bieden we nu diensten aan en we ondersteunen onze opdrachtgevers bij het vinden van de juiste balans tussen al deze facetten. We leveren echt integraal onderhoud op maat.” ■
JANKO DE JONGE (ORDE VAN MEDISCH SPECIALISTEN): “VERZEKERAARS BLIJVEN BUITEN SCHOT”
“Discussie specialisteninkomen staat toekomst zorg in de weg” “Als je maar ruzie blijft maken over de omzetten van medisch specialisten, dan kom je niet toe aan de echte agenda: de toekomst van de gezondheidszorg.” Dat zegt neuroloog Janko de Jonge, voorzitter van de Kamer Vrij Beroep van de Orde van Medisch Specialisten. “Nederland geeft nu 68 miljard uit aan gezondheidszorg”, zegt De Jonge. “Vanwege vergrijzing en toenemende vraag gaat dat naar honderd miljard. Dan is er geen geld meer voor defensie of voor onderwijs. Willen we de gezondheidszorg betaalbaar houden, dan moeten we nadenken over hoe je de zorg inricht. Dat is echt belangrijk.” De Orde van Medisch Specialisten zat binnen een week na haar aantreden
met Edith Schipper, de nieuwe minister van Volksgezondheid aan tafel. Volgens De Jonge is dat het resultaat van de acties die de specialisten hebben gevoerd. Zij voerden de afgelopen maanden acties tegen aanpassingen van de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) en de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Als deze wetswijzigingen worden doorgevoerd, verdwijnt voor de medisch specialist de vrije beroepsuitoefening.
“Medisch specialisten zijn het zat dat zij hun uiterste best doen terwijl minister Klink van hen, op basis van incidenten, een beeld creëerde dat niet overeenkomt met de werkelijkheid”, zegt De Jonge. Dat beeld van de medische specialist is niet om trots op te zijn: ze verdienen per jaar drie tot vijf ton, een enkeling zelfs negen ton. In hun ziekenhuizen overlijden jaarlijks vermijdbaar een kleine 2.000 mensen. En ze werken zo gevaarlijk veel uren per dag dat het in de luchtvaart en het wegtransport is verboden. Tegen dat beeld moet De Jonge in Den Haag zien op te boksen.
Cowboys Dat specialisten met dat beeld gedemoniseerd worden, spreekt hij tegen. Maar De Jonge vindt wel dat politici en media specialisten ten onrechte afschilderen als bandieten en cowboys. “Die specialisten zorgen er wel voor dat we in Europa en Noord-Amerika jaar in jaar uit nummer één zijn als het gaat om de kwaliteit van de gezondheidszorg”, zegt De Jonge. “Ze zorgen ervoor dat we per hoofd van de bevolking het kleinste aantal specialisten hebben en het minst uitgeven aan zorg. Iedereen kijkt met jaloezie naar hoe in Nederland de gezondheidszorg is georganiseerd. Nergens in Europa en Noord-Amerika zijn zo weinig managers die meebesturen in de zorg. Dokters hebben hier veel invloed op hun eigen ziekenhuisorganisatie, waardoor zaken veel efficiënter lopen. Maar de negatieve kanten krijgen aandacht, de positieve niet.”
Werkomgeving De Jonge vindt het van belang dat mensen die als specialist afstuderen de vrijheid hebben te kiezen in loondienst te werken of in vrije vestiging. “Voor mij is de maakbaarheid van je eigen werkomgeving het belangrijkste van het vrije beroep. Wij steken heel wat energie in de organisatie en het logistieke proces van de zorg rondom de patiënt. We C E I F E R S L O T
|
P
5
die een specialist heeft geïnvesteerd in zijn praktijk.”
Verzekeraars
Euro Health Care Index 2009 rapport (www.healthpowerhouse.com/index)
nemen risico’s door vooruit te lopen op ontwikkelingen of door iemand uit de maatschap op onze kosten een half jaar naar het buitenland te sturen om expertise op te doen. In academische en andere ziekenhuizen waar specialisten in loondienst zijn, bemoeit de ziekenhuisorganisatie zich daarmee en daardoor ontstaat een stroperigheid die wij niet willen.”
Wachtlijsten In de spreekkamer maakt het volgens De Jonge niet uit of de specialist in loondienst is of als ondernemer werkt. De patiënt krijgt op basis van protocollen en standaarden die voor elke arts gelden dezelfde behandeling. Maar de wachtlijsten worden wel langer wanneer alle vrijgevestigde medisch specialisten gedwongen in loondienst zouden gaan. “Dat komt door de manier van werken”, zegt De Jonge. “Specialisten in vrij beroep besteden meer uren aan patiëntgebonden contac-
ten. Daardoor kunnen ze meer patiënten behandelen. Als mensen die gewend zijn in vrijheid te werken gedwongen in loondienst komen, raken ze gedemotiveerd. Hun eigen praktijk is hen afgenomen. Hun pensioenvoorziening is op de tocht komen te staan en een gedeelte van hun investering is om zeep geholpen. Om dan te zeggen: dat is pech, blijf maar hetzelfde doen als voorheen, dat gaat niet werken. Die mensen gaan met chagrijn naar hun werk.”
Fatsoenlijk plan In 2011 gaat 14,5 miljard euro naar de algemene ziekenhuizen. Daarvan gaat 1,85 miljard naar de specialisten. “Dat is 12,75 procent”, stelt De Jonge vast. “Als de overheid alle specialisten in loondienst wil hebben, dan moet ze een fatsoenlijk plan maken”, vindt De Jonge. “Dat kost een paar miljard en dat geld is er niet. Het regelen van het pensioen kost een miljard. En er moet een voorziening komen voor de gemiddeld 250.000 euro
Specialisten voelen zich niet fair behandeld. “De verzekeraars kopen een hoeveelheid zorg in”, zegt De Jonge. “De specialisten leveren die zorg. En als dan achteraf blijkt dat daardoor het beschikbare budget van de overheid is overschreden, dan haalt de overheid de overschrijding terug bij de specialisten die keurig hebben geleverd wat de verzekeraars hebben besteld. De overheid kort dan op hun inkomsten. Voor veel specialismen is de korting komend jaar dertig procent op een omzet van gemiddeld 280.000 euro. Daar blijft een bruto inkomen van 200.000 euro van over. Omdat de kosten gelijk blijven is de salariskorting voor de specialist groter dan dertig procent. Er zijn specialisten die de helft van hun beschikbaar inkomen verliezen. Die gaan failliet. En de verzekeraars blijven buiten schot. Ik begrijp niet waarom verzekeraars geen risico lopen.” ■
Akkoord met specialisten dichtbij Medisch specialisten kunnen zich ondernemer blijven noemen. Half januari ligt er een definitief akkoord met minister Schippers van Volksgezondheid. (De Volkskrant, vrijdag 17 december 2010)
Winst voor zorgverzekeraars over 2009 naar schatting ruim 1,2 miljard De Nederlandsche Bank meldt op basis van voorlopige cijfers dat de zorgverzekeraars in 2009 voor het eerst sinds de invoering van het basisstelsel een positief bedrijfsresultaat hebben geboekt. In 2009 bedroeg de winst ruim 1,2 miljard euro. Het positieve resultaat is toe te schrijven aan betere beleggingsresultaten en ‘relatief conservatieve premiestelling op de basisverzekering’, aldus DNB in het jaarverslag over 2009. “Voor het eerst sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet lijkt er sprake van een gezonde financiële ontwikkeling bij de zorgverzekeraars”, aldus DNB. Geschat eigen vermogen zorgverzekeraars: 5 miljard euro. Voorbeeld is CZ Zorg met een eigen vermogen van ruim 1,5 miljard.
C E I F E R S L O T
|
P
6
DIRECTEUR VAN DER LINDE, SIBBING & WATELER:
“Minister De Jager zet verzekeringsmarkt op z’n kop” “Als alle medisch specialisten in loondienst gaan, dan kan bij ons bedrijf het licht uit”, zegt Wout van der Linde, directeur van Sibbing & Wateler. “Maar het is niet waarschijnlijk dat dit gaat gebeuren.” Hij vindt dat de politiek doorslaat. En niet alleen als het om medisch specialisten gaat.
Minister De Jager (financiën) heeft aangekondigd na de bonussen per 2013 ook de afsluitprovisies voor hypotheken en levensverzekeringen te verbieden. “Ons raakt dat minder want we werken al sinds 1 januari 2009 uitsluitend op uurtarief”, zegt Van der Linde. “Wij geven onze afsluitprovisie al terug aan de cliënt. Maar het zet wel de markt op z’n kop. Toen de bonussen werden afgeschaft, hebben de financiers en verzekeraars hun polissen niet merkbaar goedkoper gemaakt. De minister heeft daarmee eerder de financiers en verzekeraars aan een winstimpuls geholpen, dan de consument aan voordeel. Dat lijkt zich in 2013 te herhalen.”
“Alle specialisten in loondienst is voor de overheid veel te duur en ik verwacht dat er dan langere wachtlijsten ontstaan”, zegt Van der Linde. “De CAO heeft namelijk geen financiële prikkel die aanzet tot het leveren van meer zorg. Loondienst is een dreigement, geen doel op zich. De overheid wil binnen de huidige 1,8 miljard euro aan budget blijven. Als dat gebeurt, is er feitelijk niks aan de hand. Het nieuwe systeem van marktwerking en DBC's heeft niet gebracht wat de politiek ervan verwachtte. Maar dat was te voorzien.”
Zorgplicht
Vanaf de schoolbanken Sibbing & Wateler is adviseur van medische professionals. Van specialisten, verloskundigen, huisartsen en tandartsen. “We begeleiden hen vanaf de opleiding tot en met het vrije beroep”, vertelt Van der Linde. “Van de zelfstandig gevestigde verloskundige tot de chirurg in de maatschap. Dat slokt tachtig procent van onze tijd op. Slechts twintig procent besteden we aan het feit dat deze zelfstandigen zich ook moeten verzekeren.”
Verzekeren zal duurder worden, voorspelt Van der Linde. “De minister vergeet dat de verzekeringstussenpersoon een zorgplicht en een afgeleide aansprakelijkheid heeft. Ik moet jaarlijks controleren of de verzekering nog past bij de omstandigheden van de cliënt, maar ik krijg daar straks niet meer voor betaald. Als mijn cliënten daarvoor niet willen betalen, dan hoef ik ook die verzekering niet in mijn portefeuille. Er is geen tussenpersoon die zit te wachten op een verzekeringsportefeuille die wel kosten maar geen opbrengsten oplevert. De cliënten komen dus in de kou te staan. Zeker als dit vervolgens ook voor schadeverzekeringen gaat gelden.” Uiteindelijk zullen de verzekeraars hun tarieven wel verlagen en zullen de tussenpersonen rekeningen gaan sturen, verwacht Van der Linde. “Maar dan wordt het voor de consument toch duurder, want tussenpersonen moeten op hun adviesnota 19 procent BTW in rekening brengen. Dat is meer dan nu 7,5 procent assurantiebelasting. Dus de winnaar is de fiscus en niet de consument. En dat allemaal om excessen te bestrijden...”■
Sibbing & Wateler c.s. is een maatschap met acht vennoten en opgericht in 1977. Sibbing & Wateler richt zich uitsluitend op de (para)medische beroepsgroep. Onze 95 werknemers bieden specifieke ondersteuning op het gebied van legal, finance & organisation aan (para)medici, maatschappen, vakgroepen, medische staven, stafmaatschappijen en zorginstellingen.
C E I F E R S L O T
|
P
7
ONTWERPER RODERICK VOS: “VOOR MIJ IS ELKE DAG VAKANTIE”
“Ik wil graag ontwerpen maken die begrijpelijk zijn” Zijn Bloq-bank is dit jaar Nederlands best verkochte designbank. Sinds hun studie aan de Design Academie in Eindhoven maken Roderick Vos en zijn vrouw Claire Vos Teeuwen vooral meubels en interieurstukken. Op dit moment is Vos vooral bezig met de ontwikkelingen van diverse keukenkranen voor het oerhollandse bedrijf zeromix. “Maar iemand kan mij ook vragen een fiets of een kano te ontwerpen”, zegt hij. Graag, zelfs! Waar zijn collega‘s vooral bezig zijn als kunstenaar hun ontwerpen in collecties van musea te krijgen, ontwerpt Vos producten die in grote series worden gemaakt. “Ik wil graag ontwerpen maken die begrijpelijk zijn voor consumenten, waar veel mensen lol van hebben en die betaalbaar zijn”, zegt hij. “Betaalbaar design maak ik, maar niet zoals Ikea. Mijn producten zijn minder trendy. Producten die ik vijftien of twintig jaar geleden heb ontworpen, worden nog steeds verkocht. Ik ga voor de lange termijn. Mensen die mijn producten kopen, hebben daar over tien jaar nog plezier van. Het Stedelijk Museum in Amsterdam heeft wel eens werk van mij opgenomen, maar ik zie liever een tevreden consument.”
“Consumenten herkennen dat. Ik ben geen ontwerper die een tekening aflevert bij een fabriek en afwacht wat eruit komt. Ik kom veel in fabrieken. Daar krijg ik vaak mijn beste ideeën. Ik beheers veel technieken: spuitgieten, glasblazen, aluminiumgieten enzovoort. Ik kan daardoor denken als een industrieel en proberen dingen slimmer, handiger en dus betaalbaarder te maken.” Vier van de vijf producten die Vos ontwerpt scoren. “Soms maak ik dingen die niet scoren, maar die dan na twee of drie jaar alsnog een hit worden. Voor Koninklijke Tichelaar, een fantastisch keramiekbedrijf in Makkum, heb ik in 1999 de MaMa-vaas ontwikkeld. Die liep eerst niet zo, maar nu is het een bestseller die elk jaar beter verkoopt.”
Eigenzinnig
Vrijheid
Vos ontwerpt op intuïtie en voorziet zijn werk van ‘een handschrift’. Hij noemt zichzelf eigenzinnig. “Je kunt dat echt zien in mijn produkten”, vertelt hij.
Je hebt het over geld verdienen. Vind ik niet zo’n leuk issue in dit interview. Liever: “Als ontwerpburo redeneer ik omgekeerd”, zegt Vos. ‘‘Scoren is nooit C E I F E R S L O T
|
P
8
het hoofddoel. Ik hou ontzettend van mijn vak. Het is het mooiste van de hele wereld. Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed. Voor mij is elke dag vakantie. Vrijheid is het mooiste dat er is. Als ik voor elf uur ’s morgens niks wil doen, dan doe ik niks. Maar ik werk ook wel eens tot zes uur de volgende ochtend door omdat ik dan een goed idee heb dat ik wil uitwerken. En dat zijn toch de mooiste ideeën die het meest opleveren; ook in creatieve zin. Als je je concentreert op goede ideeën, komt de rest vanzelf. Je kunt dit bij jezelf afdwingen.” De meubelindustrie heeft het moeilijk nu particulieren en bedrijven de hand veel meer op de knip houden. Vos merkt dat ook, maar hij heeft er naar eigen zeggen veel minder last van. De economische recessie beschouwt hij als een ‘blessing in disguise’, een zegen. “Ik doe nu wat ik het meest interessant vind: ontwerpen in den brede. Dat zou ik nooit hebben gedaan als er geen
recessie was geweest. Mijn opleiding en mijn verleden hebben me te veel één richting op geduwd. Ik ben de crisis in die zin dankbaar.”
Achtertuin schoon Als gevolg van de crisis vallen ‘de zwakke broeders’ af, verwacht Vos. “Dan is de achtertuin schoon en wordt het alleen maar beter”, voorspelt hij. “Ik ben ook ondernemer, dus ook ik moet bakens verzetten. Daar heb ik met Jos Sluijs van Ceifer heel goed contact over. Ik oriënteer me breed. Ik zie en lees veel. Als ik denk: daar moet ik Jos toch eens naar vragen, krijg ik vaak een mailtje van hem voordat ik eraan toekom. Waar Jos tot nu toe mee is gekomen, was wel heel goed. Hij verrast me. Ik ben eigenzinnig, dus ik doe niet alles dat Jos zegt, maar hij heeft (foute) oudere beslissingen die ik zelf heb gemaakt weten recht te zetten. In die zin is het zeker jammer dat ik Jos pas zes jaar ken.”
Roderick Vos Roderick Vos (Nederland 1965) studeerde aan de Design Academy in Eindhoven. Na werkervaring te hebben opgedaan bij Ingo Maurer in München en bij Kenji Ekuan in Tokyo, leidde hij van 1990 tot 1996 een eigen ontwerpbureau in Indonesië. Vanaf 1996 tot 2004 was hij één van de drijvende krachten achter woonwarenhuis Maupertuus in Groningen. Sinds 2004 heeft hij zich volledig geconcentreerd op productvormgeving en werkt hij samen met zijn vrouw Claire Teeuwen, tevens vormgever, vanuit het Brabantse Heusden Vesting. Studio Roderick Vos werkt in opdracht van talloze binnen en buitenlandse bedrijven waaronder Driade, Alessi, Designonstock.com, Spectrum, Linteloo, Moooi, functionals.eu, en Koninklijke Tichelaar Makkum. De vormgever Roderick Vos heeft een bijzondere manier van werken. Vanuit een beperkte schets, die vervolgens direct op ware grote wordt uitgewerkt, volgt een eerste prototype . Zo komt hij al tijdens het creatieve proces letterlijk in aanraking met alle aspecten van vorm, materiaalbehandeling en productie en blijven veel van zijn producten die typische ambachtelijke uitstraling behouden. Fabrieksbezoeken zijn voor hem van vitaal belang. Verschillende producten van Studio Roderick Vos zijn opgenomen in collecties, waaronder Het Amsterdam Stedelijk Museum.
Royalty’s Roderick Vos is voortdurend bezig met de vraag: hoe kan ik de dingen slimmer doen. Ook als het om het zakelijke gaat. Nu is hij bezig te onderzoeken hoe hij fiscaal slimmer kan omgaan met zijn royalty’s. “Veel buitenlandse muzikanten hebben hier hun royalty’s in B.V.’s ondergebracht omdat ze hier geen cent of in ieder geval minder belasting hoeven te betalen. Ik bezit ook royalty’s. Een fabrikant betaalt mijn uren. Daar betaal ik belasting over. Als hij mijn werk in productie neem, ontvang ik royalty’s. Daar heb ik geen werk meer aan. We zijn nu aan het onderzoeken of dat geld fiscaal niet in een andere box thuishoort.” In de meubelbranche is het met omzetverliezen van dertig tot veertig procent volgens Vos echt een drama. “Als een kwart van de meubelwinkels die mijn producten verkopen omvallen, merk ik dat natuurlijk ook. Daar staat tegenover dat mijn andere ontwerpen, naast het meubilair, verrassend goed lopen. Verbreden is ‘the key word’. Je moet in deze tijd gewoon een beetje slim zijn. Ik vind het naïef om als meubelmaker in deze tijd door te gaan met alleen meubels te ontwerpen.” ■ www.roderickvosshop.nl C E I F E R S L O T
|
P
9
MR. SASKIA DE BOER ADVISEERT: “OVERLEG VOORAF MET DE AMBTENAAR”
Wabo: Eén vergunningsloket in plaats van 26 Bedrijven die bijvoorbeeld hun kantoor willen uitbouwen, hebben daarvoor in een aantal gevallen geen vergunning meer nodig. Voor particulieren gold dat al langer. Wie wel een vergunning nodig heeft, hoeft daarvoor nog maar langs bij één loket. Dit regelt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) sinds 1 oktober dit jaar.
De wet maakt een eind aan de noodzaak bij zowel gemeente als provincie een aantal vergunningen te moeten aanvragen voor één project. Of voor bijvoorbeeld een uitbouw vergunning nodig is, is afhankelijk van de hoogte en het oppervlak, maar vooral van waarvoor de aangebouwde ruimte zal worden gebruikt. “Als je twijfelt of de gemeente wel wil meewerken aan je plan, puzzel het dan zo uit dat je binnen de voorwaarden vergunningvrij blijft”, adviseert mr. Saskia de Boer. Zij is als jurist bestuursrecht en onteigeningsrecht verbonden aan Wijn & Stael Advocaten in Utrecht.
Allesomvattend “Stel je wilt bouwen op een plek waar eerst bomen gekapt moeten worden of waar je eerst moet slopen, dan kun je daar één allesomvattende omgevingsvergunning voor krijgen”, legt De Boer uit. “Het is natuurlijk wel zaak om alles wat er moet gebeuren bij de aanvraag te omschrijven. Je moet dus alle activiteiten overzien die nodig zijn om het plan uit te voeren.” De Wabo is van toepassing op bouwen en verbouwen, maar ook op sloop, houtkap, het starten van bedrijfsactiviteiten, milieuvergunningen inclusief stank- en
Wabo-seminar Voor geïnteresseerden organiseert Wijn & Stael Advocaten kosteloze ontbijtseminars over de Wabo op 11 en 27 januari 2011. Deelnemers kunnen zich per e-mail melden
[email protected].
C E I F E R S L O T
|
P
1 0
geluidhinder enzovoort. “Ik zou beginnen met overleggen met een ambtenaar”, adviseert De Boer. “Leg deze ambtenaar voor wat het plan is, vertel wat je allemaal aan informatie wilt bijsluiten en vraag of dat voldoende is. Ik vind het niet nodig daarvoor al een advocaat in de arm te nemen. Raadpleeg een advocaat wanneer je problemen verwacht of wordt tegengewerkt. Advocaten zijn er ook om te voorkomen dat hun klanten in problemen terechtkomen.”
Bestuursrechtprofessionals Als dat allemaal goed loopt, dan spaart dat burgers en bedrijven veel gedoe bij verschillende loketten uit. Maar voor de bestuursrechtprofessional is de Wabo een onderdeel van een stortvloed aan veranderingen. Daar is nog niet iedere professionals op ingespeeld. Niet alle vergunningaanvragen zullen daardoor een vlekkeloze behandeling krijgen, verwacht De Boer. “Intern moeten de ambtenaren goed weten waar alle 26 loketten zijn gebleven waar vroeger de burger langs moest. Daar moeten zij nu zelf langs. Voor ambtenaren is een complicerende factor dat ze nu bij al die voormalige loketten tegelijkertijd met de vergunningaanvraag aan de slag moeten. Ze kunnen niet meer op elkaar wachten. De eerste tijd zal er ook nog wel gesteggel zijn over lopende vergunningaanvragen vanwege het overgangsrecht.” ■
Huwelijkse voorwaarden helpen niet altijd bij faillissement In de Tweede Kamer lijkt zich een meerderheid af te tekenen voor een wetsontwerp waarbij het Nederlandse huwelijksgoederenrecht op de schop gaat. De verandering houdt in dat - anders dan tot nu toe gebruikelijk bij een huwelijk - stellen niet langer in gemeenschap van goederen huwen wanneer zij geen specifieke afspraken hebben gemaakt. Ze zouden in zo'n geval onder huwelijkse voorwaarden trouwen. Een bepaalde vorm van huwelijkse voorwaarden wordt dan de norm, gemeenschap van goederen wordt de uitzondering. De Tweede Kamer lijkt dit te motiveren door het belang dat gezinnen hebben, met name gezinnen van ondernemers. Dat dit niet in alle gevallen helemaal juist is, volgt uit de faillissementswet. Van Dort Advocaten, Naarden
Artikel 61
Veel ondernemers denken dat als ze maar huwelijkse voorwaarden maken, zij als ondernemer bij een faillissement gevrijwaard zijn van aanspraken door de curator of de schuldeisers op de eigendommen van hun partner. Wanneer men bij het aangaan van huwelijkse voorwaarden een zeer gespecificeerde staat van aanbreng aanhecht, dan is dat een goede zaak. Dan loopt de partner voor de goederen op die lijst weinig risico, maar voor later verworven zaken is dat vaak anders.
Wat gebeurt er bijvoorbeeld wanneer men tijdens het bestaan van het huwelijk een echtelijke woning koopt. De rechtbank in Rotterdam heeft op 19 augustus 2009 een beslissing genomen die duidelijk maakt dat huwelijkse voorwaarden lang geen volledige bescherming bieden. Wat was het geval? Het paar was op huwelijkse voorwaarden getrouwd, inhoudende uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen. Tijdens het huwelijk is een woning gekocht die op naam staat van de vrouw. De aankoop werd betaald met een hypothecaire geldlening. De man en de vrouw waren hoofdelijk aansprakelijk voor de schuld. Op de geldlening werd niet afgelost. De vrouw betaalde de rente.
De rechtbank heeft bepaald dat alleen wanneer de vrouw kan aantonen dat zij de woning die ze had gekocht volledig uit eigen middelen heeft gefinancierd, de woning niet in de failliete boedel valt. De woning was in casu gefinancierd met een hypothecaire geldlening waarvoor de man en de vrouw hoofdelijk aansprakelijk waren. Dat de vrouw de rente heeft voldaan is niet relevant, oordeelde de rechter. De conclusie was dat de woning -hoewel die dus op naam van de vrouw stond- in de boedel viel. De curator van de man kon zich dus op dat vermogensbestanddeel verhalen. Dit is een uitleg van artikel 61 van de Faillissementswet die weliswaar aanleiding geeft tot discussie, maar toch in de jurisprudentie vrij algemeen wordt gevolgd. Deze jurisprudentie zal ook gelden voor auto’s, caravans, boten, tweede huizen en in het algemeen voor duurdere goederen. Misschien toch een waarschuwing voor ondernemers die denken dat in dit soort gevallen hun woning bij een faillissement buiten schot blijft. Een B.V. is dan een goede oplossing voor de schulden waarvoor de man privé heeft moeten meetekenen. ■
C E I F E R S L O T
|
P
1 1
DANKZIJ NIEUWBOUW VAN ÉÉN STOEL NAAR VIJF
Tandarts Heeren werkt efficiënter in nieuwe praktijkruimte Voor tandarts Rob Heeren uit Den Dolder gaat een ondernemersdroom in vervulling. Hoewel het voor hem niet had gehoeven, zet de volgende generatie de zaak voort. Dochter Nienke, ook tandarts, werkt nu vier dagdelen in de praktijk. De bedoeling is dat geleidelijk uit te breiden. Zelf wil Heeren de komende tien jaar langzaam afbouwen. Hij heeft dan 43 jaar aan de stoel gewerkt. Wie de praktijk van Heeren bezoekt, krijgt de indruk terecht te zijn gekomen in de wachtruimte van een grote polikliniek. “Mijn praktijkruimte is nu tien keer zo groot als ik gewend was”, zegt hij. “Voorheen had ik één stoel, nu heb ik er vijf. Er is plaats voor acht stoelen. Dertig jaar bleef ik tijdens pauzes op mijn krukje zitten en las ik de krant op het aanrecht van mijn werkruimte. Nu beschikken we over een afzonderlijke kantine.”
Sloop-nieuwbouw De afgelopen zomer hebben vader en dochter Heeren hun nieuwbouw betrokken op de plek waar voorheen zijn prakC E I F E R S L O T
|
P
1 2
tijk stond. Tijdens de sloop-nieuwbouw werkte hij 2,5 jaar in een Portocabin. Voor de sloop werkte Heeren op de eerste verdieping boven een makelaarskantoor. Nu zit hij op de begane grond en zijn er vier woonlagen boven zijn praktijk. Vader en dochter maken elk gebruik van twee stoelen, de vijfde stoel is voor de mondhygiëniste. “Jos Sluijs van Ceifer kwam met het idee een projectontwikkelaar in te schakelen”, vertelt Heeren die voor een kwart eigenaar was van het oude pand. Nu is hij eigenaar van de begane grond. “Nu kan ik veel efficiënter werken. De nieuwe praktijk biedt de mogelijkheid tweemaal zoveel patiënten aan te
INVESTERING IN SOFTWARE EN SYSTEEMBEHEER NIET NODIG
Ceifer biedt ondernemers online salaris- en personeelsadministratie Maandelijkse salarisafrekeningen op papier worden ouderwets. Net zoals een papieren personeelsdossier. Als ondernemer kunt u bij de fiscus al geen aangiften meer op papier doen. Maandelijkse bankafschriften op papier hebben hun langste tijd gehad. Net als contante betalingen, een rijbewijs op roze papier, papieren treinkaartjes en het spoorboekje. Ze verdwijnen allemaal in rap tempo. De wereld digitaliseert.
nemen dan voorheen. Sinds de nieuwbouw melden zich dagelijks gemiddeld vijf tot tien nieuwe patiënten, alleen maar door de uitstraling van het gebouw. Ik wist niet dat het gebouw zo belangrijk was voor patiënten.”
Racepraktijken Of de groei van zijn praktijk ten koste gaat van zijn collega’s in het dorp heeft Heeren zich niet afgevraagd. “Veel tandartsen stoppen ermee. Ze worden bijna allemaal opgevolgd door parttimers. De meeste tandartsen zijn vrouwen en die werken geen veertig uur. Het tekort aan tandartsen in Nederland wordt opgelost door meer hulpkrachten in te schakelen. Op drie tandartsen is er 33 man personeel. Zo kun je goedkoper werken, maar het zijn racepraktijken. Ik vind dat niks. Wij willen een moderne praktijk met ouderwetse gedachten erin.” Dochter Nienke hoeft de ruimte niet van haar vader over te nemen. “Ze kan ook op een andere plek werken”, zegt Heeren. “Het casco van deze ruimte is over dertig jaar statistisch vijf tot tien keer zoveel waard. Ik heb het aangedurfd omdat Jos Sluijs het adviseerde. Was het verkeerd uitgepakt, dan had ik dertig jaar voor niks gewerkt. Het heeft allemaal lang geduurd, maar ik ben heel tevreden.” ■
Ceifer biedt u de mogelijkheid uw hele personeels- en salarisadministratie te digitaliseren en online te beheren. U kunt waar en wanneer u maar wilt - dus 24 uur per dag, zeven dagen per week gegevens inzien en invoeren. Loonstroken uitdraaien, vouwen, in enveloppen steken en frankeren hoeft niet meer. Dat spaart uw bedrijf tijd en geld.
wachtwoord of middels autorisatie via de bank. Als u en uw medewerkers via de bank in dit systeem inloggen, hoeven u en uw medewerkers geen extra naam en wachtwoord te onthouden. Over de beveiliging van uw gegevens hoeft u zich geen zorgen te maken. U kunt zelf gegevens en mutaties invoeren of Ceifer Belastingadviseurs kan dat voor u doen.
Managementinformatie
Ruimtebesparing
Uw personeelsleden kunnen online hun salarisoverzicht inzien, net zoals ze bij de bank digitaal hun transacties kunnen inzien. Ze kunnen digitaal hun verlofen ziektedagen vastleggen. En u als ondernemer krijgt hiermee een schat aan managementinformatie: • loonkostenontwikkeling per afdeling • individuele extra beloningen • verstrekkingen • opleidingen • beoordelingen • eerstedagmeldingen • concurrentie- of relatiebedingen • personeelsverloop • tijdbesteding per project • faalkosten • CAO’s die op uw bedrijf van toepassing zijn.
Met het nieuwe online administratiesysteem van Ceifer maakt u een forse efficiencyslag in uw personeelsadministratie en salarisverwerking. Het systeem is comfortabel, actueel, gebruikersvriendelijk en milieuvriendelijk. U hoeft niet te investeren in software en systeembeheer. Het invullen van dossiers is zeer eenvoudig. Ze zijn altijd en overal opvraagbaar en up-to-date. Meerdere geautoriseerde mensen kunnen de gegevens tegelijk inzien. Kopiëren is dus niet nodig, kwijtraken onmogelijk. De fysieke papieren opslag van gegevens is niet meer nodig. Dat spaart u ruimte. Kortom veel systeem met tal van voordelen. ■
Signalering Het systeem signaleert, zodat u tijdig kunt reageren op zaken zoals: • einde van arbeidscontracten • nascholingsverplichtingen • ziekteperioden (6 weken, 13 weken) • wijzigingen in de CAO • verjaardagen en jubilea. Het systeem is modulair opgebouwd. U bepaalt dus aan welke informatie u behoefte heeft, van welke modules u gebruik wilt maken en wie toegang heeft tot welke gegevens. Inloggen gebeurt via een gebruikersnaam en een C E I F E R S L O T
|
P
1 3
Bent u geïnteresseerd in deze kostenbesparende efficiencyslag, die geen investering vergt? Neem contact op met Ceifer. Telefoon (030) 692 80 90.
HARRY VAN ZANDWIJK, DIRECTEUR JAN SNEL:
“Familiebedrijven mogen best streepje voor krijgen”
Profiel Naam: Jan Snel Sinds: 1960 Product: Flexibel bouwen en transport Aantal werknemers: 450 Omzet: € 125 miljoen per jaar Omzetgroei: 10 - 15% per jaar
'Mijn schoonvader Jan Snel was van huis uit timmerman. Hij begon voor zichzelf als melkrijder', vertelt Harry van Zandwijk, één van de drie directeuren van Jan Snel in Montfoort. 'Hij begon daarbij een fouragehandel, later ging hij in transport van schroot, dat hij in open containerbakken vervoerde. Hij kwam daardoor eind jaren zestig in de Rotterdamse haven. Daar kocht hij een zee-
Vandaag is Jan Snel groot in containers en systeembouw met in Nederland vier productielocaties en acht verkoopvestigingen, een productiebedrijf in China, een verkoopvestiging in België en in Noorwegen. Daarnaast zijn er agentschappen in Rusland, Quatar, Canada en de Verenigde Staten. Van Zandwijk staat met zijn vrouw en zwager Jan Snel jr. aan het roer.
container, zette er een raam en een deur in en de eerste schaftkeet was geboren.' C E I F E R S L O T
|
P
1 4
Stedelijk Museum De familie heeft een aantal bedrijven overgenomen, waaronder een composietbedrijf in Lelystad, dat gevels vervaardigt. Dat maakt dezer dagen de 120 meter lange en acht meter hoge gevels voor het Stedelijk Museum in Amsterdam. “Dit is één van de mooiste composietprojecten dit jaar”, zegt Van Zandwijk met ingehouden trots.
Het bedrijf bouwt containers aaneen tot bouwplaatskantoren, scholen, hotels, ziekenhuizen, strafinrichtingen, sporthallen; maar ook vakantiehuizen, studentenwoningen, werknemerskampen -zoals op de Maasvlakte- en dorpen voor asielzoekers, inclusief restaurants. Jan Snel exploiteert twaalfduizend schakelbare en stapelbare units. Ze staan op bouwplaatsen en boorplatforms, maar dienden ook als accommodatie bij de laatste Olympische Spelen in Canada. “Met een composietschil eromheen ziet niemand meer dat het containers zijn”, zegt Van Zandwijk.
Gebruiksklaar Jan Snel verhuurt en verkoopt de tijdelijke of semipermanente onderkomens gebruiksklaar. “Dat doen we samen met partners”, vertelt Van Zandwijk. “Ongeacht of het om hotelkamers, kamers voor mensen met een zware lichamelijke handicap, operatiekamers of gebouwen met liften en roltrappen gaat. Aan de zorgsector bieden we alle oplossingen tijdens renovaties:
tijdelijke operatiekamers, apotheken, laboratoria, aanbouwen aan ziekenhuizen, tandartspraktijken enzovoort. We leveren ook stationskiosken en standalone units voor pinautomaten. We onderscheiden ons door service, snelheid, prijs en slagkracht.”
Iedereen gelijk Jan Snel is nog echt een familiebedrijf. 'Ondanks de overnames proberen we onze cultuur erin
te houden', vertelt Van Zandwijk. 'Dat betekent: aanpakken en handelen, korte lijnen, een zo plat mogelijke organisatie en iedereen is gelijk. We doen het met elkaar. Dat is de kracht van het familiebedrijf. We betalen onze mensen en elkaar beheersbare salarissen. We halen geen tantième uit de zaak. Alle winst investeren we in het bedrijf.'
monitoren waar het goed gaat en waar we moeten bijsturen. Zulke deskundigen zijn heel noodzakelijk. Wij zijn de hele dag bezig met ondernemen. Er veranderen heel veel fiscale regels en boekhoudregels. Zij moeten ons daarin adviseren. Je kunt daarvoor wel iemand in loondienst nemen, maar die wordt al snel bedrijfsblind. Ik huur daar liever iemand met een frisse blik van buiten voor in.'
Over de overheid is Van Zandwijk niet te spreken. “De overheid roept wel dat ze het bedrijven gemakkelijker wil maken, maar ik zie daar niks van. Als we ons bedrijf hier willen uitbreiden, dan krijgen we veel tegenwerking. Niet van de gemeente, maar wel van de provincie. Die mensen luisteren liever naar mensen die een kikker in het veld vinden dan naar bedrijven die werkgelegenheid opleveren. Daar heb ik moeite mee.”
Torenhoge schulden Van Zandwijk is voorstander van fiscale regelingen waarbij familiebedrijven een streepje voor hebben bij bedrijfsopvolging. “Een regeling die voorkomt dat de kinderen beginnen met torenhoge schulden omdat ze belasting moeten betalen. Voor heel veel families is het heel moeilijk om hun bedrijf fiscaal goed over te dragen op de volgende generatie. Ik denk dat daardoor onnodig familiebedrijven verloren gaan.”
Radicaal nee Bij het rijk is geen betrokkenheid bij ondernemen, vindt Van Zandwijk. “Die mensen weten niet waar ze over praten. Ze moeten
“Als de MKB-bedrijven daadwerkelijk de motor zijn van de Nederlandse economie”, zegt
Van Zandwijk, “dan vind ik dat de fiscus zulke bedrijven wel wat mag bevoordelen. Beursgenoteerde bedrijven sluiten in Nederland en gaan ergens anders in de wereld produceren. Zo zorg je er als overheid voor dat de werkgelegenheid drastisch terugvalt. Ik zal als het zo ver is ons bedrijf niet snel aan een beursgenoteerd bedrijf verkopen. Maar voorlopig speelt dit nog niet hoor. We vinden het werken in het bedrijf alle drie nog veel te leuk!” ■
meer aandacht geven aan vragen van bedrijven. Ze moeten niet beginnen met radicaal ‘nee’ zeggen. Ze moeten eerst eens komen kijken en uitleg krijgen. De overheid moet meer een luisterend oor voor bedrijven hebben.” Als wij een bedrijf overnemen, dan hebben we advies nodig van goede accountants en goede fiscalisten, zoals van Ceifer. “Ik zit iedere drie maanden met mijn accountant om tafel om te C E I F E R S L O T
|
P
1 5
MR. JUSTINE TIELEMANS, NOTARIS BIJ HERMANS & SCHUTTEVAER OVER BEDRIJFSOPVOLGINGREGELING
Regels strakker, vrijstellingen ruimer Wie een bedrijf erft of geschonken krijgt, betaalt daarover sinds 2010 veel minder erf- of schenkbelasting dan voorheen. Dat is een gevolg van de verruimde bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet die 1 januari 2010 is ingegaan. Daarvan kan alleen iemand profiteren die het bedrijf minimaal vijf jaar voortzet. Heeft een bedrijf dat wordt geschonken of vererfd een waarde van een miljoen of minder, dan is er geen erf- of schenkbelasting verschuldigd. Is het bedrijf meer waard, dan betaalt degene die het bedrijf verkrijgt via een schenking of erfenis erf- of schenkbelasting over zeventien procent van de waarde boven een miljoen euro. Hoeveel belasting iemand die het bedrijf voortzet dan moet betalen, hangt af van de relatie die de opvolger heeft tot zijn voorganger in het bedrijf. Was de voorganger één van de ouders, dan betaalt de opvolger afhankelijk van de hoogte van het bedrag tien of twintig procent erf-
of schenkbelasting. Ging het om een iemand buiten de familie dan moet hij dertig of veertig procent erf- of schenkbelasting betalen.
Vijf jaar Niet alle bedrijven vallen onder de verruimde bedrijfsopvolgingsregeling. De vorige eigenaar moet - op het moment dat hij het bedrijf schenkt - de aandelen minimaal vijf jaar in bezit hebben gehad. In het geval van erven, moet de overledene de aandelen minimaal één jaar in bezit hebben gehad. De opvolger dient de onderneming minimaal vijf jaar
voort te zetten. “De regels zijn strakker”, zegt mr. Justine Tielemans, notaris bij Hermans & Schuttevaer Notarissen. “Vroeger had je niet zo’n hoge vrijstelling. Toen betaalde iemand erf- of schenkbelasting over 25 procent van de waarde van het bedrijf.” Er zijn meer eisen om in aanmerking te komen voor de verruimde regeling. “De onderneming moet wel echt een onderneming zijn”, legt Tielemans uit. “Het bedrijf mag geen beleggings-B.V. zijn. Het moet meer zijn dan alleen een pot met geld. Het bedrijf moet echt ondernemingsactiviteiten hebben.”
Grijs gebied En precies dat levert nogal eens discussies op met de fiscus. “Voor een beleggings-B.V. en een stamrecht-B.V. is het wel duidelijk”, zegt Tielemans. “Daarvoor gelden die fiscale faciliteiten niet. Maar er is een grijs gebied. Is een vastgoedB.V. met incidentele projectontwikkelingsactiviteiten bijvoorbeeld wel een onderneming? Zodra een vennootschap zo veel beleggingsvermogen heeft dat je niet meer kunt spreken van een onderneming, kom je in het grijze gebied.”
Uitspraak Het is verstandig om in dit soort gevallen met de fiscus te overleggen, vindt Tielemans. “Als je een verzoek indient, moet de fiscus een standpunt innemen of de bedrijfsopvolgingsregeling toepassing vindt. Daarnaast is het van groot belang aandacht te besteden aan een andere belasting, namelijk de inkomstenbelasting. Bij het schenken van de onderneming of de vererving kunnen grote inkomstenbelastingclaims ontstaan. Om deze reden is het van groot belang dat zowel de huidige ondernemer als de aspirant-ondernemer zich goed laat voorlichten over de gevolgen van het overnemen van een onderneming op het gebied van erf- en schenkbelasting en de inkomstenbelasting.” ■
C E I F E R S L O T
|
P
1 6
DIRECTEUR ROB LOUWER VAN INSTALLATIE TECHNIEK LOUWER:
‘Kan niet’, staat niet in ons woordenboek Nog maar koud was Rob Louwer zelfstandig ondernemer, of de recessie sloeg toe. Desondanks groeit zijn bedrijf fors tegen de marktontwikkelingen in. Zijn verklaring: “Bij ons is alles mogelijk. ‘Kan niet’, staat niet in ons woordenboek. Daar willen klanten voor betalen”.
Profiel Naam: Installatie Techniek Louwer Sinds: 2007 Product: Installatie van ‘alles waar een draadje aan zit’ Aantal werknemers: 24 Omzet: € 2,8 miljoen in 2010 Omzetgroei: Jaarlijks 25 procent, vorig jaar 100 procent Bij zijn laatste werkgever had hij een reorganisatie meegemaakt, die voor het bedrijf totaal verkeerd uitpakte. “Ik was projectleider service en onderhoud”, vertelt Louwer. “Ik zag er geen perspectief meer. Daarom ben ik voor mezelf begonnen. Ik dacht: ik ga lekker beginnen en ik zie wel waar het schip strandt. Bij de start heb ik bijzonder veel aan Ceifer gehad.”
Geprofiteerd Installatie Techniek Louwer is vrijwel uitsluitend actief in onderhoud van elektrotechnische installaties, datainstallaties, brandmeldinstallaties en inbraakinstallaties in kantoren. Ook bij ministeries. “Onze klanten verbouwen en wijzigen dusdanig veel dat wij daar goed werk aan hebben”, vertelt Louwer. “Bij de overheid gold het devies: niet bezuinigen, maar investeren om de bouw en aanverwante bedrijven aan het werk te houden. Daar heb ik van geprofiteerd.”
Ontzorgen Zijn kosten houdt Louwer stevig in de hand, waardoor hij een aantrekkelijke
prijsprestatie aanbiedt. “Onze klanten weten dat het goed komt als ze hun probleem bij ons neerleggen. Als iemand een kabel in de grond wil hebben, regelen wij het graafwerk, het straatwerk, alles. We ‘ontzorgen’ de klant. Dat doen de meesten van mijn collega’s niet. Nu hen het water aan de lippen staat, komen ze er achter dat ze hun klanten hebben verwaarloosd. Maar dat kun je niet in een paar maanden rechtbreien. Daardoor hebben wij klanten van grote landelijke installatiebedrijven erbij gekregen.”
Beneden kostprijs Bedrijven in de installatietechniek hebben het volgens Louwer op het moment heel moeilijk. “Collega’s nemen werk aan voor 30 procent beneden hun kostprijs”, vertelt hij. “Tal van bedrijven vallen om. Loodgieters nu, het komend jaar veel elektrotechnische installatiebedrijven. Dat komt doordat wij, samen met de schilders, als laatsten de deur achter ons dicht doen in de nieuwbouw. Tussen de bouwvakvakantie 2010 en de bouwvak 2011 verwacht ik minstens 50.000 ontslagen in de installatiewereld. Ik verwacht dat de nieuwbouw pas na 2011 weer groeicijfers zal laten zien.” Installatie Techniek Louwer onderscheidt zich door een professionele uitstraling. “Auto’s zien er hetzelfde uit. Personeel zit netjes in de kleding. Dat vind ik belangrijk. Ons motto is: als het tij tegenzit, dan moet je andere wegen inslaan om toch je omzet te halen. De boer op, niet achter de telefoon blijven zitten.” ■
C E I F E R S L O T
|
P
1 7
Nieuwe boete bij niet betalen Volgend jaar is het niet meer mogelijk ongestraft een aanslagbelasting te laat te betalen. In 2011 wordt er een verzuimboete geïntroduceerd bij de zogenoemde aanslagbelastingen, bijvoorbeeld inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en schenken erfbelasting. De Belastingdienst wil sneller een definitieve aanslag opleggen, aldus de fiscus.
Passende arbeid tijdens ziekte Een werkgever neemt een risico wanneer hij zijn zieke werknemer andere, passende arbeid laat verrichten. Dat blijkt uit recente jurisprudentie. Wanneer de werkgever de werknemer te lang dezelfde passende arbeid laat verrichten, kan deze arbeid stilzwijgend veranderen in nieuw bedongen arbeid. Bij een nieuwe uitval wegens ziekte begint dan weer een volledig tijdvak van 104 weken doorbetaling voor rekening van de werkgever te lopen. Met alle kosten van dien.
Passende arbeid Met de invoering van de Wet Verbetering Poortwachter in 2002 kregen werkgever en werknemer vergaande reïntegratieverplichtingen opgelegd. Naast het doorbetalen van loon is het voor de werkgever in veel situaties noodzakelijk om passende arbeid aan te bieden. De gedachte daarachter is dat de werknemer ondanks ziekte deel blijft uitmaken van het arbeidsproces. De wet WIA, die op 29 november 2005 is ingevoerd, is op dezelfde gedachte gestoeld. Ook na het verstrijken van de 104 weken blijven werkgever en werknemer over en weer verplicht passende arbeid aan te bieden, dan wel te aanvaarden.
Nieuwe arbeid Steeds vaker worden er in de jurisprudentie uitspraken gepubliceerd over werknemers die in het kader van reïntegratie tijdens ziekte passende arbeid verrichten, opnieuw uitvallen wegens ziekte en een nieuwe doorbetaling voor maximaal 104 weken claimen. Ze doen dit, op basis van art. 7:629 lid 1. Zij stellen zich dan op het standpunt dat de verrichte passende werkzaamheden stilzwijgend bedongen arbeid zijn geworden. Nieuwe arbeid in plaats van de werkzaamheden in het kader van het oor-
spronkelijke arbeidscontract. De grote vraag is natuurlijk wanneer het punt van lang dezelfde passende arbeid laten verrichten intreedt. Dat is minder snel het geval wanneer de periode relatief kort is. Dan gaat het om periodes van minder dan twee à drie jaar. Verder is van belang of er steeds wisselende werkzaamheden worden verricht en of er in die tijd nog evaluaties en reïntegratieinspanningen plaatsvinden. Relevant is verder of er al of niet een nieuwe arbeidsovereenkomst is aangeboden. Is er voor de nieuwe passende arbeid bijvoorbeeld een nieuwe afspraak gemaakt voor een lager aantal uren of over een andere honorering, dan zal duidelijk zijn dat de passende arbeid wel al de nieuwe arbeid is geworden. Ook wanneer een werknemer slechts relatief kort in die passende arbeid werkt. In dat geval staat buiten kijf dat bij een nieuwe ziekte de periode van 104 weken opnieuw gaat lopen.
Het tijdig doen van aangifte is het controlethema 2011. De standaardboete op te laat aangifte doen, wordt 226 euro. De maximale boete bedraagt 4.920 euro. De Belastingdienst zal vanaf 2011 niet meer coulant zijn voor verzuimboetes. Bij aangiftebelastingen (bijvoorbeeld loon- en omzetbelasting) is het nu al zo dat u een verzuimboete krijgt als u niet, gedeeltelijk of niet op tijd de belasting betaalt. Denk er ook aan dat de boetebedragen in 2010 zijn gestegen (zowel voor de aanslag- als aangiftebelasting).
Arbodienst De uitspraken van de laatste twee à drie jaar wijzen erop dat rechters steeds vaker een beroep doen op het feit dat passende arbeid de nieuw bedongen arbeid is. Rechters hoeven de ziektekosten zelf niet door te betalen en neigen ertoe om de zwakste partij te beschermen. Zo kan het gebeuren dat werkgevers hun werknemers die zeer lange tijd bijna geen werkzaamheden verrichten, toch steeds volledig of bijna volledig moeten doorbetalen. Werkgevers die in deze situatie dreigen te komen, zullen de begeleiding naar passende arbeid zeer goed moeten bewaken. Ze moeten zich door een deskundige Arbodienst laten voorlichten en wel continu tijdens het hele proces! ■ Bron: Van Dort Advocaten, Naarden C E I F E R S L O T
|
P
1 8
Voor de belastingaangifte 2010 controleert de Belastingdienst extra op onterecht privégebruik van de auto van de zaak.
Toekomstige ontwikkelingen? • Afschaffing publicatieplicht KvK kleine ondernemers • Dividendbelasting naar internationale maatstaven • Verlaging box II van 25% naar 15% • Stimuleringsmaatregelen familiebedrijf • Vennootschapsrecht • Winstdelingsregelingen personeel • Overwerk vrijgesteld van sociale lasten en naar het lage tarief ■
OVERHEID EN BEROEPSORGANISATIES STRENGER NA SCHANDALEN
Accountant biedt meer zekerheid Wie optimale zekerheid wil dat hij een betrouwbare jaarrekening presenteert, laat zijn administratie begeleiden door een kantoor, waarvan de medewerkers zijn aangesloten bij erkende beroepsorganisaties. Zoals Nivra en Registerbelastingadviseurs. Ceifer Belastingadviseurs is zo’n kantoor.
Accountants en registerbelastingadviseurs moeten voldoen aan recent verscherpte eisen. En niet alleen op het gebied van terrorismebestrijding en witwaspraktijken. Bij Ceifer Belastingadviseurs werken twee RA-accountants van wie één ook fiscaal econoom is. Een AA-accountant en twee registerbelastingadviseurs van wie één ook jurist is.
Integriteit Accountantsorganisaties Nivra en Novaa, die inmiddels zijn gefuseerd tot Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), hebben sindsdien de regels voor accountants aangescherpt. Zij moeten voldoen aan strengere eisen van integriteit, deskundigheid, onafhankelijkheid, objectiviteit, zorgvuldigheid en dossiervorming. Daarnaast moeten zij meer werkzaamheden dan voorheen verrichten. Er is ook een meer strikte scheiding tussen accountantscontrole en andere opdrachten.
AFM Niet alleen de beroepsorganisaties van accountants verscherpten de eisen, ook de overheid is strenger geworden. De Autoriteit Financiële Markten AFM heeft de wettelijke taak gekregen accountants te controleren. Alleen grotere bedrijven zijn wettelijk verplicht zich te onderwerpen aan accountantscontrole. De eisen
aan MKB-bedrijven zijn minder vergaand. De accountant kan drie soorten verklaringen afgeven: een controleverklaring voor grote bedrijven, de samenstellingsverklaring voor kleine bedrijven en een beoordelingsverklaring, die een mengvorm is van de eerste twee. Bij de samenstellingsverklaring gaat het erom dat de ondernemer heeft voldaan aan de regelgeving. “Ik moet bijvoorbeeld bij een groot bedrijf controleren of er ook rekeningen in België of Zwitserland zijn”, vertelt Harold van Bourgondiën RA, directeur van Ceifer. “Bij een MKB-bedrijf hoef je daar niet actief naar op zoek te gaan. Natuurlijk nemen we onze taak ruim op en zullen we aandacht geven aan onduidelijkheden, maar strikt genomen valt dit buiten onze opdracht.”
Meer checks Ook over het MKB-bedrijf moet de accountant tegenwoordig meer vastleggen dan voorheen. Over de integriteit van de ondernemer bijvoorbeeld en over de vraag in hoeverre de onderneming actief is in een risicovolle branche. “Er zijn meer checks vereist en het dossier moet meer dan voorheen onderbouwd zijn”, legt Van Bourgondiën uit. “Daardoor moet een accountant meer werk doen en is zijn verklaring voor de cliënt dus wat C E I F E R S L O T
|
P
1 9
De medisch specialist ‘speelbal’ tussen patiënt en verzekeraar/overheid
Ceiferslot is een uitgave van:
Ceifer Zeist Utrechtseweg 131 • 3702 AC Zeist Postbus 194 • 3700 AD Zeist T (030) 692 80 90 • F (030) 692 80 95 E-mail
[email protected] Website www.ceifer.nl
duurder dan het werk van een administrateur die niet aan dergelijke regels is gebonden. Maar de cliënt wil dat het werk goed is gedaan, zodat hij geen problemen krijgt met de fiscus of zijn bank. Wie daarvan optimaal zeker wil zijn, brengt het jaarrekening- en aangiftewerk onder bij een kantoor waaraan een AAof RA-accountant is verbonden. Dan is namelijk de regelgeving van de accountants van toepassing inclusief alle kwaliteitsvoorschriften, permanente educatie en onafhankelijkheid.”
Kwaliteitsgarantie Ceifer conformeert zich aan alle strenge regels die voor accountants gelden. Dat geeft niet alleen een kwaliteitsgarantie op het werk, maar ook de garantie dat er geen belangenverstrengeling is met een bank of een andere instelling. Dat betekent dat de adviezen geheel onafhankelijk
tot stand zijn gekomen. De toenemende digitalisering van de administratie en de aangiften, maakt dat de hele administratie niet alleen voortdurend onder bereik van de ondernemer is, maar ook van de accountant. En dat maakt het mogelijk dat de accountant zijn cliënten met één druk op de knop kan vertellen hoe hun onderneming ervoor staat, welke risico’s er zijn en op welke punten de ondernemer moet bijsturen. “In de toekomst betaalt de cliënt dus minder voor de jaarrekening, maar meer voor coaching en sturing van de accountant”, zegt Van Bourgondiën. “De rol van de accountant verschuift dus veel meer van rapporteur achteraf naar die van coach en financieel planner. De basis blijft natuurlijk de administratie en de fiscale begeleiding.” ■
Getty Images
Ceifer Montfoort Waardsedijk-Oost 4 • 3417 XJ Montfoort T (0348) 46 87 15 Wilt u verder geïnformeerd worden over onderwerpen in Ceiferslot, mail het ons. De artikelen in Ceiferslot zijn gebaseerd op de tot nu toe beschikbare informatie. Het is mogelijk dat intussen (wettelijke) aanpassingen zijn doorgevoerd. Aan de teksten van deze nieuwsbrief kunnen geen rechten worden ontleend.
Redactie Drs. H.H.P.M.J. van Bourgondiën RA/FB, D.E.C. Hartog RA, mr. M.E. Prüst AA/FB, mr. drs. G.J. Renia FB, J.I.M. Sluijs BC, Willem Nijeboer (tekst / interviews)
Lay-out Berkhout Grafische Ontwerpen, Harmelen
Fotografie Ursula Kemp, René Verleg
Druk Efficiënta, Krimpen aan den IJssel
Harold van Bourgondiën
C E I F E R S L O T
|
P
2 0