KEIRONDETAFELGESPREK LESSEN VAN DE ENGELSE WIJKAANPAK 29 maart 2011
MEER RENDEMENT UIT DE WIJKAANPAK 2 NEDERLANDSE ISSUES 5 BIJLAGE: BESTE VOORBEELDEN UIT DE EIGEN PRAKTIJK 7 DEELNEMERSLIJST 9
MEER RENDEMENT UIT DE WIJKAANPAK
Dit verslag is een uitgave van KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing en is geschreven door Fanny
Begin 2011 heeft minister Donner zijn plannen gepresenteerd rondom de voortzetting van de wijkenaanpak: burgerparticipatie moet worden versterkt, er moet een agenda worden opgesteld voor hedendaags burgerschap en de taken en verantwoordelijkheden van de speler in de wijkaanpak moeten worden herverdeeld. De eigen kracht van de burger staat voorop. De minister stelt dat om dit te realiseren onder andere de lessen van de wijkaanpak verbreed moeten worden. Voor KEI en het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA) aanleiding om tijdens een gesprek met een aantal partners te verkennen wat de lessen van de Engelse wijkaanpak hiervoor kunnen betekenen. De aftrap van de discussie wordt gegeven door Henk Cornelissen (LSA). Hij constateert dat er de afgelopen jaren veel goede dingen in gang zijn gezet o.a. door de wijkaanpak maar dat er ook sprake is van structurele knelpunten in het proces. Cornelissen focust op de: - Gebrekkige participatie bij bewoners; - Slechte samenwerking tussen partijen; De oplossingsrichtingen voor deze knelpunten worden vooral professioneel ingestoken, gericht op training en scholing en de vraag: hoe betrekken we bewoners hierbij?, aldus Cornelissen. Hij stelt dat hiermee vooral de professionals slimmer worden en niet de bewoners en dat in deze redenatie een kentering nodig is: juist bewoners zouden meer zeggenschap en macht moeten krijgen. Om deze stelling te onderbouwen verwijst Cornelissen naar drie Engelse ervaringen waar voor Nederland lessen uit te trekken zijn: 1. The New Deals for Communities 2. Devolopment Trust’s 3. Big Society
Gelissen, adviseur KEI Recente verslagen: V75: KEI-atelier Emmen Revisted V76: KEI-atelier crowdfunding V77: KEI-atelier kennis van de werkvloer V78: KEI-atelier ontwikkelend beheren V79: KEI-stadslab Rotterdam-Zuid V80: YURPS-lab Groningen V81: Rondetafelgesprek ‘kerntaak als maatwerk’ KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing Kruisplein 25 r Rotterdam Postbus 897 3000 AW Rotterdam T 010 282 51 55 F 010 413 02 51
[email protected] www.kei-centrum.nl Copyright 2011 KEI
1. The New Deals for Communities (NDC)1 In 39 wijken van een kleine 10.000 inwoners is in de periode 1999 t/m 2010 ongeveer 50 miljoen pond per wijk geïnvesteerd door de rijksoverheid aangevuld met 18 miljoen pond door andere partijen. Met deze investeringen is een inhaalslag bereikt ten opzichte van het landelijke en lokale gemiddelden en andere vergelijkbare aandachtswijken. Aan de start van het programma is een jaar de tijd genomen om Partnerships op te zetten. Deze Partnerships zijn gehuisvest in het projectgebied en worden bestuurd vanuit een board. In 31 van de 39 projectgebieden bestaat deze board voor minimaal 50% uit bewoners die gekozen zijn uit het projectgebied en heeft een onafhankelijke voorzitter. De gemeente en instellingen die in het projectgebied hun diensten verlenen (delivery agencies) zijn in het bestuur vertegenwoordigd door mensen uit de toppen van deze organisaties. Ze zijn gelijkwaardig partner binnen het bestuur en niet zo als in Nederland, de aanjager, regisseur of coördinator. Het belangrijkste argument voor de rol ‘at arms length’ voor de gemeenten was dat een dergelijk partnership zich geheel voor het project gebied kan inzetten en de gemeente net als alle andere partners kon worden aangesproken op nakomen van afspraken en kwaliteit 1
Een uitgebreide beschrijving van de NDC is op genomen in de bijlage: Meer rendement uit de wijkaanpak.
V82 / KEI-RONDETAFELGESPREK LESSEN VAN DE ENGELSE WIJKAANPAK
2
van dienstverlening. De staf die de uitvoering aanstuurt bespreekt en ontwikkelt alle projecten samen met bewoners in verschillende samenstellingen afhankelijk van het onderwerp. De inbreng van bewoners is vooral gericht op haalbaarheid (wat werkt in deze buurt) en het vooraf vaststellen van haalbare en kwantificeerbare doelstellingen. De betrokkenheid van de bewoners is gemiddeld 16% van de totale bevolking met een oververtegenwoordiging van vrouwen met een hoge opleiding. Jongeren zijn beperkt betrokken. Er in de NDC veel aandacht voor het trainingen voor de bewonersbestuurders. Dit heeft ervoor gezorgd dat met name de participerende groep bewoners zich sterk ontwikkeld heeft.
2. Development Trusts2 Development Trusts zijn organisaties van bewoners (particulieren) die in een bepaald gebied actief zijn en diensten en projecten ontwikkelen en uitvoeren die tot doel hebben de inwoners van die gebieden vooruit te helpen op economisch en sociaal gebied. Ze zijn onafhankelijk maar werken samen met lokale overheid, instellingen en bedrijven. Hun middelen halen ze uit projectsubsidies, exploitatie van gebouwen of deelnemersbijdragen, vaak ook in de vorm van aandelen (community shares). De meeste zijn begonnen vanuit een gebouw dat verworven werd of vanuit een actiegroep die ergens tegen was. Veel Development Trusts hebben beroepskrachten in dienst die de activiteiten ontwikkelen en uitvoeren, maar het bestuur (board) bestaat in meerderheid uit bewoners uit het gebied. Deze wordt vaak aangevuld met mensen uit de stad of regio die een groot netwerk hebben waar de organisatie iets aan heeft. Het zijn maatschappelijke organisaties waarvan de winst nooit naar personen gaat maar altijd dient voor investering in nieuwe projecten. De trusts werken samen met instellingen en gemeenten maar dan wel in concurrentie (bieden op dienstenverlening om geld te verdienen).
3. Big society Big Society is een nieuw, sociaal geëngageerd conservatisme, een gedachtegoed dat er naar streeft dat burgers zelf de regie voeren over hun gemeenschap. Grondlegger is Philip Blond, oprichter van de denktank ResPublica die de intellectuele zuurstof levert voor de conservatieve regering van David Cameron. Uitgangspunten van de Big Society zijn: Remoralize the market, relocalize the economy en recapitalize the poor. De overheid doet een grote stap terug, faciliteert empowerment van de burgers en de publieke diensten worden hervormd door de invloed van de burgers erop te vergroten. Er wordt een bank opgericht waar bewonersgroepen geld kunnen lenen op voorwaarde van een goed businessplan, er komen meer belastingsfaciliteiten voor giften en fondsen, het wordt eenvoudiger om gebouwen over te dragen aan groepen (trusts) en er worden 500 community organizers ingezet. De beweging heeft veel aanhangers maar krijgt ook kritiek om dat het wordt gezien als een verkapte bezuinigingstrategie.
2
Een uitgebreide beschrijving van de Development trust is op genomen in de bijlage: Meer rendement uit de wijkaanpak.
V82 / KEI-RONDETAFELGESPREK LESSEN VAN DE ENGELSE WIJKAANPAK
3
LESSEN VOOR NEDERLAND De ervaringen uit Engeland zijn nooit direct te vertalen naar de Nederlandse situatie. De context van deze twee landen is totaal verschillend. Zo is de nationale overheid in Engeland meer sturend dan in Nederland en is de rol van de lokale overheden in de wijkenaanpak veel kleiner en meer volgend dan in Nederland. Ook zijn de raadsleden en wethouders in Engeland vrijwilligers. Dit zorgt voor andere verhoudingen. Maar wanneer we al deze verschillen in ogenschouw nemen, welke ervaringen kunnen we in Nederland dan gebruiken om ons in ieder geval te inspireren? In Engeland wordt geen onderscheid gemaakt in fysieke, sociale of economische initiatieven. Het gaat om people located of place located interventies. Place related zijn alle interventies die zich op de wijk of delen daarvan richten (veiligheid, sociale cohesie, fysieke verbeteringen etc.) en people related zijn alle interventies die zich op individuele mensen richten ( arbeidsbemiddeling en scholing, achter de voordeur, opvoedingsondersteuning etc.). Een ander punt dat in Engeland goed werkte is dat het schaalniveau van de communties kleiner dan de Nederlandse wijken. De communties worden door de bewoners meer als eenheden herkend. Ook het feit dat er duidelijke kaders zijn door de nationale overheid en het doorzetten van het programma voor tien jaar heeft ervoor gezorgd dat er duidelijkheid en helderheid was binnen het programma. Maar nog belangrijker is dat er in Engeland meer in belangen van de verschillende partijen wordt gedacht dan in doelen. Hieraan gekoppeld is dat in Engeland is gebleken dat voor het nemen van verantwoordelijkheid eigenaarschap een belangrijke voorwaarde is. Bewoners zijn bij een Trust bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het generen van de eigen inkomsten. Dit leidt er toe dat zij vervolgens zorgvuldig om gaan met het inkopen van diensten. Het blijkt dat ze daarin vaak veel zuiniger zijn dan professionals, een geluid dat ook in Nederland vaker wordt gehoord. In Engeland zijn de bewoners de opdrachtgever en is eigenlijk sprake van omgekeerde participatie. De professionals participeren in wat de burgers willen. Dat kan ook in Nederland als de sturing op wat professionals in de wijk doen bij bewoners komt te liggen zoals in de NDC’s is vormgegeven. Community trusts zijn bewonersinitiatieven met professionals in dienst. Dat is in Nederland ongebruikelijk. De neiging hier is dat professionele bestuurders het overnemen van de bewoners.
V82 / KEI-RONDETAFELGESPREK LESSEN VAN DE ENGELSE WIJKAANPAK
4
NEDERLANDSE ISSUES Wat alle deelnemers aan het rondetafelgesprek (h)erkennen is dat de tijd rijp is voor een verandering. De manier van traditionele participatie (hoe betrek ik bewoners?) is voorbij. Op diverse plekken en in diverse verbanden wordt hier over gesproken en nagedacht (er wordt zelfs al gesproken over ‘de nieuwe maakbaarheid’). Maar wanneer je zou willen kijken in hoeverre de Engelse aanpak toepasbaar in Nederland zijn er eerst wat issues waartegen de huidige professionals (momenteel) aanlopen en waarvan het de vraag is of de Engelse aanpak hiervoor een oplossing biedt. Een van die issues waar tegen professionals aanlopen is loslaten wanneer het dreigt mis te gaan. Wat doe je bijvoorbeeld als professional als de openbare ruimte in beheer van de bewoners verwaarloosd wordt? Deze moeite met loslaten heeft waarschijnlijk zijn oorsprong in de lange historie van een verzorgingsstaat. Door deze historie zal het voor zowel de burgers als de professionals een hele stap zijn van ‘de boel is maakbaar’ naar ‘u moet nu u zelf aansturen’. Professionals zullen moeite hebben met loslaten en misschien zal er ook wel weerstand ontstaan omdat ze in zekere mate meer concurrentie zullen ervaren. Wat hierbij ook meespeelt is de kwetsbare balans tussen zelfredzaamheid en wantrouwen bij bewoners. De zelfredzaamheid van bewoners is in bepaalde gevallen geactiveerd door een wantrouwen tegen de overheid en andere instituties. Dit is een kwetsbaar uitgangspunt. De vraag wordt gesteld of burgers al toe zijn aan meer verantwoordelijkheid en het eigenaarschap? Er zijn op verschillende plekken in Nederland al diverse fondsen en budgetten waar bewoners aanspraak op kunnen maken. Maar de ervaring is veelal dat deze budgetten slechts beperkt worden benut. Zo wordt het jaarlijkse bedrag van € 35.000,- uit het wensfonds van corporatie Ieder1 niet uitgeput. Ook is het de vraag wat de daadwerkelijke betekenis en reikwijdte van deze ‘vrije budgetten’ is voor de wijk en welke invloed het heeft op het functioneren van de instellingen zelf. Início heeft goede ervaringen in Capelle aan de IJssel. Hoewel ook daar wordt geconstateerd dat de groep bewoners die gebruik maakt van de beschikbare middelen jaarlijks uit veel dezelfde bewoners bestaat. Een groot verschil met de Engelse aanpak is dat in Nederland geld wordt gegeven aan bewoners die het kunnen gebruiken, de Engelsen moeten het geld zelf verdienen. Dat dit ook in Nederland wel kan, bewijzen kinderen in de Gillisbuurt in Delft die via een Kan wél! (project van het LSA) een winkel in tweedehands spullen voor kinderen zijn begonnen en daar behoorlijk mee verdienen. Een deel van de opbrengst gaat naar goede (kinder)doelen maar ze gaan er ook gezamenlijk van naar de Efteling als beloning voor het “werken’’. Vervolgens komt het gesprek op de Engelse manier waar bejaardenzorg van onderaf wordt ingevuld door trusts die onder leiding staan van bewoners. In Nederland hebben we sinds kort Buurtzorg, een manier van werken die de aanwezigen erg aanspreekt. Tegelijkertijd zijn hierbij twee opmerkingen te maken: (1) probeer deze werkwijze voldoende flexibel te houden zodat maatwerk op buurtniveau mogelijk is en blijft. De wens van het kabinet om buurtzorg landelijk uit te rollen, heeft het grote risico dat het dan een dichtgetimmerde aanpak met protocollen etc. wordt, en daarmee een nieuwe institutie. En (2) deze manier van werken is deels ingegeven door overwegingen van professionals, zij wilden betere zorg verlenen op een manier die past bij hun professionele overtuigingen en de vraag van hun cliënten. Hier zie je dus professionals en bewoners samen optrekken.
V82 / KEI-RONDETAFELGESPREK LESSEN VAN DE ENGELSE WIJKAANPAK
5
Wanneer professionals en bewoners samen optrekken en uiteindelijk samenwerken vraagt dit nogal wat van de bewoners en de instituties. Vooral omdat het niet om één instantie gaat maar om meerdere partijen. De vraag blijft wat instituties ook zelf kunnen en moeten doen om wezenlijke verbetering in de samenwerking/samenhang te brengen; het is de vraag of je daarbij alleen op meer bewonersinvloed / sturing moet mikken, of dat er daarnaast ook naar andere manieren en wegen gezocht moet worden. De belangrijkste vraag waar de deelnemers aan het rondetafelgesprek mee worstelden was: hoe kun je als professional bijdragen aan het bewerkstellingen van zelforganisatie. Het antwoord op deze vraag moet volgens de aanwezigen gezocht worden in het faciliteren van ruimte (zowel fysiek als mentaal), accepteren dat het tempo om de doelen te bereiken redelijk laag is en vooral door op je handen te blijven zitten. Het LSA gaat met 20 bewoners en professionals in mei naar Engeland om inspiratie op te doen en vervolgens te kijken of een aantal experimenten gestimuleerd kunnen worden.
V82 / KEI-RONDETAFELGESPREK LESSEN VAN DE ENGELSE WIJKAANPAK
6
BIJLAGE: BESTE VOORBEELDEN UIT DE EIGEN PRAKTIJK Gedurende het rondetafelgesprek werden er verschillende projecten genoemd waarbij burgers een belangrijke rol spelen. Hieronder een opsomming van deze projecten. -
-
-
-
-
Buurt in Actie; Gemeente Enschede heeft voor 2011 geld beschikbaar gesteld voor ideeën die de sociale samenhang en leefbaarheid in de wijk verbeteren. Het gaat om in totaal bijna 500.000 euro. Het geld wordt in overleg met wijk- en dorpsraden verdeeld over een aantal wijken (meer informatie: www.buurtinactie.nl) Te Woon; De corporatie biedt de bewoner een aantal varianten aan, van sociale huur tot koop tegen marktwaarde, waaruit de bewoner vrijelijk kan kiezen (meer informatie: http://www.keicentrum.nl/view.cfm?page_id=1897&item_type=project&item_id=376). Wijkkracht; Com·wonen introduceert de Wijkkracht bijdrage in Capelle aan den IJssel. Dit leefbaarheidsfonds stelt haar huurders in staat om samen met buurtgenoten een leuke activiteit te organiseren. Alle bewoners krijgen een cheque ter waarde van (in eerste instantie) € 10,-. Deze kunnen zij samen sparen en verzamelen. ’t Groene Sticht; een woon- en werkbuurt in de Utrechtse uitbreidingswijk Leidsche Rijn, waarin de verbinding tussen buurtbewoners en de opvang en ondersteuning van kwetsbare groepen centraal staat. Tot de primaire doelgroep behoren dak- en thuislozen en mensen in een kwetsbare positie. Daarnaast richt ’t Groene Sticht zich op bewoners in de directe omgeving die een bijdrage willen leveren aan een actieve en levendige buurt (meer informatie; http://www.groenesticht.nl/) Dorpsbelang Reduzum; Reduzum is een klein dorp in Friesland. Eind jaren tachtig kreeg het dorp te maken met leegloop met leegstaande huizen en krimpende schoolklassen als gevolg. Om deze negatieve ontwikkelingen te keren richtten de bewoners Doarsbelang Reduzum op gingen de problemen te lijf. Binnen de vereniging Doarpsbelang, waarvan 90% van de inwoners lid zijn, zijn werkgroepen ingericht (activiteiten, speeltuin, welzijn, startende ondernemers, etc) die verantwoordelijk zijn voor het realiseren van de onderdelen van het gezamenlijk vastgestelde integrale Masterplan. Door een groot aantal leden is de continuïteit van Doarsbelang gewaarborgd. Een keer per jaar (in april) vindt er een jaarvergadering plaats. De werkgroepen van Doarsbelang bestrijken alle terreinen. Tot nu toe heeft de organisatie o.a. de volgende resultaten behaald: - Dorpsvisie ontwikkeld - Reduzum Sud BV opgericht: deze heeft uiteindelijk een nieuwbouwwijk neergezet - Dorpsscholen verbouwd - Internetcafe opgericht - Dorpsmolen gebouwd
V82 / KEI-RONDETAFELGESPREK LESSEN VAN DE ENGELSE WIJKAANPAK
7
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Een belangrijke eigenschap van Doarsbelang is dat het diverse financieringskanalen gebruikt om de doelen te bereiken. Naast eigen inzet maakt men gebruik van overheidssubsidie. Smederijen van Hoogeveen; gaan over samen plannen smeden en realiseren voor de leefbaarheid in de eigen buurt. Bewoners uit de buurt, de wijk of het dorp vormen een ‘initiatiefgroep’. De initiatiefgroep inventariseert de ideeën van de bewoners. Iedereen kan lid worden van zo’n initiatiefgroep. Onder begeleiding van een gebiedsregisseur bespreken de bewoners ideeën met de zes partnerorganisaties (woningcorporaties Actium, Domesta en Woonconcept, Stichting Welzijnswerk, de politie en de gemeente Hoogeveen). Elke Smederij krijgt een eigen budget, waarmee de bewoners samen de beste plannen kiezen. En de praktijk laat zien dat die ideeën snel tot uitvoering komen. De ingewikkelder wensen die boven het eigen bewonersbudget uitgaan, vragen meer tijd, afstemming en voorbereiding (meer informatie: www.desmederijenvanhoogeveen.nl). Buurthuis de Pelikaan in Krommenie; bewoner hebben zelf het beheer door middel van een stichting in handen (meer informatie: www.buurtcentrumdepelikaan.nl) Buurthuis Kalsdonk in Roosendaal; bewoners zijn eigenaar van het buurthuis. Het buurthuis bestaat al dik een halve eeuw, de grond is toentertijd door de zusters overgedragen om te worden aangewend voor maatschappelijke en sociale doeleinden in de destijds nieuwe wijk. Playing for success; een initiatief waarmee leerlingen in de leeftijd van 9 tot 14 jaar hun prestaties in taal, rekenen en ict verbeteren door het te koppelen aan topvoetbal (meer informatie; www.playingforsuccess.nl Talentspinnerij Enschede; Deze methodiek leert bewoners zelf de wijk in te gaan, andere bewoners te bevragen op hun dromen en wensen. Om vervolgens dit uit te werken en realiseren met behulp van andere bewoners uit de wijk. (meer informatie: http://wijkvernieuwing.enschede.nl/blog/00003/) De unieke Brink; Al de zestig brinken in de Wesselerbrink in Enschede krijgen een eigen inrichting in een periode van vijftien tot twintig jaar. Het gaat om de binnenterreinen van de brinken die nu meestal groen zijn ingericht. De wensen en behoeften van bewoners, woningcorporatie en gemeente zijn hierbij het uitgangspunt. Bewoners spelen een centrale rol bij de herinrichting: zij bepalen het resultaat. Meer informatie: http://www.keicentrum.nl/view.cfm?page_id=1897&item_type=project&item_id=274). Woongroep Het Palet voor geestelijk gehandicapten in Nijmegen, waarin de oudervereniging bestuurder/ opdrachtgever is voor de begeleidende zorginstelling Buurthuis De Juffer in de Rivierenbuurt in Utrecht; draait al een kleine twee jaar vrijwel geheel op bewoners.
V82 / KEI-RONDETAFELGESPREK LESSEN VAN DE ENGELSE WIJKAANPAK
8
DEELNEMERSLIJST -
Henk Cornelissen; LSA Fanny Gelissen; KEI Guus Haest; Portaal Walter Hamers; Talis Wilmien Haverkamp; Gemeente Enschede Bram Heijkers; KEI Pleuni Koopman, LSA Josien Kuiper; Ministerie BZK/WWI Wouter Rohde; Woonbron Paul van Roosmalen; Ieder1 Johan Vellinga; Início Jacqueline Vermaat; Gemeente Rotterdam Fatih Topcu, Ministerie BZK
V82 / KEI-RONDETAFELGESPREK LESSEN VAN DE ENGELSE WIJKAANPAK
9